Postbus 1 3430 AA
Bezoekadres Martinbaan 2 3439 NN
www.nieuwegein.nl
Programma's en Projecten
Armoedebestrijding in Nieuwegein Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Datum
februari 2008
Auteur Debby Radoux Versie
definitief
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
2 (36)
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
Inleiding
4
1.1
Aanleiding
4
1.2
Leeswijzer
6
1.3
Samenvatting en lijst van beslispunten
7
Armoedebestrijding in Nieuwegein
13
2.1
Wat is armoede?
2.2
Bestaand aanbod armoedebestrijding behoeft verbetering
14
2.3
Integrale aanpak armoedebestrijding
15
2.4
Samenwerking tussen gemeente en maatschappelijk veld
16
2.5
Handvatten voor de integrale aanpak
16
2.6
Bestaand aanbod, knelpunten en voorstellen
16
Financiën
13
17
3.1
Middelen armoedebestrijding en minimabeleid
17
3.2
Kosten voorstellen integraal plan van aanpak
17
3.3
Dekking voorstellen integraal plan van aanpak
19
3.4
Toename gebruik
20
Uitwerking knelpunten en voorstellen in vier blokken
21
4.1
Preventie
4.2
Bevordering samenwerking
29
4.3
Schuldhulpverlening
34
4.4
Materiële ondersteuning
36
Meetbare resultaten
21
43
5.1
Meten van armoedebeleid
43
5.2
Wat levert het op?
44
Bijlagen (in apart document) 1. Literatuurlijst 2. Minimascan Stimulansz 3. Overzicht middelen bijzondere bijstand 4. Communicatieparagraaf 5. Overzicht bestaand aanbod 6. Overzicht knelpunten 7. Verslag inbreng rondetafelgesprekken 8. Lijst organisaties maatschappelijk veld 9. Verslagen en notulen
Armoedebestrijding Raadsnummer
1
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Inleiding
Hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding tot dit integraal plan van aanpak, geeft een leeswijzer en een samenvatting en lijst van beslispunten. 1.1
Aanleiding
Minima-effectrapportage In 2005 liet de gemeente Nieuwegein het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) een zogenoemde minima-effectrapportage uitvoeren. Dit is een onderzoek naar de financiële positie van inwoners met een laag inkomen. Nieuwegein kende op dat moment 2243 huishoudens die met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum moesten rondkomen. De belangrijkste resultaten uit het onderzoek waren dat onder de onderzochte huishoudens vrijwel geen sprake is van een armoedeval, maar dat de koopkracht van Nieuwegeinse minimahuishoudens niet voldoende is. Er is voldoende stimulans voor minima om te gaan werken en om het inkomen te laten groeien. Het in het verleden afschaffen van een aantal minimaregelingen1 droeg bij aan deze stimulans. Veel uitgaven voor maatschappelijke participatie zijn echter niet of nauwelijks te bekostigen. Hierdoor ontstaat een groot risico op sociale uitsluiting. Collegeakkoord 2006-2010 In april 2006 presenteerde het college de raad het collegeakkoord 2006-2010. Hierin beschrijft het college hoe het de betrokkenheid van burgers van de Nieuwegeinse samenleving vorm wil geven en aan welke interventies het aandacht wil geven. Expliciet staat vermeld dat het college oog heeft voor groepen die extra steun kunnen gebruiken, zoals jongeren, ouderen, gehandicapten, zieken en mensen met een smalle beurs. Platform armoedebestrijding In diezelfde periode kwam een aantal vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en particulieren met een grote sociale betrokkenheid bijeen. Zij constateren dat er in Nieuwegein mensen zijn die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Dit leidde in augustus 2006 tot de oprichting van de Stichting Platform Armoedebestrijding Nieuwegein. Het Platform wil bewerkstelligen
1 onder invloed van de wetswijziging van Algemene Bijstandswet (ABW) naar Wet Werk en
Bijstand (WWB)
3 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
dat armoedebestrijding hoog op de agenda van de gemeente en de diverse achterbannen komt te staan. Het Platform ziet een regierol voor de gemeente. Regierol gemeente Het college voert de regie en zoekt de samenwerking met het maatschappelijk veld. Hiertoe heeft het college in 2007 werkconferenties en rondetafelgesprekken georganiseerd. Ketel Coaching kreeg de opdracht een veldonderzoek te organiseren. Doel hiervan was het in kaart brengen of er in Nieuwegein sprake is van niet-gebruik van bijzondere bijstand en zo ja, wat hiervan de oorzaak is en hoe die kan worden weggenomen. In de werkconferenties en rondetafelgesprekken ontstond een beeld van knelpunten in armoedebestrijding. Niet-gebruik van bijzondere bijstand kwam hierbij ook aan bod. Gezamenlijk hebben vertegenwoordigers van maatschappelijk veld en gemeente vastgesteld dat de omvang van niet-gebruik wellicht nooit precies valt te bepalen. Uit ervaring weten die vertegenwoordigers wel dat schaamte, onbekendheid met regelingen en de verwachting dat een aanvraag ´toch niets oplevert´ factoren zijn die inwoners belemmeren een aanvraag in te dienen. Het veldonderzoek bleek geen geschikt instrument om niet-gebruik te bepalen en kon daarom niet op de geplande wijze worden afgerond. In de verkenning met het maatschappelijk veld blijkt dat armoede een complexe situatie is, waar geen uniforme oplossing voor is. Het betreft veelal meervoudige problematiek van inwoners waar een groot aantal hulp- en dienstverleners bij betrokken is. Vertegenwoordigers van het maatschappelijk veld2 en de diverse afdelingen van de gemeente werkten in de conferenties en rondetafelgesprekken nauw samen aan een overzicht van bestaand aanbod en knelpunten. Gezamenlijk formuleerden zij voorstellen om geconstateerde knelpunten op te lossen. Het resultaat hiervan ligt voor u in dit integraal plan van aanpak armoedebestrijding. Integraal plan van aanpak armoedebestrijding Uit de inventarisatie blijkt dat Nieuwegein voor haar inwoners een behoorlijk aantal instrumenten in armoedebestrijding heeft. Het aanbod is verspreid in de gemeentelijke organisatie, bij professionele organisaties en vrijwilligers in het maatschappelijk veld. Er blijkt onbekendheid met de instrumenten en ze sluiten niet altijd goed op elkaar aan. Het plan van aanpak armoedebestrijding beoogt praktisch en doelgericht te zijn. Het biedt een integraal kader voor armoedebestrijding, waarmee concrete projecten kunnen worden vorm gegeven en doet ook voorstellen voor een aantal projecten, die in de tijd zijn uitgezet. Daarmee is dit meerjarenplan niet af. Het is een dynamisch document, dat op basis van resultaten in projecten en signalen uit de maatschappij verder ontwikkeld kan worden.
2 Zie bijlage 8 voor een overzicht van de organisaties die een uitnodiging ontvingen voor de
rondetafelgesprekken en werkconferenties.
4 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
1.2
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Leeswijzer
Het plan van aanpak bestaat uit vier inhoudelijke hoofdstukken: -
hoofdstuk 2 armoedebestrijding in Nieuwegein
-
hoofdstuk 3 financiën
-
hoofdstuk 4 uitwerking knelpunten en voorstellen in vier blokken
-
hoofdstuk 5 meetbare resultaten.
In hoofdstuk 2 vindt afbakening van het probleem plaats. Wat is armoede, wat gebeurt er op dit moment al in Nieuwegein om armoede te bestrijden en welke verbetering is nog mogelijk? Daarbij is aandacht voor de vraag hoe gemeente en het maatschappelijk veld zich tot elkaar verhouden. Hoofdstuk 3 is de financiële paragraaf. Hierin leest u wat uitvoering van de voorstellen moet kosten en welke dekking daar voor is. Hoofdstuk 4 is het meest omvangrijk en beschrijft geconstateerde knelpunten en voorstellen om deze op te lossen. Die zijn ingedeeld in vier blokken: -
preventie
-
bevordering samenwerking
-
schuldhulpverlening
-
materiële ondersteuning.
De voorstellen zijn zoveel mogelijk ingedeeld in de tijd en waar mogelijk al voorzien van gewenst resultaat en een overzicht van de kosten. Hoofdstuk 5 gaat in op de meetbaarheid van resultaten. De afzonderlijke voorstellen uit hoofdstuk 4 zijn voorzien van (prestatie)indicatoren en wensen ten aanzien van het resultaat. Het is daarnaast van belang op overkoepelend niveau het resultaat van armoedebestrijding te bewaken en te meten. Hoofdstuk 5 werkt uit met welke instrumenten dat kan. Voorafgaand aan deze hoofdstukken vindt u een samenvatting en lijst met beslispunten. In een apart document vindt u de bijlagen.
1.3
Samenvatting en lijst van beslispunten
Armoede in smalle zin is een tekort aan financiële middelen. Armoede in brede zin is een complex van elkaar versterkende factoren. Het gaat om inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving. Het toekomstperspectief van mensen is een belangrijk criterium. Wanneer het toekomstperspectief ontbreekt, ontstaat dikwijls een vicieuze cirkel waarin de verschillende factoren elkaar in een neerwaartse spiraal versterken. In 2007 hebben vertegenwoordigers van het maatschappelijk veld en de gemeente zich verdiept in de armoedeproblematiek in Nieuwegein. Gezamenlijk werden bestaand aanbod en knelpunten in de bestrijding van armoede geïnventariseerd. Ook werden
5 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
voorstellen voor oplossingen geformuleerd. Het resultaat hiervan is dit integraal plan van aanpak armoedebestrijding. De rode draad hierin is het toekomstperspectief van de inwoner van Nieuwegein die een risico loopt op armoede. De aanpak richt zich enerzijds op meer preventie (nieuw instrument) en anderzijds op betere interventie in situaties van crisis en escalatie (verbetering bestaand aanbod). Het college ziet een regierol voor de gemeente en ziet het maatschappelijk veld als een onmisbare partner om armoede te bestrijden. Vertegenwoordigers van dit maatschappelijk veld kunnen signaleren en hebben dikwijls een vertrouwensband met de inwoners. Zij kunnen hierdoor de inwoner van Nieuwegein daadwerkelijk bereiken. Samenwerking tussen gemeente en maatschappelijk veld is van groot belang voor zowel signalering als voor een effectieve inzet van de instrumenten. Het plan van aanpak beoogt praktisch en doelgericht te zijn. Het biedt een integraal kader voor armoedebestrijding, waarmee concrete projecten kunnen worden vorm gegeven en doet voorstellen voor een aantal projecten die in de tijd zijn uitgezet en voor zover op dit moment mogelijk financieel onderbouwd. Daarmee is dit meerjarenplan niet af. Het is een dynamisch document, dat op basis van resultaten in projecten en signalen uit de maatschappij ontwikkeld kan worden. Onderstaand vindt u een overzicht van de voorstellen uit het integraal plan van aanpak. Hoofdstuk 3 werkt de financiële onderbouwing uit. Uitvoering van de voorstellen levert eind 2009 het volgende resultaat op: •
Preventie is ontwikkeld. Er zijn budgetcursussen en er is voorlichting. Waar mogelijk zijn samenwerkingsafspraken vastgelegd in convenanten. Daarbij is duidelijk of een project praktische hulp bij administratie en een preventieweek bijdragen aan preventie in Nieuwegein.
•
De instrumenten armoedebestrijding zijn transparant en kenbaar. Er is een sociale kaart waarmee zowel inwoners als hulpverleners inzicht hebben in de mogelijkheden voor minima. Er is voorlichtingsmateriaal en de gemeente bevordert in samenwerking met het maatschappelijk veld deskundigheidsbevordering en informatie-uitwisseling.
•
Duidelijk is hoe de kwaliteit van schuldhulpverlening gewaarborgd kan worden.
•
Duidelijk is of herijking van de minimaregelingen wenselijk is en of een noodfonds een meerwaarde heeft voor de gemeente Nieuwegein.
•
De samenhang en het integraal karakter van armoedebestrijding worden bewaakt met de minimaeffectrapportage en de benchmark armoedebestrijding.
6 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Lijst van beslispunten Preventie Voorstel: herzien gedrukt en digitaal voorlichtingsmateriaal. Doel: risicogroepen informeren en aanzetten tot gebruik van regelingen. Resultaat: brochures en actueel overzicht op website, waar mogelijk aangevuld met rekenmodules. Periode: 2e helft 2008. Dekking: de kosten kunnen worden voldaan uit het budget armoedebestrijding. Vergt extra personele inzet*. Voorstel: bijeenkomsten voor intermediairs van gemeente (intern) en maatschappelijk veld (extern). Doel: deskundigheidsbevordering intern en extern. Resultaat: intermediairs kunnen met de verworven deskundigheid beter signaleren en vervolgens de risicogroepen actief benaderen. Periode: start 2008. Dekking: voorlichtingsbijeenkomsten kunnen worden gedekt met het budget armoedebestrijding. Voor overige bijeenkomsten (intervisie en training) moet budget worden gevonden. Vergt extra personele inzet*. Voorstel: (tijdelijke) aanstelling preventiemedewerker. Doel: preventie van schulden. Resultaat: preventie-activiteiten ontwikkelen en uitvoeren voor risicogroepen. Periode: 2008-2009. Dekking: de kosten van aanstelling van een preventiemedewerker kunnen worden gedekt met de extra middelen voor schuldhulpverlening. Voorstel: preventie door samenwerkingsafspraken. Doel: uitvoering armoedebestrijding eenvoudiger door collectieve afspraken. Resultaat: gemaakte afspraken vastleggen in convenanten. Periode: vroegsignalering huurachterstanden: 2008, voorkomen schulden bij inkomensterugval: 2009. Dekking: vergt extra personele inzet*. Voorstel: haalbaarheidsonderzoek project praktische hulp bij administratie en invullen formulieren. Doel: inzicht in mogelijk resultaat, kosten en meerwaarde van zo´n project, zodat besluitvorming mogelijk is. Resultaat: haalbaarheidsadvies. Periode: 2008. Dekking: vergt extra personele inzet*.
7 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Voorstel: haalbaarheidsonderzoek naar preventieweek ter vergroting van maatschappelijke betrokkenheid bij armoedebestrijding. Doel: inzicht in mogelijk resultaat, kosten en meerwaarde van een preventieweek, zodat besluitvorming mogelijk is. Resultaat: haalbaarheidsadvies. Periode: 2008. Dekking: vergt extra personele inzet*. Samenwerking Voorstel: overzicht maken van organisaties, hulpverleners en activiteiten inzake armoedebestrijding. Doel: transparant aanbod voor professionals, vrijwilligers en inwoners. Resultaat: sociale kaart. Periode: start 2008. Dekking: de kosten van een sociale kaart voor armoedebestrijding kunnen worden gedekt met het budget armoedebestrijding. Bij uitbreiding naar een totale sociale kaart voor Nieuwegein moet budget worden gevonden bij de betreffende beleidsvelden. Vergt extra personele inzet*. Schuldhulpverlening Voorstel: schuldhulpverlening deels uitbesteden aan derden. Doel: kwaliteit van schuldhulpverlening waarborgen. Resultaat: voorstel ten aanzien van partij waaraan uitbesteed kan worden. Periode: uitbestedingsonderzoek eerste helft 2008 (voortzetting lopend onderzoek). Advies in tweede helft 2008. Dekking: het onderzoek en het advies vergen uitsluitend personele inzet, die met de huidige formatie kunnen worden uitgevoerd. Materiële ondersteuning Voorstel: inventarisatie gemeentelijke minimaregelingen (breed) en advies wenselijkheid herijking. Doel: inventarisatie bestaande minimaregelingen, doel en doelgroep en hun onderliggende criteria. Integraal bezien op onderlinge samenhang. Resultaat: advies over wenselijkheid herijking minimaregelingen. Periode: onderzoek eerste half jaar 2008, advies tweede half jaar 2008. Dekking: de inventarisatie en het advies vergen uitsluitend personele inzet, die met de huidige formatie kan worden uitgevoerd. Voorstel: haalbaarheidsonderzoek noodfonds. Doel: inzicht in mogelijk resultaat, kosten en meerwaarde van een noodfonds. Resultaat: advies, afhankelijk van uitkomst onderzoek. Periode: onderzoek in eerste helft 2008. Voorstel voor besluitvorming in tweede helft 2008. Dekking: het haalbaarheidsonderzoek en het eventuele voorstel vergen uitsluitend personele inzet, die met de huidige formatie kan worden uitgevoerd.
8 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Meetbare resultaten Voorstel: een minima-effectrapportage laten uitvoeren. Doel: inzicht in koopkracht van verschillende huishoudtypen in Nieuwegein en advies verkrijgen over te ontwikkelen beleid en uitvoeringsinstrumenten. Resultaat: advies over te ontwikkelen beleid. Periode: 2009 en vervolgens eens per vier jaar. Dekking: kosten € 15.000,- en tijdsinvestering van ongeveer 80 uur in een jaar. Vergt extra personele inzet*. Voorstel: deelnemen aan de benchmark Armoedebestrijding. Doel: inzicht in doeltreffendheid, doelmatigheid en cliëntgerichtheid van het armoedebeleid in Nieuwegein. Delen van kennis en ervaring met andere gemeenten. Resultaat: deelnemende gemeenten ontvangen gedurende een jaar elk kwartaal een rapport. Hiermee kunnen we het armoedebeleid van Nieuwegein vergelijken, verbeteren en verantwoorden. Periode: 2008-2009. Dekking: kosten € 5.500,- euro en tijdsinvestering van ongeveer 50 tot 55 uur in een jaar. De kosten kunnen worden voldaan uit het budget armoedebestrijding. Vergt extra personele inzet*.
* De extra personele inzet is gespecificeerd en begroot in hoofdstuk 3.2. De dekking van de kosten staat aangegeven in hoofdstuk 3.3.
9 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
2
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Armoedebestrijding in Nieuwegein
In dit hoofdstuk vindt afbakening van het probleem plaats. Wat is armoede, wat gebeurt er op dit moment al in Nieuwegein om armoede te bestrijden en welke verbetering is nog mogelijk? Daarbij is aandacht voor de vraag hoe gemeente en het maatschappelijk veld zich tot elkaar verhouden.
2.1
Wat is armoede?
Definitie armoede Armoede wordt vaak gekoppeld aan geldtekort. Toch is inkomen niet de enige factor. Veel huishoudens weten zich goed te redden met beperkte financiële middelen, zeker als de periode van korte duur is. Armoede in smalle zin is een tekort aan financiële middelen. Armoede in brede zin is een complex van elkaar versterkende factoren. Het gaat om inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving. Toekomstperspectief is een belangrijk criterium. Wanneer het toekomstperspectief ontbreekt, ontstaat dikwijls een vicieuze cirkel waarin de verschillende factoren elkaar in een neerwaartse spiraal versterken. Het overkomt je niet ineens, maar is vaak het gevolg van niet beter weten of de situatie waarin je opgroeit. Een objectieve definitie van armoede is nauwelijks te geven3. Hiervoor zou je moeten vaststellen welke uitgaven noodzakelijk zijn en welke niet. Dat is ondoenlijk, omdat je daarbij antwoord moet formuleren op vragen als ´heeft iedereen recht op telefoon, televisie, een krant of een auto´. Voor het gemeentelijk armoedebeleid is het daarom pragmatisch een norminkomen vast te stellen en huishoudens met een lager inkomen als arm te beschouwen. Gebruikelijk is aan te sluiten bij de bijstandsnorm, ofwel het sociaal minimum. Het is een politiek besluit wie tot de minima gerekend worden. De bandbreedte verschilt per gemeente en ligt globaal tussen de 100 en 125% van het sociaal minimum. Armoede in Nieuwegein Nieuwegein telt ruim 61.000 inwoners. Op dit moment ligt de norm in Nieuwegein voor de meeste minimaregelingen op 110% van het sociaal minimum. Met de minimascan van Stimulansz is een raming gemaakt van de omvang en samenstelling van de
3 Uit: Coelo ´kengetallen gemeentelijk armoedebeleid´
10 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
doelgroep armoedebeleid. Hiermee is berekend dat ruim 1.850 huishoudens tot die doelgroep behoren (zie bijlage 2). Hoofdstuk 4.4 benoemt een aantal ontwikkelingen die het zinvol maakt onze bestaande minimaregelingen integraal te bezien. Dit draagt bij aan een duidelijker beeld welke inwoners onder welke voorwaarden gebruik kunnen maken van de diverse regelingen. Ervaringsgegevens Hulp- en dienstverleners signaleren de volgende risicogroepen: - ouderen (met onvolledig AOW, alleen AOW of AOW met een klein pensioen), - alleenstaande ouders, - jongeren met weinig tot geen toekomstperspectief, - (ex) psychiatrische patiënten, - vluchtelingen, - mensen met een uitkering, - mensen die geen structuur in hun leven aan kunnen brengen, - mensen met schulden. Hulp- en dienstverleners komen deze mensen direct tegen in de uitvoering van hun werkzaamheden. Daarbij kun je drie fasen onderscheiden: 1. mensen die een risico op armoede lopen, 2. mensen die in een structurele crisissituatie verkeren, 3. mensen die in een escalatiesituatie verkeren.
2.2
Bestaand aanbod armoedebestrijding behoeft verbetering
In 2007 heeft het college een aantal werkconferenties en rondetafelgesprekken georganiseerd. Doel was in nauwe samenwerking met het maatschappelijk veld bestaand aanbod en knelpunten in armoedebestrijding inventariseren en vervolgens voorstellen voor oplossingen te formuleren. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten kan het volgende worden vastgesteld. Nieuwegein kent al een behoorlijk aantal instrumenten in armoedebestrijding, zowel binnen de gemeentelijke organisatie als bij professionele organisaties en vrijwilligers in het maatschappelijk veld. Kinderen uit minimagezinnen konden sporten en mee op schoolkamp, inwoners met een laag inkomen kunnen gebruik maken van de U-pas, de verkorte aanvraagprocedure voor bijzondere bijstand werd ingevoerd. Dat is iets waar we trots op mogen zijn. In de conferenties en gesprekken is vastgesteld dat het armoedebeleid in Nieuwegein geen radicale koerswijziging behoeft. Wel is intensivering en verbetering wenselijk. Het bestaand aanbod in armoedebestrijding in Nieuwegein richt zich vooral op crisisbeheersing en interventie in geëscaleerde situaties. Dikwijls zijn dat ook pas de situaties waarin mensen zelf op zoek gaan naar hulp. Deelnemers aan de conferenties en gesprekken gaven signalen over inwoners van Nieuwegein die tussen wal en schip vallen, geen gebruik maken van de regelingen waar ze recht op hebben of ´te goed´ zijn voor de ene hulpverlener en ´te slecht´ voor de andere hulpverlener. Onbekendheid met regelingen wordt als belangrijk knelpunt genoemd.
11 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Voorbeeld Een woningbouwcorporatie constateert een betalingsachterstand in de huur, maar vermoedt dat er meer problemen zijn. Het gezin spreekt moeizaam Nederlands en het is lastig te achterhalen wat er aan de hand is. Dit belemmert goede doorverwijzing. Hoofdstuk 4 gaat dieper in op die signalen en geeft inzicht in de gevolgen voor de inwoner van Nieuwegein. Conclusie is dat het bestaand aanbod kan worden uitgebreid met preventie-instrumenten en kan worden verbeterd met samenwerking. Hoofdstuk 4.1 en 4.2 doen hier concrete voorstellen voor.
2.3
Integrale aanpak armoedebestrijding
Uitgangspunt van een integrale aanpak armoedebestrijding is de inwoner van Nieuwegein. Hoe stel je die in staat toekomstperspectief te creëren of te behouden? Aansluitend bij de drie fasen uit paragraaf 2.1 richt de integrale aanpak van armoedebestrijding zich op: 1. maatregelen om te voorkomen dat inwoners in problemen komen (preventie) en 2. effectieve hulpverlening in gevallen van crisis en escalatie. Hoofdstuk 4 werkt dit uit met concrete voorstellen.
2.4
Samenwerking tussen gemeente en maatschappelijk veld
Zowel bij preventie als in situaties van crisis en escalatie is samenwerking tussen organisaties en met de inwoner essentieel. Het gaat om kwetsbare mensen die vaak al veel teleurstellingen hebben gehad. Belangrijk is dat degene die het vertrouwen gewonnen heeft, dan verder kan helpen. Het liefst door de hulpvrager te helpen (weer) weerbaar en zelfstandig te worden. En in uitzonderlijke situaties waarin dat niet kan, door te zorgen voor een stabiele situatie. In de werkconferenties en rondetafelgesprekken bleek een enorme betrokkenheid bij het vraagstuk van armoedebestrijding. Vertegenwoordigers van gemeente en maatschappelijke organisaties zijn bereid verantwoordelijkheid te nemen en zien elkaar als partners. Alle partijen willen samen werken en zien kansen om die samenwerking te verbeteren. Ook hiervoor staan concrete voorstellen in hoofdstuk 4.
2.5
Handvatten voor de integrale aanpak
Het kader voor de integrale aanpak bestaat uit een tweetal handvatten. In de eerste plaats de uitgangspunten uit het collegeprogramma 2006-2010 (zie 1.1). In de tweede plaats een lijst aandachtspunten die in de werkconferenties en rondetafelgesprekken gezamenlijk is benoemd. Dit betreft: •
Het toekomstperspectief van de inwoner staat centraal.
•
Armoedebestrijding vindt plaats in samenwerking met de inwoner en tussen organisaties.
12 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
•
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
We willen voorkomen dat de inwoner afhankelijk is van overheid of organisaties. Dat betekent dat de inwoner gevraagd wordt om motivatie om de eigen problemen te willen oplossen. Daarbij moet hij of zij kunnen rekenen op ondersteuning op maat en zo lang het nodig is. Dit betreft maatwerk.
•
Het accent van de inspanningen voor de komende tijd ligt op voorlichting en preventie.
•
We willen meetbare resultaten van onze inspanningen.
2.6
Bestaand aanbod, knelpunten en voorstellen
In de werkconferenties en rondetafelgesprekken is een inventarisatie gemaakt van het bestaand aanbod en knelpunten in armoedebestrijding in Nieuwegein. Hiervan zijn overzichten gemaakt die u in bijlagen 5 en 6 aantreft. Ook vindt u een overzicht van de voorstellen die vertegenwoordigers van het maatschappelijk veld en de gemeentelijke organisatie gezamenlijk hebben geformuleerd. In dit overzicht is aangegeven hoe die voorstellen verwerkt zijn in het integraal plan van aanpak (bijlage 7).
13 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
3
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Financiën
Hoofdstuk 3 is de financiële paragraaf. Hierin leest u wat uitvoering van de voorstellen moet kosten en welke dekking daar voor is. 3.1
Middelen armoedebestrijding en minimabeleid
Het is belangrijk in de gemeentelijke begroting duidelijk onderscheid aan te blijven geven tussen de middelen die rechtstreeks aan de inwoners toekomen en de middelen die gebruikt worden om armoedebestrijding uit te voeren. Denk bij middelen die rechtstreeks aan inwoners toekomen bijvoorbeeld aan bijzondere bijstand. Denk bij middelen om armoedebestrijding uit te voeren aan de intensivering bijzondere bijstand en de extra middelen van het rijk voor schuldhulpverlening. In bijlage 3 staat een overzicht van het budget bijzondere bijstand. Daarnaast bekostigt de gemeente de U-pas, geeft subsidie aan de Stichting Leergeld en heeft een bedrag gereserveerd voor het Jeugdsportfonds. Dit hoofdstuk gaat uitsluitend over de middelen om de voorstellen uit het integraal plan van aanpak armoedebestrijding uit te voeren.
3.2
Kosten voorstellen integraal plan van aanpak
Uitvoering van de voorstellen uit dit integraal plan van aanpak kost geld. De kosten kunnen worden gesplitst in materiële en personele kosten, conform het schema op de volgende bladzijde. De materiële kosten staan omschreven. Om de overige voorstellen uit te kunnen voeren is extra personele inzet nodig, te splitsen in een preventiemedewerker en een ‘projectleider’. De preventiemedewerker staat omschreven in hoofdstuk 4.1 en richt zich op: •
preventie van schulden onder jongeren (begroot 320 uur),
•
het initiëren van budgetcursussen (begroot 120 uur) en
•
het leveren van een bijdrage aan voorlichting (begroot 320 uur).
In de begroting van de kosten van deze preventiemedewerker is uitgegaan van een tijdelijke aanstelling van een jaar. De ´projectleider´ is een verzamelterm voor de benodigde uren om uitvoering te geven aan de voorstellen uit het integraal plan van aanpak voor zover die niet passen in de reguliere formatie. De ‘projectleider’ richt zich op: •
ontwikkeling voorlichtingsmateriaal (begroot 125 uur)
•
ontwikkeling voorlichtingsbijeenkomsten (begroot 325 uur)
•
projectplan preventiemedewerker (begroot 145 uur)
•
preventie door samenwerkingsafspraken (begroot 660 uur)
•
onderzoek praktische hulp bij administratie (begroot 325 uur)
14 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
•
onderzoek preventieweek (begroot 300 uur)
•
ontwikkeling sociale kaart armoedebestrijding (begroot 320 uur)
•
benchmark armoedebestrijding (begroot 55 uur)
•
minima-effectrapportage (begroot 80 uur).
De benodigde uren kunnen deels ingevuld kunnen worden met tijdelijke uitbreiding van de formatie en deels met inhuur van derden in de periode 2008-2009. In schema zien de totale kosten er als volgt uit: Materiële kosten Voorlichtingsmateriaal en
€ 20.000
voorlichtingsbijeenkomsten Sociale kaart armoedebestrijding
€ 15.000
Benchmark armoedebestrijding
€
Minima-effectrapportage
€ 15.000
5.500
Totaal
€ 55.500
Personele kosten Preventiemedewerker
€
Projectleider
€ 147.500
Totaal
€ 172.500
Totaal generaal
€ 228.000
3.3
25.000
Dekking voorstellen integraal plan van aanpak
Uit de begroting 2007 resteren nog middelen voor intensivering bijzondere bijstand. Het betreft een bedrag van € 31.000,-. Begin 2008 wordt een overhevelingsvoorstel ingediend, zodat deze middelen in 2008 aan uitvoering van de voorstellen uit het integraal plan van aanpak kunnen worden besteed. Voor 2008 is daarnaast een bedrag van € 50.000,- beschikbaar. Eind 2007 heeft het rijk extra middelen voor schuldhulpverlening beschikbaar gesteld voor 2007 en 2008. Gelet op het tijdstip waarop de middelen voor 2007 beschikbaar kwamen, heeft nog geen besteding plaats kunnen vinden. Door deze middelen (€ 94.700,-) over te hevelen naar 2008 en samen te voegen met de middelen die voor dat jaar beschikbaar zijn gesteld (€ 52.600,-) ontstaat een bedrag van € 147.300,- . De middelen intensivering bijzondere bijstand en de middelen schuldhulpverlening samen vormen een budget voor armoedebestrijding. Door overheveling van budgetten uit 2007 zijn in beginsel geen extra middelen nodig voor uitvoering van de voorstellen uit dit integraal plan van aanpak. Begroot is € 228.000,- aan kosten en er is dekking voor € 228.300,-. Deze bedragen zijn gespecificeerd in het schema op de volgende bladzijde.
15 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Bron
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Omschrijving
Datum februari 2008
16 (36)
Welke actie nodig
Bedrag
om bedrag in 2008
2008
in te kunnen zetten? amendement op
restant 2007
Overhevelingsvoorstel
€ 31.000
januari 2008.
Raadsbesluit 2006307 (14 december 2006) amendement op
2008
Geen.
€ 50.000
Overhevelingsvoorstel
€ 94.700
Raadsbesluit 2006307 (14 december 2006) Septembercirculaire
Schuldhulpverlening
2007
januari 2008.
Septembercirculaire
Schuldhulpverlening
Geen.
€ 52.600
2007 € 228.300
Totaal budget armoedebestrijding
3.4
Toename gebruik
In hoofdstuk 1 is aangegeven dat de mate van niet-gebruik van minimaregelingen niet valt vast te stellen. Wanneer uitvoering wordt gegeven aan de voorstellen uit dit integraal plan van aanpak armoedebestrijding, kan dit leiden tot een toename van gebruik van minimaregelingen en aanvragen schuldhulpverlening. In dat geval wordt de gemeenteraad hierover geïnformeerd.
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
4 Uitwerking knelpunten en voorstellen in vier blokken
In de werkconferenties en rondetafelgesprekken is een inventarisatie gemaakt van knelpunten en er zijn voorstellen voor oplossingen geformuleerd. Om structuur aan te brengen is een indeling gemaakt in vier blokken. In dit hoofdstuk leest u per blok wat de knelpunten zijn en hoe de inventarisatie verwerkt is in voorstellen. De vier blokken zijn: 4.1 preventie 4.2 bevordering samenwerking 4.3 schuldhulpverlening 4.4 materiële ondersteuning
4.1
Preventie
Preventie richt zich rechtstreeks op de inwoners van Nieuwegein die een risico lopen op armoede. Hun toekomstperspectief staat centraal. Het betreft een zeer diverse groep en is daarmee moeilijk als groep bereikbaar. Uit onderzoek naar moeilijk bereikbare doelgroepen door de Katholieke Hogeschool Mechelen (België) blijkt dat deze groepen het best via intermediairs bereikbaar zijn. Dit zijn vertegenwoordigers van professionele - en vrijwilligersorganisaties met een specifieke deskundigheid die inwoners van Nieuwegein helpen en adviseren. Zij genieten het vertrouwen en staan over het algemeen dichter bij dan vertegenwoordigers van de gemeente. Met behulp van schriftelijke en mondelinge communicatie via deze intermediairs bereik je het beste resultaat (zie ook pag. 19´bereik risicogroepen´). Het college wil graag dat inwoners van Nieuwegein met een laag inkomen gebruik maken van de regelingen waar zij recht op hebben. De eerste stap hierin is een helder overzicht van het bestaand aanbod inclusief de geldende voorwaarden. Die voorwaarden lopen op dit moment uiteen voor diverse minimaregelingen. Hoofdstuk 4.4 doet een voorstel om in de eerste helft van 2008 de minimaregelingen integraal te bezien op de noodzaak tot herijking. Dit moet leiden tot een transparant aanbod met heldere criteria. Actieve voorlichting in nauwe samenwerking met het maatschappelijk veld bevordert het gebruik van die regelingen. Voorlichtingsmateriaal Vrijwel iedere organisatie die deelnam aan de werkconferenties en rondetafelgesprekken heeft eigen voorlichtingsmateriaal voor de doelgroep.
17 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Het inzetten van meerdere kanalen tegelijk bevordert het bereiken van risicogroepen. Om het gebruik van regelingen te bevorderen, kan het algemene schriftelijke voorlichtingsmateriaal worden uitgebreid met publicatie in de media en rechtstreekse informatie, gericht op de risicogroepen. Daarbij kunnen gemeente en maatschappelijke organisaties hun materiaal op elkaar afstemmen en elkaars materiaal verspreiden. In samenwerking tussen KBO (Katholieke Bond voor Ouderen) en de gemeente is in 2007 een bewaarspecial ´wat biedt de gemeente Nieuwegein ouderen om makkelijker rond te komen´ ontwikkeld. Informatie uit de gemeentelijke brochure ´rondkomen in Nieuwegein en Lopik´ is aangevuld met informatie over Wmo en de service van KBO om leden te helpen bij belastingaangifte. De bewaarspecial is door KBO onder de leden verspreid en wordt ook bij andere ouderenbonden onder de aandacht gebracht, zodat zij die voor hun leden kunnen gebruiken. Naast schriftelijke informatie is ook digitale informatie belangrijk. Hoewel niet iedereen toegang tot internet heeft, is het wel een belangrijk aanvullend medium. Mits goed opgezet, kun je veel informatie aanbieden zonder dat de gebruiker overladen wordt. In beginsel is het mogelijk dat de gebruiker een aantal gegevens invult en vervolgens informatie ´op maat´ krijgt. Dit kan nog worden uitgebreid met rekenmodules, waarmee de gebruiker zelf eenvoudig kan berekenen of hij of zij recht heeft op een bepaalde regeling. Er zijn concrete modules die hierin voorzien. Hiervan is (nog) niet duidelijk in hoeverre deze modules technisch inpasbaar zijn in de website van de gemeente Nieuwegein en het digitaliseringsproject EDDIE. Voorstel: herzien gedrukt en digitaal voorlichtingsmateriaal. Doel: risicogroepen informeren en aanzetten tot gebruik van regelingen. Resultaat: brochures en actueel overzicht op website, waar mogelijk aangevuld met rekenmodules. Periode: 2e helft 2008. Dekking: de kosten kunnen worden voldaan uit het budget armoedebestrijding. Vergt extra personele inzet* (toelichting: zie blz. 34). Verspreiding materiaal Het materiaal moet daar beschikbaar zijn waar de doelgroep zich bevindt. In de werkconferenties werd genoemd dat verspreiding van foldermateriaal breed moet plaats vinden. In aanvulling op verspreiding op gebruikelijke plaatsen als gemeentehuis en bibliotheek kan het bijvoorbeeld worden verspreid onder huisartsen, tandartsen en advocaten zodat die het in hun folderrekken in wachtkamers kunnen neerleggen. Bij digitale informatie kun je denken aan links op relevante websites. Communicatieparagraaf In bijlage 4 bij dit integraal plan van aanpak is een communicatieparagraaf opgenomen. Deze beschrijft hoe communicatie kan helpen bij het oplossen van de geschetste problematiek in het integraal plan van aanpak.
18 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Bereik risicogroepen Om risicogroepen te bereiken is actieve benadering belangrijk. De gemeente kent de inwoners met een bijstandsuitkering en kan deze gericht benaderen. Daarnaast is er een groep inwoners die geen bijstandsuitkering heeft, maar wel een laag inkomen. In werkconferenties en rondetafelgesprekken is gebleken dat de maatschappelijke organisaties deze mensen kennen en kunnen bereiken. Dit sluit aan bij de bevindingen van de Hogeschool Mechelen. Nauwe samenwerking met intermediairs van maatschappelijke organisaties stimuleert het gebruik van minimaregelingen. Deze intermediairs komen dikwijls bij mensen thuis en hebben een vertrouwensband. Met de juiste kennis en informatie over inkomensondersteunende maatregelen kunnen zij potentiële rechthebbenden signaleren en actief benaderen. In één van de rondetafelgesprekken werd aandacht gevraagd voor de situatie waarin allochtonen met een minimuminkomen familie in het buitenland financieel ondersteunen en hierdoor zelf in problemen komen. Het benoemen hiervan kan alleen gebeuren door iemand die het vertrouwen van betrokkene geniet. Belangrijke voorwaarde om te kunnen signaleren en benaderen is dat intermediairs hiervoor over inhoudelijke deskundigheid beschikken. In 2007 heeft de gemeente op kleine schaal een start gemaakt met het actief geven van voorlichting over bijzondere bijstand en overige minimaregelingen aan intermediairs van maatschappelijke organisaties. Bijvoorbeeld aan de Stichting Leergeld en het Platform Armoedebestrijding Nieuwegein. Het Platform heeft gevraagd die voorlichting in ieder geval uit te breiden naar vrijwilligers van de Stichting Welzijn Nieuwegein, pastoraal werkers en intermediairs van het Platform zelf die een meldpunt bemensen. In de werkconferenties en rondetafelgesprekken werd door vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en de gemeentelijke organisatie vastgesteld dat maatwerk de beste kansen biedt op succesvolle armoedebestrijding. Om goed maatwerk te kunnen leveren kunnen we binnen de gemeentelijke organisatie onze kennis en ervaring beter delen. Vanuit verschillende afdelingen en bureaus zijn medewerkers betrokken bij de risicogroepen. Goede interne communicatie, intervisie en training zijn van belang om inhoudelijke deskundigheid en professionele vaardigheid te hebben en te houden. Om maatwerk te kunnen leveren is daarnaast voldoende tijd per klant nodig. Voorstel: bijeenkomsten voor intermediairs van gemeente (intern) en maatschappelijk veld (extern). Doel: deskundigheidsbevordering intern en extern. Resultaat: intermediairs kunnen met de verworven deskundigheid beter signaleren en vervolgens de risicogroepen actief benaderen. Periode: start 2008. Dekking: voorlichtingsbijeenkomsten kunnen worden gedekt met het budget armoedebestrijding. Voor overige bijeenkomsten (intervisie en training) moet budget worden gevonden. Vergt extra personele inzet*.
19 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Deze voorlichting heeft als bijkomend effect dat vertegenwoordigers van organisaties elkaar tegen komen. Dit bevordert samenwerking. In de uitwerking van het programma voor de voorlichtingsbijeenkomsten wordt het aspect ´bevordering samenwerking´ meegenomen. Eén loket voor inkomensvragen In de werkconferenties en rondetafelgesprekken is aan de gemeente gevraagd om één loket in te richten voor alle inkomensvragen. De reden hiervan is de gedachte dat de klant dan maar één keer zijn verhaal hoeft te doen. In het nieuwe gemeentehuis komen CWI, sociale dienst en UWV samen in één gebouw. Maar ook zonder fysiek in één gebouw te zitten, kun je de gedachte achter één loket uitstekend uitvoeren door nauw samen te werken. De gemeente Nieuwegein verbetert vanaf 1 januari 2008 haar dienstverlening door te werken met het Digitaal Klantdossier (DKD). Het landelijk ingevoerde DKD brengt gegevens van klanten van de sociale dienst van de gemeente, het CWI en UWV bij elkaar. Alle partijen (ook de klant zelf) mogen deze gegevens inzien en gebruiken. In de toekomst moeten ook gegevens van andere instanties worden opgenomen in het DKD, zoals van de Informatie Beheer Groep, de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank. Preventie van schulden4 Een specifiek aandachtspunt in preventie is preventie van schulden. In Nederland leven 200.000 huishoudens met financiële problemen. De gevolgen van financiële problemen zijn groot. Verarming kan leiden tot ontwrichting van de totale leefsituatie en gaat regelmatig gepaard met lichamelijk en psychische problemen, gezondheidsklachten, huisvestingsproblemen of dakloosheid, werkloosheid en relatieproblemen. Vaak komen mensen met schulden terecht in een neerwaartse spiraal, waarbij uiteindelijk niet alleen privé-problemen domineren, maar ook gedeeltelijke of gehele uitsluiting uit de maatschappij dreigt. Onderzoek wijst uit dat mensen met financiële problemen vaak pas na vier jaar hun weg naar de schuldhulpverlening vinden. Doordat deze mensen pas op een laat moment in aanraking komen met de hulpverlening, zijn hun problemen vaak al uitgebreid naar andere levensvlakken. Door te werken aan preventie is het mogelijk om problematische situaties vroeger te signaleren, waardoor de kwaliteit van leven van de klant en van eventuele gezinsleden tijdig bijgestuurd kan worden. Blijven deelnemen in de maatschappij en voorkomen van generatieproblematiek kunnen zo gerealiseerd worden. De relatief dure instrumenten van schuldhulpverlening kunnen door de inzet van preventie voorkomen worden omdat de problematiek bij tijdige signalering makkelijker te hanteren is. Door preventie is het bovendien mogelijk meer mensen in Nieuwegein te bereiken.
4 Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening, Preventie van schulden, Reeks katernen
‘Integrale schuldhulpverlening’, nr. 3, Utrecht, december 2000
20 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Extra middelen schuldhulpverlening Vanuit het rijk zijn extra middelen beschikbaar voor de preventie van schulden. Voorgesteld wordt deze extra middelen gebruiken om (tijdelijk) een preventiemedewerker aan te stellen. Deze preventiemedewerker zal zich in ieder geval richten op: a. Preventie van schulden onder jongeren. b. Het initiëren van budgetcursussen. c. Het leveren van een bijdrage aan voorlichting, zowel intern als extern. a. Jongeren Jongeren lopen een risico op schulden. Landelijk is een grote stijging te zien van het aantal jongeren met schulden. De meest voor de handliggende plaats om jongeren voor te lichten over budgetteren en mogelijke schulden, is op school. In het beleid van het VMBO is in principe opgenomen dat er tijdens de les aandacht gegeven wordt. Ook op andere middelbare scholen in Nieuwegein kunnen we aandacht vragen voor schulden. Daarnaast is het mogelijk dat vanuit schuldhulpverlening gastlessen verzorgd worden bij scholen. b. Budgetcursussen Budgetcursussen zijn bedoeld als primaire preventie. Tijdens de bijeenkomsten is aandacht voor het krijgen van inzicht in inkomen en uitgaven, het maken van een maandbegroting. Daarnaast is er aandacht voor inkomensverruimende voorzieningen. In 2007 is een start gemaakt met een aantal budgetcursussen. De resultaten hiervan worden meegenomen in de verdere opzet van de budgetcursussen. Bekeken moet worden op welke manier de deelnemers geworven worden voor deze cursussen en of er speciale cursussen voor specifieke doelgroepen moeten worden aangeboden. c. Voorlichting samenwerkingspartners Om er voor te zorgen dat mensen met schulden of dreigende schulden tijdig geholpen worden is het van belang de samenwerkingspartners alert te maken en te houden op de signalering van mensen waar mogelijk problemen ontstaan. Het is van belang dat vanuit schuldhulpverlening regelmatig werkbezoeken worden afgelegd bij de samenwerkingspartners. Voorstel: (tijdelijke) aanstelling preventiemedewerker. Doel: preventie van schulden. Resultaat: preventie-activiteiten ontwikkelen en uitvoeren voor risicogroepen. Periode: 2008-2009. Dekking: de kosten van aanstelling van een preventiemedewerker kunnen worden gedekt met de extra middelen voor schuldhulpverlening. Preventie door samenwerkingsafspraken Uitvoering van activiteiten op het gebied van armoedebestrijding en vooral schuldhulpverlening worden eenvoudiger wanneer je hierbij kunt terugvallen op collectieve afspraken. Een minnelijke schuldregeling heeft bijvoorbeeld meer kans van slagen wanneer de schuldeisers hun incassomaatregelen tijdelijk opschorten in
21 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
afwachting van een betalingsvoorstel door de afdeling schuldhulpverlening van de gemeente. Je kunt voor iedere klant bij de afdeling schuldhulpverlening afspraken proberen te maken, je kunt ook proberen afspraken te maken met schuldeisers over voorwaarden waaronder zij bereid zijn mee te werken aan een minnelijk traject. Preventie door samenwerkingsafspraken krijgt op twee manieren vorm. a. Vroegsignalering huurachterstanden In samenwerking met de woningbouwcorporaties is een project gestart waarbij mensen met een huurachterstand actief benaderd worden. Voor dit project is samenwerking gezocht met twee actieve woningbouwcorporaties in Nieuwegein. Samen met hen wordt een plan van aanpak opgesteld. In eerste instantie als pilot, met als doelstelling gehele invoering in 2008. In samenspraak met de woningbouwcorporaties wordt niet alleen vroegsignalering aangepakt, maar wordt ook een convenant opgesteld over de manier waarop bestaande schuldsituaties aangepakt gaan worden. Voorwaarde daarin is dat de corporaties zich in het convenant uitspreken bereid te zijn om mee te werken aan het minnelijke traject. b. Voorkoming van schulden bij inkomensterugval Een terugval in inkomen is een risicofactor voor het ontstaan van schulden. De groep mensen die zich meldt bij het CWI heeft over het algemeen te maken met inkomensterugval. Een actieve benadering van deze groep, kan bijdragen aan de preventie van schuldenproblematiek. Onderzocht moet worden op welke wijze deze groep het best benaderd kan worden en hoe de samenwerking tussen het CWI, de klantmanagers WWB en schuldhulpverlening het beste gestalte kan krijgen. Voorstel: preventie door samenwerkingsafspraken. Doel: uitvoering armoedebestrijding eenvoudiger door collectieve afspraken. Resultaat: gemaakte afspraken vastleggen in convenanten. Periode: vroegsignalering huurachterstanden: 2008, voorkomen schulden bij inkomensterugval: 2009. Dekking: vergt extra personele inzet*. Praktische hulp bij administratie en het invullen van formulieren Intermediairs geven in de werkconferenties en rondetafelgesprekken aan dat veel inwoners van Nieuwegein moeite hebben met het ordenen van administratie en het invullen van formulieren. Als voorstel voor een oplossing van dit knelpunt wordt in algemene zin verwezen naar bijvoorbeeld formulierenbrigades en spreekuren in buurthuizen. Niemand heeft zich gemeld met een concreet voorstel voor Nieuwegein. Een dergelijke praktische ondersteuning levert een bijdrage aan preventie van armoede en het bevorderen van het gebruik van (minima)regelingen. Gelet op het onderzoek van de Hogeschool Mechelen ligt het voor de hand de uitvoering daarvan bij intermediairs neer te leggen die een vertrouwenspositie hebben bij de inwoner van Nieuwegein. Er zijn voorbeelden uit andere gemeenten waar dergelijke ondersteuning wordt geboden door vrijwilligers onder begeleiding van een professional. Voorgesteld wordt
22 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
te laten inventariseren welke risicogroepen hier in Nieuwegein mee bereikt kunnen worden, in hoeverre dit bijdraagt aan bevordering van het gebruik van (minima)regelingen en bevordering van zelfredzaamheid en zelfstandigheid van inwoners, of er in Nieuwegein organisaties zijn die zulke ondersteuning kunnen en willen bieden en welke kosten daar aan verbonden zijn. Voorstel: haalbaarheidsonderzoek project praktische hulp bij administratie en invullen formulieren. Doel: inzicht in mogelijk resultaat, kosten en meerwaarde van zo´n project, zodat besluitvorming mogelijk is. Resultaat: haalbaarheidsadvies. Periode: 2008. Dekking: vergt extra personele inzet*. Preventieweek armoede Armoede is een subjectief begrip. Weinig geld hebben is in beginsel niet het probleem. Het wordt pas een probleem wanneer het leidt tot sociale uitsluiting. Een oudere die gezondheidsproblemen krijgt omdat hij of zij bezuinigt op goed eten. Een kind dat geen verjaarspartijtje kan geven omdat de ouders daar geen geld voor hebben. Signalering in de directe omgeving, door buren, familie en vrienden draagt bij aan preventie. Verschillende gemeenten nemen initiatief om maatschappelijke betrokkenheid bij armoede te vergroten. Het college is erg blij met de betrokkenheid van Nieuwegeinse ondernemers en instellingen die U-paskorting aanbieden. Zij maken het mede mogelijk dat inwoners met een laag inkomen kunnen participeren in sport, cursussen en theaterbezoek. Daarnaast is een groot aantal vrijwilligers actief. Zij zetten hun vrije tijd in om kerstpakketten uit te delen, bemensen spreekuren en organiseren activiteiten voor bijvoorbeeld buurtgenoten, waarbij weinig kosten verbonden zijn aan deelname. Het verdient aanbeveling te onderzoeken of de maatschappelijke betrokkenheid nog vergroot kan worden door een aantal activiteiten te bundelen in een preventieweek armoede. Maatschappelijke betrokkenheid kan bijdragen aan bestrijding van het armoedeprobleem en het verlagen van de drempel voor de hulpvrager. Begrip van de omgeving draagt enerzijds bij aan het voorkomen van sociale uitsluiting. Als mensen in je omgeving het gewoon vinden dat je een beroep doet op minimavoorzieningen, is de drempel minder hoog om die aan te vragen. Daarbij is het vaak de naaste omgeving die signaleert dat er iets ´mis´ gaat. Bekendheid met armoedeproblematiek maakt dat de omgeving die signalen kan plaatsen en betrokkene attenderen op mogelijkheden als minimavoorzieningen en schuldhulpverlening. In een preventieweek kunnen informatie over armoede en directe activiteiten voor de risicogroepen gebundeld worden met bijvoorbeeld acquisitie van nieuwe U-pasaanbieders en sponsors van organisaties als Stichting Leergeld en het jeugdsportfonds en werving van vrijwilligers.
23 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Voorstel: haalbaarheidsonderzoek naar preventieweek ter vergroting van maatschappelijke betrokkenheid bij armoedebestrijding. Doel: inzicht in mogelijk resultaat, kosten en meerwaarde van een preventieweek, zodat besluitvorming mogelijk is. Resultaat: haalbaarheidsadvies. Periode: 2008. Dekking: vergt extra personele inzet*. Samengevat levert uitvoering van de voorstellen uit paragraaf 4.1 op dat preventie is ontwikkeld. Er zijn budgetcursussen en er is voorlichting. Waar mogelijk zijn samenwerkingsafspraken vastgelegd in convenanten. Daarbij is duidelijk of een project praktische hulp bij administratie en een preventieweek bijdragen aan preventie in Nieuwegein. 4.2
Bevordering samenwerking
In de werkconferenties en rondetafelgesprekken werd door enkele deelnemers met verbazing geconstateerd dat Nieuwegein kwantitatief een behoorlijk aantal instrumenten heeft op het terrein van armoedebestrijding. Ze worden uitgevoerd door verschillende organisaties. Deelnemers constateerden dat het voor ons als professionals en nauw betrokken particulieren en vrijwilligers amper mogelijk is om te weten wat er is. En wij kunnen nog in de rust van onze spreekkamers met faciliteiten als een goede telefoonaansluiting en een internetverbinding op zoek naar passende hulp. Hoe anders is dit voor onze cliënten, de inwoners van Nieuwegein, die op het moment van hun hulpvraag doorgaans in een acute situatie zitten en onder tijdsdruk proberen een oplossing te vinden voor dat (deel)probleem. We constateren een aantal knelpunten. Onderlinge onbekendheid ondermijnt kwaliteit van crisisoplossingen Iedere hulp- en dienstverlener maakt mee dat iemand om hulp vraagt in een situatie waarin snel handelen vereist is. Een gezin met jonge kinderen dreigt ontruimd te worden uit de woning, een alleenstaande oudere bezuinigt op gezond eten en krijgt acute gezondheidsproblemen, iemand heeft ernstige kiespijn, maar geen tandartsverzekering. Kan die nu behandeld worden? Het zijn individuele schrijnende crisissituaties waarin samenwerking tussen verschillende hulp- en dienstverleners belangrijk is. Samenwerking in een (desnoods tijdelijke) noodoplossing voorkomt escalatie van het probleem en zorgt voor een stabiele situatie. Van daaruit kun je verder werken aan een structurele, integrale oplossing. Je neemt niet de verantwoordelijkheid van de cliënt over, maar creëert (liefst samen met de cliënt) de stabiliteit van waaruit hij of zij zichzelf weer kan redden. Wat is er nodig voor zulke samenwerking? In de werkconferenties is gesproken over een meldpunt, over een loket en over een casemanager. Nieuwe instrumenten waarvan al snel bleek dat die bemenst moeten worden door mensen die nu al
24 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
betrokken zijn. Mensen die informatie delen over schrijnende situaties. En, nu ze met elkaar aan tafel zitten, soms ter plekke tot oplossingen komen. We moeten met elkaar in gesprek. We moeten elkaar weten te vinden. Wanneer we elkaar durven aan te spreken op elkaars houding en die van onze organisaties, liggen maatwerkoplossingen in individuele schrijnende situaties binnen handbereik. We moeten ook duidelijk onze grenzen naar elkaar uitspreken. Onze cliënten niet nodeloos in allerlei aanvraagprocedures stoppen wanneer op voorhand duidelijk is dat daar niets te halen valt. Maar wel gezamenlijk zoeken naar wat er dan wel kan. Een alleenstaande moeder heeft een dochter met dyslexie. Het gezin leeft van een bijstandsuitkering. Het meisje is getest. Daarbij is geconstateerd dat zij met een computer en een aantal speciale leerprogramma's daarop goede kans maakt de HAVO met succes af te ronden. Zonder die computer en leerprogramma's ondervindt ze zo veel hinder van haar dyslexie dat HAVO zeker niet haalbaar is. Het gezin kan de computer en de bijbehorende leerprogramma's niet betalen. De drempel om bijzondere bijstand aan te vragen is hoog, het gezin heeft al veel teleurstellingen te verwerken gehad en is bang voor een afwijzing. De situatie komt ter sprake in een periodiek overleg tussen de Stichting Leergeld en de gemeente. Gezamenlijk wordt geconstateerd dat het belangrijk is dat deze mevrouw zelf zo snel mogelijk een aanvraag indient bij haar klantmanager. Die klantmanager wordt vooraf geïnformeerd over de aanvraag en krijgt de informatie die al beschikbaar is. Belangrijk voor de beoordeling is bijvoorbeeld dat een onafhankelijk deskundige de computer en leerprogramma's aanbeveelt. Wanneer de cliënt niet zelf met die informatie komt, kan de klantmanager daar gericht naar vragen. De cliënt heeft de aanvraag zelf ingediend en heeft daar zelf regie en verantwoordelijkheid in genomen en gehouden. De onderlinge informatie-uitwisseling heeft de situatie verduidelijkt en het mogelijk gemaakt de aanvraag snel te beoordelen. De aanvraag is gehonoreerd.
Een belangrijke meerwaarde van deze vorm van samenwerking ligt in het feit dat de cliënt ervaart dat eigen initiatief tot resultaat leidt. Dikwijls betreft het mensen die al vaak geconfronteerd zijn met afwijzingen, wachtlijsten en doorverwijzingen. Om daadwerkelijk toekomstperspectief te hebben, is het belangrijk dat iemand weer vertrouwen krijgt in instellingen. En daarbij ziet dat assertiviteit, eigen initiatief en het nemen van verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk tot resultaat leidt. Hiervoor is het noodzakelijk dat vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, particulier initiatief en gemeente elkaar kennen. Elkaar kennen: sociale kaart Een sociale kaart is een overzicht van organisaties, hulpverleners en activiteiten in een gemeente. Een sociale kaart is toegankelijk voor inwoners, vrijwilligers en professionals. In 2007 is de gemeente gestart met het maken van een contactlijst van organisaties die betrokken zijn bij armoedebestrijding. Het vergt actieve inspanning om organisaties te vragen hun gegevens aan te leveren.
25 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Zo´n contactlijst krijgt extra meerwaarde wanneer de informatie niet alleen toegankelijk is voor organisaties, maar juist ook voor inwoners. Belangrijk is dan dat die informatie integraal is. Informatie over armoedebestrijding is bijvoorbeeld beschikbaar in relatie met informatie over werk en inkomen. Maar ook aanverwante onderwerpen als jeugd en opvoeding, zorg en wonen en cultuur en ontspanning komen dan aan bod. Voorstel: overzicht maken van organisaties, hulpverleners en activiteiten inzake armoedebestrijding. Doel: transparant aanbod voor professionals, vrijwilligers en inwoners. Resultaat: sociale kaart. Periode: start 2008. Dekking: de kosten van een sociale kaart voor armoedebestrijding kunnen worden gedekt met het budget armoedebestrijding. Bij uitbreiding naar een totale sociale kaart voor Nieuwegein moet budget worden gevonden bij de betreffende beleidsvelden. Vergt extra personele inzet*. Elkaar kennen: kennis delen Naast elkaar kennen uit een sociale kaart, is het van belang elkaar te informeren over ieders werkwijze. Op initiatief van de gemeente heeft zich inmiddels een redactiecommissie gevormd met vertegenwoordigers van gemeente en maatschappelijk veld. Zij willen in 2008 periodiek een digitale nieuwsbrief verspreiden onder organisaties die zich bezig houden met armoedebestrijding. In de digitale nieuwsbrief informeren organisaties elkaar over actuele ontwikkelingen in de eigen organisaties en interessante projecten in Nieuwegein en andere gemeenten. Netwerk In werkconferenties en rondetafelgesprekken werd als knelpunt genoemd dat inwoners van Nieuwegein tussen wal en schip vallen als gevolg van een gebrek aan samenwerking tussen instanties. Tegelijkertijd bleek dat die samenwerking al intensiveert doordat mensen deelnemen aan de conferenties en met elkaar in gesprek zijn. Intensivering van samenwerking tussen gemeente en maatschappelijk veld is van belang. Het is uiteindelijk aan vertegenwoordigers van die organisaties zelf om te beoordelen of het knelpunt hiermee voldoende bestreden wordt of dat meer nodig is in de vorm van een netwerk of casemanager. Vertegenwoordigers van organisaties elkaar op verschillende plaatsen tegen. Hoofdstuk 4.1 doet een voorstel voor voorlichtingsbijeenkomsten in het kader van deskundigheidsbevordering. Het is eenvoudig om in het programma voor een dergelijke bijeenkomst bevordering van samenwerking mee te nemen.
26 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Naast deze grote bijeenkomsten is het natuurlijk ook mogelijk om op kleinere schaal eens met elkaar mee te lopen. In één van de rondetafelgesprekken werd opgemerkt dat dit enorm bij kan dragen aan kennis van elkaars procedures en werkwijze. Daarbij kun je benoemen wat die procedure betekent voor de inwoner van Nieuwegein. Iedere organisatie kan hiertoe het initiatief nemen. Focus Bevordering van samenwerking betekent ook het aanbrengen van focus. In de werkconferenties is geconstateerd dat er veel instrumenten zijn op het terrein van armoedebestrijding en dat er overlap is. Er werd gevraagd om clustering van het aanbod en om specialisatie. Op twee concrete punten gaven organisaties al aan dat zij zelf clustering en focus kunnen aanbrengen. In de eerste plaats betreft dit de hulp bij het invullen van belastingaangifte. Dit is een dienstverlening die FNV en de ouderenorganisaties aan hun leden bieden. Daarnaast biedt de PvdA deze service aan alle inwoners met een laag inkomen. Er werd gesproken over het delen van kennis en mogelijk specialisatie. Een tweede punt waarop clustering en focus mogelijk lijkt is het organiseren en uitdelen van kerstpakketten. De kerken gaven aan dat zij mogelijk hun krachten kunnen bundelen. Het aanbrengen van focus versterkt een integraal en transparant aanbod, maar kan in praktijk tot vervelende consequenties leiden. Een organisatie raakt zijn subsidie kwijt, een vrijwilliger die zich met hart en ziel heeft ingezet moet zijn activiteiten voortaan overlaten aan een professionele organisatie. Focus aanbrengen kan alleen met grote zorgvuldigheid, in nauw overleg met alle betrokkenen en in goede samenwerking. Het is voorbarig op dit moment een aan tijd gebonden voorstel op focus en clustering te doen. Wel kunnen we de intentie uitspreken om als gemeente intensief met betrokken organisaties over focus en clustering te spreken. Daarbij doet het college een dringend beroep op de organisaties zelf hier ook onderling over in gesprek te treden en maakt dit punt van aandacht in het regulier overleg tussen wethouder en organisaties. Samengevat levert uitvoering van het voorstel uit paragraaf 4.2 op dat de instrumenten armoedebestrijding transparant en kenbaar zijn. Er is een sociale kaart waarmee zowel inwoners als hulpverleners zicht hebben op de mogelijkheden voor minima. 4.3
Schuldhulpverlening
Inleiding De gemeente Nieuwegein heeft een kleine toename van de schuldenproblematiek onder haar inwoners geconstateerd; in 2005 waren er in totaal 256 nieuwe aanvragen en 2006 telde 300 nieuwe aanvragen. Nieuwe aanvragen zijn de aanvragen die na de intakefase (het eerste gesprek met de klant) doorgaan voor een schuldregelingstraject.
27 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
In 1998 heeft de gemeente Nieuwegein de laatste beleidsnota voor schuldhulpverlening vastgesteld. In dit beleid werd besloten zowel curatief (schulden oplossen) als preventief (vroegsignalering) te werken. Inmiddels is aanpassing van dit beleid nodig. Hiervoor zijn meerdere redenen. Schuldhulpverleningproducten Vanuit de NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet) is een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Deze veranderingen hebben gevolgen voor de inzet van schuldhulpverleningsproducten. De schuldhulpverlening gaat zich meer richten op het stabiliseren van de situatie waarin de schuldenaar zich bevindt waardoor er geen nieuwe schulden ontstaan. Budgetbeheer is hierin een belangrijk instrument. Daarnaast is er meer aandacht voor het werken aan de oorzaken van de schulden en de eigen verantwoordelijkheid van de klant. Om de kwaliteit van schuldhulpverlening te waarborgen heeft Nieuwegein een impuls nodig in de instrumenten van preventie en budgetbeheer. Samenwerking centraal Niet alleen de gemeente speelt een belangrijke rol bij de uitvoering van schuldhulpverlening maar ook andere actoren zoals maatschappelijk werk instellingen (Vitras) en plaatselijke schuldeisers. Zo hebben woningcorporaties Mitros en Jutphaas hun betrokkenheid bij schuldhulpverlening in Nieuwegein uitgesproken en zien een rol voor zichzelf bij de uitvoering (van een deel) van schuldhulpverlening in psychosociale begeleiding (Vitras) en signalering en doorverwijzing (allen). Om de schuldenproblematiek van de inwoner van Nieuwegein effectief en efficiënt te kunnen aanpakken is samenwerking met deze partners essentieel. Visie Schuldhulpverlening in Nieuwegein is toegankelijk voor alle inwoners, met uitzondering van actieve ondernemers en inwoners die recente schulden hebben uit criminele activiteiten (voor ondernemers is schuldhulpverlening mogelijk via het bureau zelfstandigen in Utrecht). Schuldhulpverlening richt zich niet alleen op het oplossen van problematische schuldsituaties, maar vooral op het voorkomen van problematische schuldsituaties, de preventie. Op dit moment voert de gemeente Nieuwegein alle taken in de schuldhulpverlening zelfstandig uit. In de praktijk betekent dit echter dat de medewerkers van de schuldhulpverlening een grote diversiteit aan taken hebben, waardoor het moeilijk is om de deskundigheid op peil te houden. Bovendien is de schuldhulpverlening hiermee kwetsbaar en niet efficiënt genoeg. Om de kwaliteit van schuldhulpverlening te waarborgen is het raadzaam die op andere wijze te organiseren. Voor de uitvoer van de preventieve en curatieve schuldhulpverlening kan uit verschillende modellen worden gekozen. Bij al die modellen is een vereiste dat de gemeente de regierol behoudt en middels een ingestelde stuurgroep grip houdt op het hele uitvoerende traject.
28 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Nieuw model voor uitvoering schuldhulpverlening Het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening heeft in haar handreiking een drietal uitvoeringsmodellen beschreven5. Geheel zelf uitvoeren, gedeeltelijk uitbesteden of geheel uitbesteden. Gezien de omvang van de gemeente en de wens van de gemeente om actief betrokken te blijven bij de schuldhulpverlening is gedeeltelijke uitbesteding de meest voor de hand liggende optie. Hierdoor is het mogelijk dat de medewerkers van schuldhulpverlening zich specialiseren op een hoogwaardige intake en het casemanagement, terwijl de kwaliteit van schuldhulpverlening gewaarborgd is met een volledig pakket aan schuldhulpverleningsproducten. De gemeenteraad krijgt in 2008 een uitgewerkt voorstel voor een uitvoeringsmodel schuldhulpverlening dat de kwaliteit van die schuldhulpverlening moet waarborgen. Met de keuze voor gedeeltelijk uitbesteden kan aan effectiviteit en doelmatigheid worden gewonnen. Toch staat op voorhand vast dat dit niet tot een kostenbesparing zal leiden. Om de kwaliteit van schuldhulpverlening te waarborgen is uitbreiding van schuldhulpverleningsproducten noodzakelijk. Daarbij gaat implementatie van het uitvoeringsmodel met frictiekosten gepaard. Het voorstel volgt in de tweede helft van 2008 en geeft inzicht in de meerwaarde van het uitvoeringsmodel, partijen waaraan kan worden uitbesteed en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Voorstel: schuldhulpverlening deels uitbesteden aan derden. Doel: kwaliteit van schuldhulpverlening waarborgen. Resultaat: voorstel ten aanzien van partij waaraan uitbesteed kan worden. Periode: uitbestedingsonderzoek eerste helft 2008 (voortzetting lopend onderzoek). Advies in tweede helft 2008. Dekking: het onderzoek en het advies vergen uitsluitend personele inzet, die met de huidige formatie kunnen worden uitgevoerd. Samengevat levert uitvoering van het voorstel uit paragraaf 4.3 op dat duidelijk is hoe de kwaliteit van schuldhulpverlening gewaarborgd kan worden. 4.4
Materiële ondersteuning6
Inkomensondersteuning en toekomstperspectief Armoedebeleid richt zich vaak op inkomensondersteuning voor minima. Hoofdstuk 2 beschrijft dat armoede vaak gekoppeld is aan een geldtekort, maar dat inkomen zeker niet de enige factor is. Veel huishoudens weten zich goed te redden met beperkte financiële middelen, zeker als de periode van korte duur is.
5 Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening, Handreiking voor gemeenten en
uitvoerende instanties, Maatschappelijke Ondernemers Groep, Utrecht, september 2004 6 Voor het schrijven van deze paragraaf is gebruik gemaakt van de nota ´Armoede in
Veldhoven´. Een aantal passages is hieruit overgenomen.
29 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Waar help je minima het best mee? Met extra toeslagen, extra voorzieningen en het optrekken van minimagrenzen, waardoor een grotere groep een beroep kan doen op die voorzieningen? Het probleem van de zogenoemde armoedeval wordt groter en je creëert afhankelijkheid van overheid en maatschappelijke organisaties. Bijkomend aandachtspunt is dat inkomensondersteunende maatregelen, zeker wanneer die categoriaal worden toegepast, inkomensbeleid betekenen, hetgeen is voorbehouden aan het rijk. Een alternatief is het richten op verbetering van het toekomstperspectief. Dit vergt individueel maatwerk en intensieve samenwerking tussen gemeente en maatschappelijke organisaties. De hulpvraag van inwoners is dikwijls complex. Het betreft bijvoorbeeld een alleenstaande ouder met een kind met leerproblemen dat veel aandacht vergt en hoge kosten met zich meebrengt. Een voortijdig schoolverlater zonder werk met schulden. Iemand die op hoge leeftijd de partner verliest, moeite heeft met het verwerken van de eenzaamheid en daarbij voor het eerst te maken krijgt met het bijhouden van de administratie. In de werkconferenties hebben vertegenwoordigers van gemeente en maatschappelijk veld gezamenlijk vastgesteld dat verbetering van het toekomstperspectief het uitgangspunt is. Hoe zet je mensen in hun kracht? Voor wie kan werken biedt betaald werk de beste kansen op verbetering van het toekomstperspectief. De inwoner van Nieuwegein heeft zelf verantwoordelijkheid in verbetering van zijn of haar toekomstperspectief en hulp op dit gebied is niet vrijblijvend. Duurzame re-integratie is meer dan het helpen aan een baan. Het betreft ook de mogelijkheden je als zelfstandige te vestigen. En prikkels om uit de bijstand te komen zonder de armoedeval te vergroten. Maatwerk is het sleutelwoord. Voor wie niet kan werken geldt misschien nog wel sterker dat verbetering van het toekomstperspectief maatwerk is. Voor de één zit dit in vrijwilligerswerk, voor de ander in zekerheid van voldoende (medische) zorg of deelname aan sociale, sportieve of culturele activiteiten. Betaalbaarheid is van groot belang. De belangrijkste voorstellen bij dit uitgangspunt vindt u in het hoofdstuk voorlichting en preventie. In dit hoofdstuk leest u over advies over de herijking van minimaregelingen en een noodfonds. Minimaregelingen Inwoners van Nieuwegein met een laag inkomen kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor financiële ondersteuning door de gemeente. In bijlage 3 staat een overzicht van minimaregelingen die worden voldaan uit de bijzondere bijstand in Nieuwegein. Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat de bijstandsnorm (of een ander inkomen op dat niveau) niet toereikend is om noodzakelijke uitgaven te doen. Als de gemeente vindt dat deze uitgaven wel noodzakelijk zijn en niet uit de bijstandsnorm of andere middelen kunnen worden betaald, kan bijzondere bijstand
30 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
worden verleend. Bijzondere bijstandsverlening is geregeld in artikel 35 van de Wet Werk en Bijstand (WWB). De bijzondere bijstand gaat uit van maatwerk: de gemeente moet bij elke aanvraag vaststellen of er sprake is van uitgaven die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, of de uitgaven noodzakelijk zijn en of ze daadwerkelijk gemaakt zijn. Voor regelingen voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen geldt dat maatwerk niet. Voor deze groepen mag de gemeente binnen de kaders van de WWB categoriaal beleid maken. Een aantal ontwikkelingen maakt het zinvol onze bestaande minimaregelingen integraal te bezien. a. Verhoging uitkering arbeidsongeschikten In de eerste plaats zijn per 1 juli 2007 de uitkeringen van volledig arbeidsongeschikte WAO’ers verhoogd van 70 procent naar 75 procent. Deze verhoging geldt ook voor volledig arbeidsongeschikten in de WAZ (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) en de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten). Eerder al werd de uitkering verhoogd van mensen in de IVA (Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten), die valt onder de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen – de opvolger van de WAO). Ook zij krijgen 75 procent. De verhoging van de uitkeringen wordt berekend over de zogeheten grondslag. De uitkering van volledig arbeidsongeschikten in de WAZ en Wajong gaat omhoog naar 75 procent van het minimumloon, de uitkering van volledig arbeidsongeschikte WAO’ers naar 75 procent van het (gemaximeerde) vervolgdagloon of dagloon. Knelpunt Door deze verhoging doet zich de situatie voor dat mensen die eerst een beroep konden doen op de minimaregelingen door een (soms geringe) verhoging van hun inkomen nu niet meer voldoen aan de criteria. Zij hebben geen recht meer op de minimaregelingen. Netto merken zij hierdoor niets of nauwelijks iets van de verhoging. Vanuit diverse organisaties is gevraagd de criteria van in ieder geval de regeling chronisch zieken en gehandicapten aan te passen. b. Transparantie in criteria Voor de minimaregelingen is de gemeente gebonden aan wet- en regelgeving. Op een aantal punten bestaat beleidsvrijheid. De uitvoering van de diverse minimaregelingen is divers. Een verzoek tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt door de coördinator belastingen behandeld. Een verzoek om toekenning van een langdurigheidstoeslag wordt door de afdeling sociale zaken behandeld. De uitvoering van de U-pas is geheel uitbesteed aan het U-pasbureau van de gemeente Utrecht. Harmonisatie van de criteria voor alle regelingen is onmogelijk door de verschillende wetgeving die eraan ten grondslag ligt. Wel verdient het aanbeveling de regelingen voor wat betreft de gemeentelijke beleidsvrijheid waar mogelijk op elkaar af te stemmen. Hierin kan bijvoorbeeld ook de compensatieregeling Wmo worden betrokken.
31 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
c. Intern tegenstrijdige belangen Belangrijk aandachtspunt is dat we als gemeente soms intern tegenstrijdige belangen hebben. Een voorbeeld Stel dat een inwoner van Nieuwegein fraude pleegt. De fraude wordt ontdekt en hij of zij moet (een deel van) de bijstandsuitkering terugbetalen. Dat is gemeenschapsgeld, waar de gemeente verantwoording over moet afleggen. Deze inwoner meldt zich als klant bij de afdeling schuldhulpverlening. Deze schrijft alle schuldeisers aan, waaronder de afdeling terugvordering en verhaal van de gemeente. Het belang van de afdeling schuldhulpverlening is een integrale oplossing bereiken voor de schuldsituatie van de klant. Het belang van de afdeling terugvordering en verhaal is de vordering incasseren. Kan en mag deze afdeling meewerken aan een verzoek tot schuldregeling? De specifieke omstandigheden van het geval moeten de doorslag geven in situaties waarbij sprake is van intern tegenstrijdige belangen. Maatwerk dus. Voor betrokken medewerkers van afdelingen en bureaus zijn handvatten en criteria nodig om een afgewogen besluit te kunnen nemen. Er zijn criteria op diverse afdelingen, maar die zijn nog niet eerder met elkaar vergeleken en in verband gebracht. In een totaalinventarisatie kan inzichtelijk worden gemaakt welke regelingen er zijn, welke criteria gelden, welke afdelingen van de gemeente betrokken zijn en indien van toepassing welke maatschappelijke organisaties. Een totaalinventarisatie kan naast de hiervoor genoemde punten aandacht besteden aan het verzoek van een aantal organisaties of een witgoedregeling mogelijk is, of de kostensoorten in de verkorte aanvraagprocedure bijzondere bijstand kunnen worden uitgebreid, of vergoeding van bijzondere bijstand in natura mogelijk is en aan de armoedeval. Ten slotte kan hierin ook aandacht worden besteed aan de situatie waarin mensen door een minnelijke of wettelijke schuldregeling feitelijk onder het minimum leven, hoewel hun inkomen hoger is dan het minimumniveau. Deze mensen komen niet in aanmerking voor kwijtschelding, minimaregelingen of vergoeding van de kosten van inkomensbeheer. Vervolgens wordt de totaalinventarisatie voorzien van een advies over de wenselijkheid van herijking. Voorstel: inventarisatie gemeentelijke minimaregelingen (breed) en advies wenselijkheid herijking. Doel: inventarisatie bestaande minimaregelingen, doel en doelgroep en hun onderliggende criteria. Integraal bezien op onderlinge samenhang. Resultaat: advies over wenselijkheid herijking minimaregelingen. Periode: onderzoek eerste half jaar 2008, advies tweede half jaar 2008. Dekking: de inventarisatie en het advies vergen uitsluitend personele inzet, die met de huidige formatie kan worden uitgevoerd.
32 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Bijzondere bijstand: sluitstuk van de sociale zekerheid Bijzondere bijstand vormt het sluitstuk van de sociale zekerheid. Door de voorwaarden biedt bijzondere bijstand de beste mogelijkheden voor maatwerk. Op individuele basis kun je met bijzondere bijstand tegemoet te komen aan noodzakelijke kosten, rekening houden met individuele mogelijkheden en omstandigheden en aan de toekenning passende voorwaarden verbinden. Als gemeente moet je het lef hebben om de noodzakelijkheid in het individuele geval te wegen en te motiveren. Dat vergt zorgvuldig onderzoek en een zorgvuldige belangenafweging. Een beschikking dient rechtmatig te zijn en daarbij komt dat van een beschikking precedentwerking uit kan gaan. De beschikking moet dus altijd naar de omstandigheden herleid kunnen worden. Noodfonds In incidentele gevallen biedt bijzondere bijstand geen oplossing. Het zorgvuldige onderzoek en de belangenafweging kosten tijd, terwijl zich een noodsituatie voordoet die een directe oplossing vereist. Betrokkene heeft ´onverantwoord gehandeld´, maar we willen hem of haar toch toekomstperspectief bieden. In die gevallen kan een noodfonds uitkomst bieden. Een noodfonds kan in twee soorten situaties voorzien: a. voorschotverstrekking b. voorziening in uitzonderlijke situaties waar bijzondere bijstand (nog) geen oplossing biedt. Ad a. voorschotverstrekking In beginsel moet bijzondere bijstand altijd een voorziening voor noodzakelijke kosten kunnen bieden. De beoordeling van het recht op bijzondere bijstand kost tijd. De gemeente Nieuwegein heeft in 2007 een verkorte aanvraagprocedure bijzondere bijstand voor bepaalde kostensoorten ingevoerd. De intentie is deze mogelijkheid uit te breiden op basis van ervaring met de recent ingevoerde procedure. De verkorte aanvraagprocedure zal echter nooit op alle aanvragen voor bijzondere bijstand toegepast kunnen worden. Voor die situaties waarin een directe oplossing noodzakelijk is, kan een noodfonds dan uitkomst bieden. De beoordeling van het recht op bijstand kan achteraf plaats vinden. Wanneer blijkt dat betrokkene recht heeft op (algemene of bijzondere) bijstand kan dit bedrag worden teruggestort in het fonds. Ad b. voorziening in uitzonderlijke situaties waar bijzondere bijstand (nog) geen oplossing biedt. Soms maakt wet- en regelgeving het onmogelijk een aanvraag voor bijzondere bijstand te honoreren. Er zijn situaties waarin niets doen evenwel geen optie is. Bijvoorbeeld omdat het toekomstperspectief van betrokkene valt of staat met een voorziening in geld of natura of omdat de (maatschappelijke) kosten van niets doen hoger zijn dan de gevraagde voorziening. Ook in die situaties kan een noodfonds een oplossing zijn. Het ligt voor de hand in die situaties voorwaarden te verbinden aan een uitkering uit het fonds. Bijvoorbeeld een verplichting mee te werken aan een specifieke vorm van hulpverlening. Noodfonds binnen of buiten gemeentelijke organisatie
33 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Diverse gemeenten hebben een noodfonds als laatste vangnet voor de hiervoor genoemde situaties. Feitelijk doen zich twee mogelijkheden voor. De eerste is dat de gemeente een fonds in eigen beheer heeft. Er is bijvoorbeeld een bedrag uit de bijzondere bijstand afgezonderd als noodfonds, het hoofd sociale zaken of het college heeft beslissingsbevoegdheid. De tweede mogelijkheid is dat inwoners een beroep kunnen doen op een fonds dat beheerd wordt door een charitatieve instelling. Randvoorwaarden noodfonds Een noodfonds dient aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Het moet laagdrempelig zijn, aanvragen moeten direct beoordeeld kunnen worden en er moet verantwoording over de uitgaven worden afgelegd. Het gaat immers om gemeenschapsgeld. Besteding daarvan moet worden verantwoord op basis van rechtmatigheid en doelmatigheid. Een noodfonds moet regelluw zijn, maar er zullen wel bepaalde criteria geformuleerd moeten worden, bijvoorbeeld over wie de aanvraag in kan dienen en of en zo ja, welk maximum geldt voor uitkering uit het fonds. Er moet aandacht zijn voor de financiële risico´s. Voorstel: haalbaarheidsonderzoek noodfonds. Doel: inzicht in mogelijk resultaat, kosten en meerwaarde van een noodfonds. Resultaat: advies, afhankelijk van uitkomst onderzoek. Periode: onderzoek in eerste helft 2008. Voorstel voor besluitvorming in tweede helft 2008. Dekking: het haalbaarheidsonderzoek en het eventuele voorstel vergen uitsluitend personele inzet, die met de huidige formatie kan worden uitgevoerd. Samengevat levert uitvoering van de voorstellen uit paragraaf 4.4 duidelijkheid op over de wenselijkheid van herijking van de minimaregelingen en inzicht of een noodfonds een meerwaarde heeft voor Nieuwegein.
* De extra personele inzet is gespecificeerd en begroot in hoofdstuk 3.2. De dekking van de kosten staat aangegeven in hoofdstuk 3.3.
34 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
5
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
Meetbare resultaten
Wanneer is armoedebestrijding succesvol? Wanneer zijn we tevreden? We kunnen de afzonderlijke voorstellen van indicatoren voorzien en daarmee meten of we het gewenste resultaat behalen en dat doen we ook. Om de samenhang en een integraal karakter te bewaken is het van groot belang ook andere instrumenten te gebruiken.
5.1
Meten van armoedebeleid
Minima-effectrapportage In 2005 heeft de gemeente Nieuwegein voor het eerst een minima-effectrapportage laten opmaken door het Nibud. Deze rapportage geeft inzicht in de koopkracht van een aantal huishoudtypen in Nieuwegein die behoren tot de lagere inkomensgroepen en in de effecten van landelijke en lokale inkomensondersteunende maatregelen daarop. De aanbevelingen die het Nibud doet, bieden praktische handvatten om het beleid verder te ontwikkelen en uit te voeren. Zo werd in de aanbevelingen in 2005 gewezen op het risico van sociale uitsluiting bij minima. De gemeente heeft gerealiseerd dat inwoners van Nieuwegein met een laag inkomen sinds juni 2007 gebruik kunnen maken van de U-pas. Voor de verdere ontwikkeling van armoedebeleid en de uitvoering daarvan is het van belang eens per vier jaar een minima-effectrapportage te laten uitvoeren. Voorstel: een minima-effectrapportage laten uitvoeren. Doel: inzicht in koopkracht van verschillende huishoudtypen in Nieuwegein en advies verkrijgen over te ontwikkelen beleid en uitvoeringsinstrumenten. Resultaat: advies over te ontwikkelen beleid. Periode: 2009 en vervolgens eens per vier jaar. Dekking: kosten € 15.000,- en tijdsinvestering van ongeveer 80 uur in een jaar. Vergt extra personele inzet*. Benchmark armoedebeleid Nieuwegein is niet de enige gemeente die zich bezig houdt met armoedebestrijding. Zeer veel andere gemeenten houden zich bezig met dezelfde vragen en knelpunten en werken aan oplossingen. Het is zinvol van hun ervaring te leren en die te vertalen naar de situatie in Nieuwegein. In 2007 hebben SGBO en Stimulansz de benchmark Armoedebeleid ontwikkeld. Door deel te nemen aan de benchmark Armoedebeleid spiegel je het armoedebeleid van de eigen gemeente aan dat van andere gemeenten. Goede voorbeelden uit de praktijk krijgen veel aandacht. Zo kun je verbetermogelijkheden ontdekken en leren op een effectieve manier de middelen voor armoedebestrijding in te zetten. Deelname aan de benchmark Armoedebestrijding
35 (36)
Armoedebestrijding Raadsnummer
Integraal plan van aanpak
2008-076
Versie definitief
Datum februari 2008
duurt een jaar. Wij gaan hierin op zoek naar een indicator om het bereik van risicogroepen met ons armoedebeleid te bepalen. Voorstel: deelnemen aan de benchmark Armoedebestrijding. Doel: inzicht in doeltreffendheid, doelmatigheid en cliëntgerichtheid van het armoedebeleid in Nieuwegein. Delen van kennis en ervaring met andere gemeenten. Resultaat: deelnemende gemeenten ontvangen gedurende een jaar elk kwartaal een rapport. Hiermee kunnen we het armoedebeleid van Nieuwegein vergelijken, verbeteren en verantwoorden. Periode: 2008-2009. Dekking: kosten € 5.500,- euro en tijdsinvestering van ongeveer 50 tot 55 uur in een jaar. De kosten kunnen worden voldaan uit het budget armoedebestrijding. Vergt extra personele inzet*.
5.2
Wat levert het op?
De gemeente levert met het uitvoeren van de voorstellen een forse inspanning in armoedebestrijding. Hiermee wil de gemeente bereiken dat inwoners gebruik maken van alle inkomensondersteuning die mogelijk is. Inwoners en intermediairs moeten bekend zijn met de instrumenten en er gebruik van kunnen en durven maken. Dit levert eind 2009 het volgende resultaat op. •
Preventie is ontwikkeld. Er zijn budgetcursussen en er is voorlichting. Waar mogelijk zijn samenwerkingsafspraken vastgelegd in convenanten. Daarbij is duidelijk of een project praktische hulp bij administratie en een preventieweek bijdragen aan preventie in Nieuwegein.
•
De instrumenten armoedebestrijding zijn transparant en kenbaar. Er is een sociale kaart waarmee zowel inwoners als hulpverleners inzicht hebben in de mogelijkheden voor minima. Er is voorlichtingsmateriaal en de gemeente bevordert in samenwerking met het maatschappelijk veld deskundigheidsbevordering en informatie-uitwisseling.
•
Duidelijk is hoe de kwaliteit van schuldhulpverlening gewaarborgd kan worden.
•
Duidelijk is of herijking van de minimaregelingen wenselijk is en of een noodfonds een meerwaarde heeft voor de gemeente Nieuwegein.
•
De samenhang en het integraal karakter van armoedebestrijding worden bewaakt met de minimaeffectrapportage en de benchmark armoedebestrijding.
In 2010 maakt de gemeente een voortgangsrapportage op het integraal plan van aanpak.
* De extra personele inzet is gespecificeerd en begroot in hoofdstuk 3.2. De dekking van de kosten staat aangegeven in hoofdstuk 3.3.
36 (36)