Inhoudsopgave
Voorwoord van Directeur/Bestuurder Stella Efdé
A. INSTELLINGSVERSLAG
1. Missie en visie van Pantarijn 2. Verantwoording Bestuur 2.1. Strategisch Beleid 2.1.1. Passend Onderwijs 2.1.2. ICT 2.1.3. Maatschappelijke Stage 2.1.4. Jongens 2.1.5. Rekenonderwijs en de rekentoets 2.1.6. Taakbeleid 2.1.7. Risicomanagement 2.1.8. Huisvesting/Facilitair 2.2. Onderwijs en Leerlingen 2.2.1. Onderwijsaanbod 2.2.2. Cijfers over leerlingenaantallen 2.2.3. Periodieke onderzoeken van de Inspectie van het Onderwijs 2.2.4. Rendement onder- en bovenbouw 2.2.5. Cijfers over examenresultaten 2.2.6. Uitstroomcijfers praktijkonderwijs 2.2.7. Cijfers over het voedingsgebied 2.3. Personeel 2.3.1. Cijfers over in- en uitdiensttreding 2.3.2. Gemiddelde leeftijdsopbouw 2.3.3. Formatie 2.3.4. Gemiddeld aantal leerlingen per fulltime-medewerker 2.3.5. Ziekteverzuim 2.3.6. Onbevoegden 2.3.7. Functiemix en entreerecht 2.3.8. Gesprekscycli 2.3.9. Opleidingsschool 2.4. Klachten en bezwaren 2.5. Financieel bestuursverslag 2.5.1. Jaarrekening verslagjaar 2014 2.5.2. Continuïteitsparagraaf 2.5.3. Investerings- en financieringsbeleid 2.5.4. Treasuryverslag 2.5.5. Conclusie
2
4
5 6 6 6 7 7 7 8 8 9 9 11 11 12 13 13 15 16 16 18 18 18 19 20 21 21 21 22 22 23 24 24 27 35 35 36
3. Verantwoording van Toezicht - Goed Bestuur 37 3.1. Medezeggenschapsraad 37 3.2. Raad van Toezicht 39 3.3. Organogram 44 4. Verantwoording per locatie 45 4.1. Locatie MHV 45 4.2. Locatie VMBO/PrO 48 4.2.1. Afdeling Basis- en Kaderberoepsgerichte leerweg………………………………. . 48 4.2.2. Afdeling Praktijkonderwijs 51 4.3. Locaties Rhenen en Kesteren 53
B. JAARREKENING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Grondslagen Balans Exploitatierekening Kasstroomoverzicht Toelichting op onderscheidende posten van de balans Toelichting Exploitatierekening Niet uit de Balans blijkende verplichtingen Model G Bezoldiging van bestuurder en toezichthouders WNT
C. OVERIGE GEGEVENS 1. 2. 3. 4.
Bestemming exploitatiesaldo Controleverklaring accountant Gegevens over de rechtspersoon Lijst met afkortingen
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
55 58 60 61 62 71 76 77 79
80 81 83 85
3
Voorwoord Pantarijn is een school waar leerlingen en medewerkers hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen: Pantarijn ontdek(t) je talent. Onze opdracht is leerlingen het beste uit zichzelf te laten halen, ieder op zijn eigen niveau. We hebben als doel leerlingen te diplomeren én te vormen tot actieve en zelfbewuste burgers. Ik ben trots op de inzet van velen binnen onze scholengemeenschap, die er voor zorgt dat leerlingen en medewerkers aangeven Pantarijn als een prettige school te zien. De examenresultaten zijn goed en liggen op of boven het landelijke gemiddelde. Ik zie steeds opnieuw geweldige initiatieven van leerlingen en docenten om het onderwijs nog inspirerender te maken. Dit alles draagt bij aan de goede naam van Pantarijn en schept verplichtingen voor het bestuur om dit ook in de toekomst mogelijk te maken. De stabiliteit van onze organisatie komt ook tot uiting in de positieve prognose van het aantal leerlingen voor de komende jaren. Pantarijn wil een scholengemeenschap zijn waar een goede kwaliteit van het onderwijs, de zorg voor leerlingen en medewerkers en het afleggen van verantwoording aan alle betrokkenen hand in hand gaan. Met dit jaarverslag kan worden teruggekeken hoe dat in 2014 is gebeurd. Daarnaast is Pantarijn het gehele jaar te volgen op de website van “scholenopdekaart”; met daarin alle relevante informatie voor horizontale verantwoording. Verder is informatie over alle scholen voor voortgezet onderwijs, dus ook over Pantarijn, te vinden via de website van de Onderwijsinspectie. Ook wijs ik u graag op onze eigen website, die onlangs geheel is vernieuwd. In het eerste deel van dit jaarverslag gaan we in op de uitvoering van de beleidsontwikkelingen in en rond Pantarijn als geheel. Daarna volgt cijfermatige informatie over de onderwijsprestaties, het personeel en het financieel bestuursverslag. Vervolgens komen de verslagen van de Medezeggenschapsraad, de Raad van Toezicht en van de verschillende locaties in beeld. Ik wens u veel leesplezier en ik stel ieders reactie zeer op prijs. Stella Efdé Directeur/Bestuurder Pantarijn
4
1. Missie en visie van Pantarijn In de missie van Pantarijn staat aangegeven “wat we doen”. In onze visie op het onderwijs geven we weer “waarom we het zo doen”. De missie en visie van Pantarijn is krachtig samengevat in de volgende uitgangspunten: Bij de Regionale Scholengemeenschap Pantarijn kunnen leerlingen hun talenten ontdekken en ontwikkelen. Pantarijn geeft onderwijs dat : uitdaagt, aanspreekt, ruimte geeft en activeert, van hoge kwaliteit is en gericht is op de algehele persoonlijke ontwikkeling (“hoofd, hart en handen”). Pantarijn is een school met: een schoolcultuur gebaseerd op ontmoeten, met respect en tolerantie, een veilig klimaat, een goede communicatie met leerlingen en ouders en competente medewerkers die zich blijvend ontwikkelen. Het onderwijs dat we met elkaar in al zijn diversiteit op Pantarijn verzorgen, is gebaseerd op die missie en visie. In het dagelijks werk op Pantarijn, voor de klas of anderszins, zullen missie en visie ogenschijnlijk niet direct tot het gedachtegoed van medewerker en leerling behoren. Toch komt dit nadrukkelijk tot uiting in het handelen van leerlingen en medewerkers. Ook in allerlei publicaties van Pantarijn komt de missie en visie aan de orde. In het schoolplan, de schoolgidsen en de website wordt er prominent aandacht aan besteed. Bij het Open Huis en in de wervingsfolders wordt duidelijk aangegeven “waarvoor Pantarijn staat”. Ook bij de functieomschrijvingen en de competenties die daarbij behoren, zijn de missie en visie gehanteerd en wordt er derhalve een directe relatie gelegd tussen het gedrag van, in dit geval, de docent in de klas en de missie en visie. Reden om regelmatig stil te staan bij “het wat en waarom” van hetgeen we met elkaar op Pantarijn van belang achten en doen.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
5
2. Verantwoording Bestuur 2.1. Strategisch Beleid De inzet van het strategisch beleidsplan is om vanuit onze missie en visie te werken aan de voortdurende zorg voor de kwaliteit van ons onderwijs en de zorg voor onze leerlingen en medewerkers. De beleidsmatige en financiële vertaling daarvan vinden we terug in de beleidsplannen en bijbehorende begrotingen van de locaties. In 2014 is het strategisch beleidsplan 2015 tot stand gekomen middels een participatief proces met alle medewerkers. In mei 2014 is een plan van aanpak Strategisch beleidsplan 2015 vastgesteld. In dit plan van aanpak werd het toekomstbestendig maken van het onderwijs op Pantarijn vertaald aan de hand van ambities. Iedere ambitie is door “kartrekkers”, in consultatie en participatie, verder uitgewerkt. Eind september zijn de resultaten verwerkt in het Strategisch Beleidsplan 2015. Hieronder volgt een evaluatie van de speerpunten van het strategisch beleidsplan 2014. 2.1.1. Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs geïmplementeerd. De Samenwerkingsverbanden (SWV) waar Pantarijn deel van uitmaakt, zijn goed begonnen: alle aangemelde leerlingen hebben onderdak gevonden op één van de bij het SWV aangesloten scholen. Dat wil niet zeggen dat Passend Onderwijs rimpelloos is ingevoerd: er moest en moet nog veel gebeuren. De ondersteuning vindt in drieën plaats. Er is een brede band van basisondersteuning, betaald uit de lumpsum van de locatie. Daarin zit veel ondersteuning, bijvoorbeeld van dyslecten, maar ook aandacht voor gedifferentieerd lesgeven, verschillende taken in de zorg, etc. Zie voor een verdere uitwerking het Schoolondersteuningsprofiel, dat te vinden is op de website van Pantarijn. Daarboven heeft elke locatie gelden gekregen van het SWV, op basis van de gemiddelde LGF-gelden van de laatste jaren, om extra ondersteuning aan te kunnen bieden aan onder meer voormalige rugzakleerlingen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door de begeleiding/coaching van de Begeleiders Passend Onderwijs (BPO). Mocht een leerling daarboven nog extra ondersteuning nodig hebben, dan kan een beroep worden gedaan op het SWV. Er zijn drie mogelijkheden: er kan een individueel ondersteuningsarrangement worden aangevraagd, er kan een verzoek tot een pilot worden ingediend, waarmee een wat grotere groep leerlingen bediend zou kunnen worden en er kan in uitzonderlijke gevallen een TLV (toelaatbaarheidsverklaring) voor afstroom naar het vso worden aangevraagd. Binnen Pantarijn zijn docenten en mentoren aan het zoeken naar hun mogelijkheden om in de klas handelingsgericht met leerlingen overweg te kunnen. Ambulante begeleiding (AB) wordt voortaan op een andere manier ingezet. De Ambulant Begeleiders heten nu Begeleiders Passend Onderwijs (BPO) en coachen docenten en mentoren, in plaats dat ze één op één met leerlingen bezig zijn. De zorgstructuur van de locaties staat onder druk onder invloed van andere bezuinigingen: taken worden herverdeeld, of dreigen zelfs te verdwijnen.
6
VERANTWOORDING BESTUUR
STRATEGISCH BELEID
2.1.2. ICT Pilots Op alle locaties zijn de vakgroepen en individuele docenten intensief bezig met ICT in de klas. De laptop- en iPadkarren worden op alle locaties intensief gebruikt. De terugkoppeling van de ervaringen en de coördinatie van verdere ontwikkelingen verlopen echter moeizaam. Er is geen goed overzicht van lopende en gerealiseerde pilots beschikbaar. Wel is duidelijk dat de behoefte aan een situatie waarin iedere leerling over een eigen ‘device’ beschikt groeit, maar dat er tegelijkertijd nog onvoldoende onderbouwing is om de aanschaf daarvan te verantwoorden. Analyse bedreigingen Een externe audit van de algehele ICT van Pantarijn heeft enkele mineure kwetsbaarheden en mogelijke verbeteringen aan het licht gebracht, waarop inmiddels is gehandeld. Het oordeel luidt dat Pantarijn daarmee vooralsnog een verantwoorde mate van afdekking van risico’s heeft gerealiseerd. Een meer systematische analyse is echter wenselijk. Deze zal een plaats krijgen binnen de verdere inrichting van het organisatie brede risicomanagement van Pantarijn Website De vernieuwing van de website is binnen de gestelde termijn en het vastgestelde budget gerealiseerd. Het resultaat is een frisse en heldere website, die het gestelde PR doel dient. De beheerslast is aanzienlijk verlaagd. De intern gerichte informatie, die voorheen ook op de website was ondergebracht, is nu beschikbaar op het intranet. In afwachting van een geschikt platform is vooralsnog ook de nodige informatie voor bestaande ouders en leerlingen beschikbaar op de website. Telefooncentrale De huidige infrastructuur heeft de afschrijvingstermijn doorlopen, maar is technisch nog prima in orde en kan derhalve vooralsnog in functie blijven. De techniek van spraakcommunicatie ontwikkelt zich momenteel razendsnel. Naar verwachting wordt de spraak in 2016 of 2017 geïntegreerd in de ICT infrastructuur, waardoor tegen lagere kosten betere diensten op het gebied van spraak communicatie kunnen worden aangeboden. 2.1.3. Maatschappelijke Stage De wettelijke verplichting van de maatschappelijke stage (minimaal 30 uur stage lopen op basis van een stageovereenkomst), is per 1 augustus 2014 afgeschaft, de bekostiging eindigt per 1 augustus 2015. Deze wettelijk verplichte MAS is vervangen door de mogelijkheid voor scholen om deze stage als facultatief programmaonderdeel aan te bieden. 2.1.4. Jongens Een Pantarijn werkgroep “Jongens” heeft eind 2013 en de eerste maanden van 2014 haar tanden gezet in de volgende doelstelling: het formuleren van handvaten voor docenten om het studiesucces van jongens te vergroten. Jongens hebben andere behoeften dan meisjes. Hoe kunnen docenten daar systematisch en actief op inspelen? Hoe kunnen we bereiken dat meer jongens eindexamen doen op hun eigen niveau en niet afstromen naar een lager niveau? Kunnen we een balans vinden tussen structuur aan de ene kant en autonomie voor de leerling aan de andere kant.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
7
De werkgroep heeft 3 aanbevelingen gedaan, te weten: − Meer (gestructureerde) aandacht voor intervisie en reflectie. − Maak ‘peergroups’, leg verantwoordelijkheid bij leerlingen zelf. − Maak het mogelijk dat leerlingen hun eigen mentor kunnen kiezen. De verdere uitwerking van deze aanbevelingen vindt in overleg en in afstemming plaats binnen Pantarijn met Passend onderwijs, Opleidingsschool en HRM. 2.1.5. Rekenonderwijs en de rekentoets Alle locaties van Pantarijn hebben ervaring opgedaan met de pilot rekentoetsen. Op alle locaties is een actieplan Rekenonderwijs gemaakt. Vanaf het schooljaar 2013-2014 is de rekentoets verplicht in het eindexamenjaar van het voortgezet onderwijs. Voor het vmbo geldt het referentieniveau 2F, voor de havo en het vwo is dit 3F. De rekentoets telt tot en met schooljaar 2014-2015 nog niet mee voor de examenuitslag. Een leerling kan in die jaren dus nog niet zakken doordat hij de toets niet haalt. Het resultaat van de rekentoets wordt wel vermeld op de cijferlijst bij het diploma. Vanaf schooljaar 2015-2016 telt de toets mee voor de examenuitslag. Concreet betekent dit dat het cijfer van de rekentoets vanaf het examenjaar 2015-2016 onderdeel gaat uitmaken van de kernvakkenregel van de slaag- zakregeling. Vanaf dat moment mogen vmboleerlingen één vijf hebben voor Nederlands of de rekentoets, waarbij het andere cijfer ten minste een zes moet zijn. Voor havo- en vwo-leerlingen geldt dat vanaf dat moment rekenen toegevoegd wordt aan de kernvakkenregel. Dat betekent dat zij dan maximaal één vijf mogen hebben voor Nederlands, Engels, wiskunde (voor zover dat laatste vak in hun pakket zit) en de rekentoets waarbij de andere cijfers ten minste een zes moeten zijn. Tabel 1 – resultaten van de rekentoets 2013-2014
Opleiding Vwo Havo Mavo Vmbo-k Vmbo-b
Locatie MHV MHV MHV Rhenen Kesteren Wageningen Rhenen Wageningen
Aantal deelnemers 116 106 73 25 40 50 46 33
Percentage voldoendes 95,7 51,9 69,9 44,0 87,5 30,0 60,9 45,5
2.1.6. Taakbeleid In 2014 is een onderzoek uitgevoerd onder docenten om te achterhalen wat docenten vinden van het huidige taakbeleid op Pantarijn en of en waar eventuele mogelijkheden liggen om het taakbeleid te moderniseren. Het onderzoek bestond uit een vragenlijst die naar alle 210 docenten is verstuurd. In totaal hebben 79 docenten gereageerd op de vragenlijst. Dit is 37,6% van de verzonden vragenlijsten. Het onderzoek en de analyse naar taakbeleid levert een diffuus beeld op ten aanzien van de beleving van taakbeleid. Omdat de respons, zowel per locatie als per team, te gering was om kwantitatieve analyses uit te voeren, is het rapport gebruikt als signaalfunctie. 8
VERANTWOORDING BESTUUR
STRATEGISCH BELEID
Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat het huidige systeem weinig tot geen flexibiliteit kent. Het taakbeleid sluit ook niet meer aan bij de huidige onderwijsinzichten en past niet goed bij het functioneren van docenten als hoogopgeleide professionals. Veel docenten ervaren het systeem als ‘niet eerlijk’, omdat bijvoorbeeld alle vakken langs dezelfde lat worden gelegd, terwijl er grote verschillen bestaan tussen vakken. Hierbij kan gedacht worden aan het verschil in voor- en nawerk. Het toedelen van taken wordt vaak ‘niet transparant’ genoemd en het proces wordt volgens de docenten niet volledig inzichtelijk gemaakt. Veel aanvullend gemaakte opmerkingen in de vragenlijsten maken duidelijk dat het belangrijk is om het takenpakket kritisch te bekijken in interactie met de werkvloer. Tot slot kan worden geconcludeerd dat er in het huidige taakbeleid verschillen zijn tussen de diverse locaties. Uit de analyse van de vragenlijsten is geconstateerd dat er kansen liggen voor Pantarijn om het huidige taakbeleid aan te passen. De docenten hebben veel suggesties gedaan om het huidige taakbeleid aan te passen. Een aanpassing van het taakbeleid moet niet geïsoleerd bekeken worden, maar in samenhang met andere genoemde zaken. Belangrijk is dat de docenten graag betrokken willen worden bij een eventueel vervolgproces en dat transparantie over het taakbeleid en het te volgen proces hoog in het vaandel moet staan. Er is gekozen voor een aanpak die zich niet alleen richt op taakbeleid, maar ook op andere door de organisatie aangedragen aspecten. Het uiteindelijke doel moet zijn een systeem van taakbeleid dat beter aansluit op de wensen van het personeel, het huidige onderwijs en de financiële situatie. Per locatie zal in gesprek worden gegaan met medewerkers over het systeem taakbeleid. Niet alleen verantwoording op uren, maar ook op resultaat (wat heeft het opgeleverd). In principe willen we komen tot een taakbeleid per locatie en we gaan onderzoeken welke stappen nodig zijn om dat mogelijk te maken. Dat kan betekenen dat er verschillen in de systematiek ontstaan tussen locaties en geen sprake meer is van een Pantarijn breed taakbeleid. 2.1.7. Risicomanagement In 2013 is een eerste verkenning gemaakt van het begrip risico-inventarisatie en –evaluatie. In een aantal sessies is het begrip verkend en vervolgens is dit verder uitgewerkt. In de begroting 2015 zijn de risico’s geactualiseerd, beschreven en van een risicobedrag voorzien. Vervolgens is ook het vergelijk met het eigen vermogen en de continuïteit van de organisatie gelegd. In 2014 heeft geen risicoscan plaatsgevonden. In overleg met de controller is een proces vormgegeven ten behoeve van de inrichting van risicomanagement binnen Pantarijn. 2.1.8. Huisvesting/Facilitair Uitwerken plannen nieuwbouw Pantarijn Kesteren Met de gemeente Neder-Betuwe is nog geen overeenstemming bereikt t.a.v. de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. De bouw- en realisatieovereenkomst is nog niet tot stand gekomen. De bouw is zeker met een jaar vertraagd. De architectenselectie is voorbereid. Momenteel wordt het technisch plan van eisen opgesteld. Klantonderzoek facilitaire diensten Er is in 2014 geen klantonderzoek gedaan ten aanzien van facilitaire diensten. Mede vanwege geconstateerde enquêtemoeheid bij de medewerkers is er voor gekozen om eerst de facilitaire diensten duidelijker in kaart te brengen zoals deze nu zijn. Zo kan naar de organisatie
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
9
een transparant beeld geschapen worden van de facilitaire diensten die aangeboden worden, wat deze inhouden en welke verantwoordelijkheden er zijn. Pas wanneer dit in kaart is gebracht, is een klantonderzoek van toepassing. Naar verwachting zal dit eerst aan de orde zijn in het schooljaar 2015/2016. Duurzaamheidsparagraaf Pantarijn Dit jaar is er een start gemaakt met onderzoeken waar kansen liggen op het gebied van duurzaamheid binnen Pantarijn. Onder andere is de haalbaarheid onderzocht met betrekking tot het plaatsen van zonnepanelen op de daken van Pantarijn. Gebleken is dat het in combinatie met een subsidie rendabel is om het dak van VMBO/PrO vol te plaatsen. De subsidieaanvraag is ingediend. De beslissing over toekenning is niet afgekomen in het verslagjaar, maar in maart 2015 is de subsidie toegekend. Dit jaar is er ook onderzocht hoe verlichting binnen Pantarijn duurzamer kan. Een groot deel van de tl-verlichting is vervangen door een duurzamere variant. Daarnaast zijn in de algemene ruimtes lichtsensoren geplaatst, waardoor de instellingen van de verlichting zijn aangepast. Analyse van printgedrag en papierverbruik Door vertraging, die buiten Pantarijn om is ontstaan, is het geregistreerd printen later ingevoerd dan gepland. Inmiddels is dit project wel gerealiseerd. Ook is een nieuw contract met de firma Ricoh afgesloten voor een gereduceerd aantal decentrale printmachines. De aanbesteding van de reprografische apparatuur is daardoor verschoven naar 2016. De analyse van printgedrag en papierverbruik kan in 2015 plaatsvinden.
10
VERANTWOORDING BESTUUR
ONDERWIJS EN LEERLINGEN
2.2. Onderwijs en Leerlingen 2.2.1. Onderwijsaanbod Pantarijn is een brede scholengemeenschap en heeft alle onderwijsniveaus in huis. Tussen de vier locaties bestaat veel samenhang, waardoor een goede doorstroom is gewaarborgd. In de onderstaande schema’s zijn de in- en uitstroommogelijkheden per locatie te zien, evenals de overstapmogelijkheden naar andere locaties.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
11
ONDERWIJS EN LEERLINGEN
VERANTWOORDING BESTUUR
2.2.2. Cijfers over leerlingenaantallen In 2014 is het totale aantal leerlingen gestegen. Dat geldt niet voor alle locaties. Op de locaties MHV, VMBO en Rhenen is het aantal leerlingen gestegen. De locaties PrO en Kesteren kenden een daling in het aantal leerlingen. Tabel 2 – aantal leerlingen per 1 oktober 2014 Locatie 2011 DUO MHV 1478 VMBO 344 PrO 157 Rhenen 209 Kesteren 275 Vavo 14 Totaal 2477
2012 DUO 1518 328 137 263 277 21 2544
Tabel 3 – leerlingen per schoolsoort 1 oktober 2014 Totaal MHV VMBO-W PrO Vmbo-basis Vmbo-kader mavo havo vwo
* Alleen onderbouw.
2013 DUO 1563 314 126 287 261 15 2566 PrO
2014 DUO 1608 343 113 305 258 13 2640
Rhenen
Kesteren
192 107 6*
43* 60* 121 34*
113
113
179 164
222 416
207 517 884
435
557 884
Tabel 4 – aantal leerlingen met een lwoo-indicatie in 2012, 2013 en 2014 per 1 oktober per locatie 2012 2013 2014 Locatie
aantal lwoo
aantal lln
% lwoo ll
aantal aantal lwoo lln
% lwoo lln
aantal lwoo
aantal lln
MHV VMBO Rhenen Kesteren PrO Vavo Totaal
21 161 81 76
1518 328 263 277 137 21 2544
1,4 49,1 30,8 27,4
20 166 85 52
1,8 52,9 29,6 19,9
26 170 83 48 1
1608 343 305 258 113 13 2640
12
339
323
1563 314 287 261 126 15 2566
328
% lwoo lln 1,6 49,6 27,2 18,6
VERANTWOORDING BESTUUR
ONDERWIJS EN LEERLINGEN
Tabel 5 – aantal leerlingen met een zorgarrangement per 1 oktober van het betreffende jaar 2012 2013 2014 Locatie lgf lln % lgf lgf lln % lgf basis+ lln % basis+ 1 MHV 20 1518 1,3 22 1563 1,4 87 1608 5,4 2 VMBO 13 328 4,0 16 314 5,1 8 343 2,3 Rhenen 14 263 5,3 10 287 3,5 203 305 6,6 Kesteren 10 277 3,6 8 261 3,1 104 258 3,9 PrO 137 126 113 Vavo 21 15 13 Totaal 57 2544 56 2566 125 2640 1
Waarvan 22 leerlingen met een oude lgf indicatie en 2 leerlingen met een bovenschools zorgarrangement. Waarvan 6 leerlingen met een oude lgf indicatie en 3 leerlingen met een bovenschools zorgarrangement. 3 Waarvan 16 leerlingen met een oude lgf indicatie en 0 leerlingen met een bovenschools zorgarrangement. 4 Waarvan 9 leerlingen met een oude lgf indicatie en 2 leerlingen met een bovenschools zorgarrangement. 2
Toelichting Het percentage leerlingen met een zorgarrangement ligt voor de locaties MHV, Rhenen en Kesteren hoger dan het percentage leerlingen met een oude lgf-indicatie in 2013. De leerlinggebonden financiering is afgeschaft met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014. 2.2.3. Periodieke onderzoeken van de Inspectie van het Onderwijs Een periodiek kwaliteitsonderzoek voerde de inspectie in januari uit op de Mavo-opleiding van de locatie Rhenen en in oktober op de afdeling PrO. Voor beide afdelingen luidde het oordeel dat de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende kwaliteit is en in beide gevallen kon een basisarrangement worden toegekend. Wel werd daarbij aangetekend dat gezien de korte historie van de Mavo-opleiding van de locatie Rhenen er nog geen driejaren gemiddelde van de opbrengsten kon worden berekend. In dat geval bepaalt de inspectie het oordeel van de kwaliteit van de opleiding op basis van de kwaliteitszorg. Deze is overwegend als voldoende beoordeeld. In de bestaande ontwikkelingsfase van de opleiding is de borging echter nog onvoldoende. Of succesvolle praktijken en voorgenomen verbetermaatregelen daadwerkelijk tot een verbetering van de onderwijskwaliteit hebben geleid, moest nog blijken. Daartoe heeft de inspectie in 2015 opnieuw een onderzoek uitgevoerd. In het kader van het onderwijsjaarverslag voert de inspectie jaarlijks een landelijk steekproefonderzoek uit. Dit onderzoek is tevens bedoeld om een oordeel uit te spreken over de kwaliteit van de betreffende afdelingen. Op Pantarijn werd een uitgebreide steekproef gedaan op de VWO-afdeling van de locatie MHV. Het oordeel was dat de kwaliteit voldoende was en een basisarrangement kon worden toegekend. 2.2.4. Rendement onder- en bovenbouw Het rendement van de onderbouw geeft aan in welke mate de school erin slaagt om de leerlingen op het niveau te krijgen dat de basisschool heeft geadviseerd, zonder dat zij zijn blijven zitten. Voor de bovenbouw wordt aangegeven hoeveel leerlingen vanuit klas 3 zonder vertraging een diploma halen en wat het gemiddelde examencijfer is. Ook wordt het percentage leerlingen vermeld dat voor het diploma is geslaagd en het percentage leerlingen dat zonder diJAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
13
ONDERWIJS EN LEERLINGEN
VERANTWOORDING BESTUUR
ploma de school heeft verlaten. De schoolcijfers worden afgezet tegen de landelijke resultaten. De landelijke resultaten zijn uitgedrukt in de vorm van twee grenswaarden. Vijfentwintig procent van de scholen scoort onder de ondergrens en vijfentwintig procent van de scholen scoort boven de bovengrens. Tabel 6 – percentage leerlingen van 1e naar 3e klas zonder zittenblijven Opbrengstenkaart 2014 Opbrengstenkaart 2015 Examenjaar 2013 Examenjaar 2014 OpleiLocatie Pantarijn Landelijk Pantarijn Landelijk ding Vwo MHV 99 97 – 100 98 97 – 100 Havo MHV 94 92 – 100 100 93 – 100 Mavo MHV 95 94 – 100 91 94 – 100 Rhenen 96 94 – 100 100 94 – 100 Kesteren 100 94 – 100 96 94 – 100 Vmbo-k Wageningen 98 96 – 100 94 97 – 100 Rhenen 100 96 – 100 100 97 – 100 Vmbo-b Wageningen 85 96 – 100 91 95 – 100
Toelichting: Het rendement onderbouw ligt in 2014 voor de meeste opleidingen binnen de landelijke grenswaarden. De mavo-opleiding van de locatie MHV en de kader- en basisopleiding van de VMBO locatie Wageningen scoren onder de ondergrens. Tabel 7 – percentage leerlingen bovenbouw dat zonder vertraging diploma haalt
opleiding Vwo Havo Mavo Vmbo-k Vmbo-b
locatie MHV MHV MHV Rhenen Kesteren Wageningen Rhenen Wageningen
Opbrengstenkaart 2014 Examenjaar 2013 Pantarijn Landelijk 69 54 – 69 54 56 – 70 79 78 – 89 58 78 – 89 94 78 – 89 87 77 – 90 95 77 – 90 87 86 – 96
Opbrengstenkaart 2015 Examenjaar 2014 Pantarijn Landelijk 65 54 – 70 52 58 – 72 91 80 – 92 79 80 – 92 100 80 – 92 85 80 – 92 80 80 – 92 89 87 – 97
Toelichting: Het rendement bovenbouw ligt in 2014 voor de meeste opleidingen binnen de grenswaarden. Het rendement van de mavo-opleiding in Kesteren overstijgt de bovengrens en behoort daarmee bij de beste 25% scholen. De havo-opleiding locatie MHV en de mavo-opleiding van locatie Rhenen scoren beneden de ondergrens.
14
VERANTWOORDING BESTUUR
ONDERWIJS EN LEERLINGEN
2.2.5. Cijfers over examenresultaten
Tabel 8 – percentage geslaagde eindexamenkandidaten 2012 2013 OpleiLocatie Pantarijn Landelijk Pantarijn Landelijk ding Vwo MHV 98 87 97 92 Havo MHV 92 87 93 88 Mavo MHV 92 91 94 91 Rhenen 100 91 72 91 Kesteren 97 91 94 91 Vmbo-k Wageningen 96 93 95 93 Rhenen 97 93 100 93 Vmbo-b Wageningen 86 96 94 97
2014 Pantarijn Landelijk 91 90 80 88 99 93 84 93 100 93 98 95 100 95 100 97
Toelichting Behalve de havo-opleiding van de locatie MHV en de mavo-opleiding van de locatie Rhenen zijn alle opleidingen in 2014 erin geslaagd een slagingspercentage boven het landelijk gemiddelde te halen. Tabel 9 – gemiddelde examencijfer Pantarijn en landelijk in 2013 en 2014 Opbrengstenkaart 2014 Opbrengstenkaart 2015 Examenjaar 2013 Examenjaar 2014 opleiding locatie Pantarijn Landelijk Pantarijn Landelijk Vwo MHV 6,6 6,6 6,6 6,4 Havo MHV 6,4 6,5 6,2 6,4 Mavo MHV 6,3 6,3 6,5 6,4 Rhenen 5,7 6,3 6,0 6,4 Kesteren 6,4 6,3 6,7 6,4 Vmbo-k Wageningen 6,1 6,2 6,1 6,3 Rhenen 6,5 6,2 6,2 6,3 Vmbo-b Wageningen 6,2 6,6 6,5 6,7
Toelichting De vwo- en mavo- opleiding van de locatie MHV Wageningen en de mavo-opleiding van de locatie Kesteren haalden in 2014 een gemiddeld CE cijfer boven het landelijk gemiddelde. Alle overige opleidingen scoorden beneden het landelijk gemiddelde. Tabel 10 – gemiddelde schoolexamencijfer Pantarijn en landelijk in 2013 en 2014 Opbrengstenkaart 2014 Opbrengstenkaart 2015 Examenjaar 2013 Examenjaar 2014 opleiding locatie Pantarijn Landelijk Pantarijn Landelijk Vwo MHV 6,9 6,8 7,0 6,6 Havo MHV 6,6 6,4 6,5 6,4 Mavo MHV 6,6 6,5 6,6 6,5 Rhenen 6,6 6,5 6,4 6,5 Kesteren 6,7 6,5 6,8 6,5 Vmbo-k Wageningen 6,6 6,5 6,5 6,4 Rhenen 6,6 6,5 6,4 6,4 Vmbo-b Wageningen 6,4 6,5 6,4 6,5
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
15
ONDERWIJS EN LEERLINGEN
VERANTWOORDING BESTUUR
Toelichting Eén van de Inspectiecriteria is dat het verschil tussen het schoolexamencijfer en het gemiddelde CE cijfer niet meer mag zijn dan 0,5. Heeft een opleiding een hoog gemiddeld CE cijfer dan ligt het in de lijn der verwachting dat ook het gemiddelde SE cijfer hoger is dan landelijk. Het gemiddelde SE cijfer van de vwo-, havo- en mavo-opleiding van de locatie MHV, de mavo-opleiding van de locatie Kesteren, en de kaderopleiding van de locatie het vmbo-k Wageningen is hoger dan het landelijk gemiddelde SE cijfer. Voor de mavo-opleiding van de locatie Rhenen en de basisopleiding van de locatie vmbo Wageningen is dit lager en voor de kaderopleiding van de locatie Rhenen is dit gelijk aan het landelijk gemiddelde. 2.2.6. Uitstroomcijfers praktijkonderwijs
Tabel 11 – praktijkonderwijs: behaalde diploma’s en certificaten 2013-2014 Aantal Percentage Pantarijn Pantarijn Aka/niveau 1 diploma 18 46,2 11 28,2 Branchecertificaat
Landelijk 25,0 46,2
Tabel 12 – praktijkonderwijs: plaatsing leerlingen bij uitstroom 2013-2014 Aantal Percentage Pantarijn Pantarijn Landelijk Werk 9 23,1 24,5 Werk en Leren <5 10,3 9,4 14 35,9 29,4 Leren 6 15,4 13,5 Voortgezet onderwijs <5 5,1 8,2 • Andere school voor praktijkonderwijs <5 10,3 5,3 • VSO 6 15,4 12,4 Anders <5 5,1 2,4 • Verhuizing naar het buitenland <5 5,1 4,0 • Dagbesteding <5 5,1 6,0 • Geen werk of school
2.2.7. Cijfers over het voedingsgebied Tabel 13 – MHV Wageningen Ede Renkum Overig
2011-2012 67,2 12,9 11,1 8,8
2012-2013 65,8 12,6 10,2 11,4
2013-2014 67,9 11,2 9,3 11,6
2014-2015 66,9 11,2 9,8 12,1
Toelichting Voor de locatie MHV is het Wageningse aandeel het laatste jaar iets afgenomen, het aandeel Ede gelijk gebleven en het aandeel Renkum iets toegenomen. Tabel 14 – VMBO/PrO Wageningen Ede Renkum Overig
16
2011-2012 38,9 23,8 21,6 15,7
2012-2013 42,5 22,6 17,9 17,0
2013-2014 42,0 24,1 13,9 20,0
2014-2015 43,9 11,4 25,0 19,7
ONDERWIJS EN LEERLINGEN
VERANTWOORDING BESTUUR
Toelichting Voor de locatie VMBO/PrO is het Wageningse aandeel de laatste 3 jaren toegenomen. Het aandeel Ede is het afgelopen jaar flink gedaald en daartegenover is het aandeel Renkum flink toegenomen. Tabel 15 – Rhenen 2011-2012 35,4 10,5 14,8 11,5 27,8
Rhenen Veenendaal Utrechtse Heuvelrug Neder Betuwe Overig
2012-2013 36,5 14,8 12,2 13,3 23,2
2013-2014 36,6 18,1 13,9 9,8 21,6
2014-2015 36,6 18,6 14,1 7,8 22,9
Toelichting Voor de locatie Rhenen is het Rhenense aandeel de laatste 3 jaren stabiel gebleven, het aandeel Veenendaal gestegen en het aandeel Neder Betuwe gedaald. Het aandeel Utrechtse Heuvelrug is het afgelopen jaar weer licht gestegen. Tabel 16 – Kesteren Neder Betuwe Buren Overig
2011-2012 51,6 41,8 6,6
2012-2013 48,0 45,1 6,9
2013-2014 55,2 40,2 4,6
2014-2015 59,7 34,9 5,4
Toelichting Voor de locatie Kesteren is het aandeel Neder Betuwe gestegen en het aandeel Buren gedaald.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
17
PERSONEEL
VERANTWOORDING BESTUUR
2.3. Personeel 2.3.1. In- en uitdiensttreding Op 31 december 2014 waren er 282 medewerkers in dienst van Pantarijn. Dit aantal betreft zowel de vaste als de tijdelijke dienstverbanden. Tabel 17 – aantal indiensttredingen
Aantal 1 2 12 13
Soort dienstverband in reguliere vacatures LIO’s met een tijdelijke aanstelling voorziening in een tijdelijke vacature vervangingsvacatures
Aantal 1 2 2 5 6 7 7
Reden beëindiging dienstverband overlijden tijdelijke LIO aanstelling beëindigingsovereenkomst FPU/pensioen einde tijdelijke aanstelling andere baan einde vervanging
Tabel 18 – aantal uitdiensttredingen
In 2014 zijn er geen gedwongen ontslagen geweest. Indien sprake is van gedwongen ontslag wordt voldaan aan de verplichtingen die voorvloeien uit de CAO-VO en het sociaal statuut. Vanuit de CAO-VO hebben vertrekkende collega’s meestal recht op een aanvullende uitkering. De kosten van deze uitkering komen gedeeltelijk ten laste van de werkgever. Omdat collega’s al een aanvullende uitkering krijgen, kent Pantarijn in principe geen ontslaguitkeringen toe. 2.3.2. Gemiddelde leeftijdsopbouw
Tabel 19 – leeftijdsverdeling van het personeel per 1 augustus 2014
18
VERANTWOORDING BESTUUR
PERSONEEL
Tabel 20 – leeftijdsverdeling van het directe personeel per 1 augustus
Tabel 21 – leeftijdsverdeling van het indirecte personeel per 1 augustus
onderwijzend personeel en ondersteunend personeel dat betrokken is bij het onderwijsproces, zoals onderwijsassistenten, orthopedagogen, zorgmedewerkers. Indirect personeel: management, staffunctionarissen, beheer- en administratief personeel. Direct personeel:
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
19
PERSONEEL
VERANTWOORDING BESTUUR
2.3.3. Formatiecijfers Onderstaande cijfers zijn inclusief de voormalige bapo-regeling en exclusief vervangingen. Tabel 22 – personele bezetting in fte per 31 december 2014 2011 Management/Directie 6,9 Middenmanagement 17,6 Onderwijzend personeel 156,0 Direct onderwijsondersteunend personeel 25,2 Indirect onderwijsondersteunend personeel 29,6 Onbekend Totaal 235,3
2012 7,9 15,6 155,3 25,7 31,1 0,8 236,4
2013*) 6,9 11,7 153,8 21,9 37,7
2014 5,9 10,7 156,91 23,09 35,0
231,95
231,6
*) In 2013 zijn correcties doorgevoerd, medewerkers die voorheen onterecht als middenmanagement te boek stonden zijn nu overgeplaatst naar indirect OOP. Tevens hebben de bezuinigingen die in 2012 zijn ingezet effect op het totale personeelsvolume.
Tabel 23 – aantal fte's dat werkzaam is per 1 augustus 2014 Direct
Indirect
Instelling
Landelijk
175,3
185,4
58,1
27,9
percentage mannen
62%
53%
57%
56%
percentage vrouwen
38%
47%
43%
44%
de gemiddelde leeftijd
45,5
45,6
53,2
50,4
Totaal aantal fte
Instelling Landelijk
2.3.4. Gemiddeld aantal leerlingen per fulltime-medewerker Het aantal leerlingen per fulltime medewerker in 2013-2014 bedroeg gemiddeld 10, 9. Landelijk was dat gemiddelde 11,2. Tabel 24 – historisch gemiddelde
20
PERSONEEL
VERANTWOORDING BESTUUR
2.3.5. Ziekteverzuim Het verzuimpercentage in 2014 bedroeg 7,8 % en de meldingsfrequentie was 1,52. Landelijke cijfers over 2014 zijn nog niet beschikbaar. Tabel 25 – ziekteverzuim over de afgelopen jaren 2011
2012
2013
Instelling Landelijk
Instelling Landelijk
Instelling Landelijk
Verzuimpercentage
5,19%
5,46%
5,21%
5,09%
5,78%
5,09%
Meldingsfrequentie
1,93
1,67
1,59
1,63
1,80
1,63
2.3.6. Onbevoegden Uitgangspunt is dat Pantarijn bevoegde medewerkers in dienst heeft. Er worden echter ook altijd medewerkers aangenomen die nog in opleiding zijn. een personeelsbestand dat 100 % bevoegd is, zal daardoor nooit bereikt worden. Per 31 december waren 15 medewerkers nog in opleiding. Drie medewerkers hebben in 2014 hun bevoegdheid gehaald. 2.3.7. Functiemix en entreerecht In 2014 is de rekentool functiemix ontwikkeld door OCW en werkgevers- en werknemersorganisaties. De rekentool geeft antwoord op de vraag in welke mate de streefcijfers functiemix haalbaar zijn voor een school vanuit kostenoogpunt. Voor de meeste scholen zijn de inkomsten voor de functiemix lager dan de kosten. Dat geldt ook voor Pantarijn. De rekentool laat zien welke percentages voor Pantarijn haalbaar zijn in 2020. Tabel 26 – percentages loonschalen percentage LB LC LD functiemixwaarde
doelmix 2020 bereikbaar 2020 startmix 2008 verschuiving mix verschuiving mix 69,4% -21,0% 48,4% -19,2% 50,2% 18,1% 10,0% 28,1% 9,2% 27,3% 12,4% 11,0% 23,4% 10,1% 22,5% 43 75 72
Volgens deze berekening is voor Pantarijn, gegeven de beschikbare middelen, 27,3% LC haalbaar en 22,5% LD. Binnen een bepaalde bandbreedte mogen LC en LD functies uitgewisseld worden, mits de functiemixwaarde maar behaald wordt. De functiemixwaarde wordt bepaald door de LC functies op te tellen bij de LD functies, waarbij de LD functie met een factor 2 wordt vermenigvuldigd. Volgens de rekentool is een functiemixwaarde van 72 bereikbaar. Het streefcijfer is 75. Tabel 27 – cijfers functiemix Haalbaar conform functiemixtool Stand van zaken per 31 december 2014 Pantarijn Begroting 2014
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
%LB 50,2 54,6 50,9
%LC 27,3 23,4 24,3
%LD 22,5 22,0 24,1
21
PERSONEEL
VERANTWOORDING BESTUUR
In 2014 zijn een aantal LD docenten uit dienst getreden en zijn een aantal docenten van buitenaf benoemd, met name in een LB schaal. Daarmee is de stand van zaken per 31 december 2014 te verklaren. 2.3.8. Gesprekscycli In 2014 is de notitie Gesprekscyclus vastgesteld, als vervolg op de voortgangsnotitie beoordelingsgesprekken uit 2012, die met name betrekking had op het onderwijspersoneel. Per 1 augustus 2014 zijn de gesprekscycli van OP en OOP aangepast en is tevens een gesprekscyclus voor teamleiders en een cyclus voor directieleden ingevoerd. 2.3.9. Opleidingsschool Scholing van docenten – via de opleidingsschool, via de lerarenbeurs of via intern uitgezette trajecten - krijgt de volle aandacht. In schooljaar 2013-2014 deden 9, en in schooljaar 20142015 doen 8 docenten scholing via een lerarenbeurs. De eigen opleidingsschool op Pantarijn kent 4 pijlers. - De eerste pijler richt zich op nieuwe collega’s. Nieuwe collega’s worden gecoacht, hebben een begeleider vanuit de sectie en nemen deel aan de bijeenkomsten van de opleidingsschool. Er zijn in een schooljaar ongeveer 10 bijeenkomsten van de opleidingsschool. - De tweede pijler van de opleidingsschool richt zich op zittende collega’s. Ook bij zittende collega’s kan de behoefte aan coaching ontstaan, al dan niet als uitkomst van een beoordelingsgesprek. - Pijler drie is scholing. Scholing van personeel past bij professionalisering en gaat over onderwijs. - De vierde pijler van de opleidingsschool richt zich op stages. Bij wet hebben we de verplichting om in 5% van onze lessen stagiaires toe te laten. In overleg met de locatiedirectie bepaalt de opleidingscoördinator het volume van stageplekken. Via contacten met universiteiten en hogescholen worden die plekken ingevuld. Schoolpracticumdocenten zijn geschoold in die taak.
22
VERANTWOORDING BESTUUR
KLACHTEN EN BEZWAREN
2.4. Klachten en bezwaren Ouders, leerlingen en medewerkers die een klacht of bezwaar indienen, moeten kunnen rekenen op een serieuze en respectvolle afhandeling daarvan. Pantarijn heeft in 2014 een nieuw Raamwerk voor klachten en bezwaren, verweer en beroep vastgesteld. Dit raamwerk is van toepassing als iemand een formele procedure wil starten. Het uitgangspunt blijft echter dat altijd eerst wordt getoetst of de klacht of bezwaar in onderling overleg op locatieniveau kan worden opgelost. In de meeste gevallen bleek dat in 2014 ook mogelijk. Van de klachten en bezwaren die wel op bestuursniveau werden afgehandeld, werd in één geval het bezwaar gegrond verklaard door het bestuur. In de overige gevallen achtte het bestuur daartoe geen reden. De bestuursbeslissingen leidden in geen van de gevallen tot een verdere beroepsprocedure. Een volledige verantwoording wordt gegeven in het jaaroverzicht klacht- en bezwaarafhandeling 2014.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
23
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
2.5. Financieel bestuursverslag 2.5.1. Jaarrekening verslagjaar 2014
Tabel 28 - balans per 31 december 2013 en 2014
In € Activa 1.2 Materiele vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur
2013
2014
1.905.500 2.847.377
1.776.707 2.404.880
1.4.1 1.5 1.7
13.969 379.829 1.851.976
9.192 273.774 2.592.114
Totaal activa
6.998.651
7.056.667
Passiva 2.1 Eigen vermogen 2.1.1 Algemene reserve 2.1.3 Bestemmingsreserves Eigen vermogen totaal
2.339.614 1.460.645 3.800.259
2.481.109 1.297.643 3.778.752
2.3.1 2.4.3 2.5
393.882 700.000 2.104.510
447.216 600.000 2.230.698
6.998.651
7.056.667
Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Personeelsvoorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Totaal Passiva
De waarde van de gebouwen en terreinen zijn in 2014 afgenomen doordat de afschrijvingen de investeringen overtreffen. Ook is dit de belangrijkste reden voor de toename van de liquide middelen. De mutatie in het eigen vermogen is ontstaan door de onttrekking van het exploitatieresultaat aan dit eigen vermogen.
24
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
Uit de bijgaande jaarrekening 2014 blijkt dat Pantarijn het jaar 2014 heeft afgesloten met een negatief saldo van € 21.507. Tabel 29 - jaarrekening 2014
In € Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en – subsidies 3.5 Overige Baten Totale Baten Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Begrote bezuiniging Totale Lasten Saldo baten en lasten 5. Financiële baten en lasten Resultaat
Jaarrekening 2014
Begroting 2014
Jaarrekening 2013
19.665.022 193.334
19.799.682
20.256.919 155.742
398.260 20.256.616
136.936 19.936.366
290.410 20.703.071
16.515.562 722.315 1.110.610 1.924.575
16.093.938 757.485 1.140.602 1.773.432 -83.333 19.682.124 254.242 -275 253.967
16.254.748 760.901 1.245.088 1.893.689
20.273.063 -16.447 -5.060 -21.507
20.154.426 548.645 -10.045 538.600
De goedgekeurde aangepaste begroting 2014 (december 2013) sluit met een voordelig saldo van € 253.697; de actualisatie hiervan in de formatiebegroting 2014/2015 (april 2014) wijkt hier vanaf en sluit met een tekort van bijna € 20.000 hetgeen nagenoeg overeenkomt met het gerealiseerde resultaat. Een aantal oorzaken verklaart in hoofdlijnen de ontwikkeling ten opzichte van de goedgekeurde begroting: TOELICHTING OP DE BATEN De Rijksbijdragen (3.1) en de overige overheidsbijdragen en – subsidies (3.2) zijn € 58.000 meer dan begroot. In januari 2014 is geconstateerd dat de begroting voor de normatieve vergoeding voor personeel en materieel te positief is opgesteld. Door diverse oorzaken (aanpassing van de leerlingaantallen, wijziging in de bekostiging van de lwoo/pro leerlingen) valt de begroting hierdoor € 159.000 lager uit. In augustus 2014 is de bekostiging door OCW aangepast voor ontwikkelingen in sociale lasten. Dit leverde ons € 50.000 op. Daarnaast zijn de overige subsidies (€ 163.000) met toegenomen. Dit zijn onder meer vergoedingen inzake samenwerkingsverbanden (€ 60.000), platforms (€ 21.000), onderwijsarbeidsmarkt (€ 30.000), lerarenbeurs (€ 44.000) en aanvullende vergoeding visueel gehandicapte leerlingen( € 8.000). In april 2014 hadden wij voorzien dat wij € 75.000 extra zouden ontvangen. Overige baten (3.5) zijn € 262.000 meer dan begroot. Er waren hogere opbrengsten voor detachering (eigen)personeel (€ 165.600), tussentijdse instroom leerlingen (€ 56.000), verhuur
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
25
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
(€ 6.000), restitutie belastingdienst (€ 15.000) en kantine € 12.500). Het resterende verschil bestaat uit vrijwillige deelnemersbijdrage, verhuur en een aantal kleinere posten zoals boetes bibliotheek en provisie/sponsoring. Voor de goede orde is opgemerkt dat de extra opbrengsten van detachering wegvallen tegen de personeelslasten. TOELICHTING OP DE LASTEN De personeelslasten (4.1) zijn € 422.000 hoger dan begroot. De directe loonkosten waren € 255.000 hoger dan begroot. In april 2014 is de begroting aangepast door een aantal uitbreiding in FTE (€ 86.000) en door een aantal beleidsintensiveringen voor in totaal € 129.000. Per saldo is dit een bedrag van € 215.000. Opgemerkt is dat de locatie VMBO/PrO een geaccepteerde overschrijding van € 48.000 heeft. Naast de hiervoor genoemde redenen, zijn de loonkosten gestegen door cao-aanpassingen, gestegen premies en (ziekte) vervangingen. Voor de cao-aanpassingen en gestegen premies hebben wij ook extra subsidie ontvangen. De indirecte personeelslasten zijn met € 178.000 toegenomen. Dit betreft de volgende posten. De kosten voor inzet derden (incl. vervanging) zijn bijna € 135.000 hoger uitgevallen dan begroot. Opgemerkt is dat dit gedeeltelijk is ter opvulling van reguliere en voorziene vacatures en voor inzet op andere begrotingsposten (oa detacheringen), zoals niet ingezette beleidsintensiveringen. Verder zijn er hogere lasten voor dotaties personele voorzieningen (€ 83.000) (incl. in 2014 nieuw voor PGB) en de eigen bijdrage voor een deel van de WWuitkeringen (€ 94.600). Minder personele uitgaven waren er inzake beleidsplannen bestuur (€ 45.000), collectieve uitkeringskosten (-€43.200) en Arbokosten (-€ 20.000). Aan uitkeringen is € 27.500 meer ontvangen en verder zijn er nog wat kleinere uitgaven die lager waren dan begroot. De afschrijvingskosten (4.2) zijn € 35.000 lager dan begroot. Huisvestingslasten (4.3) zijn € 30.000 lager dan begroot. In april 2014 is geconstateerd dat een aflossingsbedrag van een lening ad € 100.000 ten onrechte in de begroting is opgenomen. Dat is toen rechtgezet. Hiermee rekening houdende zijn de kosten met € 70.000 toegenomen. De belangrijkste oorzaken zijn: Aan huur is totaal bijna € 59.000 meer betaald en aan energie is in totaal ruim € 8.000 meer uitgegeven, voornamelijk aan gas. Aan schoonmaak is bijna € 10.000 meer uitgegeven. In de locatiebegrotingen is € 30.000 opgenomen voor huisvestingskosten zoals huur, klein materiaal locaties en kleine schades. Dagelijks onderhoud is lager (€ 35.500). De overige instellingslasten (4.4) zijn € 151.000 hoger dan begroot. Bij de actualisatie van de begroting in april 2014 is dit al geconstateerd. De belangrijkste oorzaken zijn: De meeste overige instellingslasten zijn kosten die begroot- en verantwoord worden via de ICT- en locatiebegroting(en). Hier wordt daarom alleen een opsomming gegeven van de grotere afwijkingen per onderdeel. Er waren hogere lasten dan begroot voor: software licenties (€ 51.000), secties (€ 14.900), kantine (21.000), en kosten uitbestede (vavo)leerlingen (€ 32.750). 26
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
Lagere lasten dan begroot waren er voor schoolboeken (-€ 12.700), internetkosten (-€ 18.900), repro (- € 10.500), representatie (-10.600), locatiebudget (-13.200), duurdere activiteiten (-34.000) en activiteiten betaald uit ouderbijdragen (-€ 36.300). Het resterende verschil betreft de intern doorbelaste ICT gebruikskosten. 2.5.2. Continuïteitsparagraaf Schoolbesturen moeten in het jaarverslag (bestuursverslag) sinds het boekjaar 2013 een continuïteitsparagraaf (toekomstparagraaf) opnemen, waarin de financiële situatie van de school wordt verantwoord aan de hand van een aantal vastgestelde onderwerpen. Dit past in een trend om in het jaarverslag niet alleen te rapporteren over het handelen in het verleden, maar juist ook aandacht te besteden aan de continuïteit van de school in de toekomst. Het proces achter het opstellen van de toekomstparagraaf, het gezamenlijk nadenken over de toekomst van de school, is minstens net zo belangrijk als het resultaat dat uiteindelijk in het jaarverslag wordt weergegeven. Gezamenlijk de vertaalslag maken van ideeën en inzichten naar de concrete bedrijfsvoering en daar betrokkenen tijdig in betrekken, daar gaat het om bij het opstellen van deze paragraaf. Daarnaast maakt een dergelijke paragraaf het mogelijk dat iedere belanghebbende of belangstellende kennis kan nemen van de wijze waarop de financiële situatie van de school zich in de komende drie jaar zal ontwikkelen. Opgemerkt dient te worden dat het opstellen van een toekomstparagraaf geen garanties geeft op toekomstige realisatie. A1 PERSONELE BEZETTING EN LEERLINGENAANTALLEN De prognose personele bezetting is gebaseerd op de te realiseren ontwikkelingen in 2015 t/m 2018. Tabel 30 – personele bezetting 31 dec 2013 en prognose ultimo 2014-2017 in FTE 2014 2015 Management/directie 5,9 2,5% 6,1 Middenmanagement 10,7 4,6% 11,0 Onderwijzend personeel 156,9 67,8% 161,5 Direct onderwijsondersteunend Personeel 23,1 10,0% 23,8 Indirect onderwijsondersteunend personeel 35,0 15,1% 36,0 231,6 100,0% 238,4
2016 6,1 11,1 162,1 23,9 36,2 239,4
2017 6,1 11,1 162,7 23,9 36,3 240,1
2018 6,1 11,1 162,7 23,9 36,3 240,1
Pantarijn gaat uit van het scenario dat de onderwijsdeelname (naar onderwijssoort, gemeente en leeftijd, etc.) de komende jaren op hetzelfde niveau blijft als in 2014 en dat de mobiliteit van leerlingen tussen gemeenten niet verandert (relatief gezien). Het toekomstige aantal leerlingen is daarom – in dit scenario – alleen afhankelijk van demografische ontwikkelingen. In de Pantarijn begroting 2016-2018 is uitgegaan van een bijna gelijkblijvend leerlingenaantal in de komende jaren. Tabel 31 – leerlingenaantal 1 okt 2014 en prognose 2016-2018 leerlingenaantal
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
2014 2566
2015 2641
2016 2651
2017 2661
2018 2661
27
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
A2 DE MEERJARENBEGROTING Tabel 32 – staat van baten en lasten 2014 en prognose 2015-2018 3.1 3.2 3.5
4.1 4.2 4.3 4.4
In € Baten (Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
2014 19.665.022 193.334 398.260 20.256.616
2015
2016
2017
2018
20.579.165
20.454.208
20.742.242
20.813.954
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
16.515.562 722.315 1.110.610 1.924.575 20.273.063
16.625.040 759.665 1.121.091 1.997.128 20.502.924
16.515.226 759.665 1.132.302 1.907.670 20.314.862
16.582.769 759.665 1.143.625 1.914.866 20.400.924
16.661.133 759.665 1.155.061 1.914.866 20.490.724
-16.447
76.241
139.345
341.317
323.230
27.827 32.887 -5.060
30.000 31.125 -1.125
30.000 26.975 3.025
30.000 22.825 7.175
30.000 18.675 11.325
-21.507
75.116
142.370
348.492
334.555
Saldo baten en lasten
5.1 5.2
Financiële baten en lasten Financiële baten (incl. rente) Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten Exploitatieresultaat:
Om de vermogenspositie van Pantarijn te versterken wordt gestuurd op een jaarlijks positief resultaat. Met ingang van 2014 is een versterkte rapportagestructuur geïmplementeerd, waardoor tijdige sturing ook daadwerkelijk mogelijk is.
28
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
Tabel 33 – balans 31 dec 2014 en prognose ultimo 2015-2018 In €
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Activa 1.2
Materiele vaste activa
1.2.1
Gebouwen en terreinen
1.905.500
1.776.707
1.718.076
1.661.379
2.306.554
2.230.437
1.2.2
Inventaris en apparatuur
2.847.377
2.404.880
2.512.331
2.512.331
2.512.331
2.512.331
1.4.1
Voorraden
13.969
9.192
9.192
9.192
9.192
9.192
1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
Totaal activa
379.829
273.774
273.774
273.774
273.774
273.774
1.851.976
2.592.114
2.518.410
2.617.477
2.920.794
3.231.466
6.998.651
7.056.667
7.031.783
7.074.153
8.022.646
8.257.201
Passiva 2.1
Eigen vermogen
2.1.1
Algemene reserve
2.339.614
2.481.109
2.556.426
2.698.796
3.047.289
3.381.844
2.1.3
Bestemmingsreserves
1.460.645
1.297.643
1.297.443
1.297.443
1.297.443
1.297.443
Eigen vermogen totaal
3.800.259
3.778.752
3.853.869
3.996.239
4.344.732
4.679.287
2.3.1
Personeelsvoorzieningen
393.882
447.216
447.216
447.216
447.216
447.216
2.4.3
Langlopende schulden
700.000
600.000
500.000
400.000
1.000.000
900.000
2.5
Kortlopende schulden
2.104.510
2.230.698
2.230.698
2.230.698
2.230.698
2.230.698
6.998.651
7.056.667
7.031.783
7.074.153
8.022.646
8.257.201
Totaal Passiva
De belangrijkste nabije ontwikkeling die de vermogenspositie van Pantarijn zal beïnvloeden, is de verwachte nieuwbouw van de locatie Kesteren per 2017. Pantarijn draagt in principe € 700.000 bij aan de bouwsom. In de prognoses is ervan uitgegaan dat de financiering hiervan met vreemd vermogen plaatsvindt, mede met het oog op de gewenste ontwikkeling van de bufferfunctie (norm commissie Don 5%). B1 RAPPORTAGE RISICOBEHEERSINGSSYSTEEM Er zijn op dit moment geen redenen om aan te nemen dat de risicobeheersing binnen Pantarijn te wensen overlaat. We vinden het echter belangrijk om die beheersing van tijd tot tijd te evalueren. In 2015 gaan wij het risicomanagement invoeren. Het is de bedoeling dat het MT de risico’s inventariseert die Pantarijn loopt. Daarvoor is een risicomatrix ontwikkeld. Twee keer per jaar gaat de directeur bestuurder in gesprek met het MT over deze risico’s en de maatregelen die wij nemen om deze risico’s te beheersen en te beperken. We maken hiervoor gebruik van de voor de onderwijssector ontwikkelde risicoscans. Bij risicomanagement gaat het om het proces van identificatie, beoordeling, beheersing en afdekking van risico’s. Maar het gaat ook om regelmatige evaluatie, consultatie en communicatie gedurende dat proces. Met ingang van 2015 wordt het risicomanagement integraal onderdeel van de processen van de planning en control. Risico’s die resteren in het meerjarenperspectief zijn de volgende: 1. Nieuw voorziene baten blijven achter bij prognose.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
29
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
2. De leerlingenprognose is licht groeiend gehouden in de meerjarenbegroting. Als het aantal leerlingen daalt ten opzichte van deze prognose dalen de inkomsten mee. 3. Voor 2016-18 is rekening gehouden met niet-gecompenseerde stijging van werkgeverslasten. In 2015 is rekening gehouden met 0,7% niet-gecompenseerde stijging. 4. De flexibele schil van Pantarijn is te klein, ca. 4%. De streefwaarde is 12,5%. De beperkte flexibele schil maakt dat uitstroom van personeel via bezuiniging/ombuiging hoge kosten met zich mee kan brengen. Dit geldt des te meer daar het natuurlijk verloop de komende jaren t/m 2018 beperkt is. 5. Vanaf 1 januari 2016 wordt de aanvullende financiering voor lwoo-pro leerlingen ondergebracht bij het samenwerkingsverband. De lwoo-pro bekostiging wordt gebudgetteerd op de verhouding van het aantal lwoo-pro leerlingen in relatie tot het totaal aantal leerlingen met als peildatum 1 oktober 2012. Aangezien het aantal lwoo pro leerlingen daalt, maar nog steeds ligt onder het landelijk gemiddelde, dreigt er op korte termijn geen bezuinigingen. Het risico is dus te overzien. 6. De schoonmaak is in 2012 aanbesteed tegen aanzienlijk lagere kosten dan voorheen. Met ingang van 1 januari 2016 moet een nieuwe aanbestedingsronde zijn afgerond. Het is een risico dat de kosten van schoonmaak dan alsnog gaan stijgen. 7. Per 1 januari 2014 verandert een onderdeel van de ziektewet, betreffende werknemers met een tijdelijk contract. T/m 2013 betalen werkgevers een collectieve premie voor ziekte- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van mensen met tijdelijke contracten. Vanaf 2014 wordt de premie voor iedere werkgever specifiek berekend, op basis van de tijdelijke medewerkers die ziek uit dienst zijn gegaan. Omdat het aantal tijdelijke medewerkers dat ziek uit dienst is gegaan de afgelopen jaren laag was, gaan we ervan uit dat de stelselwijziging niet zal leiden tot hogere kosten. 8. Financiële gevolgen van onbetrouwbare leerlingenprognoses en –indelingen bij de formatiebesprekingen. Het risico bestaat dat er onvoldoende actueel zicht bestaat op de ontwikkeling van het aantal leerlingen. Het gevolg kan zijn dat hierdoor de inkomstenstromen en de daarmee verband houdende uitgaven minder beheersbaar zijn. 9. Financiële gevolgen van arbeidsconflicten. B2 BESCHRIJVING VAN DE BELANGRIJKSTE RISICO’S EN ONZEKERHEDEN In onderstaande tabel is een globale kwantitatieve analyse van bovengenoemde risico’s opgenomen. Om een inschatting van het financiële risico te maken, worden de volgende risicocategorieën en bijbehorende percentages gehanteerd: Groot risico Aanzienlijk risico Gemiddeld risico Klein risico
30
100% 75% 50% 25%
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
Tabel 34 – globale kwantitatieve analyse belangrijkste risico's Risico Omvang in Kans Kans x omvang kosten / jaar € 250.000 50% € 125.000 1. Nieuwe bekostiging 50% lager
2. Leerlingaantal 2% lager 3. Stijging werkgeverslasten niet gecompenseerd (0,7%) 4. Extra kosten uitstroom personeel 5. Daling lwoo-pro inkomsten met 10%
6. Nieuwe aanbesteding schoonmaak resulterend in 20% hogere kosten 7. Meerkosten ziektewet en langdurige zieken 8. Onvoldoende betrouwbare leerlingprognoses 9. Arbeidsconflicten
Risico in 2015 Geen (in 2015 niet opgenomen) € 38.000 (5/12)
€ 360.000
25%
€ 90.000
€ 100.000
50%
€ 50.000
€ 100.000
50%
€ 50.000
Geen (verdisconteerd in begroting) € 50.000
€ 180.000
50%
€ 90.000
geen
€ 50.000
75%
€ 38.000
geen
€ 100.000
50%
€ 50.000
€ 50.000
€ 200.000
50%
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
50%
€ 50.000
€ 50.000
Geschat jaarlijkse omvang
€ 643.000,00 (2016-18)
€ 288.000,00 (2015)
In 2015 is het totaal geschatte risico ca. € 288.000. De reserves van Pantarijn (ca. € 3,8 mln.) zijn toereikend om dat risico op te vangen. Indien de risico’s in de geschatte omvang optreden zal het weerstandsvermogen verder onder de streefwaarde van 20% zakken. Directe aanvullende ombuiging zullen dan noodzakelijk zijn. De financiële positie op de balansdatum 31-12-2014 wordt beoordeeld aan de hand van de kengetallen op bestuursniveau. Voor de beoordeling van het vermogensbeheer worden twee kengetallen gehanteerd; de kapitalisatiefactor en solvabiliteit. Voor de beoordeling van het budgetbeheer worden de kengetallen liquiditeit (current ratio) en rentabiliteit gehanteerd. Solvabiliteit en kapitalisatiefactor Op 4 november 2009 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) het rapport van de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (commissie Don) aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze commissie heeft, in opdracht van de minister van OCW en de minister van Financiën, onderzoek gedaan naar de optimale financieringsstructuur van onderwijsinstellingen in alle sectoren. Eén van de aanbevelingen van de commissie betreft de versterking van het toezicht door ontwikkeling van signaleringsgrenzen voor het financi-
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
31
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
eel kader. De commissie heeft hiervoor inmiddels een nieuw kengetal als signaleringsgrens geïntroduceerd: de kapitalisatiefactor. De kapitalisatiefactor (is een maat voor de beoordeling van de reservepositie) wordt berekend door de totale activa op de balans verminderd met de materiële vaste activa gebouwen en terreinen te delen door de totale baten. De commissie Don stelt dat een waarde boven de 35% voor grote VO instellingen (jaarlijkse baten hoger dan € 12 miljoen) uitleg behoeft. Een te hoge kapitalisatiefactor zou kunnen betekenen dat een deel van het kapitaal niet efficiënt genoeg wordt ingezet voor het primaire proces. Het kengetal kapitalisatiefactor speelt in combinatie met het kengetal Solvabiliteit een prominente rol bij de beoordeling van de vermogensposities van onderwijsinstellingen door het Rijk. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen, vermeerderd met de voorzieningen, te delen door de totale activa. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre het bestuur aan haar verplichtingen op lange termijn kan voldoen, dus in welke mate tegenover de bezittingen van de school geen schulden staan. Met behulp van de kapitalisatiefactor probeert het Rijk in beeld te brengen of een onderwijsinstelling wellicht te veel kapitaal aanhoudt, terwijl die middelen beter kunnen worden aangewend in het onderwijs. Een hoge score is hier dus niet per definitie goed. Omdat een zeer lage kapitalisatiefactor zou kunnen betekenen dat de solvabiliteit van de organisatie verontrustend laag is, hecht men er waarde aan om beide kengetallen tegelijkertijd te presenteren en komt men tot de navolgende combinatie van streefwaarden: kapitalisatiefactor: kleiner dan 35% solvabiliteit 2 incl. voorzieningen: groter dan 45% Bij de berekening van deze waarden worden de reserves (m.u.v. private reserves) en voorzieningen meegenomen, ongeacht of deze op locatieniveau of op gemeenschappelijk, centraal niveau zijn aangelegd. Tabel 35 – historische overzicht kapitalisatiefactor en solvabiliteit Pantarijn % 2010 2011 2012 2013 Kapitalisatiefactor Solvabiliteit 1 excl. Voorzieningen Solvabiliteit 2 incl. voorzieningen
36 42 56
36 43 56
29 44 58
25 54 60
2014
Gem. VO-SSG4 2011 2012 2013
26 54 60
38 47 58
39 45 56
41 49 59
De Inspectie heeft de kapitalisatiefactor later uitgesplitst in een drietal functies: 1. Transactiefunctie: Een bestuur dient middelen aan te houden om schulden op korte termijn te voldoen; Transactiefunctie = bedrag van de kortlopende schulden / totale baten vermeerderd met de rentebaten 2. Financieringsfunctie: Deze middelen worden aangehouden om materiële vaste activa te vervangen; Financieringsfunctie = cumulatieve aanschafwaarde van de overige materiële vaste activa * financieringsbehoefte / totale baten vermeerderd met de rentebaten 32
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
De financieringsbehoefte voor besturen van grote VO scholen (jaarlijkse baten hoger dan € 12 miljoen) is 50%. 3. Bufferfunctie: Dit zijn middelen om onvoorziene risico’s af te dekken zoals fluctuaties in leerlingaantallen, de financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging. Bufferfunctie = kapitalisatiefactor – transactiefunctie – financieringsfunctie Tabel 36 – uitsplitsing kapitalisatiefunctie Norm Inspectie OCW Bestuur grote VO school Kapitalisatiefactor 35,00 % Transactiefunctie 11,74 % Financieringsfunctie 18,26 % Bufferfunctie 5,00 %
Pantarijn Jaarrekening 2013 24,6 10,2 14,8 -0,4
Pantarijn Jaarrekening 2014 26.0 11,0 12,2 2.8
De bufferfunctie zegt iets over de mate waarin een school in staat is om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. De norm waarop de inspectie toeziet is 5% van de totale baten. Zoals gezegd hebben wij de bufferfunctie nodig om onverwachte tegenvallers op te vangen en is deze dus essentieel voor de continuïteit van de school. De bufferfunctie is te bepalen op 2,8% en is dus nog niet voldoende. Om de bufferfunctie naar een acceptabel niveau te brengen, is besloten om de komende jaren een extra bedrag aan de bufferfunctie toe te voegen. In 2014 zijn extra structurele gelden voor de huisvesting ontvangen van in totaal € 300.000. Hiervan wordt een groot gedeelte (€ 200.000) toegevoegd aan de middelen voor de locaties en € 100.000 wordt gebruikt ter aanvulling van de bufferfunctie. De bufferfunctie wordt dus gefaseerd in meerdere jaren naar de norm van 5% toegebracht. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als het totale eigen vermogen (algemene + bestemmingsreserves) uitgedrukt in een percentage van de totale baten inclusief financiële baten en exclusief buitengewone baten. Op locaties worden de zogeheten “locatie-exploitatiereserves” (publiek & privaat) gevormd. Deze schoolreserves worden waar nodig en mogelijk op locatieniveau ingezet. Het publieke deel van de locatie-exploitatiereserves wordt op locatieniveau gevormd uit tijdelijke exploitatieoverschotten van locaties en kan later door de betreffende locaties, na overleg met het bestuur, worden ingezet ter overbrugging van tekorten en/of de financiering van locatiespecifieke plannen. In juridisch opzicht behoren overigens ook de locatie-exploitatiereserves tot het organisatievermogen en spelen deze reserves – als de nood echt aan de man is - waar nodig en onvermijdelijk een rol bij het afdekken van risico’s. Het ministerie van OCW acht een weerstandsvermogen tussen de 10% en 40% wenselijk. Het landelijk gemiddelde in 2010 voor SSG4, de groep scholen die vergelijkbaar is met Pantarijn, is 24,5% in 2011, 24,6% in 2012 en 26,4% in 2013.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
33
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
Tabel 37 – historisch overzicht weerstandvermogen
Stand van zaken per 31 december 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Weerstandvermogen (Incl. private reserves) 17,9 17,9 17,1 16,3 18,6 18,6
Weerstandsvermogen (Excl. private reserves) 15,8 14,8 18,5 18,1
Liquiditeit Reserves en voorzieningen moeten kunnen worden benut voor toekomstige onverwachte of geplande uitgaven. Het is daarom zaak dat een deel van de middelen liquide wordt aangehouden. De definitie van liquiditeit is de vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden en overlopende passiva. Bij de bovenstaande berekening worden alle vlottende activa en passiva betrokken, ongeacht of deze op gemeenschappelijk, centraal niveau worden aangehouden of dat het hier om locatie specifieke activa en passiva gaat. Liquiditeit kent dus een centrale, gemeenschappelijke streefwaarde en een centrale bewaking en sturing. Het gemiddelde voor SSG4 bedroeg 1,42 in 2011, 1,50 in 2012 en 1,45 in 2013. De Pantarijn streefwaarde voor liquiditeit is 1,50. De investeringen zullen de komende jaren lager zijn dan de afschrijvingen, waardoor de liquiditeit weer stijgt. Tabel 38 – historisch overzicht liquiditeit
2009 1,25
2010 1,20
2011 1,75
2012 1,28
2013 1,06
2014 1,28
Rentabiliteit De rentabiliteit geeft de verhouding weer tussen het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering en de totale baten, inclusief de financiële baten en exclusief de buitengewone baten. Het negatieve resultaat bepaalt de negatieve rentabiliteit. Tabel 39 – historisch rentabiliteit
2009 -1,3
2010 -0,23
2011 -0,5
2012 -0,39
2013 2,60
2014 -0,11
B3 RAPPORTAGE VAN HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN In Hoofdstuk 4, Verantwoording Raad van Toezicht, geeft de Raad van Toezicht aan te werken met IJkpunten van Toezicht. Bij het IJkpunt “Financieel Beleid” maakt de Raad van Toezicht onderscheid tussen toezicht op financiële planning (begroting) en toezicht op exploitatie. Daarnaast zijn de uitgangspunten van het financiële beleid vastgelegd in de notitie financiële kaderafspraken.
34
VERANTWOORDING BESTUUR
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
2.5.3. Investerings- en financieringsbeleid Voor de periode 2015-2018 is een investeringsbegroting opgesteld. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Afschrijvingslasten zijn maximaal 3,75% van de normatieve rijksbijdrage voor personeel en materieel. 2. Investeringen worden in principe gefinancierd vanuit de afschrijvingen (investeringen niet hoger dan de afschrijvingen), zodat de vermogens-en liquiditeitspositie van Pantarijn niet wordt aangetast en zo mogelijk versterkt; 3. Niet-geplande investeringen hebben alleen plaats indien ze onvermijdelijk zijn (defecten, veiligheid e.d.). Van het tweede uitgangspunt kan in uitzonderlijke gevallen worden afgeweken, na instemming van het bestuur. De eigen bijdrage voor de mogelijke nieuwbouw in Kesteren (2017 of eerder) wordt beschouwd als een dergelijke uitzondering. Investeringen die gepland zijn in 2015
Tabel 40 – geplande investeringen 2015
Afdeling ICT ICT Facilitair Facilitair Facilitair
Omschrijving investering vervangingsinvesteringen extra lap-tops voor alle locaties planmatig onderhoud schoolmeubilair div. locaties diversen en onvoorzien
Bedrag € 460.000 € 58.800 € 49.700 € 244.000 € 43.000
Het financieringsbeleid zal er op gericht moeten zijn om zo min mogelijk van externe financiering gebruik te maken om toekomstige generaties niet met deze problematiek (rente+afschrijving) te belasten. De bestaande lening, deelfinanciering inrichting nieuwbouw Hollandseweg (2006), kent een looptijd van 186 maanden. In 2022 is het volledige bedrag van de lening afgelost. Pantarijn draagt aan de nieuwbouw van de locatie Kesteren, per 2017, in principe € 700.000 bij aan de bouwsom. In de prognoses is ervan uitgegaan dat de financiering hiervan met vreemd vermogen plaatsvindt, mede met het oog op de gewenste ontwikkeling van de bufferliquiditeit (norm commissie Don 5%). 2.5.4. Treasuryverslag Het bestuur heeft in 2012 het Treasury statuut aangepast en opnieuw vastgesteld. De niet direct benodigde geldmiddelen (± 2 miljoen euro) zijn niet risicodragend en tegen zo gunstig mogelijke condities (rente en beschikbaarheid) weggezet. De kredietcrisis heeft ons het inzicht gegeven om risico’s te spreiden, naast onze huisbank (ING) is een deel van onze liquide middelen bij andere banken gedeponeerd, uiteraard ook volgens de geldende treasury regels. De door ons gekozen banken geven ons de garantie dat zij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Geen van de banken waar wij ons geld hebben weggezet (ASN=onderdeel van SNS reaal, ING en Rabobank) heeft op dit moment nog de hoogste (triple AAA) rating.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
35
FINANCIEEL BESTUURSVERSLAG
VERANTWOORDING BESTUUR
Door de invoering in 2014 van SEPA (Single Euro Payments Area) is besloten om steeds minder gebruik te maken van onze voormalige postbank (nu ING) rekening. Op termijn zullen de voormalige postbank rekeningen, uit veiligheidsoverwegingen, verdwijnen. Het bedrag aan, direct opneembare, liquide middelen per 31-12-2014 is als volgt verdeeld: Tabel 41 – direct opneembare liquide middelen
Kasmiddelen Betaalrekeningen (ING en Rabo) Spaarrekeningen (Rabo, ASN en ING) Totaal
€ 5.204 € 78.800 € 2.508.114 € 2.592.114
2.5.5. Conclusie Om financieel gezond te blijven is het aanvullen van de bufferfunctie nodig. Hierin wordt gefaseerd voorzien door aanwending van € 100.000 van de extra ontvangen middelen van het ministerie. Gezien de meerjarenbegrotingen is het niet nodig om de komende jaren verder te bezuinigen. Sterker nog door de verwachte extra te ontvangen prestatieboxmiddelen ontstaat er ruimte voor investeringen. De kapitalisatiefactor en solvabiliteit voldoen aan de streefwaarden. Met uitzondering van 2017 (voorziene investering nieuwbouw Kesteren) zullen de investeringen de komende jaren lager zijn dan de afschrijvingen. Daardoor stijgt de liquiditeit en worden nieuwe investeringen mogelijk, mits de rentabiliteit verder toeneemt. De financiële positie van Pantarijn is momenteel gezond te noemen en met een strak financieel beleid moet dat zo gecontinueerd kunnen worden. Van kapitaal belang is de inzet die velen binnen onze scholengemeenschap laten zien, waardoor leerlingen en medewerkers aangeven Pantarijn als een prettige school te zien. De examenresultaten zijn goed en liggen op of boven het landelijke gemiddelde. Zoals in dit bestuursverslag te lezen valt, zien we steeds opnieuw geweldige initiatieven van leerlingen en docenten om het onderwijs nog inspirerender te maken. Dit alles draagt bij aan de goede naam van Pantarijn en schept verplichtingen voor het bestuur om dit ook in de toekomst mogelijk te maken. Het proces van het neerleggen van verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie (populair gezegd: het ontwikkelen en uitvoeren van beleid ligt op de werkvloer) moet daartoe bijdragen. Datzelfde geldt voor de bedrijfsvoering: deze zal nog efficiënter moeten worden om voldoende middelen vrij te maken ten behoeve van het primaire proces. De stabiliteit van onze organisatie uit zich ook in de prognose van het aantal leerlingen voor de komende jaren. We constateren dat we de toekomst met optimisme tegemoet kunnen zien.
36
3. Verantwoording van Toezicht - Goed Bestuur 3.1. Medezeggenschapsraad Instemmings- en adviesbevoegdheden van de MR Het bestuur, als bevoegd gezag van Pantarijn, moet op grond van de Wet medezeggenschap scholen vooraf advies of instemming vragen aan de MR, alvorens een besluit te nemen over een de beleidsaangelegenheden die in de wet worden opgesomd. In 2014 is de MR over zeven bestuursvoorstellen advies gevraagd en voor veertien voorstellen om instemming. Een advies wordt altijd door de gehele MR uitgebracht. Instemming wordt, afhankelijk van het onderwerp, gegeven door de gehele MR of door één of twee van de in totaal drie geledingen. Advies werd gevraagd over de volgende voorstellen: 1. vaststelling herfst- en voorjaarsvakantie 2015/2016 2. Schoolondersteuningsprofielen 3. regeling bijzondere personele kosten 4. formatiebegroting 2015 5. protocol schorsen en verwijderen 6. bestemming exploitatiesaldo 2013 7. exploitatiebegroting 2015 In alle gevallen werd een positief advies gegeven. Instemming werd gevraagd voor de volgende voorstellen: Aan de gehele MR: 1. Vaststelling data van vijf organisatiedagen in schooljaar 2014-2015 2. Vaststelling data van vijf organisatiedagen in schooljaar 2015/2016 3. Strategisch beleidsplan 4. Raamwerk klachten- en bezwaren, verweer en beroep 5. Reglement klachten- bezwaren- en beroepscommissie Aan de personeelsgele6. Invulling van vijf organisatiedagen in schooljaar 2014-2015 ding: als schoolvrije dagen voor leraren 7. Invulling van vijf organisatiedagen in schooljaar 2015-2016 als schoolvrije dagen voor leraren 8. Pantarijn aanvullende arbeidsvoorwaarden OOP 9. Gesprekscyclus Pantarijn 10. Actualiseren Pantarijn arbeidsvoorwaarden 11. Regeling Taakbeleid 12. Regeling Sociaal Statuut Aan de oudergeleding 13. Hoogte en besteding vrijwillige ouderbijdrage 2014/2015 Aan de leerlingengele14. Herziening leerlingenstatuut RSG Pantarijn ding Aan de leerlingen- en 15. Algemeen deel schoolgids 2014-2015 oudergeleding In alle gevallen is instemming verleend.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
37
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
VERANTWOORDING VAN TOEZICHT
Vergaderingen en bijeenkomsten In 2014 heeft de MR negen keer vergaderd. De agenda werd voor een groot deel bepaald door de beleidsvoorstellen die door het bestuur werden voorgelegd conform de Wet op de Medezeggenschap Scholen (WMS). Elke vergadering begint gewoonlijk met een vooroverleg tussen het dagelijks bestuur en de overige leden. Daarna is er een overleg- en discussieronde over de beleidsvoorstellen, waarbij ook de directeur/bestuurder aanwezig is. Dit deel van de vergadering is openbaar, dus toegankelijk voor belangstellenden. Daarna vindt het besluitvormingsdeel plaats waarin onder meer de stemmingen plaatsvinden over de bestuursvoorstellen. Dit deel van de vergadering is besloten en wordt alleen bijgewoond door de leden van de MR zelf. In oktober is een scholingsbijeenkomst gehouden voor de gehele MR, georganiseerd door de AOB. In november woonde de voorzitter van de MR het jaarlijkse landelijke congres over Medezeggenschap bij. De voorzitter van de raad van toezicht woonde, zoals gebruikelijk, de januarivergadering bij. Samenstelling In schooljaar 2013/2014 waren in de ouder- en de leerlingengeleding twee vacante plaatsen, die niet konden worden ingevuld. Voor het schooljaar 2014/2015 leverde de kandidatenwerving onder personeel en ouders zoveel kandidaten op dat er verkiezingen moesten worden uitgeschreven. Deze vonden voor het eerst digitaal plaats. De MR kende bij aanvang van het schooljaar 2014/2015 de volgende samenstelling: Personeel Ouders Leerlingen Rocus Dam Wilbert Boek Michiel Dral Maris van Haandel Nathalie Bovy Joost van Esch Rob Luchsinger Margriet de Koning Catheleijne Sanders Frans van Os Erik Jan Schenk Thomas Vos Leendert Rademaker Gerda van Roekel Sofie Roodbeen Nico Vedder Het dagelijks bestuur bestond in 2014 uit Rob Luchsinger, voorzitter, Nico Vedder, secretaris, Leendert Rademaker, plaatsvervangend voorzitter en Nathalie Bovy, lid. Jaarverslag De MR publiceert over elk schooljaar een eigen jaarverslag. Het jaarverslag over schooljaar 2013/2014 is te downloaden op de website van Pantarijn.
38
VERANTWOORDING VAN TOEZICHT
RAAD VAN TOEZICHT
3.2. Jaarverslag Raad van Toezicht Inleiding In het voorliggende jaarverslag over het kalenderjaar 2014 legt de raad van toezicht verantwoording af over de uitvoering van zijn taken en de uitoefening van zijn bevoegdheden. Doel daarvan is dat de lezer een goed beeld krijgt van en inzicht in de verantwoordelijkheden en de werkzaamheden van de raad . Het verslag is opgesteld aan de hand van de richtlijnen van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI). Bestuur en toezicht achten zich gebonden aan de bepalingen van de Code Goed Bestuur en laten zich daarbij leiden door de principes van het Policy Governancemodel dat is ontwikkeld door John Carver. De bepalingen en principes zijn uitgewerkt in een eigen Reglement Raad van Toezicht dat ter aanvulling dient op hetgeen is geregeld in de Stichtingsstatuten van Pantarijn. Alle relevante documenten die te maken hebben met het interne toezicht zijn te downloaden via de website van Pantarijn. De werkzaamheden van de raad van toezicht In de werkzaamheden van de raad van toezicht zijn de volgende drie rollen te onderscheiden: Toezichthoudende rol Adviserende rol
Werkgeversrol
De raad ziet er op toe dat de doelstellingen worden behaald die wettelijk en maatschappelijk van RSG Pantarijn mogen worden verwacht en dat de algemene gang van zaken, het opereren in zijn algemeenheid geschiedt op een te verantwoorden wijze. De raad treedt op als sparringpartner van het bestuur door gevraagd en ongevraagd advies te geven. Hierbij is van belang dat duidelijk gemarkeerd wordt of de raad vanuit zijn toeziende rol of vanuit zijn adviserende rol opereert. De raad benoemt en ontslaat het bestuur, stelt zijn arbeidsvoorwaarden vast en beoordeelt de prestaties van het bestuur.
De raad is in 2014 vijf keer in vergadering bijeen geweest. In alle vergaderingen kwamen de toezichthoudende en adviserende rol van de raad aan de orde. Twee bijeenkomsten hadden daarnaast nog een specifiek karakter. De bijeenkomst in juni stond vooral in het teken van de goedkeuring van de jaarstukken over 2013 en het jaarlijkse gesprek met de accountant. De vergadering in september betrof voor het grootste deel een themabijeenkomst onder leiding van een extern deskundige. De besluitvorming door de raad gebeurt in consensus. Als een lid aangeeft niet te kunnen instemmen met een besluit, dan wordt dit als zodanig genotuleerd. Behalve de leden van de raad woonde ook de directeur/bestuurder de vergaderingen bijen waren gewoonlijk ook aanwezig de ambtelijk secretaris van de raad en de bestuurssecretaresse, die de vergaderingen notuleert.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
39
RAAD VAN TOEZICHT
VERANTWOORDING VAN TOEZICHT
De toezichthoudende rol Het toezicht geschiedt aan de hand van een set ijkpunten waarmee getoetst wordt of het bestuur handelt binnen de vastgestelde kaders. Het toezicht van de raad verloopt daardoor op systematische wijze. De set bestaat uit de volgende ijkpunten: • Algemeen criterium • Personeelsbeleid • Financieel beleid – begroting • Financieel beleid – exploitatie • Intern organisatorisch beleid • Beleid met betrekking tot leerlingen • Beleid met betrekking tot ouders • Beleid met betrekking tot roerende en onroerende goederen • Informatie aan en ondersteuning van de raad van toezicht. De raad van toezicht is in 2014 voor alle ijkpunten akkoord gegaan met de geleverde verantwoording en heeft derhalve vastgesteld dat de directeur/bestuurder op alle terreinen heeft gehandeld binnen de afgesproken kaders. De volgende verantwoordingsdocumenten werden door de bestuurder aangeleverd: • financiële kwartaalrapportages • Accountantsverslag over 2013 • Jaarverslag over 2013 • Kengetallen personeel van mei 2013 • Periodieke managementrapportage • Jaarverslag MR schooljaar 2012/2013 • Jaaroverzicht klachtafhandeling 2013 • Uitkomsten tevredenheidonderzoeken ouders en leerlingen schooljaar 2013 • Examenresultaten schooljaar 2013/2014 • Schoolgids schooljaar 2013/2014 • Strategisch beleidsplan 2015 • Prognose leerlingaantallen schooljaar 2014/15 Mondeling werd steeds gerapporteerd over de voortgang van het voorbereidingsproces van de nieuwbouw van de locatie Kesteren. De leden van de raad ontvingen ter informatie de agenda en bijbehorende stukken van alle vergaderingen van de Medezeggenschapsraad van Pantarijn. De raad van toezicht gaf de statutair vereiste voorafgaande schriftelijke goedkeuring aan het bestuur voor het nemen van een positief besluit betreffende: het vaststellen van de jaarrekening en jaarverslag over het jaar 2013 van de Stichting tot bevordering van Openbaar Voortgezet Onderwijs van Wageningen en Omstreken. 18 juni Het vaststellen van de exploitatiebegroting 2015. 12 nov. Voorts stelde de raad zijn jaarverslag vast over het jaar 2013. De werkgeversrol De Raad van toezicht is de werkgever van directeur/bestuurder mevrouw S.L. Efdé, die per 1 april 2013 in dienst is getreden van Pantarijn. Zoals gebruikelijk binnen Pantarijn werd met haar een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor de duur van 1 jaar afgesloten, met de intentie tot verlenging voor onbepaalde tijd bij goed functioneren. 40
VERANTWOORDING VAN TOEZICHT
RAAD VAN TOEZICHT
Daartoe werd in januari een beoordelingsgesprek met haar gevoerd door de heren Leenders en Jongstra. De beoordeling gebeurde aan de hand van een vastgestelde checklist. De goede beoordeling was de basis voor een unaniem besluit in de vergadering van 26 februari om de directeur/bestuurder per 01.04.2014 een vast dienstverband voor onbepaalde tijd aan te bieden. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Bestuurders VO van toepassing. De raad heeft tevens besloten om indexering toe te passen conform de CAO Onderwijs VO. Deskundigheidsbevordering en scholing De raad is aangesloten bij de Vereniging voor Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) waardoor een beroep kan worden gedaan op inhoudelijke ondersteuning en verdieping van de toezichthoudende taak. In september hield de raad een themabijeenkomst o.l.v. extern deskundige Henk van der Esch. Hij hield een voordracht over de uitgangspunten van het Policy Governancemodel, waarna onder zijn leiding een bezinning plaatsvond op de ijkpunten die de Raad van Toezicht hanteert. In januari werd een interne informatiebijeenkomst gehouden voor de drie nieuwe leden, waarbij ook aanwezig waren de voorzitter en vicevoorzitter aanwezig waren evenals de directeur/bestuurder en ambtelijk secretaris. Tevens is een handboek Raad van Toezicht 2014 samengesteld. Contacten met derden De januarivergadering van de MR werd, zoals gebruikelijk, bijgewoond door de voorzitter van de raad. In februari vond het regulier informeel overleg plaats tussen de voorzitter van de raad en de burgemeester Wageningen. Zij informeerden elkaar daarbij over relevante ontwikkelingen. Tijdens de februarivergadering hield mevrouw Els Bakers, de nieuw benoemde locatiedirecteur van de locatie VMBO/PRO, een presentatie over het onderwijs op haar locatie. Het jubileumcongres van de VTOI op 11 april werd bijgewoond door de voorzitter. Op 18 juni had de raad een gesprek met de accountant ter toelichting op de uitgevoerde jaarlijkse controle. Met name werd een uitgebreide gedachtewisseling over risicomanagement gevoerd. In september werd vanuit de school een kennismakingsbijeenkomst met de Wageningse locaties georganiseerd voor de nieuwe en wethouders. Daarbij was ook een vertegenwoordiging van de raad van toezicht aanwezig. In 2014 is in de raad de aanzet gegeven voor een discussie welke positie RvT leden moeten innemen t.a.v. bezoeken / bijwonen activiteiten binnen de school. In 2015 zal dit punt verder worden uitgewerkt. Evaluatie van de werkzaamheden en het functioneren van de raad De werkzaamheden en het functioneren van de raad in 2014 zijn door de leden geëvalueerd. De opbrengst van deze evaluatie wordt in januari 2015 in een speciale evaluatievergadering besproken. De evaluatie over 2013 is aan de orde geweest in de decembervergadering van 2013. In de februarivergadering van de raad werd de procedure werving & selectie nieuwe leden geëvalueerd. Uit deze evaluatie kwam naar voren dat de procedure correct is uitgevoerd en door de nieuw benoemde leden als prettig werd ervaren. Voor de raad was dat reden om de procedure niet te wijzigen. JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
41
RAAD VAN TOEZICHT
VERANTWOORDING VAN TOEZICHT
Werving- selectie- en benoemingsprocedure nieuwe leden In januari is de procedure voor werving en selectie van twee leden uitgevoerd aan de hand van de profielschets die werd gehanteerd bij de procedure in 2013. Het algemeen profiel en de te volgen procedure, evenals de voorgeschreven samenstelling van de benoemingsadviescommissie staan vermeld in het reglement Raad van Toezicht. De benoemingsadviescommissie heeft voor deze ronde ter aanvulling op het profiel in de oproep laten vermelden dat nu ook gezocht werd naar kandidaten die beschikken over kennis van en affiniteit met financiën. De procedure heeft geleid tot de unanieme beslissing van de BAC om de heren H.J. Niemeijer en M.E. Visser voor te dragen aan resp. de raad van toezicht en de personeelsgeleding van de MR, in de vacatures die waren ontstaan door aftreden van resp. de heren G.P. Jongedijk en P. van Reenen. De voordracht is in beide gevallen unaniem overgenomen. Statutair is vastgelegd dat de leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de gemeenteraad van Wageningen voor de tijd van drie jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar voor nog maximaal tweemaal drie jaar. De benoeming van de nieuwe leden door de gemeenteraad vond plaats op 10 maart 2014. Honorering De leden hebben in 2014 per bijeenkomst een presentievergoeding ontvangen. Daarnaast kunnen gemaakte onkosten worden gedeclareerd. De totale vergoeding blijft ruim binnen de norm van het maximaal toegestane fiscale bedrag voor een vrijwilligersvergoeding. De raad heeft in 2014 een voorstel aangenomen dat vanaf 2015 de leden van de raad kunnen kiezen voor een honorering conform de richtlijnen van de VTOI dan wel te blijven opteren voor onkostenvergoeding binnen kaders van de vrijwilligersvergoeding. De honoreringsgegevens van de bestuurder en de leden van de raad van toezicht over 2014 evenals de werkelijk gemaakte overige kosten in het kader van toezicht staan vermeld in de jaarrekening over 2014 die is opgenomen in het jaarverslag 2014 van de Stichting. Dit verslag wordt in de zomer van 2015 gepubliceerd. Samenstelling en rooster van aftreden Naam D.G. (Derk) Hoek P.H. (Piebe) Hotsma R. (Rob) Leenders A. (Arjen) Jongstra H.J. (Hanno) Niemeijer M.E. (Marcel) Visser
Benoemd Herbenoeming per 10.03.2014 01.01.2011 22.04.2013 01.01.2011 10.03.2014 12.03.2012 10.03.2014 10.03.2014
Termijn Benoemd tot
Voordracht van
1e 2e 2e 1e 1e 1e
MR-ouders RvT MR-ouders RvT RvT MR-personeel
2017 2016 2017 2015 2017 2017
Conform de Statuten van de Stichting wijst de raad zelf zijn voorzitter aan. De raad heeft in haar vergadering van 26 februari besloten om voortaan voor de duur van 1 jaar ook een vicevoorzitter en plaatsvervangend vicevoorzitter aan te wijzen. In de vergadering van 12 november is besloten tot instelling van een remuneratiecommissie. De heer A. Jongstra heeft zich beschikbaar gesteld voor een nieuwe termijn. In de vergadering van 12 november heeft de raad besloten de heer Jongstra voor te dragen voor herbenoeming.
42
VERANTWOORDING VAN TOEZICHT
RAAD VAN TOEZICHT
Persoonlijke gegevens - Leden van de raad van toezicht De heer mr. D.G. (Derk) Hoek uit Wageningen (1954) lid, plv. lid remuneratiecommissie Bezoldigde functie Notaris Onbezoldigde functies Geen De heer P.H. (Piebe) Hotsma uit Wageningen (1957) plv. vicevoorzitter Bezoldigde functie Beleidsmedewerker Europees visserijbeleid bij Ministerie van EZ Onbezoldigde functies Geen De heer R. (Rob) Leenders uit Brummen (1951) voorzitter, lid remuneratiecommissie Bezoldigde functie Directeur OSGMetrium HR&Flex Onbezoldigde functies • Voorganger van Het Apostolisch Genootschap te Ede • Lid Geschillencommissie Eindexamens VIA-scholen De heer A. (Arjen) Jongstra uit Renkum (1968) vicevoorzitter, voorzitter remuneratiecommissie Bezoldigde functie Directeur bestuurder Woningstichting Barneveld en qualitate qua bestuurslid Muziek Theater Barneveld B.V Onbezoldigde functies • Voorzitter bestuur Stichting Bakkershaag • Bestuurslid Aedes De heer drs. H.J. (Hanno) Niemeijer uit Wageningen (1954) lid Bezoldigde functie • Voorzitter RvT Stichting Lommerlust, Zeist • Lid RvT Louis Bolk Instituut, Driebergen Onbezoldigde functies Lid WMO Adviesraad van de gemeente Wageningen De heer prof. dr. M.E. (Marcel) Visser uit Wageningen ( 1960) lid Bezoldigde functie Afdelingshoofd Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) Onbezoldigde functies • Bijzonder hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen • Bijzonder hoogleraar Wageningen Universiteit • Voorzitter “Dr. J.L. Dobberke Stichting voor vergelijkende psychologie” • Bestuurslid “Sovon Vogelonderzoek Nederland” Persoonlijke gegevens - Directeur/Bestuurder Mevrouw Dr. Ir. S.L. (Stella) Efdé (1965). Benoemd door de raad van toezicht op 16 december 2012, aanvang van de functie op april 2013.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
43
ORGANOGRAM
VERANTWOORDING VAN TOEZICHT
3.3. Organogram
Toezicht, medezeggenschap en verantwoording RvT
MR
Directeur/Bestuurder
Locatiedirecteur Locaties Rhenen/Kesteren
Deelraad (MR)
44
Deelraad (MR)
Locatiedirecteur Locatie MHV Wageningen
Deelraad (MR)
Locatiedirecteur Locatie VMBO/PRO Wageningen
Deelraad (MR)
Deelraad (MR)
4.Verantwoording per locatie 4.1 Locatie MHV Leerlingenbegeleiding VOORNEMEN
RESULTAAT
Schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs: Passende zorg voor alle leerlingen.
•
Implementatie pestbeleid/omgangsvormen: Aandacht voor en gerichte maatregelen tegen pesten. Aandacht voor woordrapportage en feedback naast cijfers. Onderzoek naar effecten van gerichte/consequente positieve feedback. Stimuleren groeicapaciteit van elke leerling.
Kwaliteitszorg
Het SOP is opgesteld door directielid Zorg en Zorg coördinator en vastgesteld in de Locatieleiding. • Leerlingondersteuning meer teamsgewijs georganiseerd. • Een tweetal pilots bij SWV (Rustruimte voor leerlingen en COGMED) aangevraagd en gehonoreerd. Het pestprotocol is in schooljaar 13-14 geïmplementeerd en bij de start van schooljaar 14-15 geëvalueerd. In alle leerlagen is er minstens bij een rapport per jaar naast cijfers ook een woordrapportage. Project Growth Mind Set in schooljaar 13-14 afgerond en inmiddels geëvalueerd. Project Growth Mind Set in schooljaar 13-14 afgerond.
VOORNEMEN
RESULTAAT
Introductie opbrengstgericht werken bij alle secties.
Met alle secties is er een gesprek geweest over opbrengstgericht werken. Heeft geresulteerd in een werkplan per sectie die vervolgens zijn gebundeld.
Onderwijsbeleid VOORNEMEN
RESULTAAT
Nabespreken van toetsen gebeurt systematisch. Ontwikkeling van alternatieve onderwijsvormen.
Is aan de orde geweest bij teambesprekingen en komt aan de orde bij functioneringsgesprekken. N.a.v. inspectiebezoek in 2014 zijn er panelgesprekken gevoerd met docenten ter verbetering van: • Onderwijsactiviteit heeft doelgerichte opbouw • De leerlingen zijn actief betrokken • De leraars stemt instructie af op verschillen tussen leerlingen Hieruit zijn een 5-tal actiepunten naar voren gekomen.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
45
LOCATIE MHV
Verdere verankering tutoring, m.n. in onderbouw, verbreding verantwoordelijkheden.
Systematische en planmatige aandacht voor taalvaardigheden.
Systematische en planmatige aandacht voor rekenvaardigheden, verbetering van de resultaten.
Experimenteren met/ ontwikkelen van ict gestuurd onderwijs.
Talentontwikkeling verankerd in en gedragen door hele school. Effectiviteit KWT en vo Verbeteren in schooljaar 2013/14.
Personeelsbeleid VOORNEMEN
Kwaliteitsborging door jaarlijkse beoordelingsgesprekken met OP en OOP.
Omvang lc/ld voldoet in 2014 aan criteria. Inzet lc/ld draagt daadwerkelijk bij aan kwaliteitsverbetering.
46
VERANTWOORDING PER LOCATIE
Bij schooljaar 14-15 zijn afspraken gemaakt over verbreding tutoring naar havo BB, NG en HV onderbouw en mavo. Deze afspraken worden aan het eind van dit schooljaar geëvalueerd. Werkgroep taalbeleid ingesteld. Taalvaardigheden hebben plek gekregen (voor alle leerlagen) in verplichte KWT en VO bij start schooljaar en ook na de roosterwisseling. Monitoring door Diataal toetsen uitgebreid van eerste naar tweede klassen. • •
Klassikale rekenlessen in 1mh, 3m en 4 havo. Rekenvaardigheden hebben plek voor alle leerlagen in verplicht KWT en VO bij start en halverwege schooljaar. • Rekentoetsen in alle leerlagen met daarna remediëring in KWT en VO. • Resultaten rekentoets in 2014 liet verbetering zien in alle leerlagen (3M, 4H en 5V). Resultaten ook steeds boven landelijk gemiddelde. 5V voldoet al aan eigen schoolnormen, 3M en 4H nog niet. Aantal beschikbare laptopkarren voor experimenten uitgebreid. Groter aantal pilots met ICT toepassingen in onderwijs. Discussie over BYOD opgestart. In maart 2014 brede studiedag over talentontwikkeling georganiseerd. In klas 1 gestart met ontwikkelen van talentportfolio voor leerlingen. In teams plannen van aanpak gemaakt voor verbetering KWT/VO. Voorstel voor andere dagindeling, aan deelraad voorgelegd, kreeg geen instemming.
RESULTAAT Gesprekkencyclus geëvalueerd (ook binnen Pantarijn) daarbij andere frequentie dan jaarlijks afgesproken (2 gesprekken in de 3 jaar). Na OP ook gestart met beoordelingsgesprekken met OOP. Functiemix criteria gerealiseerd per 1 augustus 2014. Persoonlijke taakstellingen voor LC en LD docenten opgesteld door directie en betrokken teamleiders.
LOCATIE MHV
VERANTWOORDING PER LOCATIE
Organisatie
VOORNEMEN
RESULTAAT
Overgangsbeleid: In zijn geheel onder de loep nemen. Wat willen we bereiken met dit overgangsbeleid. Waaraan moet een goede overgang ob/bb voldoen? Status Internationale Stroom bepalen.
Nieuwe set van overgangsnormen opgesteld, besproken en voorgelegd aan deelraad. Die is akkoord gegaan. Geïmplementeerd miv schooljaar 14-15. Evaluatie Internationale Stroom opgesteld en besproken in locatieleiding. Meubilair aangeschaft om aula als onderwijsruimte te kunnen gebruiken. Banken aangeschaft (deels) voor kantine en andere verdiepingen.
Inrichting gebouw: Verbetering functionaliteit algemene ruimtes voor gebruik door tutoren, zelfstudie en zichtbaarder maken leerlingactiviteiten.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
47
LOCATIE VMBO/PRO
VERANTWOORDING PER LOCATIE
4.2. locatie VMBO/PRO 4.2.1. Afdeling Basis- en Kaderberoepsgerichte leerweg Leerlingenbegeleiding VOORNEMEN RESULTAAT Schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs: Wij kunnen de ondersteuning bieden die hoort bij de basisondersteuning en de extra arrangementen zoals genoemd in het SOP VMBO/PrO Pantarijn.
De eerste ervaringen zijn opgedaan met OPP’s. Voor een tweetal leerlingen, die dreigde uit te vallen, is een arrangement geschreven en toegekend door het samenwerkingsverband. Zij worden (extra) begeleid door een pedagogisch medewerker, haar werkzaamheden worden bekostigd door het SWV. Er is een positieve ontwikkeling te zien. De aanpak wordt regelmatig geëvalueerd. De leerlingen volgen nog steeds onderwijs op het VMBO. Tijdens een studiedag op 10 november 2014 is het team voorgelicht over Passend Onderwijs en is er met elkaar gesproken over hoe wij dat op school en in de klas ervaren. Wat merken we ervan, waar lopen we tegenaan, wat hebben we nodig? Over het algemeen merkt men er weinig van. Het gaat om een klein aantal leerlingen. Conclusie: wij zijn al zo gewend aan het werken met zorgleerlingen dat we nauwelijks verschil merken.
Kwaliteitszorg VOORNEMEN
RESULTAAT
Opbrengstgericht werken is de standaard.
Er is gekozen voor focus op wat belangrijk is om de resultaten te verbeteren. Binnen het team is er draagvlak voor een opbrengstbewust denken en daarbij behorend handelen.
We hanteren een systematische en cyclische aanpak (PDCA) waarbij voor iedereen duidelijk is: - Ons doel (visie) met elkaar levend en actueel houden - Waar staan we? - Hoe doen we het en is dit goed genoeg? Wat is nodig om (nog) beter te worden?
Er is een duidelijke koers uitgezet, waarvoor draagvlak is binnen het team. Doelen worden geëvalueerd en bijgesteld. Opbrengsten zijn op alle niveaus onderwerp van gesprek, binnen het LMT, de vakgroepen en op docentniveau. Dit vindt plaats tijdens geplande overleggen. Meerdere keren per jaar leggen docenten verantwoording af over opbrengsten. We behouden voor zowel Basis als Kader een basisarrangement. Ondanks het feit dat de opbrengsten nog steeds onder druk staan. De inspectie heeft echter het vertrouwen uitgesproken over de ingezette koers.
We behouden het basisarrangement voor zowel de Basis- als de Kaderberoepsgerichte leerweg.
48
LOCATIE VMBO/PRO
VERANTWOORDING PER LOCATIE
Onderwijsbeleid VOORNEMEN
RESULTAAT
Wij leveren maatwerk en zijn in staat om achterstanden (Taal en Rekenen) die er nog zijn zo veel mogelijk werk te werken.
Rekenonderwijs heeft meer structuur gekregen. Alle rekendocenten hebben een opleiding gevolgd (verzorgd door Pantarijn collega uit Rhenen). Hierdoor is er afstemming gekomen. Er is veel aandacht voor begrijpend lezen, uitbreiden van de woordenschat, omdat dit een positief effect heeft op de resultaten binnen alle vakken. We zijn gestart met ‘schooltaalwoorden’ (integratie van taal in alle vakken). Via de toetsen van AMN (Taal en Rekenen) stellen we vast welke leervorderingen er gemaakt worden en welke achterstanden er zijn. Onze aanpak in de les en het RT programma is gericht op het wegwerken van deze achterstanden.
Er is een analyse gemaakt van ons RT aanbod. Op basis hiervan wordt de aanpak en inzet aangepast met ingang van het schooljaar 2015-2016. Verschillen binnen de klas.: Elke leerling start op een passende plaats, wordt maximaal uitgedaagd.
Binnen de sectoren Zorg & Welzijn, Economie en Techniek zijn de vernieuwde programma’s uitgewerkt / ontwikkeld.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
We werken met ROG (rood – oranje – groen) om invulling te geven aan gedifferentieerd leren / leren op maat. Leerlingen zijn onderverdeeld in 3 niveaus en krijgen een hierbij passend aanbod en aanpak. We bieden scholing en intervisie gericht op het verder doorvoeren van deze maatwerkgerichte aanpak. Binnen de AVO vakken wordt het steeds beter toegepast, aandachtspunt blijven de praktijkvakken. We zijn pilotschool voor de genoemde sectoren. Het onderwijsaanbod wordt stap voor stap aangepast aan de nieuwe eisen en aangeboden vanaf 2014. We denken en praten landelijk mee over de invulling van deze programma’s. In 2015 doen de eerste leerlingen examen in het nieuwe programma.
49
LOCATIE VMBO/PRO
VERANTWOORDING PER LOCATIE
Personeelsbeleid VOORNEMEN
RESULTAAT
Gesprekkencyclus wordt uitgevoerd zowel voor OP als OOP.
HRM cyclus is uitgezet conform Pantarijn afspraken. Door ziekte van teamleider bovenbouw is er (te) veel workload bij de teamleider onderbouw gekomen. HRM cyclus is even stil komen te liggen, dit is inmiddels opgepakt door een nieuw benoemde (interim) teamleider. Beoordeling en begeleiding nieuwe en startende collega’s heeft hierin voorrang gekregen. Samen met de opleidingsschool van Pantarijn wordt intervisie vormgegeven. Dit wordt door het team als zeer prettig en leerzaam ervaren. Sfeer is open en veilig. Scholing is gericht geweest op Passend Onderwijs, toetsing en gedifferentieerd werken.
Scholing en intervisie (hele team incl. LMT) is zodanig dat we invulling kunnen geven aan de opdracht die wij hebben te vervullen – kwalitatief goed en uitdagend onderwijs voor elke leerling.
Organisatie
VOORNEMEN
RESULTAAT
Er wordt een transparante begroting gevoerd, met een onderdeel voor het VMBO en PrO. De begroting is sluitend en wordt uitgevoerd conform ‘toelichting begroting 2014 VMBO/PrO’ (november 2013).
Er is een aanvraag gedaan voor voorfinanciering (stijgend aantal leerlingen per schooljaar 20142015). Het jaar 2014 is negatief afgesloten (€ 90.000,=). Dit heeft te maken met de hogere personeelskosten (meer formatie) vanaf 01-082014 t.o.v. extra inkomsten (aantal leerlingen) per 01-01-2015. We doen aanspraak op onze publieke reserve van € 65.000,=.
50
VERANTWOORDING PER LOCATIE
LOCATIE VMBO/PRO
4.2.2. Afdeling Praktijkonderwijs Leerlingenbegeleiding VOORNEMEN
Uitbouw van het digitaal LVS: alle stageverslagen zijn opgenomen.
Iedere leerling beschikt over een persoonlijk ontwikkelingsplan en bijbehorend portfolio.
RESULTAAT Inmiddels is er gekozen voor een e-portfolio. Dit wordt momenteel ingevoerd en geïmplementeerd. Verloopt volgens schema. Scholing team eindigt rond maart 2015. Daarna invoering in alle groepen. Format is opnieuw aangepast. Er is een duidelijke ontwikkeling richting OPP. IOP zal overgaan in een OPP.
Kwaliteitszorg VOORNEMEN
RESULTAAT Basisarrangement bij hernieuwd vaststellen Op 14-10-2014 heeft de locatie het basisararrangement. rangement verkregen.
Onderwijsbeleid VOORNEMEN
Ons aanbod in de bovenbouw leidt tot een stevigere arbeidstoeleiding.
Ontwikkeling leerlijn Praktijkvakken: Deelvaardigheden m.b.t. wonen/vrije tijd zijn per leerjaar uitgewerkt en (gedeeltelijk) ingevoerd in 2011.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
RESULTAAT In de bovenbouw bieden wij een modulair aanbod gericht op 4 sectoren, Techniek breed, Groen, Zorg en Welzijn en Detailhandel. Daarnaast blijft het mogelijk een theoretische route te volgen (= gelijk aan MBO Entree), hierdoor blijft de weg naar het ROC (niveau 2) mogelijk. Binnen elke sector kan er op 3 niveaus, zijnde de uitstroomprofielen (beschermde arbeid, arbeid en arbeid en leren) onderwijs gevolgd worden. De leerroute wordt samengesteld op basis van gesprekken (IOP) die door mentor en leerling (en daar waar nodig ouder/verzorger) worden gevoerd. Binnen elke sector is het mogelijk om branchecertificaten te behalen. Eerste aanbod vindt plaats in schooljaar 2014-2015. Er wordt doorontwikkeld en bijgesteld. We hebben gekozen voor invoer van leerlijnen: • Taal • Rekenen • Praktijk 51
LOCATIE VMBO/PRO
VERANTWOORDING PER LOCATIE
Deze worden momenteel vormgegeven. We worden hierbij ondersteund door de KPC groep. Personeelsbeleid VOORNEMEN
Met alle medewerkers worden gesprekken gevoerd conform het HRM traject van Pantarijn. Scholing / intervisie teamleden: didactisch handelen is gericht op verschillen van leerlingen.
Organisatie
VOORNEMEN
RESULTAAT In schooljaar 2014/2015 is er met alle medewerkers een gesprek gevoerd conform het HRM traject van Pantarijn. Er is scholing / intervisie geboden die is gericht op : • aangepast (praktijk) aanbod • passend onderwijs • inspectiekader VO 2013
RESULTAAT Veiligheidsplan: een veilige omgeving voor Het veiligheidsplan is opgesteld en wordt up leerling, medewerker en bezoeker. to date gehouden. Er worden regelmatig ontruimingsoefeningen gedaan. Er zijn voldoende BHV’ers aanwezig, zij volgen de benodigde nascholingstrajecten. Er is een RI&E uitgevoerd. De knelpunten die zijn benoemd worden aangepakt. Deelraden Praktijkonderwijs Functioneren In 2014 hebben de twee ouders uit de deelnaar tevredenheid van de geledingen. raad afscheid genomen (i.v.m. verlaten zoon/dochter van school). Inmiddels is er een nieuwe ouder benaderd en toegetreden. Er is overleg geweest over de formatie (deelformatieplan) en de begroting. In 2015 staat ook het locatieplan Praktijkonderwijs op de agenda. Leerlingen worden in een gesprek bevraagd In 2014 zijn er op twee momenten gespreknaar actuele locatiezaken. ken met leerlingen geweest over actuele schoolzaken. Tijdens de nulmeting vanuit het project ‘knelpuntregio’ en als voorbereiding op het inspectiebezoek van 2014. Leerlingen geven o.a. aan meer betrokken te willen worden bij hun eigen leerproces en een gevarieerder aanbod aan praktijkvakken willen. Dit zijn twee speerpunten in het locatiebeleidsplan van 2014-2015.
52
VERANTWOORDING PER LOCATIE
LOCATIES RHENEN/KESTEREN
4.3. Locatie Rhenen en Kesteren Leerlingenbegeleiding VOORNEMEN
Loopbaanleren LOB: Opzet naar loopbaanleren.
Kwaliteitszorg VOORNEMEN
Verbeteren van Gemiddelde examencijfers.
Terugbrengen verschil CE-SE. Opschroeven aantal geslaagden.
Binnen de vaksecties uitvoeren van collegiale visitaties. Hierbij gebruikmaken de van de observatieformulieren op basis van de 5 rollen van de docent en zoals gehanteerd bij de nul metingen. Iedere vakgroep ondergaat een collegiale audit betreffende de validiteit van hun 3 RTTI toetsen van leerjaar 1 t/m 4. Borgen en monitoring kwaliteit opbrengsten door Implementatie Qlikview
Onderwijsbeleid VOORNEMEN
Verminderen van aantal leerlingen met taalachterstanden.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
RESULTAAT Iedere coach heeft volgens LOB plan een of meerdere gesprekken met zijn leerlingen gevoerd. Onderwerp komt terug. Nadere afstemming tussen beide locaties over invulling van het Pantarijn uur is noodzakelijk. Onderwerp komt terug.
RESULTAAT De gemiddelde examencijfers van Mavo Kesteren en Kader Rhenen liggen op landelijk gemiddelde of hoger. Van Mavo Rhenen onder niveau. Komt in komend beleidsplan terug. Voor alle 3 afdelingen ligt het verschil CE-SE binnen-0,3 en + 0,5 punt. Is gelukt, waarbij het percentage geslaagden voor de afdelingen Mavo Kesteren en Kader Rhenen 100% was. Voor mavo Rhenen 84%. Een groot aantal vaksecties heeft collegiale visitatie gepland en uitgevoerd. Onderwerp komt terug.
Dit streven ligt op schema. Onderwerp komt terug. Dit streven ligt op schema. Nieuwe ontwikkelingen binnen Qlikview beiden ook weer nieuwe mogelijkheden. Onder zoek naar Libelle gewenst.
RESULTAAT Door LVS-analyse, aan het eind van klas 2 moet blijken dat er in % minder 1f- leerlingen zijn dan nu het geval is. Proces van meerdere jaren. Onderwerp komt terug.
53
LOCATIES RHENEN/KESTEREN
Verminderen van aantal leerlingen met rekenachterstanden.
Door ICT verdere individualisering en personalisering van het onderwijs.
Kwaliteit van toetsen: Doorlopende toets lijnen, Afnemen van toetsen met RTTImethode., Determinatie op basis van RTTImethode.
VERANTWOORDING PER LOCATIE
Door LVS-analyse, aan het eind van klas 2 moet blijken dat er in % minder 1f- leerlingen zijn dan nu het geval is. Proces van meerdere jaren.Onderwerp komt terug. Aanbieding van geschikt curriculum blijft achter bij de verwachtingen. Voorzichtige voortgang ontwikkelingen en inzet digitale afhankelijkheid. Dit mede op grond van evaluatie bij docenten en leerlingen die met ipad gewerkt hebben. OP ontwikkelingen naar Bring Your Own Device (BYOD) wordt verder gestuurd. Vaksecties kunnen opbouw in toets lijn digitaal verantwoorden voor alle niveaus van alle aanwezige leerjaren. Proces gaat door. Het streven dat voor de leerjaren 1, 2 en 3 er drie toetsen RTTI-proof afgenomen zijn afgenomen is niet gehaald. Proces gaat door. Leerlingen van alle uitstroomprofielen (B,K,TL, Havo) krijgen in leerjaar 2 mede op basis van 3 valide RTTI toetsen .
Organisatie
VOORNEMEN
Onderzoek naar realisatie gemengde leerweg. Vastleggen keuze examenmodules VMBOk. Onderzoek naar kansen bij verlaten systeem dakpanklassen onderbouw.
54
RESULTAAT Optie niet haalbaar voor locatie Kesteren, waarschijnlijk wel in kader van vernieuwde VMBO in Rhenen. Ontwikkeling ligt op schema. Keuzes moeten nog gemaakt worden. Zijn we nog niet uit. Er ligt een spanningsveld tussen enerzijds de PR sterke kant van dakpanklassen en de opbrengstgerichte.
JAARREKENING
GRONDSLAGEN
1. Grondslagen Algemeen De jaarrekening over 2014 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is de richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de sector presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Ontvangen interest en betaalde interest worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Waarderingsgrondslagen Met ingang van 1993 is in de normvergoeding voor materiële kosten een bedrag aan afschrijvingskosten opgenomen en vindt er niet langer een vergoeding op declaratiebasis plaats. Het economisch risico is hiermee bij de school komen te liggen. In de jaren 1993 tot en met 1996 zijn de inventarisaanschaffingen ten laste van de exploitatierekening gebracht en m.i.v. 1997 geactiveerd op de balans. Tenzij anders vermeld worden activa en passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde historische kostprijs. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De afschrijving op de vaste activa en de voorzieningen zijn de belangrijkste posten waar een schattingsproces is inbegrepen. Financiële instrumenten De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen hoofdzakelijk primaire financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De instelling heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instelling verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. Kredietrisico: Gezien de aard van deze vorderingen wordt het kredietrisico zeer beperkt geacht. Voor de oninbare vorderingen wordt zonodig een voorziening gevormd. Renterisico: de rentevoet op de langlopende financiering staat vast, zoals ook toegelicht onder de langlopende schulden. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve lineaire afschrijving of lagere realiseerbare waarde. De afschrijvingspercentages zijn gebaseerd op de verwachte reële gebruiksduur. Voor schoolmeubilair en interne aanpassingen is een nieuwe acitva groep aangemaakt met een langere afschrijvingstermijn.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
55
JAARREKENING
GRONDSLAGEN De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn voor wat betreft de op 1 januari 2014 aanwezige inventaris als volgt: Activa groep Gebouwen&terreinen (nood)Gebouwen Schoolmeubilair (AG1) Schoolmeubilair (AG 31) Kantoormeubilair Hard/software Laptops Audio/video Inrichting vaklokalen Overig / algemeen Kluisjes Interne aanpasingen (AG 10) Interne aanpasingen (AG 30) Modules Planmatig onderhoud nw A fonds perdu gefinancierde inventaris
Afschrijftermijn 30 5 15 17 20 5 4 5 20 10 15 4 10 3 5-30 divers
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Over de aangeschafte inventaris wordt afgeschreven vanaf het moment van in gebruikname. Hierbij wordt afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur. Alle aanschaffingen boven een bedrag van € 1000,- (per stuk of per cluster) worden geactiveerd. Voorzieningen Een voorziening wordt gevormd voor verplichtingen waarvan het waarschijnlijk is dat zij zullen moeten worden afgewikkeld en waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen zijn gebaseerd op onderbouwde berekeningen (spaarverlof/jubilea/PGB). Spaarverlof wordt gewaardeerd tegen nominale waarde (vast uurloon o.b.v. schaal conform cao) en de voorziening jubilea tegen contante waarde. De voorziening spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende vier of meer schooljaren 60 klokuren hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periode opnemen. In de jaarrekening is een voorziening gevormd voor jubilieumgratificaties. Deze voorziening is bestemd om toekomstige uitkeringen i.v.m. jubilea van 25 en 40 dienstjaren te kunnen bekostigen. Werknemers hebben op grond van de CAO hier recht op. De uitkering bedraagt bij 25 dienstjaren een half maandsalaris en bij 40 dienstjaren een volledig maandsalaris. De voorziening is gebaseerd op algemene ervaringscijfers en schattingen. Als uitgangspunt voor de berekening jubilea is LB-12 genomen (€ 3784,- p/m), met een vertrekkans van 8% en een totale wtf van 234,9708 In de nieuwe cao (1-8-2014) is de mogelijkheid opgenomen om verlofuren op te sparen (PGB) Voor deze opgespaarde rechten is een voorziening opgenomen. Pensioenen Pantarijn heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de Stichting. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het pensioenfonds ABP. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van 30-4-2015 is de (beleids)dekkingsgraad van het pensioenfonds 102 % (bron: www.abp.nl, d.d. 27
56
JAARREKENING
GRONDSLAGEN
mei 2015). Pantarijn heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De Stichting heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Vorderingen Debiteuren en overige vorderingen zijn gewaardeerd op nominale waarde zonodig onder aftrek van een voorziening voor ingeschatte incourante vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen worden opgenomen tegen nominale waarde. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa, tenzij aan de salderingscriteria wordt voldaan. Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Alle rijksbijdragen zijn afkomstig van OCW er worden geen bijdragen van andere ministeries ontvangen. Resultaatbepaling Met inachtneming van het vorenstaande worden de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. D.w.z. dat bijvoorbeeld baten die in 2015 zijn ontvangen maar betrekking hebben op 2014 (rente o.a.) aan 2014 zijn toegerekend. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
57
JAARREKENING
BALANS
2. Balans
B2:Balans per 31 december 2014 (na bestemming resultaat) 1
Activa
31 december 2014
31 december 2013
(in euro's)
Vaste activa 1.2 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3.
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Overige materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
4.181.587 -
Totaal vaste activa
4.181.587
1.4 Vlottende activa 1.4.1 Voorraden
1.776.707 2.404.880 -
9.192
9.192
1.905.500 2.847.377 -
4.752.877 -
4.752.877
13.969
13.969
1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.7 1.5.8
Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa
1.7
Liquide middelen
2.592.114
1.851.976
Totaal vlottende activa
2.875.080
2.245.774
TOTAAL ACTIVA:
7.056.667
6.998.651
58
61.441 0 60.346 151.989
273.774
109.967 73.700 85.337 110.827
379.829
JAARREKENING
BALANS
B2:Balans per 31 december 2014 (na bestemming resultaat) 2
Passiva
31 december 2014
31 december 2013
(in euro's)
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves (publiek) Bestemmingsreserves(privaat)
2.481.109 1.174.522 123.121
3.778.752
Totaal vermogen 2.3 2.3.1
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen
3.778.752
2.339.614 1.380.359 80.286
447.216
3.800.259 393.882
447.216
393.882
2.4
Langlopende schulden
2.4.3
Kredietinstellingen
600.000
2.5 2.5.1
Kortlopende schulden Kredietinstellingen
100.000
100.000
2.5.3
Crediteuren
104.686
77.565
2.5.6 2.5.8 2.5.9 2.5.10
Belastingen en premies socialeverz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
674.282 211.510 829.548 310.672
685.197 238.860 842.566 160.323
TOTAAL PASSIVA:
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
3.800.259
600.000
2.230.698
7.056.667
700.000
700.000
2.104.510
6.998.651
59
JAARREKENING
EXPLOITATIEREKENING
3. Exploitatierekening 2014
begroting 2014 *)
2013
(in euro's)
3
Baten
3.1 3.2 3.5
(Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
19.665.022 193.334 398.260
Totaal baten
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Begrote bezuinigingen
19.799.682 0 136.684
20.256.616
16.515.562 722.315 1.110.610 1.924.576
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
20.256.919 155.742 290.410
19.936.366
16.093.938 757.485 1.140.602 1.773.432 -83.333
20.703.071
16.254.747 760.901 1.245.088 1.893.689
20.273.063
19.682.124
20.154.426
-16.447
254.242
548.645
(gewone bedrijfsvoering)
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.2
Financiële baten (incl.rente) Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
Exploitatiesaldo:
27.827 32.887
35.000 35.275
-5.060
-275
-10.045
-21.507
253.967
538.600
*) Het exploitatieresultaat 2014 is in de begroting gepresenteerd als te realiseren bezuinigingen (kantbrief 461A dd.26-11-2013)
60
26.259 36.304
JAARREKENING
KASSTROOMOVERZICHT
4. Kasstroomoverzicht (in euro's)
2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatiesaldo Afschrijvingen Mutaties werkkapitaal: - Voorraden - Vorderingen - Kortlopende schulden Mutaties vermogen: - Mutaties voorzieningen
-16.447 722.315
548.644 760.901
4.777 106.054 126.186
-5.001 42.246 -149.062
53.334
996.220
-12.538
1.185.190
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (Des)investeringen financiële vaste activa
-151.021 -
-151.021
-558.700 -
-558.700
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie langlopende schulden Saldo financiele baten en lasten
-100.000 -5.060
Mutatie liquidemiddelen
Beginstand liquidemiddelen Mutatie liquidemiddelen Eindstand liquidemiddelen:
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
-105.060
-100.000 -10.045
740.138
1.851.976 740.138
-110.045 516.445
1.335.531 516.445 2.592.114
1.851.976
61
JAARREKENING
TOELICHTING BALANS
5. Toelichting op onderscheidende posten van de balans 1. 1.2
Activa Materiële vaste activa (in euro's)
1.2.1 1.2.1.1 1.2.1.3 1.2.1.4 1.2.1.5 1.2.1.6 1.2.1.7 1.2.1.8
Gebouwen Noodbouw Kesteren Vleugel VMBO (2008) Eigen bijdrage nieuwbouw 2007 Renovatie Rhenen Verbouwing kantoorvleugel OSD 2012 Eigen bijdrage uitbreiding MHV 2011/12 Investeringen onderhoud
1.2.2
Inventaris en apparatuur inventaris 1997-2003 inventaris vanaf 1-1-2004
Totaal materiële vaste activa:
Verkrijgingsprijs (vervaardigingsprijs) t/m 2013
Waardeverminderingen en afschrijvingen t/m 2013
Boekwaarde 31-12-2013
Investeringen 2014
correctie verkrijgingsprijs
Afschrijvingen 2014 en waardeverminderingen
Boekwaarde 31-12-2014
-
322.667 372.469 225.458 427.698 428.415 1.776.707
20% 3,33% 3,33% 3,33% 5,00% 3,33% 20%-3,33%
33,33%-5% 33,33%-5%
132.404 990.419 440.000 470.439 250.199 463.769 1.054.746 3.801.976
131.825 990.419 102.666 82.289 12.231 20.612 556.434 1.896.476
579 337.334 388.150 237.968 443.157 498.312 1.905.500
3.180 3.180
-
579 14.667 15.681 12.510 15.460 73.077 131.974
507.909 4.293.207
295.400 1.658.339
212.509 2.634.868
143.386
4.455 -
34.897 555.439
4.801.116
1.953.739
2.847.377
143.386
4.455
590.336
182.067 2.222.813 2.404.880
8.603.092
3.850.215
4.752.877
146.566
4.455
722.314
4.181.586
-
Gehanteerd afschrijvingspercentage (%)
1.2.1.1) Deze(tijdelijke) gebouwen betreffen een 3-tal noodlokalen op het terrein van de locatie Kesteren. 1.2.1.3) Pantarijn heeft in 2008 voor eigen rekening een (boven)vleugel aan het VMBO gebouw laten zetten. M.i.v. 1-1-2011 staat deze vleugel niet meer op de balans omdat de gemeente Wageningen in 2011 alsnog de financiering van de uitbreiding in m2 voor haar rekening heeft genomen. De posten onder 1.2.1.3 (vleugel VMBO 1e verdieping), en 1.2.1.7 (uitbreiding MHV) zijn grotendeels betaald uit de in 2011 ontvangen bijdrage (euro 3 miljoen) van de gemeente Wageningen. Het restant (€ 971.115,-) is in 2012 betaald. Het verschil (totale investering minus bijdrage gemeente.) staat als eigen bijdrage uitbreiding MHV op de balans.(1.2.1.7) 1.2.1.4) RSG Pantarijn heeft voor de nieuwbouw aan de Hollandseweg als eigen bijdrage m.b.t. deze investering aan de gemeente Wageningen € 440.000 betaald. Deze investering wordt in 30 jaar afgeschreven. 1.2.1.5) Op de locatie Rhenen heeft in 2008 een renovatie plaatsgevonden van het gebouw. Het betreft hier de gemaakte kosten excl. € 300.000,- bijdrage van de gemeente Rhenen. 1.2.1.6) De ruimte boven de VMBO vleugel is in 2012 verbouwd tot OSD ruimte t.b.v. directie en ondersteunende dienst. Per januari 2013 is deze vleugel ingebruik genomen en geactiveerd op de balans. 1.2.1.7) Dit betreffen de kosten voor eigen rekening m.b.t. de uitbreiding van het MHV-gebouw in 2011/12. (zie toelichting 1.2.1.3)
62
1.2.1.8) (meerjaren)onderhoud wordt m.i.v. 2013 geactiveerd. 1.2.2)
De investeringen inventaris nieuwbouw/renovatie is volledig verantwoord onder de post "inventaris vanaf 1-1-2004". Activa die geheel is afgeschreven danwel verkocht is in 2013 en 2014 stuk voor stuk uit de activa administratie verwijderd. Het gaat om een bedrag van 2,5 miljoen euro (incl. inventaris 1997-2003).
1.2.a
WOZ/OZB waarde gebouwen en terreinen
(in euro's)
1.2.a.1
WOZ/OZB-waarde gebouwen
Bedrag
Hollandseweg 7 i, Wageningen Hollandseweg 9-11, Wageningen Nw.Veenendaalseweg 137, Rhenen Tollenhof 1, Kesteren
438.000 22.400.000 1.493.000 1.331.000
Totaal
25.662.000
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
Peildatum 1-jan-14 1-jan-14 1-jan-14 1-jan-14
63
JAARREKENING
TOELICHTING BALANS 1.
Activa Vlottende activa
31-12-2014
31-12-2013
(in euro's)
1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen (rek.machines) Materialen logistiek centrum
5.607 3.585
3.991 9.978
Totaal voorraden
9.192
13.969
Het logistiek centrum(VMBO-gebouw Wageningen) heeft een aantal standaardproducten (schoonmaak, repro, kantoorartikelen, kantineproducten, ict) in voorraad. 1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.2 1.5.7
Debiteuren OCW/LNV Overige vorderingen
61.441 60.346
Totaal debiteuren 1.5.8
109.967 73.700 85.337 121.787
269.004
Overlopende activa te ontvangen bedragen vooruitbetaalde kosten
23.481 128.508
26.058 84.769
Totaal overlopende activa
151.989
Totaal vorderingen:
273.776
110.827
379.829
1.5.1)
De post debiteuren betreft de afrekening SOP-gelden van de samenwerkingsverbanden
1.5.7)
De post "Overige vorderingen" bestaat o.m. uit vorderingen in verband met leerlingenbijdragen, detacheringen en verder uit aanloopkosten nieuwbouw Kesteren.
1.5.8)
De post "Overlopende activa" bestaat uit te vorderen rente over het 4e kwartaal 2014 en in 2014 reeds ten laste van 2015 betaalde contracten (SITA,Vitens,Westhoff en div. ICT contracten) De post vooruitbetaalde kosten is verminderd met het bedrag dat in 2014 is betaald, hetzelfde bedrag is in mindering gebracht op de rekening crediteuren.
64
JAARREKENING
1. 1.7
TOELICHTING BALANS
Activa Vlottende activa Liquide middelen (in euro's)
31-12-2014 1.7.1 1.7.2 1.7.4
Kasmiddelen Banken Spaartegoeden Totaal liquide middelen
Specificatie liquide middelen
NL22 INGB 0655 1136 65 NL45 INGB 0000 8309 85 NL88 RABO 0113 1213 26
5.204 78.800 2.508.110 2.592.114
107.719 56.928 24 78.800
1.023 588 1.100 1.254 129 1.110
164.671 7.804 713 688 606 254 1.086
5.204 536.962 548.803 1.343.452 78.893
Subtotaal spaartegoeden Saldo liquide middelen:
31-12-2013
23.402 55.368 30
Subtotaal kassen Rabo bedrijfstelerekening ASN meersparen ING toprente spaarrek. ING extrabonus zakenrekening
11.151 164.671 1.676.154 1.851.976
31-12-2014
Subtotaal banken Kas OSD (=centrale kas) Kas VMBO Hollandseweg Kas Rhenen Kas Kesteren Kas PRO Hollandseweg Kas MHV Hollandseweg
31-12-2013
11.151 531.293 539.467 605.394
2.508.110 2.592.114
1.676.154 1.851.976
Afgesproken, middels een kasprotocol, is dat de centrale kas gemiddeld niet meer dan € 5.000,aan contant geld bevat en een locatiekas gemiddeld niet meer dan € 500,-. Voor de rekeningen bij de ING geldt saldoregulatie m.b.t."roodstaan"en de rente. Er is besloten tot risicospreiding van de liquidemiddelen. Een deel van ons spaartegoed is daarom bij twee andere (ASN en Rabo) banken ondergebracht dan onze huisbankier ING. Inmiddels is besloten om steeds minder gebruik te maken van onze INGB rekening 0000 830985 (voorheen Postbank) mede gelet op de europese aanpassingen (IBAN/SEPA).
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
65
JAARREKENING
TOELICHTING BALANS 2. 2.1
Passiva Eigen vermogen
Mutaties Bestemming Overige exploitatiesaldo Mutaties 2014 2014
(in euro's)
Saldo 1-1-2014 2.1.1
Algemene reserve
2.1.2
Bestemmingsreserves publiek: Reserve personeel Reserve gespaarde Bapo Reserve vervanging Locatiereserves (publiek)
2.1.3
Bestemmingsreserves privaat: Locatiereserves (privaat) Totaal eigen vermogen
Saldo 31-12-2014
2.339.614
141.495
-
2.481.109
1.175.873 36.470 150.000 18.016
-4.017 -201.820
-
1.175.873 32.453 150.000 -183.804
-
-
80.286
42.835
-
123.121
3.800.259
-21.507
-
3.778.752
Toelichting 2.1.1 De Algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van Pantarijn onder het gezag van het bestuur. Toelichting 2.1.2 Het saldo van de reserves is op dit moment voldoende om een weerstandsvermogen van 15%-20% te garanderen (2014 21,4 % weerstandsvermogen). De personele reserve is bedoeld om forse schommelingen (daling en groei) in leerlingenaantallen op te vangen. Beleidsuitgangspunt was dat 15% van de personele inkomsten op jaarbasis gelabeld zou moeten worden als personele reserve. Omdat wij telkens in staat waren de groei van de afgelopen jaren goed op te vangen en 15% niet nodig bleek streven we er thans naar om 10% aan te houden voor het totaal aan personele (bestemmings) reserves. A.g.v. een stelselwijziging is m.i.v. 2010 de Bapo-voorziening niet meer toegestaan, het saldo is overgegaan naar de Bapo-reserve waaruit de opgebouwde rechten kunnen worden onttrokken. Een deel van de personele reserve is in 2011 overgegaan naar de locatiereserves i.h.k.v. afrekening fre's locatie(s) Tevens is de publieke reserve gemuteerd n.a.v. de afrekening(en) van de locaties per 31-12-2014. Met ingang van 2005 is een Reserve vervanging gevormd in verband met de beëindiging van de aansluiting bij het vervangingsfonds. Conform intern beleid is deze reserve tot € 150.000 gemaximeerd. Het beginsaldo van de reserve vervanging is in 2005 onttrokken aan de personele reserve. Toelichting 2.1.3 Het saldo van de Stichting Ouderfonds is met ingang van 2004 ondergebracht bij RSG Pantarijn. Het saldo is op verzoek van de ouders ingezet en het restant naar rato van het leerlingenaantal aan de (private) locatiereserve toegevoegd. M.i.v. 2009 kunnen de locaties, tot een maximum, een locatiereserve vormen. De reserve (of schuld) is privaat-(via de ouders/leerling) geld en maakt geen onderdeel uit van de bufferfunctie.
66
JAARREKENING
TOELICHTING BALANS
Locatiereserves privaat: Locatie MHV
€ € € € € €
46.567 9312.953 14.338 14.618 77.545
Reserve privaat 31-12-2013 Resultaat privaat kl.activiteiten 2014 Resultaat GOR 2014 Correctie 2012 Resultaat privaat leefbaarheid 2014 Reserve privaat 31-12-2014
Locatie VMBO/PRO
€ € € € €
25.498 603 12.367 4.93433.534
Reserve privaat 31-12-2013 Resultaat privaat kl activiteiten 2014 Resultaat GOR 2014 Resultaat privaat leefbaarheid 2014 Reserve privaat 31-12-2014
Locatie Rhenen
€ € € € €
4.496 2.2204.158 2.495 8.929
Reserve privaat 31-12-2013 Resultaat privaat kl activiteiten 2014 Resultaat GOR 2014 Resultaat privaat leefbaarheid 2014 Reserve privaat 31-12-2014
Locatie Kesteren
€ € € € €
3.725 1.702133 957 3.113
Reserve privaat 31-12-2013 Resultaat privaat kl activiteiten 2014 Resultaat GOR 2014 Resultaat privaat leefbaarheid 2014 Reserve privaat 31-12-2014
€
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
123.121
Totaal private reserve 31-12-2014
67
JAARREKENING
2.
Passiva
2.2
Voorzieningen
2.2.1
Personeel Spaarverlof PGB Jubilea
TOELICHTING BALANS
Saldo 31-12-2013 72.081 321.801 393.882
Dotaties 2014 10.645 55.443 20.225 86.313
Mutaties Onttrekkingen 2014 2.770 30.209 32.979
Vrijval 2014
Saldo 31-12-2014 -
79.956 55.443 311.817 447.216
Onderverdeling saldo 31-12-2013 < 1jaar 25.000 10.000 35.000
1-5 jaar 40.000 55.443 55.000 150.443
> 5 jr 14.956 246.817 261.773
Totaal: 2.2.1)
Inzake nog niet opgenomen spaarverlof-, PGB- en jubilearechten dient een voorziening te zijn opgenomen. In de nieuwe cao (per 1-8-2014) is de mogelijkheid opgenomen om verlofuren op te sparen. Deze PGB uren zijn hier opgenomen.
68
2. 2.3
Passiva Langlopende schulden (in euro's)
Langlopend deel 31-12-2013 2.3.3
Kredietinstellingen ING Totaal
700.000 700.000
Bedrag lening 31-12-2013 800.000 800.000
vrijval leningen o/g 2013 -
Aflossingen 2014
100.000 100.000
Bedrag boekwaarde 31-12-2014 700.000 700.000
Langlopend deel 31-12-2014
Rentepercentage (%)
Resterende looptijd in jaren
600.000 600.000
4,15
7,5
Toelichting 2.3.3)
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de schuld. In 2006 is voor de financiering van de inrichting nieuwbouw aan de Hollandeseweg bij de ING bank een lening afgesloten ter grootte van max.€ 1.500.000. (effectief, i.v.m. latere opname, is het totaal opgenomen bedrag € 1.350.000,-) In 2008 is voor het eerst € 50.000 op de hoofdsom afgelost en vervolgens ieder jaar € 100.000,-.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
69
JAARREKENING
TOELICHTING BALANS 2.
Passiva
2.5
Kortlopende schulden
31-12-2014
31-12-2013
(in euro's)
2.5.1 2.5.3 2.5.7 2.5.8 2.5.9 2.5.9.1 2.5.9.2 2.5.9.3 2.5.9.4 2.5.9.5
Kortlopend deel leningen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Waarborgsommen (kluisjes+devices) Overige nog te betalen kosten Vooruitontvangen deelnemersbijdragen Vakantiegeld Overig
131.196 73.874 32.689 37.770 548.299 5.721
Totaal overige kortlopende schulden
100.000 104.687 674.282 211.510
94.607 64.452 67.478 41.869 543.712 30.449
829.548
100.000 77.566 685.197 238.860
842.567
Overlopende passiva 2.5.10 2.5.10.1 2.5.10.2
Nog te besteden geoormerkte subsidies OC&W Overige subsidies OC&W Overig
47.186 76.538 186.949
Totaal overlopende passiva Totaal kortlopende schulden:
47.325 75.443 37.555 310.672
160.323
2.230.699
2.104.513
Toelichting 2.5.1)
Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en de geamortiseerde kostprijs (=bedrag waarvoor het financieel actief of de financiële verplichting bij de eerste opname in de balans wordt opgenomen) zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.
2.5.3)
De post Crediteuren betreft het saldo openstaande facturen op 31 december 2014.
2.5.7)
De Belastingen, premies sociale lasten en de schulden ter zake van pensioenen zijn de berekende bedragen over december 2014 die eerst in januari 2015 worden afgedragen.
2.5.9.2)
Onder de overige nog te betalen bedragen zijn bedragen begrepen inzake rente en aflossing lening ING.
2.5.9.3)
De deelnemersbijdragen voor het cursusjaar 2014/2015 zijn grotendeels in het najaar van 2014 ontvangen. 5/12 deel hiervan wordt geboekt t.g.v 2014 en 7/12 deel t.g.v. 2015.
2.5.9.5)
Onder overig zijn arbeidstraining PRO en skien Kesteren opgenomen.
2.5.10)
Voor specificatie zie model G.
2.5.10.1)
Dit betreft de (vooruitontvangen) MAS (maatschappelijke stage) gelden. (beschikking 652532)
2.5.10.2)
Onder overig zijn AWBZ gelden, betalingen op tussenrekening en nog te ontvangen facturen opgenomen.
70
JAARREKENING
TOELICHTING EXPLOITATIEREKENING
6. Toelichting op de onderscheidende posten van de exploitatierekening 2014
2013
(in euro's)
3
Baten (Rijks)bijdragen OCW
3.1.1.1
(Normatieve) rijksbijdrage OCW Overige subsidies OCW: 3.1.2.1.1 geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 overige subsidies
18.145.034
17.830.631
96.365 1.423.623
124.993 2.301.295
Totaal (Rijks)bijdragen OCenW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1 3.2.2
Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
19.665.022
15.290 178.044
Totaal overige overheidsbijdragen 3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.5 3.5.6
Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Deelnemersbijdragen Overige Totaal overige baten:
20.256.919
155.742 193.334
6.003 165.598 107.337 119.322
155.742
4.491 69.049 111.436 105.434 398.260
290.410
Toelichting. 3.1.1.1
De (normatieve) rijksbijdrage OCW bestond in 2014 uit de lumpsumvergoedingen voor personeel en de lumpsumvergoedingen voor materieel. Er is in heel 2014 uiteindelijk bijna € 115.000,- meer personele lumpsum vergoeding betaald door CFI/DUO dan over 2013. De materiële vergoeding is in 2014 € 202.305,- hoger dan in 2013. De hogere vergoeding is mede het gevolg van een hoger (+26) leerlingenaantal.
3.1.2.1.1 De geoormerkte subsidie(s) betreft, prestatieconvenant, innovatieimpuls (leerlingen voor leerlingen), zij-instroom en lerarenbeurs. Deze gelden worden eerst een bezit op het moment van besteding. Het Ministerie kan tot terugvordering overgaan wanneer deze middelen niet binnen een bepaalde termijn en/of conform de richtlijnen van het Ministerie van OCW worden uitgegeven.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
71
JAARREKENING
TOELICHTING EXPLOITATIEREKENING
3.1.2.2.1 Onder overige subsidies zijn opgenomen de schoolboeken, lgf gelden, prestatiebox, av.geh. leerlingen en maatschappelijke stage. Het verschil met 2013 is merendeels toe te rekenen aan de vergoeding lgf (-70.000) ,lesmateriaal (-70.000), aanvullende bekostiging (-566,000) en conv.jonge leerkrachten (-175.000).
3.2.1
Het betreft hier de vergoedingen (via de Gemeente Wageningen) project arbeidstoeleiding arbeidsmarkt.
3.2.2
Het betreft hier vergoedingen inzake diverse platforms en het project VO/VSO (samenwerkingsverband 25.10) en SOP-gelden (School Ondersteunings Plan v/h LGF) vanuit het samenwerkingsverband en onderwijsmarkt ijssel-veluwe (St. AVOO)
3.5.5
Totaal ontvangen deelnemersbijdragen t.g.v. 2014 in de schooljaren 2013/14 en 2014/15 € 107.337,respons 2012-2013 64% respons 2013-2014 60%
3.5.6
Toelichting op de onderscheiden posten van de exploitatierekening
(in euro's)
Toelichting overige baten
Sponsoring Automaten Kantine Overstap leerlingen (instroom) Overige baten *) Overige kleinere vergoedingen **) vergoeding gegar.lening gem. Rhenen
2014 239 5.533 6.959 56.943 23.550 26.097 119.321
*) restitutie belastingdienst voorgaande jaren, commissie busbedrijf en interne financiering verbouwing **) Inepro, boetes bibliotheek, pers.vergoeding ontwikkeling lesmat.
72
2013 3.300 1.064 5.966 10.973 64.894 16.107 3.130 105.434
JAARREKENING
TOELICHTING EXPLOITATIEREKENING
2014
(in euro's)
4
Lasten
4.1
Personele lasten
4.1.1.1 Lonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenlasten 4.1.2.1 vrijval, onttrekking en dotatie overige pers.voorzieningen 4.1.2.2 Uitzendkrachten, declaranten en overige personele lasten 4.1.2.3 nascholing 4.1.4
12.152.144 1.491.411 1.825.723
12.181.582 1.316.158 1.877.327
86.313
16.750
879.920
815.936
112.474
Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten
4.1.1.1 Hierbij de verdeling van de t/m lonen en salarissen in fte 4.1.1.3 per categorie
15.469.278
2013
(excl.Bapo)
Directie OP OOP
1.078.707
15.375.067
123.766
956.452
32.424-
76.772-
16.515.561
16.254.747
12/13 fte 7 160 56 223
13/14 fte 5 156 57 218
14/15 fte 5 168 59 232
4.1.1.1 De directe loonkosten zijn in 2014 bijna € 95.000,- hoger dan in 2013. De verdeling van de mutatie is als volgt: directie -€ 77.000,-, OP + € 284.000 ,- en OOP -€ 113.000 ,-. 4.1.2.1 De dotatie aan de personele voorzieningen is de som van de dotatie aan de voorziening spaarverlof, PGB en de jubileumvoorziening incl. de onttrekkingen en vrijval uit de genoemde voorzieningen. (betaling vindt rechtstreeks plaats via de salarissen). 4.1.2.2 De post uitzendkrachten, declaranten e.d. bestaat o.a. detacheringen, reiskosten, kosten administratiekantoor Merces Tiel, kosten begeleiding personeel, kosten WAO eigenrisicodragerschap, werkloosheiduitkering t.l.v. bestuur en overige uitbestedingen. Aan kosten administratiekantoor(-€ 9.400,-), overige personele lasten (- € 54.000,-) en nascholing (-€ 11.000,-) is in 2014 minder uitgegeven dan in 2013. Aan inzet derden en inleenvergoedingen (+ € 72.000,-) aan werkloosh.uitkeringen(+€ 44.000) en advertentiekosten (+ € 3.000,-) is in 2014 meer uitgegeven dan in 2013. 4.1.4
Uitkeringen: Voor 2014 betreft het alleen (zwangerschaps) uitkeringen van UWV.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
73
JAARREKENING
TOELICHTING EXPLOITATIEREKENING
2014
2013
58.896 590.342 73.077 722.315
84.518 604.147 72.236 760.901
4.2
Afschrijvingen
4.2.2 4.2.3 4.2.4
Gebouwen Inventaris en apparatuur Meerjaren onderhoud Totaal afschrijvingen
4.2.2
In 2014 zijn de noodlokalen Kesteren in zijn geheel afgeschreven.
4.2.3
De verhoging in 2014 komt vrijwel geheel voor rekening van ICT (laptops).
4.2.4
A.g.v. een stelselwijziging wordt m.i.v. 2013 direct afgeschreven op gerealiseerd (groot) onderhoud.
2014
2013
235.339 23.061 169.957 305.111 360.505 16.638 -
258.947 18.199 190.236 353.776 404.528 16.272 3.130
1.110.610
1.245.088
toelichting lasten (vervolg) (in euro's)
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huur Verzekeringen Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten
4.3.1
Naast de te betalen huur inzake de sporthal in Rhenen zijn daar de huur voor sportvelden en sportzalen De Vlinder en Haverlanden. Daarnaast de huur voor de kantoorruimte (tot 2014) , fitness- en archiefruimte in de Vlinder
4.3.4
De kosten voor energie zijn in 2014 in totaliteit lager dan in 2013. Gas (-25%), electriciteit (-2%) en water (-4%).
4.3.5
De totale schoonmaakkosten zijn in 2014 11% lager dan in 2013.
4.3.7
De post overige huisvestingslasten in 2013 betreft voornamelijk de betaling van de rente op de (gegarandeerde) leningen. Medio 2013 is deze lening geheel afgelost.
4.4
Overige instellingslasten
4.4.1 4.4.2 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige Totaal overige instellingslasten
4.4.2
2014
2013
763.742 1.110.222 50.612
770.643 1.069.733 53.313
1.924.576
De kosten voor sectieuitgaven(mat.) zijn in 2014 19% gestegen t.o.v. 2013. Kosten ICT onderhoudcontracten zijn in 2014 ruim 20% gestegen t.o.v. 2013.
74
1.893.689
JAARREKENING
TOELICHTING EXPLOITATIEREKENING
Accountantskosten
2011
2012
2013
2014
4.4.1.1 onderzoek jaarrekening
15.086
13.310
11.495
12.460
4.4.1.2 ov.controleopdrachten 4.4.1.3. fiscale adviezen 4.4.1.4. ov.niet-controlediensten totaal accountantskosten:
1.411 16.497
1.000 14.310
11.495
12.460
4.4.2
Een aantal (Vavo) leerlingen volgen elders (deeltijd) les. De kosten worden aan ons doorbelast. Tevens zijn hier o.m. de kosten voor ict-kleinmateriaal, taalbeleid/goa en zorgleerlingen opgenomen. De kosten voor "gratis"schoolboeken zijn in 2014 (iets) hoger dan in 2013 (+1%) Alle bestedingen, incl.projecten ouderraad, die betaald worden uit de vrijwillige ouderbijdragen vallen hieronder inclusief de, apart in rekening gebrachte, duurdere activiteiten en individuele leermiddelen.
4.4.4
Hieronder zijn opgenomen de kosten van PR en RVT.
Toelichting op de onderscheiden posten van de exploitatierekening 2014
2013
(in euro's)
5.
Financiële baten en lasten
5.1 5.1.1 5.1.2
Financiële baten Rentebaten Overige financiële baten
27.136 691
5.2 5.2.1 5.2.2
Financiële lasten Rentelasten Overige financiële lasten
32.887 -
Saldo financiële baten en lasten
5.1.1
27.827
32.887
26.259 -
36.281 23
-5.060
26.259
36.304 -10.045
Als gevolg van een gemiddeld hoger saldo liquidemiddelen maar daarnaast een lagere rentevergoeding op de spaarrekening(en) zijn de rente inkomsten in 2014 t.o.v. 2013 nog met 3% gestegen.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
75
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN
JAARREKENING
7. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Titel
accountantscontrole Algemene voorwaarden Overeenkomst lidmaatschap leermateriaal en ondersteuning
Einde contract
Afdeling
31-5-2016 Financiën
Jaarkosten (incl BTW)
€
31-7-2016 Bestuur
€
Alarmopvolging Pantarijn breed
31-12-2019 Facilitair
€
Dienstverleningsovereenkomst Merces I-2015-01-13 Marsh Polisaanhangsel verzekering Pakket Eigendommen
31-12-2017 Personeelszaken
€
Contract 24x7 Escalaties Onderhoudscontract technische installaties
Hostingovereenkomst 06-06-2011
12-1-2016 ICT
€
ICT
€
31-12-2015 Facilitair
30-6-2016 ICT
€
€
Contractsoort
13.500,00 Bepaalde tijd Stilzwijgende 17.500,00 verlenging Stilzwijgende 11.750,00 verlenging
Stilzwijgende 45.000,00 verlenging Stilzwijgende 5.892,00 verlenging 12.342,00 Onbepaalde tijd Stilzwijgende 22.075,00 verlenging
Stilzwijgende 57.440,00 verlenging
Overeenkomst lidmaatschap leermateriaal en ondersteuning
31-7-2016 Bestuur
€
Stilzwijgende 17.661,00 verlenging
Overeenkomst Inzet Wilfred Hanekamp 24 u/wk
1-10-2015 ICT
€
47.674,00 Onbepaalde tijd
Schoonmaakdienstverlening Afvalverwerking
31-12-2015 Facilitair
€
1-1-2016 Facilitair
€
320.304,00 Bepaalde tijd Stilzwijgende 22.800,00 verlenging
Contractduur
3 jaar
1 jaar
4 jaar 3 jaar doorlopend
Stichting VO-content Sleutelwacht
dienstverleningsovereenkomst behelst personeels- en salarisadministratie Merces BV Verzekering: Pakket eigendommen bevoegd gezag Marsh Tevens inbegrepen opdrachtbevestiging Volume Uren Tegoed (VUT) en Audit IT-Value BV
1 jaar
Madern Techniek BV
1 jaar
Hosting van de SchoolMaster Magistersuite via (schoolwerkplek) .Voor de programmatuur is de Licentie- en Abonnementsovereenkomst afgesloten. Opgegeven jaarkosten zijn voor de Magisterlicenties (€45365/jr) + MMP module (€9075/jr) (prijspeil 2014). SchoolMaster BV
1 jaar
VO-content zorgt namens VO-scholen dat uitgevers Stercollecties ontwikkelen, onderhouden en actualiseren. Jaarlijkse bijdrage gebaseerd het totale leerlingenaantal van de school (2523 in 2013/2014). Tarief 7 euro per leerling.
1 jaar
Stichting VO-content WillyWare Permar
3 jaar
31-7-2016 Facilitair
€
400.000,00 Bepaalde tijd
2 jaar
Ricoh huurovereenkomst afdrukapparatuur alle locaties
1-10-2016 ICT
€
14-9-2015 Facilitair
€
96.000,00 Bepaalde tijd Stilzwijgende 10.402,00 verlenging
3 jaar
van Ginkel tuinonderhoud
€
Stilzwijgende 12.342,00 verlenging
ICT
Leverancier
Ernst en Young Lidmaatschap VO-content. €7 per leerling dus +/€17.500
5 jaar
Extern Boekenfonds van Dijk Educatie
24x7 support, IT Value
Omschrijving
Sita Verlenging bestaande contract met 2 jaren. Afwijkend van EU aanbesteding ivm het onverwacht toch gratig blijven van de schoolboeken in december 2013. Van Dijk Educatie bv Verlenging met 3 jaar, volledige standaardisering met nieuwe apparatuur. Dit om goed vooronderzoek te kunnen doen t.b.v. adequate aanbesteding van reprografische middelen en/of diensten. Ricoh
1 jaar
Doorlopend
24x7 support contract, zie ook ondertekende opdrachtbevestiging waar een lagere prijs/maand is bedongen.
Aanbestedingproced Opzegging ure geen opzegtermijn; eind 2015 bepalen of we m.i.v. jaarrekening 2016 eventueel van accountant willen veranderen enkelvoudig onderhands enkelvoudig onderhands
enkelvoudig onderhands enkelvoudig onderhands enkelvoudig onderhands enkelvoudig onderhands
enkelvoudig onderhands
enkelvoudig onderhands enkelvoudig onderhands enkelvoudig onderhands enkelvoudig onderhands
Overeenkomst voor telkens één schooljaar (1 augustus – 31 juli). Stilzwijgende verlenging jaarlijks met één jaar. Opzegging schriftelijk vóór 1 maart . drie maanden van tevoren Deze overeenkomst treedt in werking op 01-01-2014 en wordt aangegaan voor de tijd van vier (4) jaren. De overeenkomst wordt telkens stilzwijgend met vier (4) jaar verlengd, tenzij deze tenminste 1 (een) jaar voor aanvang is opgezegd. Stilzwijgende verlenging telkens voor 36 maanden, tenzij 3 maanden voor de afloopdatum opgezegd. Opzegtermijn 3 maanden drie maanden van tevoren.
Niet gespecificeerd; verbonden met de licenties van Magister, dus per schooljaar
De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van minimaal één schooljaar (1 augustus – 31 juli) en daarna jaarlijks met één jaar stilzwijgend verlengd. De overeenkomst dient vóór 1 maart schriftelijk opgezegd te worden. 3 maanden opzegtermijn voor de 1e van de nieuwe maand. Drie maanden van tevoren. drie maanden van tevoren
Afwijkend
Aflopend op 31-7-2016
Afwijkend enkelvoudig onderhands
Aflopend contract na 36 maanden
Van Ginkel
IT-Value BV
enkelvoudig onderhands
drie maanden van te voren
Opzegtermijn 3 maanden
76
JAARREKENING
MODEL G
8. Model G G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving
kenmerk
Vergoeding zijinstromer (Gleichman)
11/14027
€
19.000
€
19.000
X
Vergoeding zijinstromer (Nanninga)
563526
€
20.000
€
20.000
X
Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Maas Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Hooijer Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Wietsma Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Wietsma Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Heemskerk Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Heemskerk Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Heemskerk Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Lankhof Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Laurier Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Schoeman Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Smits Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Smits Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Bovenkamp Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Linschooten
549961 519961 549961 549961 549961 549961 549961 549961 549961 549961 549961 549961 549961 549961
2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014
€ € € € € € € € € € € € € €
4.414 5.714 315 4.729 5.044 5.0446.306 3.153 5.044 3.783 6.306 6.3066.306 6.306
€ € € € € € € € € € € € € €
4.414 5.714 315 4.729 5.044 5.0446.306 3.153 5.044 3.783 6.306 6.3066.306 6.306
Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Maas Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Hooijer Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs v/d Bovenkamp Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Heemskerk Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Laurier Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Wietsma Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Lankhof Subsidie Studieverlof/lerarenbeurs Schoeman
644101 644101 644101 644101 644101 644101 644101 644101
2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015 totaal:
€ € € € € € € € €
5.053 5.725 6.317 6.317 5.053 5.053 3.158 3.790 125.537
€ € € € € € € € €
5.053 5.725 6.317 6.317 5.053 5.053 3.158 3.790 125.537
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
periode
bedrag van de toewijzing
ontvangen t/m verslagjaar
de prestatie is geheel uitgevoerd en afgerond
de prestatie is niet geheel uitgevoerd en afgerond
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
77
JAARREKENING
MODEL G
G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Prestatieconvenant vsv variabel
kenmerk
datum
bedrag van de toewijzing
ontvangen t/m verslagjaar
Totale kosten
te verrekenen overschot ultimo verslagjaar
14-651666
2014
€
14.000
€
14.000
€
14.000
€
-
totaal:
€
14.000
€
14.000
€
14.000
€
-
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
kenmerk
periode
bedrag van de toewijzing
saldo 1-1-2014
ontvangen in verslagjaar
lasten in verslagjaar / verrekend door OCW
totale kosten t/m 31-12-2014
Saldo nog te besteden ultimo verslagjaar.
Innovatie impuls (leerl.voor leerl.)
301856 308931 309080 309221 309337
2011-2014
€
121.220
€
117.220
€
4.000
€
4.000
€
121.220
€
-
Effectmeting Innovatie impuls
279766 279379 280056 280197
2011-2014
€
10.000
€
7.500
€
2.500
€
2.500
€
10.000
€
-
totaal:
€
131.220
€
124.720
€
6.500
€
6.500
€
131.220
€
-
78
JAARREKENING
WNT
9. Bezoldiging van bestuurder en toezichthouders WNT Pantarijn heeft sinds 1 april 2013 één directeur/bestuurder en sinds 1-12-2013 een Raad van Toezicht. De directeur/bestuurder is in loondienst van de Stichting. Voor het bijwonen van de vergaderingen ontvangen de leden van de Raad van Toezicht vacatiegeld en indien van toepassing een bijdrage in de reiskosten. Deze regeling geldt ook voor de leden van de verschillende interne commissies (klachten- en bezwaren commissie). De kosten (behoudens salaris bestuurder) zijn verantwoord onder 4.4.1 (Administratie- en beheerslasten). 4.1 Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1 (vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking) naam voorz.j/n Mevr. S.L. Efdé voorz. J
ingang dienstverband 1-4-2013
einddatum dienstverband nvt
Omvang dienstverband in FTE 1
Beloning € 107.297
Balastbare onkostenvergoedingen € 1.200
Voorziening beloning betaalbaar op termijn € 18.044
Uitkeringen wegens einde dienstverband € 0,00
€ 107.297
€ 1.200
€ 18.044
€ 0,00
motivering overschrijding norm en andere toelichting
Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2 (vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking) naam voorz.j/n
ingang dienstverband
einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
Beloning
Balastbare onkostenvergoedingen
Voorziening beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens einde dienstverband
motivering overschrijding norm en andere toelichting
Omvang dienstverband in FTE nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Beloning
Balastbare onkostenvergoedingen € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €0
Voorziening beloning betaalbaar op termijn € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €0
Uitkeringen wegens einde dienstverband € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €0
motivering overschrijding norm en andere toelichting
nvt Vermelding toezichthouders (lid van het hoogste toezichthoudende orgaan) naam voorz.j/n de heer R.Leenders (J) de heer H.J.Niemeijer de heer P.H.Hotsma de heer A Jongstra de heer M.E.Visser de heer H.J.Hoek
ingang dienstverband 1-1-2011 1-1-2014 1-1-2011 1-1-2011 1-1-2014 1-1-2014
einddatum dienstverband
€ 1.535 € 847 € 200 € 600 € 500 € 600 € 4.282
Vermelding niet-topfunctionarissen (andere functionarissenvan wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt) naam voorz.j/n
ingang dienstverband
einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
Beloning
Balastbare onkostenvergoedingen
Voorziening beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens einde dienstverband
motivering overschrijding norm en andere toelichting
Beloning
Balastbare onkostenvergoedingen
Voorziening beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens einde dienstverband
motivering overschrijding norm en andere toelichting
nvt Vermelding niet-topfunctionarissen (zelfde opgave als hierboven,maar dan over het voorgaande verslagjaar) naam voorz.j/n
ingang dienstverband
einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
nvt
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
79
BESTEMMING EXPLOITATIESALDO
OVERIGE GEGEVENS
1. Bestemming exploitatiesaldo Tabel 42 – voorstel bestemming exploitatiesaldo 2014
2014
2013
(in euro's)
Verdeling van het exploitatiesaldo
toevoegen/onttrekken aan algemene reserve
141.495
837.571
toevoegen/onttrekken aan personele reserve
0
0
-4.017
-75.219
privaat 30.978 -83.205 8.036 -68.803 4.433 -6.365 -612 -612 42.835
-208.590 -23.001 8.629 -790
-21.507
538.600
toevoegen/onttrekken aan reserve gespaarde Bapo
Saldo 2014 locatiebegroting 2014 MHV Saldo 2014 locatiebegroting 2014 VMBOPRO Saldo 2014 locatiebegroting 2014 R Saldo 2014 locatiebegroting 2014 K
exploitatiesaldo
publiek -114.183 -76.839 -10.798 0 -201.820
Gebeurtenissen na balansdatum De accountant verricht werkzaamheden die er op gericht zijn toereikende controle-informatie te verkrijgen Gebeurtenissen na de balansdatum maar voor de datum van de accountantsverklaring die aanpassing van- of vermelding in- de jaarrekening vereisen dienen te worden gesignaleerd. Geconstateerd is dat er geen sprake is van dergelijke gebeurtenissen.
80
OVERIGE GEGEVENS
CONTROLEVERKLARING ACCOUNTANT
2. Controleverklaring accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht van Stichting voor openbaar voortgezet onderwijs van Wageningen en omstreken te Wageningen
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in dit verslag opgenomen) jaarrekening 2014 van Stichting voor openbaar voortgezet onderwijs van Wageningen en omstreken te Wageningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O.. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting voor openbaar voortgezet onderwijs van Wageningen en omstreken per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
81
CONTROLEVERKLARING ACCOUNTANT
OVERIGE GEGEVENS
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 van het BW.
Arnhem, 17 juni 2015 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. J.M.A. Drost RA
82
GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON
OVERIGE GEGEVENS
3. Gegevens over de rechtspersoon
Organisatiestructuur Directeur/Bestuurder
Manager Facilitair & ICT Manager P&O en Financiën
Locatiedirecteur Locatie Rhenen / Kesteren
Locatiedirecteur Adjunct-directeur Locatie MHV Wageningen
Locatiedirecteur Locatie VMBO/PRO Wageningen
Teamleiders
Teamleiders
Teamleiders
Docenten & onderwijsondersteuning
Docenten & onderwijsondersteuning
Docenten & onderwijsondersteuning
Medewerkers afdelingen
Bevoegd gezag Naam instelling Adres (Ondersteunende dienst) Telefoonnummer Faxnummer Bankgegevens E-mailadres Internetsite Bestuursnummer Naam contactpersoon E-mailadres contactpersoon BRIN-nummer
Ondersteunende dienst: (Onderwijs)Locaties
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs van Wageningen en Omstreken, Postbus 257, 6700 AG Wageningen Regionale scholengemeenschap Pantarijn Hollandseweg 9, 6706 KN Wageningen Postbus 257, 6700 AG Wageningen 0317 465893 0317-465895 NL22INGB0655113665
[email protected] www.pantarijn.nl 13693 T.Druif, hoofd financiële administratie
[email protected] 16YV subnr. 2014 nvt 00 01 02 04
Hollandseweg 9 te Wageningen Hollandseweg 11 te Wageningen Hollandseweg 9 te Wageningen Nieuwe Veenendaalseweg 137 te Rhenen Tollenhof 1 te Kesteren 83
GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON
Locatie MHV Wageningen Bezoekadres Postadres Telefoon E-mail Internet Locatiedirecteur
OVERIGE GEGEVENS
Hollandseweg 11, 6706 KN Wageningen Postbus 257, 6700 AG Wageningen (0317) 465 855
[email protected] www.pantarijn.nl m.i.v. 05-01-2015, interim
Locatie VMBO/PRO Wageningen Bezoekadres Hollandseweg 9 , 6706 KN Wageningen Postadres Postbus 257, 6700 AG Wageningen Telefoon VMBO (0317) 466 599 Telefoon PRO (0317) 466 590 E-mail VMBO
[email protected] E-mail PRO
[email protected] Internet www.pantarijn.nl Locatiedirecteur Mevrouw P.J.M.C. Bakers Locatie Rhenen Bezoekadres Postadres Telefoon Fax E-mail Internet Locatiedirecteur
Nieuwe Veenendaalseweg 137, 3911 MG Rhenen Postbus 257, 6700 AG Wageningen (0317) 612 515 (0317) 620 262
[email protected] www.pantarijn.nl De heer O. Wijma
Locatie Kesteren Bezoekadres Postadres Telefoon Fax E-mail Internet Locatiedirecteur
Tollenhof 1, 4041 BH Kesteren Postbus 257, 6700 AG Wageningen (0488) 481 492 (0488) 483 528
[email protected] www.pantarijn.nl De heer O. Wijma
Ondersteunende Dienst gehuisvest in een vleugel van het VMBO/PrO Wageningen Bezoekadres Hollandseweg 9 , 6706 KN Wageningen Postadres Postbus 257, 6700 AG Wageningen Telefoon (0317) 465 893 Fax (0317) 465 895 E-mail
[email protected] Internet www.pantarijn.nl Directeur/Bestuurder Mevrouw dr. ir. S.L. Efdé
84
AFKORTINGEN
OVERIGE GEGEVENS
4. Lijst met afkortingen Aka AB AMN test AOB AV AVO AWBZ BAPO BPO BBL BHV’er BYOD CAO-VO CE cijfer COGMED DUO FPU FTE HAVO HRM cyclus HV ICT IOP JGZ KBL KPC KWT LC LD LGF LIO LMT LOB LVS
De opleiding Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent is een opleiding voor een specifieke groep jongeren. De opleiding AKA geeft jongeren een nieuwe kans om zich voor te bereiden op een plek op de arbeidsmarkt. Ambulante begeleiding Standaardtesten die het taal- en rekenniveau in beeld brengen. Afkorting staat voor Assess, Manage, Navigate. De Algemene Onderwijsbond audiovisueel Algemeen Vormend Onderwijs, een groep vakken die niet direct gericht zijn op beroeps(voorbereidend) onderwijs. Algemene wet bijzondere ziektekosten Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen. Regeling voor arbeidsurenvermindering voor oudere werknemers, in de cao 2014/2015 vervangen door Levensfasebewust Personeelsbeleid. Begeleiders Passend Onderwijs Basis Beroepsgerichte Leerweg Bedrijfshulpverlener Bring Your Own Device. Leerlingen en medewerkers maken op school gebruik van hun eigen smartphone, laptop of tablet. Collectieve arbeidsovereenkomst voor het Voortgezet Onderwijs Cijfer behaald op het Centraal Examen. Werkgeheugentraining ter verbetering van het concentratievermogen Dienst Uitvoering Onderwijs Flexibel Pensioen en Uittreden fulltime-equivalent, werktijdsfactor. 1 fte is een volledige werkweek. Hoger Algemeen Vormend Onderwijs Human Resource Management. Jaarcyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken met medewerkers. Havo/Vwo Informatie en Communicatie Technologie Individueel Ontwikkelingsplan voor leerlingen van het praktijkonderwijs Jeugdgezondheidszorg Kaderberoepsgerichte leerweg Katholiek Pedagogisch Centrum - onderwijsadviesbureau Keuze Werktijd loonschaal voor docenten Loonschaal voor docenten Leerlinggebonden financiering. Leraar in opleiding Locatie Management Team, bestaande uit locatiedirecteur en teamleiders Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding Leerling Volgsysteem
JAARVERSLAG 2014 - RSG PANTARIJN
85
AFKORTINGEN
LWOO MAS MBO MR MT NG OCW OOP OP OPP OSD PDCA PGB PrO RI&E RTTI toetsen
ROC RT RvT SE cijfer SSG4 SOP SWV TLV VAVO VIA-scholen VMBO VO VO VSO VTOI VWO WMO WMS WW 86
OVERIGE GEGEVENS
Leerweg Ondersteunend Onderwijs Maatschappelijke Stage Middelbaar Beroeps Onderwijs Medezeggenschapsraad Managementteam bestaande uit Directeur/ bestuurder, locatiedirecteuren en manager ICT & Facilitair Nieuwe Gymnasium Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijs personeel Ontwikkelingsperspectief. Document in het kader van Passend Onderwijs voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ondersteunende Dienst RSG Pantarijn Werkwijze om de organisatie op systematische wijze voortdurend te verbeteren. Afkorting staat voor: Plan Do Check Act Persoonsgebonden Budget Praktijkonderwijs Risico Inventarisatie en Evaluatie Toetsen die zicht geven op de leerontwikkeling van de leerling. R = Reproductie, het stampwerk T1 = Toepassen in een bekende situatie T2 = Toepassen in een nieuwe situatie I = Inzicht, kritische reflectie, verbanden en wetmatigheden aanbrengen Regionaal Opleidingscentrum Remedial Teaching Raad van Toezicht Cijfer behaald op het Schoolexamen Schoolsoortgroep waartoe Pantarijn behoort (brede scholengemeenschap met alle schoolsoorten) School Ondersteuningsprofiel. Hierin beschrijft de school wat voor ondersteuning zij kan bieden aan leerlingen. Samenwerkingsverband. Toelaatbaarheidsverklaring Voortgezet Algemeen Volwassenonderwijs Samenwerkingsverband van 11 scholen voor christelijk VO op en rond de Veluwe Voorbereidend Middelbaar Onderwijs vak ondersteuning in bovenbouw H/V locatie MHV Voorgezet Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen Voorbereidend Wettenschappelijk Onderwijs Wet maatschappelijke Ondersteuning Wet Medezeggenschap Scholen Werkloosheidswet