Bijlage 4
Communicatie Wmo een plan van aanpak
April 2006
1. Inleiding
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) komt eraan. Met ingang van 1 januari 2007 geeft deze wet de gemeente taken die nu vallen onder de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en delen uit de AWBZ. De invoering van de Wmo is onderdeel van een bredere herziening van het zorgstelsel. De wet wordt gefaseerd ingevoerd en we moeten op 9 prestatievelden beleid ontwikkelen. Dit betekent ook dat niet alle AWBZ-taken ineens overgaan, maar dat we er tussen 2006 en 2008 geleidelijk aan steeds meer taken bij krijgt. De wet wordt ingevoerd omdat de totale kosten van de zorg in Nederland in de komende jaren sterk zullen toenemen. Het aantal ouderen in de samenleving groeit en de gemiddelde leeftijd wordt steeds hoger. Om de zorg betaalbaar te houden zijn veranderingen in het zorgstelsel noodzakelijk. Een van de maatregelen is de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Door de veranderingen in het zorgstelsel kan iedereen zorg blijven krijgen, ook in de toekomst. Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning is dat mensen zo veel mogelijk voor zichzelf en elkaar zorgen. Het rijk legt ons geen inhoudelijke verplichtingen op bij de voorbereiding en uitvoering van de Wmo, maar wel procesverplichtingen. Een van die verplichtingen is burgers en betrokken organisaties een rol te geven bij de totstandkoming van het beleid. Hieronder wordt eerst de communicatiestrategie weergegeven. Daarna treft u een algemene schets aan waarin de verschillende doelgroepen en hun perspectief in kaart worden gebracht. Na een overzicht van de doelgroepen, volgen de communicatiedoelstellingen en communicatiemiddelen. Het geheel is overzichtelijk weergegeven in twee schema’s. Tot slot treft u een communicatieplanning aan. Hierin worden verschillende belangrijke communicatiemomenten bij de invoering van de Wmo behandeld; wat is er gebeurd, waar staan we nu, en hoe gaat het verder?
pagina: 2
2. Waarom een communicatieplan?
Om drie redenen speelt communicatie bij de invoering van de Wmo een belangrijke rol: •
•
•
De Rijksoverheid verwacht van de gemeente dat ze de burgers vanaf het begin goed informeert. We moeten partijen die te maken krijgen met de wet betrekken bij de beleidsontwikkeling. Dat zijn op de eerste plaats de organisaties die namens de gemeente voorzieningen gaan aanbieden. Zij hebben immers veel expertise op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en zullen een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van het Wmo-beleid. Ten tweede betrekt de gemeente natuurlijk ook (vertegenwoordigers van) zorgvragers bij de beleidsvoorbereiding. Zij kennen de behoeften, wensen en eisen van de gebruikers van voorzieningen. De nieuwe wet brengt een behoorlijke stroom aan informatievoorziening op gang, die we in goede banen moeten leiden. We moeten hierbij ook niet alles zelf willen doen, maar juist bewust de samenwerking zoeken met partners en vertegenwoordigers van zorgvragers en gebruik maken van de kennis en ervaring van anderen. Dit vraagt een open houding, zowel intern als ook extern. Zo is dit communicatieplan het resultaat van samenwerking tussen Duiven en Westervoort in de werkgroep Communicatie. Beide gemeenten zien de invoering van de Wmo als een kans om actief burgerschap te bevorderen. Er is een communicatiecampagne nodig die erop gericht is in de plaatselijke samenleving een gevoel te creëren dat mensen zelf en samen doen wat zij zelf en samen kunnen doen.
Door het communicatieplan vast te stellen wordt in ieder geval een algemeen antwoord gegeven op de vraag hoe communicatie de gewenste doelen kan bereiken. In het plan staat met wie, hoe, wanneer, waarom, waarover en met welke middelen kan worden gecommuniceerd om dit doel te bereiken. Communicatie is, zeker bij de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, een dynamisch proces. In praktijk kan het nodig zijn om onderdelen van dit plan anders uit te voeren. Zo kan voor bepaalde prestatievelden een andere, meer specifieke communicatiestrategie nodig zijn. Juist daarom is het van belang om planmatig aan communicatie te werken. Dit blijft punt van aandacht en het plan zal dan ook tijdig worden bijgesteld.
pagina: 3
3. Communicatiestrategie De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning kan niet zonder meer rekenen op de belangstelling van alle burgers en organisaties. Het onderwerp ligt voor veel mensen niet ‘dicht bij huis’, instellingen zien vaak de meerwaarde (nog) niet in en de materie is tamelijk complex. Voor de gemeente betekent de invoering van de Wmo een nieuwe rol, namelijk die van hoofdrolspeler in het plaatselijke sociale beleid die burgers uitdaagt tot actieve deelname aan de vormgeving van die lokale samenleving. Het terrein van welzijn en zorg komt met de Wmo in één hand en dichtbij de burgers. Dat vergroot de herkenbaarheid van het beleid en de kans op een goede samenhang van voorzieningen. De gemeente zal zich nog meer luisterend en dienstverlenend moeten opstellen. De wensen van burgers vertalen in een breed diensten- en voorzieningenpakket. Dus moet de gemeente weten wat instellingen te bieden hebben en hieruit een keus maken. Het hernieuwde appèl op actieve en verantwoordelijke burgers moet hierbij weer voorop komen te staan. Burgers als ouders, wijkbewoners, werknemers, verzorgers, buren, sterken en kwetsbaren. Burgers die elkaar aanspreken op hun mogelijkheden en kunnen vertrouwen op een gemeente voorwaarden schept, die bijspringt en aanvult waar nodig. In die nieuwe rol mag de gemeente het maatschappelijk debat niet uit de weg gaan. Naast de nodige voorbereidingen als het opzetten van precedures, tijdspaden en kadernota’s moet de gemeente in dialoog met de burger. De Wmo draait in essentie om hún zelfstandigheid en bereidheid; om hún vertrouwen dat zij actief kunnen bijdragen aan meer sociale kwaliteit in hun omgeving. Duiven/Westervoort is volop bezig met de voorbereidingen voor de invoering van de Wmo. We geven alvast informatie en proberen draagvlak te creëren onder ketenpartners en andere belangrijke partijen. Dit gebeurt op verschillende manieren en via verschillende kanalen. De communicatie over de WMO krijgt in de communicatiestrategie per fase en per prestatieveld andere accenten. Zolang er nog geen beleid is vastgesteld door de landelijke overheid, zal de conceptrichtlijn ‘Communicatie bij niet aanvaard beleid’, van de commissie Toekomst Overheidscommunicatie worden gehanteerd. Dit houdt onder meer in dat er een tijdsbalk afgebeeld zal worden bij schriftelijke publicaties, samen met de tekst: “Het gaat hier om een wetsvoorstel of beleidsvoornemen. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2007, dit is echter afhankelijk van goedkeuring door Tweede en Eerste Kamer. Gezien alle onzekerheden zijn we tot op heden enigszins terughoudend geweest in de communicatie als het gaat om de secundaire doelgroep van inwoners van de gemeente in het algemeen; burgers die momenteel geen gebruik maken van Wmo-voorzieningen (indirecte gebruikers). Toch betrekken we ook deze groep burgers waar mogelijk actief bij de totstandkoming van het beleid. Goede actuele informatie over de stand van zaken en een zorgvuldige begeleiding van dit proces is hierbij van belang.
Eén kernboodschap Landelijke campagne met een lokale invulling Voor wat betreft de algemene informatie sluiten we aan bij de publiekscampagne die door het ministerie van VWS wordt ontwikkeld en maken waar mogelijk gebruik van de hulpmiddelen/teksten die beschikbaar worden gesteld. Daarnaast spelen we zoveel mogelijk in op zaken die in Duiven/Westervoort belangrijk zijn zoals individuele voorzieningen, informatie en advies, mantelzorg- en vrijwilligers. We formuleren één centrale kernboodschap over de Wmo en de ambities van onze gemeenten. Bijvoorbeeld “In Duiven zorgt men voor elkaar” en “In Westervoort zorgt men voor elkaar”. Deze kernboodschap kan gebruikt worden in diverse communicatie-uitingen. Hiermee geven we uiting aan de gewenste cultuuromslag en richten we ons op de burger die iets doet voor het algemeen belang door te praten of te zorgen.
pagina: 4
4. Doelgroepen
Introductie Met doelgroep wordt hier gedoeld op de verschillende groepen waarmee we als gemeente Duiven willen communiceren als het gaat om de WMO. Om met verschillende doelgroepen te kunnen communiceren, zullen de verschillende doelgroepen eerst geananalyseerd moeten worden. De doelgroepen moeten dus eerst in kaart worden gebracht. Ook is het voor de communicatie van belang veel van de verschillende doelgroepen te weten. Te denken valt dan aan: •
Welk imago heeft de gemeente bij een bepaalde doelgroep?
•
Uit welke bronnen put de doelgroep informatie over de gemeente?
•
Wat is het intellectuele niveau van de doelgroep?
•
Wat zijn de leesgewoonten van de doelgroep, en door welke media is de doelgroep het best te bereiken?
•
Welke kennis heeft de doelgroep al over de gemeente?
•
Heeft de doelgroep misschien vooroordelen over de gemeente?
•
Op welk taalniveau zouden we met de doelgroep moeten communiceren om onze boodschap duidelijk te maken?
Hierbij is ook timing een belangrijke factor. Als het gaat om de doelgroepen waarmee rekening moet worden gehouden kan er een onderscheid worden gemaakt tussen primaire en secundaire doelgroepen. Dit onderscheid is van belang voor een goede communicatiemix; een goede inzet van middelen, verdeeld over de tijd en de verschillende doelgroepen. Om een goede communicatiemix te bereiken, moet ook gekeken worden naar het belang van de doelgroep en de doelstellingen die de gemeente wil bereiken door met deze specifieke doelgroep te communiceren. Bij de inzet van de verschillende communicatiemiddelen en de timing ervan wordt met al deze zaken rekening gehouden.
pagina: 5
Primaire en secundaire doelgroepen Als het gaat om primaire doelgroepen kan er een onderscheid worden tussen interne primaire doelgroepen en externe primaire doelgroepen. Interne doelgroepen worden op een andere manier benaderd dan externe primaire doelgroepen; in het algemeen worden interne doelgroepen eerder dan of gelijktijdig met externe doelgroepen geïnformeerd.
A Primaire doelgroep(en) Primaire doelgroepen worden direct geraakt door de WMO. Dit zijn groepen waar de WMO direct invloed op heeft. Zorgvragers worden geconfronteerd met een nieuwe vorm van zorgtoewijzing en een deel van de voorzieningen die zorg- en welzijnsaanbieders aanbieden komt onder de verantwoording van de gemeente te vallen. Voor beide groepen brengt dit onduidelijkheid met zich mee. Deze groepen hebben daardoor een groot belang bij een goede communicatie met de gemeente. De verschillende primaire doelgroepen in kaart gebracht: A1 Primaire doelgroepen (intern): · gemeentebestuur (raad, commissies, college van burgemeester en wethouders) · ambtelijke organisatie A2 Primaire doelgroepen (extern): inwoners en organisaties die direct te maken krijgen met de gevolgen van de invoering van de Wmo, te weten: · bestaande zorgvragers · familie en mantelzorgers van zorgvragers · pers Vertegenwoordigers van zorgvragers en externe ketenpartners: · vertegenwoordigers van zorgvragers · zorgaanbieders · welzijnsaanbieders · woningcorporaties · de GGD · het CIZ · het Zorgkantoor · adviesorganen · patiënten- en consumentenorganisaties · vrijwilligersorganisaties · wijkplatforms B Secundaire doelgroep(en): Inwoners die op dit moment (nog) geen gebruik maken van de Wmo-voorzieningen Verwacht kan worden dat vanaf de start van de communicatie tot enkele maanden na de invoering van de Wmo er meer telefonische vragen van cliënten zullen binnenkomen dan normaal. Het ligt voor de hand dat inwoners die geen gebruik maken van voorzieningen zich niet erg druk zullen maken over de Wmo. Omdat de gemeente er een belang bij heeft ook de inwoners die (nog) geen gebruik maken van voorzieningen te bereiken, wordt deze groep in de communicatie meegenomen. De eerstelijnszorg De eerstelijnszorg (o.a. huisartsen, fysiotherapeuten, algemeeen maatschappelijk werk en eerstelijns psychologen) wordt niet met name genoemd wordt in de Wmo, maar de wet kan wel gevolgen hebben voor de beroepsbeoefenaars. Het is van belang ook hen vroegtijdig te
pagina: 6
informeren over de rol die de beroepsgroep speelt bij de lokale uitvoering van de Wmo, te weten informatieverstrekking en doorverwijzing. Bij de beleidsvoorbereiding speelt deze groep een secundaire rol.
pagina: 7
5. Communicatiemiddelen; aanpak per doelgroep Het is tijdens het hele invoeringstraject van belang voor ogen te houden welke informatie voor welke doelgroep van belang is en welke middelen hierbij het beste gebruikt kunnen worden. Door te communiceren over de invoering Wmo streven we ernaar dat op 1 januari 2007 80% van de primaire doelgroep op de hoogte is van de invoering, de aanpak en de gevolgen. In het schema is aangegeven welke communicatiemiddelen we gebruiken we voor welke doelgroepen: Gemeente bestuur
Intranet Besloten Informatie Systeem (BIS) Duiven Mtvergadering/ Afst.overleg Afdelings- en werkoverleg Informeel contact Internet
Raad
X X
Ambtelijke organisatie
Bestaande Pers Vertegenwoordigers cliënten van zorgvragers en externe ketenpartners
Inwoners
X X
X X X X
X
X
Duivenpost/ Westervoort Post Persberichten Persinformatie Persgesprek Voorlichtings materiaal Informatiebijeenkomst en
X X X
X
X
X
X
X X
X X X
X X
Toelichting:
Intranet Via intranet wordt informatie over de Wet maatschappelijke ondersteuning aangeboden aan bestuur en de ambtelijke organisatie. Besloten Informatie Systeem (BIS) Via het BIS wordt raadsinformatie gepubliceerd (geldt alleen voor Duiven).
MT-vergadering/ afstemmingsoverleg De projectleider zal het management regelmatig op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Afdelings- en werkoverleg De Wet maatschappelijke ondersteuning zal via de betrokken afdelingshoofden regelmatig aan de orde komen in het hoofdenoverleg en het afdelingsoverleg.
Informeel contact De projectleider zal haar netwerk regelmatig informeren via informeel contact.
pagina: 8
Internet Op de gemeentelijke websites is algemene informatie te vinden. Een aantal producten is hier terug te vinden en te downloaden.De site wordt zoveel mogelijk up-to-date gehouden. Ook zijn er verschillende interessante links opgenomen. Beide gemeenten “delen” elkaars informatie. De primaire doelgroepen worden nadrukkelijk geïnformeerd via de website; zij ontvangen telkens een e-mailbericht wanneer er nieuwe informatie op de websites is geplaatst. Duivenpost en Westervoort Post Vanaf november 2005 wordt maandelijks (of vaker wanneer blijkt dat dit noodzakelijk is) een artikel gepubliceerd waarin relevante ontwikkelingen met betrekking tot de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning worden weergegeven. Persberichten/persinformatie/persgesprek Als er een geschikt persmoment is, zal dit worden benut. Al naar gelang de situatie wordt een persbericht verzonden of een persgesprek georganiseerd.
Voorlichtingsmateriaal In overleg met vertegenwoordigers van zorgvragers en externe ketenpartners ontwikkelen Duiven en Westervoort samen voorlichtingsmateriaal.
Informatiebijeenkomsten Zowel in Duiven als in Westervoort hebben al verschillende expertmeetings plaatsgevonden. In Duiven wordt samen met het Wmo-platform bekeken hoe inwoners betrokken kunnen worden bij het Wmo-beleid. In Westervoort gebeurt dit op basis van consultatie van adviesraden en andere burgerparticipanten.
pagina: 9
6. Activiteitenplanning In dit hoofdstuk wordt voor prestatieveld 1:leefbaarheid, en prestatieveld 4 Mantelzorg aangegeven om welke doelgroep het gaat, wat het doel van de communicatie is, welke participatiegraad er wordt toegepast, welk communicatiemiddel en welk tijdspad. Dit om een voorbeeld te geven hoe de communicatie opgepakt kan worden. Vanaf augustus wordt ten aanzien van de invoering van de WMO concreet gecommuniceerd met de burgers, omdat dan de wettekst vastgesteld is. Hierdoor kunnen de gemeenten met meer zekerheden komen.
pagina: 10
1. Prestatieveld Leefbaarheid, wijkgericht werken (alleen voor Duiven) Communicatie doelgroep A1 Primaire doelgroepen (intern) Gemeentebestuur (B&W en commissie)
Communicatie doelstellingen
Methode/ participatiegraad
Communicatie middel
Tijdspad
Draagvlak, besluitvorming, informeren
Consultatief, gericht op besluitvorming
Gebruikelijke kanalen, intranet, BIS, internet
Maart/okt. 2006
Raad
Draagvlak, besluitvorming, informeren Voldoende draagvlak, informeren, zorgvuldige beleidsvoorbereiding
Consultatief, gericht op besluitvorming
Voldoende draagvlak, informeren, zorgvuldige beleidsvoorbereiding
Samenwerking
Maart/okt. 2006 Gebruikelijke kanalen, intranet, BIS, internet Maart/okt. 2006 Intranet, MTvergadering (op verzoek), programmagroep, informeel contact, overleg Westervoort Maart/okt. 2006 Intranet, MTvergadering (op verzoek), programmagroep, informeel contact, overleg Westervoort
Pers
Informeren
Voorlichting
Wijkraden
Informeren, draagvlak creëren, betrekken bij beleidsvoorbereiding
Participatief
Vertegenwoordigers van zorgvragers (WMO-platform) Politie Vivare
Informeren, draagvlak creëren, betrekken bij beleidsvoorbereiding
Participatief
Ambtelijke organisatie (uitvoerders en direct betrokkenen) (interne doelgroep)
Ambtelijke organisatie (indirect betrokkenen) (interne doelgroep)
Samenwerking
A2 Primaire doelgroepen (extern) Voolichting, interviews, persbericht Discussie adviesorgaan; 2 rondes april & oktober
Mei/juni interviews, persbericht okt./nov. Maart/okt. 2006
Adviesorgaan 2 interviews 2 interviews
Maart/april/aug. 2006 Voorjaar
Informeel, website, wijkraad Brief?
Continue/regelmatig
B Secundaire doelgroepen (extern) Inwoners Eerstelijnszorg
Voorlichting Informeren Informeren
Voorlichting
pagina: 11
Nov. 2006
2. Prestatieveld Mantelzorg Communicatie doelgroep A1 Primaire doelgroepen (intern) Gemeentebestuur (B&W en commissie)
Communicatie doelstellingen
Methode/ participatiegraad
Communicatie middel
Tijdspad
Draagvlak, besluitvorming, informeren
Co-productie ( in begin) Gericht op besluitvorming
Gebruikelijke kanalen, intranet, (BIS), internet
Sept./Okt. 2006 (afstemmen op de agenda)
Raad
Draagvlak, besluitvorming, informeren
Gebruikelijke kanalen, intranet, BIS, internet
Okt. 2006
Ambtelijke organisatie (direct betrokkenen, uitvoerders, projectgroep)
Voldoende draagvlak, informeren, zorgvuldige beleidsvoorbereiding
Co-productie ( in begin) Gericht op besluitvorming Samenwerking
Ambtelijke organisatie (indirect betrokkenen)
Voldoende draagvlak, informeren, afstemming van beleidsvoorbereiding
Samenwerking, afstemmen
Pers
Informeren
Voorlichting
Mantelzorgers van bestaande cliënten, Vrijwilligers in zorg, familie
Informeren, draagvlak creëren, betrekken bij beleidsvoorbereiding
Consultatief
Vertegenwoordigers van Informeren, draagvlak zorgvragers en externe creëren, betrekken bij ketenpartners beleidsvoorbereiding -AMW -regionaal steunpunt mantelzorg Meldpunt vrijwillige Thuishulp -MIKADO -Gezinszorg -Wijkraden -Wmoraad/gehandicaptenraad
Participatief
Maart/okt. 2006 Intranet, MTvergadering (op verzoek), programmagroep, informeel contact Maart/okt. 2006 Intranet, MTvergadering (op verzoek), programmagroep, informeel contact
A2 Primaire doelgroepen (extern) Voolichting, interviews, persbericht -Enquête (oude enquête netwerk De Liemers) -Panelgesprek -Burgerpanel -Aselecte steekproef enquête
Interviews na expertmeeting Maart/juni 2006
Expertmeeting
Voorjaar 2006
gemeentepagina, website, wijkraad Brief?
Continue/regelmatig
B Secundaire doelgroepen (extern) Inwoners Eerstelijnszorg
Voorlichting Informeren Informeren
Vooorlichting
pagina: 12
Nov. 2006
8. Communicatiekosten De uitvoering van het communicatieplan brengt in zichtbare kosten met zich mee voor communicatiemiddelen en voor bijeenkomsten voor het informeren en raadplegen van belanghebbenden. Onzichtbare kosten zijn die voor de begeleiding en ondersteuning door de communicatieadviseur(s). De kosten op middellange termijn voor wat betreft de communicatie zijn nu nog niet te voorzien. Pas als we weten hoe de wet eruit gaat zien, wat de inhoud ervan zal zijn en hoe de specifieke doelgroepen benaderd worden, kan een goede afweging gemaakt worden van de kosten. Op dit moment schatten we in per gemeente € 8.000 euro nodig te hebben voor communicatiemiddelen, te dekken uit het implementatiebudget Wmo.
pagina: 13