Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs CHRONO
BESTUURSFORMATIEPLAN SCHOOLJAAR 2015 – 2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
Beleidsplan behandeld door: Directeuren overleg College van Bestuur GMR
In de vergadering van d.d.:
Voorgenomen beleid
16 april 2015
Akkoord
23 april 2015
Akkoord
20 mei 2015
Akkoord
domein status versie datum
3 Personeel Definitief 6.3 1 juni 2015
In de vergadering van d.d.:
Definitieve vaststelling
1 juni 2015
Akkoord
Voorwoord
5
Inleiding
6
Samenvatting
7
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
2 2.1 2.2 2.3
3 3.1 3.2
3.3
3.4
4 4.1
4.2 4.3
Formatiebeleid Doel van het formatiebeleid Formatiebeleid en bestuursformatieplan Begrip bestuursformatieplan Werkgelegenheidsbeleid / ontslagbeleid 1.4.1 Regeling ontslagbeleid 1.4.2 Plaatsing in het risicodragend deel van de formatie Aannamebeleid of vertrek bevorderende maatregelen Procedure Voorbehoud Besluitvormingstraject
Schets van de organisatie Organisatiestructuur Scholen Samenwerking andere organisaties met consequenties voor inkomsten/uitgaven 2.3.1 Samenwerkingsverband Veld, Vaart en Vecht 2.3.2 Pabo Windesheim in Zwolle en Pabo Stenden in Emmen 2.3.3 Logopedische screening kinderen gemeente Hardenberg
Lumpsum Inleiding en doel lumpsum Componenten voor de bekostiging 3.2.1 De Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL) 3.2.2 De Gemiddelde Personeelslast (GPL) 3.2.3 De leerlingen De opbouw van de formatie (basisonderwijs) 3.3.1 Formatie onderbouw en formatie bovenbouw 3.3.2 Formatie voor Bestrijding Onderwijsachterstanden (BOA) 3.3.3 Directietoeslag 3.3.4 Kleine scholen toeslag Overige personele inkomsten 3.4.1 Budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (BPA) 3.4.2 Groeiformatie 3.4.3 Bekostiging Passend Onderwijs 3.4.4 Bekostiging impulsgebieden 3.4.5 Loonkostensubsidie onderwijsondersteunend personeel (OOP)
CAO–PO en rechtspositie Nieuwe CAO-PO 4.1.1 Professionalisering 4.1.2 Duurzame inzetbaarheid 4.1.3 Werkdruk en werktijden Functiedifferentiatie Functiebouwwerk
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
11 11 11 11 11 12 13 13 14 14 15
16 16 20 22 22 22 22
23 23 23 23 24 24 25 25 25 25 26 26 26 27 27 30 30
31 31 31 32 32 33 33
2
4.4
5 5.1 5.2 5.3
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
7 7.1
7.2 7.3 7.4 7.5
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
9 9.1 9.2 9.3
Facilitering (G)MR en Ondersteuningsplanraad 4.4.1 Facilitering (G)MR 4.4.2 Facilitering Ondersteuningsplanraad
34 34 35
Fpe-systematiek en het functiebouwwerk
36
Algemeen 5.1.1 GPL T+ 1 en prijscorrectie Aanwezig functiegebouw en de FPE-waarde Convenant Leerkracht van Nederland 5.3.1 Functiemix
36 36 39 40 40
Uitgangspunten
43
Integraal personeelsbeleid Benoemingsverplichtingen 6.2.1 Opeenvolgende dienstverbanden Overplaatsingsbeleid voor komend schooljaar Bestedingsvoorstel Budget bekostiging Personeel- en Arbeidsmarktbeleid Premiedifferentiatie Vervangingsfonds
43 43 44 44 45 46 47
Bestuursformatieplan voor schooljaar 2015-2016
48
Beleidsvoornemens 7.1.1 CAO-PO 2014-2015 7.1.2 Bestuursakkoord 7.1.3 Strategisch Bestuursbeleidsplan 2014-2018 7.1.4 Tevredenheidsonderzoeken 7.1.5 Vervanging 7.1.6 Strategisch PersoneelsPlanning 7.1.7 Stuurgetal formatie 7.1.8 Vrije ruimte 7.1.9 Administratieve kolom Formatie en andere inkomsten schooljaar 2015-2016 Formatiebezetting 2015-2016 Formatiebezetting 2015-2016 op bovenschools niveau Totaaloverzicht schoolformatiebezetting 2015-2016 op bestuursniveau
Meerjaren formatieplanning Prognose leerlingaantallen Formatieve ontwikkeling Maatregelen Inkomsten 8.4.1 Samenhang met inkomstenbegroting 8.4.2 Mogelijk extra inkomsten / bezuinigingen en consequenties Uitgaven 8.5.1 Toedeling personele middelen aan de scholen 8.5.2 Materiaal/ leermiddelen 8.5.3 Kosten Raad van Toezicht 8.5.4 Kosten medezeggenschap 8.5.5 Kosten arbo/veiligheid
Risicoparagraaf financiën Bestuursakkoord Kwaliteit Bekostiging OC&W
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
48 48 48 48 48 49 49 49 49 49 50 51 52 53
54 54 56 56 56 57 57 57 58 58 59 59 59
60 60 60 60
3
9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11 9.12
Passend Onderwijs Krimp Hoge GGL Meerkosten BAPO regeling Nieuwe cao Wet werk en zekerheid Werkkostenregeling Wijzigingen pensioenregeling Vervangingsfonds 9.12.1 Eigen risicodragerschap vervangingsfonds 9.12.2 Rechtspositioneel verlof niet langer vergoed Wijzigingen bovenwettelijke regeling WW Participatiefonds Azielzoekerscentrum Hardenberg Overheveling buitenonderhoud
9.13 9.14 9.15 9.16
10
Kengetallen personeel
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8
Aantallen vast - tijdelijk Verhouding Directie – Onderwijzend personeel – Onderwijsondersteunend personeel Leerling – leerkracht ratio per school Leeftijdsopbouw personeel Verwacht natuurlijk verloop personeel Resultaat Flankerend beleid Ziekteverzuimcijfers Verlofcijfers zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en Bapo
60 61 61 61 61 61 62 62 63 63 63 64 64 65 65
66 66 66 67 69 70 71 72 73
Lijst met afkortingen
74
11
75
Bijlagen
Bijlage I. Bijlage II. Bijlage III. Bijlage IV.
Leerlingtelling, Gemiddeld Gewogen Leeftijd en Gemiddeld PersoneelsLast FPE-overzicht e Overzicht Totaalblad meerjarenformatieplan (o.b.v. 2 scenario MJB 2015-2018) Planning Acties Formatie Chrono
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
76 78 79 82
4
Voorwoord De landelijke organisaties van werknemers en de Werkgeversvereniging Primair Onderwijs hebben afspraken gemaakt over de arbeidsvoorwaarden voor de werknemers van de instellingen van het primair onderwijs, en deze afspraken ondergebracht in de CAO PO 2014-2015. Deze afspraken vormen voor het onderwijs een collectieve arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de CAO. De Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Chrono te Hardenberg verder te noemen Chrono, die aangesloten is bij de werkgeversorganisatie “PO-raad”, zal Chrono de arbeidsvoorwaarden zoals die neergelegd zijn in de CAO PO 2014-2015 toepassen op al haar werknemers die werkzaam zijn aan de door haar in stand gehouden instellingen voor primair onderwijs. De CAO PO 2014-2015 bevat afspraken waar een werkgever zich aan dient te houden. Daarbinnen voert het bestuur eigen beleid op bestuurs- en schoolniveau. Blijven de te maken beleidskeuzen binnen de gestelde kaders van de CAO PO 2014-2015, dan voert de werkgever over zijn voornemens overleg met het personeelsdeel van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad, hierna te noemen P(G)MR. Slechts in enkele gevallen hoeft dan decentraal georganiseerd overleg te worden gevoerd.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
5
Inleiding Zorgvuldig personeelsbeleid in een meerjarenperspectief is voorwaarde voor goed werkgeverschap, een hoge kwaliteit van het onderwijs en een gezonde financiële basis voor de Stichting Chrono. Vorig jaar heeft Chrono besloten niet tot plaatsing van personeel in het Risicodragende deel van de formatie (rddf) over te gaan. Deze keuze heeft gevolgen voor de begroting, die een drietal jaren een bewuste overschrijding zal laten zien. Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid lopen alle besturen, en dus ook Chrono, kans op verplichte benoemingen i.v.m. het ketenbeding. Op dit moment zijn we nog zoekende naar de juiste oplossing. Deze oplossing kan liggen in het benoemen van een aantal vaste invalkrachten naast bijvoorbeeld deelname aan een regionale invalpool. In de CAO voor het Primair Onderwijs is de verplichting opgenomen inhoud te geven aan het meerjarenformatiebeleid. Zo hebben we voor dit meerjarenformatiebeleidsplan gebruik gemaakt van het model dat door ons administratiekantoor OSGMetrium gebruikt wordt. Dit model is aangevuld met de gegevens uit het model van vakvereniging CNV Onderwijs. Ook de mogelijkheden voor flankerend beleid zijn ontleend aan suggesties van het CNV. Door de sluiting van CBS de Kastanjehof per 1-8-2015 moest het personeel van de school herplaatst worden. Dat is met de nodige zorgvuldigheid gebeurd. Eén leerkracht heeft besloten vervroegd met pensioen te gaan. De leerkrachten hebben een plaats gevonden op De Vlinder, De Elzenhof, Bloemenhof en ’t Kompas. Met de hierboven genoemde factoren is zo goed mogelijk rekening gehouden bij het opstellen van het meerjarenformatiebeleidsplan 2015-2019. Voor de zomervakantie worden er geen leerkrachten in het rddf geplaatst. De vacaturestop blijft gehandhaafd en flankerend beleid voortgezet. Immers: wat blijft is de verwachte terugloop van ca. 300 leerlingen de komende vijf jaar. Dit zal leiden tot een terugloop in inkomsten van ca. 1 miljoen euro. Dit betekent dat er omgerekend naar formatieplaatseenheden voor 11,05 fpe’s minder personeel nodig is. Deze terugloop kan opgevangen + worden door de uitstroom van 60 -ers en ander natuurlijk verloop. Door goed te blijven monitoren op met name de personele inkomsten en uitgaven, verwacht ik de goede dingen te doen. Op deze wijze willen we de kwaliteit van ons onderwijs op orde houden met voldoende personeel. Henk Brink, Voorzitter College van Bestuur Chrono april 2015
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
6
Samenvatting a) Uitgangspunten De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: • •
• •
• •
Er wordt vier jaar vooruit gekeken, waarbij knelpunten duidelijk gemaakt worden en gepaste maatregelen worden voorgesteld. Het formatiebeleid van de komende jaren zal er op gericht zijn om op een zorgvuldige wijze te anticiperen op de verwachte daling van het aantal leerlingen; uitgaande van 1 oktober 2014 loopt dit aantal tot 2018 op tot 310 (10,14%). Dit rechtvaardigt handhaving van de vacaturestop, alsmede stevig blijven inzetten op flankerend beleid. De formatie die wordt uitgegeven voor schooljaar 2015/2016 is gebaseerd op het aantal leerlingen per 1 oktober 2014 (T-1 systematiek). De school krijgt formatie conform de inkomsten van het Ministerie. Als uitgangspunt is de door de directeuren van CHRONO opgestelde leerlingprognose genomen. Deze bleek de laatste vier jaren het meest betrouwbaar. Per 1 oktober 2015 bedraagt de verwachte daling 79 leerlingen, ten opzichte van 1 oktober 2014. De personele inkomsten en uitgaven dienen met elkaar in balans te zijn. Hierop zal voortdurend gemonitord worden. De meerjarenbegroting van Chrono is daarbij leidend. Met de invoering van passend onderwijs wordt rekening gehouden met inkomsten die zeker zijn en worden aannames gedaan waar dat (nog) niet het geval is.
b) Gegevens ten behoeve van de formatieberekening van Chrono. Hieronder is de tabel met het aantal leerlingen, de Gemiddeld Gewogen Leeftijd (GGL) en de Gemiddelde Personele Last (GPL) op de teldatum 01-10-2014 toegevoegd
Aangezien het leerlingaantal de basis vormt voor bekostiging van de organisatie, is het van belang te weten wat de ontwikkelingen op de langere termijn zijn. Dit is weergeven in onderstaande schema: Aantal leerlingen teldatum 1-10-2012 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 1-10-2017 1-10-2018 schooljaar 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 2019-2020 totaal aantal leerlingen onderbouw 1.443 1.398 1.416 1.366 1.318 1.292 1.216 totaal aantal leerlingen bovenbouw 1.717 1.720 1.642 1.588 1.569 1.524 1.532 totaal aantal leerlingen
3.160
3.118
3.058
2.954
2.887
2.816
2.748
Gemiddeld Gewogen Leeftijd (GGL): 41,17 jaar Gemiddelde Personele Last (GPL): € 59.609,66
Tot en met 01-10-2014 betreft het leerlinggegevens conform DUO, daaropvolgend betreft het prognosetellingen aangegeven door Chrono. De prognoses voor het aantal leerlingen in de komende jaren zijn de optelsom van inschattingen van de afzonderlijke schooldirecteuren. Hun inschattingen zijn tot stand gekomen op basis van reeds bekende aanmeldingsgegevens en hun eigen ervaring. • •
•
Het aantal leerlingen is ten opzichte van 01-10-2013 met 60 leerlingen gedaald. Het aantal leerlingen was op teldatum van 01-10-2014 3058 leerlingen en op 01-10-2013 3118 leerlingen. De GGL van de zestien scholen zijn wisselend gestegen of gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Op stichtingsniveau is de GGL uiteindelijk gestegen, namelijk van 40,97 jaar naar 41,17 jaar. Dat is in kaart gebracht in bijlage I. De GPL van de vijftien basisscholen is gestegen van € 58.652,26 naar € 59.195,62. De GPL van de speciale basisschool is gestegen van € 63.775,32 naar € 64.665,66. De gemiddelde GPL is gestegen van € 59.050,41 naar € 59.609,66 Dat is in kaart gebracht in bijlage I.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
7
c) Totaaloverzicht schoolformatie 2015-2016 in fpe Wanneer we de vijftien schoolformatieplannen voor 2015-2016 (hdst. 7) samenvatten komen we tot de onderstaande totaal gegevens:
Brin
School
Inkomsten
Uitgaven
Totaal (fpe)
00MS
PWS
15,41
15,31
0,10
04QE
De Akker
13,70
13,52
0,18
05LQ
CNS Balkbrug
7,80
7,92
-0,13
05LY
De Spreng-el
5,38
5,50
-0,12
05SM
't Kompas
06UX
Ds. Koningsberger
08AL
C.B.S. Rheezerveen
08PF 10IE
4,27
4,18
0,08
10,66
10,65
0,01
3,82
4,14
-0,32
De Bron
10,41
10,46
-0,06
Vlinder
10,86
10,85
0,00
10NB
De Elzenhof
14,84
14,87
-0,03
10YP
MarsWeijde
18,25
18,29
-0,04
11XI
De Ark
17,82
17,97
-0,14
12PL
Gr. v. Prinstererschool
8,78
8,95
-0,17
12WZ
De Regenboog
13,12
13,23
-0,11
23RK
De Bloemenhof
17,77
18,23
-0,46
172,87
174,07
-1,20
Totaal
Op bestuursniveau is er voor schooljaar 2015-2016 een formatief knelpunt van 1,20 fpe’s. Voor deze knelpunten gaan de scholen een verzoek doen om toekenning van extra formatie. Bij de beoordeling van de verzoeken laat de bestuurder zich adviseren door de Portefeuillegroep Formatie. Deze werkgroep bestaat uit 3 directeuren en de beleidsmedewerker P&O. Bij de toekenning van extra formatie laat de bestuurder zich door 1 of meer van onderstaande criteria leiden: 1. De school heeft te maken met een zeer ongelukkige groepsindeling die schoolbreed doorwerkt. 2. De school heeft procentueel veel gewichtsleerlingen of zorgleerlingen die om extra aandacht vragen in de groepen / op school 3. De eind- en/of tussenopbrengsten staan de komende jaren onder druk en er is een plan van aanpak gemaakt, waaruit blijkt dat extra formatie noodzakelijk is. 4. Het personeel van De Kastanjehof heeft een geschikte arbeidsplaats gevonden. Voor de bekostiging van deze verzoeken wordt enerzijds de BPA-budget van de scholen (personele reserve) ingezet en voor de rest worden de gelden voor bijzonder bekostiging ingezet. d) Overige personele budgetten Naast de formatieve budgetten in fpe zijn er ook andere inkomsten die meegenomen worden in het bestuursformatieplan. De budgetten zijn onder andere: - Budget Personeels- en arbeidsmarktbeleid (inclusief convenant beloning schoolleiders) - Overige inkomsten Vanuit deze baten zullen bovenschoolse posten worden bekostigd, zoals: - Kosten bovenschools management - Overige salariskosten (extra kosten payroll, ouderschapsverlof) - Overige indirecte personele lasten (wervingskosten, IPB, arbo- kosten, attenties personeel)
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
8
De begroting van deze posten over 2015 is toegevoegd onder paragraaf 6.5. Deze begroting van € 1.430.061 heeft een negatief saldo van € 5.157,--. e) Resultaat In het bestuursformatieplan 2015-2016 ontstaat er een uiteindelijk resultaat van - € 69.300,--. Als samenvatting van de tabellen met de berekende personele inkomsten en uitgaven uit hoofdstuk 7. Het verschil ten opzichte van de kosten voor de schoolformatie onder c) groot € 55.000,-- wordt veroorzaakt door de extra kosten die we bovenschools nog voor bapo moeten verrekenen zoals gemeld in paragraaf 7.5.2. De rest komt op rekening van meer opgenomen ouderschapsverlof. Ten aanzien van het meerjarenperspectief is er in de bijlage het scenario uitgewerkt o.b.v. de keuze voor e het 2 scenario in het MJB 2015-2018. In bijlage III staat het scenario waarin de uitgaven zijn vastgezet met daarbij alleen natuurlijk verloop. De inkomsten dalen als gevolg van leerlingdaling. In de bijlage is dit scenario uitgewerkt waarbij het verwachte natuurlijk verloop door uitstroom voor de jaren 2016-2017 en verder is meegenomen. Tevens is in de begroting het mogelijk ontslag door rddf in 2017-2018 en 20182019 meegenomen. Dit scenario ligt het meest voor de hand, daarom vindt u hieronder de samenvatting van de tabellen uit bijlage III Overzicht Totaalblad meerjarenformatieplan (o.b.v. 2e scenario MJB). NB. Er is t.a.v. de inkomsten gerekend met de voorlopige cijfers voor 2015-2016 die medio april 2015 bekend zijn gemaakt. Dit heeft er voor gezorgd dat het financiële plaatje er gunstiger uitziet. Overzicht Totaalblad meerjarenformatieplan (o.b.v.2e scenario MJB) prognose 2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
totaal Personele bekostiging
€ 12.677.635
€ 12.582.563
€ 12.252.291
€ 12.057.832
€ 11.873.168
totaal Personele verplichtingen
€ 12.917.663
€ 12.651.862
€ 12.391.099
€ 11.992.871
€ 11.805.020
€ 240.028-
€ 69.300-
€ 138.809-
€ 64.961
€ 68.148
formatieve frictie
f) Conclusies Het College van Bestuur van Chrono is zich ervan bewust dat het negatief resultaat o.b.v. in het verleden gemaakte keuze de komende twee jaar nog zal leiden tot meer uitgaven voor personele verplichten dan dat er bekostigd wordt. Er is toen de keuze gemaakt om personeel in dienst te houden t.b.v. verwachte uitstroom van personeel i.v.m. pensionering na 2017. Deze keuze wordt o.b.v. de huidige cijfers (zie ook hieronder) nog steeds bevestigd. Mede op basis hiervan is het College van Bestuur van mening dat de bestuursformatie 2015-2016, ondanks het te kort, hiermee kan worden vastgesteld en dat er voor de schooljaren tot en met 2018-2019 een goede richting is aangegeven. Meerjaren inkomsten formatie en uitstroom personeel saldo terugloop leerlingen inkomsten
leerlingen
inkomsten
2014-2015
3118
€ 12.677.635
2015-2016
3058
€ 12.582.563
-60
€
-95.072
172,87
-1,31
2,87
4,31
2016-2017
2954
€ 12.252.291
-104
€
-330.272
168,33
-4,54
1,78
*
2017-2018
2887
€ 12.057.832
-67
€
-194.458
165,66
-2,67
3,46
2018-2019
2816
€ 11.873.168
-71
€
-184.664
163,13
-2,54
2,01
-302
€
-804.467
-11,05
10,13
totaal
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
fpe
in FPE's verschil uitstroom uitstroom 60+ na OSV
schooljaar
174,18
3,74
8,05
9
* progn. uitstroom na OSV : Gezien de uitstroom na OSV in 2014-2015 en 2015-2016 zal dit ook de komende jaren ruim voldoende moeten zijn om een nog mogelijk tekort op te vangen. Lopend schooljaar 25 met zwangerschapsverlof, waarvan 14 met volledige of grote baan. Onderwijzend Personeel-formatie Er wordt geen OP-formatie in rddf geplaatst. +
Er is voldoende natuurlijk verloop door uitstroom van 60 en deeltijdontslag na verlof om de terugloop in + formatie de komende twee jaren op te vangen. De uitstroom van 60 zal de komende twee jaar FTE 2,5972 zijn. De uitstroom na ouderschapsverlof in 2013-2014 en 2014-2015 was respectievelijk FTE 4,76 en 3,74 en zal de komende twee jaar voldoende zijn om de verdere terugloop op te vangen. Er wordt onderzocht of voor 2015-2016 eventueel een deel van het boventallig personeel in een vervangingspool van het Vervangingsfonds geplaatst kan worden. Tevens wordt de mogelijkheid onderzocht om een deel van de invallers i.h.k.v. de WWZ een vaste benoeming voor invalwerk te geven en voor een flexibele schil aansluiting te zoeken bij een invalpool (bijvoorbeeld Twenterand). De kosten komen t.l.v. de vervanging. Wij onderzoeken de mogelijkheid om per 1-8-2015 uit het Vervangingsfonds te treden. Dit levert een fors financieel voordeel op. Ter illustratie: over het schooljaar 2013-2014 hebben wij voor € 642.000,-- aan premie betaald aan het Vervangingsfonds. Daar tegenover stond, door ons lage ziekteverzuim, € 278.000,-- aan gedeclareerde kosten voor ziektevervanging. We kregen over dat jaar een bonus van bijna € 36.000,-- waarna het verschil tussen betaalde premie en gedeclareerde kosten bijna € 330.000,-werd. Wij zijn ons bewust van het risico dat het niet aanwijzen van rddf met zich mee brengt. Maar gezien het bovenstaande (en de onderbouwing met meerjarenperspectief daarvan vindt u in dit plan) zijn wij van mening dat wij dit risico kunnen dragen en dat het risico zeker niet opweegt tegen de onzekerheid en spanning die rddf-plaatsing binnen onze organisatie met zich meebrengt. Tevens hebben wij ruimte nodig om de flexibele schil voor invalwerk te creëren en gelegenheid te geven voor 4-slagleren. Rddf-plaatsing zou dit onmogelijk maken. Onderwijs Ondersteunend Personeel-formatie Er wordt nog geen OOP-formatie in het rddf geplaatst. Het vervolgonderzoek naar gehele administratieve kolom binnen Chrono (zowel bestuurscentrum als scholen) heeft uitgewezen dat er behoefte is aan administratieve ondersteuning op alle scholen. De processen kunnen effectiever en efficiënter ingericht worden. De herstructurering administratieve kolom wordt in de periode januari tot augustus 2015 ingevoerd. Directieformatie Ook wordt geen directieformatie in het rddf geplaatst. In het “beleidsplan inzet directie 2012-2017”, is bepaald dat de maximale directieformatie (directeuren (excl. adjuncten) en minus Bapo) verder wordt verlaagd naar 12,1 fte uiterlijk per 1 augustus 2017. Dit getal is gebaseerd op de leerling-prognoses uit 2011 met een verwacht aantal leerlingen op 1-10-2017 van 2845. Per 1-8-2015 zitten we op een directieformatie van 11,7. Binnen vijf jaar is de pensionering van minimaal twee directeuren te verwachten. Samen zijn ze goed voor 1,56 fte. Per 1-8-2015 sluit CBS De Kastanjehof en moet de streefformatie worden bijgesteld. Dit wordt meegenomen in de evaluatie van het genoemde beleidsplan in het najaar van 2015.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
10
1
Formatiebeleid
1.1
Doel van het formatiebeleid
In het kader van het personeelsbeleid voor haar scholen wil het bestuur een aantal jaren vooruit kunnen zien. Dit is noodzakelijk om aan te geven of het totale formatiebudget van alle onder het bestuur ressorterende scholen toereikend is om de werkgelegenheid van het personeel dat in dienst is te handhaven en of dit naar verwachting ook de komende jaren het geval zal zijn. Het formatiebeleid vormt een belangrijk gegeven bij het opstellen van het jaarlijkse formatieplan per school. Jaarlijks wordt het formatiebeleid op bestuursniveau geactualiseerd. 1.2
Formatiebeleid en bestuursformatieplan (artikel 2.7 van de CAO PO 2014-2015) 1. De werkgever formuleert zijn, tenminste op de komende 4 jaar betrekking hebbend meerjarenformatiebeleid dat is gebaseerd op de meerjarenbegroting en dat jaarlijks wordt geactualiseerd in een (personele) bestuursbegroting/bestuursformatieplan. 2. De werkgever stelt, na verkregen instemming van de PGMR, vóór 1 mei voor het komende schooljaar het meerjarenformatiebeleid/een bestuursformatieplan vast en de wijze waarop de middelen bovenschools dan wel aan de scholen worden toegedeeld, tenzij zwaarwegende redenen of omstandigheden zich daartegen verzetten. Dit laatste wordt terstond ter kennis gebracht van de GMR.
1.3
Begrip bestuursformatieplan
In het bestuursformatieplan moet de werkgever aangeven welke functies van welke omvang, aard en niveau op korte en lange termijn noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de onderwijsdoelstellingen. In de beschikbare formatie wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. de door het bevoegd gezag structureel gewenste functies naar aard, niveau en omvang (de structurele formatie); 2. functies, die naar het oordeel van het bevoegd gezag nog slechts één schooljaar kunnen worden gehandhaafd, oftewel het risicodragend deel van de formatie (RDDF). 3. een functie in verband met een project waarvoor de werkgever of door derden gedurende drie of minder schooljaren uit additionele middelen formatie beschikbaar is gesteld en die door de werkgever niet in de structurele formatie is opgenomen (projectformatie) Vastgesteld wordt in de het meerjaren bestuursformatieplan wat voor de scholen de komende vier jaar de gewenste formatie is. De omvang en soorten functies worden vervolgens vergeleken met de lopende verplichtingen. Is er een positief verschil dan is er sprake van bestedingsruimte. Is er sprake van een negatief verschil dan is er sprake van risicoformatie. 1.4
Werkgelegenheidsbeleid / ontslagbeleid
De werkgever tracht gedwongen ontslag op formatieve gronden zoveel mogelijk te voorkomen en hanteert daartoe één van de twee regelingen: a. De regeling werkgelegenheidsbeleid, als bedoeld in de artikelen 10.2 en 10.3 van de CAO-PO 20142015; b. De regeling ontslagbeleid, als bedoeld in de artikelen 10.4 en 10.5 van de CAO-PO 2014-2015.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
11
De regeling die van kracht was bij inwerkingtreding van de CAO-PO wordt gecontinueerd. Wanneer er sprake is van ontslagbeleid, dan heeft de werkgever de mogelijkheid te kiezen voor het werkgelegenheidsbeleid. Hij treedt dan met de PGMR in overleg over de keuze van de regelingen. De P(G)MR heeft instemmingsrecht. Tot het moment dat instemming wordt bereikt geldt de regeling ontslagbeleid. Chrono hanteert het ontslagbeleid. 1.4.1 Regeling ontslagbeleid De werkgever met één school van dezelfde onderwijssoort hanteert de afvloeiingsregeling en eventuele protocollen zoals die golden op 31 juli 2006. De werkgever met meerdere scholen van dezelfde onderwijssoort hanteert per categorie personeel een integrale afvloeiingsregeling op bestuursniveau voor de plaatsing in het rddf en ontslag om formatieve redenen van werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Onderscheiden worden de categorieën onderwijzend personeel, onderwijsondersteunend personeel, directie en werknemers die zijn benoemd op projectformatie. De CAO kent binnen de genoemde categorieën geen mogelijkheid tot differentiatie. De mogelijkheid een lijst te maken van LA of LB docenten of een afzonderlijke categorie ambulante begeleiders kent de regeling niet. Willen wij zo’n onderscheid toch maken, dan moet er cf. lid 7 van de regeling ontslagbeleid DGO worden gevoerd. Als afvloeiingscriterium geldt het criterium zoals dat gold op 31 juli 2006. Voor Chrono betekent dat de diensttijd bij het onderwijs. Aan de hand van dit criterium wordt de afvloeiingslijst opgesteld. Als er een formatief probleem ter grootte van een bedrag van ten minste € 35.000, -- zich voordoet op een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs of een WEC-instelling op één school of enkele scholen en de integrale afvloeiing op bestuursniveau zou leiden tot kennelijke onbillijkheid, heeft plaatsing in het rddf en afvloeiing - binnen de bestuurslijst - plaats uit het personeelsbestand van die school of scholen. Plaatsing in het rddf en ontslag om formatieve redenen gebeurt in de volgende volgorde: a. zij die de laagste uitkomst bereiken op basis van het toepasselijke afvloeiingscriterium; b. bij een gelijke uitkomst op basis van het toepasselijke afvloeiingscriterium gaan jongeren voor ouderen. Wanneer de werkgever de bovenstaande regeling niet wil hanteren, voert DGO ter vaststelling van een afvloeiingsregeling. Wet Werk en Zekerheid (WWZ) Per 1 juli 2015 wordt de WWZ ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor de afvloeiingsvolgorde. Afspiegelingsmodel Een afspiegelingsmodel staat beschreven in het Ontslagbesluit van UWV (per 1 juli 2015 Ontslagregeling van UWV). In het afspiegelingsmodel wordt het personeel ingedeeld (per functiecategorie) in leeftijdsgroepen van 10 jaar: 15-25 jaar, 25-35 jaar, 35-45 jaar, 45-55 jaar, 55 en ouder. Na de ontslagronde dient de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand gelijk te zijn aan de opbouw daarvoor. Er wordt dus eerst bepaald hoeveel functies komen te vervallen in elke leeftijdscategorie. Binnen iedere categorie geldt vervolgens LIFO (Last In First Out; kortste dienstverband eerste ontslag). Er zijn in het Ontslagbesluit enkele uitzonderingen geformuleerd. Dat kan onder meer gaan om personeelsleden die op grond van hun kennis en bekwaamheden onmisbaar zijn voor de organisatie etc. Het is mogelijk dat in de CAO onderhandelingen er nog een afwijkende afspraak gemaakt wordt voor het onderwijs. Dit zal in mei / juni 2015 bekend worden.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
12
1.4.2 Plaatsing in het risicodragend deel van de formatie 1. Het besluit van de werkgever om een functie te plaatsen in het rddf wordt gemotiveerd en schriftelijk, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór de zomervakantie, aan de werknemer meegedeeld. 2. Slechts bij zwaarwegende redenen of omstandigheden kan een functie in het rddf worden geplaatst als het bestuursformatieplan nog niet is vastgesteld. 3. Plaatsing in het rddf geeft de werknemer recht op scholing. Plaatsing van werknemers in een functie in het rddf heeft geen gevolgen voor de aard van hun dienstverband. Werknemers in dienst voor onbepaalde tijd behouden in dat geval een dienstverband voor onbepaalde tijd. Ontslag in verband met opheffing van de betrekking kan niet eerder worden verleend dan nadat de functie een geheel schooljaar is geplaatst in het rddf. Aangezien een plaatsing in het rddf geen terugwerkende kracht kan hebben, betekent dit dat een schriftelijke kennisgeving (aangetekend schrijven) ter zake zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór de aanvang van de zomervakantie van enig schooljaar dient plaats te vinden. Als niet kan worden voorzien dat binnen het rddf-jaar ruimte in de formatie vrijkomt, is het ter voorkoming van ontslag in het belang van zowel die werknemer als van de werkgever, om het vergroten van een perspectief op een andere betrekking binnen of buiten het onderwijs zo spoedig mogelijk ter hand te nemen. De hier bedoelde scholing moet vanzelfsprekend een duidelijke relatie vertonen met de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Ontslag op formatieve gronden is slechts mogelijk als de gehele betrekking van het betrokken personeelslid wordt opgeheven. Deeltijdontslag is in het onderwijs niet toegestaan. Ook benoemingen in tijdelijke dienst kunnen niet zonder meer beëindigd worden. Minimaal een jaar van tevoren moet worden vastgesteld welke personeelsleden – met een benoeming voor onbepaalde tijd - met ontslag worden bedreigd. Ontslag zonder voorafgaande plaatsing gedurende een schooljaar in het rddf is niet mogelijk, tenzij sprake is van ontslag uit een vervangingsaanstelling of ontslag wegens niet-formatieve redenen. Wet Werk en Zekerheid Per 1 juli 2015 wordt de WWZ ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor het ontslagrecht. Wijziging ontslagrecht De wijzigingen in het ontslagrecht per 1 juli 2015 gelden voorlopig alleen voor het bijzonder onderwijs. Er zijn straks vier manieren om een medewerker te ontslaan of de dienstbetrekking te beëindigen: − Met wederzijds goedvinden: de medewerker stemt in met zijn ontslag, of er wordt een beëindigingsovereenkomst afgesloten. − Opzeggen met toestemming van UWV: bij bedrijfseconomische redenen en bij ziekte. − Ontbinding door de kantonrechter: bij redenen gelegen in de persoon van de medewerker. − Opzeggen zonder toestemming van UWV: proeftijd en dringende reden. De reden van ontslag bepaalt welke procedure doorlopen moet worden. De werkgever mag dus niet kiezen of toestemming wordt aangevraagd bij de kantonrechter of bij UWV. 1.5
Aannamebeleid of vertrek bevorderende maatregelen
De vacaturestop die met ingang van 1 mei 2012 geldt, blijft van kracht. Als een nieuwe aanstelling noodzakelijk is, wordt gebruik gemaakt van payroll. Het flankerend beleid zoals dit in 2012-2013 is ingezet, door laten lopen naar het schooljaar 2015-2016. Het flankerend beleid is een samenstel van vertrek bevorderende maatregelen. We doen een beroep op alle personeelsleden van Chrono om daar op vrijwillige basis aan mee te werken. Met de werkgroep Meerjarenbestuursformatieplan zal het flankerend beleid in het najaar van 2015 geëvalueerd worden. Daarna zal het mogelijk bijgestelde beleid nadrukkelijk onder de aandacht van het personeel gebracht worden.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
13
Alle nieuwe aanstellingen die noodzakelijk zijn, worden ingezet via payroll. Hiermee wordt de flexibele schil vergroot die nodig is om tijdig in te spelen op terugloop in formatie. Voor het schooljaar 2015-2016 onderzoeken we de mogelijkheid om (tijdelijk) boventallig personeel in een vervangingspool ten laste van het Vervangingsfonds te plaatsen. Hierdoor kunnen eventueel nog een aantal mensen in dienst gehouden worden, die anders ontslagen moeten worden. Bij krimp kunnen directeuren ook ingezet worden voor bovenschoolse projecten.
1.6
Procedure
Het voorliggende bestuursformatieplan 2015-2016 omschrijft op welke wijze het bevoegd gezag formatiebeleid voert. Het plan is bedoeld om zowel de werkgever als de werknemers zo veel mogelijk duidelijkheid, inzicht en zekerheid te bieden in de personele ontwikkelingen van de schoolorganisatie. Nadat het bestuursformatieplan voorlopig is vastgesteld door het bestuur zal het tijdig ter instemming worden voorgelegd aan de PGMR. Daarna zal het CvB het plan definitief vaststellen. Bij de totstandkoming van het beleidsplan wordt de bestuurder ondersteund door de beleidsmedewerker P&O, de Werkgroep Meerjarenbestuursformatieplan en de Portefeuillegroep Formatie. De groepen zorgen voor input en expertise vanuit de organisatie. De planning van de werkzaamheden rond de formatie en het formatiebeleid is in bijlage IV toegevoegd.
1.7
Voorbehoud
Het bestuursformatieplan is opgesteld op grond van de op dit moment bekende gepubliceerde formatiebesluiten van het Ministerie van OCW, van de gemeentelijke overheid en de op dit moment bekende reglementen van CAO-PO, Participatiefonds, Vervangingsfonds, Risicofonds, Noodfonds en op overeenkomsten, opgesteld door de Werkgeversvereniging Primair Onderwijs (PO-raad) en de vakorganisatie. Op het moment van opstellen van het bestuursformatieplan waren de definitieve gevolgen van Passend Onderwijs nog niet geheel bekend. Hiervoor is een zo goed mogelijke schatting gemaakt. De opgenomen (meerjaren)prognoses van de leerlingaantallen voor de komende teldata zijn door de schooldirecteuren zo nauwkeurig mogelijk berekend op basis van de bij hen bekende gegevens. Het bestuursformatieplan is een momentopname; wijzigingen in regelgeving en/of personeel na vaststelling van dit plan, hebben invloed op het gestelde hierin.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
14
1.8
Besluitvormingstraject
De uitgangspunten van het bestuursformatieplan 2015-2016 worden binnen de kaders van het personeelsbeleid voorgelegd aan de GMR bij voorlopig besluit van het College van Bestuur.
College van Bestuur Voorlopig besluit door het College van Bestuur op 23 april 2015 te Hardenberg Naam: H. Brink voorzitter College van Bestuur
GMR −
ter advisering door de oudergeleding
−
ter instemming van de personeelsgeleding
plaats, d.d.
Hardenberg, 20 mei 2015
Naam
:
M. Lugies-van Wijngaarden
Naam
:
E. Landstra
Functie
:
voorzitter
Functie
:
secretaris
College van Bestuur Vastgesteld door het College van Bestuur op 1 juni te Hardenberg Naam: H. Brink voorzitter College van Bestuur
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
15
2 2.1
Schets van de organisatie Organisatiestructuur
Bestuurlijke structuur Chrono Chrono is een stichting voor protestants christelijk primair onderwijs, met zestien scholen die verspreid zijn over de gemeente Hardenberg. Vanaf 1 januari 2013 wordt gewerkt met een College van Bestuur en Raad van Toezicht. In het SBB worden onze doelen geformuleerd, die we de komende vier jaar willen behalen. Het gaat om doelen die we in gezamenlijkheid willen bereiken, met leerlingen, ouders en personeel. Er is derhalve sprake van collectieve ambitie. Chrono wil de verantwoordelijkheid laag in de organisatie leggen en kiest bewust voor relatief autonome scholen, met een eigen directeur. De directeur is belast met het inhoud geven aan zijn/haar onderwijskundig leiderschap binnen de door Chrono gestelde beleidskaders en vanuit onderwijskundige ideeën en onderwijskundige vormgeving. Bij dit laatste maakt hij/zij gebruik van mensen, middelen en organisatie om de onderwijskundige visie en doelen te realiseren. Daarin liggen dus eveneens een aantal beheerstaken, welke aan de onderwijskundige doelen kunnen worden gekoppeld. Scholen binnen Chrono kennen fulltime, parttime- en tweescholendirecteuren. Het speelveld van de directeur en daarmee voor de school is het beleid zoals dat wordt vastgelegd in bovenschoolse kaders. In het directeurenoverleg brengen directeuren punten naar voren die van belang zijn voor die gezamenlijke kaders. Deze worden ook besproken en afgekaart met de GMR zodat er een breed draagvlak is voor de kaders die zijn afgesproken. Chrono wil een organisatie zijn, waarbij personeelsleden ook van elkaar leren. Daarbij is dan van belang dat er zicht is op elkaars kwaliteiten en op de successen die behaald worden in de scholen. Meer dan in de afgelopen jaren, willen we dat ook “naar buiten” richten. Dus: kijken over de eigen schoolgrens heen en kennis delen, intervisie benutten, scholing afstemmen, lesmateriaal toegankelijk maken voor alle Chronoscholen, etc. Maar ook: verder samen werken aan passend onderwijs in de regio, actief meedoen aan brede schoolontwikkeling en zorgen voor een warme overdracht vanuit peuterspeelzaal/kinderopvang naar basisonderwijs. We betrekken de ouders actief bij onze scholen. Belangrijke onderdelen daarvan zijn de contacten tussen ouders, leerkracht en de directeur. Elke school heeft een ouderklankbordgroep, als informeel klankbord voor de directeur. Ook betrekken we ouders nadrukkelijk bij de benoemingen van onderwijsgevend personeel.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
16
De structuur ziet er grafisch als volgt uit:
Missie Chrono wil vanuit maatschappelijke betrokkenheid haar leerlingen kwalitatief goed Protestants Christelijk Primair Onderwijs aanbieden. Chrono streeft bij het in stand houden van dit onderwijs naar een goede spreiding over de kernen en de dorpen in de gemeente Hardenberg. Visie 1. Chrono staat voor: een levensbeschouwelijk fundament met de Bijbel als grondslag. Dit betekent dat de Bijbel als grondslag richtinggevend is voor de inrichting van het onderwijs, het omgaan met leerlingen en het omgaan met elkaar binnen de vereniging. Het vormt het centrale richtsnoer voor leven en werken en is bepalend voor de grondhouding van alle medewerkers in de uitvoering van de onderwijstaken. Juist omdat we samen staan voor Protestants Christelijk basisonderwijs en elke school daarbij voor een eigen inkleuring kan zorgen, is in 2012 een notitie “De invulling van de Christelijke Identiteit bij Chrono” vastgesteld. Deze is bedoeld als bestuurlijk toetsingskader, voor zowel de stichting als de scholen. Het vertaalt zich bijvoorbeeld in personeelsbeleid voor Chrono (o.a. diploma DCBO verplicht) en methodekeuze op school. Naast een eigen inkleuring van de christelijke identiteit heeft ook elke school een eigen onderwijskundig profiel. Dit geeft ouders binnen Chrono de gelegenheid te kiezen voor een school die dicht bij hun eigen onderwijskundige visie staat als zij dat belangrijk vinden. 2. Chrono staat voor: een beschermende en stimulerende ‘paraplu’ voor scholen, die zichzelf kunnen zijn. Dit betekent dat Chrono een stichting is, waarbij het stimuleren tot kwaliteit wordt geëffectueerd volgens een sturing op hoofdlijnen. Scholen zijn in staat en worden aangemoedigd om hun eigen onderwijskundige inkleuring te kiezen en deze nader vorm te geven. Chrono kiest daarbij voor het motto
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
17
eenheid in verscheidenheid: er is sprake van ondersteuning vanuit het bestuurscentrum en vanuit de onderlinge samenwerking tussen de scholen. 3. Chrono staat voor: Protestants Christelijk Primair Onderwijs met een goede spreiding binnen de gemeente Hardenberg, dicht bij de ouders en de kinderen. Teneinde de onderwijskwaliteit te kunnen borgen voor kinderen en personeel, vindt Chrono dat een school minimaal drie (combinatie)groepen moet hebben. Daarvoor is structureel een leerlingenaantal van veertig nodig. 4. Chrono staat voor: alle activiteiten op haar scholen zijn gericht op de belangen van het kind. Dit betekent dat bij de gezamenlijk te maken afwegingen voor het ondernemen van diverse activiteiten op de scholen, het belang van de kinderen het voornaamste criterium vormt. Dit criterium is van belang voor de dagelijkse activiteiten, voor de activiteiten op de Chronoscholen (op onderwijskundig, personeel, financieel en materieel terrein), maar ook voor de kwaliteitszorg en de verdere invulling van de strategische beleidsplannen binnen de vereniging. 5. Chrono staat voor: een lerende organisatie, waar planmatig wordt gewerkt. Dit betekent dat niet alleen kinderen leren, maar ook de medewerkers binnen de vereniging. Leren aan en van elkaar is richtsnoer voor het stimuleren van verhoging van de kwaliteit. We zijn daarbij positief kritisch naar elkaar, spreken elkaar aan, maar geven elkaar ook de ruimte om te leren van fouten. Bij de uitvoering van het beleid werken we planmatig, waarmee zowel intern als extern helderheid wordt gegeven. 6. Chrono staat voor: een positief en veilig leer- en werkklimaat. Voor kinderen, ouders en medewerkers in deze snel veranderende wereld willen de Chronoscholen een plek bieden, waar veilig geleerd kan worden, structuur ervaren kan worden en men gestimuleerd wordt om zich te ontwikkelen. 7. Chrono staat voor: het bieden van kansen op interactie, ontwikkelingen en mobiliteit. De meerwaarde van de stichting zal met name worden gezocht in het gezamenlijk bereiken van doelen. In directieverband zal dit onder meer tot uiting komen in gezamenlijke scholing, intervisie, collegiale consultatie en ondersteunend werkoverleg. In personele zin zullen er mobiliteitsdoelen worden gesteld. Het benutten van kansen op dit terrein zal worden voorzien van inhoudelijke vertalingen en streefgetallen. 8. Chrono staat voor: de hoogst mogelijke ontwikkeling voor ieder kind. Het welzijn van kinderen is van groot belang om goed te kunnen leren. Daarom zorgt elke school voor een duidelijke structuur waarbinnen elk kind zich gewaardeerd en gerespecteerd kan voelen. Kernwaarden zijn: respect, vertrouwen, veiligheid, geborgenheid, samenwerken, positieve waardering. We leren kinderen zelfvertrouwen en positief gedrag. We leren kinderen de balans te vinden tussen hoofd, hart en handen. Elke school geeft ontwikkelingsgericht onderwijs. Vanuit een positief leerklimaat dagen we kinderen uit optimaal te presteren, passend bij het kind. 9. Chrono staat voor: contacten met externe organisaties die kunnen bijdragen aan ons onderwijs. We stellen ons open voor samenwerking met anderen, op zowel schoolniveau als bovenschools. Voorbeelden zijn nauwere samenwerking met peuterspeelzalen en kinderopvang, brede schoolontwikkeling, samenwerking met logopediepraktijken, opleiden in de school/ leerwerktrajecten met PABO en MBO, samenwerkingsverband/passend onderwijs in de regio, gezamenlijk met andere verenigingen/stichtingen aanbieden van scholing in de regio. Rode draad en een belangrijk criterium voor onze samenwerking en inzet is dat het kind en/of het personeel en (de kwaliteit van) ons onderwijs er beter van wordt.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
18
In de externe communicatie zal deze visie en missie worden uitgedragen met de volgende KERNWAARDEN: Geloven: in je zelf en de ander We geloven in God, in de woorden die God in de Bijbel spreekt. Geloven betekent voor ons : lief hebben, goedkeuren, het goede zien in de wereld en in ieder mens. Geloven betekent ook veiligheid bieden, vertrouwen geven en respect hebben voor elkaar. Het geloof bevestigt dat God de wereld goed geschapen heeft. Daarom zit er in ieder mens een goede kern en gaat het erom dat we ondanks negatieve ervaringen in deze goede kern geloven. Geloven is zeker zijn van de dingen waar we op hopen en ervan overtuigd zijn dat wat we niet zien, toch bestaat. Door het geloof in het goede help je de ander dat in zich zelf te ontdekken. Onze manier van kijken heeft effect op de manier waarop de ander naar zich zelf kijkt. Verantwoordelijkheid Wij nemen onze verantwoordelijkheid in de samenleving. Binnen Chrono zijn we verantwoordelijk voor elkaar. Dat betekent dat we elkaar helpen waar nodig en dat iedereen aanspreekbaar is op de vijf kernwaarden. Vanuit verantwoordelijkheid durven we ook besluiten te nemen en daden te stellen. We durven te vertrouwen op eigen verantwoordelijkheid Ontwikkelingsgericht We blijven ons steeds ontwikkelen. Onze medewerkers zijn deskundig en professioneel. We leren van elkaar en van onze omgeving. Kennis wordt actief gedeeld en gezocht. Leren doen we samen, van elkaar en met elkaar. Reflectie als motor van kwaliteitsverbetering Wij zijn als stichting steeds gericht op verbeteren. Zowel op het gebied van onderwijs, de organisatie van het onderwijs als de samenwerking met partners. Continu verbeteren is in onze cultuur verankerd. Leren, verbeteren en borgen zijn uitgangspunten bij het handelen. Principe: fouten maken mag – als men er maar van leert. Reflectie is voor ons de basis voor leren en kwaliteitsverbetering. Samenwerken/verbinden Samenwerking vereist een open en eerlijke omgang met elkaar. Daarvoor is vertrouwen noodzakelijk. Dit vormt de basis voor ons uitgangspunt afspraak-is-afspraak en we spreken elkaar aan als men zich niet aan de afspraken houdt. Elkaar feedback geven is voor ons gewoon. Onze scholen staan midden in de maatschappij en hebben een open en brede blik. Wij zijn betrokken bij wat er in onze buurt gebeurt en zien onszelf als een spin in het web van verbindingen met ouders, maatschappelijke partners en andere betrokkenen. Samenwerking is hierin het uitgangspunt.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
19
2.2
Scholen
Chrono is het bevoegd gezag voor de volgende scholen: Bevoegd gezag Adres Postcode en plaats : Telefoon Administratienummer
: : : :
PCPO CHRONO te Hardenberg Stelling 8d 7773 ND Hardenberg 0523-272821 40946
Onder het bevoegd gezag ressorterende scholen: 00MS "SBO Prof. Waterink" Gramsbergerweg 50a 7772 CX HARDENBERG tel.: 0523-272442 e-mail:
[email protected] Directeur : dhr. A. Renting
04QE “CBS de Akker" Goudenregenstraat 75 7783 AB GRAMSBERGEN tel.: 0524-561367 e-mail:
[email protected] Directeur: mevr. J.P. Meijer
05LQ “CNS Balkbrug” De Omloop 2 7707 DZ BALKBRUG tel. : 0523-656478 e-mail:
[email protected] Directeur: dhr. L.J. Warmink
05LY "CBS de Spreng-el" De Steeghe 7 7784 CG ANE tel.: 0524-562466 e-mail:
[email protected] Directeur: mevr. D.H.Houweling
05SM "CBS 't Kompas" Radewijkerweg 48 7791 RH RADEWIJK tel.: 0523-216252 e-mail:
[email protected] Directeur: mevr. D.H.Houweling
06UX "CBS Ds. Koningsberger" Kanaalweg West 58 7691 CA BERGENTHEIM tel.: 0523-232093 e-mail:
[email protected] Directeur: dhr. H.A. Gort
08AL "CBS Rheezerveen" Bouwmansweg 3 7797 HM RHEEZERVEEN tel.: 0523-638308 e-mail:
[email protected] Directeur: dhr. B.C. Bakker
08PF "CBS de Bron" Pr. Bernhardstraat 1 7782 RV DE KRIM tel.: 0524-571268 e-mail:
[email protected] Directeur: dhr. A.H. Slot
10IE "CBS de Vlinder” Rembrandtstraat 31 7771 XE HARDENBERG Tel. : 0523-271434 e-mail:
[email protected] Directeur : dhr. J. Oosterkamp
10NB "CBS de Elzenhof" Ondermaat 13/Postbus 114 7770 AC HARDENBERG tel.: 0523-271574 e-mail:
[email protected] Directeur: dhr. G.J. Hans
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
20
10YP "CBS de MarsWeijde" Erve Odinck 5 7773 DE HARDENBERG tel.: 0523-261092 e-mail:
[email protected] Directeur: dhr. B.C. Bakker
11XI “CBS de Ark” Adelaarweg 15/17 7701 KK DEDEMSVAART tel. : 0523-615353 e-mail:
[email protected] Directeur : dhr. J.W. van Ringelestijn
12PL “CBS Groen van Prinsterer” Langewijk 436 7701 AT DEDEMSVAART tel.: 0523-612881 e-mail:
[email protected] Directeur: mw. M. Iliohan-Veldhuizen
12WZ “CBS de Regenboog” Krikkenstraat 6 7701 CW DEDEMSVAART tel.: 0523-613728 e-mail:
[email protected] Directeur : dhr. S. Donker
23RK "CBS Bloemenhof" Floralaan 18 7772 LL HARDENBERG tel.: 0523-271737 e-mail:
[email protected] Directeur : vacant
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
21
2.3
Samenwerking andere organisaties met consequenties voor inkomsten/uitgaven
2.3.1 Samenwerkingsverband Veld, Vaart en Vecht Het samenwerkingsverband Veld, Vaart en Vecht werkt als vereniging voor primair en speciaal onderwijs in de regio. Veld, Vaart en Vechtstreek is de werknaam van SWV 23-04 Passend Onderwijs PO. De vereniging is georganiseerd in vier afdelingen, waardoor passend onderwijs preventief en thuisnabij wordt uitgevoerd. Onder de stelling: centraal wat moet en decentraal wat kan. Dat betekent dat binnen de afdeling elk schoolbestuur eigen verantwoordelijkheid draagt. Het Ministerie van OCW, de vakcentrales en de sectorraden hebben een principeakkoord bereikt over de opvang van de personele gevolgen van Passend Onderwijs. Het doel van deze ‘Tripartiete overeenkomst personele gevolgen Passend Onderwijs’ is om zo veel mogelijk expertise te behouden voor het onderwijs. Hoewel de overeenkomst gevolgen heeft voor de beleidsvrijheid van samenwerkingsverbanden, kunnen verschillende interventies leiden tot betere benutting van talent en expertise. Misschien wel de meest directe wijze om de kwaliteit van passend onderwijs in de regio te waarborgen. De grootste verandering ten opzichte van eerdere afspraken is dat de betrokken schoolbesturen in het samenwerkingsverband de gezamenlijke verantwoordelijkheid krijgen om verlies van expertise en werkgelegenheid te voorkomen. Ook nieuw is dat ze in het ondersteuningsplan dienen vast te leggen hoe ze dit gaan realiseren. 2.3.2 Pabo Windesheim in Zwolle en Pabo Stenden in Emmen De GMR heeft onder voorbehoud ingestemd met het afsluiten van nieuwe convenanten met Pabo Windesheim en Pabo Stenden, vestiging Emmen. Het hebben van een convenant is een voorwaarde om nog studenten te krijgen, in het kader van Samen Opleiden. Chronoscholen die meedoen, moeten aan kwaliteitseisen voldoen en doen ook mee aan de landelijke accreditatie van genoemde Pabo’s. Chrono heeft per 1-8-2014 2 opleiders in de school, die zij ieder voor 1 morgen bovenschools benoemd heeft. Inmiddels zijn er binnen Chrono circa 90 leerkrachten door de Pabo’s opgeleid tot mentor van studenten. Uit navraag blijkt dat dit voor zowel de studenten als de mentoren een meerwaarde heeft. 2.3.3 Logopedische screening kinderen gemeente Hardenberg In de gemeente Hardenberg wordt de screening georganiseerd door de logopedist van de PWS. Zij hanteert hierbij het landelijke, door de beroepsvereniging vastgestelde instrument. De zogenaamde LSI. Hiermee wordt de huidige screeningsprocedure met dit instrument voortgezet. De screening levert een screeningsrapportage op waarmee de curatieve logopedie kan starten met specifiek onderzoek en de behandeling, volgens de afspraken die met de ziektekostenverzekeraars gemaakt zijn. - De gemeente Hardenberg stelt 50% van de screeningskosten, te weten € 7,50 per groep 2 leerling beschikbaar. Het andere deel, € 7,50, wordt door de basisschool gefinancierd. - De gemeente stelt hierbij als eis dat alle leerlingen van groep 2 gescreend worden. Hierop is ook de LSI gebaseerd. - De screening en verwerking van de resultaten volgens de LSI neemt ongeveer een half uur per kind in beslag. - De systematiek van preventie en curatie op de Hardenbergse scholen kan rekenen op de steun van de zorgverzekeraars, o.a. Achmea.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
22
3 3.1
Lumpsum Inleiding en doel lumpsum
Op 1 augustus 2006 werd in het Primair Onderwijs het declaratiestelsel vervangen door lumpsumbekostiging. Dat betekende het einde van het rekenen met formatierekeneenheden. De werkgever ontvangt nu geldelijke budgetten voor personeel en materieel. Reden voor deze overgang naar een ander bekostigingssysteem was met name de soms knellende regels, die een beperking waren bij het ontwikkelen van beleid binnen de organisatie. De overheid wil die keuzevrijheid zo min mogelijk belemmeren door gedetailleerde regels. Zo is de strikte scheiding tussen uitgaven voor personeel en materieel komen te vervallen. Het doel van lumpsum is te komen tot kwaliteits- en efficiencyverbetering in het onderwijs via een algemeen bruikbare en beschikbare integrale systematiek van beleid, planning en budgettering voor onderwijsinstellingen. Deze systematiek gaat uit van een zo effectief mogelijk maar tegelijkertijd sober instrumentarium voor beleidsontwikkeling, planning en control. De planning en control is gebaseerd op heldere begrotings- en formatieregels binnen een transparant besluitvormingsproces. Uitgangspunt is dat de inhoudelijke onderwijskundige doelstellingen en onderwijskundige kwaliteit van de individuele scholen centraal staan. De schoolactiviteitenplannen worden getoetst aan de intern vastgestelde begrotings- en formatieregels. De schoolplanning is gebaseerd op een cursusjaar. De begrotings- en formatieregels zijn transparant voor de schooldirecteuren en GMR en worden jaarlijks geëvalueerd. 3.2
Componenten voor de bekostiging
Om de lumpsumvergoeding personeel te berekenen is een aantal componenten bepalend. Twee van deze componenten zijn de gewogen gemiddelde leeftijd en de leerlingen. Hieronder een uitwerking hiervan. 3.2.1 De Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL) Bij het vaststellen van de GGL wordt alleen rekening gehouden met de leeftijd van de leraren in relatie tot hun werktijdfactor. Buiten beschouwing worden gelaten: - de directieleden (directeuren en adjuncten) - onderwijsondersteunend personeel - leraren in opleiding - leraren die zijn benoemd in een vervangingsbetrekking De invloed van de leeftijd van leraren speelt sinds de invoering van de lumpsumfinanciering een rol in de bekostiging. Er kan gesteld worden: hoe hoger de GGL, des te hoger de OCW-vergoeding maar ook hoe hoger je uitgaven zijn. Immers over het algemeen zit een oudere leraar hoger in de schaal dan een jongere leraar. Om te komen tot de GGL wordt de volgende berekening gehanteerd: 1. De leeftijd van iedere leraar wordt vermenigvuldigd met de betrekkingsomvang (indien de leraar ouder is dan 50 jaar, dan wordt de leeftijd op 50 gesteld). 2. De betrekkingsomvang van alle leraren wordt opgeteld bij elkaar op 3. De uitkomsten van (1) worden bij elkaar opgeteld 4. De uitkomst van (3) wordt gedeeld door de som van de betrekkingsomvang van de leraren (2) Hierna volgt een voorbeeldberekening.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
23
Leraar 1 2 3 4 Totaal
leeftijd 55 33 44 31
betrekkingsomvang 1,0000 0,3712 1,0000 0,8000 3,1712 (2)
leeftijd x betr.omvang (1) 50,0000 12,2496 44,0000 24,8000 131,0496 (3)
Gewogen gemiddelde leeftijd: 131,0496/ 3,1712 = 41,3249* (4) * Let op: Als de gewogen gemiddelde leeftijd van de school lager is dan 30, dan wordt deze op 30 gesteld. De peildatum voor het berekenen van de gewogen gemiddelde leeftijd per school is net als voor de leerlingtelling de teldatum van 1 oktober in het voorafgaande schooljaar. In bijlage II staan de berekende GGL voor de scholen van Chrono. 3.2.2 De Gemiddelde Personeelslast (GPL) De gemiddelde personeelslast (GPL) is de grondslag voor de vaststelling van de bedragen die per school en per leerling worden toegekend. Die GPL wordt beïnvloed door algemene salarismaatregelen en door wijzigingen in de premies. Bovendien speelt de landelijke gemiddelde leeftijd een rol bij de bepaling van die GPL. De voorlopige GPL voor het nieuwe schooljaar wordt in april voorafgaand aan dit nieuwe schooljaar bekend gemaakt. Aan het eind van het schooljaar (of na afloop) wordt de GPL over het lopende of afgelopen schooljaar definitief vastgesteld. 3.2.3 De leerlingen Het uitgangspunt voor het berekenen van de formatie zijn de leerlinggegevens zoals de scholen aangegeven hebben op het telformulier van 1 oktober voorafgaand aan het nieuwe schooljaar (ook wel T1 genoemd). Hierbij gaat het om: - het aantal leerlingen van 4 t/m 7 jaar - het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder - het schoolgewicht, gebaseerd op de leerlingen met een gewicht In bijlage I staat aangegeven hoeveel leerlingen onderbouw en bovenbouw per school op 1 oktober 2014 geteld zijn. Gewichtenregeling Om een basisschool al dan niet extra onderwijsachterstandsmiddelen toe te wijzen, geldt in de regeling het opleidingsniveau van de ouder(s) als criterium. Hiermee zijn dus de ‘oude’ criteria van etniciteit en beroep vervallen. Er wordt gewerkt met twee gewichten: 0.3 en 1.2. Het moment van “wegen” van een leerling is op het moment van inschrijving. Het gewicht dat bij de inschrijving op de betreffende school is vastgesteld, blijft gelden. Deze blijft ook gelden als de weging gedurende het verblijf op de school verandert. Door het moment van wegen zou het voor kunnen komen dat kinderen uit eenzelfde gezin een verschillende weging hebben. Het leerlinggewicht kan alleen wijzigen als de leerling naar een andere school gaat en opnieuw wordt gewogen. De gewichtenregeling kent een drempel van 6%. Er worden aan een school pas extra middelen toegekend als de opgetelde leerlinggewichten deze drempel overschrijden. Chrono ontvangt onderwijsachterstandsgeld voor CBS de Vlinder.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
24
3.3
De opbouw van de formatie (basisonderwijs)
Nu de GGL en het aantal leerlingen bekend zijn kan de formatie berekend worden. De formatie bestaat uit een aantal componenten: - formatie onderbouw - formatie bovenbouw - formatie voor bestrijding onderwijs achterstanden - directietoeslag - kleine scholen toeslag 3.3.1 Formatie onderbouw en formatie bovenbouw Bij deze systematiek krijgen we te maken met een totale lineaire formatie. Iedere leerling levert een bepaalde hoeveelheid formatie op. Elke leerling meer of minder telt dan ook mee. De formatie onderbouw en bovenbouw worden los van elkaar berekend. Voor de leerlingen in de onderbouw is, als gevolg van de klassenverkleiningsmaatregel, meer formatie beschikbaar. Volgens een onderstaande formules is te berekenen hoeveel formatie de school krijgt. Formule onderbouw Aantal leerlingen van 4 t/m 7 jaar x (vast bedrag per leerling + GGL x leeftijdsafhankelijk bedrag per leerling van 4 t/m 7 jaar) Formule bovenbouw Aantal leerlingen van 8 jaar en ouder x (vast bedrag per leerling + GGL x leeftijdsafhankelijk bedrag per leerling van 8 jaar en ouder) 3.3.2 Formatie voor Bestrijding Onderwijsachterstanden (BOA) In de berekening van de formatieve ruimte wordt de formatie voor achterstandsleerlingen (leerlingen met een gewicht) afzonderlijk vastgesteld. Er wordt ook wel gesproken over de gewichtenregeling. Schoolgewicht Aantal gewogen leerlingen – (drempel x totaal aantal leerlingen) Zoals eerder aangegeven is voor 2015-2016 de drempel 6% van het totaal aantal leerlingen. Aan de hand van het schoolgewicht wordt dan formatie voor BOA als volgt bepaald: Formatie boa Schoolgewicht x (vast bedrag per eenheid schoolgewicht + GGL x leeftijdsafhankelijk bedrag per eenheid schoolgewicht) Naast de reguliere bekostiging voor de bestrijding van de onderwijsachterstanden middels berekening van het schoolgewicht is er nog een andere regelingen van toepassing die voor voorkoming en bestrijding van onderwijsachterstanden (tijdelijk) kan worden ingezet. De regeling is met ingang van 1 augustus 2009 ingevoerd en hiermee worden extra middelen beschikbaar gesteld door het Ministerie van OCW, voor bepaalde postcodegebieden, de impulsgelden. Deze regeling wordt nader uitgewerkt in paragraaf 3.4.5. 3.3.3 Directietoeslag De directietoeslag is afhankelijk van het leerlingenaantal en wordt bepaald aan de hand van een tabel. De onderstaande tabel is dan van toepassing. Tabel salarisopslag schoolleiding 1-97 leerlingen 98 of meer leerlingen
Euro’s € 18.790,80 € 35.013,60
Prijspeil april 2015
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
25
3.3.4 Kleine scholen toeslag Met een lineaire formatie krijgen kleine scholen onvoldoende formatie ten opzichte van hun historische rechten. Om dat te voorkomen is een kleine scholentoeslag opgenomen die relevant is voor scholen met minder dan 145 leerlingen. Zij ontvangen boven het (normale) formatiebudget een extra toeslag. Deze toeslag wordt als volgt berekend: Formatie kleine scholentoeslag Kleine scholen basis – kleine scholen vermindering (GGL x leeftijdsafhankelijk bedrag kleine scholentoeslag) – aantal leerlingen x vast verminderingsbedrag kleine scholentoeslag + (GGL x leeftijdsafhankelijk verminderingsbedrag kleine scholentoeslag)
3.4
Overige personele inkomsten
3.4.1 Budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (BPA) Met de invoering van het schoolbudget in 2001 hebben de besturen financiële middelen gekregen om een eigen personeelsbeleid te voeren. Bij die invoering is een aantal budgetten samengevoegd in één budget, waardoor voor de scholen meer mogelijkheden ontstonden voor gewenste keuzes en oplossingen (maatwerk). Het BPA-budget was bedoeld als een opstap naar de toekomstige lumpsumbekostiging. Voor de personele kostenvergoeding kregen de scholen formatieruimte toegekend in de vorm van formatierekeneenheden, verminderd in verband met de omzetting van het schoolprofielbudget in geld. Omdat door invoering van deze soort van bekostiging de fre’s per school afnamen, werd een deel van het personeel nu ook uit het BPA bekostigd. Het budget is onder meer bedoeld voor: • nascholingsgelden • managementondersteuning • middelen voor managementscholing op het gebied van integraal personeelsbeleid (IPB) • incidentele middelen voor arbeidsmarktknelpunten • gelden vrij maken om bestaande knelpunten in de personeelsbezetting mee op te lossen • reserveren voor te verwachten knelpunten in de personeelsvoorziening • kunnen en blijven voldoen aan de verplichte uitgaven, bijvoorbeeld volgens de CAO of andere regelgeving • bovenschools in te zetten deel van het BPA Berekening budget: Het Budget voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid van de basisscholen is een basisbedrag verhoogd met een aantal variabelen, namelijk: A. het aantal leerlingen x bedrag per leerling B. het schoolgewicht x bedrag per leerling C. indien het aantal leerlingen minder is dan 145 geldt de volgende formule: Vast bedrag C minus (het aantal leerlingen x bedrag per leerling) Tevens is er vanaf schooljaar 2004-2005 een extra budget beschikbaar gesteld, het “convenant beloning schoolleiders”. Doel van het convenant is om de directie ofwel te ontlasten ofwel extra te belonen voor de werkzaamheden. De middelen kunnen worden ingezet om een directeur te ontlasten van zijn taken. Hierbij kan worden gedacht aan een administratief medewerker, een leraar/ adjunct-directeur die ambulante tijd krijgt uit dit budget. Tevens kan de werkgever er voor kiezen om het salaris te verhogen door beloningsdifferentiatie toe te passen middels de schaal (van DA naar DB) of middels een toelage. Het bedrag per kleine school (<195 lln) bedraagt € 5.100,- Dit bedrag werd tot en met schooljaar 20062007 als extra component toegevoegd aan het BPA. Met ingang van 2007-2008 is het een structureel component geworden van het BPA.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
26
Chrono zet de middelen bovenschools in voor met name beloningsdifferentiatie directie. De directeuren die binnen Chrono in maximum salarisschaal DA zitten, krijgen een pensioenvormende toelage ter grootte van € 200,- bruto per maand bij een volledige benoemingsomvang. Opbouw BPA 2015-2016 Basisbedrag A) bedrag per leerling B) bedrag per leerling C) kleine scholen toeslag BPA Convenant beloning schoolleiders kleine scholen
Vast bedrag € 15.813,31 n.v.t. n.v.t. € 11.510,78 € 5.100,-
Bedrag per leerling n.v.t. € 387,99 € 270,73 - € 79,39 n.v.t.
Prijspeil april 2015
3.4.2 Groeiformatie Met de start van schooljaar 2010-2011 is de groeiregeling gewijzigd. Het recht op groeiformatie wordt niet meer op schoolniveau, maar op bestuursniveau toegekend. De volgende regels zijn van toepassing: •
Een bestuur heeft recht op groeiformatie als het aantal leerlingen in de periode 1 augustus tot en met 1 april met tenminste 13 leerlingen toeneemt ten opzichte van het aantal leerlingen op de voor het lopende schooljaar van toepassing zijnde teldatum (T-1), verhoogd met 3% (uitkomst naar beneden afgerond).
•
De telling van groeiformatie gebeurt op de 1 van de maand. Een uitzondering geldt voor de eerste schooldag na de zomervakantie. Op deze dag mag eveneens een groeitelling plaatsvinden.
•
Indien een bestuur op 1 mei ten minste 26 leerlingen meer heeft ten opzichte van het aantal leerlingen op 1 april van hetzelfde schooljaar of het aantal leerlingen op 1 juni ten opzichte van het aantal leerlingen op 1 mei van het schooljaar met 26 leerlingen is toegenomen kan een school aanspraak maken op groeiformatie in verband met bijzondere groei. Deze formatie wordt tot 1 augustus toegekend.
e
Chrono ontvangt jaarlijks groeigelden. Zie tabel hieronder. Een school kan aanspraak maken op groeiformatie uit de groeigelden als het aantal leerlingen in de periode 1 augustus tot en met 1 april met tenminste 13 leerlingen toeneemt ten opzichte van het aantal leerlingen op de voor het lopende schooljaar van toepassing zijnde teldatum (T-1), verhoogd met 3% (uitkomst naar beneden afgerond). Tevens moet de school aannemelijk kan maken dat er redelijkerwijs een extra groep nodig is. Voor de verdere uitwerking wordt aangehaakt aan de oude groeiregeling. schooljaar 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
groeigelden € € € €
112.080 99.312 102.312 80.776
Bron: beschikking Ministerie van OCW
3.4.3 Bekostiging Passend Onderwijs Vanaf de invoering van het WSNS-traject in de jaren 1991 tot 1998 maken alle scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs deel uit van één samenwerkingsverband. Door de invoering van Passend Onderwijs met ingang van 1 augustus 2014 zijn de samenwerkingsverbanden gewijzigd in samenstelling en omvang. Daarnaast zijn ook de financiële stromen veranderen. Per 1-8-2014 valt Chrono onder het samenwerkingsverband Veld, Vaart & Vecht afdeling Hardenberg.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
27
Alle kinderen krijgen / volgen onderwijs dat bij hen past. Om te bereiken dat alle kinderen passend onderwijs volgen is het bestuur van de school verplicht om te zorgen voor goed onderwijs (basisondersteuning) en aanvullende maatregelen / voorzieningen te treffen voor kinderen die meer begeleiding en/of ondersteuning nodig hebben om met succes het onderwijs te volgen. Die aanvullende voorzieningen kunnen binnen de school gerealiseerd worden (arrangementen eventueel in combinatie met jeugdzorg en/of gezondheidszorg),maar wanneer de omstandigheden dat nodig maken moet het bestuur een alternatief (een gespecialiseerde voorziening, zoals plaatsing binnen een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs) kunnen bieden. De samenwerkingsverbanden ontvangen per 1 augustus 2014 de middelen voor extra ondersteuning. De (schoolbesturen binnen de) samenwerkingsverbanden verdelen deze middelen vervolgens over de scholen. Zo is meer maatwerk mogelijk en kunnen de middelen zo veel mogelijk ten goede komen aan ondersteuning op school en in de klas, passend bij de behoefte van leerlingen. Een deel van de middelen gaat naar het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so), op basis van het aantal leerlingen uit het samenwerkingsverband dat daar onderwijs volgt. In het vervolg van deze paragraaf wordt ingegaan op de inzet van deze middelen. 3.4.3.1 Bekostiging en inzet middelen lichte ondersteuning Ministeriële bekostigingsregeling De middelen lichte ondersteuning kunnen gezien worden als de opvolger van de voormalige WSNSmiddelen. Van dit budget dienen tenminste de SBO-plaatsen bekostigd te worden. De wettelijke regeling t.a.v. de bekostiging van de SBO-school blijft vrijwel ongewijzigd. Dit betekent: op basis van 2% van het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband vindt rechtstreekse bekostiging van de SBO-scholen plaats; voor leerlingen boven de 2% vindt overdracht vanuit het samenwerkingsverband plaats. De regelingen met betrekking tot de bekostiging van grensverkeer blijven ongewijzigd van kracht. De enige verandering betreft de verplichting om ten aanzien van de overdracht van middelen naar de SBO-school in het eigen samenwerkingsverband te gaan werken met peildatum 1 februari. Ondersteuningsplan Vanuit het Ministerie van OCW wordt er een vergoeding (zorgmiddelen) gegeven aan het samenwerkingsverband (centrale dienst). Dit geld wordt ingezet via het samenwerkingsverband op basis van het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband is afgesproken hoe de zorgformatie van de deelnemende scholen ingezet wordt. Zie de website van het samenwerkingsverband: http://www.veldvaartenvecht.nl/. In het plan wordt aangegeven wat elke school met deze middelen doet en welke doelen men met deze inzet wil bereiken. Basisondersteuning De vergoeding voor de basisondersteuning in de school die terugvloeit vanuit het SWV, wordt gebruikt voor de inzet van IB-taken. De verantwoording van de besteding van deze middelen vindt plaats in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Deze wordt jaarlijks vastgesteld en voor advies voorgelegd aan de MR. In dit plan wordt aangegeven wat elke school met deze middelen doet en welke doelen men met deze inzet wil bereiken. De basisondersteuning is op het niveau van het samenwerkingsverband vastgesteld en betekent afgezien van de basiskwaliteit waar iedere school aan is gehouden dat iedere school van de afdeling met instemming van de ouders haar interne ondersteuningsstructuur in het “schoolondersteuningsprofiel” beschrijft. Specifieke aandachtspunten daarbij zijn: de rol van de intern begeleider, handelingsgericht en planmatig werken, de betrokkenheid van de ouders en de afstemming van onderwijsondersteuning en jeugdhulp in het zorgteam op schoolniveau. Wij ontvangen in het schooljaar 2015-2016 een vergoeding die ongeveer gelijk is als de vergoeding die wij in het schooljaar 2014/2015 hebben ontvangen voor de basisondersteuning.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
28
3.4.3.2 Bekostiging en inzet middelen zware ondersteuning Ministeriële bekostigingsregeling Behalve middelen lichte ondersteuning ontvangt het samenwerkingsverband middelen zware ondersteuning. Deze gelden kunnen beschouwd worden als de opvolger van de bekostiging van het speciaal onderwijs en de bekostiging van de rugzakjes in het regulier onderwijs. Deze gelden zijn bedoeld voor de bekostiging van - plaatsingen in het speciaal onderwijs voor kinderen met extra onderwijsbehoeften als gevolg van cognitieve beperkingen (zeer moeilijk lerende kinderen), van lichamelijk-motorische beperkingen en als gevolg van gedragsproblematiek - en van het bieden van extra ondersteuningsmogelijkheden binnen de basisscholen. Op termijn worden alle middelen voor zware ondersteuning overgemaakt naar het samenwerkingsverband. In 2014-2015 en 2015-2016 is sprake van een overgangsregeling: Het aanvullende budget voor zware ondersteuning wordt naar rato van het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband verdeeld over de samenwerkingsverbanden. Dat is anders dan de situatie vóór de invoering van passend onderwijs waarin de middelen voor extra ondersteuning ongelijk verdeeld waren over het land. Deze verandering heet ‘verevening’. Omdat de verevening herverdeeleffecten met zich meebrengt, is er een overgangsregeling. Met deze regeling groeien regio’s in 5 jaar tijd – tussen 2015 en 2020 – naar het nieuwe budget toe. De omvang van het budget per samenwerkingsverband wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen binnen het samenwerkingsverband, vermenigvuldigd met een normbedrag. Zo ontstaat er een normatief ondersteuningsbudget voor het samenwerkingsverband. Omdat deze nieuwe berekening leidt tot een andere verdeling van het budget, geldt een overgangsregeling. In 5 jaar tijd, vanaf het tweede jaar na invoering van de wet (van 2015 tot 2020), groeit het samenwerkingsverband naar het nieuwe budget toe. Hierbij wordt op basis van de peildatum 1 oktober 2011 het niet-verevende bedrag (dat is de ‘oude’ situatie) vergeleken met het volledig verevende bedrag (de nieuwe situatie). Het verschil tussen beide bedragen is het zogenoemde correctiebedrag. Het correctiebedrag wordt de komende jaren in afnemende mate opgeteld bij (bij een positief bedrag) of afgetrokken van (bij een negatief bedrag) het normatieve budget. De percentages waarmee dit gebeurt, worden vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Op 1 augustus 2020 is het nietverevende bedrag afgebouwd tot 0% en ontvangen de samenwerkingsverbanden naar verhouding evenveel geld. Het nieuwe bekostigingssysteem biedt veel meer ruimte voor de scholen en het samenwerkingsverband om ondersteuning op maat te bieden. Er hangt geen vast budget meer aan een indicatie. Zo kunnen samenwerkingsverbanden zorgen dat het geld wordt ingezet voor extra ondersteuning op de reguliere scholen en in de klas. Het samenwerkingsverband legt in zijn jaarverslag verantwoording af over de manier waarop het invulling geeft aan deze ruimte. De AWBZ-middelen worden met ingang van 1 augustus 2014 toegevoegd aan het budget zware ondersteuning voor de samenwerkingsverbanden. Arrangementen Het budget zware ondersteuning (voorheen leerlinggebonden financiering of LGF en in de wandelgangen 'het rugzakje' genoemd) is bedoeld om ouders meer keuzevrijheid te geven tussen speciaal basisonderwijs en basisonderwijs alsook om de school extra voorzieningen te geven. De rechtstreekse bekostiging voor leerlingen met een lgf-indicatie is per 1 augustus 2014 gestopt. Als voor leerlingen extra ondersteuning noodzakelijk is, dan moeten scholen zich wenden tot het samenwerkingsverband. In het ondersteuningsplan 2014-2016 wordt de mogelijkheden voor toewijzing van extra ondersteuning beschreven.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
29
3.4.4 Bekostiging impulsgebieden De invoering van impulsgebieden houdt in dat scholen in bepaalde postcodegebieden voor elke gewichtenleerling een extra bedrag krijgen toegevoegd. Dit is dus ongeacht of de school reeds in aanmerking kwam voor gewichtengeld. Voor de hoogte van het bedrag maakt het niet uit of er sprake is van een 0.30-leerling of een 1.20-leerling. Op deze wijze wordt de factor van de sociaal-economische omgeving waarin de kinderen opgroeien dus meegenomen in de berekening van de hoogte van het gewichtengeld. De gebieden zijn vastgesteld voor de duur van vier jaar op basis van de armoedemonitor van het Sociaal PlanBureau/CBS (december 2008). Een postcodelijst is door het Ministerie van OCW gepubliceerd. Als de hoofd- of nevenvestiging in een genoemd postcodegebied staat, komt de instelling in aanmerking voor extra middelen. Het bedrag per gewichtsleerling (0.30 of 1.20) bedraagt voor het schooljaar 2015-2016 € 1.718,- (prijspeil april 2015). Chrono ontvangt impulsgelden voor CBS Rheezerveen. 3.4.5 Loonkostensubsidie onderwijsondersteunend personeel (OOP) Het bevoegd gezag kon in 2008-2009 subsidie aanvragen voor het aanstellen of benoemen van ondersteunend personeel in een reguliere dienstbetrekking. Doel van deze regeling was scholen in het basisonderwijs de mogelijkheid te bieden om structurele, volwaardige arbeidsplaatsen voor ondersteunend personeel te creëren. Door taken over te dragen aan ondersteunend personeel kunnen leraren en schoolleiders meer tijd besteden aan het primaire proces, en kunnen daardoor hogere onderwijsopbrengsten realiseren. De subsidie wordt – in ieder geval - verleend voor de schooljaren 20082009 tot en met 2014-2015. Per 1 augustus 2015 is de regeling vervallen. Per die datum wordt het budget toegevoegd aan het basisbedrag van het personeels- en arbeidsmarktbeleid. Chrono ontvangt deze subsidie voor twee conciërges, één administratieve kracht en een onderhoudsmedewerker. Deze mensen hebben een vast dienstverband. In het meerjarenperspectief is de subsidie ook voor 2015-2016 en verder opgenomen.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
30
4
CAO–PO en rechtspositie
4.1 Nieuwe CAO-PO Eind december 2014 is de nieuwe CAO-PO 2014-2015 vastgesteld. Met deze cao is een aantal grote wijzigingen ingevoerd. Zo moest de bapo-regeling worden vervangen door een regeling Duurzame inzetbaarheid voor alle werknemers, is sinds vijf jaar een loonsverhoging afgesproken en zal uiterlijk 1 augustus 2015 de 40-urige werkweek moeten zijn ingevoerd. Twee onderdelen van deze cao worden op een later tijdstip toegevoegd. Het betreft een voorbeeldfunctie Onderwijsassistent met medische taken. De andere toevoeging is in het hoofdstuk Professionalisering, waarbij de Onderwijscoöperatie advies is gevraagd over de termen basisbekwaam en startbekwaam. Inhoud Akkoord De volgende drie hoofdthema’s zijn in het onderhandelaarsakkoord te onderscheiden. 1. Professionalisering 2. Duurzame inzetbaarheid 3. Werkdruk en werktijden In het navolgende zullen deze onderwerpen afzonderlijk worden behandeld. Hierbij hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van de samenvatting op de site van de VGS. 4.1.1 Professionalisering De sociale partners in het primair onderwijs zijn van mening dat de sector een kwaliteitsimpuls nodig heeft. Bij deze impuls speelt de kwaliteit van het personeel een doorslaggevende rol. Iedere leerkracht met een afgeronde pabo-diploma is in principe startbekwaam, maar op termijn dienen zij alle basis- en vervolgens vakbekwaam te zijn. Van startbekwaam naar basisbekwaam Om de startende leerkracht in drie jaar op het niveau van basisbekwaamheid te brengen, krijgt hij een bijzonder budget voor professionalisering van 40 uur (naast het budget voor duurzame inzetbaarheid, zie 2) én het recht op begeleiding door een coach. De afspraken gericht op het bereiken van de startbekwaamheid worden vastgelegd in een POP. Teneinde vast te stellen of het niveau van basisbekwaamheid is bereikt, wordt gebruik gemaakt van een beproefd observatie-instrument. De startende leerkracht ontvangt op de gebruikelijke wijze de periodieke verhoging. Op het moment dat de basisbekwaamheid wordt bereikt, wordt de leerkracht ingeschaald in de vierde periodiek van de schaal. Dit kan dus ook op een eerder tijdstip zijn dan na drie jaar. Functioneert de leerkracht na drie jaar niet op het niveau van basisbekwaam, dan heeft dat rechtspositionele gevolgen. Van basisbekwaam naar vakbekwaam Zodra de leerkracht basisbekwaam is, worden in het POP afspraken gemaakt om in vijf jaar te komen tot vakbekwaamheid. Ook hier geldt dat de werknemer de gebruikelijke periodieken ontvangt. Wordt de vakbekwaamheid eerder behaald dan er volgens het huidige periodiekensysteem recht is op de achtste periodiek van de geldende salarisschaal, dan wordt de leerkracht op het moment van bereiken van de basisbekwaamheid ingeschaald in die achtste periodiek. Ook de vaststelling van de vakbekwaamheid vindt plaats aan de hand van het observatie-instrument. De PO-Raad zal een overzicht van bruikbare instrumenten ter beschikking stellen. Daarbij wordt rekening gehouden met de toetsbare criteria die worden opgenomen in de bij cao vast te leggen definities van basis- en vakbekwaamheid. Met de PGMR worden afspraken gemaakt over het beleid met betrekking tot de begeleiding van leerkrachten en de daarbij in te zetten instrumenten. Voornemen Chrono: Zo gauw de cao-partners de competenties per niveau hebben beschreven zal Chrono deze in haar Scholingsbeleid, Begeleidingsbeleid en gesprekkencyclus opnemen.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
31
4.1.2 Duurzame inzetbaarheid In plaats van de bapo en de leeftijdsuren OOP (art 6.35 CAO), komt er een regeling die gericht is op duurzame inzetbaarheid en ontwikkeling van alle werknemers, jong en oud. Basisbudget voor elke werknemer Met ingang van 1 oktober 2014 geldt een budget van 40 uur per jaar voor duurzame inzetbaarheid voor alle werknemers (parttimers naar rato). Het gaat hierbij niet om vrij opneembaar verlof, maar om uren die te besteden zijn aan activiteiten als peerreview, studieverlof, coaching of oriëntatie op mobiliteit. Het budget kan in overleg met de leidinggevende ook voor andere activiteiten worden ingezet, voor zover deze de duurzame inzetbaarheid ondersteunen. In overleg kan het budget drie jaar worden gespaard voor een vooraf afgesproken doel. Aanvullend budget voor oudere werknemers Een werknemer heeft vanaf 57 jaar recht op een aanvullend bijzonder budget in tijd van 130 uur per jaar (deeltijders naar rato). Deze uren kunnen voor dezelfde doelen worden ingezet als het basisbudget van 40 uur dat voor iedereen beschikbaar is. Oudere werknemers kunnen het basisbudget en aanvullend budget ook inzetten voor verlof, en wel tegen een eigen bijdrage van 50% (schaal 9 of hoger) of 40% (schaal 1 t/m 8) over het salaris van maximaal 130 uur verlof. Het totale budget kan op basis van een vooraf ingediend plan maximaal 5 jaar worden gespaard. En hoe zit het met de mensen die nu BAPO genieten? Er is een overgangsregeling ontworpen voor degenen die op 30 september 2014 kleine of grote bapo genieten. Voor werknemers die per genoemde datum kleine bapo genieten, kunnen gedurende maximaal 5 jaar 130 uur verlof genieten (bovenop de 40 uur waar alle werknemers recht op hebben). De eigen bijdrage bedraagt 50% (schaal 9 of hoger) of 40% (schaal 1 t/m 8) over het salaris van maximaal 130 uur verlof. Zodra deze werknemers 57 jaar zijn, kunnen ze gebruik maken van de nieuwe inzetbaarheidsregeling. Degenen die op 30 september grote bapo genieten kunnen direct gebruik maken van de nieuwe regeling duurzame inzetbaarheid voor ouderen (ook als zij pas 56 jaar zijn). Daarnaast genieten zij 170 uur bijzonder verlof (deeltijders naar rato) tegen een eigen bijdrage van 50 of 40% van het salaris van maximaal 300 uur verlof. Dit recht bestaat tot aan de AOW-gerechtige leeftijd. Voornemen Chrono: Deze regeling onder het personeel breed bekend maken en inzetten. 4.1.3 Werkdruk en werktijden In het kader van de werkdrukbeheersing hebben sociale partners ervoor gekozen over te stappen naar een 40-urige werkweek. In de cao worden twee modellen opgenomen: het basismodel en het overlegmodel. Uitgangspunten taakbeleid Ongeacht de keuze van het model gaat voor alle scholen het volgende gelden: − De jaartaak blijft gemaximeerd op 1659 uur. Het huidige systeem wordt omgezet naar een 40-urige werkweek. De benoeming geschiedt in uren en minuten per week middels de formule: huidige WTF x 40 uur = werktijd in uren en minuten. − Tijdtoedeling vindt plaats in lesuren én uren voor voor- en nawerk, professionalisering en overige taken − Pauzetijden wordt in de cao gedefinieerd. − Minimale betrekkingsomvang bij nieuwe benoeming is 8 uur. − Vakantieverlof wordt uitgedrukt in een aantal uren per jaar. Bij een 40-urige werkweek heeft een werknemer recht op 428 klokuren vakantieverlof (inclusief feestdagen). Het vakantieverlof wordt genoten tijdens schoolvakanties. − Incidenteel en door de werkgever opgedragen werk dat de 40 uur per week overstijgt, wordt gezien als overwerk. Deze uren worden gecompenseerd in dezelfde periode tussen twee vakanties − 10% deskundigheidsbevordering komt te vervallen. Elke werknemer krijgt twee uur per week beschikbaar voor professionele ontwikkeling.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
32
Basismodel In het basismodel worden voornoemde uitgangspunten nageleefd, waarbij tegelijkertijd de maximale lessentaak van 930 uur blijft gehandhaafd. Leidinggevenden en het team maken afspraken over het totaal aan overige werkzaamheden die binnen de school moeten worden uitgevoerd. De PMR heeft instemmingsrecht op deze afspraken. Overlegmodel De kern van het overlegmodel is dat niet langer sprake is van een maximale lessentaak van 930 uur, maar dat op schoolniveau afspraken worden gemaakt over de verdeling van de verschillende taken. De keuze voor het overlegmodel behoeft instemming van de P(G)MR. Daarnaast wordt een plan opgesteld waarin onder meer is vastgelegd met welke opslagpercentage voor voor- en nawerk wordt gewerkt. Dit percentage moet op grond van de cao worden vastgesteld tussen de 35 en 45%, en hierbij moet differentiatie plaatsvinden naar individu gebonden omstandigheden. Het plan behoeft instemming van de PMR en een meerderheid van het personeel. De keuze voor het overlegmodel wordt iedere drie jaar opnieuw ter instemming aan de PMR en het personeel van de school voorgelegd. Besluit Chrono: Na overleg met en goedkeuring van de GMR is besloten per schooljaar 2015-2016 over te stappen naar het overlegmodel. Deze keuze ligt voor 3 jaren vast. Vervolgens is het aan elke school (brinnummer) om te bepalen hoe aan het overlegmodel wordt vormgegeven. Dit kan betekenen dat het basismodel – eventueel met wat aanpassingen - wordt gehanteerd. Voor invoering op schoolniveau is instemming van de PMR en een meerderheid van het personeel (de helft plus 1) nodig. Vervolg en invoering Chrono heeft in het voorjaar van 2015 voorlichtingsbijeenkomsten voor het personeel belegd over de nieuwe cao. Naast deze voorlichtingsbijeenkomsten worden er per onderscheiden thema projectgroepen samengesteld met daarin 2 directeuren, 1 leerkracht uit de GMR, de beleidsmedewerker P&O en de Voorzitter College van Bestuur. Deze groepen gaan aan de slag met de informatie die vanuit de CAOpartners verzameld is en zullen met beleidskeuzes komen om voor de invoering van de nieuwe caoafspraken Chrono-brede afspraken te maken. 4.2
Functiedifferentiatie
Het bevoegd gezag stelt jaarlijks het beleid vast met betrekking tot de formatie van de verschillende categorieën personeel van de school. Een werknemer wordt door de werkgever benoemd in een door de werkgever in het formatieplan opgenomen functie. In het primair onderwijs bestaan drie functiecategorieën, te weten directiefuncties, leraarsfuncties en onderwijsondersteunende functies. Per 1 augustus 2006 worden de functies met behulp van het functiewaarderingssysteem FUWA-PO beschreven en gewaardeerd. 4.3
Functiebouwwerk
De werkgever en de PGMR maken op bestuursniveau jaarlijks vóór 1 augustus een afspraak over de samenstelling van het functieboek met inachtneming van de afspraken over de functiemix, waarbij: • de huidige (norm)functies blijven gehandhaafd en nieuwe niet-normfuncties worden geïntroduceerd en volgens FUWA PO worden gewaardeerd, of • alle (norm)functies volgens FUWA PO worden gewaardeerd Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de voorbeeldfuncties opgenomen in ‘Voorbeeldfuncties in FUWA PO’. De samenstelling van het functieboek op bestuursniveau betreft het geheel van functies naar soort en niveau met inachtneming van de normfuncties of van FUWA PO. De werkgever en de PGMR maken eveneens een afspraak over het geheel aan bovenschoolse functies naar soort, niveau en aantal. De werkgever en de PMR maken jaarlijks vóór 1 augustus een afspraak over de invulling van het functiebouwwerk op schoolniveau voor wat betreft het geheel van functies naar soort, niveau en aantal, alsmede het beoogde invoeringstraject inclusief de invoeringsdatum. De inrichting van het
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
33
functiebouwwerk op schoolniveau wordt binnen de kaders van het functieboek op bestuursniveau en in samenhang met het (meerjaren)formatieplan besproken. Zie hiervoor de tabel onder paragraaf 5.2 4.4
Facilitering (G)MR en Ondersteuningsplanraad
4.4.1 Facilitering (G)MR In de CAO-PO 2014-2015 zijn afspraken gemaakt m.b.t. de facilitering van de (G)MR. Het bestuur zal in overleg met de GMR proberen tot afspraken te komen. Op schoolniveau zal overleg moeten plaatsvinden, om de afspraken op centraal niveau te vertalen naar het taakbeleid op school. Het staat de (G)MR overigens vrij een eigen begroting op te stellen. Overleg hierover wordt gevoerd tussen het bestuur en de (G)MR. In de CAO-PO 2014-2015, artikel 13.3 lid 2 zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de facilitering van de MR en GMR. De werkgever stelt aan werknemers die lid zijn van de P(G)MR per schooljaar ten minste de volgende faciliteiten beschikbaar: a. als een werknemer zowel lid is van de PGMR als van de PMR wordt 100 uur ter beschikking gesteld; b. Als een werknemer lid is van één van de medezeggenschapsorganen wordt 60 uur ter beschikking gesteld; c. als een werknemer de voorzitter van de MR is, worden er 20 uren per jaar toegevoegd aan de in lid a en b ter beschikking gestelde uren; als de voorzitter deel uitmaakt van de oudergeleding, worden deze 20 uren toegekend aan de secretaris indien deze deel uitmaakt van de personeelsgeleding. d. Eigen beleid GMR: zie artikel 11 uit het reglement van de GMR.
ARTIKEL 11 – FACILITERING GMR 1. De geleding personeel wordt gefaciliteerd voor 60 uren per jaar. De secretaris ontvangt voor zijn werkzaamheden 120 uren per jaar. Het betreffen hier geen lesuren maar 60 uren als deel van 1659 (1 fte, normjaartaak). 2.
De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad uit de geleding ouders ontvangen een vacatievergoeding. • De vergoeding bedraagt € 60 per (gedeeltelijk) bijgewoonde vergadering. • De presentielijst van de vergadering strekt tot uitsluitend bewijs dat een lid die vergadering (gedeeltelijk) heeft bijgewoond. • Bepaalde bijeenkomsten, zoals najaars- en voorjaarsoverleg met de MR-en, worden met vergaderingen gelijkgesteld, dit ter beoordeling aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. • In deze vacatievergoeding zijn reiskosten van en naar deze bijeenkomsten inbegrepen. • Voor toekenning van vacatiegeld en vergoeding van reis- en verblijfkosten alsmede overige vergoedingen van kosten in gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. • De vergoedingen worden in één keer aan het einde van het schooljaar uitgekeerd.
3.
De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stelt aan het begin van het schooljaar een jaarplan op ter verantwoording aan achterban en het bevoegd gezag. Tevens kan aan de hand van dit jaarplan de hoogte van de vacatievergoeding en/of de facilitering in uren worden aangepast.
Uit het huishoudelijk reglement van de GMR
De kosten voor medezeggenschap zijn in paragraaf 8.5.4 weergegeven.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
34
4.4.2 Facilitering Ondersteuningsplanraad In de CAO-PO 2014-2015, artikel 13.3a zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de facilitering van de Ondersteuningsplanraad: De werkgever stelt aan de werknemer die zitting heeft in de ondersteuningsplanraad 60 uren per jaar ter beschikking. Eén van onze medewerkers heeft zitting in de ondersteuningsplanraad. Het SWV verstrekt een vergoeding voor de uren die zij daarvoor inzet.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
35
5 5.1
Fpe-systematiek en het functiebouwwerk Algemeen
In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe de inkomsten in euro’s wordt berekend. Het formatiebudget in geld onder lumpsum is (net als onder het formatiebudgetsysteem) gebaseerd op de toekenning van een hoeveelheid formatie per categorie leerling waarbij onderscheid gemaakt wordt in de volgende categorieën: • Het aantal leerlingen in de onderbouw (4 t/m 7 jaar) • Het aantal leerlingen in de bovenbouw (8 jaar en ouder) • Het schoolgewicht Er worden toeslagen gegeven voor: • De extra salariskosten van directieleden • Het in stand houden van een kleine school = KST • Tussentijdse groei van het aantal leerlingen op bestuursniveau De toekenning van de formatie per leerling is bepaald door het aantal fre’s dat onder het FBS-systeem werd toegekend, te delen door 179 fre’s, het aantal dat overeenkomt met een fte functie LA. De uitkomst wordt rekenkundig afgerond op vier cijfers achter de komma. Deze omrekening voor de basisschool levert de volgende gegevens: Formatie kengetallen Fulltime eenheden per leerling In fte’s
4 t/m 7 jaar
8 jaar en ouder
Schoolgewicht
0,0595
0,0414
0,0503
De omvang van de hoeveelheid formatie voor een basisschool wordt in FPE’s wordt berekend met onderstaande formule: F = A x 0,0595 + B x 0,0414 + C x 0,0503 + D F= de totale lineaire formatie in fulltime eenheden normfunctie schaal LA, d.w.z. de som van de groepsformatie (van onder- en bovenbouw), de taakrealisatie, de formatie voor onderwijsachterstanden en de kleine scholentoeslag; A= aantal leerlingen van 4 t/m 7 jaar op de teldatum B= aantal leerlingen van 8 jaar en ouder op de teldatum C= de gewichtsleerlingen of schoolgewicht D= KST in fulltime eenheden, voor scholen minder dan 145 leerlingen [(A+B) < 145] en berekend volgens de formule D = 2,1508 – (A+B) x 0,0149 Naast de toekenning van deze formatie ontvangt de basisschool ook een toeslag voor de hogere inschaling van directieleden. Dit FPE-budget kan vervolgens uitgebreid worden met onder andere inkomsten, zoals in hoofdstuk 3 beschreven is. Er kunnen ook kortingen worden toegepast in verband met bijvoorbeeld bovenschoolse afspraken en eventuele reserveringen. Nu het FPE-budget bekend is, wordt vervolgens aan de hand van het beschrevene in hoofdstuk 5.2 vastgesteld welke normwaarde aan de verschillende functies wordt toegedeeld. 5.1.1 GPL T+ 1 en prijscorrectie Doordat de personele rijksbekostiging en de feitelijke personele kosten steeds verder uit elkaar lopen zijn er een tweetal maatregelen genomen in dit bestuursformatieplan. a) Allereerst is besloten om de formatie toe te delen op basis van de GPL T+1 – systematiek, waarbij uit wordt gegaan van personeel dat een jaar ouder is dan waarop je bekostigd krijgt. Dus in schooljaar 2015-2016 krijgt de werkgever de rijksbekostiging personeel gebaseerd op de GGL van 1 oktober 2014. In schooljaar 2015-2016 zijn de personeelsleden ouder, dus vaak duurder. De GPL wordt derhalve met één leeftijdsjaar verhoogd. De rijksbekostiging personeel wordt gedeeld door deze hogere GPL en daardoor is er minder, maar wel een reëlere formatieruimte beschikbaar.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
36
b) Ten tweede de prijscorrectie. Deze maatregel is ingevoerd om te anticiperen op een verhoging van de feitelijke personele lasten. Het Ministerie van OCW heeft in 2010 besloten de nullijn te hanteren. Dat betekent in de praktijk dat alle (sociale) premiemutaties geldend voor het primair onderwijs niet worden gedekt in de bekostiging. Hierdoor lopen de bekostigde GPL en de feitelijke personele last verder uit elkaar. De noodzaak om deze maatregelen te nemen zijn met name te onderbouwen op grond van de volgende redenen: wijziging functiebouwwerk organisaties in het PO tussen 2004-2005 (meetjaar lumpsum) en heden hanteren van de nullijn voor de vergoeding sociale lasten (niet gedekte premiemutaties) stijging deelname BAPO extra (niet volledig gedekte) kosten voortvloeiend uit het Convenant Leerkracht van Nederland (inkorting salarisschalen leraren, invoering functiemix, CAO-aanpassing adjunct-directeuren) Gegevens ten behoeve van de formatieberekening van Chrono Hieronder is de tabel met per school het aantal leerlingen, de Gemiddeld Gewogen Leeftijd (GGL) en de Gemiddelde Personele Last (GPL) op de teldatum 01-10-2014 toegevoegd: Brin
School
00MS PWS
aantal lln
GGL
GGL + 1
119
42,49
43,49
Landelijk
GPL
GPL + 1
€ 63.960,56
€ 64.665,66
€ 65.546,98
04QE
De Akker
268
41,84
42,84
€ 58.829,87
€ 59.784,70
€ 60.542,45
05LQ
CNS Balkbrug
149
39,23
40,23
€ 58.829,87
€ 57.806,97
€ 58.564,72
05LY
De Spreng-el
85
45,07
46,07
€ 58.829,87
€ 62.232,23
€ 62.989,98
05SM 't Kompas
54
36,96
37,96
€ 58.829,87
€ 56.086,88
€ 56.844,63
202
40,51
41,51
€ 58.829,87
€ 58.776,89
€ 59.534,64
C.B.S. Rheezerveen
43
43,76
44,76
€ 58.829,87
€ 61.239,58
€ 61.997,33
De Bron
190
38,39
39,39
€ 58.829,87
€ 57.170,46
€ 57.928,21
10IE
Vlinder
170
43,74
44,74
€ 58.829,87
€ 61.224,43
€ 61.982,18
10NB
De Elzenhof
266
43,61
44,61
€ 58.829,87
€ 61.125,92
€ 61.883,67
10YP
MarsWeijde
340
39,31
40,31
€ 58.829,87
€ 57.867,59
€ 58.625,34
11XI
De Ark
344
39,11
40,11
€ 58.829,87
€ 57.716,04
€ 58.473,79
12PL
Gr. v. Prinstererschool
169
38,15
39,15
€ 58.829,87
€ 56.988,60
€ 57.746,35
258
41,36
42,36
€ 58.829,87
€ 59.420,98
€ 60.178,73
401
43,66
44,66
€ 58.829,87
€ 61.163,81
€ 61.921,56
06UX
Ds. Koningsberger
08AL 08PF
12WZ De Regenboog 23RK
− −
Bloemenhof + De Kastanjehof
Het aantal leerlingen is ten opzichte van 01-10-2013 met 60 leerlingen gedaald. Het aantal leerlingen was op teldatum van 01-10-2014 3058 leerlingen en op 01-10-2013 3118 leerlingen. de GGL van de zestien scholen zijn wisselend gestegen of gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Op Stichtingsniveau is de GGL uiteindelijk gestegen, namelijk van 40,97 jaar naar 41,17 jaar.
Dat is in kaart gebracht in bijlage I.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
37
In grafiek weergegeven: 1) De GGL geldend voor schooljaar 2014-2015 en van schooljaar 2015-2016
2) de GPL voor schooljaar 2014-2015 en van schooljaar 2015-2016
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
38
5.2
Aanwezig functiegebouw en de FPE-waarde
Door invoering van de lumpsumfinanciering hebben we vanaf 1 augustus 2006 binnen Chrono alleen nog maar te maken met geldelijke budgetten. Om nu de formatieve ruimte op een school eenvoudig te berekenen heeft Chrono besloten gebruik te maken van de FPE-systematiek. Bij de FPE-systematiek krijgt iedere salarisschaal een FPE-norm. Als ijkpunt is gekozen voor de functie leraar LA (ongeacht de trede) met een FPE-norm van 1,00. Alle andere salarisschalen worden tegen deze norm afgezet. Zo ontstaat er een soort verhoudingsgetal. Het bovenschools management zal het formatieve budget in euro’s in beeld hebben, bewaken en hierop sturen richting de scholen. De scholen werken met het aantal FPE’s dat zij te besteden hebben. De bijpassende fpe-normverbruiken van de functies binnen Chrono zijn als volgt: Op bovenschoolsniveau: schaal
Functie
FPE-waarde
14
Voorzitter College van Bestuur
1,74
11
Beleidsmedewerker financiën, huisvesting en ICT
1,28
11
Beleidsmedewerker P&O
1,28
LB (FLB) Leraar basisonderwijs LA
1,10
Leraar basisonderwijs
1,00
8
Systeembeheerder
0,88
5
Managementassistent
0,68
4
Administratief medewerker
0,64
4
Onderhoudsmedewerker
0,64
Op schoolniveau Basisonderwijs: schaal
Functie
FPE-waarde
DA
Directeur
1,24
DB
Directeur
1,40
DC
Directeur
1,56
AB
Adjunct-directeur
1,12
LA
Leraar basisonderwijs
1,00
LB (FLB) Leraar basisonderwijs
1,10
4
Onderwijsassistent
0,64
4
Administratief medewerker
0,64
3
Conciërge
0,61
1
(School)schoonmaakster
0,51
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
39
Op schoolniveau Speciaal Basisonderwijs: schaal
Functie
FPE-waarde
DB
Directeur schaal
1,40
LB
Leraar Speciaal basisonderwijs
1,10
LC (FLC) Leraar Speciaal basisonderwijs
1,28
8
Logopedist
0,88
4
Klassenassistent
0,64
4
Psychologisch assistent
0,64
4
Administratief medewerker
0,64
3
Conciërge
0,61
1
(School)schoonmaakster
0,51
De complete fpe-tabel is opgenomen in bijlage II. 5.3
Convenant Leerkracht van Nederland
In het Convenant zijn door de sociale partners en het Ministerie van OCW afspraken gemaakt over het aantrekkelijker maken van het beroep leraar. De doelstellingen daarvan zijn: sterkere positie van de leraar door zeggenschap over de professionele ruimte; optimaliseren van de inzetbaarheid van leerkrachten betere beloning (inkorten salarislijnen, schaaluitloop) betere loopbaanmogelijkheden door inzet van de functiemix scholing meer diversiteit in het personeelsbestand kwaliteitsagenda lerarenopleidingen Het Convenant Leerkracht van Nederland is opgenomen in de CAO-PO 2014-2015. 5.3.1 Functiemix In het Actieplan Leerkracht van Nederland en het daar uit voortvloeiende convenant zijn afspraken gemaakt over het met ingang van 2010 geleidelijk aan realiseren van een verbeterde functiemix. Onder functiemix wordt in de CAO-PO 2014-2015 verstaan: het realiseren van een vastgesteld percentage leerkrachtfuncties in respectievelijk de LB- of de LC-schaal. Eisen functie leraar LB Wanneer een leraar LA in aanmerking wil komen voor de functie van leraar LB conform de criteria van de functiemix, dient beoordeeld te worden hij/ zij voldoet aan de eisen die gesteld worden aan de functie leraar LB. De volgende functie-eisen zijn bepalend: een leraar is diegene die voldoet aan de eisen van de WPO/ WEC en de Wet BIO, die pedagogisch en didactisch verantwoordelijkheid draagt voor een groep leerlingen en die voor de helft of meer van de 930 lesuren per schooljaar lesgeeft (deeltijders naar rato) een werk- en denkniveau HBO+ door het behalen van een HBO-master of daarmee vergelijkbare vervolgopleidingen; (mede)verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling, het uitdragen en verdedigen van het onderwijskundig beleid van de school; het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en hiervoor concepten aanleveren;
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
40
Daarnaast zijn door Chrono zelf de volgende eisen toegevoegd: − men mag van een LB’er / LC’er verwachten dat deze als leraar goed functioneert: op 4 van de 7 competenties minimaal goed scoren en op de overige competenties voldoende scoren; − de LB’er / LC’er werkt bewust aan zijn/haar ontwikkeling door middel van een portfolio: “in het sollicitatiegesprek licht de sollicitant zijn/haar ontwikkeling toe aan de hand van een portfolio”; − tevens moet de LB-/LC-leraar breed inzetbaar zijn, dat wil zeggen: o in minimaal 4 verschillende groepen / leerjaren les gegeven hebben; o bij voorkeur in de onder- en bovenbouw; o in beginsel minimaal 2 jaar in dezelfde groep (met het oog op het schoolbelang); o ervaring in een combinatiegroep geldt als ervaring in twee leerjaren. NB. Op het moment dat de competenties voor vakbekwaam leerkracht zijn beschreven in de CAO-PO zal bekeken worden of bovengenoemde Chrono-eisen (deels) plaats kunnen maken voor de beschrijving van vakbekwaam leerkracht. Doelstellingen functiemix De formele richtlijnen voor de te realiseren functiemix in het basisonderwijs zijn:
LA LB LC
2010 bestuur
school
2011 bestuur
school
2012 bestuur
school
2013 bestuur
school
2014 bestuur
School
92 % 8% 0%
94 % 6% 0%
83 % 16 % 1%
87 % 12 % 1%
75 % 24 % 1%
71 % 18 % 1%
67 % 32 % 1%
75 % 24 % 1%
58 % 40 % 2%
67 % 30 % 2%
In overleg met de P(G)MR heeft het bestuur besloten het totaal te realiseren percentage van 2% LCfuncties eerst om te zetten naar extra LB-functies. Bij deze inwisseling geldt dat er dan minimaal 6% extra aan LB-functies ingezet dienen te worden. Voor de in 2015-2016 te realiseren percentages geldt, dat deze worden vastgesteld op grond van het aantal fte’s in de lerarenformatie (LA+LB) zoals die is opgenomen in het (bestuurs-)formatieplan van april 2015. Voor Chrono en/of de afzonderlijke scholen betekent dit het volgende: Te realiseren cijfers o.b.v. telling
00MS 04QE 05LQ 05LY 05SM 06UX 08AL 08PF 10IE 10NB 10YP 11CL 11XI 12PL 12WZ 23RK totaal
PWS De Akker CNS Balkbrug De Spreng-el 't Kompas Ds. Koningsberger C.B.S. Rheezerveen De Bron Vlinder De Elzenhof MarsWeijde De Kastanjehof De Ark Gr. v. Prinstererschool De Regenboog De Bloemenhof
LBLCFTE's LB-FTE's FTE's 1-10-2014 46% 36% 14% 119 0,9100 268 4,6836 3,6655 149 2,1955 1,7182 85 1,3173 1,0309 54 0,6691 0,5236 202 3,3036 2,5855 43 0,4391 0,3436 190 3,0527 2,3891 170 2,6345 2,0618 266 4,6418 3,6327 340 6,1891 4,8436 81 0,7736 0,6055 344 6,2727 4,9091 169 2,6136 2,0455 258 4,4745 3,5018 320 5,7709 4,5164 3058 49,0318 38,3727 0,9100
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
41
De kosten die met de realisatie van deze verbeterde functiemix gepaard gaan worden naar verwachting voor 75% gedekt uit gelden van het Ministerie van OCW. De overige 25% van de extra kosten komen ten laste van het bestuur. Realisatie Functiemix per 1-8-2015 Conform CAO LB 00MS 04QE 05LQ 05LY 05SM 06UX 08AL 08PF 10IE 10NB 10YP 11CL 11XI 12PL 12WZ 23RK
PWS De Akker CNS Balkbrug De Spreng-el 't Kompas Ds. Koningsberger C.B.S. Rheezerveen De Bron Vlinder De Elzenhof MarsWeijde De Kastanjehof De Ark Gr. v. Prinstererschool De Regenboog De Bloemenhof totaal
4,6836 2,1955 1,3173 0,6691 3,3036 0,4391 3,0527 2,6345 4,6418 6,1891 0,7736 6,2727 2,6136 4,4745 5,7709 49,0318
LC 0,9100
Gerealiseerde Benoemingen LB LC
LB 0
4,8064 2,0000 0,6955 2,0000 0,1628 3,0000 1,6217 1,7070 3,5715
0,9100
Saldo
1,3761 2,0000 4,0083 1,8497 28,7990
0,1228 -0,1955 -1,3173 0,0264 -1,3036 -0,2763 -0,0527 -1,0128 -2,9348 -2,6176 -0,7736 -4,8966 -0,6136 -0,4662 -3,9212 0,0000 -20,2328
LC -0,9100
-0,9100
Op dit moment hebben we 42 % te weinig LB functies. Wel is het zo dat bij een dalend aantal leerlingen er minder LB functies gerealiseerd moeten worden. De scholen worden gestimuleerd verder invulling aan de functiemix te geven. Zolang het totaal van een school minder dan een volledige baan is, hoeft de school geen LB-leerkracht te benoemen. Het totaal van de stichting wordt echter niet aangepast en zal door benoemingen op andere scholen gerealiseerd moeten worden. De sollicitatieprocedure voor benoemingen per 1-8-2015 loopt. Voor de invoering van de LC functie leerkrachten basisonderwijs zal er goed moeten worden onderzocht of we op dit moment en op langere termijn inhoud kunnen en willen geven aan de LC functie. Projectgroep Functiemix. Om te komen tot een zo compleet mogelijk beleidsplan hebben we een projectgroep samengesteld met daarin 2 directeuren, 2 leerkrachten BO (waarvan 1 PGMR-lid), 1 leerkracht SBO, de beleidsmedewerker P&O en de bestuursdirecteur. Deze groep is aan de slag gegaan met de informatie die vanuit de CAOpartners en het bovenschools overleg Drenthe / Noord Overijssel verzameld was. Deze projectgroep blijft gedurende het hele traject adviezen geven en voorstellen ontwikkelen. Deze worden ter instemming voorleggen aan het directeurenoverleg en de GMR. Op dit moment onderzoekt de projectgroep de mogelijkheden om IB-ers en leerkrachten met een master te stimuleren om voor een LB-functie te kiezen.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
42
6 6.1
Uitgangspunten Integraal personeelsbeleid
Het integraal personeelsbeleid is ontwikkeld voor alle scholen binnen Chrono waarbij allen zich richten op de volgende hoofddoelstellingen: • De vergroting van de employability van werknemers, waarmee partijen bedoelen dat een werknemer zodanig is ontwikkeld en opgeleid dat deze breed inzetbaar blijft op zowel de interne als de externe arbeidsmarkt; • De wederzijdse afstemming tussen de wensen van de werknemer met betrekking tot zijn professionele ontwikkeling en de ontwikkelingsdoelen van de organisatie; • Het onderhouden van de vastgestelde bekwaamheidseisen, voor zover van toepassing voor directie, leraren en onderwijsondersteunend personeel. 6.2
Benoemingsverplichtingen
Het aanbieden van een dienstverband in vaste dienst kan pas plaatsvinden nadat aan alle andere verplichtingen ten opzichte van het personeel is voldaan. Bij het invullen / aanbieden van vacatures moeten wij m.b.t. de (her)benoeming van personeel rekening houden met de CAO-PO (1) en de werkafspraken binnen Chrono, die gemaakt zijn binnen de speelruimte van de CAO (2); Alles bij elkaar geeft dit de volgende benoemingsvolgorde die bij Chrono wordt gehanteerd: 1. Werknemers die mobiel willen worden (2); 2. Werknemers die voor minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard door UWV waarbij aanpassing van het dienstverband nodig is (1); 3. Werknemers wiens functie in het rddf is geplaatst (1); 4. Eigen wachtgelders (1); 5. Werknemers benoemd voor bepaalde tijd op grond van artikel 3.3 van de CAO (1); 6. Deeltijders die uitbreiding van hun uren wensen (1); 7. Werknemers die het compensatieverlof willen sparen ten behoeve van spaarverlof (1); 8. Werknemers die meer gewerkte uren willen compenseren in salaris (1); 9. Flexers (1); 10. Werknemers benoemd via payroll (2). 11. Werknemers van de invalpool (2). Bij aanvang van het traject om te komen tot het bestuursformatieplan 2015-2016 is de herbenoemingsvolgorde opgesteld. Op basis van deze volgorde zullen nieuwe vacatures met ingang van 1 augustus 2015 worden ingevuld. Mobiliteit Eén keer per jaar inventariseert de P&O-er van de Stichting de mobiliteitswensen van de werknemers. De wensen worden meegenomen in de formatiebesprekingen voor het nieuwe schooljaar en bij vacatures die tussentijds ontstaan. Binnen Chrono is afgesproken dat werknemers die mobiel willen worden in het geval van vacatures voorrang hebben boven de werknemers die genoemd worden in bijlage IE van de CAO-PO. Door de mobiliteit ontstaat er namelijk op een andere school een vacature die dan weer ingevuld kan worden met inachtneming van bijlage IE.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
43
Benoemingen Er wordt verschil gemaakt tussen vacatures voor reguliere benoemingen en vacatures voor vervangingsbenoemingen. De directeuren moeten vacatures voor reguliere benoemingen altijd melden bij de P&O-er van de stichting. Deze inventariseert wie er voor deze vacature in aanmerkingen komen, daarbij rekening houdend met mobiliteitswensen en de wettelijke verplichtingen. Voor de vacatures voor vervangingsbenoemingen maakt de directeur gebruik van de mensen uit de invalpool of de vaste invaller van de school. Kort durende vervangingen worden niet gemeld bij de P&O-er, langdurende vervangingen wel. Dit laatste wel, omdat deze vervangingen gebruikt kunnen worden om (ex-)werknemers uit een werkloosheidsuitkering te houden. Payroll Mensen die bij Chrono een tijdelijke reguliere benoeming hebben, worden benoemd via payroll. Hierdoor worden herbenoemingsverplichtingen voorkomen. Wij hebben afgesproken dat deze mensen behandeld worden alsof ze bij Chrono in dienst zijn. Dit houdt voor ons ook in dat als aan alle andere verplichtingen is voldaan en er blijft toch nog een vacature over, de vacature eerst wordt aangeboden aan de mensen die via payroll bij Chrono werken. Invalpool In de invalpool zitten mensen die bij Chrono willen werken en die via invallen recht hopen te krijgen op een reguliere baan. Daarom hebben we afgesproken dat, net als bij de payrollers, als aan alle verplichtingen is voldaan en er blijft toch nog een vacature over, de vacature dan wordt aangeboden aan de mensen die in de invalpool van Chrono zitten. 6.2.1 Opeenvolgende dienstverbanden Naast de personeelsleden waaraan de werkgever verplichtingen heeft om betrokkenen te herbenoemen is er nog een andere categorie, de zogenaamde 24-maanders.In artikel 3.5 van de CAO-PO 2014-2015 staat nu nog 36 maanden. Dit zal met de invoering van de WWZ per 1 juli 2015 veranderen in 24 maanden. 1. Wanneer tussen dezelfde werkgever en de werknemer arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan 6 (nu nog 3) maanden hebben opgevolgd en een periode van 24 maanden, incl. deze tussenpozen, hebben overschreden geldt met ingang van die dag de laatste benoeming als aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Ook wanneer een personeelslid 12 maanden vervangingswerkzaamheden heeft verricht en de benoeming wordt voortgezet zonder dat van vervanging sprake is, geschiedt dit voor onbepaalde tijd. Bovenstaande heeft met name invloed op de mogelijkheden om invallers in te zetten. Zij zullen na 2 invalbeurten (dit kan zelfs 2 morgens zijn) 6 maanden niet ingezet kunnen worden. Wij onderzoeken de mogelijkheden om een invalpool met andere besturen op te zetten. 6.3
Overplaatsingsbeleid voor komend schooljaar
De overplaatsingen wegens formatieve redenen, die nodig zijn op grond van een gewenste personele organisatie zijn op dit moment (maart 2015) vrij duidelijk. Daar waar noodzakelijk zijn er gesprekken gevoerd en is het beleidsplan overplaatsing van personeel in werking gesteld. Het bestuur zal in een afzonderlijk document het aantal personen aangeven voor wie er sprake zal zijn van overplaatsing en op welke wijze deze heeft plaats gevonden. Ieder jaar worden op basis van het ‘inventarisatieformulier personeelswensen’ personeelsleden overgeplaatst. Het betreft in deze gevallen altijd vrijwillige overplaatsingen. Hiermee wordt het mobiliteitsbeleid in de praktijk gebracht.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
44
6.4 Bestedingsvoorstel Binnen Chrono zijn er afspraken gemaakt over de verdeling van de gelden vanuit het Ministerie van OCW. Er zijn op dit moment 3 geldstromen: 1) Materiële vergoeding: Deze gaat rechtstreeks naar de scholen. 2) Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid: Dit budget gaat verdeeld worden naar percentages: • 23,25% van dit bedrag is beschikbaar voor de scholen voor personeel. Hiervan wordt 21,5% standaard meegenomen in de formatie en is 1,75% beschikbaar voor losse dagen. • 4% van dit bedrag gaat naar de scholen voor overige uitgaven personeel • 18,25% van het bedrag gaat naar het bestuurscentrum • 10,75% van het bedrag gaat naar bovenschools Nascholing • 43,75% van het bedrag gaat naar bovenschools en is voor alle gezamenlijke zaken zoals arbo, samen opleiden, L&L-regeling, personele trajecten, kwaliteitszorg en overige uitgaven personeel. 3) Personele bekostiging: Deze geldstroom wordt voor 100% ingezet voor formatie en alles wat daarbij hoort (BAPO, jubilea en ouderschapsverlof). Daarnaast zijn er nog andere minder structurele subsidiestromen: 1) Lichte bekostiging/basisondersteuning (voorheen: zorgformatie) vanuit het samenwerkingsverband: dit wordt volledig ingezet in formatie. 2) Zware bekostiging (voorheen rugzakgelden) vanuit het samenwerkingsverband: dit wordt volledig ingezet in formatie. 3) Subsidie leerlingenzorg vanuit de gemeente: deze gaat volledig naar de scholen. Deze subsidie is in ieder geval toegekend tot en met 2015. Toekenning wordt per jaar bekeken. 4) Groeigelden n.a.v. toename van het aantal leerlingen: dit wordt volledig ingezet in formatie als Chrono er recht op heeft. 5) Impulsgelden: deze in ieder geval wordt toegekend t/m 2016/2017 op basis van postcodegebieden en wordt volledig ingezet in formatie 6) Subsidie OOP: deze subsidie is in ieder geval toegekend t/m 2014/2015 en wordt daarna opgenomen in de subsidie BPA. Deze subsidie wordt volledig ingezet in de formatie. 7) Prestatiebox: Dit is toegekend tot en met schooljaar 2018/2019. Per jaar wordt bekeken hoe deze gelden ingezet gaan worden. NB. dit geldt niet voor de middelen voor cultuur-educatieve activiteiten. Deze gelden gaan naar de scholen. Over de activiteiten en de inzet van de gelden zijn afspraken met de gemeente Hardenberg gemaakt. Bij elke losse subsidie wordt gekeken hoe dit toegedeeld wordt. Daarbij wordt gekeken naar waar de kosten logischerwijs horen; daar gaat de subsidie ook naar toe. Tevens wordt bekeken wat het doel is van de subsidie en of dit iets is om bovenschools op te pakken.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
45
6.5
Budget bekostiging Personeel- en Arbeidsmarktbeleid
De onderstaande tabel is in hoofdlijnen overgenomen uit de begroting van 2015. De genoemde “baten” zijn berekend op basis van het schooljaar 2015-2016. Aangezien het bestuursformatieplan over een schooljaar gaat en de begroting over een kalenderjaar kunnen er hierdoor dus verschillen ontstaan in de praktijk. Echter in verband met herkenbaarheid ten aanzien van de budgetverdeling is gekozen de lasten over te nemen uit de begroting 2015.
Budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid 2015/2016 Inkomsten BPA volgens verdeling genoemd bij 6.4 met nog de oude percentage conform begroting 2015. 1) nieuw geld (voor o.a. onderhoud gebouwen) 2) leerlingenzorg 3) 17,5 % voor personeel scholen 4) 5 % voor scholen 5) 22 % voor het bestuurscentrum 6) 15 % voor nascholing 7) 40,5 % voor gezamenlijke zaken
€ € € € € € €
Totale inkomsten
€ 1.424.904
Uitgaven 1) onderhoud gebouwen (o.a. toiletrenovaties, kozijnvervanging, etc.) 2) leerlingenzorg via IJsselgroep 3) formatie scholen 4) dienstreizen personeel scholen 4) personeelbeleid schoolniveau (koffie, bloemetje, etc.) 5) deel van de personele kosten bestuurscentrum 6) nascholing personeel Chrono 7) systeembeheerder en ICT-benodigheden 7) samen opleiden 7) kosten vacatures en VOG's 7) arbo 7) re-integratie / preventie / flankerend beleid 7) lief en leed 7) invalpool 7) kosten Raad van Toezicht 7) bijbels groep 8 7) kwaliteitszorg 7) kosten onderhoudsbeheer
€ € € € € € € € € € € € € € € € € €
Totale uitgaven
€ 1.430.061
Saldo
€
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
210.607 145.962 186.959 53.417 235.034 160.250 432.676
210.607 145.962 186.959 14.000 36.000 235.034 120.000 60.000 30.000 2.000 12.000 200.000 70.000 18.500 24.000 10.000 20.000 35.000
5.157-
46
6.6
Premiedifferentiatie Vervangingsfonds
Met ingang van 1 augustus 1995 is een systeem van verrekening van ziekteverzuim in werking getreden. Elke school wordt ingedeeld in een trede, afhankelijk van de mate van gedeclareerd ziekteverzuim. Bij een hoog ziekteverzuim en dus veel vervanging, kan dit inhouden dat een school een bedrag moet bijbetalen (malus) uit het beschikbare formatiebudget. Een laag ziekteverzuim kan betekenen dat een school een bedrag teruggestort krijgt (bonus). Het Vervangingsfonds rekent op bestuursniveau af. Dit wordt verrekend in de (bovenschoolse) algemene reserve. De “bonus” wordt gedoteerd aan deze reserve en de “malus” wordt ervan onttrokken. Op dit moment heeft CHRONO een laag ziekteverzuim-percentage, zodat er een bonus door het Vervangingsfonds moet worden betaald. Voor ons bestuur komt dit op het volgende neer:
Schooljaar
Betaalde premie
Gedeclareerde Verhouding kosten declaratie / ziektevervanging premie
Bonus/malus
Totaal betaald
2011-2012 2012-2013 2013-2014
€ € €
€ € €
€ € €
€ 727.670,63 € 632.315,51 € 677.853,98
761.052,63 615.671,51 642.193,98
299.931,19 396.503,15 278.300,03
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
39,41% 64,40% 43,34%
33.382,00 16.644,00 35.660,00
Perc. ziekteverlof 3,00% 5,66% 3,55%
47
7
Bestuursformatieplan voor schooljaar 2015-2016
7.1 Beleidsvoornemens In het najaar van 2014 zijn 2 belangrijke akkoorden voor de sector primair onderwijs afgesloten, te weten het bestuursakkoord en het onderhandelaarsakkoord over een nieuwe cao. Deze beide akkoorden zullen de komende jaren voor een deel de beleidsagenda van schoolbesturen en hun personeel bepalen. Voor een deel, aangezien demografische ontwikkelingen en krimp een belangrijk thema is en blijft voor Chrono. 7.1.1 CAO-PO 2014-2015 De looptijd van deze cao is van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015. Sommige maatregelen gaan per een bepaalde datum in (salarisverhoging per 01-09-2014, de duurzaamheidsregeling per 1 oktober 2014). Andere maatregelen worden per schooljaar 2015/2016 ingevoerd (o.a. werktijdomzetting). De uitwerking en invoering van deze CAO betekent een forse investering in tijd en middelen voor het schoolbestuur in het algemeen en voor het Bestuurscentrum en directies in bijzonder. Het zijn met name de directies die het gesprek met hun personeelsleden hierover moeten gaan voeren. De salarisverhoging wordt in een ophoging van de lumpsum verwerkt. 7.1.2 Bestuursakkoord In de loop van 2015 zullen de verschillende actielijnen, doelstellingen en gemaakte afspraken uit het bestuursakkoord vertaald worden in concrete doelen op bestuursniveau en schoolniveau. Deze worden verwerkt in het nieuwe schoolplan (voor de periode 2015 - 2019). Daarbij zullen de reeds in gang gezette ontwikkelingen met name op het terrein van professionalisering en leren van elkaar uit dit akkoord (actielijn 2 brede vorming en actielijn 3 professionele scholen) geïntegreerd worden. Verdere invulling en uitvoering volgt in de loop van 2015. Een van de aspecten uit het bestuursakkoord is het opstellen van een implementatieplan onderwijs en ICT voor 1 augustus 2015 (1.1). Dit maakt onderdeel uit van het landelijke doorbraakproject ICT. Op schoolniveau (binnen Chrono) wordt, in het nieuwe school-plan (periode 2015-2019) aangegeven, op basis van eigen visie en missie, op welke wijze zij ICT in hun onderwijs willen integreren. In de loop van 2015 zal bekeken worden welke investeringen in ICT de komende jaren op de scholen nodig en of wenselijk zijn. De belangrijkste randvoorwaarde is wel, dat de schoolgebouwen geschikt zijn voor ICT. Anders gezegd, er moet een goede infrastructuur komen, die de diverse toepassingen van ICT door (hele) groepen leerlingen mogelijk maakt. Daartoe zal voor de zomer van 2015 uitvoering worden gegeven aan een beleidsplan ICT. De kosten hiervoor worden ten laste gebracht van de voorziening onderhoud. 7.1.3 Strategisch Bestuursbeleidsplan 2014-2018 In het afgelopen jaar is het Strategisch Bestuursbeleidsplan vastgesteld voor de komend vier jaar. Leidend zijn de 5 kernwaarden gekoppeld aan de speerpunten vanuit het Bestuursakkoord voor Primair Onderwijs. Vanuit het SBB is er het komende schooljaar aandacht voor: - Wetenschap, Techniek en Talentonwikkeling; - Scholing schoolleiders in het kader van de RDO-registratie in 2018; - Vaardigheidsmeter leerkrachten; e - 21 eeuwse vaardigheden; - Scholing; - Begeleiding startende leerkrachten; - Kwaliteitszorg; - Ouderbetrokkenheid. 7.1.4 Tevredenheidsonderzoeken Begin 2016 zullen weer de tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd worden onder ouders (OTO), personeel (PTO) en leerlingen (LTO). Naast rapportages op schoolniveau zal er ook een managementrapportage op bestuursniveau beschikbaar komen, waar wenselijke en mogelijke acties, verbeteringen en/of vervolgstappen uit kunnen voortvloeien.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
48
7.1.5 Vervanging Rondom de vervanging zijn er twee zaken die van belang zijn voor de stichting, te weten het niet meer bekostigen van rechtspositioneel verlof per 1 januari 2015 en de wet Werk en Zekerheid. Hieronder volgt een korte beschrijving. Zie verder ook de risicoparagraaf in hdst 9. Het niet meer bekostigen van het rechtspositioneel verlof door het Vervangingsfonds betekent dat vervangingskosten bekostigd moet worden door de schoolbesturen zelf. Het recht op rechtspositioneel verlof blijft echter gewoon bestaan (cao verplichting). Daartoe is in de begroting een bedrag opgenomen van € 70.000 (rekening houdend met een verlaging van de premie van het Vf). Er zijn gemeenschappelijke richtlijnen/afspraken opgesteld (januari 2015). De werkwijze zal voor de zomervakantie 2015 tussentijds geëvalueerd worden. Op 1 juli 2015 zal de wet Werk en Zekerheid van kracht worden voor het primair onderwijs. De PO-Raad vreest dat de nieuwe wet ertoe zal leiden dat zieke leraren niet meer worden vervangen en klassen worden samengevoegd of leerlingen naar huis worden gestuurd. Schoolbesturen in het primair onderwijs stellen alles in het werk om er voor te zorgen dat hun leerlingen altijd naar school kunnen, ook wanneer een leraar ziek is. Het primair onderwijs is de enige sector waar ziekte van een leerkracht niet leidt tot lesuitval. Continuïteit van het onderwijs is van belang voor de ontwikkeling van kinderen, maar ook voor de ouders die bij de inrichting van hun leven rekening houden met de opvang van hun kind door de school. Vanuit de “cao-tafel” wordt gewerkt aan een oplossing. 7.1.6 Strategisch PersoneelsPlanning Strategische personeelsplanning begint met visie: een koers uitzetten voor de toekomst van uw onderwijsinstelling is nodig om te kunnen (be)sturen. Wat is onze (onderwijs)visie, welke ontwikkelingen en vernieuwingen staan in de komende jaren voor de deur en welke consequenties heeft dat voor de samenstelling van ons personeel en de competenties van de leraren? Daarbij hoort een verkenning van ontwikkelingen in de omgeving: veranderingen in de bevolkingssamenstelling van stad of regio, andere scholen die komen of verdwijnen en ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt. De samenstelling van het team van medewerkers is beslissend voor de realisatie van de ambities van uw scholen. Passen de ambities en groeimogelijkheden van de medewerkers bij de toekomstplannen? Met als basis de nieuwe schoolplannen 2015-2019 zal in het schooljaar 2015-2016 ook gewerkt worden aan een Strategisch PersoneelsPlanning. Deze planning zal in het volgende MJBFP een plek krijgen. 7.1.7 Stuurgetal formatie De toegekende formatie is lopende het schooljaar het stuurgetal voor de bovenschoolse directie. Het wordt gebruikt om de resultaten van de uitvoering te beoordelen. 7.1.8 Vrije ruimte Hiervoor wordt 23,25% van het BPA budget voor de scholen gebruikt bij de vaststelling van de totale beschikbare ruimte voor personeel op de school. Deze ruimte wordt aan de scholen toebedeeld naar rato van het aantal leerlingen. Hiervan wordt 21,5% standaard meegenomen in de formatie en is 1,75% beschikbaar voor losse dagen (toetsen en knelpunten). In dit budget is de verhoging van het BPA budget i.v.m. beëindiging van de loonkostensubsidie OOP meegenomen (zie ook 3.4.5). NB. Dit betekent dat uit het overige gedeelte van het BPA budget dat naar de scholen gaat geen personeel mag worden aangesteld. 7.1.9 Administratieve kolom N.a.v. het onderzoek van de Besturenraad naar de administratieve kolom van Chrono en het vervolg onderzoek van Erik van Faassen is besloten in te werken aan de volgende beleidslijn: - Een efficiëntere en effectievere administratieve kolom - Het ontlasten van directeuren en beleidsmedewerkers op het BC
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
49
Er is besloten dat er voor alle scholen uiterlijk 1-8-2015 administratieve ondersteuning is op de drie deelgebieden: leerlingen, financiën en personeel. Er is een duidelijke taakomschrijving voor de administratieve krachten en er wordt gewerkt aan een eenduidige werkwijze op alle scholen. Een duidelijke functieomschrijving met een daarbij behorende functiewaardering voor de administratieve krachten was reeds aanwezig. Op het bestuurscentrum zal de afhandeling van de vragen effectiever zijn. Door de kwaliteit van de administratieve organisatie te verbeteren is de controle door het bestuurscentrum minder nodig. Afhankelijk van het aantal leerlingen is gekozen voor de staffel: < 100 leerlingen een dagdeel administratieve ondersteuning en vanaf 100 leerlingen: minimaal 2 dagdelen. Een aantal scholen heeft o.b.v. de reeds bestaande situatie gekozen voor een hoger inzet van administratie. Voor CNS Balkbrug en CBS de Regenboog is een nieuwe administratieve kracht aangetrokken. In de periode 1-1-2015 tot uiterlijk 1-8-2015 worden de administratieve krachten op een natuurlijk moment geplaatst op de scholen die nog geen administratieve ondersteuning hadden. 7.2 Formatie en andere inkomsten schooljaar 2015-2016 Hieronder vind u een overzicht van al inkomsten voor het personeel op de scholen. De inkomsten worden door vier componenten bepaald: a) de lumpsum financiering + budget BPA 21,5% b) toevoeging Lichte zorg (zorgformatie t.b.v. IB) c) fusieformatie Kastanjehof en Bloemenhof d) Bijzondere bekostiging (NOA-gelden) e) Zware zorg (formatie LGF) De toekenning formatie in fpe per school zijn als volgt: Schooljaar 2015-2016 Brin
School
Lumpsum + 21,5% BPA
Lichte zorg (zorgformatie IB)
00MS
PWS
12,43
2,86
0,12
15,41
04QE
De Akker
13,51
0,18
0,00
13,70
05LQ
CNS Balkbrug
7,66
0,14
0,00
7,80
05LY
De Spreng-el
5,29
0,09
5,38
05SM
't Kompas
4,18
0,09
4,27
06UX
Ds. Koningsberger
10,52
0,13
10,66
08AL
C.B.S. Rheezerveen
3,73
0,09
3,82
08PF
De Bron
9,74
0,13
10IE
Vlinder
8,91
0,12
1,83
10,86
10NB
De Elzenhof
13,37
0,16
1,31
14,84
10YP
MarsWeijde
17,68
0,18
0,39
18,25
11XI
De Ark
17,05
0,23
12PL
Gr. v. Prinstererschool
8,69
0,09
8,78
12WZ
De Regenboog
12,92
0,19
13,12
23RK Totaal
De Bloemenhof
15,70 161,39
0,24 4,93
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
fusieformatie Bijz. bekostiging
0,54
0,54
1,83 5,47
1,08
Totaal toekenning formatie
10,41
17,82
17,77 172,87
50
Lumpsum + 21,5% BPA De formatie zoals deze door het ministerie wordt toegekend, vermeerderd met 21,5% uit het BPA budget en eventuele loonkostensubsidies en verminderd met de bijdrage voor GMR en 4,5% loonkostencorrectie. Lichte zorg Het bedrag dat voor lichte ondersteuning binnenkomt vanuit het SWV gedeeld door de landelijke GPL. Fusieformatie Het bedrag dat voor de fusieformatie binnenkomt wordt naar rato van het aantal kinderen verdeeld over de ontvangende scholen. Dit gebeurt ook met de reguliere formatie die voor de kinderen van De Kastanjehof binnenkomt bij de Bloemenhof. Bijzondere bekostiging Er is ook rekening gehouden met het budget Bijzondere bekostiging. Een aantal scholen wil dit budget inzetten voor extra personele ondersteuning of boventallig personeel van bekostigen. Zware zorg Er is geen rekening gehouden met een budget voor zware ondersteuning. Deze bedragen moeten gericht ingezet worden en vormen geen onderdeel van het reguliere formatiebudget. 7.3 Formatiebezetting 2015-2016 Hieronder vind u een overzicht van al het personeel op de scholen onderverdeeld in directiepersoneel (DP), onderwijzend personeel (OP) en onderwijsondersteunend personeel (OOP). FTE's
Peildatum 1-8-2015 00MS 04QE 05LQ 05LY 05SM 06UX 08AL 08PF 10IE 10NB 10YP 11XI 12PL 12WZ 23RK
PWS De Akker CNS Balkbrug De Spreng-el 't Kompas Ds. Koningsberger C.B.S. Rheezerveen De Bron Vlinder De Elzenhof MarsWeijde De Ark Gr. v. Prinstererschool De Regenboog De Bloemenhof totaal
DP 0,8975 1,7191 1,0000 0,4632 0,3437 1,0000 0,2000 0,8000 1,5293 0,8975 1,6095 0,6528 0,7203 0,9695 1,7589 14,5613
OP 11,6320 11,6317 6,4236 4,6396 3,6691 9,6497 3,7873 8,4591 8,1197 12,5370 17,5941 17,7622 8,4706 11,0476 15,7558 151,1791
FPE's OOP 3,0852 0,9596 0,3000 0,1000 0,2000 0,4000 0,0500 0,8794 0,3835 0,3000 0,3500 0,2000 0,1000 0,2000 0,3562 7,8639
15,31 13,52 7,92 5,50 4,18 10,65 4,14 10,46 10,85 14,87 18,29 17,97 8,95 13,23 18,23 174,07
EURO's € 1.033.909 € 844.369 € 478.483 € 357.750 € 245.176 € 653.787 € 264.734 € 624.827 € 694.087 € 949.437 € 1.105.288 € 1.083.141 € 532.516 € 820.982 € 1.164.887 € 10.853.373
Prijspeil april 2015
FTE’s DP Bij de FTE’s DP zijn de werktijdfactoren van het directiepersoneel opgeteld. Het getal bij DP is als volgt samengesteld: directeuren (11,2272) en adjunct-directeuren (3,3341).
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
51
FTE’s OP Bij de FTE’s OP zijn de werktijdfactoren van het onderwijzend personeel op de scholen opgeteld. FTE’s OOP Bij de FTE’s OOP zijn de werktijdfactoren van het onderwijsondersteunend personeel op de scholen opgeteld. FPE’s Deze kolom geeft overzicht van het totale verbruik op de school in formatieplaatseenheden. EURO’s De kolom geeft inzicht in de kosten van het personeel in Euro’s. Dit getal is berekend aan de hand van fpe-verbruik vermenigvuldigd met de GPL van de school. 7.4 Formatiebezetting 2015-2016 op bovenschools niveau Hieronder vind u een overzicht van al het personeel op bovenschools niveau onderverdeeld in directiepersoneel (DP), onderwijzend personeel (OP) en onderwijsondersteunend personeel (OOP). FTE's
Peildatum 1-8-2015 DP Management Managementondersteuning Onderwijsondersteuning Detachering totaal
0,1492 0,1492
OP
0,3256 0,4000 0,7256
EURO's OOP 1,0000 4,1085 1,0000 1,0000 7,1085
€ 115.000 € 225.000 € 90.000 € 62.400 € 492.400
Prijspeil MJB 2015
Management Per 1-8-2014 valt de bestuurder onder OOP (conform afspraak met Raad van Toezicht). De loonkosten zijn uit de begroting gehaald. Managementondersteuning Hier vallen de medewerkers van het bestuurscentrum onder. De loonkosten zijn uit de begroting gehaald. Onderwijsondersteuning Hier staat de directeur die voor 1 morgen wordt ingezet op kwaliteitszorg, het onderwijzend personeel dat voor Samen Opleiden wordt ingezet en de bovenschoolse ICT-er. De eerste twee zijn berekend aan de hand van de landelijke GPL. De loonkosten van de OOP-er is uit de begroting gehaald. Detachering Er worden een aantal personeelsleden gedetacheerd. Deze loonkosten worden door de ontvangende organisatie vergoed. Het betreft hier de leerkrachten die door het SWV worden ingehuurd voor het hoogbegaafdheidonderwijs, de administratieve kracht voor de CAT en een conciërge die door de gemeente wordt betaald voor het beheer van een gebouw. Deze kosten zijn geraamd op basis van de landelijke GPL.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
52
7.5 Totaaloverzicht schoolformatiebezetting 2015-2016 op bestuursniveau Hieronder vind u een totaaloverzicht van de inkomsten per school uit hdst. 7.2 en de uitgaven voor personeel uit hdst. 7.3.
Brin
School
Inkomsten
Uitgaven
Totaal (fpe)
00MS
PWS
15,41
15,31
0,10
04QE
De Akker
13,70
13,52
0,18
05LQ
CNS Balkbrug
7,80
7,92
-0,13
05LY
De Spreng-el
5,38
5,50
-0,12
05SM
't Kompas
06UX
Ds. Koningsberger
08AL
C.B.S. Rheezerveen
08PF 10IE
4,27
4,18
0,08
10,66
10,65
0,01
3,82
4,14
-0,32
De Bron
10,41
10,46
-0,06
Vlinder
10,86
10,85
0,00
10NB
De Elzenhof
14,84
14,87
-0,03
10YP
MarsWeijde
18,25
18,29
-0,04
11XI
De Ark
17,82
17,97
-0,14
12PL
Gr. v. Prinstererschool
8,78
8,95
-0,17
12WZ
De Regenboog
13,12
13,23
-0,11
23RK
De Bloemenhof
17,77
18,23
-0,46
172,87
174,07
-1,20
Totaal
De extra inkomsten vanuit het SWV voor de PWS zijn op dit moment nog niet duidelijk. Een aantal scholen maakt gebruik van de extra bekostingsmogelijkheid om een knelpunt op te lossen.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
53
8
Meerjaren formatieplanning
Naast het bestuursformatieplan voor schooljaar 2015-2016 is er ook een doorkijk gemaakt voor de komende jaren. Doel hiervan is zicht te krijgen in formatieve ontwikkelingen van de organisatie in de voorliggende periode. Naast de onderstaande leerlingprognoses zijn alle beleidsregels doorgetrokken op basis van de vastgestelde formatie van schooljaar 2015-2016. Ook is de GGL van 01-10-2014 gebruikt in de berekeningen voor de komende jaren. In principe is de GGL in de fpe-systematiek een neutrale factor. Eventuele subsidies/middelen met een tijdelijk karakter, zijn in overleg al dan niet doorgetrokken. 8.1 Prognose leerlingaantallen Aangezien het leerlingaantal de basis vormt voor bekostiging van de organisatie, is het van belang te weten wat de ontwikkelingen op de langere termijn zijn. De prognoses voor het aantal leerlingen in de komende jaren zijn de optelsom van inschattingen van de afzonderlijke schooldirecteuren. Hun inschattingen zijn tot stand gekomen op basis van reeds bekende aanmeldingsgegevens en hun eigen ervaring. Dit alles is weergeven in onderstaande schema: Aantal leerlingen Chrono teldatum 1-10-2012 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 1-10-2017 1-10-2018 schooljaar 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 2019-2020 totaal aantal leerlingen onderbouw 1.443 1.398 1.416 1.366 1.318 1.292 1.216 totaal aantal leerlingen bovenbouw 1.717 1.720 1.642 1.588 1.569 1.524 1.532 totaal aantal leerlingen 3.160 3.118 3.058 2.954 2.887 2.816 2.748 Totaal gemeente marktaandeel Chrono
6581 48,0%
6479 48,1%
6382 47,9%
6233 47,4%
6131 47,1%
5997 47,0%
5909 46,5%
Tot en met 01-10-2014 betreft het leerlinggegevens conform Bron, daaropvolgend betreft het prognosetellingen aangegeven door Chrono. Gemeentelijke prognoses De gemeentelijke cijfers komen uit Pronexus van maart 2013. Daar was de telling van 1 oktober 2012 de meest recente teldatum. Deze gegevens vormen de basis voor de uiteindelijke leerlingenprognose. De gemeente rekent met een prognose opgesteld van de basisgeneratie. De omvang van de basisgeneratie is vastgesteld op de 4 tot en met 11-jarigen plus 30 procent van de 12-jarigen. Het overige deel van de 12-jarigen stroomt door naar een school voor voortgezet onderwijs. De prognose van de basisgeneratie vloeit voort uit de demografische ontwikkelingen die zich in het verleden voordeden en de aannames over de trends hierin.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
54
De totalen van Chrono weergegeven in een grafiek:
De leerlinggegevens zijn hieronder aangegeven per school:
Brin
teldatum
1-10-2012
1-10-2013
1-10-2014
1-10-2015
1-10-2016
1-10-2017
1-10-2018
schooljaar
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
Schoolnaam
00MS SBO Prof. Waterinkschool 04QE De Akker 05LQ CNS Balkbrug 05LY De Spreng El 05SM 't Kompas 06UX Ds. Koningsbergerschool 08AL CBS Rheezerveen 08PF De Bron 10IE 10NB
De Vlinder De Elzenhof
10YP De Marsweijde 11CL de Kastanjehof 11XI
de Ark
12PL Groen van Prinstererschool 12WZ de Regenboog 23RK De Bloemenhof totaal
Ob
Bb
Ob
Bb
Ob
Bb
Ob
Bb
Ob
24 125 65 39 28 98 24 95 88 125 160 51 174 79 128 140
107 162 80 43 30 100 29 91 77 123 122 101 197 86 163 206
20 114 58 45 22 101 22 88 83 127 181 47 167 79 115 129
110 155 91 47 32 99 24 106 78 130 130 81 187 86 168 196
20 108 66 43 22 105 23 91 87 130 198 27 164 79 115 138
99 160 83 42 32 97 20 99 83 136 142 54 180 90 143 182
20 99 61 40 20 98 26 91 95 127 202 153 79 102 153
80 154 96 46 32 102 17 99 93 141 153 176 86 157 156
1.443
1.717
1.398
1.720
1.416
1.642
1.366
1.588
Bb
Ob
20 92 65 44 19 93 22 83 90 126 204
80 136 85 38 28 101 24 105 98 145 165
-
-
144 75 96 145
176 89 145 154
1.318
1.569
Bb
Ob
Bb
20 90 73 38 21 85 22 89 88 122 201 136 71 91 145
80 120 78 42 22 103 21 98 95 147 188 175 84 130 141
20 88 63 31 19 74 20 82 77 117 196 133 65 95 136
80 113 81 42 22 107 21 103 96 153 203 167 80 122 142
1.292
1.524
1.216
1.532
Per 1 augustus 2015 gaan CBS De Kastanjehof en CBS Bloemhof fuseren. Het is nu al duidelijk dat niet alle leerlingen van CBS De Kastanjehof per 1 augustus 2015 zullen worden ingeschreven bij CBS Bloemenhof, maar dat een deel van de ouders hun kinderen zullen inschrijven bij CBS De Vlinder, CBS De Elzenhof en/of CBS De Marsweijde. Een klein deel zal inschreven worden op een school buiten Chrono. De ouders zijn vrij in hun keuze. Bij de start van het schooljaar 2014-2015 zijn er 7 leerlingen vertrokken naar OBS de Kern. Eind maart is van het merendeel van de leerlingen bekend geworden waar ze per augustus 2015 naartoe zullen gaan. Het lijkt er nu op dat slechts 7 leerlingen naar een school vertrekken buiten Chrono. De instroom naar de Chronoscholen zal worden opgenomen in de leerprognoses.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
55
Krimp Geconcludeerd kan worden dat Chrono te maken krijgt met een dalend leerlingenaantal. Niet alleen het aantal leerlingen op de teldatum heeft rechtstreeks betrekking op de toekenning van lumpsum, ook de verhouding onderbouw- en bovenbouwleerlingen is van invloed op de inkomsten van het rijk. 8.2
Formatieve ontwikkeling
Bij ongewijzigd beleid en op basis van de aangeleverde leerlingprognoses zoals beschreven in paragraaf 8.1 leidt dit tot een meerjarenformatieplan zoals opgenomen in bijlage VIII. De komende schooljaren zal op Stichtingsniveau de daling verder plaatsvinden. Van de 15 basisscholen is alleen De MarsWeijde een groeischool. De overige scholen lopen meer of minder in aantal leerlingen terug. Per 1 augustus 2015 gaan CBS De Kastanjehof en CBS Bloemhof fuseren. Dit zal een administratieve samenvoeging zijn. Een aantal scholen groeit hierdoor. 8.3
Maatregelen
Met de vakbonden is medio april 2013 een eerste informeel decentraal overleg gevoerd over de gevolgen van de leerlingendaling in de komende jaren. Voor het schooljaar 2015 – 2016 geeft de formatietoedeling op een aantal scholen problemen. Op Stichtingsniveau is er sprake van boventalligheid. Met de vakbonden is afgesproken om jaarlijks de financiële situatie te beoordelen. Jaarlijks zullen de uitgangspunten van de huidige berekeningen moeten worden herijkt naar de werkelijke situatie. Kloppen de prognoses nog, zijn de berekeningsgrondslagen prijzen nog van toepassing of zijn er personele wijzigingen die invloed hebben op het totaalplaatje. Vanaf 1 mei 2012 wordt er zeer terughoudend met de herbezetting van vacatures omgegaan. Enkel op 1-8-2014 zijn uit de gelden voor jonge leerkrachten een aantal langdurige tijdelijke contracten omgezet in vaste benoemingen. Dit om die jonge leerkrachten aan ons te binden. 8.4
Inkomsten
Naar aanleiding van de prognoses is een overzicht gemaakt van de te verwachten inkomsten versus de huidige personele uitgaven (meerjarenformatie overzicht). Tevens is op basis van de prognose een meerjarenbegroting opgesteld. Ieder jaar zullen deze meerjarenoverzichten worden bijgesteld op basis van de feitelijke uitkomsten en de prognosegetallen. Berekening Personele Inkomsten prognose
Personele bekostiging
Personele inkomsten BPA Groei personeel
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
€ 10.332.544
€ 10.202.468
€ 9.927.495
€ 9.765.450
€ 9.622.467
€ 1.499.210
€ 1.657.667
€ 1.608.115
€ 1.584.826
€ 1.552.212
€ 60.000
€ 60.000
€ 60.000
€ 60.000
€ 60.000
SWV: lichte ondersteuning
€ 401.121
€ 302.540
€ 299.515
€ 296.519
€ 293.554
SWV: zware ondersteuning
€ 340.077
€ 272.062
€ 269.341
€ 266.648
€ 263.981
€0
€ 80.953
€ 80.953
€ 80.953
€ 80.953
Fusiefaciliteiten Impulsgelden Loonkst.sub.OOP totaal
€ 8.535
€ 6.872
€ 6.872
€ 3.436
€0
€ 36.148
€0
€0
€0
€0
€ 12.677.635
€ 12.582.563
€ 12.252.291
€ 12.057.832
€ 11.873.168
Voor een totaaloverzicht van de baten en lasten, wordt verwezen naar bijlage III. Voor een beschrijving van de verschillende onderdelen wordt verwezen naar hdst. 3.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
56
8.4.1 Samenhang met inkomstenbegroting Als gekeken wordt naar de inkomsten voor personeel en dit wordt afgezet tegen de leerlingontwikkeling, dan ontvangt Chrono op basis van 3.058 leerlingen op 1 oktober 2014 voor het schooljaar 2015/2016 € 10.202.468,- (beschikking OCW april 2015). Op basis van het verwachte leerlingaantal op 1-10-2015 van 2.956 verwacht Chrono € 9.927.495,- voor het schooljaar 2016/2017. De berekening van de bekostiging van het schooljaar 2015-2016 vindt plaats op basis van de telling per 1-10-2014. Voor de berekening van de bekostiging van het schooljaar 2016-2017 en verder is uitgegaan van de prognoses (door de directies) per 1-10-2015 en verder. 8.4.2 Mogelijk extra inkomsten / bezuinigingen en consequenties De komende jaren verwacht Chrono geen extra inkomsten. Zie voor een beschrijving van de financiële risico’s hdst. 9. 8.5
Uitgaven
Voor de formatieplanning is gebruik gemaakt van de fpe-systematiek (prijzen februari 2015). De gegevens uit 7.1 zijn gebruikt voor de berekening. Vervolgens is het organisatiebeleid toegepast in de berekeningen en is de formatie toegewezen aan personen. Hierbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met het schoolbeleid, de wensen van het personeel en de verplichtingen van de werkgever. De BAPOgenietenden worden buiten de berekening van de formatieve ruimte gehouden, maar op schoolformatieoverzichten wel inzichtelijk gemaakt. Onderstaande paragrafen geven inzicht in de werkwijze en cijfers die van belang zijn voor het opstellen van het bestuursformatieplan. e
Berekening Personele Lasten (o.b.v. 2 scenario MJB 2015-2018) prognose
Personele verplichtingen
formatie scholen bestuurscentrum personele verplichtingen bovenschools totaal
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
€ 10.809.912
€ 10.853.373
€ 10.838.000
€ 10.549.151
€ 10.389.210
€ 435.315
€ 458.575
€ 463.886
€ 469.429
€ 471.657
€ 1.672.435
€ 1.339.915
€ 1.089.214
€ 974.291
€ 944.153
€ 12.917.663
€ 12.651.862
€ 12.391.099
€ 11.992.871
€ 11.805.020
In dit scenario is in de personele lasten rekening gehouden met de gevolgen van verwacht natuurlijk verloop. Dit natuurlijk verloop kan zijn: 1) Vermindering van de benoemingsomvang a.g.v. flankerend beleid 2) Pensionering 3) Ontslag na ouderschapsverlof De uitgaven van voor de formatieve inzet op de scholen is voor de cursus 2015-2016 gebaseerd op 174,07 FTE (fulltime equivalenten) en voor de cursus 2016-2017 op 171,52 FTE. Het verschil tussen beide schooljaren ontstaat door verwacht natuurlijk verloop i.v.m. pensioen per 1-8-2015 van leerkrachten en schooldirecteuren. Zie voor de cijfers hoofdstuk 10.4 van dit plan. De effecten van het flankerende beleid op de formatie van de scholen vanaf 2014-2015 zijn in de berekening meegenomen. Er is rekening gehouden met opvulling van vacatures die gedurende het schooljaar ontstaan en welke niet opgelost kunnen worden door herschikking van personeel. Dit zal dan moeten gebeuren via payrolling vanwege de vacaturestop. In de berekening van de salariskosten van 2015 is daarom rekening gehouden met extra kosten omdat over payroll-benoemingen 21% BTW betaald moet worden. Mocht het natuurlijk verloop toereikend zijn dan kan de vacaturestop opgeheven worden en hoeft er wellicht geen RDDFplaatsing geëffectueerd te worden.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
57
De kosten voor het realiseren van de functiemix zijn in de personele verplichtingen bovenschools opgenomen. Voor de realisatiegegevens functiemix per 1-8-2014 zie hoofdstuk 5.3.4 van dit plan. In die begroting zijn over het jaar 2015 de kosten voor het flankerende beleid (groot € 150.000,-) meegenomen. 8.5.1 Toedeling personele middelen aan de scholen Basis voor de toedeling van personele middelen aan de scholen is de afspraak van de bestuurder met de Raad van Toezicht en de GMR om niet meer uit te geven aan de inzet van personeel dan het daarvoor in de bekostiging opgenomen bedrag. Om de vrijheid van de directeuren enerzijds zo groot mogelijk te laten zijn en anderzijds deze afspraak te kunnen borgen, was er voor het schooljaar 2012/2013 een nieuwe toedelingssystematiek voor de formatie van de scholen ontwikkeld. Op basis van het feitelijk aantal leerlingen op 1 oktober van het betreffende schooljaar werd via een vaste verdeelsleutel de totale beschikbare formatie van Chrono toegewezen aan de scholen. Destijds was dit systeem ingevoerd om meer grip te krijgen op de personele uitgaven, maar de afgelopen schooljaren bleek dit desondanks niet het geval te zijn. De verdeelsleutel hield geen rekening van de schoolspecifieke eigenschappen, zoals kleine scholen, en leverde extra knelpunten op in de formatie van de scholen en dus van Chrono. Het toedelingssysteem is in het najaar van 2014 geëvalueerd en op basis van de geconstateerde voor- en nadelen van de indertijd gekozen toewijzingssystematiek heeft de bestuurder besloten terug te keren naar het fpe-systeem. Dit fpe-systeem werd vanaf de invoering lumpsum tot schooljaar 2012/2013 gehanteerd en is beschreven in hdst. 5.1 van dit plan. Dit systeem doet recht aan iedere school. De bestuurder geeft hierbij nog wel aan dat als een school extreem krimpt en hierdoor erg kleine groepen maakt, er wel ingegrepen zal worden. Daarnaast kan de bestuurder, onder strenge voorwaarden, bij formatieve knelpunten op een school extra formatie toekennen. Dit zal van invloed zijn op de lopende begroting en zal gerapporteerd worden in de eerst volgende bestuursrapportage. De scholen houden in het totaal van de verplichtingen rekening met eventuele benoemingen voor instroomgroepen. Voor een overzicht van de toegekende middelen in fpe’s voor schooljaar 2015/2016, wordt verwezen naar hdst 7.2. 8.5.2 Materiaal/ leermiddelen Zoals al eerder genoemd gaan de inkomsten voor materialen/leermiddelen volledig naar de scholen. De scholen mogen dit naar eigen inzicht besteden. Dit wordt voornamelijk besteed aan: verbruiksmateriaal, methoden, abonnementen, software en hardware. Het is op dit moment binnen de Chrono-afspraken niet mogelijk om geld dat bedoeld is voor materialen in te zetten voor personeel. In de begroting op schoolniveau zijn deze afspraken terug te vinden. Bovenschools worden ook een aantal zaken geregeld en betaald, zoals arbo, groot onderhoud, systeembeheer, administratiekantoor, verzekeringen en uitgaven t.a.v. lief en leed.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
58
8.5.3
Kosten Raad van Toezicht
Begroting RvT 2015 (onderdeel van de bovenschoolse begroting) LASTEN Vergoeding leden RvT Jaarlijks uitjes Educatie
verwachting
begroting
begroting
begroting
begroting
2014
2015
2016
2017
2018
€ 10.500
€ 12.000
€ 12.000
€ 12.000
€ 12.000
€ 1.200
€ 1.200
€ 1.200
€ 1.200
€ 1.200
€ 3.300
€ 10.000
€ 3.750
€ 2.500
€ 2.500
€ 871
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 15.000
€ 24.071
€ 17.950
€ 16.700
€ 16.700
verwachting
begroting
Notulist Totaal
8.5.4
Kosten medezeggenschap
Begroting GMR 2015-2018 (onderdeel van de bovenschoolse begroting) resultaat
begroting
begroting
begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 24.854
€ 9.178
€13.200
€ 13.500
€ 13.500
€ 13.500
€ 13.500
€ 3.000
€ 2.220
€ 2.400
€ 2.400
€ 2.400
€ 2.400
€ 1.023
€ 1.100
€ 1.122
€ 1.144
€ 1.167
€ 1.190
€ 1.570
€0
€ 1.500
€ 1.545
€ 1.591
€ 1.639
€0
€0
€ 400
€ 412
€ 424
€ 437
€0
€0
€ 400
€ 412
€ 424
€ 437
€ 850
€0
€ 100
€ 103
€ 106
€ 109
Totaal
€ 14.855
€ 16.520
€ 19.422
€ 19.516
€ 19.613
€ 19.713
SALDO
€ 9.999
€ 8.334
€ 5.432
€ 5.338
€ 5.241
€ 5.141
BATEN Baten vanuit personele inkomsten Totaal LASTEN Salariskosten PGMR Vergoeding OGMR Notulist Nascholing Reiskosten/vergaderkosten Kantoorbenodigdheden Contributies en abonnementen
8.5.5 Kosten arbo/veiligheid Elk jaar besteedt Chrono tussen de € 10.000,-- en € 15.000,-- aan arbo/veiligheid. Dit betreft gesprekken met de arbo-arts en trajecten die daaruit voortvloeien. Eens per 4 jaar wordt er een Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) uitgevoerd. De eerstvolgende keer weer in 2015. De uitkomsten van deze inventarisatie worden besproken en risico’s worden beperkt.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
59
9
Risicoparagraaf financiën
9.1 Bestuursakkoord De verschillende doelstellingen en ambities uit het bestuursakkoord zijn voor de schoolbesturen (en dus ook voor Chrono) niet vrijblijvend. Zoals in de paragraaf beleidsvoornemens (hdst 7.1) is aangegeven zullen die in 2015 en verder vertaald worden naar het niveau van de stichting en de individuele scholen (geïntegreerd in nieuwe schoolplannen). Er is inmiddels duidelijkheid over het exacte bedrag per leerling: het geld hiervoor wordt via de bestemmingsbox toegekend aan Chrono. Chrono heeft de doelstellingen en ambities uit het bestuursakkoord al meegenomen in de begroting 2015-2018. 9.2 Kwaliteit Zowel vanuit de maatschappij, het ministerie van OC en W, de inspectie, maar ook vanuit de ouders en leerlingen is er (terecht) een toenemende aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs, het personeel en daarmee samenhangend de opbrengsten en resultaten. Het onderwijs dient daarnaast op maat te zijn en afgestemd op de leerling (passend onderwijs). Er ligt ook nadrukkelijk een link met de nieuwe CAO PO (o.a. over vakbekwaamheid, registers, gesprekkencyclus en coaching van startende leraren), het bestuursakkoord en passend onderwijs (niveau van basisondersteuning). Vanuit de strategische beleidsnotitie “morgen begint vandaag” wordt ook nadrukkelijk ingezet op professionalisering. Indien er ruimte is in de beschikbare middelen vanuit het bestuursakkoord zal bekeken worden of een (extra) investering in de kwaliteit c.q. professionalisering gewenst en/of noodzakelijk is. 9.3 Bekostiging OC&W In de begroting van 2015 zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd. Met name onzekerheid door OC&W zorgt ervoor dat een aantal zaken nog onduidelijk is. De exacte bedragen die we zullen ontvangen vanaf 2015 zijn nog onduidelijk, derhalve is in de begroting niet alles meegenomen (conservatief begroot). Na vaststelling van het MJBFP wordt onderzocht of het meerjarenperspectief van de begroting aangepast moet worden. 9.4 Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. In het goedgekeurde en vastgestelde ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Veld, Vaart & Vecht worden diverse middelen beschikbaar gesteld aan schoolbesturen en werkwijzen geïntegreerd. In het schooljaar 2014/2015 zijn de middelen voor de “rugzakjes” nog separaat beschikbaar gesteld aan de schoolbesturen. Daarbij is wel middels een individueel onderwijsarrangement de hulpvraag van elk kind in beeld gebracht. Binnen de stichting is personeel specifiek benoemd voor/op “rugzakjes”. Onduidelijk is, op welke wijze de financiering in het schooljaar 2015/2016 procedureel en financieel zal verlopen. De leerlingen met hun specifieke hulpvraag zijn immers niet verdwenen. In het voorjaar van 2015 zal hierover meer bekend zijn. In de loop van het schooljaar 2016/2017 zal bekeken worden of het beginsel van solidariteit (elk schoolbestuur “betaalt mee” aan de verwijzing van een leerling) gehandhaafd zal blijven of dat er wordt overgegaan naar het principe “de vervuiler betaalt”. Dat impliceert dan dat bij verwijzing een schoolbestuur betaalt en bij geen verwijzing geld ontvangt. Dit kan dan weer tot allerlei “neven (ongewenste)” effecten/prikkels leiden. Op dit moment is de ontwikkeling in het kader van Passend Onderwijs nog steeds onzekere factor. De verwachte inkomsten vanuit het SWV zijn daarom vanaf schooljaar 2015-2016 slechts voor 75% meegenomen. Er is geen rekening gehouden met de verevening van extra ondersteuningsbudget, omdat die vrij gering zal zijn voor ons SWV. Als alle afspraken rond de toedeling van middelen aan de deelnemende besturen binnen het SWV zijn gemaakt, worden de inkomsten meegenomen. De inkomsten vanuit het SWV voor zware ondersteuning wordt toegevoegd aan de reguliere formatie van de school. Deze inkomsten zijn bedoeld voor leerlingen met een handicap of stoornis die zonder extra voorzieningen geen regulier onderwijs kunnen volgen. De school gebruikt deze inkomsten voor extra
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
60
begeleiding, zodat leerlingen zo veel mogelijk in het reguliere onderwijs kunnen blijven. De zware ondersteuning ook wel bekent als LGF of rugzak(je) en is uitsluitend bedoeld voor onderwijsdoeleinden. In berekeningen voor schooljaar 2014-2015 zijn de gelden voor zware ondersteuning over 2013-2014 o.b.v. ontvangen beschikking meegenomen en overgenomen voor schooljaar 2014-2015. De prognose voor 2015-2016 is gesteld op € 272.000,--. Dit is een raming: ongeveer 80% van de gelden die 2014-2015 binnenkomen. Voor de jaren erna is dat bedrag bevroren. 9.5 Krimp Zoals uit hoofdstuk 8.1 blijkt kent de stichting (en de regio) de komende jaren een leerlingdaling. Dit heeft voor de organisatie, de scholen en personeel gevolgen. Te denken valt aan formatie, functiebouwwerk, personeelsopbouw, professionalisering, onderwijs en onderhoud. Vanzelfsprekend zal dit met diverse geledingen besproken worden. Niet alleen het aantal leerlingen op de teldatum heeft rechtstreeks betrekking op de toekenning van lumpsum, maar ook de verhouding onderbouw- en bovenbouwleerlingen is van invloed op de inkomsten van het rijk. 9.6 Hoge GGL het personeelsbestand van Chrono vergrijst. Dit manifesteert zich in een hoge gemiddelde leeftijd (GGL) van het personeel, wat doorwerkt in hogere personeelskosten. De landelijk gemiddelde GGL is in het primair onderwijs 40,63 jaar. Zoals in 3.2.1 is aangegeven wordt met deze leeftijdsopbouw in de lumpsumbekostiging van het primair onderwijs rekening gehouden. Omdat in de lumpsumbekostiging gerekend wordt met een landelijk gemiddelde GGL ondervinden wij een structureel tekort. Dit heeft als gevolg dat er met hetzelfde geld minder leerkrachten aangesteld kunnen worden. 9.7 Meerkosten BAPO regeling BAPO staat voor Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen. Oudere werknemers kunnen vanaf hun 52e jaar op grond van deze regeling minder gaan werken en betalen daarvoor gedeeltelijk in de vorm van een inhouding op het salaris. Het is mogelijk om het BAPO-verlof flexibel op te nemen. In de lumpsumvergoeding personeel vanuit het Ministerie van OCW zit ongeveer 2 % voor bekostiging van de BAPO. Chrono heeft een bestemmingsreserve voor BAPO. De meer- en minderkosten worden verrekend via deze reserve. Er maken meer mensen dan gemiddeld gebruik van de Bapo-regeling. Binnen Chrono wordt 3,5 % uit de lumpsumvergoeding personeel besteed aan Bapo. Er is op de bovenschoolse begroting ruimte om dit verschil (jaarrekening 2013: € 133.746,--) te dragen. 9.8 Nieuwe cao De nieuwe CAO-PO is eind december 2014 bekend geworden. Op dit moment zijn met name de financiële onderbouwing voor de diverse onderdelen nog niet beschikbaar. Bovendien wordt een deel van de bekostiging “geregeld” via de schuiflade methodiek: geld wat in 2015 beschikbaar komt voor loonruimte wil men naar voren halen. Er is echter nog geen overeenstemming met het ministerie van OC&W hierover. Het is onduidelijk of, en zo ja wanneer, die middelen (b.v. voor loonsverhoging) beschikbaar komen en of zij toereikend zijn. De PO-raad geeft aan dat de effecten op macro niveau nihil zijn. 9.9 Wet werk en zekerheid De ketenbepaling in de WWZ In het onderhandelaarsakkoord/nieuwe CAO is afgesproken, dat een werkgroep sociale zekerheid wordt ingericht, die voor 1 januari 2015 zal komen met een samenhangend voorstel met betrekking tot de WW, WOPO (bovenwettelijke uitkeringen) en tijdelijke contracten. De mogelijke risico’s voor de schoolbesturen ligt in het aangaan van financiële verplichtingen als gevolg van het in dienst moeten nemen van personeel, waar geen financiële middelen tegenover staan. De ingangsdatum voor deze ketenbepaling is 1 juli 2015.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
61
Afhankelijk van de uitkomsten van het voorstel zal het College van Bestuur bekijken of het “afdichten” van het risico m.b.t. vervanging (aangaan van verplichtingen) via de uitwerking van het voorstel kan. Of dat wellicht aansluiten bij bijvoorbeeld PON, een eigen vervangingspool, of samenwerking met andere schoolbesturen het probleem van de ketenbepaling en verplichtingen kan tackelen. Ook binnen het bestuur van het Arbeids-marktplatform is dit een “hot issue”. De aanzegtermijn Dit is een geheel nieuwe regel. De werkgever wordt verplicht om uiterlijk een maand voor het einde van een contract voor bepaalde tijd, de werknemer schriftelijk uitsluitsel te geven over het wel of niet voortzetten. En in geval van wel voortzetten, onder welke voorwaarden dat gebeurt. De verplichting geldt bij arbeidsovereenkomsten voor 6 maanden of langer, waarvan de einddatum is gesteld op een kalenderdatum. De werkgever die zich hier niet aan houdt, moet een vergoeding betalen aan de werknemer. Geeft de werkgever niet vóór het einde van het contract uitsluitsel, dan bedraagt die vergoeding een maandloon. Geeft de werkgever wel van tevoren uitsluitsel, maar te laat, dan bedraagt de vergoeding het loon over het aantal dagen dat hij te laat was met de aanzegging. De vergoeding is ook verschuldigd als de arbeidsovereenkomst wel wordt voortgezet! Het recht op de vergoeding vervalt als de werknemer die niet binnen 2 maanden na einde contract claimt. Maandelijks volgt controle van de aflopende contracten voor bepaalde tijd.
9.10 Werkkostenregeling Per 1 januari 2015 wordt de werkkostenregeling (WKR) voor alle werkgevers verplicht. Binnen deze regeling kunnen wij in 2015 maximaal 1,2% van ons totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor onze werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte betalen wij loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%. Vanwege het feit dat Chrono per 1 januari 2015 gebruik gaat maken van de WKR kan de Stichting zonder meerkosten het pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden voor haar personeel verruimen. In overleg met OSGMetrium hebben we afspraken gemaakt om het bestaande fietsenplan en de vergoeding voor dienstreizen uit te breiden. Wij zien op dit moment af van mogelijkheden tot verdere uitbreiding van de secundaire arbeidsvoorwaarden met een fiscale regeling voor tegemoetkoming in bijv. de kosten voor fitness of aanschaf van tablets. De regeling brengt met zich mee dat pas achteraf bekeken kan worden of de Stichting binnen de gestelde 1,2% van de fiscale loonsom is gebleven. Zo zijn allerlei zaken van invloed op het bedrag van de fiscale loonsom. Mutaties in het personeelsbestand en bijvoorbeeld de uitruil van reiskosten. Ook zal per jaar het bedrag verschillen wat voor verstrekkingen aan het personeel wordt uitgegeven. Vandaar dat voorgesteld wordt te werken met plafondbedragen per kalenderjaar. Totaal bedrag 1,2% van de fiscale loonkosten: ca. € 100.000,- vrije ruimte. 9.11 Wijzigingen pensioenregeling De pensioenregeling wordt per 1-1-2015 aangepast. We leven en werken langer. Het kabinet heeft daarom de fiscale regels voor de opbouw van pensioen vanaf 2015 gewijzigd. Het kabinet heeft bijvoorbeeld bepaald dat het opbouwpercentage omlaag moet. De sociale partners hebben de nieuwe regeling op verschillende andere punten aangepast. − het opbouwpercentage wordt verlaagd − Geen pensioenopbouw meer boven jaarinkomen van € 100.000,-− Pensioenregeling sluit aan op AOW-leeftijd − Langer doorwerken mag − Het nabestaandenpensioen wordt verhoogd − Beter partnerpensioen − Voorwaardelijk pensioen (VPL) wordt beëindigd per 2-5-2015 Vanaf 1-1-2015 is de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen 19,6%.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
62
De premie is met name gedaald doordat de tijdelijke herstelopslag op de premie is vervallen. Verder is de premie gebaseerd op het akkoord dat de sociale partners sloten over de nieuwe pensioenregeling vanaf 2015. De wijzigingen moeten zorgen voor stabielere pensioenen en pensioenpremies en een eerlijkere verdeling van de kosten en baten over de generaties. Indien vanuit ABP ruimte ontstaat voor loonsverhoging (1,5%) zal dat met ingang van januari 2015 ingevoerd worden. Hierbij zullen dan de pensioenpremies dalen. Op dit moment weet niemand wat de gevolgen zullen zijn voor 2015 en later, derhalve is dit niet meegenomen in de begroting. 9.12 Vervangingsfonds 9.12.1 Eigen risicodragerschap vervangingsfonds In de zomervakantie van 2014 heeft het Vervangingsfonds bekend gemaakt te gaan moderniseren en daarmee de verplichte aansluiting voor de gehele sector los te laten. Dat zal (op z’n vroegst) in 2018 zijn. Er zal wel een verruiming van het Eigen Risicodragerschap (ERD) plaats vinden. Nu geldt dat alleen voor besturen met een jaarlijkse lumpsum van > 20 miljoen. Vanaf 1 januari kunnen ook schoolbesturen met een lumpsum lager dan € 20 miljoen per jaar voortaan eigenrisicodrager worden als sprake is van: 1. Instemming door de PMR met de aanvraag; 2. Instemming door de PMR met vastgesteld verzuim- en vervangingsbeleid; 3. Instemming door de PMR met een rapportage over succesvol uitgevoerd verzuim- en vervangingsbeleid gedurende minimaal een jaar voorafgaand aan het jaar waarin het verzoek is ingediend; 4. Een ziekteverzuimpercentage in 2013 dat lager was dan 7%. Het Vervangingsfonds toetst de inhoud van het beleid (onder 2) en de rapportage (onder 3) niet inhoudelijk. Het fonds toetst alleen of de PMR heeft ingestemd. Voor de toetsing van de criterium 4 gaan het fonds uit van de verplicht aan het Vervangingsfonds aangeleverde verzuimcijfers. Het Vervangingsfonds toetst aan de hand van deze cijfers het verzuimpercentage. Let op: Dit wijkt af van wat in het Reglement staat. Op grond van het ziekteverzuimpercentage over 2013 (ZVP 4,94%) zal Chrono gebruik kunnen maken van deze ERD. 9.12.2 Rechtspositioneel verlof niet langer vergoed Per 1 januari 2015 kan rechtspositioneel verlof niet meer bij het Vervangingsfonds gedeclareerd worden. Per 1 augustus 2015 zal declareren voor schorsing beperkter geworden. Het vakantieverlof in de zomervakantie 2015 is ook niet meer declarabel bij het Vervangingsfonds. Rechtspositioneel verlof Per 1 januari 2015 heeft het Vervangingsfonds haar regelgeving veranderd. Hierdoor wordt vervanging ten behoeve van kort buitengewoon verlof niet langer door het Vervangingsfonds bekostigd en komt vervanging derhalve voor eigen rekening. Hierdoor wordt de onrechtmatigheid van declaraties terug gedrongen. Rechtspositioneel verlof is verlof op grond van de CAO PO voor onder andere: − Verhuizing − Huwelijk − Uitoefening van het kiesrecht − Ziekte van echtgenoot Dit betekent dat alleen vervanging van ziekteverlof en schorsing voor bekostiging in aanmerking komt. Schoolbesturen dragen in deze situatie meer risico. Het voordeel is dat zij een lagere premie betalen, omdat het fonds lagere kosten heeft. Rechtspositioneel verlof als individueel recht van de werknemer blijft in de CAO PO 2014 - 2015 bestaan, aan dit recht verandert niets.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
63
Een eerste analyse laat zien dat de premieverlaging, die hiermee gepaard gaat, de kosten compenseert die we als Chrono maken. Echter het budget is beperkt en vraagt wel om zorgvuldige toekenning van verlof, om de vervangingskosten hanteerbaar te houden. Voor wat betreft inzet van een vervanger wordt ten allen tijde terughoudendheid gevraagd en dienen andere opties serieus bekeken te worden. Wij zullen de komende maanden monitoren of de vervangingskosten binnen het budget blijven of dat andere maatregelen nog nodig zijn. Schorsing Per 1 augustus 2015 is er, indien sprake is van vervanging in verband met afwezigheid op grond van schorsing, bekostiging mogelijk tot maximaal twee weken na de eerste dag dat het afwezige personeelslid is geschorst. Vervanging tijdens vakantie In de meeste gevallen kan bij doorlopende vervanging de vervanger ook tijdens de vakantie worden betaald ten laste van het Vervangingsfonds. Dat kan echter niet als er andere afspraken liggen of als vóór de vakantie bekend is dat de afwezige na de vakantie het werk hervat. In welke gevallen je een vervangende leerkracht in de zomervakantie kunt doorbetalen ten laste van het Vervangingsfonds staat ook vermeld in de CAO PO (artikel 6.12). Een leerkracht die tijdelijk ingehuurd is, heeft geen recht op doorbetaling van schoolvakanties (de zogenaamde uitzend-/payrollarbeid). Voor deze leerkrachten geldt artikel 6.12 van de CAO PO 2014 – 2015 niet. Voor het onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel blijft het bepaalde in artikel 6.12 CAO PO 2014–2015 van kracht, maar met ingang van zomervakantie 2015 is dit niet meer declarabel ten laste van het Vervangingsfonds. Recht op salaris blijft natuurlijk wel (zie de voorwaarden daarvoor in de caobepaling artikel 6.1 CAO PO 2014 - 2015). 9.13 Wijzigingen bovenwettelijke regeling WW Dit is een aanvullende uitkering die ontslagen personeel ontvangt bovenop de WW-uitkering van het UWV. Als betrokkene recht heeft op deze uitkering kan dat betekenen dat deze een aanvulling op de WW-uitkering ontvangt of dat de uitkering over een langere periode loopt. Per 1-1-2016 wordt een versobering van de regeling verwacht. 9.14 Participatiefonds Door de sterk gestegen werkloosheidskosten heeft het bestuur van het Participatiefonds moeten besluiten om de premie per 1 januari 2015 te verhogen van 4% naar 5%. De premieverhoging per 1 januari 2015 is noodzakelijk om het tekort van het Participatiefonds stapsgewijs verder terug te dringen en de financiële positie zodanig te verbeteren dat het fonds weer gaat voldoen aan de vereisten die OCW aan het fonds stelt. Het bestuur van het fonds realiseert zich daarbij dat in de lumpsum van OCW geen rekening is gehouden met deze sterk stijgende uitkeringskosten. Dit is al eerder, maar zal ook nu wederom, onder de aandacht worden gebracht van de PO Raad en OCW. Het bestuur van het Participatiefonds gaat er overigens vanuit, dat de huidige ontwikkelingen in de uitkeringskosten zich in dezelfde lijn blijven voortzetten. Zij zal dan genoodzaakt zijn om de premie in de toekomst – wellicht al per 1 augustus 2015 - verder op te hogen. De premieverhoging per 1 januari 2015 is wel meegenomen in de begroting. Voor de mogelijke verhoging van de premie in augustus 2015 wordt geen percentage genoemd. Dit is daarom niet meegenomen in de begroting.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
64
9.15 Azielzoekerscentrum Hardenberg Het COA heeft de gemeente Hardenberg met spoed gevraagd om mee te werken aan de tijdelijke opvang van maximaal 1.000 asielzoekers voor een periode van vijf jaar. Op 17 maart heeft de gemeenteraad ingestemd om samen met het COA te onderzoeken of in plangebied Heemserpoort aan de Jachthuisweg in Hardenberg een tijdelijke opvanglocatie voor asielzoekers gerealiseerd kan worden en hierover met het COA een intentieovereenkomst te sluiten. Op voorhand kan niet worden gezegd wat de samenstelling is van de groep vluchtelingen, die in het asielzoekerscentrum wordt gehuisvest. De instroom is afhankelijk van de situatie in de wereld en de actuele bezettingsgraad van de opvanglocaties in Nederland. Op dit moment komen de meeste vluchtelingen uit Syrië. Het COA streeft bij de bezetting van een locatie naar een mix van nationaliteiten en gezinssamenstellingen. Het COA gaat in gesprek met de gemeente Hardenberg over scholing. Ongeveer 10 tot 15% van de asielzoekers zal naar verwachting leerplichtig zijn. Het COA kan bepaalde zaken met betrekking tot onderwijs bij de Rijksoverheid versnellen en waar mogelijk op projectbasis laten voorfinancieren. Voor basisschoolleerlingen worden lokalen op een azc-terrein ingericht. 9.16 Overheveling buitenonderhoud Met ingang van 1 januari 2015 valt het buitenonderhoud ook onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Het binnenonderhoud viel al onder de verantwoordelijkheid van Chrono. Door de overheveling van het buitenonderhoud wordt enerzijds het bedrag van de materiële instandhouding verhoogd (€ 13,33 per m2) en anderzijds middelen uit het gemeentefonds onttrokken. Deze middelen worden toegevoegd aan de voorziening onderhoud zodat de kosten kunnen worden betaald uit de voorziening onderhoud. De omvang van de voorziening is gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan. Het beschikbare budget (voorziening) is niet voldoende voor de komende uitgaven de komende 10 jaar. Dit is een risico en er zal jaarlijks gekeken worden of er (financiële) bijstelling nodig is. Dit onderdeel vraagt voortdurende monitoring.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
65
10 Kengetallen personeel Voor het meerjarenperspectief is het noodzakelijk een aantal kengetallen te vermelden. Met waar mogelijk een doorkijk te geven voor de komende jaren. Doel hiervan is zicht te krijgen in personele ontwikkelingen van de organisatie in de voorliggende periode. 10.1 Aantallen vast - tijdelijk 2012-2013 1-10-2012
Jaar Peildatum Soort dienstverband Payroll Vast
Aantal
Totaal Parttime ratio
2013-2014 1-10-2013
FTE Aantal
2014-2015 1-10-2014
FTE Aantal
FTE
9 3,3234 269 197,7893
29 9,6424 259 194,4937
21 8,0056 263 198,6424
278 201,1127 72%
288 204,1361 71%
284 206,6480 73%
Per 1 augustus 2014 zijn er een aantal langdurig tijdelijke (uitbreidingen van) benoeming omgezet naar vast benoeming. Dit geeft een toename van het aantal vaste benoeming en anderzijds een afname van het aantal payroll benoemingen. De tijdelijke benoemingen bestaan voor een deel uit de begeleiding van rugzakleerlingen (FTE 1,0579). Anderzijds is het de tijdelijke invulling van vacatures (FTE 6,3171). Dit laatste is het effect van de ingestelde vacaturestop. Er worden in de loop van een schooljaar geen vaste benoemingen meer gedaan, maar klassen moeten wel de rest van het schooljaar les hebben. En als laatste zijn er nog tijdelijke benoemingen voor detachering naar derden (FTE 0,6306). De loonkosten voor payroll zijn minimaal 21% (BTW) hoger, dan zelf in dienst hebben. 10.2 Verhouding Directie – Onderwijzend personeel – Onderwijsondersteunend personeel Onder Directie (DP) vallen de directeuren en adjunct-directeuren van de scholen en tot 1-8-2014 de bestuurder van Chrono. Onder Onderwijzend personeel (OP) vallen alle leerkrachten inclusief de bovenschoolse leerkrachten voor Samen opleiden. Onder Onderwijsondersteunend personeel (OOP) vallen de conciërges, onderwijsassistenten, de OOP-ers van de SBO-school, het personeel van het bestuurscentrum en vanaf 1-8-2014 ook de bestuurder van Chrono. formatieve bezetting in FTE's schooljaar 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 teruggang incl. 60
+
DP
OP
OOP
Leerlingaantal 1-10
17,2883 15,1083 15,1083 15,1083 13,5494 12,6519
157,7903 153,6213 151,7477 150,6593 149,1505 148,034
13,0193 13,5704 12,5704 11,8755 11,4843 11,4843
3160 3118 3058 2954 2887 2816
-2,4564
-5,5873
-2,0861
Let op: bovenstaande is incl. bovenschools personeel en het personeel van het bestuurscentrum. Zie voor een uitsplitsing per school over 2015/2016 hdst. 7.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
66
10.3 Leerling – leerkracht ratio per school
Peildatum 1-10-2014
00MS 04QE 05LQ 05LY 05SM 06UX 08AL 08PF 10IE 10NB 10YP 11CL 11XI 12PL 12WZ 23RK
aantal leerlingen
OP FTE's
aantal leerlingen per FTE
PWS De Akker CNS Balkbrug De Spreng-el 't Kompas Ds. Koningsberger C.B.S. Rheezerveen De Bron De Vlinder De Elzenhof MarsWeijde De Kastanjehof De Ark Gr. v. Prinstererschool De Regenboog Bloemenhof totaal 1-10-2014
119 268 149 85 54 202 43 190 170 266 340 81 344 169 258 320 3058
12,0941 12,6599 8,7937 5,8397 3,3427 10,3222 3,8034 9,3220 6,7041 12,8738 16,0136 4,4582 17,4865 8,0708 13,0177 14,5506 160,5624
9,8 21,2 16,9 14,6 16,2 19,6 11,3 20,4 25,4 20,7 21,2 18,2 19,7 20,9 19,8 22,0 19,0
totaal 1-10-2013 totaal 1-10-2012
3117 3161
155,6825 163,1329
20,0 19,4
De cijfers voor De Vlinder, De MarsWeijde, De Kastanjehof en De Regenboog zijn iets vertekend, omdat op deze scholen ook een adj.directeur aanwezig is. Veelal heeft deze ook een groot deel lesgevende taken. De functie valt echter onder DP. Landelijk De gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs is gestegen van 22,8 leerlingen in 2012 naar 23,3 leerlingen in 2013. Daarmee ligt de gemiddelde groepsgrootte één leerling boven het niveau van 22,2 leerlingen, dat in 2003 werd bereikt na de majeure investeringen in verkleining van de groepen vanaf 1997 (een bedrag dat opliep tot structureel circa €640 mln per jaar). De gemiddelde groepsgrootte in 2013 ligt één leerling onder het niveau van voor de groepsgrootteverkleining (24,3 leerlingen in 1994). Er bestaat grote variatie in groepsgroottes, zowel tussen basisscholen als binnen basisscholen. Ongeveer 65% van alle groepen in het basisonderwijs telt minder dan 26 leerlingen. Zo’n 6% van de groepen telt meer dan 30 leerlingen. Grote scholen formeren gemiddeld grotere groepen dan kleine scholen. De overheid ziet toe of de kwaliteit van het onderwijs in orde is en stuurt niet direct op groepsgrootte. Scholen mogen zelf bepalen hoe groot de groepen zijn. Een ervaren leerkracht met een gemotiveerde groep leerlingen kan nu eenmaal een grotere klas aan dan een startende docent voor een chaotische groep. Uit het onderzoek blijkt dat scholen over het algemeen verantwoorde keuzes maken.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
67
5
Bron gegevens: Inspectie van het Onderwijs (1994, 1997-2006); DUO (2011-2013); Voor de jaren 1995-1996 en 2007-2010 zijn geen gegevens beschikbaar.
(Bron: www.rijksoverheid.nl)
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
68
10.4 Leeftijdsopbouw personeel Dit overzicht geeft inzicht in de leeftijdsopbouw van het vaste personeel inclusief de tijdelijke benoemingen. Peildatum 1-10-2014
Leeftijdscategorie 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar 65+ jaar Totaal nadere uitsplitsing: 55 tot 60 jaar 60 tot 65 jaar
Vrouw
Man
Totaal
6 77 46 69 56 0 254
2 4 1 12 22 1 42
8 81 47 81 78 1 296
34 22
11 11
45 33
21,0844 FTE
Bron: overzicht leeftijdsverdeling uit Youforce
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
69
10.5 Verwacht natuurlijk verloop personeel Verwacht natuurlijk verloop op basis van de gesprekken in het kader van het flankerend beleid die gevoerd zijn met de personeelsleden van 60 jaar of ouder. Het verloop is voor de jaren 2016-2017 en verder meegenomen in de berekening van de personele uitgaven in hoofdstuk 7. +
Uitstroom personeel 60 vanaf 1-8-2015 Geboorte- Geslach jaar t
Salari s
Functie
Schooljaar 20152016
20162017
20172018
1951
V
leraar
LA
0,3798
1950
V
leraar
LA
0,6463
1951
M
leraar
LA
0,2375
1954
M
leraar
LA
0,6100
1952
V
leraar
LA
0,5507
1953
V
leraar
LA
0,5377
1952
V
leraar
LB
0,6432
1952
M
leraar
LA
0,8656
1953
M
leraar
LA
1953
V
leraar
LA
Omvang FTE OP
1952
M
directeur
1952
M
1953
M
0,4637 1,0884
1,5088
DA
0,8000
adj. directeur
AB
0,7589
directeur
DB 0
0
M
onderhoudsmedewerker
4
1951
V
(school)schoonmaker
1
0,3798
1951
V
(school)schoonmaker
1
0,3151
1952
V
(school)schoonmaker
1
Totaal FTE planperiode
1,1165
5,5873
0,8975
1948
Omvang FTE DP
totaal
0,6528
1,8736
Omvang FTE OOP
20182019
1,5589
0,8975
2,4564
1
0,3912 1
0,6949
0,3912
0
2,0861
2,8736
1,7833
3,4589
2,014
10,1298
+
verdere uitstroom 60 na planperiode Leerkrachten
8,0703
Directie
2,6178
OOP
0,2665
Totaal FTE 60
+
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
21,0844
70
10.6 Resultaat Flankerend beleid Het flankerend beleid is een samenstel van vertrek bevorderende maatregelen. We hebben de afgelopen twee schooljaren een beroep op alle personeelsleden van Chrono gedaan om daar op vrijwillige basis aan mee te werken. Hieronder een overzicht van de resultaten van dit beroep. Met name optie 1 geeft het hoogste rendement, gevolgd door optie 2. Die lijn zet zich voor het schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 voort. Dit heeft ons doen besluiten ook voor schooljaar 2015-2016 het Flankerende beleid door te zetten, zoals verwoordt in hdst. 1.5. Eind resultaat Flankerend beleid Chrono 2013-2014 opbrengst aantal loonkosten pers.l. premie
mogelijkheid
wtf
bapo of verlof
EURO
1.
Vertrekpremie bij vrijw. vertrek
5
€ 160.985,00
5,0865
€ 381.794,00
2.
Vrijw. werktijdvermindering
2
€ 18.308,00
0,9434
€ 59.220,00
3.
Vrijw. Overstap vervangingspool Vf
4.
Maatwerkafspraken 60
5.
Detacheren
6.
Stage
7.
Ondersteuning bij start eigen onderneming
8.
Onbezoldigd verlof
9.
Initiatief werknemer
+
13
3
€ 6.820,00
€ 17.999,00
1,3628
10. Outplacement (extra) bapo
15
€ 129.679,00
1,8076
onbetaald OSV
9
€ 163.270,66
2,472
betaald OSV
10
€
€ 186.113,00
Maximaal beschikbaar
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
6,0299
40.055,80
1,3477
€ 792.018,46
6,9901
€ 258.000,00
71
10.7 Ziekteverzuimcijfers 2012
2013
2014
Chrono
landelijk
Chrono
landelijk
Chrono
Ziekteverzuimpercentage
2,58
6,44
4,94
6,90
3,19
Ziekmeldingsfrequentie
0,52
1,05
0,91
1,20
0,74
Gemiddelde verzuimduur
6,10
21,98
10,80
22,00
7,20
73,10
46,79
57,57
47,80
63,61
Nul(ziekte)verzuim
Bron: overzicht Verzuimanalyse totaal uit Youforce en Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO van het Vervangingsfonds
NB. De landelijke cijfers voor 2014 zijn nog niet gepubliceerd.
Ziekteverzuimpercentage (ZVP) Het verzuimpercentage geeft aan welk deel van de werktijd in een jaar verloren is gegaan wegens het verzuim van werknemers. Het geeft de relatie weer van de omvang van het verzuim tot de arbeidscapaciteit. Hierbij wordt rekening gehouden met de deeltijdfactor en het arbeidsongeschiktheidspercentage van zowel zieke als niet zieke werknemers. Ziekmeldingsfrequentie (ZMF) De meldingsfrequentie is het gemiddeld aantal verzuimmeldingen per dienstverband. Gemiddelde verzuimduur (GZD) De gemiddelde verzuimduur geeft het gemiddelde aantal verzuimdagen per verzuimgeval weer. Nulverzuim (NZ) Het nulverzuim is het percentage medewerkers dat zich niet ziek heeft gemeld in een jaar.
Bij alle kengetallen zien we over 2014 een verbetering ten opzichte van 2013 optreden. Het langdurig verzuim tussen 6 maand en 1 jaar lag in 2014 veel lager dan in 2013, omdat een aantal langdurige zieken hersteld is. Punt van aandacht blijft het verzuim tussen de 6 weken en 3 maanden. Ook in 2014 zien wij daar een toename van verzuimdagen. Wij blijven een actief ziekteverzuimbeleid voeren en houden het verzuim nauwlettend in de gaten. De kwaliteitsindicator verzuim geeft als streefcijfer: Het ziekteverzuim ligt op of onder de 4%. Deze indicator is in de kwaliteitsmonitor Chrono te vinden onder het domein Personeel – Verzuimregistratie als PI115. De ziekmeldingsfrequentie binnen Chrono is na de forse stijging in 2013 naar 0,91 in 2014 weer gezakt naar 0,74. Het totaal aantal meldingen is beduidend lager dan in 2013. Uit de landelijke cijfers van 2013 zien we bij de meldingsfrequentie van het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel ditzelfde patroon. In het basisonderwijs was deze met gemiddeld 1,20 meldingen in 2013 relatief hoog, afgezet tegen de jaren ervoor toen het rond 1,02 lag.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
72
10.8 Verlofcijfers zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en Bapo Peildatum
1-10-2012
1-10-2013
1-10-2014
Verlofsoort
FTE
FTE
FTE
2,46 1,46 2,48 6,22 12,62
4,19 2,63 1,48 6,86 15,15
4,83 2,65 2,58 9,74 19,80
Zwangerschapsverlof Ouderschapsverlof (betaald) Ouderschapsverlof (onbetaald) Bapo Totaal verlof
15% 1% 74% 42% 31%
Bron: overzicht fpe-uitputting uit Youforce
Het totaal verlof voor zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en Bapo is met 31% toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename van het aantal onbetaalde ouderschapsverloven op peildatum 1-10-2014. Dit is het logische gevolg van het feit dat er op peildatum 1-10-2013 een forse toename van betaald ouderschapsverlof te zien was. Op dit moment (januari 2015) hebben zich alweer 6 werkneemsters gemeld voor zwangerschapsverlof in de eerste helft van 2015. Van deze werkneemsters hebben 3 een volledige of grote baan. Door de op handen zijnde wijziging van het Bapo-verlof in de CAO-PO 2014-2015 is de opname van Bapo-verlof per 1-8-2014 nog fors toegenomen. Met omzetting van het Bapo-verlof naar duurzame inzetbaarheid in de nieuwe CAO-PO zal dit naar verwachting niet meer verder oplopen. Alleen binnen het overgangsrecht Bapo kunnen nog extra uren opgenomen worden.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
73
Lijst met afkortingen
BAPO BOA BPA
Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen Bestrijding Onderwijsachterstanden Budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid
CAO CNV CvB
Collectieve ArbeidsOvereenkomst Christelijk Nationale Vakbond College van Bestuur
DGO DP DUO
Decentraal georganiseerd overleg Directie Personeel Dienst Uitvoering Onderwijs zakelijk
FPE FTE FUWA
FormatiePlaatsEenheid Fulltime-equivalent Functiewaarderingssysteem
GGL GMR GPL
Gewogen Gemiddelde Leeftijd Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Gemiddelde Personeels Last
IB IPB
Interne begeleider Integraal Personeels Beleid
LGF LIO
Leerlinggebonden financiering of rugzak Leraar In Opleiding
MR
Medezeggenschapsraad
NOA
Nationaal Onderwijsakkoord
OCW OGMR OP OOP
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Oudergeleding Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Onderwijzend Personeel OnderwijsOndersteunend Personeel
PGMR PMR PO
Personeelsgeleding Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Personeelsgeleding MedezeggenschapsRaad Primair Onderwijs
RDDF
RisicoDragend Deel van de Formatie
SBO SWV WSNS
Speciale School voor Basisonderwijs SamenWerkingsVerband Weer Samen Naar School
WEC Wet BIO WPO WTF
Wet op de Expertise Centra Wet op de beroepen in het onderwijs Wet Primair Onderwijs WerkTijdFactor
ZMF
Ziekmeldingsfrequentie
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
74
11
Bijlagen
Bijlage I. Bijlage II. Bijlage III. Bijlage IV.
Leerlingtelling, Gemiddeld Gewogen Leeftijd en Gemiddeld PersoneelsLast FPE-overzicht e Overzicht Totaalblad meerjarenformatieplan (o.b.v. 2 scenario MJB 2015-2018) Planning Acties Formatie Chrono
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
75
Bijlage I.
Leerlingtelling, Gemiddeld Gewogen Leeftijd en Gemiddeld PersoneelsLast
A) LEERLINGTELLING Chrono op 1-10-2014 Binnen de lumpsumfinanciering blijft voor de inkomstenkant het aantal leerlingen met het daarbij behorende gewicht een belangrijk gegeven. Jaarlijks wordt het aantal leerlingen op 1 oktober voorafgaand aan het desbetreffende schooljaar gebruikt voor de inkomstenberekeningen. Leerlingtelling Chrono op 01-10-2014: Brin/Gegevens 04QE 05LQ 05LY 05SM 06UX 08AL 08PF 10IE 10NB 10YP 11CL 11XI 12PL 12WZ 23RK 00MS
4- 7 jaar 108 66 43 22 105 23 91 87 130 198 27 164 79 116 138 119
> 8 jaar 160 83 42 32 97 20 99 83 136 142 54 180 90 143 182
totaal 269 149 92 54 101 46 194 161 257 311 128 354 165 283 325
0,30 26 6 4 5 12 4 17 6 10 0 6 14 1 29 11
1,20 0 1 0 0 0 0 0 9 1 2 0 5 3 1 0
totaal gewicht 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0
B) GEMIDDELD GEWOGEN LEEFTIJD De GGL is een nieuw component in de personele (lumpsum) bekostiging. De GGL wordt per school berekend. De wijze van berekenen is toegelicht in de teksten. Gemiddeld Gewogen Leeftijd Chrono: Brin School 1-10-2011 41,19 00MS PWS 39,08 04QE De Akker 42,21 05LQ CNS Balkbrug 43,71 05LY De Spreng-el 35,34 05SM 't Kompas 40,55 06UX Ds. Koningsberger 43,41 08AL C.B.S. Rheezerveen 37,68 08PF De Bron 40,6 10IE Vlinder 43,83 10NB De Elzenhof 36,5 10YP MarsWeijde 49,69 11CL De Kastanjehof 38,17 11XI De Ark 37,81 12PL Gr. v. Prinstererschool 37,77 12WZ De Regenboog 40,44 23RK Bloemenhof * samengevoegd met Bloemenhof
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
1-10-2012 41,48 40,7 37,69 43,65 38,11 41,34 41,34 39,36 43,92 44 36,85 49,02 37,69 37,28 38,49 40,29
1-10-2013 41,94 41 38,37 44,83 41,62 40,38 43,38 39,7 44,59 44,13 38,52 50 38,87 37,01 39,9 41,32
1-10-2014 42,49 41,84 39,23 45,07 36,96 40,51 43,76 38,39 43,74 43,61 39,31 * 39,11 38,15 41,36 43,66
76
De landelijke GGL is voor schooljaar 2015-2016: 40,58 jaar (regulier basisonderwijs) De landelijke GGL is voor schooljaar 2015-2016: 41,69 jaar (speciaal basisonderwijs) De GGL van Chrono is voor schooljaar 2015-2016: 41,17 jaar* (inclusief SBO) Chrono zit dus op stichtingsniveau boven het landelijke cijfer voor de GGL. * De GGL op stichtingsniveau is een benadering en tevens een gewogen cijfer. Dat wil zeggen, een grotere school (meer leraren) telt zwaarder mee in de berekening.
C)
GEMIDDELDE PERSONEELSLAST peildatum 1-10-2014
In de fpe-systematiek is de Gemiddeld Gewogen Leeftijd (GGL) bepalend voor de Gemiddelde Personele Last (GPL). De wijze van berekenen is toegelicht in de teksten. Hoe ouder het personeel, des te duurder het zal zijn voor de werkgever. De landelijke GPL voor basisonderwijs staat momenteel op: € 58.829,87 (prijspeil april 2015) De landelijke GPL voor speciaal basisonderwijs bedraagt nu: € 63.960,56 (prijspeil april 2015) De GPL van de vijftien basisscholen is De GPL van de speciale basisschool is
€ 59.195,62. € 64.665,66.
De GPL voor alle scholen van de stichting is als volgt: € 59.609,66 Chrono zit dus op stichtingsniveau boven het landelijke cijfer voor de GPL. De GGL en de GPL per school o.b.v. 1-10-2014 staan in onderstaand overzicht: Brin 00MS 04QE 05LQ 05LY 05SM 06UX 08AL 08PF 10IE 10NB 10YP 11CL 11XI 12PL 12WZ 23RK
School
GGL
GPL
PWS De Akker CNS Balkbrug De Spreng-el 't Kompas Ds. Koningsberger C.B.S. Rheezerveen De Bron Vlinder De Elzenhof MarsWeijde De Kastanjehof De Ark Gr. v. Prinstererschool De Regenboog Bloemenhof (incl. De Kastanjehof)
42,49 41,84 39,23 45,07 36,96 40,51 43,76 38,39 43,74 43,61 39,31 50,00 39,11 38,15 41,36 43,66
€ 64.665,66 € 59.784,70 € 57.806,97 € 62.232,23 € 56.086,88 € 58.776,89 € 61.239,58 € 57.170,46 € 61.224,43 € 61.125,92 € 57.867,59 € 65.967,94 € 57.716,04 € 56.988,60 € 59.420,98 € 61.163,81
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
77
Bijlage II.
FPE-overzicht
A) Directie De normwaarden voor directeuren Schaal Max.regel Fpe-norm DA 13 1,24 DB 15 1,40 DBuit 17 1,46 DC 16 1,56 DCuit 18 1,62 DD 18 1,58 DE 18 1,74 De normwaarden voor adjunct directeuren Schaal Max.regel Fpe-norm AA 11 1,03 AB 13 1,12 AC 18 1,28 AD 20 1,46 AE 19 1,58
B) Leraren De normwaarden voor leraren Schaal Max.regel LA 15 LB 15 LC 15 LD 15 LE 15
Fpe-norm 1,00 1,10 1,28 1,46 1,58
C) Onderwijsondersteunend personeel De normwaarden voor onderwijsondersteunend personeel Schaal Max.regel Fpe-norm Schaal 1 7 0,51 10 2 8 0,56 11 3 9 0,61 12 4 11 0,64 13 5 12 0,68 14 6 11 0,71 15 7 12 0,78 8 13 0,88 LIOa 9 10 1,00 LIOb
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
Max.regel 13 18 16 13 11 12
Fpe-norm 1,10 1,28 1,46 1,58 1,74 1,91
1 1
0,35 0,36
78
Bijlage III.
Overzicht Totaalblad meerjarenformatieplan (o.b.v. 2e scenario MJB 2015-2018) prognose
Personele bekostiging
Personele inkomsten BPA Groei personeel
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
€ 10.332.544
€ 10.202.468
€ 9.927.495
€ 9.765.450
€ 9.622.467
€ 1.499.210
€ 1.657.667
€ 1.608.115
€ 1.584.826
€ 1.552.212
€ 60.000
€ 60.000
€ 60.000
€ 60.000
€ 60.000
SWV: lichte ondersteuning
€ 401.121
€ 302.540
€ 299.515
€ 296.519
€ 293.554
SWV: zware ondersteuning
€ 340.077
€ 272.062
€ 269.341
€ 266.648
€ 263.981
€0
€ 80.953
€ 80.953
€ 80.953
€ 80.953
Fusiefaciliteiten Impulsgelden Loonkst.sub.OOP totaal
€ 8.535
€ 6.872
€ 6.872
€ 3.436
€0
€ 36.148
€0
€0
€0
€0
€ 12.677.635
€ 12.582.563
€ 12.252.291
€ 12.057.832
€ 11.873.168
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
€ 10.809.912
€ 10.853.373
€ 10.838.000
€ 10.549.151
€ 10.389.210
prognose
Personele verplichtingen
formatie scholen bestuurscentrum
€ 435.315
€ 458.575
€ 463.886
€ 469.429
€ 471.657
€ 1.672.435
€ 1.339.915
€ 1.089.214
€ 974.291
€ 944.153
€ 12.917.663
€ 12.651.862
€ 12.391.099
€ 11.992.871
€ 11.805.020
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
totaal Personele bekostiging
€ 12.677.635
€ 12.582.563
€ 12.252.291
€ 12.057.832
€ 11.873.168
totaal Personele verplichtingen
€ 12.917.663
€ 12.651.862
€ 12.391.099
€ 11.992.871
€ 11.805.020
€ 240.028-
€ 69.300-
€ 138.809-
€ 64.961
€ 68.148
personele verplichtingen bovenschools totaal
prognose
formatieve frictie
Flankerend beleid In januari 2013 is het traject Flankerend beleid gestart. Met deze regeling wil Chrono personeelsleden bewegen uit zichzelf ontslag te nemen met als doel de jongere leerkrachten te behouden en een lastenvermindering te realiseren. Hierbij is mensen een “premie” in het vooruitzicht gesteld als ze ontslag nemen. In 2015 en 2016 wordt dit beleid voortgezet. Er is afgesproken dat Chrono alles in het werk moet stellen om gedwongen ontslagen te voorkomen en dit flankerend beleid draagt daar aan bij. Ook is het zo dat de verwachting is dat met dit flankerend beleid meer jongere werknemers behouden kunnen worden voor de organisatie. Dit betekent enerzijds dat voor hetzelfde geld er meer personeel kan blijven. En anderzijds ontstaat er zo een evenwichtigere leeftijdsafspiegeling. Met de werkgroep Meerjarenbestuursformatieplan zal het flankerend beleid in het najaar van 2015 geëvalueerd worden. Daarna zal het mogelijk bijgestelde beleid nadrukkelijk onder de aandacht van het personeel gebracht worden.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
79
Pensionering en Ontslag na ouderschapsverlof In dit scenario is een aanname gedaan t.a.v. pensionering. Hierbij is gekeken naar de leeftijd van de mensen, naar de pensioengerechtigde leeftijd en naar het aantal mensen dat in het verleden eerder ontslag heeft genomen dan de pensioengerechtigde leeftijd. Ook is er in dit scenario een aanname gedaan t.a.v. vrijwillig ontslag na afloop van het ouderschapsverlof. Hier is de aanname gebaseerd op cijfers uit het verleden en op toezeggingen van personeel dat nu ouderschapsverlof geniet. E.e.a. is weergegeven in de tabel hieronder. Overzicht personeelsleden scholen in werktijdfactoren per jaar 2015 2016 Chrono personeel scholen in wtf 172,52 172,23 Payroll-benoemingen scholen in wtf 4,20 0 Vermindering na RDDF per 1/8/2016 -0,37 Vermindering na RDDF per 1/8/2017 Vermindering na RDDF per 1/8/2018 Vermindering a.g.v. natuurlijk verloop -0,81 -3,51 Totaal 175,91 168,35
2017 172,46 0 -0,88 -1,87 -6,31 163,40
2018 172,50 0 -0,88 -4,49 -3,09 -9,56 154,48
Overzicht MJB 2015-2018
In de MJB 2015-2018 was bovenstaande tabel opgenomen. Uit deze tabel is goed op te maken dat er de komende jaren een behoorlijke teruggang in vaste personeelsleden te zien is. De cijfers worden ook in dit MJBFP 2015-2019 bevestigd. In dit scenario was rekening gehouden met opvulling van vacatures die gedurende het schooljaar ontstaan en welke niet opgelost kunnen worden door herschikking van personeel. Dit zal dan moeten gebeuren via payrolling vanwege de vacaturestop. Mocht het natuurlijk verloop toereikend zijn dan kan de vacaturestop opgeheven worden en hoeft er wellicht geen RDDFplaatsing geëffectueerd te worden. e
Keuze voor 2 scenario e In het 1 scenario MJB 2015-2018 was heel goed te zien dat Chrono tot en met 2017-2018 een steeds verder oplopende formatieve frictie heeft. Het tekort loopt op, omdat het de verwachting is dat er inkomsten wegvallen. Dit is geen gezonde situatie daarom moeten er maatregelen genomen worden. Te denken valt aan: 1) het terugdringen van formatie op de scholen d.m.v. flankerend beleid en handhaving van de vacature stop. 2) mogelijk gedwongen ontslag als gevolg van terugloop inkomsten (rddf) vanaf 2016-2017 en verder. 3) het zeer kritisch bekijken van eigen beleid. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het niet meer aanbieden van de opleiding gymbevoegdheid of het laten vervallen van de lief- en leedregeling. In 2013 stond dit ook op de agenda maar, per saldo is er toen geen keuze gemaakt vanwege de meevallende financiële resultaten. Gaande 2014-2015 zullen we gaan kijken of we een keuze moeten gaan maken. Formatie verwacht – toelichting 2e scenario Dit overzicht geeft een doorkijken naar de komende jaren. In de tabel is rekening gehouden met het te verwachten natuurlijk verloop als gevolg van de notitie Flankerend beleid, uitgesplitst naar natuurlijk verloop binnen de schooldirecties en OP en natuurlijk verloop van deze twee groepen na bijvoorbeeld verlof. Tevens zijn de verschuivingen door verdere invoering van de functiemix toegevoegd. Als laatste is mogelijk gedwongen ontslag als gevolg van terugloop inkomsten (rddf) vanaf 2016-2017 en verder.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
80
Personele bekostiging Zoals te zien is in het overzicht lopen de totale personele bekostiging terug. Dit is een gevolg van een dalend leerlingaantal en een verschuiving van onderbouwleerlingen naar de bovenbouw (voor leerlingen van 4 t/m 7 jaar komt meer geld binnen dan voor 8 jaar en ouder). Rijksinkomsten worden per leerling uitbetaald en bestaan uit subsidie voor personeel, materieel, personeelsbeleid en leerlinggebonden financiering (de rugzakgelden). Op dit moment is het zo dat de leerlinggebonden financiering per schooljaar 2014/2015 naar het samenwerkingsverband gaat. Het is nog niet duidelijk of het samenwerkingsverband een deel van deze gelden weer gaat overhevelen naar de schoolbesturen. In deze begroting is uitgegaan van het meest gunstige scenario. In berekening zijn de LGF gelden over 2013-2014 o.b.v. ontvangen beschikking meegenomen en overgenomen voor schooljaar 2014-2015. De prognose voor 2015-2016 is gesteld op € 350.000,--. Dit is een raming, ongeveer 80% van de gelden die 2014-2015 binnenkomen. Voor de jaren erna is dat bedrag bevroren. Personele verplichtingen Bij het onderdeel totale personele verplichtingen staan alle personele lasten van geheel Chrono. Dit betreft naast de salariskosten en de werkgeverslasten ook de scholingskosten, de kosten voor ouderschapsverlof, de kosten voor BAPO en jubilea, de kosten voortvloeiend uit coachingstrajecten en de kosten voortvloeiend uit de lief- en leedregeling. Tevens is er een index toegepast vanwege premiestijgingen in de toekomst. Het is niet ongebruikelijk dat een wijziging van de premies ook gaande het jaar doorgevoerd kan worden en niet (geheel) gecompenseerd wordt in de bekostiging. Het is dus mogelijk dat de personele lasten zullen stijgen gaande 2014-2015. Zoals gezegd: In het overzicht is hier al rekening mee gehouden. Flankerend beleid In januari 2013 is het traject Flankerend beleid gestart. Met deze regeling wil Chrono personeelsleden bewegen uit zichzelf ontslag te nemen met als doel de jongere leerkrachten te behouden en een lastenvermindering te realiseren. Hierbij is mensen een “premie” in het vooruitzicht gesteld als ze ontslag nemen. In 2014-2015 wordt dit beleid voortgezet. Er is op dit moment (2014) een budget van 150.000 euro voor deze premie. Met de rddf-plaatsing van de afgelopen twee jaar is er afgesproken dat Chrono alles in het werk moet stellen om gedwongen ontslagen te voorkomen en dit flankerend beleid draagt daar aan bij. Ook is het zo dat de verwachting is dat met dit flankerend beleid meer jongere werknemers behouden kunnen worden voor de organisatie. Dit betekent enerzijds dat voor hetzelfde geld er meer personeel kan blijven. RDDF per 2016-2017 en 2017-2018 Wanneer Chrono minder leerlingen heeft, ontvangt Chrono minder inkomsten van het Ministerie van OCW. Op deze manier ontstaat er, voor dat deel van de inkomstenvermindering, ontslagruimte. Deze ontslagruimte kan omgezet worden in een lastenverlaging op het onderdeel personeel via RDDFplaatsing. Wel heeft dit tot gevolg dat Chrono verplicht is deze mensen scholing aan te bieden. De formatieve fricties van het tweede scenario zijn alleen te realiseren, als alle voorgenomen ontslagen (natuurlijk verloop en RDDF) ook gerealiseerd kunnen worden. Dit is sterk afhankelijk van de inkomsten vanuit het Ministerie van OCW en deze inkomsten zijn weer sterk afhankelijk van de leerlingprognoses. Elke wijziging hierin heeft gevolgen voor de ontslagruimte. Samenvattend Het College van Bestuur van Chrono is zich ervan bewust dat het negatief resultaat o.b.v. in het verleden gemaakte keuze de komende twee jaar nog zal leiden tot meer uitgaven voor personele verplichten dan dat er bekostigd wordt. Er is vorig jaar de keuze gemaakt om personeel in dienst te houden t.b.v. verwachte uitstroom van personeel i.v.m. pensionering na 2017. Deze keuze wordt o.b.v. de huidige cijfers nog steeds bevestigd. Mede op basis hiervan is het College van Bestuur van mening dat de bestuursformatie 2015-2016, ondanks het te kort, hiermee kan worden vastgesteld en dat er voor de schooljaren tot en met 2018-2019 een goede richting is aangegeven.
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
81
Bijlage IV. Planning Acties Formatie Chrono
TIJD/ DATUM
WIE
Meerjaren Bestuursformatie plan MJBFP
september
Directeuren
4 jaarlijkse prognose maken
PG Formatie oktober
MJ Formatieberekening maken
1 concept bestuursformatieplan maken en versturen naar PG Formatie Inventarisatie herbenoemingsverplichtingen
RGG / Metrium Werkgroep MJBFP
Evaluatie MJBFP en voorstel tot aanpassing maken.
PG Formatie
Januari
e
Evaluatie schoolformatieplan met MR
RGG / JWvR
Inventarisatie mobiliteitswensen
Formatiespreekuur nr. 1 = inventarisatie v.d. diverse opties
RGG / Metrium
Concept MJBFP maken
RGG
Concept MJBFP versturen naar Werkgroep
RGG
.
RGG
Werkgroep MJBFP en PG Formatie RGG
Formulier mobiliteitswensen opsturen naar de scholen
Bespreking 1 concept bestuursformatieplan met PG
Directeuren december
Mobiliteit en overplaatsing
Formatieberekening maken e
RGG
november
Schoolformatieplan
Evaluatie bestuursformatieplan en voorstel tot aanpassing maken Teldatum
Directeuren RGG / Metrium
Bestuursformatieplan komende schooljaar
Concept MJBFP bespreken met Werkgroep Concept MJBFP aanpassen en sturen naar DO en GMR
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
Bezoek team(s) met formatie tekort
Verwerken gegevens inventarisatie mobiliteitswensen In werkingstelling procedure voor onvrijwillige overplaatsing
Verwerken gegevens e formatiespreekuur nr. 1 voor 2 concept bestuursformatieplan e 2 concept bestuursformatieplan bespreken met PG e 2 concept BFP aanpassen en versturen naar DO + GMR 82
februari
RGG en CvB
Concept MJBFP bespreken met DO en GMR
RGG / JWvR RGG
e
2 concept bestuursformatieplan bespreken met DO + GMR Formatiespreekuur nr. 2 = concept invulling formatie Verwerken gegevens e formatiespreekuur nr. 2 voor 3 concept bestuursformatieplan
Directeuren
maart
april
Concept schoolformatieplan bespreken met MR
RGG / Metrium
Definitieve MJBFP maken
RGG
Definitieve MJBFP sturen naar Werkgroep
RGG / Metrium Werkgroep MJBFP en PG Formatie RGG
Definitieve MJBFP bespreken met Werkgroep Definitieve MJBFP sturen naar DO en GMR
RGG / JWvR RGG
e
3 concept bestuursformatieplan versturen naar PG Inventarisatie herbenoemingsverplichtingen Bespreken 3e concept bestuursformatieplan met PG e 3 concept bestuursformatieplan onderdeel maken van MJBFP Formatiespreekuur nr. 3 = definitieve invulling formatie Bestuursformatieplan uitwerken
Directeuren
RGG en CvB mei
DO PG Formatie MJBFP WG MJBFP JWvR RGG
Mobiliteit en onvrijwillige overplaatsing afronden
Definitieve schoolformatieplan bespreken naar MR Definitieve MJBFP bespreken met DO en GMR
PG Formatie CvB
Vacatures vastleggen
Eindoverleg Bestuursformatieplan Definitieve MJBFP sturen naar en bespreken met RvT Directieoverleg Portefeuillegroep Formatie (3 directeuren en beleidsmedew. P&O) MeerjarenBestuursformatieplan Werkgroep MeerjarenBestuursformatieplan (2 leden GMR, 2 directeuren, bestuurder en beleidsmedew. P&O) Jan-Willem van Ringelestijn (lid PG Formatie) Roelineke Gommer-Gelijk (beleidsmedewerker P&O)
40946 Bestuursformatieplan Chrono schooljaar 2015-2016 Inclusief meerjarenperspectief 2016-2019
83