BIJEENKOMST DUAAL 2 Het assessment Relatie en gezag 2
HET ASSESSMENT
Een proeve van bekwaamheid
VOORWAARDE OM AAN HET ASSESSMENT DEEL TE NEMEN
Propedeuse behaald Minimaal 12 studiepunten van het totale tweedejaars programma (60 punten)
(PROEF) ASSESSMENT In januari: proefassessment Na het halen van het proefassessment wordt het assessment aangevraagd Tussen maart en mei: assessment assessoren: iemand van Driestar-educatief + een docentopleider / of de coördinator
NA HET ASSESSMENT
Solliciteren (als er een vacature is)
Gesprek met directie, vakgroep en bestuur
Je wordt aangenomen onder voorwaarde dat je aan het einde van leerjaar 2:
in het totaal 90 studiepunten hebt behaald, waarvan minimaal 12 van het PD-deel van het tweede jaar 75 lessen gegeven hebt Assessment behaald
HET (PROEF) ASSESSMENT Uitgebreide voorbereiding aan de hand van het lesvoorbereidingsformulier van Geerlichs (voorbespreken met je docentopleider) Voorgesprek met de assessoren over de voorbereide les + het portfolio De les Nagesprek met de assessoren
WELKE COMPETENTIES WORDEN BEOORDEELD? Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling
RELATIE EN GEZAG 2 Pedagogisch klimaat Gespreksvoering Roos van Leary Het sociogram De dagopening Opvoeden, een opgave Leren van de oudheid tot de Reformatie
PEDAGOGISCH KLIMAAT
In de loop van de tijd zijn de ped.did. opvattingen veranderd:
Er komt aandacht voor samenhang tussen leerinhouden van verschillende vakken Er komt meer nadruk op actief en zelfstandig leren Toepassen van leerstof wordt steeds meer verkozen boven reproduceren van leerstof Er wordt meer nadruk gelegd op samenwerking tussen leerlingen Er wordt meer gedifferentieerd in prestatie-eisen De inspraak van leerlingen in het onderwijs wordt gestimuleerd
PEDAGOGISCH KLIMAAT
Van leerstofgericht naar leerlinggericht
Een leerstofgerichte docent:
is meer gericht op de leerstof dan op relatie Vaak meer directief
Een leerlinggerichte docent:
Sterk gericht op relatie Vaak meer non-directief
ONZE PUBERS
http://www.leraar24.nl/video/2510
HOE ZORG JE VOOR EEN GOED PEDAGOGISCH KLIMAAT 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10.
Wees niet jezelf (wees professioneel) Maak contact Hanteer de eerste lessen een vast patroon Keep them busy Eigen regels eerst Als je kleine dingen groot maakt, krijg je minder grote dingen Vraag je bij bepaald gedrag af: “wil ik dit gedrag maal 20?” Zo niet > doe er nu wat aan Wees als een spin in het communicatieweb Start consequent en hou dat vol tot het in de klas gaat zoals jij dat hebben wilt Als iets niet werkt, doe dan wat anders
http://www.leraar24.nl/video/1418
WEES NIET JEZELF > WEES PROFESSIONEEL
Voorwaarde voor een professionele houding: Zelfreflectie Van ‘Help, ze doen niet wat ik wil’, naar ‘hé, hoe komt het dat ze niet doen wat ik wil’
MAAK CONTACT Sta bij de deur als de leerlingen komen Begroet ze Maak regelmatig een praatje met leerlingen Kijk regelmatig de klas rond en maak oogcontact Ga tijdens zelfstandig werken bij een groepje zitten en knoop een gesprekje aan Glimlachen helpt leerlingen zich op hun gemak te voelen
HANTEER DE EERSTE LESSEN EEN VAST PATROON Zorg voor een plattegrond Zorg voor heldere algemene regels Hanteer heldere procedures:
Voor het gebruik van het lokaal lesmaterialen / wcgebruik Bij niet-acceptabel gedrag (eerst waarschuwen, dan pas straf) Bij de start en de afsluiting van de les
KEEP THEM BUSY
Als lln. niets meer te doen hebben, loop je het risico van onrust
EIGEN REGELS EERST
Als je niet precies weet wat de regel in school is dan geldt: eigen regels eerst Zo is het / zo wil ik het hebben Bij commentaar van lln: Dat zoek ik later dan wel uit, maar voorlopig is het zo
KLEINE DINGEN GROOT MAKEN
Reguleer vooral dat gedrag dat makkelijk te controleren is
Ga recht zitten Doe je pet af Schuif je stoel aan Als je een vraag hebt, steek je een vinger op Mond dicht
Zeg wat de lln wel moeten doen en niet wat ze niet moeten doen!
WIL IK DIT 20 KEER?
Nee > doe er wat aan
WEES DE SPIN IN HET COMMUNICATIEWEB
Alle communicatiedraden moet via jou lopen
Lln praten alleen met elkaar als jij daar toestemming voor gegeven hebt
START CONSEQUENT Als zich een overtreding voordoet, moet je er altijd wat aan doen Doe er net zo lang iets aan tot het gewenste gedrag wordt vertoond
ALS IETS NIET WERK, DOE DAN WAT ANDERS Goochelen met aandacht http://www.leraar24.nl/video/1525
GESPREKVOERING
Waarom een onderwijsleergesprek?
Zo kun je verbanden tussen begrippen expliciet maken Ll. leren feiten interpreteren Ll. leren een standpunt te bepalen Je kunt een probleem verder uitdiepen Zwakke ll. kunnen zo van sterke ll. leren
Communicatie is meer dan alleen wat we zeggen
Overal waar mensen communiceren kun je de volgende vragen stellen:
-
Volgen mensen elkaar? Word jij gezien en gehoord? Voelt de ander zich gezien en gehoord? (wordt de ander ontvangen) Word je zelf ontvangen? Wie is er aan de beurt? Is hierin evenwicht? Is de reactie van de één, een vervolg op de ander. M.a.w. is er uitwisseling? Wordt er vriendelijk leiding gegeven? Wie heeft de leiding?
Om goed en effectief te communiceren moet je niet alleen letten op jouw taalgebruik.
Wees je bewust van jouw lichaamstaal en de lichaamstaal van degene met wie je communiceert
Goed kunnen luisteren is de basis voor een goed gesprek
Actief luisteren -
Stoelschikking Openen van een gesprek (vertel de reden van het gesprek) Een neutrale houding De kunst van het vragen stellen - Gesloten vragen (beginnen altijd met een werkwoord) - Kunnen met ja of nee beantwoord worden (Houd jij van katten?) - Vragen waarbij uit verschillende alternatieven gekozen kan worden (Houd jij van katten omdat ze lief zijn of omdat ze muizen vangen) - Open vragen (W- of H-vragen) Beginnen bijna altijd met vraagwoorden met W of een H als eerste letter (Wie, waarom, wat, hoe, hoezo enz.) -De kunst van het samenvatten (stimuleert de ander om de diepte in te gaan en gedetailleerdere informatie te geven) - vat samen op relevantie - vat samen in eigen woorden - vat samen op de juiste momenten - Gebruik maken van stiltes (Het enige effectieve wapen tegen mensen die zwijgzaam zijn, is zelf nog zwijgzamer zijn)
Gebruik zo min mogelijk ‘waarom’-vragen ‘Waarom’-vragen hebben de neiging om de ander in de verdediging te drukken Beter is gebruik te maken van bijv. de woorden ‘omdat’ of ‘want’
Deze woorden lokken uit tot spreken en zijn neutraal.
Opdracht: -In drietallen (docent / leerling / observator) - Tijd: 30 minuten - Docent: Leerling is stil en teruggetrokken. Er lijkt wat aan de hand te zijn. Daar wil jij achter komen - Observator: Bekijk het gesprek op de verschillende aspecten van de basiscommunicatie (volgen-ontvangen / toewenden / knikken e.d.) en de wijze van vragenstellen (open / gesloten vragen)
-Leerling: neem een situatiekaart Na 10 minuten wisselen van rol
Opbouw van een gesprek
Fase
Aandachtspunten
Voorbereiding
- Zorg voor een rustige omgeving - Zorg voor een juiste plaatsing van de stoelen - Stel vast wat je te weten wilt komen - Reserveer voldoende tijd
Opening
- Kom snel ter zake - Maak de reden van het gesprek duidelijk - Benadruk het belang van het gesprek
Openingsvraag
Stel een niet-suggestieve open vraag
Antwoord van de ander
-Houd jouw mening voor je, blijf ook non-verbaal neutraal - Laat de ander het tempo bepalen - Onderbreek de ander niet - Stimuleer de ander om te blijven praten (open lichaamshouding, oogcontact, korte non-verbale stimulansen) - Evalueer voor jezelf de lichaamstaal van de ander
Samenvatting
- Let op de ogen van de ander om te bepalen wanneer je moet samenvatten - Verwerk jouw evaluatie van de lichaamstaal in jouw samenvatting - Handhaaf jouw neutraliteit - Gebruik stiltes - Vat alleen relevante zaken samen / in eigen woorden / compact
Uitdieping
Zie: antwoord van de ander
Afsluiting
- Vat de belangrijkste conclusie nog eenmaal samen - Wees zo concreet mogelijk over mogelijke consequenties en te treffen maatregelen (is er een vervolgafspraak nodig?) - Bedank de ander voor zijn openhartigheid
OEFENING GESPREKSVOERING
5 minuten voorbereiding voor het gesprek Maak evt. aantekeningen voor jezelf of schrijf een aantal mogelijke vragen op Schrijf de aandachtspunten waar je voor jezelf op wilt letten op
Ga het gesprek aan en probeer de fasen van een gesprek in de gaten te houden
Gesprekken -
Docent na lesincident
-
Jan Kees en leerling die te laat komt
-
Dick en mentorleering
http://www.leraar24.nl/video/2436
Gespreksvoering: ouders uitnodigen voor de ouderavond
DE ROOS
VAN
LEARY
Beïnvloed anderen, begin bij jezelf Over gedrag en de Roos van Leary
DE ROOS
VAN
LEARY
Timothy Leary ontwikkelde in de jaren ’50 aan de Universiteit van Californië, op basis van grote hoeveelheden observaties van mensen, een model om vanuit de basisbehoeften beïnvloeding en acceptatie tot meer inzicht te komen in communicatieprocessen. Hij ontwikkelde een schematische weergave van verschillende gedragsmogelijkheden en de uitwerking daarvan op anderen. Omdat Leary zich bij het uitwerken van zijn onderzoeksgegevens tot een model liet inspireren door een windroos, noemen we het de Roos van Leary.
ROOS VAN LEARY
DE ROOS
VAN
LEARY
Actie en reactie Gedraagt iemand zich onder, dan gaat de ander bijna vanzelfsprekend boven zitten. Gaat iemand echter boven zitten, dan moet de ander naar beneden. Maar let op: als de één zich samen gedraagt, dan gaat de ander zich ook samen gedragen. Hetzelfde geldt voor tegen-gedrag. Boven Onder Samen Tegen
Onder Boven Samen Tegen
PRINCIPES VAN DE ROOS VAN LEARY
Symmetrieprincipe:
Samen-gedrag roept samen-gedrag op en tegengedrag roept tegen-gedrag op
Complementariteit:
Boven-gedrag roept onder-gedrag op en onder-gedrag roept boven-gedrag op
WELKE POSITIES (IN DE ROOS VAN LEARY) NEEMT DE DOCENT IN EN WAT HEEFT DAT VOOR GEVOLG OP HET GEDRAG VAN DE LLN?
HET SOCIOGRAM Hulpmiddel om de relaties binnen een klas op een bepaald moment in beeld te krijgen en zo zicht te krijgen op de groepsstructuur www.sociogram.nl Waarom uitvoeren?
Voor het maken van een goede groepsindeling Om een problematische groepssituatie aan te pakken Kansen verbeteren bij die leerlingen waar de sociaalemotionele ontwikkeling problematisch verloopt
OPVOEDEN, EEN OPGAVE (NARRAMORE) Aanvaarding op grond van prestaties Zegeningen moeten verdiend worden Onaanvaardbaar gedrag = straf Het gaat om het doen en het laten Angst centraal
Onvoorwaardelijke aanvaarding Zegeningen krijgt men onverdiend Straf en vloek bestaat hier niet Het gaat om de innerlijke houding/motieven Liefde centraal
KRITIEK (1)
Narramore gaat ten diepste voorbij aan de functie van de wet N: De wet lokt onze zondige neigingen uit / Paulus zegt dat de wet bewerkt heeft dat we meer zondigen > als bewijs wordt Romeinen 5: 20 aangevoerd: “maar de wet is bovendien ingekomen, opdat de misdaad te meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest”
KANTTEKENINGEN
Maar de wet Hier beantwoord de apostel deze tegenwerping: Indien wij door de gerechtigheid van Christus alleen tot rechtvaardigen gesteld worden, waartoe is dan de wet den Israëlieten door Mozes gegeven; en verklaart dat de wet niet is gegeven om gerechtvaardigd te worden door haar, maar opdat de zonde en de straf die wij vanwege de zonde schuldig zijn, te beter zou bekend worden; en alzo de genade Gods in Christus die ons, niettegenstaande de zwaarheid onzer zonden, rechtvaardigt, te meerder zou geacht worden, en wij te vlijtiger onze toevlucht tot dezelve zouden nemen
BOVENDIEN INGEKOMEN
Namelijk boven de schuld, die wij van nature onderworpen waren of
Boven de belofte, die alrede aan Abraham gedaan was
TE MEERDER WORDE
Dat is, te blijkelijker en ook te sterker, niet door de schuld van de wet, maar van onze verdorven natuur, die altijd streeft tegen hetgeen haar verboden is
KRITIEK (2)
Narramore verwerpt alle uiterlijke zaken met een beroep op de noodzakelijkheid dat het innerlijke goed moet zijn > dit is de moderne theologie van onze tijd!!! Een innerlijk goed leven (door wedergeboorte) verhoudt zich niet met een wereldsgezinde levenswandel!!!
KRITIEK (3)
De functie van straf wordt door Narramore niet onderkend. Straf is in zijn optiek handelen vanuit een wettisch standpunt. Spreuken 3: die de roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging Hebreeën 12: want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijke zoon, die Hij aanneemt.
LEREN VAN OUDHEID TOT REFORMATIE
Visie van Calvijn: Er moet algemeen onderwijs komen, dat onder kerkelijk toezicht staat > gevolg: uitbreiding van het onderwijs onder alle lagen van de bevolking
VISIE VAN LUTHER OP HET ONDERWIJS Piëtas litterata: geletterdheid ten bate van de vroomheid Ook onderwijs aan kinderen van boeren en mijnwerkers
DAGOPENING