Relatie en gezag 3 Aan het einde van de bijeenkomst: - Heb je inzicht in de vijf rollen van de docent en kun je onder woorden brengen in hoeverre je zelf deze rollen (goed) vervult - Is jouw handelingsrepertoire t.a.v. het lesgeven en het omgaan met spanningen in de les vergroot - Kun je weergeven op welke manier je een 10 minuten gesprek moet voeren - Ben je zelf in staat om een 10 minutengesprek te voeren
Wat zijn kernkwaliteiten? Kernkwaliteiten zijn de specifieke sterktes die iemand kenmerken. Ze maken je tot wat je bent. Het zijn ook de positieve punten die een ander het eerst over je zal zeggen als hij ernaar gevraagd wordt. Bv: dat je een erg creatief, bijzonder geduldig of zeer besluitvaardig persoon bent. Iedereen heeft wel een aantal van deze kwaliteiten.
Kwaliteiten kunnen ook valkuilen zijn
Kwaliteiten worden een valkuil als je erin doorschiet. Dat is een vervorming van de kwaliteit, de andere kant van de medaille. Je kwaliteit wordt een zwakte. Ben je erg besluitvaardig, dan kun je in de valkuil trappen drammerig te worden. Of: als je doorschiet in je zelfverzekerdheid wordt je arrogant.
Valkuilen van een ander: allergieën
Zoals iedereen kernkwaliteiten heeft, heeft ook iedereen valkuilen. Als een ander doorschiet in een bepaalde kwaliteit, kan dat bij jou irritatie oproepen. Jouw reactie daarop wordt een allergie genoemd. Zo´n allergie heeft vaak te maken met een kwaliteit van jezelf. Als je erg bescheiden bent, kun je je mateloos storen aan mensen die continu zichzelf op de borst kloppen.
Achter allergieën schuilen weer uitdagingen Die vervelende eigenschap van de ander is natuurlijk ook een kwaliteit waarin hij is doorgeschoten. Voor degene die er allergisch voor is, kan de kwaliteit die achter deze allergie ligt een belangrijk ontwikkelpunt zijn. Dit wordt dan de uitdaging genoemd.
Erger je je regelmatig aan de passiviteit van een ander? Kijk dan welke kwaliteit daarachter zit. Is iemand bijvoorbeeld bedachtzaam, of geduldig en daarin doorgeschoten? Grote kans dat dat nou juist jouw uitdaging, is omdat je zelf soms te drammerig bent. Je kunt dus veel leren van de mensen aan wie je je het meest ergert!
Opdracht: Maak een kernkwadrant van jezelf
De vijf rollen van de docent De gastheer De presentator De didacticus De pedagoog De afsluiter
De gastheer Ontvang je de leerlingen als je gasten? Leg je contact met individuen en de groep bij binnenkomst?
Opdracht Wat
moet je wel en wat moet je niet doen bij de binnenkomst van een klas?
Maak een top drie van -gedragingen en een top drie van -gedragingen
Het gaat hierbij om het gedrag van de docent
Bij de ontvangst van de klas Wel doen: Contact maken: Ll. aankijken Vriendelijke mimiek Gesprekjes aanknopen Open houding Corrigeren (bijv. jassen) Afstemmen op de ll. Organisatorisch klaar zijn Namen noemen Iets persoonlijks zeggen Benoemen wat ze wel moeten doen (in gedragstermen) Een informele benadering
Niet doen: Achter je bureau wegkruipen Wegkijken Een gesloten houding aannemen Te laat in de les komen Allerlei dingen in het lokaal gaan doen Mopperen over ll. Je richten op één ll. en de rest negeren Op de gang met een collega gaan praten Niets zeggen
Video binnenkomst klas
De presentator Kun je de aandacht van je publiek vangen en je niet laten hinderen door bijzaken? Kun je het onderwerp, doel en programma van de les snel duidelijk maken en leerlingen inspireren met verhalen en demonstratie?
Opdracht Wat
moet je wel en wat moet je niet doen om de aandacht van de klas te krijgen en te houden?
Maak een top drie van -gedragingen en een top drie van -gedragingen
Het gaat hierbij om het gedrag van de docent
Bij het richten van de aandacht op de persoon van de docent Wel doen: De leiding nemen Stevig staan (rechtop, buikademhaling) Centrale plek innemen Oogcontact maken en vasthouden Mimiek gebruiken Gebaren gebruiken die kracht uitstralen Non-verbale correcties toepassen Afstand verkleinen Openingszinnen goed voorbereiden Gewenst gedrag benoemen De eerste overtreder gedecideerd, vriendelijk en duidelijk aanspreken
Niet doen: Vanachter het bureau praten Armen, benen kruisen Wiebelen Vasthouden aan een tafel Aan je kleding, haar, gezicht frutselen Weglopen na een verbale correctie Zich omdraaien als het eindelijk stil is In je spullen gaan rommelen Starten met de boodschap dat het een slechte klas is Zeggen: “ik wacht wel” Zeggen dat je haast hebt Vragen welk huiswerk ze hadden
Video introductie nieuw onderwerp
De didacticus Geef je duidelijke instructie? Ligt de werklast bij de leerlingen? Heb je een aantrekkelijk repertoire aan werkvormen en opdrachten? Geef je feedback op het werk zodat leerlingen zelf verder kunnen?
Opdracht Wat
moet je wel en wat moet je niet doen tijdens de instructie en het aan het werk zetten van een klas?
Maak een top drie van -gedragingen en een top drie van -gedragingen
Het gaat hierbij om het gedrag van de docent
Bij het geven van een instructie en de leerlingen aan het werk zetten Wel doen: Oogcontact houden Lichaamstaal congruent laten zijn met wat je zegt Duidelijke gebaren maken Instructie op bord zetten Op leerlingen afstappen die niet meteen aan het werk gaan en vragen naar de reden waardoor ze niet aan het werk kunnen Een complete instructie geven op een heldere en duidelijke manier Duidelijk stemgebruik Leerlingen de instructie laten herhalen Bij de uitleg hardop denken Evt. corrigeren op gedrag
Niet doen: Je achter je bureau verstoppen Met de rug naar de klas tegen het bord praten Rommelen in je spullen In het boek praten Als een leerling hapert, zeggen: “Je hebt weer niet geluisterd” Zeggen: “dit is huiswerk” Een inleiding of instructie houden van meer dan tien minuten De klas straffen voor het gedrag van enkelen Doorgaan als er geen aandacht meer is
Video instructie geven http://www.leraar24.nl/video/2748
De pedagoog Bied je voldoende structuur? Zorg je voor een veilige sfeer? Geef je leerlingen ruimte en verantwoordelijkheid? Grijp je in als regels en normen overtreden worden?
Opdracht Wat
moet je wel en wat moet je niet doen om te zorgen voor een veilige sfeer in de klas?
Maak een top drie van -gedragingen en een top drie van -gedragingen
Het gaat hierbij om het gedrag van de docent
Tijdens het werken van leerlingen Wel doen: (Oog)contact houden Echt luisteren naar wat de ll. zeggen Individueel corrigeren, niet merkbaar voor de groep Gaan staan bij de ll. die je corrigeert Afstand verkleinen of vergroten Met lichaamstaal duidelijk maken dat je wacht, totdat ander gedrag wordt vertoond De leerling de kans geven zich te herstellen Corrigeren op gedrag, niet op de persoon Gewenst gedrag benoemen Afstemmen op de situatie Opbouw in correcties paraat hebben Consequent zijn
Niet doen: Geen contact maken De leerling negeren Wegkijken Weglopen Achteruit stappen als je corrigeert Je kleiner maken Een ll. wegsturen als het niet nodig is Met je rug tegen het bord gaan staan Corrigeren op de persoon. “Jij bent zo’n domme leerling” Een ll. kwetsen. “Eigenlijk kun je niets” Oude koeien uit de sloot halen De correctie uitstellen Discussiëren als er geen discussie mogelijk is Bij elke kleinigheid meteen boos worden Niet passend taalgebruik Doorgaan als er geen aandacht meer is
Video veiligheid in de klas
De afsluiter Bespreek je met de leerlingen of je doelen voor de les gehaald zijn? Geef je duidelijke opdrachten mee voor de volgende lessen? Zorg je voor een ordelijke afsluiting van de les?
Opdracht Wat
moet je wel en wat moet je niet doen om te zorgen voor een ordelijke afsluiting van de les?
Maak een top drie van -gedragingen en een top drie van -gedragingen
Het gaat hierbij om het gedrag van de docent
Bij het afsluiten van de les Wel doen: Centrale plek innemen Bord gebruiken Toezien op de naleving van de regels Tevreden, ontspannen handelen Evalueren Samenvatten of laten samenvatten Huiswerk opgeven Regels benoemen voor het opruimen (blijven zitten tot de bel gaat, stoelen aanschuiven) Afscheid nemen
Niet doen: Onzichtbaar worden voor de leerlingen In je spullen gaan rommelen De klas uitlopen Te vroeg of te laat eindigen De regie uit handen geven Onduidelijke instructie geven t.a.v. het opruimen Je laten verrassen door de bel Negatieve feedback geven Tegen ll. zeggen dat ze mogen opruimen en tegelijk roepen dat ze stil moeten zijn Niets zeggen Niet evalueren Geen afscheid nemen
Video afsluiting van de les
Spanningen in de klas
3 uitstuurgevallen
Waar moet je aan denken bij de voorbereiding?
Kies een geschikte locatie. De meeste gesprekken zullen in een toegewezen lokaal plaatsvinden, soms is dat niet toereikend en is het verstandiger een ruimte te zoeken waar meer privacy is. Hang eventueel een bordje met niet storen' op de deur. Wees terughoudend met huisbezoeken. Maak van tevoren afspraken over de beschikbare tijd. Meestal doet de school dit al voor je. Bijvoorbeeld een tien-minuten-gesprek. Houd zelf goed te tijd in de gaten. Wanneer tijdens het gesprek blijkt dat er te weinig tijd is, maak dan direct een vervolgafspraak en probeer niet het gesprek af te raffelen. Zorg dat je van tevoren een houding hebt bepaald. Tijdens de voorbereiding kun je nadenken over hoe je bepaalde zaken wilt aanpakken. Zorg dat je alle informatie binnen handbereik hebt en dat je notitiemiddelen hebt. Probeer het doel van het gesprek concreet te formuleren. Zo kunnen er minder snel misverstanden ontstaan. Als de ouders het gesprek hebben aangevraagd, kun je starten met de vraag:Voor welke informatie kwam u?'
Tijdens het gesprek kan het doel veranderen. Als je het gevoel hebt dat je je daar eerst weer op moet voorbereiden, maak dan een vervolgafspraak. Hou rekening met non-verbale communicatie. Je houding en stemgebruik is hierbij belangrijk. Stel af en toe samenvattende controle vragen: Als ik het goed begrepen heb &...' Stel vooral vragen. Probeer gesprekstechnieken toe te passen. Bijvoorbeeld bij een slecht nieuwsgesprek. Toon medeleven: Ik kan me voorstellen dat dit voor u als een verassing overkomt.' Houd voldoende afstand: ga niet te ver mee in je medeleven, maar stel je op als een professional. Wanneer je er niet alleen uitkomt, schakel dan hulp in. Dit kan in verschillende vormen. Misschien wil je bij je eerste oudergesprekken een collega of begeleider hebben zitten, zodat je wanneer ouders vragen hebben over de school je altijd op iemand terug kunt vallen. Ook kan het in de vorm van een externe hulpverlener zijn, bijvoorbeeld bij leerproblemen. Maak bij de afronding van het gesprek een duidelijke samenvatting met concrete plannen en afspraken.
Hoe ziet de opbouw van een 10 minutengesprek eruit? kennismaking en openen van het gesprek benoemen van het doel informatie ontvangen en geven timing bewaken afsluiten: samenvatting en conclusies
Tijdens het gesprek Actief luisteren tijdens het gesprek: - oogcontact te houden, - hummen, - knikken, - open lichaamhouding, - vragen stellen, - doorvragen, - parafraseren (in eigen woorden herhalen van inhoud), - samenvatten, - reflecteren (het beluisterde gevoel verwoorden).
Valkuilen advies geven (geef alleen advies als je mag verwachten dat de kans op acceptatie groot is) geven van waarde-oordelen
Het 10 minutengesprek
http://www.leraar24.nl/video/1194
Oudergesprek http://www.fontys.nl/colevi/video.s.voortgezet.onder wijs.103624.htm
Oefening 3 rollen: -
-
Mentor Ouders Observanten
Over de streep Wat leeft er allemaal onder onze leerlingen?