1 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
Inhoudsopgave Blz. 1.
Inleiding
3
2.
De Wet maatschappelijke ondersteuning
4
2.1
De Wmo 2007
4
2.2
De Wmo 2015
4
2.3
Wmo cliënten
5
3
Visie, uitgangspunten en beleidskeuzes binnen het Westerkwartier
6
3.1
Visie Sociaal Domein Westerkwartier
6
3.2
Niveaus van ondersteuning
6
3.3
Wijze van organisatie in 2015
7
3.3.1
Ondersteuning vanuit de samenleving (niveau 1)
7
3.3.2.
Algemene voorzieningen (niveau 2)
7
3.3.3.
Maatwerkvoorzieningen (niveau 3)
9
4
Inkoopopdracht Wmo taken
13
4.1
Doelstelling en resultaat
13
4.2
Inkoop gespecificeerd naar Wmo taken
15
5
Activiteitenplan
17
5.1
Procesbeschrijving
17
5.2
Organisatie
18
5.3
Rol van de raad
18
5.4
Participatie door inwoners
18
5.6
Kosten
19
2 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
1.
Inleiding
Dit plan van aanpak is het vertrekpunt voor de inkoop van Wmo producten/ diensten vanaf 2016 voor de gemeenten binnen het Westerkwartier. Waar een plan van aanpak normaliter slechts een procesbeschrijving betreft is hier gekozen voor een meer uitgebreide versie met een duidelijke contextbeschrijving. Tot nog toe zijn de onderwerpen binnen de Wmo veelal fragmentarisch opgepakt, nu wordt uitgegaan van een meer integrale benadering. Aanleiding Voor het jaar 2015 is de inkoop van de nieuwe taken van de Wmo door de Groninger gemeenten (uitgezonderd Bellingwedde) gezamenlijk gedaan. Hierbij had de gemeente Groningen de leiding en konden de andere gemeenten aansluiten. Eén van de redenen waarom hiervoor is gekozen, is omdat 2015 een overgangsjaar is. Het overgangsrecht eindigt op 31 december 2015. De gezamenlijke inkoop betreft het jaar 2015. Dit betekent dat voor 2016 de gemeenten zelf de inkoop van de nieuwe taken moeten verzorgen. Doel en inhoud plan van aanpak Het doel van dit plan van aanpak is om te komen tot een passende wijze van inkoop ten aanzien van de Wmo taken. Waarbij in een vroeg stadium diverse betrokkenen en belanghebbenden worden geïnformeerd en geraadpleegd zodat zij een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van werkwijze en beleid. In dit plan van aanpak wordt allereerst een korte toelichting gegeven op de Wmo en de wijzigingen sinds 1 januari van dit jaar. Vervolgens wordt ingegaan op de visie, uitgangspunten, beleidskeuzes en het ambitieniveau van de Westerkwartiergemeenten op het sociaal domein, maar vooral specifiek op de taken van de Wmo. Hierbij is terug gegrepen naar en voortgeborduurd op de reeds ontwikkelde documenten binnen het Sociaal Domein Westerkwartier. Gezamenlijk leidt dit tot een duidelijke opdracht, welke de basis vormt voor de te ontwikkelen werkwijze ten aanzien van de inkoop Wmo taken. De wijze waarop dit tot stand zal komen wordt beschreven in de daarop volgende procesbeschrijving. Ontwikkelingen inkooprichtlijnen Op 11 februari 2014 is een nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn vastgesteld. Deze dient voor het eind van dit jaar in de Nederlandse wetgeving te zijn opgenomen. Voor het inkopen van diensten in het Sociaal- en Maatschappelijke Domein kan dit voor de toekomst, na inwerkingtreding, gevolgen hebben.
3 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
2.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
In dit hoofdstuk wordt toelichting gegeven op de Wmo, ter verduidelijking van de context waarbinnen de inkoop van de diensten/ producten gezien moet worden. 2.1
De Wmo 2007
Gemeenten zijn sinds 1 januari 2007 verantwoordelijk voor de Wet Maatschappelijke ondersteuning. Het doel van de Wmo is ‘meedoen’. De Wmo moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven meedoen in de samenleving. Al dan niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Als dat niet lukt, biedt de gemeente ondersteuning. De Wmo 2007 heeft de gemeentelijke verantwoordelijkheid beschreven in 10 prestatievelden. Vanuit deze prestatievelden is er binnen het Westerkwartier op verschillende manieren invulling gegeven aan de ondersteuning van inwoners om hen zo lang mogelijk mee te laten doen in de samenleving. In alle vier de gemeenten wordt zorggedragen voor hulp bij het huishouden, het verstrekken van hulpmiddelen/ voorzieningen voor gehandicapten, het jeugd- en jongerenwerk, het Centrum voor Jeugd en Gezin en zijn er ouderenadviseurs actief. Ook is de wijze van ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers voortgezet en verstevigd onder de Wmo 2007. Met de ontwikkeling van de Wmo-loketten is een laagdrempelige en herkenbare toegang georganiseerd. 2.2
De Wmo 2015
De invoering van de Wmo 2015 betekent een verandering ten opzichte van de Wmo 2007. Het uitgangspunt van de nieuwe Wmo is zelfredzaamheid. Wat kan iemand nog zelf doen? Wat kunnen buren, vrienden of familie doen? En waar heeft iemand hulp bij nodig? Hoeveel? Gemeenten hebben zorgplicht ten aanzien van zelfredzaamheid en participatie: zij moeten ervoor zorgen dat hun inwoners ondersteuning krijgen wanneer zij hierin niet meer zelf kunnen voorzien. De ondersteuning is er op gericht dat inwoners zolang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven. De negen prestatievelden zoals beschreven in de Wmo 2007 zijn in de Wmo 2015 vervangen door drie doelen: 1.
Het bevorderen van sociale samenhang, de mantelzorg, het vrijwilligerswerk en de veiligheid en de leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld;
2.
Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen, zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving;
3.
Het bieden van opvang (maatschappelijk opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en verslavingszorg).
Om de zelfredzaamheid en participatie van de cliënten te ondersteunen, bieden gemeenten algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Algemene voorzieningen zijn in principe toegankelijk voor iedereen, soms met een lichte toegangstoets. Deze voorzieningen maken de samenleving toegankelijker, wat bijdraagt aan een inclusieve samenleving. De algemene voorzieningen zijn voorliggend op maatwerkvoorzieningen. Een maatwerkvoorziening is in de wet een individuele voorziening en wordt verstrekt na onderzoek van de gemeente. Het gaat om diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die zijn afgestemd op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon. Belangrijk is dat de compensatieplicht van de Wmo 2007 is vervangen door een ruimer geformuleerde resultaatverplichting. Dit benadrukt dat gemeente en inwoner de ruimte hebben om te komen tot oplossingen die zijn toegesneden op individuele en lokale omstandigheden.
4 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
2.3
Wmo cliënten
Met de invoering van de Wmo 2015 is de doelgroep van de Wmo uitgebreid, waarmee een diverse groep aan gebruikers is ontstaan. De doelgroep bestaat onder meer uit chronisch zieken, ouderen die fysiek achteruitgaan en/ of te maken hebben met dementie, mensen met psychosociale problemen en/of een psychiatrische achtergrond en kinderen en volwassenen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking. De ondersteuningsvragen van deze doelgroep zijn gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid. Binnen de AWBZ werd hulp ingericht vanuit de functies begeleiding (individuele begeleiding en dagbesteding en een specifieke vorm van verzorging), kortdurend verblijf en beschermd wonen voor GGZ – cliënten (GGZ – C pakketten). De opdracht vanuit de Wmo 2015 is om op basis van de ondersteuningsvraag van de cliënt een zo passend mogelijk voorzieningenaanbod te ontwikkelen, waarbij de zelfredzaamheid het uitgangspunt is.
5 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
3.
Visie, uitgangspunten en beleidskeuzes binnen het Westerkwartier
Binnen het Westerkwartier zijn de decentralisaties binnen het Sociale Domein (Participatiewet, Jeugdwet en Wmo) gezamenlijk opgepakt. Hiertoe zijn diverse documenten ontwikkeld waarin wordt beschreven vanuit welke visie en op welke wijze hier vorm aan gegeven wordt. In dit hoofdstuk wordt dit samengevat en gekoppeld aan de Wmo en de (eventuele) inkooptaak. 3.1
Visie Sociaal Domein Westerkwartier
In de visie sociaal domein in het Westerkwartier wordt de maatschappelijke ambitie beschreven als het wenkend perspectief in 2016. Het uitgangspunt is dat inwoners van het Westerkwartier zoveel mogelijk zelfstandig en zelfredzaam zijn. Ze voeren zelf de regie op hun eigen leven en organiseren zelf aspecten als inkomen, wonen, vrije tijd en werk. Bovendien hebben inwoners oog voor hun leefomgeving, zowel voor de fysieke (het dorp, de buurt of wijk) als de sociale leefomgeving (de mensen om hen heen). Zij voelen zich verantwoordelijk voor die leefomgeving, helpen elkaar en spreken elkaar ook aan op ieders verantwoordelijkheden. Met andere woorden, inwoners doen mee. Ze participeren in en leveren een zinvolle bijdrage aan de gemeenschap. De gemeenschap is ‘samen voorzienend’. Soms is het echter noodzakelijk dat ondersteuning vanuit het eigen netwerk wordt aangevuld met professioneel georganiseerde ondersteuning. De professioneel gerichte ondersteuning is er primair op gericht dat mensen weer zelfstandig en zelfredzaam worden of blijven en is aanvullend aan de ondersteuning vanuit het eigen netwerk, daar waar deze niet toereikend is. Kenmerkend is de integrale benadering. De lokale maatschappelijke organisaties spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van de zelfredzaamheid van inwoners, daar zij zich bewegen op het snijvlak van informele en professionele ondersteuning. Zij zullen als schakel moeten fungeren om met inwoners te zoeken naar hulpbronnen en oplossingen in de eigen leefomgeving en het afstemmen van professionele ondersteuning. De rol van de gemeente zal ook wijzigen met de inzet op zelfstandig- en zelfredzaamheid van inwoners. De inzet van de gemeenten moet bijdragen aan het doel ‘elke inwoner doet mee’, dat vraagt om maatwerk. Hiermee is de rol van gemeenten flexibel en wisselend. 3.2
Niveaus van ondersteuning
Om uitvoering te geven aan de visie is het Functioneel Model Westerkwartier ontwikkeld. Dit model schetst een inhoudelijk kader, welke als basis fungeert voor een gemeentelijk aangestuurd stelsel. Het Functioneel Model Westerkwartier kent drie niveaus van ondersteuning, vertaald naar de Wmo zijn deze als volgt te omschrijven:
Niveau 1: Ondersteuning vanuit de samenleving. Dit betreft het domein van de inwoners en hun sociaal netwerk, het vormt het fundament van het nieuwe stelsel van maatschappelijke ondersteuning. Van inwoners wordt verwacht dat zij zoveel mogelijk zelfstandig en zelfredzaam zijn, maar ook dat zij zorg hebben voor elkaar en elkaar ondersteuning bieden.
Niveau 2: Algemene voorzieningen. Binnen het Westerkwartier is de keuze gemaakt om voor veelvoorkomende ondersteuningsvragen in ieder geval de mogelijkheden te onderzoeken om algemene voorzieningen te ontwikkelen. Ondersteuning is dan dichtbij en vraaggericht. Ook kan het flexibel worden ingezet afhankelijk van de situatie en de behoefte van een inwoner/ cliënt.
Niveau 3: Maatwerkvoorzieningen. Maatwerkvoorzieningen vallen onder het domein van gemeenten. Gemeenten zijn er voor verantwoordelijk om inwoners te ondersteunen bij hun deelname aan de maatschappij. Wanneer er geen andere mogelijkheden zijn, dan moet dat met een op de inwoner afgestemd maatwerk. Het gaat dan om meer intensieve of langdurige ondersteuning, waarvoor een
6 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
beschikking moet worden verleend. Vanuit de Wmo hebben gemeenten de opdracht om maatwerkvoorzieningen te bieden ter ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie aan inwoners van de gemeente die daartoe op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met andere hulp van andere personen uit hun netwerk niet of onvoldoende in staat zijn. Een maatwerkvoorziening is, waar mogelijk, aanvullend en bouwt verder op de algemene voorzieningen en de ondersteuning vanuit de samenleving. Huidige maatwerkvoorzieningen zijn het verstrekken van hulpmiddelen, begeleiding, dagbesteding en hulp bij het huishouden 2. 3.3
Wijze van organisatie in 2015
De taken van de Wmo zijn in 2015 op verschillende manieren georganiseerd. De taken die al sinds de invoering van de Wmo 2007 onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen, hebben al een plek gekregen binnen de gemeentelijke organisatie. De Wmo taken die vanaf 2015 zijn ondergebracht bij de gemeente zijn voor 2015 grotendeels regionaal geregeld binnen het “Continuïteitsarrangement AWBZ”. Op basis van de drie verschillende niveaus van ondersteuning worden de verschillende taken toegelicht en het ambitieniveau aangegeven zoals beschreven in de visie, de uitgangspuntennota en het beleidsplan Sociaal Domein Westerkwartier. 3.3.a
Ondersteuning vanuit de samenleving (niveau 1)
Ondersteuning vanuit de samenleving is met de invoering van de Wmo 2015 het preventieve fundament binnen het sociale domein, waar ontmoeting, elkaar kennen en gekend worden, het samen activiteiten organiseren, elkaar helpen en ondersteunen, activering en waardering samenkomen. De uitdaging is om de sociale samenhang en veerkracht van inwoners, dorpen en wijken te versterken, zodat problemen worden voorkomen, klein blijven en zoveel mogelijk in de sociale context worden opgelost. Hier ligt een verantwoordelijkheid voor de gemeente, maar ook in het versterken van basisvoorzieningen of algemene voorzieningen waardoor de preventieve infrastructuur wordt versterkt. Dit betreft echter geen inkoop op dit moment, wel kan ondersteuning bestaan uit
mogelijke financiële ondersteuning door bijvoorbeeld
subsidievertrekking. 3.3.b
Algemene voorzieningen (niveau 2)
Vanuit het vertrekpunt van samen- en zelfredzaamheid in de samenleving zetten de gemeenten in het Westerkwartier de komende jaren specifiek in op het (door)ontwikkelen van algemene voorzieningen. Deze algemene voorzieningen dienen aan te sluiten bij specifieke kenmerken van een bepaald gebied of doelgroep. Algemene voorzieningen komen tegemoet aan de wens om ondersteuning zo laagdrempelig mogelijk te organiseren, waarbij er meer invloed en betrokkenheid is op de lokale uitvoering. Bovendien wordt voorkomen dat inwoners last krijgen van het toegangsproces wanneer dit op basis van hun ondersteuningsvraag niet direct noodzakelijk is. Op de volgende pagina worden de algemene voorzieningen, die tot de gemeentelijke taken van de Wmo behoren, toegelicht.
7 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
Welzijnswerk
Welzijnswerk is een verzamelnaam voor diensten en voorzieningen gericht op het bevorderen van welzijn van inwoners. Welzijnswerk heeft als doel om oplossingen aan te dragen voor maatschappelijke problemen, de lokale samenleving vorm te geven en mensen te laten deelnemen in de maatschappij. Voorbeelden van diensten en voorzieningen zijn: sport in de buurt, sociaal cultureel werk, maatschappelijk werk, peuterspeelzaalwerk, vrijwilligerswerk et cetera. Binnen het Westerkwartier zijn er diverse organisaties actief die deze diensten en voorzieningen leveren, waarbij de gemeente opdrachtgever is en de financiering regelt. Momenteel wordt er gewerkt aan een concrete opdracht gericht op de wijze van organiseren van het welzijnswerk en het maatschappelijk werk. Een werkgroep zal, in samenwerking met de betreffende aanbieders, aan deze opdracht uitvoering geven. Onderdeel daar van is het in kaart brengen van huidige inkoopafspraken en subsidierelaties en de wijze waarop hier vervolg aan gegeven gaat worden.
Ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties
Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in de samenleving, in het dagelijks leven. Ze zorgen voor sociale activiteiten, sport en spel en hiermee dus voor de leefbaarheid in de omgeving. Daarnaast spelen vrijwilligers ook een belangrijke rol in maatschappelijke initiatieven waaronder de informele zorg. Bovendien heeft het doen van vrijwilligerswerk ook voordelen voor de vrijwilligers zelf. Een vrijwilliger heeft een actieve rol in de samenleving, waardoor het gevoel van mee doen en er persoonlijk toe doen wordt versterkt. In het Westerkwartier is de ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties op diverse wijzen georganiseerd. Uitgangspunt is het versterken en voortbouwen op de al bestaande en succesvolle initiatieven en de verbinding zoeken in de wijze van organiseren op Westerkwartierniveau, daar waar het nog vooral gemeente specifiek is georganiseerd. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid van de gemeente in de ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties wordt meegenomen in het subsidie- en inkoopproces en het ontwikkelen van voorzieningen.
Ondersteuning van mantelzorgers
Mantelzorgers staan aan de basis van de Wmo. Zij dragen bij aan het langer (gezond) thuis blijven wonen van een hulpbehoevende inwoner. Daar mantelzorg vaak langere periodes, soms zelfs jaren wordt verleend, is er in veel situaties op den duur sprake van overbelasting. Binnen het Westerkwartier is ervoor gekozen om mantelzorgers te ondersteunen zodat zij de zorg langer en beter kunnen volhouden en overbelasting voorkomen wordt, waarbij de nadruk ligt op het investeren aan de voorkant. Wanneer mantelzorgers in staat worden gesteld zorg te verlenen, voorkomt dit enerzijds (zwaarder) zorggebruik op de lange termijn anderzijds behoudt de hulpbehoevende zorg/ ondersteuning van een vertrouwd persoon die de individuele wensen goed kent. Voor het inkoopproces betekent dit dat er gekeken zal worden welke maatwerkvoorzieningen als algemene voorzieningen kunnen worden georganiseerd, daar waar het gaat om respijtzorg. Dit als vanzelfsprekend in samenwerking met aanbieders, cliënten en mantelzorgers. Uitgangspunten zijn effectief, efficiënt en in de buurt.
Cliëntondersteuning
Inwoners zijn niet altijd in staat hun ondersteuningsvraag te verwoorden, dan is er ondersteuning bij nodig. Voor de Wmo 2015 heeft MEE de rol van cliëntondersteuner vervuld voor de AWBZ. Voor 2015 zijn er regionaal met MEE afspraken gemaakt om in 2015 de continuïteit van cliëntondersteuning te borgen, deze zijn geformuleerd in het “Transitiearrangement MEE”. In 2015 zal bepaald moeten worden op welke wijze voor 2016 de cliëntondersteuning van MEE georganiseerd en dus ingekocht moet worden. Hiertoe is binnen het Westerkwartier een werkgroep ingericht die de opdracht heeft om cliëntondersteuning in brede zin te organiseren. Naast de MEE zijn namelijk op lokaal niveau diverse cliëntondersteuners actief. De diverse partijen
8 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
zullen in dit proces meegenomen worden. Om deze reden zal de cliëntondersteuning in dit document verder niet aan bod komen.
Wijkverpleegkundige niet-toewijsbare zorg (S1)
Met ingang van 1 januari 2015 zijn de prestaties persoonlijke verzorging en verpleging overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Onderdeel hiervan is de wijkverpleging. Deze wordt ingekocht en bekostigd in twee segmenten. Het grootste segment (S2) bestaat uit het verrichten van verpleegkundige en verzorgende handelingen. Het kleinere en eerste segment (S1) richt zich op wijktaken en is de eerste toegang tot professionele zorg en de verbindende schakel tussen zorgvragers en aanbieders binnen de domeinen van zorg, wonen en welzijn. Door deze schakelfunctie wordt de inkoop in afstemming met de gemeenten georganiseerd en is ook de gemeente verantwoordelijk om samen met de aanbieders tot een werkwijze te komen. Dit proces is in gang gezet, waarbij een werkgroep namens het Westerkwartier dit gemeentelijk verder uitwerkt. Uiterlijk 7 april 2015 zal het procesvoorstel in de colleges worden vastgesteld. Inkoop van zowel S1 als S2 ligt buiten de verantwoordelijkheid van de gemeenten, daar deze diensten door de zorgverzekeraar worden ingekocht. 3.3.c
Maatwerkvoorzieningen (niveau 3)
De maatwerkvoorzieningen kunnen in drie categorieën worden ingedeeld; gemeentelijk, provinciaal of landelijk georganiseerde maatwerkvoorzieningen. Deze voorzieningen worden op basis van deze categorieën nader beschreven. Gemeentelijke georganiseerde maatwerkvoorzieningen vanuit de Wmo 2007 Vanuit de Wmo 2007 heeft de gemeente al diverse maatwerkvoorzieningen georganiseerd. Achtereenvolgens worden deze kort benoemd en eventueel welke inkoopafspraken hierover bestaan.
Woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen
De roerende woonvoorzieningen (zoals douchestoelen, badplanken, badliften en tilliften), rolstoel- en vervoersvoorzieningen (fietsvoorzieningen en scootmobielen) worden onder de noemer van individuele Wmo voorzieningen vaak als één geheel gezien en ook op die manier ingekocht. In 2010 heeft een ambtelijke werkgroep van de Westerkwartiergemeenten gewerkt aan het gezamenlijk inkopen van deze Wmo voorzieningen. Nadat was geconcludeerd dat de intentie er was om gezamenlijk te willen aanbesteden is er overleg geweest over de voorwaarden waaronder. Het belangrijkste onderwerp daarbij was de keuze voor huren of kopen, omdat één constructie werd gezien als een voorwaarde voor gezamenlijk aanbesteden. De gemeenten Grootegast en Marum huurden de hulpmiddelen daar waar de gemeenten Zuidhorn en Leek de hulpmiddelen zelf kochten. Uiteindelijk is besloten om te gaan voor de optie huren. Na het doorlopen van de aanbestedingsprocedure is op basis van de prijsstelling van de inschrijver en het feit dat maar één inschrijver een aanbieding heeft gedaan destijds besloten niet te gunnen. De colleges van Marum en Grootegast hebben daarop besloten van gezamenlijke aanbesteding binnen het Westerkwartier af te zien. Marum en Grootegast hebben vervolgens middels een Europese aanbesteding in 2012 een opdracht op de markt gezet voor het leveren van rolstoelen, vervoersvoorzieningen en roerende woonvoorzieningen inclusief de bijbehorende ondersteunende dienstverlening op het gebied van passing, service, verzekering, onderhoud, reparatie, nazorg en andere dienstverlening. Hierbij is gekozen voor een huurconstructie. In Leek en Zuidhorn is ervoor geopteerd om de voorzieningen zelf te blijven kopen. De huidige overeenkomst van Grootegast en Marum is afgesloten voor 2 jaar met daarbij de optie om 3 maal met 1 jaar te verlengen. Leek en Zuidhorn
9 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
hebben een contract afgesloten van 3 jaar, ingaande op 1 oktober 2013. Na afloop van deze periode kan de overeenkomst tweemaal met een jaar verlengd worden. Naast bovenstaande voorzieningen verstrekt de gemeente op grond van de Wmo ook stoeltrapliften aan inwoners die daarvoor in aanmerking komen. Na een Europese aanbesteding door de vier Westerkwartiergemeenten is besloten om per 1 april 2011 het verstrekken en onderhoud van de stoeltrapliften te gunnen aan 1 aanbieder. In het contract tot levering en onderhoud van trapliften is destijds de optie opgenomen dat de gemeenten het contract tweemaal met een jaar mochten verlengen. Op grond van de positieve ervaringen met Handicare hebben de colleges in het Westerkwartier in 2013 ingestemd met het verlengen van het contract voor de duur van twee jaar tot 1 april 2015. De huidige overeenkomst eindigt in principe per 1 april 2015. Voor alle vier gemeenten geldt dat de samenwerking met de aanbieder naar volle tevredenheid verloopt. Daarnaast zien we de totale uitgaven de afgelopen jaren teruglopen door het her verstrekken van trapliften uit depot en een terugloop in het aantal toekenningen. Door het sterk teruglopen van de uitgaven blijven we als gemeenten onder de Europese aanbestedingsdrempel. Voor deze opdracht geldt de meervoudige onderhandse procedure. Het eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid biedt de mogelijkheid om, nadat de colleges akkoord zijn, af te wijken van deze procedure. Dit heeft tot gevolg dat we voornemens zijn het bestaande contract met de huidige aanbieder één op één te verlengen met 3 jaar. Besluitvorming in de colleges op 31 maart 2015.
Hulp bij het Huishouden
Hulp bij het Huishouden valt onder te verdelen in twee categorieën, HH1 en HH2. Wat betreft HH1 hebben de gemeenten in het Westerkwartier besloten deze per 1 januari 2015 af te schaffen. In verband met het overgangsrecht zal in het eerste half jaar van 2015 deze voorziening nog wel worden geboden, daarna houdt het op in de oorspronkelijke vorm te bestaan. Wel is er met extra beschikbare middelen vanuit het Rijk een “Basispakket Hulp bij het Huishouden” ontwikkeld. Dit pakket heeft als doel de werkgelegenheid behouden binnen de betreffende sector en maakt tevens dat een schoon huis voor alle inwoners in het Westerkwartier bereikbaar blijft. Ook voor 2016 zijn de extra middelen toegekend. Op welke wijze deze ingezet zullen worden, wordt bepaald in de loop van 2015 op basis van ervaring en de verdere inkoop van Wmo taken. Ten aanzien van HH2 geldt dat de overeenkomst loopt van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. De overeenkomst kan twee maal verlengd worden. Afgesproken is dat partijen voor 1 juli 2015 laten weten of zij al dan niet instemmen met de verlenging van het eerste optiejaar. Ditzelfde geldt voor het instemmen met het tweede optiejaar (besluit vóór 1 juli 2016). Indien de overeenkomst niet wordt verlengd of afloopt dan zal de HH2 wederom aanbesteed dienen te worden. Op dit moment is de intentie om het contract te verlengen met 1 jaar. Dit sluit aan bij de verstrekking van de extra middelen HHT, waar het “Basispakket Hulp bij het Huishouden” voor ingericht is. Bovendien geeft dat de ruimte om te onderzoeken of en op welke manier de maatwerkvoorziening HH2 als algemene voorziening geboden zou kunnen worden.
10 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
Gemeentelijke georganiseerde maatwerkvoorzieningen vanuit de Wmo 2015 De maatwerkvoorzieningen die vanuit de AWBZ naar de Wmo zijn overgeheveld per 1 januari 2015 zijn ondergebracht in het arrangement AWBZ. In dit arrangement wordt voor 1 jaar vorm gegeven aan het overgangsrecht dat in de wet is opgenomen en dat toeziet op de continuïteit van de te decentraliseren AWBZ zorg. Voor 2016 zal echter lokaal een passend aanbod moeten worden georganiseerd. Wat maakt dat het inkoopproces van alle onderstaande voorzieningen in dit document nader uitgewerkt wordt. Hierbij hebben de Westerkwartiergemeenten ten aanzien van de inkoop (van maatwerkvoorzieningen) de ambitie om de zorg en ondersteuning laagdrempelig en dichtbij te organiseren, waarbij onderzocht dient te worden welke voorzieningen als algemene voorzieningen kunnen worden georganiseerd. Bovendien zal kritisch gekeken moeten worden naar de overlap van bestaande voorzieningen en de voorzieningen/ taken die vanuit de Wmo 2015 worden overgeheveld.
Begeleiding individueel
Individuele begeleiding richt zich op het begeleiden in het dagelijks functioneren, waarbij geen medische zorg nodig is. Individuele begeleiding wordt, afhankelijk van de ondersteuningsvraag, zowel kortdurend als langdurig ingezet. Doelstelling voor 2016 wordt beschreven in het meer gebiedsgericht organiseren van individuele begeleiding waarbij naar samenhang, ontkokering, verbinding en efficiency in de ondersteuning wordt nagestreefd. Bovendien wordt ingezet op het verminderen van het aantal hulpverleners in huishoudens/ gezinnen, zeker waar het gaat om langdurige en intensieve begeleiding.
Begeleiding groep (dagbesteding)
De doelgroep die gebruik maakt van begeleiding groep is heel divers, ditzelfde geldt voor de omvang in uren. Ook kan de reden van gebruik verschillend zijn. Enerzijds kan begeleiding groep gericht zijn op een structurele, zinvolle, tijdsbesteding, anderzijds kan begeleiding groep vooral gericht zijn op het ontlasten van de mantelzorger.
Vervoer naar dagbesteding
Vanuit de Wmo 2015 krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor het vervoer van de inwoner naar hun dagbesteding. Dit werd door de zorgorganisaties zelf georganiseerd en voor 2015 is dit meegenomen in het continuïteitsarrangement. Op provinciaal niveau is qua vervoer veel overlap. Vanuit het beleidsplan wordt voor 2016 ingezet op enerzijds het dichterbij organiseren van dagbesteding waardoor minder of geen vervoer nodig is, anderzijds op efficiëntie door integratie van verschillende vervoersvormen en het openbaar vervoer. De mogelijkheden hiertoe dienen verder onderzocht te worden om tot een werkwijze te komen voor 2016 met bijbehorende inkoopafspraken. Provinciaal zal ook een werkgroep worden geïnstalleerd met als voorlopig doel te komen tot een vorm van Publiek Vervoer.
Kortdurend verblijf
Kortdurend verblijf is een functie in de AWBZ die mantelzorgers tijdelijk ontlast en daarmee ondersteunt. Op dit moment hebben mensen met een indicatie voor kortdurend verblijf altijd een andere AWBZ indicatie voor extramurale zorg, bijvoorbeeld begeleiding, persoonlijke verzorging en/ of verpleging.
11 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
Provinciaal georganiseerde maatwerkvoorzieningen De uitvoering van de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang is al jaren een wettelijke verantwoordelijkheid van alle gemeenten. De samenwerking met de gemeente Groningen als centrumgemeente is ook binnen de Wmo 2015 gecontinueerd. Beschermd wonen wordt aan deze verantwoordelijkheid toegevoegd. Beschermd wonen is bedoeld voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De Westerkwartiergemeenten hebben de centrumgemeente Groningen gemandateerd voor deze verantwoordelijkheden en gezamenlijk zijn er afspraken gemaakt over de toegang. De centrumgemeente Groningen maakt vervolgens afspraken met de aanbieders. Ook het beschikbare budget wordt hiermee overgeheveld naar de centrumgemeente. Cliënten kunnen in ieder geval voor een periode van 5 jaar of, indien de lopende indicatie voor een kortere periode geldt, voor de resterende duur van de indicatie gebruik blijven maken van beschermd wonen. Ten slotte wordt van de gemeenten verwacht dat zij binnen de Wmo 2015 inzetten op het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. Hiertoe is samen met de Jeugdzorg een bovenlokaal Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) georganiseerd. Landelijk georganiseerde maatwerkvoorzieningen Onder de Wmo 2015 vallen ook vormen van zeer specialistische ondersteuning voor mensen met zintuiglijke beperkingen. De aantallen zijn per gemeente zo klein, waardoor er landelijke inkoopafspraken zijn gemaakt. Hiertoe hebben de gemeenten de VNG gemandateerd, er zijn raamcontracten voor 3 jaar afgesloten.
12 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
4
Inkoopopdracht Wmo taken
De gemeentelijke werkwijze die met de decentralisaties van de Wmo, Jeugdwet en de Participatiewet is gekozen heeft als uitgangspunt de ondersteuningsvraag van de inwoner, waarbij de zelfredzaamheid en de ondersteuning vanuit de samenleving centraal staan. Dit heeft ook invloed op het ondersteuningsniveau van de voorzieningen. Hier zal een verschuiving ontstaan richting laagdrempelige, voorliggende voorzieningen ondersteunend aan niveau 1. Het is dan ook de vraag of de bestaande voorzieningen op een zelfde wijze georganiseerd moeten worden, zoals ze vanuit de AWBZ overgeheveld worden. Dit zal onderzocht moeten worden om uiteindelijk in te kunnen kopen. Om dit proces te sturen wordt in dit hoofdstuk de inkoopopdracht ten aanzien van de Wmo taken beschreven, in de vorm van een doelstelling met resultaten. Ook wordt op basis van voorgaande hoofdstukken prioritering aangegeven wat betreft de in te kopen producten/ voorzieningen. 4.1
Doelstelling en resultaat
Na de decentralisaties hebben gemeenten een belangrijke positie in de inkoop van begeleiding, ondersteuning en zorg voor hun kwetsbare inwoners. Feitelijk zijn zij binnen de eigen gemeentegrenzen de enige inkoper op de betreffende domeinen en daarmee “monopsonist” op dit specifieke inkoopgebied. Die inkoopmacht komt met verantwoordelijkheden. Naast het kiezen van een inkoopmodel, dat adequate producten/ diensten van de juiste kwaliteit tegen een zo laag mogelijke prijs waarborgt, dienen gemeenten zich bewust te zijn van het effect van de gekozen wijze van inkopen op de toekomstige marktordening. Vanuit deze verantwoordelijkheid is een doelstelling geformuleerd met richtinggevende uitgangspunten. Deze moeten leiden tot het gewenste resultaat. Doelstelling “Het doel van de inkoopopdracht van de Wmo taken is om te komen tot het sluiten van overeenkomsten met aanbieders die de vereiste ondersteuning kunnen verlenen. 2015 is een overgangsjaar waarbij de continuering van de ondersteuning voor de inwoners centraal staat. De gemeenten zorgen er daarbij voor dat er voldoende ondersteuning wordt ingekocht binnen de daarvoor beschikbare middelen en dat de ingekochte ondersteuning ook doelmatig en effectief is. Daarnaast is er ook de opgave om de gewenste transformatie te stimuleren zodat de inhoud van de ondersteuning in het sociale domein beter aansluit op de behoeften van de Westerkwartierse huishoudens. Hierbij zal immers worden gewerkt vanuit de benadering 1 huishouden 1 plan 1 regisseur.” Uitgangspunten
Gezamenlijk en één werkwijze binnen het WK;
Adequaat inkopend, passend bij de vraag;
Doelmatig inkopen;
Ruimte laten voor vernieuwing;
Waarborgen van noodzakelijke continuïteit van ondersteuning voor huidige cliënten;
Zoveel mogelijk zelf kunnen sturen op volume en kosten van zorgconsumptie;
Meer gebruiken van preventieve, lichte, vernieuwende hulp, die dichterbij wordt aangeboden;
Minder gebruiken van dure, specialistische, regionale ondersteuning en hulp;
Oplossen van problemen van inwoners (vraaggericht) is leidend bij de inkoop;
Inkoopprocedure op maat.
13 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
Gewenste resultaat Met de tijd zullen de gemeenten steeds meer sturing krijgen op de inkoop. Dit biedt de ruimte om samen met aanbieders en cliëntvertegenwoordigers definities te formuleren van de in te kopen diensten/ producten. Nieuwe diensten/ producten kunnen ontstaan wanneer cliënten en medewerkers binnen het Sociale Domein daar om vragen. De Westerkwartiergemeenten opteren voor centrale raamcontracten, waarbinnen cliënt en ‘casemanager’ in overleg bepalen wat er wordt afgenomen. Aanbieders worden toe gelaten die voldoen aan de geformuleerde inkoopcriteria, waaronder specifieke kwaliteitseisen. Afhankelijk van het product kan de bereidheid van de aanbieder een „lokaal partnerschap‟ aan te gaan een belangrijk criterium zijn. Kleine en/of lokale aanbieders die aan de criteria voldoen kunnen als vanzelfsprekend ook deelnemen aan het inkoopproces. In de inkoopvoorwaarden worden prikkels ingebouwd voor doelmatigheid en innovatie. Voorbeelden zijn voorkómen van onnodig doorverwijzen naar specialistische hulp, voorkómen dat trajecten onnodig lang duren, stimuleren van „terug naar het gewone leven‟ zodra dat verantwoord kan, stimuleren van het gebruikmaken van eigen kracht en van de sociale omgeving. Binnen de inkoop is ruimte voor slimme arrangementen, innovatieve maatwerkoplossingen en zorgvernieuwing. Dit draagt bij aan het realiseren van noodzakelijke besparingen. Concreet kan voorgaande tekst vertaald worden in de volgende resultaten:
Definiëring in te kopen diensten/ producten;
Subsidiëren en inkopen van algemene voorzieningen;
Collectief inkopen, lokaal toewijzen;
Kwaliteit en kwaliteitsborging;
Prestatieafspraken.
14 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
4.2
Inkoop gespecificeerd naar Wmo taken
In onderstaande tabel wordt schematisch weergegeven welke Wmo taken meegenomen worden in voorliggende inkoopopdracht. Ook wordt bij opmerkingen aangegeven op welke wijze dit gebeurt. Voorziening
Nr.
Onderwerp
Inkoop
A= Algemeen
Ja
Opmerkingen
Termijn
Subsidie
Proces is gestart als onderdeel van de
Nee
M= Maatwerk
A
1
Welzijnswerk (Maatschappelijk werk)
X
werkgroep: realisatie en doorontwikkeling Functioneel Model Westerkwartier A
2
Ondersteuning vrijwilligers (organisaties)
X
Opdracht om één werkwijze te ontwikkelen voor het Westerkwartier wordt opgepakt in 2016
A
3
Ondersteuning Mantelzorgers
X
Voor dit inkoopproces betreft het slechts
Vanaf 2016 onderdeel van inkoopproces
respijtzorg, uitgangspunten hierbij zijn: effectief, efficiënt, dichtbij A
4
Cliëntondersteuning (o.a. MEE)
X
Voor 1/7/2015 duidelijkheid rol MEE
Totale opdracht cliëntondersteuning wordt opgepakt in 2016
A
5
Wijkverpleegkundige niet toewijsbare zorg
X
Verplicht bij zorgverzekeraar
Proces is gestart, inkoop is gerealiseerd door de zorgverzekeraar
M
6
Woonvoorzieningen
X
Bestaande contracten
Zal op middellange termijn opgepakt worden (2017), waarbij het doel is om gezamenlijke inkoopafspraken te maken op WK niveau.
M
7
Vervoersvoorzieningen
X
Bestaande contracten
Zal op middellange termijn opgepakt worden (2017), waarbij het doel is om gezamenlijke inkoopafspraken te maken op WK niveau.
15 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
M
8
Rolstoelvoorzieningen
X
Bestaande contract
Zal op middellange termijn opgepakt worden (2017), waarbij het doel is om gezamenlijke inkoopafspraken te maken op WK niveau.
M
9
Hulp bij het Huidhouden
X
Bestaande contracten vóór 1/7/2015 besluit
Voorstel is om de bestaande contracten te
verlengen met 1 jaar of niet
verlengen met 1 jaar.
M
10
Begeleiding individueel
X
Inkoop gerealiseerd per 1 januari 2016
M
11
Begeleiding groep (dagbesteding)
X
Inkoop gerealiseerd per 1 januari 2016
M
12
Vervoer naar dagbesteding
X
Inkoop gerealiseerd per 1 januari 2016
M
13
Kortdurend verblijf
X
Inkoop gerealiseerd per 1 januari 2016
M
14
Provinciaal georganiseerde
X
maatwerkvoorziening M
15
Landelijk georganiseerde
X
Inkoop wordt gedaan door de
Looptijd van de contracten is vijf jaar
Centrumgemeente Groningen
(overgangstermijn)
Zeer specialistische ondersteuning
Contracten lopen van 1 januari 2015 tot en
maatwerkvoorziening
met 31 december 2018
Tabel 1: Inkoop Wmo 2015 – 2020 Westerkwartiergemeenten
16 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
5.
Activiteitenplan
Het activiteitenplan, beschreven in dit hoofdstuk, geeft een planning van de inkoop van Wmo taken voor 2016. Hoewel ook in de daarop volgende jaren activiteiten zullen plaats vinden, zijn deze voor dit moment nog niet volledig te overzien. Bovendien vloeien deze voort uit de keuzes en resultaten ten aanzien van het inkoopproces in 2016. 5.1
Procesbeschrijving Wat
Wanneer
Stand van zaken (d.d. eind maart 2015)
e
Fase 1: Informerende fase
1 kwartaal 2015
Plan van aanpak opstellen
Concept plan van aanpak is gereed.
Datum thema avond
-
Contextverduidelijking
gemeenteraden is gepland (18 mei
-
Nieuwe ontwikkelingen schetsen
2015).
-
Richting geven en toch ruimte laten
-
Voeding voor gesprek
-
Procesvoorstel
Fase 2: Inventarisatie- en onderzoeksfase
e
e
1 en 2 kwartaal 2015
Theoretische verdieping en kennis
De in te kopen diensten/ producten (zoals geformuleerd onder de
delen gemeenten
AWBZ) zijn helder geformuleerd/
Inventarisatie bestaande initiatieven
gedefinieerd. Inkoopmodellen worden in
en het kwaliteitsniveau Samenwerkingsmogelijkheden
werkgroep onderzocht en gewogen. Contact opgenomen met aantal
onderzoeken grenzende gemeenten Gesprekken lokale aanbieders
Groningse gemeenten over
Gesprekken inwoners
samenwerkingsmogelijkheden. Met zowel Stichting de Zijlen als Zonnehuisgroep Noord zijn gesprekken gevoerd over mogelijk nieuwe diensten/ producten. Denkrichting nieuwe diensten/ producten: organiseren van ‘proeftuinen/ pilots’ gericht op onder andere dagactiviteiten van ouderen als algemene voorziening. e
Fase 3: Beleidsbepaling
2 kwartaal 2015
Uitwerking in te kopen diensten. Op basis van plan van aanpak, bijeenkomsten met aanbieders en cliënten uitwerken van een aantal realistische situaties Uitkomsten (voorkeur) voorleggen Opstellen Inkoopbeleid Wmo taken
17 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
e
Fase 4: Vaststelling
2 kwartaal 2015
Besluitvorming College Besluitvorming Gemeenteraad e
Fase 5: Inkoopfase
e
3 en 4 kwartaal 2015
Formuleren bestek e
Fase 5: Implementatiefase
4 kwartaal 2015 en verder
Tabel 2: Schematische weergave inkoopproces 2016 5.2
Organisatie
Er wordt uitvoering gegeven aan de doelstelling door een werkgroep. Deze werkgroep bestaat uit verschillende medewerkers van de vier gemeenten binnen het Westerkwartier:
Carola van Engeland (beleidsmedewerker Wmo Leek)
Mariëtte Leegwater (beleidsmedewerker Welzijn Zuidhorn)
Niels Scholtens (beleidsmedewerker Samenlevingszaken Grootegast)
Jetty Hoenkamp (beleidsmedewerker Samenleving Marum)
Piet Bakker (inkoopadviseur Westerkwartier)
De werkgroep zal terugkoppeling geven over de stand van zaken in het proces aan de hoofden welzijn en de portefeuillehouders op dit onderwerp. Daar waar keuzes gemaakt dienen te worden, zal dit als vanzelfsprekend via de reguliere besluitvorming gaan. De verwachte tijdsinvestering van de leden van de werkgroep zal circa 16 uren per week bedragen. De inschatting is dat deze uren niet evenredig te verdelen zijn over de functioneringsperiode van de werkgroep, maar dat de ureninzet variabel is. 5.3
Rol van de raad
De inkoop van de Wmo 2015-2020 is een omvangrijk proces. Concreet gaat het nu eerst om de inkoop van de Wmo 2016. Afhankelijk van het onderwerp moet worden bepaald wat de rol is van de gemeenteraden in de vier gemeenten. Bij het ene onderwerp gaat het om het informeren van de raden en een ander onderwerp vraagt een besluitvormende rol van de raden. In overleg met de coördinerende griffier (griffier Leek) wordt hier invulling aan gegeven. Om de raden te informeren staat in ieder geval al een raadsavond gepland op 18 mei 2015. Tijdens deze avond staat de Inkoop Wmo 2016 op de agenda. 5.4
Participatie door inwoners
Participatie door inwoners kan breed worden opgevat. Als eerste moeten de Wmo adviesraden in het Westerkwartier worden benoemd. De adviesraden worden door de betrokken beleidsmedewerkers op de hoogte gebracht tijdens hun vergaderingen. Daarnaast worden de voorstellen voorgelegd aan de adviesraden zodat hun advies meegenomen kan worden in de verdere besluitvorming. Net als vorig jaar worden er één of meerdere
informatieavonden georganiseerd voor de gezamenlijke adviesraden. Tijdens deze avond(en)
worden de adviesraden bijgepraat en kunnen vragen worden gesteld.
18 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier
De werkgroep Inkoop Wmo is al in gesprek met een aantal grote aanbieders in het Westerkwartier. Om ook de cliënten van die aanbieders een stem in het proces te geven, is het idee om de cliëntenraden van die aanbieders te benaderen. Dit wordt de komende periode verder uitgewerkt. Daarnaast bestaat er een regelmatig overleg met vertegenwoordigers van ’kleine aanbieders’ en de vier gemeenten. Met deze aanbieders wordt besproken hoe zij bij dit proces betrokken kunnen worden en hoe hun cliënten hierbij betrokken kunnen worden. 5.6
Kosten
De kosten voor de inkoop van de nieuwe Wmo taken zijn voor 2016 (en verder) nog niet helder, omdat we nog niet kunnen teren op ervaring. De gelden voor 2015 ten gunste van het continuïteitsarrangement (provinciaal) zijn gebaseerd op de mei circulaire 2014. In de begroting is voor het Westerkwartier een bedrag van €3.058.808 voor Zorg in natura (Zin) opgenomen en €2.858.895 voor Wmo Persoons gebonden budget (Pgb). De verdeling voor het Pgb en Zin is afgeleid uit de Vektis cijfers 2012. Wat betreft de HH2 (welke geen nieuwe taak is in het sociaal domein) is op basis van advies van de werkgroep “inkoop en aanbesteding” voor 2015 een budget van €2.400.000 begroot. Hier moet wel bij opgemerkt worden dat circa de helft van dit bedrag gereserveerd is voor de bekostiging van de afbouw HH1 (overgangstermijn). Halverwege 2015 hopen we meer inzicht te krijgen van Groningen in de daadwerkelijke gemaakte kosten. Op dit moment betaalt iedere gemeente een vast bedrag per maand aan de gemeente Groningen. Dit bedrag is zoals boven beschreven gebaseerd op aannames (continuïteitsarrangement).
19 Plan van aanpak Inkoop Wmo 2015-2020 Westerkwartier