{Welzijn & armoedebestrijding inbegrepen} Veel ‘goede voorbeelden’ voor welzijns- en gezondheidszorg, gelijke kansen en integratie en inburgering kunnen samengebracht worden onder de noemer ‘behoud, ontwikkeling of herstel van het sociale weefsel in de gemeente’ (‘wat mensen bindt’). Een gemeentelijke mantelzorgpremie is dan het beperkte financiële schouderklopje voor de burger die zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn naaste opneemt. Het spreekt voor zich dat bijvoorbeeld het lokaal opzetten van een vrijwilligerswerking voor sociaal geïsoleerde ouderen een goed voorbeeld kan zijn. Lokaal sociaal beleid Vanuit het Vlaamse beleid tegenover het lokaal sociaal beleid wordt gesteld: “Wat het Lokaal Sociaal Beleid betreft, gaan we uit van de lokale dynamiek die door acties van OCMW én gemeente én lokale actoren ontstaat. Een goede samenwerking tussen al deze actoren, is onontbeerlijk om tot een geïntegreerd lokaal sociaal beleid te komen, waarbinnen de referentierol van de lokale besturen werkbaar wordt geëxpliciteerd” . Het decreet bevat bepalingen inzake de planning en de coördinatie van het lokaal sociaal beleid. ‘Planning’ verwijst naar de verplichting om als lokaal bestuur één lokaal sociaal beleidsplan op te maken. Er zullen ongetwijfeld lokale besturen te vinden zijn die hun eigen lokaal sociaal beleidsplan ernstig nemen, zelfs al werd het aangemaakt op de kopieermachines van externe consultbureaus. In veel gevallen is het een verplicht nummertje. De opdracht om het lokaal sociaal beleid te coördineren wordt toegewezen aan het lokaal bestuur. Dat het lokaal bestuur tegelijk een aanbod coördineert en mede-aanbieder is, is geen evidentie voor het middenveld dat vaak zelfs een ruimer aanbod heeft. Het decreet stelt dat het lokaal sociaal beleid gericht moet zijn op een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de beoogde doelgroep. Om deze ‘doelstelling’ waar te maken moet het lokaal bestuur een Sociaal Huis realiseren. Een dergelijk Sociaal Huis moet minstens een informatie-, loketen doorverwijsfunctie hebben. Armoedebestrijding Het ‘referentiekader’ voor armoedebestrijding op Vlaams niveau is het decreet van 21 maart 2003 betreffende de armoedebestrijding. Lokale besturen vinden een gesprekspartner in de verenigingen waar armen het woord nemen die op grond van dit decreet gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid. Thuisloosheid De beleidsnota welzijn, volksgezondheid en gezin 2009-2014 stelt: “Binnen het permanent armoede overleg willen we samen met de woon-, gezondheids- en welzijnsactoren en de lokale besturen komen tot een verruiming en verfijning van de samenwerkingsafspraken”. Schuldbemiddeling Een paar jaar geleden werd de mogelijkheid gecreëerd dat de Vlaamse regering de erkende instellingen voor schuldbemiddeling (O.C.M.W.’s en centra voor algemeen welzijnswerk) subsidieert.
{Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
1 van 8
Geboortepremies Lokale besturen kennen soms een premie toe bij de geboorte van een kind. Men zou zich de vraag kunnen stellen wat de finaliteit is van een dergelijke premie. Wellicht liggen geen structurele motieven hieraan ten grondslag. Zoals men weet voorziet het Vlaams regeerakkoord in een “nieuwe Vlaamse regeling van fianciële ondersteuning van kinderen”. Deze zal onder meer bestaan uit: “een nieuwe, in te voeren financiële tegemoetkoming voor kinderen bij geboorte en naar aanleiding van hun eerste en tweede jaar”. Kinderopvang De rol van het lokaal bestuur inzake kinderopvang kan meervoudig zijn (hoewel dit, afhankelijk van het perspectief, problematisch kan zijn): (1) aanbieder van kinderopvang, (2) ontwikkelaar van een lokaal beleid inzake kinderopvang, (3) lokale regisseur van kinderopvang, die tot op zekere hoogte inbreng heeft of kan hebben in de ontwikkeling van lokale acties en initiatieven inzake kinderopvang, (4) stimulator en ondersteuner van lokale netwerking tussen kinderopvangvoorzieningen, (5) coördinator van specifieke operationele opdrachten die boven de operationele opdracht van individuele voorzieningen uitstijgen, (6) verbindende instantie tussen de actoren inzake kinderopvang en de actoren in aangrenzende welzijns- (en andere) domeinen. Kan en moet het lokaal bestuur een plaats krijgen binnen de organisatie van de kinderopvang in het algemeen en de sturing van het aanbod op zijn grondgebied in het bijzonder? Het Gemeentedecreet en het Decreet lokaal sociaal beleid geven lokale besturen een rechtsgrond om, waar ze dat zelf wensen, een regierol inzake kinderopvang op te nemen. Beide decreten maken het mogelijk werk te maken van strategische planning op het vlak van kinderopvang. Het Gemeentedecreet geeft een lokaal bestuur de mogelijkheid om waar gewenst adviesraden in het leven te roepen. Lokaal ouderenbeleid Een belangrijk deel van de inwoners van onze gemeenten is 60+. De groep is heel divers en het gaat zowel over de actieve ‘GENERATIE NU’ als om kwetsbare, afhankelijke ouderen. Ouderenbeleid herleiden tot zorgbeleid - hoe belangrijk dit ook moge zijn - is dan ook niet wenselijk. CD&V legt drie accenten in het ouderenbeleid:
Participatie of betrokkenheid en inspraak. De groep van de 60+-ers kan en mag geen ‘restgroep’ zijn. Participeren is niet alleen een fundamenteel recht, het is ook een kans voor de samenleving en een beleidsopportuniteit. Een inclusief beleid. We kiezen voor een beleid dat ouderen insluit: een beleid dat de seniorentoets kan doorstaan op alle ‘levensdomeinen’ gaande van toerisme, sport, cultuur en levenslang leren over wonen, mobiliteit en verkeer, veiligheid, ruimtelijke ordening, informatie en communicatie… Ten derde leggen we het accent op een zorgbeleid op maat dat toegankelijk, kwalitatief en betaalbaar is.
{Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
2 van 8
Woonzorg In het voorjaar van 2009 kwam het Woonzorgdecreet tot stand. Hierbij gaat het om volgende voorzieningen: - thuiszorgvoorzieningen: diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, diensten voor logistieke hulp, diensten voor oppashulp, diensten voor thuisverpleging, diensten maatschappelijk werk van het ziekenfonds, lokale of regionale dienstencentra, diensten voor gastopvang of centra voor herstelverblijf; - ouderenvoorzieningen: dagverzorgingscentra, centra voor kortverblijf, groepen van assistentiewoningen of woonzorgcentra. Een bijzonder aandachtspunt moet de programmatie van woonzorgvoorzieningen zijn. In elke gemeente gaat men best eens na wat de groeimogelijkheden zijn, volgens een inschatting van de programmatieruimte, bijvoorbeeld voor woonzorgcentra. Binnen de ophanden zijnde invulling van het derde luik van het woonzorgdecreet pleit CD&V Hasselt er voor dat woonzorgcentra en de aanvullende thuiszorg beter op elkaar afgestemd worden. Voor organisaties uit de sociale economie is hier een kans weggelegd via het professioneel inzetten van kansengroepen voor aanvullende taken. Mensen met een handicap Het lokale beleid t.a.v. personen met een handicap draait meestal rond de toegankelijkheid. In deze moet worden gewezen op het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (Vlaams antidiscriminatiedecreet), maar vooral ook op de gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid. Preventieve gezondheidszorg Het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid vormt het kader voor de preventieve gezondheidszorg in de Vlaamse Gemeenschap. Minister Vandeurzen wil “in overleg met de lokale besturen en de provincies, tot een betere afstemming komen inzake het preventieve gezondheidsbeleid”. Hij wil “de LOGOnetwerken in de preventieve gezondheidszorg aanmoedigen om zeer nauw samen te werken met de belangrijkste preventieorganisaties in hun regio. Door betere afspraken met de lokale besturen kan een synergie worden bekomen waardoor de inspanningen van de verschillende bestuursniveaus samen meer opleveren dan elk afzonderlijk”. Een LOGO is een door de Vlaamse regering erkend samenwerkingsverband voor locoregionaal gezondheidsoverleg en -organisatie binnen een geografisch aaneengesloten gebied. Tot de opdrachten van de Logo's behoort minstens het nastreven van de realisatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen binnen hun werkgebied. Tot de opdrachten van de Logo's behoort ook het vervullen van andere, nader te bepalen, taken inzake het preventieve gezondheidsbeleid in opdracht van de Vlaamse regering. Een Logo kan, binnen haar werkgebied, ook andere initiatieven nemen inzake het preventieve gezondheidsbeleid. Eerstelijnsgezondsheidszorg De Vlaamse regeling voor de eerstelijnsgezondheidszorg ligt decretaal vervat in het decreet van 3 maart 2004 betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders. Belangrijkste element van het decreet zijn de SEL’s, de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg. SEL’s worden georganiseerd op het niveau van de zorgregio ‘regionale stad’. Over de echte meerwaarde van deze structuren voor de patiënten gaat men de discussie niet aan.
{Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
3 van 8
Mensen van vreemde afkomst De verkleuring van de samenleving is blijkbaar een fenomeen dat zich uitstrekt over gans Vlaanderen en we kunnen ons daar best op instellen. Of dit strookt met de waarneming van de inwoners van vele klassieke CD&V-gemeenten in landelijk Vlaanderen, is maar de vraag. Voor veel mensen is dit in het dagelijkse leven geen issue, simpelweg omdat er geen mensen van vreemde, buitenlandse afkomst zijn. Het Vlaams regeerakkoord voorziet dat de lokale integratiediensten zullen worden versterkt en dat de lokale besturen een duidelijke ‘regierol’ zullen krijgen. Dit zal moeten gebeuren in het kader van het decreet van 28 april 1998 betreffende het Vlaamse integratiebeleid, zoals gewijzigd met het decreet van 30 april 2009. Momenteel zijn er in Vlaanderen dertig lokale integratiediensten erkend. Met zeven lokale besturen wordt een erkenning voorbereid. Rol van de lokale besturen in de vermaatschappelijking van de zorg De vermaatschappelijking van de zorg werd reeds meermaals door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin naar voor geschoven als een belangrijke peiler in zijn beleid. Terecht. Vermaatschappelijking van de zorg is het proces dat leidt tot het creëren van meer mogelijkheden voor participatie aan het maatschappelijk verkeer voor mensen met nood aan zorg. Door het vermaatschappelijken van de zorg moeten mensen met zorgnoden, zoals psychiatrische patiënten of mensen met een beperking, vlot kunnen deelnemen aan het leven van alle dag en een ‘gewoon’ leven kunnen leiden. Ook zij maken immers deel uit van onze maatschappij. Het zorgen moet dan ook een zaak worden van heel de gemeenschap, niet alleen van de gespecialiseerde zorginstellingen. Huisvestings- en tewerkstellingsdiensten, organisaties in de sociale economie, opleidingverstrekkers en informele verzorgers spelen eveneens een rol in de vermaatschappelijking van de zorg. Ook tal van vrijwilligers, organisaties en verenigingen die zijn ingebed in de gemeenschap kunnen een vorm van zorg bieden. Het is de bedoeling mensen met zorgnoden op te nemen in de samenleving, wat een meerwaarde vormt voor het leven van de patiënt, maar zeker ook voor de maatschappij in haar geheel. Lokale besturen kunnen een belangrijke rol spelen in de vermaatschappelijking van de zorg. Meer nog, zij hebben een eigen taak die zich situeert op verschillende domeinen: 1) Sensibiliseren: Het lokale bestuur kan een motor zijn in het beïnvloeden van de beeldvorming over ‘wie anders is’ en het sensibiliseren van de inwoners om dit anders zijn te aanvaarden en mee zorg op te nemen. (vb. campagnes) 2) Partners bijeenbrengen en overleggen: Het lokale bestuur is goed geplaatst om als partner overleg tussen verschillende partijen (gemeentediensten, zorginstellingen, politie, middenstand, wijkraden, …) te organiseren en te coördineren. (vb. meldpunt) 3) Ondersteunen: Instellingen, organisaties en initiatieven moeten kunnen rekenen op ondersteuning van het gemeente- of stadsbestuur. Dit kan gaan van financiële tegemoetkomingen tot de promotie van projecten of logistieke steun, zoals het ter beschikking stellen van een lokaal of een gebouw. 4) Zelf initiatieven nemen: Tenslotte kan het lokale bestuur zelf initiatieven uitwerken met betrekking tot het integreren van mensen met zorgnoden in de leefgemeenschap. (vb. tewerkstelling) CD&V streeft naar een gezonde en leefbare stad en schuift hierbij volgende prioriteiten naar voor: 1.
De huisarts als eerste aanspreekpunt
Het verkeerd gebruik van de spoedgevallendiensten als substituut voor de huisarts moet stoppen. Het leidt tot minder goede gezondheidszorg, het hindert spoedgevallendiensten in hun ambitie om goede urgentiegeneeskunde te leveren en het leidt tot verspilling van {Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
4 van 8
schaarse overheidsmiddelen. Daarom wordt nog meer het accent gelegd op eerstelijnsgezondheidszorg en de centrale rol van de huisarts. Hiertoe dient het gebruik van het Globaal Medisch Dossier (GMD) verder gestimuleerd te worden en de werking ervan uitgebreid naar een instrument voor een efficiënte opvolging van patiënten. 2.
Inzetten op preventie en voorlichting
We dienen een blijvende aandacht te hebben voor preventie en voorlichting. We denken aan campagnes en initiatieven met betrekking tot gezonde voeding, TBC, HIVbesmetting, stoppen met roken, baarmoederhalskanker, vroegtijdige opsporing van borstkanker... M.b.t. borstkanker willen we ervoor zorgen dat de deelname aan de screening stijgt en dat meer kansarme vrouwen bereikt zouden worden. 3.
Meer oog voor geestelijke gezondheidszorg
Het aanbod inzake geestelijke gezondheidszorg binnen de eerstelijnsgezondheidszorg dient versterkt en met nieuwe initiatieven uitgebreid te worden teneinde tegemoet te kunnen komen aan een snel groeiende hulpvraag. 4.
Een patiëntgestuurde eerstelijnsgezondheidszorg uitbouwen
We willen inzetten op een model van gezondheidszorg en welzijnszorg dat de noden van de patiënt en de cliënt centraal stelt, dat uitgaat van zorg op maat en respect voor de autonomie en de vrije keuze van de patiënt. Dit model draait de klassieke piramide van eerste, tweede en bovenaan derdelijnsgezondheidszorg om. Een patiëntgestuurde eerstelijnsgezondheidszorg vereist een sterkere participatie van patiënten in gezondheid en gezondheidsbeleid. 5.
Meer aandacht voor de multiculturele achtergrond van de patiënt
We hebben toenemende aandacht voor de multiculturele patiënt: de etnisch-culturele diversiteit zal in de komende jaren verder toenemen. Daarom versterken we de betrokkenheid van het allochtone middenveld op de zorgsector - waar dringend nood aan is in grootstedelijk gebied. We maken het aanbod beter bekend en toegankelijker voor etnisch-culturele minderheden (bv. Interculturele bemiddeling, aandacht voor cultuur en religie in zorginstellingen,…). 6.
Diversiteit van de verzorgers stimuleren
Meer diversiteit in de zorgvraag vereist meer diversiteit in het personeelsbeleid. We moeten het interculturaliseringsproces in voorzieningen stimuleren met behulp van externe relevante actoren (bv. minderhedenfora…). 7.
Focus op kansarmen en andere kwetsbare groepen
We moeten blijven inzetten op de ondersteuning van specifieke initiatieven met een bijzondere meerwaarde voor de grootstedelijke situatie van de stad, en die zich richten naar kansarmen en andere kwetsbare doelgroepen (o.a. kansarme aidspatiënten, holebi’s, tuberculose patiënten, mensen met een verslavingsproblematiek). 8.
Het verder verhogen van de toegankelijkheid van de publieke ruimte voor mensen met een handicap via het stedelijke infrastructuurbeleid
{Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
5 van 8
9.
Grotere ondersteuning gezinnen met kinderen
Ouders met kinderen worden ondersteund door kwaliteitsvolle, flexibele kinderopvang. Maar ook tijdens het opvoedingsproces kunnen ze terecht in een goed uitgebouwd netwerk van opvoedingswinkels. CD&V Hasselt heeft hier extra aandacht voor het empoweren van kansarme gezinnen met de jongste kinderen. De stad Hasselt dient zich in te schrijven in de nieuwe initiatieven voor preventieve gezinsondersteuning.
{Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
6 van 8
Armoedebestrijding Armoedebestrijding is niet alleen een verantwoordelijkheid van het federale en het Vlaamse niveau. Ook voor de lokale besturen is er hier een belangrijke taak weggelegd: via de OCMW’s, de lokale sociale beleidsplannen, … 17 oktober Elk jaar vindt op 17 oktober de Werelddag van Verzet tegen Armoede plaats. Op deze dag worden er overal in het land activiteiten georganiseerd rond de armoedeproblematiek en de armoedebestrijding met de bedoeling om de bevolking, maar ook de beleidsmakers te mobiliseren om actie te ondernemen in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Als symbool voor de actiedag wordt het geknoopt wit laken gebruikt: samen werken aan oplossingen om te ontsnappen uit de armoede. Lokale besturen kunnen hun steun voor de strijd tegen armoede tonen door zelf ook een geknoopt wit laken uit te hangen op 17 oktober. Luister- en doe tips Deelname aan de Werelddag van Verzet tegen Armoede op 17 oktober is slechts één van de mogelijke initiatieven die je als lokale mandataris kan nemen. Hieronder vind je een lijst met een tiental tips om binnen de eigen gemeente de strijd tegen armoede aan te gaan: 1.
Gebruik standaard de rechtenverkenner
Mensen in armoede zijn niet altijd op de hoogte van alle beschikbare hulp- en dienstverlening. Hierdoor lopen zij vaak belangrijke ondersteuning mis. Via het gebruik van de bestaande rechtenkenner kunnen inwoners beter geïnformeerd worden over hun sociale rechten, beschikbare diensten, … Ga bij uw OCMWvoorzitter, Schepen van welzijn of fractieleider na of de rechtenverkenner in uw gemeente consequent wordt geraadpleegd. Of ga nog een stap verder en ken sociale rechten (lijnkaart, stookoliepremie, restaurantpas, stedelijke premies, gratis telefonie, …) zoveel mogelijk automatisch toe. 2.
Promoot gezonde voeding en levensstijl bij kansengroepen
Lokale besturen kunnen bijdragen tot het bevorderen van een gezonde levensstijl bij hun inwoners. Ga na wat de stand van zaken is bij het realiseren van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen in uw gemeente en onderzoek of de genomen initiatieven ook kansengroepen voldoende bereiken. 3.
Start een sociale kruidenier op
In samenwerking met supermarkten en de lokale middenstand kan de gemeente een sociale kruidenier opstarten, waar mensen in armoede tegen een betaalbare prijs gezonde voedingswaren kunnen aankopen. Onderzoek of het opstarten van een sociale kruidenier in uw gemeente mogelijk is. Werk hiervoor samen met zowel het OCMW als lokale verenigingen die actief zijn rond armoedebestrijding. 4.
Deelname van kansengroepen aan preventieve gezondheidsscreening
In het kader van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid organiseert Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen verschillende preventiecampagnes. Kansarme mensen nemen nog te weinig deel aan preventiecampangnes. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de preventieve screening voor borstkanker. Lokale besturen kunnen via hun nabijheid de inwoners van de eigen gemeente gemakkelijker bereiken {Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
7 van 8
om hen te informeren over het belang van deze acties. Zie er het lokaal bestuur instaat voor de organisatie van de verschillende diensten (kinderopvang, sociale diensten, gezinszorg,…) rond preventieve acties en dat zij hierbij steeds 5.
op toe dat in uw gemeente samenwerking tussen de opvoedingsondersteuning, de LOGO’s betrekken.
Ondersteuning en coördinatie van sociale economieprojecten
De sociale economie biedt alternatieven voor mensen die tijdelijk of permanent niet terecht kunnen op de reguliere arbeidsmarkt. Ook mensen in armoede kunnen via de sociale economie tewerkgesteld worden en op die manier ontsnappen uit de armoede. Ga na of en welke sociale economieprojecten er in uw gemeente actief zijn. Ga na welke noden er zijn op lokaal niveau. Bestudeer de mogelijkheid van samenwerkingsverbanden met naburige gemeenten. 6.
Bevorder sociaal toerisme
Voor mensen die in armoede leven is een reis of uitstap vaak onbetaalbaar. Het belang van vakantie mag echter niet onderschat worden. Iedereen heeft af en toe nood aan rust, een kans om even te ontsnappen aan de zorgen en de stress, of een mogelijkheid om samen met het gezin er even tussenuit te knijpen. In Vlaanderen is er daartoe een aanbod aan sociaal toerisme om iedereen deze mogelijkheid te bieden. Sluit als lokaal bestuur aan bij het Steunpunt Vakantieparticipatie. 7.
Aandacht voor armoede in lokaal sociaal beleid
Het uitstippelen en uitvoeren van een lokaal sociaal beleid gericht op het realiseren van de sociale grondrechten van de inwoners is één van de taken van de lokale besturen. De steden en gemeenten stellen hiervoor lokale sociale beleidsplannen op. Ook het lokale armoedebestrijding hoort thuis in deze plannen. In de praktijk blijft de aandacht voor het bestrijden van armoede in de meeste huidige plannen eerder beperkt. Bij de evaluatie van de lokale sociale beleidsplannen moet bekeken worden hoe hier verandering in gebracht kan worden. Evalueer zelf in welke mate het thema armoede aan bod komt in het lokaal sociaal beleidsplan van uw gemeente. Zorg ervoor dat in de nieuwe plannen (2013) voldoende aandacht wordt besteed aan het lokale armoedebestrijdingsbeleid. Werk hiervoor actief samen met de verenigingen waar armen het woord nemen of andere verenigingen die actief zijn rond armoedebestrijding. Betrek hun bij het formuleren van eventuele nieuwe doelstellingen. 8.
Schuldhulpverlening
Een steeds grotere groep mensen heeft moeite om financieel de eindjes aan elkaar te knopen. Mensen kunnen hun rekeningen niet langer tijdig betalen, gaan leningen aan om rond te komen,…. Voor velen leidt dit tot een negatieve spiraal die eindigt met een problematische schuldenlast. Veel problemen kunnen vermeden worden wanneer de problemen tijdig gesignaleerd worden en mensen met financiële problemen tijdig hulp krijgen. Organiseer als lokale overheid een toereikende schuldhulpverlening. Onderzoek eventuele samenwerkingsvormen tussen het OCMW en het CAW.
{Welzijn & Armoedebestrijding inbegrepen}
8 van 8