betaalbaar
pensioen
waardevast
Matching & Return
zeker
Sleutelbegrippen voor een goed pensioen
Sleutelbegrippen voor een goed pensioen is een uitgave van:
First Pensions Bedrijfsmatig pensioenbeheer T 030 298 2139 | E
[email protected] | www.FirstPensions.nl
Sleutelbegrippen voor een goed pensioen Het Nederlandse pensioenstelsel op basis van kapitaaldekking en solidariteit is uniek in de wereld. Door de financiële crisis en ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving worden er echter momenteel vraagtekens geplaatst bij de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel. Is er pensioen na de crisis? In de pensioensector ontwikkelt zich een nieuwe aanpak om de deelnemers van zowel kleine als grote pensioenfondsen een goed pensioen te kunnen bieden. First Pensions biedt met succes deze nieuwe benadering: bedrijfsmatig pensioenbeheer. Onderscheidend in de aanpak van First Pensions is het centraal stellen van een zeker, betaalbaar en waardevast pensioen aan de deelnemers. Hoeveel geld moet het pensioenfonds verdienen om deze pensioentoezegging te realiseren en welke beleggingsrisico’s wil het pensioenfonds daarvoor inzetten. Het bijbehorende optimale beleggingsconcept op basis van Matching & Return biedt een doelmatigere inzet van het beschikbare beleggingsrisico in de beleggingsportefeuilles. Het resultaat is een lagere volatiliteit van de dekkingsgraad terwijl de verdiencapaciteit van het pensioenfonds behouden blijft. Het bestuur is daardoor maximaal ‘in control’ en kan haar verantwoordelijkheid nemen. First Pensions levert, ook voor de ‘kleine(re)’ pensioenfondsen, de benodigde diensten voor het bedrijfsmatig pensioenbeheer: Begrijpelijke financiële analyses Adequate management- en risicorapportages via Pensioenfonds Dashboard Correcte en zorgvuldige pensioenadministratie Complete bestuursondersteuning Doelgerichte beleggingsoplossingen
1
First Pensions is dan ook hét onafhankelijke lage-kosten-werkplatform voor pensioenfondsen. Inmiddels heeft First Pensions aan bijna dertig pensioenfondsen (in grootte variërend van 10 miljoen tot 28 miljard euro) ondersteuning geleverd met een totaal bedrag aan uit te keren pensioenen van circa 90 miljard euro. Zie voor meer informatie ook www.firstpensions.nl Het doel van dit boekje is om op eenvoudige en heldere wijze uiteen te zetten wat de bedrijfsmatige aanpak en het optimale beleggingsconcept Matching & Return inhouden en wat het resultaat voor pensioenfondsen is. De verklarende begrippenlijst omvat die begrippen die in de First Pensions benadering de sleutel vormen naar een goed, zeker en betaalbaar pensioen. Veel leesplezier! Namens het First Pensions team, Mr. H.S.W. (Henk) Beets, Directeur
2
Op koers met bedrijfsmatig pensioenbeheer Pensioenfondsen, tijd voor iets anders? Pensioenfondsen staan onder druk. De veranderingen in wet- en regelgeving en toezicht die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd, hebben de nodige tijd en energie van pensioenfondsen gevergd. Daarnaast heeft de kredietcrisis op de financiële markten geleid tot sterk gedaalde dekkingsgraden. Deze ontwikkelingen hebben de nodige gevolgen voor pensioenfondsen, deelnemers en sponsors. Pensioenpremies zijn gestegen en indexatie heeft bij de meeste fondsen niet of slechts gedeeltelijk plaatsgevonden. De deelnemers worden intussen ongeduldig en mondiger. Zij vragen een goed pensioenproduct voor de ingelegde premie. Pensioenfondsen zijn zich aan het beraden op een andere koers. De doelstelling In het begin van de jaren vijftig ontstonden de pensioenfondsen zoals we die nu nog kennen. De doelstelling van een pensioenfonds is om de pensioentoezegging of pensioenbelofte, zoals deze is vastgelegd in de pensioenregeling richting de deelnemers, te voldoen. Omdat het om toekomstige consumptie van de deelnemers gaat, heeft een pensioenfonds een waardevaste ambitie. Daarbij is het belangrijk dat er aanvaardbare risico’s worden gelopen. Ook is een betaalbaar en stabiel premieniveau aandachtspunt voor zowel deelnemer als werkgever. De deelnemer is in toenemende mate geïnteresseerd in het eindproduct: een goed pensioen. De centrale vraag is dan ook: hoe is het pensioenfonds in staat om dit gewenste zekere, waardevaste en betaalbare pensioen zo goed mogelijk te realiseren in de toekomst? Bedrijfsmatig pensioenbeheer: dé aanpak van de toekomst Een effectieve aanpak die dit gewenste pensioen kan realiseren en die zich in de praktijk bewezen heeft, is het bedrijfsmatige pensioenbeheer. Bedrijfsmatig pensioenbeheer kan de financiële prestaties van pensioen3
fondsen sterk verbeteren. Deze aanpak stelt het pensioenproduct (de pensioenbelofte aan de deelnemers) centraal. Deze pensioentoezegging wordt op basis van volledig inzicht (pensioenfondsbalans en resultatenrekening) en een efficiënt beleggingsbeleid (Matching & Return) optimaal en tegen lage kosten gerealiseerd. Eigen inzichten en oordelen van bestuurders spelen daarbij een centrale rol: Pensioenbeheer met gezond verstand. Bedrijfsmatig pensioenbeheer is daarmee dé aanpak van de toekomst. Pensioenfonds als onderneming Pensioenfondsen moeten op een zo efficiënt mogelijke manier de pensioenbelofte aan de deelnemers nakomen. Pensioenfondsen zijn weliswaar stichtingen zonder aandeelhouders en winstoogmerk, maar om het pensioen betaalbaar te houden wordt er wel belegd met een winstdoelstelling. Het gevolg is dat het pensioenfonds een onderneming is met twee doelstellingen en twee bedrijfsactiviteiten, namelijk: Het bieden van Pensioen- en indexatiezekerheid aan de deelnemers. Geld verdienen om de pensioenen tegen een aanvaardbaar premieniveau (voor sponsor en deelnemer) aan te kunnen blijven bieden. Pensioenproduct: kasstromen Hoe ziet dit pensioenproduct er nu precies uit? Het pensioenproduct (of de pensioenverplichtingen) wordt aangegaan met de deelnemers van de regeling en meestal pas na een lange periode geleverd. Het pensioenproduct is dus een serie uitkeringen (kasstromen) over een bepaalde periode in de toekomst. Ondanks het toekomstige karakter ervan, zijn deze kasstromen voor grote aantallen deelnemers redelijk nauwkeurig te schatten. Waardevastheid van het pensioen is belangrijk voor de deelnemers. Het pensioenproduct is daardoor een reeks toekomstige betalingen inclusief een deel geambieerde waardevastheid. De invloed van de verwachte indexatie op de nominale kasstromen kan zichtbaar worden gemaakt met behulp van de marktverwachting voor toekomstige inflatie (Break Even Inflatie). 4
toekomst. Ondanks het toekomstige karakter ervan, zijn deze kasstromen voor grote aantallen Het pensioenproduct is dus een serie uitkeringen (kasstromen) over een bepaalde periode in d deelnemers redelijk nauwkeurig te schatten. toekomst. Ondanks het toekomstige karakter ervan, zijn deze kasstromen voor grote aantallen deelnemers redelijk nauwkeurig te schatten. Waardevastheid van het pensioen is belangrijk voor de deelnemers. Het pensioenproduct is d een reeks toekomstige betalingen inclusief een deel geambieerde waardevastheid. De invloed Waardevastheid van het pensioen is belangrijk voor de deelnemers. Het pensioenproduct is da verwachte indexatie op de nominale kasstromen kan zichtbaar worden gemaakt met behulp v een reeks toekomstige betalingen inclusief een deel geambieerde waardevastheid. De invloed marktverwachting voor toekomstige inflatie (Break Even Inflatie). verwachte indexatie op de nominale kasstromen kan zichtbaar worden gemaakt met behulp va marktverwachtingnominale voor toekomstige inflatie (Break Even Inflatie). Pensioenproduct: pensioenkasstromen inclusief waardevastheid Pensioenproduct: nominale pensioenkasstromen inclusief waardevastheid Pensioenproduct: nominale pensioenkasstromen inclusief waardevastheid
Door de hoge mate van stabiliteit lenen deze pensioenkasstromen zich uitstekend voor
Door de hoge mate van stabiliteit lenen deze pensioenkasstromen zich benchmark. De toekomstig uit te keren pensioenen zijn dé lange termijn strategische benc Door de voor hoge de mate van financiële stabiliteit lenen deze pensioenkasstromen uitstekend voor d uitstekend rol van De toekomstig uit tezich keren het pensioenfonds. Het langebenchmark. termijn beleggingsrendement zal het rendemen benchmark. De toekomstig uit te keren pensioenen zijn dé lange termijn strategische bench pensioenverplichtingen op zijnstrategische minst moeten bijhoudenvan omhet eenpensioengoed pensioenproduct pensioenen zijn dé langetermijn benchmark het pensioenfonds. Het lange termijn beleggingsrendement zal het rendemen waarborgen. fonds. Het langetermijnbeleggingsrendement zal het rendement op pensioenproduct de pensioenverplichtingen op zijn minst moeten bijhouden om een goed t pensioenverplichtingen op zijn minst moeten bijhouden om een goed waarborgen. In tegenstelling tot de stabiliteit van de pensioenkasstromen zelf, is de waarde pensioenkasstromen aan waarborgen. grote schommelingen onderhevig. Deze waardeveranderingen pensioenproduct te kunnen
In tegenstelling tot de stabiliteit van de pensioenkasstromen zelf, is de waarde v doordat de kasstromen worden gewaardeerd op marktwaarde. Dit gebeurt door de k pensioenkasstromen aan grote schommelingen onderhevig. Deze waardeveranderingen In doordat tegenstelling tot de stabiliteit de pensioenkasstromen is de door de ka de kasstromen worden van gewaardeerd op marktwaarde.zelf, Dit gebeurt
waarde van deze pensioenkasstromen aan grote schommelingen onderhevig. Deze waardeveranderingen ontstaan doordat de kasstromen worden gewaardeerd op marktwaarde. Dit gebeurt door de kasstromen contant te maken tegen de marktrente, de (DNB) swapcurve. Dit is vast3 © First Pension gelegd in het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK), onderdeel van de 3 Pensioenwet. De veranderingen in de nominale (swap)rente én eventueel in © First Pensions de verwachte inflatie hebben daardoor invloed op de marktwaarde.
5
De balans Het doel van de balans is het verschaffen van inzicht in de financiële positie (dekkingsgraad) van het pensioenfonds. Op de balans wordt aan de creditzijde de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen. De waarde van deze voorziening is de contante waarde van de in de toekomst uit te keren pensioenuitkeringen. Daarnaast kan de geambieerde toekomstige indexatie (waardevastheid pensioenen) op de balans gezet worden. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel van de toekomstige geambieerde indexatie het pensioenfonds op dit moment in huis heeft. Aan de debetzijde van de balans is de waarde van de beleggingsportefeuille opgenomen. Het saldo van de voorziening pensioenverplichtingen en de waardevastheid van pensioenen is positief of negatief en geeft de financiële positie van het pensioenfonds weer (surplus). Hieronder is een voorbeeldbalans weergegeven. Balans pensioenfonds
(bedragen in c miljoen)
Bezittingen (debet)
Verplichtingen (credit)
Beleggingsportefeuille
Voorziening Pensioen Verplichtingen
Vastrentende Waarden
250
Nominale Pensioenen
Aandelen
250
Waardevastheid Pensioenen
Vastgoed
250
Alternatieve Beleggingen
250
Surplus
1.000
1.000 200 1.200 -200 1.000
De resultatenrekening De resultatenrekening geeft inzicht in de kosten van de pensioenregeling. Deze kosten moeten worden voldaan uit de ontvangen premie en (verwachte) beleggingsopbrengsten. Op deze manier krijgt het pensioenfonds inzicht in de (lange termijn) benodigde beleggingsopbrengsten die nodig zijn om de pensioenambitie (een zeker, waardevast en betaalbaar pensioen) waar te maken. Hiermee is de resultatenrekening hét instrument 6
voor effectieve beleidsbepaling, transparante aansturing en afrekenbaarheid. De resultatenrekening bestaat uit de volgende onderdelen: Resultaat op beleggingen Het verwachte (langetermijn)beleggingsrendement boven het verwachte langetermijnrendement op de pensioenverplichtingen (autonome groei pensioenverplichtingen). Resultaat op premie De marktwaarde van de jaarlijkse nieuwe opbouw van pensioenrechten versus de daadwerkelijk ontvangen premie (premiebaten). Om de kosten van de ambitie inzichtelijk te maken wordt de nieuwe opbouw van pensioenrechten - de nieuwe kasstromen - opgehoogd met de verwachte toekomstige inflatie (ophoging inflatie). De prijs van het pensioenproduct (het premieniveau) ligt grotendeels buiten de invloedsfeer van het pensioenfonds en wordt door sociale partners (werkgever/werknemer) bepaald. Gegeven het geambieerde pensioenproduct, is het premieniveau bepalend voor het benodigde beleggingsrendement en het daarmee samenhangende beleggingsrisico. Resultaat op kosten Hieronder vallen onder andere de kosten van het in stand houden van een buffer voor langlevenrisico en de uitvoeringskosten van het pensioenfonds. Bedrijfsresultaat Optelsom van de bovenstaande posten. Het bedrijfsresultaat geeft een waardetoevoeging of afname van het surplus op de balans.
7
Hieronder is een voorbeeld van een Resultatenrekening weergegeven. Resultatenrekening pensioenfonds
(bedragen in c miljoen)
Beleggingsopbrengsten Beleggingsportefeuille Rendement pensioenverplichtingen
70 -48
Resultaat op beleggingen
22
Kosten nieuwe pensioentoezeggingen: Nominaal
-38
Ophoging inflatie
-19
Premiebaten
40
Resultaat op premie Uitvoeringskosten
-17
-2
Resultaat op kosten
-2
Bedrijfsresultaat (waardetoevoeging aan surplus)
3
Optimaal beleggingsconcept: Matching & Return Het beleggingsconcept ‘Matching & Return’ is de optimale beleggingsaanpak bij het bedrijfsmatig pensioenbeheer 1. Bij dit concept worden de twee bedrijfsactiviteiten ‘het bieden van pensioen- en indexatiezekerheid’ en ‘geld verdienen’ gescheiden uitgevoerd. Beide portefeuilles hebben afzonderlijke doelstellingen en richtlijnen. Daardoor is het efficiënter om deze doelstellingen vanuit twee aparte portefeuilles na te streven. Dit vergroot de aansturingskracht, transparantie en afrekenbaarheid van het beleid. Het concept werkt als volgt. Enerzijds wordt een Matchingportefeuille beheerd met als doel de toekomstige kasstromen (pensioenuitkeringen) van het pensioenfonds zo efficiënt mogelijk ‘in te kopen’. 1
Een theoretische onderbouwing voor het Matching & Returnconcept wordt gegeven door bijvoorbeeld
wetenschapper Bazdarich. In het artikel ‘Separability and Pension Optimization’ trekt Bazdarich de voor de hand liggende parallel tussen ‘Matching & Return’ en de ‘Capital Asset Pricing theory’. Michael J. Bazdarich, Separability and Pension Optimization, ‘The Journal of fixed Income’ - Winter 2006. Een eenvoudige bespreking van dit artikel is te vinden op www.firstpensions.nl/pers/default.htm
8
Er wordt een beleggingsportefeuille samengesteld die ervoor zorgt dat de voor de pensioenuitkeringen benodigde kasstromen ook daadwerkelijk aanwezig zullen zijn. Verder kan een (gedeelte) van de in de toekomst verwachte indexatie op dit moment ook al ingekocht worden. Hiermee zijn de in de toekomst uit te keren waardevaste kasstromen al afgedekt, waardoor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds nauwelijks meer gevoelig is voor rente- en/of inflatieveranderingen. De bedrijfsactiviteit ‘geld verdienen’, oftewel het genereren van additioneel benodigd beleggingsrendement, wordt ondergebracht in de Returnportefeuille. Hier wordt het beleggingsrisico ingezet om de kosten van de pensioenregeling te verdienen. De Returnportefeuille wordt ingericht op basis van geloof, skill, visie en liquiditeit. Dat naast het inkopen van de kasstromen er ook geld is om in Returnbeleggingen te investeren, is mogelijk, omdat in Matching gebruik wordt gemaakt van swaps. Zowel de Returnportefeuille als de Matchingportefeuille worden aangestuurd en beheerd op basis van een bepaald risico dat het pensioenfonds wil lopen: het risicobudget. Risico heeft namelijk een grote invloed op de beweeglijkheid van de dekkingsgraad. Niet-lonende risico’s, zoals het renterisico, worden in de Matchingportefeuille afgedekt. Lonende risico’s worden in de Returnportefeuille gebruikt om geld te verdienen. Het totale risico is zo op een efficiëntere wijze ingezet, wat de kans op het behalen van de pensioenfondsdoelstelling (een zeker, waardevast en betaalbaar pensioen) aanzienlijk vergroot. Per saldo neemt het verwachte rendement per eenheid risico (de First Pensions Efficiency Ratio 2) toe, waarmee de efficiëntie van het beleggingsbeleid verbetert.
2
Zie voor meer informatie het artikel in IPN, december 2009 op www.FirstPensions.nl
9
Wat levert bedrijfsmatig pensioenbeheer op? Het bedrijfsmatig pensioenbeheer en bijbehorend optimaal beleggingsconcept ‘Matching & Return’ is in de praktijk bij Stichting Pensioenfonds Hoogovens ontwikkeld en wordt door een toenemend aantal pensioenfondsen toegepast. De doelmatigere inzet van het risicobudget leidt tot een stabielere ontwikkeling van de dekkingsgraad, zonder dat de verdiencapaciteit vermindert. Onderstaande grafiek inzake de ontwikkeling van dekkingsgraden en volatiliteit onder Nederlandse pensioenfondsen en de pensioenfondsen die Matching & Return hanteren, bevestigt dit.
Dekkingsgraadontwikkeling 2008 en 2009
(geschaald op 140 per
31-12-2007)
150%
140%
130%
120%
110%
100%
90%
80% december-07
maart-08
juni-08
september-08
Nederlands gemiddelde
december-08
maart-09
juni-09
First Pensions Klanten
Volatiliteit dekkingsgraad (standaarddeviatie): First Pensions klanten: 9% Nederlandse pensioenfondsen: 18%
10
Conclusie De bedrijfsmatige aanpak van het pensioenbeheer in combinatie met het optimale beleggingsconcept Matching & Return geeft het pensioenfonds: Helder en begrijpelijk inzicht in de financiële doelstellingen van het fonds, waarmee de mogelijke realisatie van deze doelstellingen toeneemt. Doelmatigere inzet van risico’s waardoor met minder risico het gewenste rendement kan worden gerealiseerd. Een stabielere verwachte ontwikkeling van de dekkingsgraad, zonder dat de verdiencapaciteit vermindert. Op deze manier wordt een financiële strategie gevolgd door het pensioenfonds op basis van eigen inzichten en oordelen van bestuurders: pensioenbeheer met gezond verstand. De focus van het pensioenfondsbestuur is met deze aanpak volledig gericht op het gewenste pensioenproduct (zekere, waardevaste en betaalbare pensioenen voor de deelnemers). Het resultaat is dat het pensioenfonds ‘in control’ is en de goede dingen kan doen voor haar deelnemers. Bedrijfsmatig pensioenbeheer is daarmee dé aanpak van de toekomst.
Hard op weg naar een zeker, waardevast en betaalbaar pensioen 11
Begrippen van A tot Z
A
Alpha
B
Basispunt (BP)
Maatstaf die de afwijking (out/underperformance) van het rendement van een beleggingsportefeuille weergeeft ten opzichte van het rendement van de benchmark. Alpha wordt gebruikt om aan te geven wat de bijdrage van de vermogensbeheerder is geweest aan het rendement van de portefeuille. Het rendement van de benchmark (bèta), waar de beheerder geen invloed op heeft, wordt daarbij niet meegenomen.
Een honderdste procent (0,0001 of 0,01%).
Bedrijfsmatige aanpak Het pensioenfonds besturen als een onderneming door te werken met een balans en een resultatenrekening. Risico’s worden doelmatiger ingezet waardoor met minder risico het beoogde rendement kan worden gerealiseerd.
Bedrijfsresultaat De som van de resultaten uit de bedrijfsactiviteiten van het pensioenfonds: het beleggingsresultaat (Matchingresultaat en Returnresultaat), het premieresultaat en overig resultaat (o.a. uitvoeringskosten).
Beleggingsrisico Risico’s verbonden aan het beleggen. De verwachte rendementen kunnen in werkelijkheid hoger of lager uitvallen (‘rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’).
Bèta Maatstaf die weergeeft in welke mate het rendement van een aandeel of beleggingsportefeuille kan stijgen of dalen ten opzichte van het rendement van de benchmark. Bèta kan positief of negatief zijn. De bèta van de benchmark is over het algemeen 1. Bijvoorbeeld: een portefeuille heeft een bèta van 0,6. Een stijging van de benchmark met 1% heeft dan een stijging van 0,6% van de portefeuille tot gevolg.
12
Bèta-risico Risico dat beleggingen in waarde dalen als gevolg van een algehele daling van de benchmark. Dit risico wordt ook wel het systematische of nietdiversificeerbare risico genoemd.
Break Even Inflatie Marktverwachting voor toekomstige inflatie.
C
Contante waarde Het bedrag dat op dit moment nodig is om in de toekomst een of meer betalingen te kunnen verrichten. Dit wordt berekend door de kasstroom in de toekomst te delen door 1 + de disconteringsvoet.
Covered bond Obligaties waarbij aan de obligatiehouder meerdere niveaus van onderpand wordt verstrekt. Als zekerheid (onderpand) staat - naast een vordering op een financiële instelling - een vordering die een financiële instelling op derden heeft (de zogenaamde “cover pool”). Dit kunnen zowel hypothecaire als consumptieve leningen zijn. Deze zekerheid kunnen de eigenaren uitoefenen indien de uitgever van de obligaties zijn verplichtingen niet nakomt in geval van surseance of faillissement.
D
Dekkingsgraad De mate waarin de huidige bezittingen de toekomstige verplichtingen kunnen dekken.
Disconteringsvoet Rendementspercentage waartegen kasstromen contant worden gemaakt om de contante (markt)waarde te bepalen. De disconteringsvoet is afhankelijk van de rente behorend bij de looptijd van de kasstroom. Hoe hoger de disconteringsvoet en hoe verder in de toekomst de kasstroom plaatsvindt, des te lager zal de contante waarde van de kasstroom zijn.
13
Diversificatie Spreiding over verschillende beleggingscategorieën.
Duration Gewogen gemiddelde looptijd van een lening uitgedrukt in jaren.
F
First Pensions Pensioenfonds Efficiency Ratio De doelmatigheid van het gelopen beleggingsrisico versus de verplichtingen, berekend als: verwacht rendement / Value at Risk. Hoe hoger dit getal, hoe meer rendement gemaakt wordt per eenheid verwacht risico.
Financieringskosten De rentekosten van het lenen van geld ten behoeve van de aankoop van een belegging.
Financieel Toetsingskader Het nieuwe toezichtregime dat per 1 januari 2007 van toepassing is op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen. Belangrijkste wijziging is dat zowel de bezittingen als verplichtingen worden gewaardeerd op marktwaarde. Het nieuwe toezichtregime is onderdeel van de Pensioenwet.
I
Indexatie Verhoging van een pensioen of van een aanspraak op pensioen, die op incidentele basis wordt toegekend of die jaarlijks wordt verleend, op grond van een in het pensioenreglement omschreven regeling.
Inflatie Koopkrachtuitholling. Met het verstrijken van de jaren kan met een gelijk aantal euro’s steeds minder gekocht worden.
Inflatiecurve De inflatiecurve is een lijn die het verband weergeeft tussen het niveau van de te handelen inflatie en de bijbehorende looptijd.
14
Inflatiedruk De gewogen gemiddelde toeslag die een pensioenfonds per jaar toekent aan de deelnemers. Voorbeeld: 50% actieven: CPI + 1% 50% overigen: CPI Totale inflatiedruk = CPI + 50% * 1% = CPI + 0,5%
Inflatiemismatch Verschil in verandering van de waarde van de pensioenverplichtingen en van de Matchingbeleggingen bij een verandering van de verwachte inflatie.
Inflatierisicopremie Vergoeding die een belegger wenst te ontvangen voor het dragen van het inflatierisico (onzekerheid over hoe de daadwerkelijke inflatie zich zal ontwikkelen ten opzichte van de verwachtingen op dit moment). De inflatierisicopremie is een theoretisch concept, het bestaan hiervan in de praktijk is onzeker.
Inflatieswap Overeenkomst waarbij twee partijen inflatiebetalingen uitwisselen. De ene betaling is een vast bedrag, bestaande uit de verwachte inflatie op het moment van afsluiten. De andere betaling is een variabel bedrag, bestaande uit de daadwerkelijk gerealiseerde inflatie over de periode van de swap.
K
Kapitaaldekking Financieringsvorm waarmee de pensioenaanspraken en het kapitaal ter dekking van die aanspraken min of meer gelijk tijdig worden opgebouwd.
Kasstromen Jaarlijkse uitkeringen (kasstromen) met een gelijke looptijd over een bepaalde periode in de toekomst.
L
Liquiditeitsspread De vergoeding die een belegger ontvangt voor het aanhouden van obligaties die minder liquide (minder makkelijk te verhandelen) zijn. 15
M
Matchingbeleggingen-portefeuille Beleggingen waarmee het rendement- en risicoprofiel van de verplichtingen (kasstromen) is nagebouwd.
Mismatchresultaat Winst of verlies dat een pensioenfonds maakt op het verschil tussen haar pensioenverplichtingen en haar Matchingbeleggingen als gevolg van een wijziging van de rente of de inflatie, uitgedrukt in euro.
Mismatchrisico Het risico dat de waarde van de Matchingbeleggingen gaat afwijken van de waarde van de verplichtingen.
N
Nominale pensioenverplichtingen
O
Obligatie
Pensioenverplichtingen gebaseerd op opgebouwde pensioenrechten, waarbij geen rekening gehouden is met een compensatie voor inflatie in de toekomst. Een schuldbewijs voor een lening die door een (overheids)instelling of een onderneming is aangegaan. Als een bedrijf geld nodig heeft kan het door het uitgeven van een obligatielening geld lenen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever een rentevergoeding (coupon). Obligaties noteren normaal gesproken in procenten. Afhankelijk van de algemene rentestand en de perceptie van kredietwaardigheid van de uitgever, zal voor een obligatie meer of minder dan 100% van de hoofdsom moeten worden betaald. Als de algemene rente stijgt of als men de uitgever minder kredietwaardig acht, dan zal de koers van de obligatie dalen, aangezien de toekomstige kasstromen (die gelijk blijven) tegen een hogere rente verdisconteerd worden.
Ophoging inflatie De toevoeging aan een nominale uitkering om tot een waardevaste uitkering te komen. De waarde van die toevoeging wordt bepaald op basis van de verwachte inflatie. 16
Outperformance Zie toegevoegde waarde.
P
Pensioenaanspraak Een recht op toekomstige pensioenuitkeringen.
Pensioenfonds Een fonds waarin vermogen bijeen wordt gebracht ter financiering van de pensioenaanspraken die voortvloeien uit een pensioenregeling. Er zijn bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemingspensioenfondsen en beroepspensioenfondsen. Pensioenfondsen staan onder toezicht van de overheid via de Nederlandsche Bank. De rechtsvorm is vaak een stichting.
Pensioenfondsbenchmark De toekomstige pensioenverplichtingen of kasstromen contant gemaakt tegen de marktrente (rentetermijnstructuur) die in het FTK is vastgelegd, de DNB Swapcurve. Deze curve is gebaseerd op het effectieve rendement van de in de markt verhandelde (zero-coupon) renteswaps.
Pensioentoezegging/-overeenkomst Toezegging van een werkgever aan een werknemer, om na het bereiken van de pensioenleeftijd, dan wel bij arbeidsongeschiktheid of bij overlijden, een pensioen uit te keren. Dat pensioen kan worden uitgekeerd aan die werknemer zelf of aan diens nabestaanden. Er is sinds de invoering van de Pensioenwet sprake van een wederkerige overeenkomst tussen werkgever en werknemer.
Pensioenregeling Document waarin de toekomstige pensioenuitkering aan de deelnemers is vastgelegd wanneer zij stoppen met werken. Dit pensioen is altijd ondergebracht bij een pensioenfonds of een verzekeraar.
Pensioenuitkering Verzamelnaam voor periodieke betalingen, kasstromen, die voortvloeien uit de verhouding werkgever-werknemer. Deze betaling vervangt het vroegere salaris in geval van ouderdom of arbeidsongeschiktheid. 17
Pensioenpremie Periodieke betaling aan de uitvoerder van een pensioenregeling voor de financiering van een pensioenaanspraak.
R
Rating De rating van een belegging of een onderneming geeft een beoordeling weer van het faillissement-/kredietrisico. De rating wordt vastgesteld door gespecialiseerde bureaus (o.a. S&P, Moody’s, Fitch).
Reële pensioenverplichtingen Pensioenverplichtingen uitgaande van opgebouwde pensioenrechten, waarbij rekening gehouden is met een compensatie voor inflatie.
Reële rente Nominale rente minus (verwachte) inflatie.
Rendement Het positieve of negatieve resultaat dat behaald wordt met het beleggen van daarvoor beschikbare middelen.
Rentecurve Zie rentetermijnstructuur.
Rentemismatch Verschil in verandering van de waarde van de pensioenverplichtingen en van de waarde van de Matchingbeleggingen bij een verandering van de rente.
Renterisico Risico dat de rente stijgt of daalt.
Renteswap Overeenkomst waarbij twee partijen rentebetalingen over een bepaalde periode met elkaar uitwisselen. Bij een standaard renteswap wordt een vaste rente (de swaprente) vastgesteld bij aanvang van de overeenkomst en geruild met een variabele rente, die gekoppeld is aan een specifieke marktrente (Euribor/Eonia). 18
Rentetermijnstructuur De rentetermijnstructuur, of yield-/rentecurve, is een lijn die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen rente anderzijds. Een normale rentetermijnstructuur heeft een stijgend verloop.
Returnresultaat Opbrengst van de Returnportefeuille ná aftrek van de financieringskosten.
Returnbeleggingen/-portefeuille Beleggingen aangehouden om extra geld te verdienen boven de financieringskosten.
Returnrisico Het risico dat het rendement van de Returnbeleggingen afwijkt van de financieringskosten.
Risicobudget Som van de beleggingsrisico’s die een pensioenfonds op haar beleggingen wenst te lopen, uitgedrukt in euro.
S
Solidariteit De mate waarin risico gedeeld wordt met andere deelnemers of begunstigden.
Solvabiliteit De mate waarin de bezittingen van het pensioenfonds (op korte termijn) voldoende zijn om zijn verplichtingen na te komen, uitgedrukt in procenten.
Surplus De huidige marktwaarde van alle bezittingen minus de huidige waarde van alle verplichtingen.
Surplus at Risk (97,5%) Het minimale verlies van het surplus, uitgedrukt in euro, dat (statistisch) ééns in de 40 perioden verwacht kan worden. 19
Swap Een overeenkomst tussen twee partijen tot het uitwisselen van betalingen gedurende een bepaalde looptijd. Deze betalingen worden verricht over een afgesproken onderliggende waarde. De onderliggende waarde zelf wordt niet tussen de partijen uitgewisseld. Zie ook renteswap en inflatieswap.
Swapcurve De swapcurve geeft de relatie weer tussen de looptijd van een swapcontract en de swaprente. Bij iedere looptijd geeft de swapcurve de vaste rente aan waartegen de markt op dat moment bereid is een variabele rente te ruilen.
Swap-overlay Structuur van rente/inflatiederivaten (rente/inflatieswaps) die over een bestaande obligatieportefeuille wordt gelegd om de totale rente/inflatie gevoeligheid van die obligatieportefeuille aan te passen.
Swaption Een optie op een swap waarbij de eigenaar van de swaption het recht heeft, maar niet de verplichting, om een swap tegen vooraf bepaalde voorwaarden af te sluiten op en/of voor een bepaald tijdstip.
Swapspread Het verschil tussen het effectieve rendement op een obligatie en op een renteswap met een vergelijkbare looptijd.
Swapspreadrisico Risico dat het effectieve rendement van een obligatie kan afwijken van de swaprente met een vergelijkbare looptijd.
T 20
Toegevoegde Waarde Het positieve verschil tussen het behaalde rendement op de beleggingen en het rendement van de benchmark. Met actief beleid gerealiseerde toegevoegde waarde wordt ook wel alpha genoemd.
V
Value at Risk (VaR) Risicomaatstaf. De VaR is het verlies dat met een bepaalde waarschijnlijkheid minimaal verwacht kan worden in een bepaalde periode. Voorbeeld: 1 jaars VaR (97,5%) van c 5 miljoen wil zeggen dat in 2,5% van de 1 jaars perioden een verlies verwacht mag worden van minimaal c 5 miljoen.
Verwachte Inflatie Sinds het begin van deze eeuw wordt gehandeld in beleggingsinstrumenten gerelateerd aan de Europese consumentenprijsstijgingen. Uit deze instrumenten kan worden herleid wat de verwachte inflatie is over een bepaalde toekomstige periode. Zo ontstaat een inflatiecurve, vergelijkbaar met bijvoorbeeld een rentecurve.
Verdiencapaciteit Het rendement wat naar verwachting kan worden behaald op een bepaalde Returnportefeuille.
W
Waarde pensioenverplichtingen De contante waarde van alle in de toekomst uit te betalen kasstromen/ pensioenuitkeringen.
Waardevastheid De mate waarin de koopkracht van een in de toekomst te betalen pensioenuitkering behouden blijft, uitgedrukt in procenten. Pensioenaanspraken zijn waardevast indien deze na ingang of premievrijmaking jaarlijks worden verhoogd of verlaagd met het hetzelfde percentage waarmee een bepaalde prijsindex in een bepaalde periode is gestegen of gedaald. NB: Pensioenaanspraken worden welvaartsvast door koppeling aan een loonindex.
Y
Yieldcurve Zie rentetermijnstructuur.
21
Aantekeningen
22
Ik heb helaas wat aanpassingen moeten doen... uw nieuwe pensioendatum wordt 2065
Pensioenfonds
Verschuivende pensioendoelen?
23
24
De tekst in dit boekje is met zorg samengesteld en is informatief van aard. U kunt er geen rechten aan ontlenen. © First Pensions - Utrecht, december 2009
Het Nederlandse pensioenstelsel op basis van kapitaaldekking en solidariteit is uniek in de wereld. Door de financiële crisis en ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving worden er echter momenteel vraagtekens geplaatst bij de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel. Is er pensioen na de crisis? In de pensioensector ontwikkelt zich een nieuwe aanpak om de deelnemers van zowel kleine als grote pensioenfondsen een zeker, waardevast en betaalbaar pensioen te kunnen bieden. First Pensions biedt met succes deze nieuwe benadering: bedrijfsmatig pensioenbeheer. Het beleggingsconcept ‘Matching & Return’ is de optimale beleggingsaanpak bij het bedrijfsmatig pensioenbeheer. Het doel van dit boekje is om op eenvoudige en heldere wijze uiteen te zetten wat de bedrijfsmatige aanpak en het optimale beleggingsconcept Matching & Return inhoudt en wat het resultaat voor pensioenfondsen is. De verklarende begrippenlijst omvat die begrippen die in de First Pensions benadering de sleutel vormen naar een goed, zeker en betaalbaar pensioen.
© First Pensions - Utrecht, december 2009