Gemeente Werkendam t.a.v. C.A.A.M. de Jong Postbus 16 4250 DA Werkendam
Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181)
Gemert, 5 augustus 2010
Geachte heer/mevrouw De Jong, Gemeente Werkendam wenst middels een bestemmingswijziging de inrichting van een ‘groen ruigte’ en het daarbij behorend gebruik (speelvoorziening) te realiseren. Begin 2008 heeft Staro Natuur en Buitengebied reeds een verkennend natuuronderzoek uitgevoerd op deze locatie in verband met de aanleg van een weg door de toenmalige westzijde van het bosperceel. Uit deze Quickscan is gebleken dat waarschijnlijk verschillende soorten flora en fauna in het gebied voorkomen die vallen onder het lichtste beschermingsregime van de Flora- en faunawet (FF-lijst 1). Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt een algehele ontheffing van de Flora- en faunawet voor deze soorten. Het herbestemmen van het bosje kan gezien worden als een ‘ruimtelijke ontwikkeling’. Tevens is geconcludeerd dat alle in het bosje voorkomende vogels vallen onder het meest strikte beschermingsregime van deze wet (FF-lijst 3).
Wettelijk kader Het is noodzakelijk om te toetsen of de voorgenomen ontwikkelingen in het gebied ten aanzien van vogels leiden tot overtreding van de Flora- en faunawet met betrekking tot de volgende relevantie artikelen uit de Flora- en faunawet: Artikel 10:
Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten.
Artikel 11:
Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.
1/6
Waarnemingen in het veld Om te bepalen op welke wijze voorgenomen ontwikkelingen effect hebben op aanwezige vogelsoorten is op 20 en 23 juli een veldonderzoek plaatsgevonden waarbij de volgende zaken zijn geïnventariseerd: 1. Huidig aanwezige habitat / inrichting: Het gebied betreft een geïsoleerd liggend bosperceel met hoofdzakelijk populier en wilg. Door de hoge grondwaterstand is een ondergroei van rietvegetatie aanwezig. 2. Huidig gebruik/verstoring van het terrein; Er schijnen enkele informele paden aanwezig te zijn. Deze zijn gedurende ons bezoek niet als zodanig herkenbaar waargenomen. Vermoedelijk zijn deze overgroeid door het riet. Verspreid in het bos hangen enkele tientallen vogelhuisjes waarvan de bezetting jaarlijks door een omwonende wordt gemonitord. 3. Actueel aanwezige vogels in het gebied: In het gebied zijn gedurende de twee veldbezoeken door een ecoloog 16 verschillende vogelsoorten waargenomen. Zie bijlage 1 voor weergave op kaart.
Overwegingen Bij de beoordeling of voorgenomen ontwikkelingen in relatie tot de functie die het gebied voor vogels vervult, tot overtreding van de Flora- en faunawet leidt, worden de volgende punten in overweging genomen: 1. De verbodsbepalingen zoals genoemd in artikel 11 worden alleen overtreden als de door dit artikel beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen hun specifieke functie niet meer naar behoren kunnen vervullen. Per vogelsoort gelden hiervoor verschillende criteria, omdat elke soort in verschillende mate gevoelig is voor verstoring. 2. Over het algemeen mag aangenomen worden dat vogels alleen gedurende het broedseizoen gebonden zijn aan hun nest. Buiten deze periode zijn de nesten niet beschermd. De overige periode van het jaar zijn vogels niet gebonden aan deze nestlocatie en dermate flexibel dat ze bij verstoring op zoek gaan naar alternatief geschikt leefgebied. 3. In uitzondering op het bovengenoemde zijn de nest(locaties) van enkele vogelsoorten wel jaarrond beschermd omdat deze vogels daar jaarrond van afhankelijk zijn of jaarlijks op hetzelfde nest terugkeren en zelf niet in staat zijn een nest te bouwen. Zie bijlage 2 voor lijst met betreffende vogelsoorten. 4. Voorgenomen ontwikkeling kunnen gedurende de realisatie van herinrichting (aanleg speelvoorzieningen) een tijdelijk verstorend effect hebben op vogels 5. Door de herinrichting mag een gewijzigd gebruik van het gebied verondersteld worden welke een min of meer ‘permanent’ verstorend effect kan hebben op aanwezige vogels.
2/6
Conclusies Op basis van het bovengenoemd wettelijk kader, bevindingen in het veld en overwegingen, oordeelt Staro Natuur en Buitengebied als volgt over mogelijke overtreding van artikel 10 en 11 van de Floraen faunawet bij de voorgenomen ruimtelijke ingrepen in relatie tot de in het gebied aanwezig vogels: 1. Er zijn zestien verschillende vogelsoorten in het gebied aangetroffen. Van al deze soorten is alleen de nestlocatie van de ransuil jaarrond beschermd. Nestlocaties van de andere soorten zijn alleen beschermd gedurende het broedseizoen. 2. De nestlocatie van de ransuil is gesitueerd in de particuliere tuin direct oostelijk van het bosperceel. Voorgenomen werkzaamheden voor herinrichting en gewijzigd gebruik zullen het functioneren van deze nestlocatie niet aantasten. 3. De nesten van de overige 15 in het bos aangetroffen soorten vogels zijn beschermd gedurende het broedseizoen. Hoewel in de periode van uivoering van dit onderzoek (juli) geen gehele broedvogelkartering kan worden opgesteld, kan op basis van de verzamelde gegevens wel worden geconcludeerd dat gedurende het broedseizoen verspreid door het bos verschillende soorten vogels zullen broeden. Indien de noodzakelijke werkzaamheden voor herinrichting van het bos plaatsvinden buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels treedt geen overtreding van de Flora- en faunawet op. 4. Wij gaan er in deze beoordeling vanuit dat door herinrichting van het terrein het hele gebied in zekere mate betreden zal worden door spelende kinderen. Voor de meeste van de aangetroffen vogelsoorten zal dit niet of nauwelijks effect hebben op het functioneren van het gebied als broedbiotoop omdat zij hun nesten op hoogte in bomen of struiken hebben. 5. Alleen voor de twee soorten die hun nesten laag bij, of op de grond hebben (kleine karekiet en fazant) is te verwachten dat de toenemende betreding, het gebied in mindere mate geschikt maakt als broedbiotoop. 6. Zowel de fazant en de kleine karekiet is een algemeen voorkomende vogel in Nederland. Aantasting van een beperkt deel van het broedbiotoop van deze soorten heeft geen invloed op de gunstige staat van instandhouding van deze soorten in Nederland. Indien de werkzaamheden voor de herinrichting van het bosje plaatsvinden buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels, treedt hierbij geen overtreding van de Flora- en faunawet op ten aanzien van vogels. Hoewel niet uit te sluiten valt dat door het gewijzigd gebruik het aantal aanwezige broedvogels licht zal dalen in het gebied, leidt dit niet tot overtreding van de Flora- en faunawet. Het betreft vogelsoorten die flexibel zijn in met betrekking tot nestlocatie en nestbouw. Het (beperkt) aantal vogels dat niet terugkomt op deze locatie zal op eigen kracht een nieuwe nestlocatie vinden. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Indien er nog vragen resten verneem ik het graag. Met vriendelijke groet,
Jan Willem Burgmans Teamleider Ecologie
3/6
4/6
Bijlage 2
Vogels waarvan nestlocaties jaarrond zijn beschermd
Het Ministerie van LNV heeft in augustus 2009 de lijst met vogelsoorten waarvan de nesten het hele jaar door beschermd zijn aangepast. Met ingang van 26 augustus 2009 geldt een jaarronde bescherming van nestplaatsen van:
Boomvalk
Buizerd
Gierzwaluw
Grote gele kwikstaart
Havik
Huismus
Kerkuil
Oehoe
Ooievaar
Ransuil
Roek
Slechtvalk
Sperwer
Steenuil
Wespendief
Zwarte wouw
(waargenomen nabij toekomstige groene ruigte)
5/6
Bijlage 3
Foto’s veldonderzoek
Foto 1: Populierenbos met riet als ondergroei
Foto 2: kuiken van Ransuil in tuin naast bosperceel
6/6