° · » ¬ » ® - ³ ¿ ® « · ³ ¬ » ´ · ¶ µ »
ú
- ° ± » ´ - ¬ ® ¿
± ® ¼ » ² · ² ¹
» ²
³ · ´ · » «
Þ»¦±»µ¿¼®»-æ Ü» Í>²²»² îè çîèç ØÕ Ü®±¹»¸¿³ б-¬¾«- íï çîèç ÆØ Ü®±¹»¸¿³ Ì øðëïî÷ íê çç ðð
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch (It Heideloantsje 36)
Ú øðëïî÷ íê çç ðï Û ·²º±à°-®±³ò²´
Gemeente Kollumerland c.a.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
Ü» ¿´¹»³»²» ª±±®©¿¿®¼»² ¦·¶² ±²¼»® ÕªÕ ²«³³»® ðïðèçéíê ¹»¼»°±²»»®¼ ¾·¶ ¼» Õ¿³»® ª¿² Õ±±°¸¿²¼»´ »² Ú¿¾®·»µ»² ¬» Ô»»«©¿®¼»²
TOELICHTING
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-2-
INHOUDSOPGAVE
pagina
HOOFDSTUK 1 1.1 1.2 1.3
INLEIDING Aanleiding voor het plan Plangebied Leeswijzer
4 4 4 5
HOOFDSTUK 2 2.1 2.2
BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED Ontstaansgeschiedenis Beschrijving van het initiatief
6 6 6
HOOFDSTUK 3 3.1 3.2 3.3
BELEID Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
8 8 8 9
HOOFDSTUK 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
OMGEVINGSASPECTEN Algemeen Milieuzonering Luchtkwaliteit Ecologie Archeologie Externe veiligheid Water Bodem
11 11 11 12 13 14 16 17 17
HOOFDSTUK 5 5.1 5.2
TOELICHTING OP DE BESTEMMINGEN Plansystematiek Bestemmingen
18 18 18
HOOFDSTUK 6
OVERLEG
19
HOOFDSTUK 7 7.1 7.2
UITVOERBAARHEID Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid
20 20 20
BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3
Wateradvies Overlegreacties Bedrijfsplan
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-3-
1.
INLEIDING
1.1
Aanleiding voor het plan
Dit bestemmingsplan bevat een planologisch-juridische regeling voor het perceel gelegen aan It Heideloantsje 36 te Zwagerbosch. Op het perceel is een (voormalige) boerderij aanwezig, die in hoofdzaak een woonfunctie heeft. Sinds 2008 hebben de eigenaarbewoners een logeer- en crisisopvang voor kinderen die door bepaalde omstandigheden niet thuis kunnen wonen. Het perceel is gelegen binnen het plangebied van het bestemmingsplan “Zwagerbosch”. De eigenaren hebben een verzoek ingediend om diverse voorzieningen ten behoeve van de opvangfunctie op het bijbehorende erf te mogen plaatsen. Dit voornemen is strijdig met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. De gemeente Kollumerland c.a. is bereid haar medewerking aan dit initiatief te verlenen, mits een adequate planologische regeling voor het desbetreffende perceel wordt getroffen. Dit plan beoogt daar in te voorzien en vormt daarmee een (gedeeltelijke) herziening van het geldende bestemmingsplan voor het onderhavige perceel. 1.2
Plangebied
Zoals uit het bovenstaande duidelijk is geworden omvat het plangebied enkel het perceel waarop de zorgboerderij is gelegen. Het plangebied is indicatief weergegeven in figuur 1.
Figuur 1 : ligging van het plangebied
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-4-
1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk twee wordt een beschrijving van het plangebied gegeven. Daarin komt de ontstaansgeschiedenis van het gebied kort aan bod en wordt de huidige functionele structuur van het gebied beschreven. Hoofdstuk drie geeft het beleidskader aan dat relevant is voor het plangebied. Het bevat een beknopte weergave van zowel het rijks-, provinciaal als gemeentelijk beleid dat bepalend is voor de ontwikkelingsmogelijkheden binnen het plangebied. Vervolgens komen in hoofdstuk vier de omgevingsaspecten aan de orde. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op onderwerpen als ecologie, archeologie, water, bodem, externe veiligheid, milieu, luchtkwaliteit en kabels en leidingen. Deze omgevingsaspecten vormen de randvoorwaarden voor de invulling van het plangebied. Om de voorgestane ontwikkeling in juridisch opzicht mogelijk te maken, zijn planregels opgesteld, die samen met de verbeelding daarvan het juridisch (bindende) kader vormen. In hoofdstuk vijf is een toelichting op de bestemming en de daarbij behorende regels gegeven. Tot slot gaat hoofdstuk zes nader in op het overleg met diverse (overheids)instanties en wordt de uitvoerbaarheid van het plan, waarbij zowel de maatschappelijke als de economische aspecten daarvan aandacht krijgen, beschreven in hoofdstuk zeven.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-5-
HOOFDSTUK 2. 2.1
BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED
Ontstaansgeschiedenis en huidige functionele structuur van het plangebied
Het dorp Zwagerbosch maakt deel uit van het kleinschalige coulissenlandschap van de Noordelijke Wouden. Dit gebied is gevormd door afzetting van dekzand op keileemgronden tijdens de laatste ijstijd. Deze hogere zandgronden maken deel uit van het Drents Plateau. De schrale zand- en heidegronden hebben bijgedragen aan een kleinschalig en diffuus patroon van ontginning, inrichting en bewoning. Kenmerkend is de opbouw van hogere (dekzand)ruggen en lagere, natte delen, de zogenaamde mieden of hooilanden. Op de hogere delen is lintachtige bebouwing aanwezig en zijn wegdorpen ontstaan. Dwars op deze linten zijn houtwallen en elzensingels aangelegd voor de veekering en ter bescherming tegen zandverstuiving. Het perceel is gelegen op één van de oorspronkelijke ontginningsassen van de hogere zandgronden van Zwagerbosch/Twijzelerheide. It Heideloantsje vormt de oostelijke uitloper van het dorp Zwagerbosch. Langs deze weg komt verspreid bebouwing voor, hoofdzakelijk in de vorm van woonbebouwing. Naarmate deze verder van het dorp is gelegen wordt de bebouwing meer incidenteel van karakter en bestaat deze veelal uit agrarische bebouwing. 2.2
Beschrijving van het initiatief
Het plangebied bestaat uit een perceel met bijbehorende opstallen. Het betreft een (voormalige) boerderij met omringend erf waarop enkele bijgebouwen aanwezig zijn. De boerderij wordt reeds lange tijd in hoofdzaak voor bewoning gebruikt door de eigenaren, maar sinds 2008 ook als logeer- en crisisopvang (De Dowetil) voor kinderen en jong volwassenen tot 24 jaar. De doelgroep bestaat uit kinderen met een stoornis in het autisme spectrum, ADHD of het syndroom van Down. De opvang vindt voor het merendeel in de weekenden en in de vakantieperioden plaats. Ten behoeve van deze opvangfunctie bestaat het voornemen om de achterzijde (noordzijde) van het perceel in te richten en te voorzien van diverse speeltoestellen, een zwem- en stoombad, een ruimte met sanitaire voorzieningen en buitenkeuken, e.d. Voor zover deze voorzieningen als bouwwerken zijn aan te merken, beslaan deze in totaal een oppervlakte van ca. 130 m2. Het betreft een gebouw met daarin een buitenkeuken en sanitaire voorzieningen (oppervlakte ca. 82,5 m2) alsmede een buitenzwembad (oppervlakte ca. 45 m2). Het opvangen van deze kinderen en jongeren dient een tweeledig doel. Behalve dat de ouders/verzorgers en andere familieleden van dergelijke kinderen bij tijd en wijle ontlast worden van de zorg voor hen, is de belangrijkste functie van de opvang om deze kinderen te laten spelen en leren in een veilige omgeving. De opvang biedt de kinderen en jongeren de gelegenheid om met andere kinderen/jongeren te spelen en contact te hebben. Deze jongeren zijn vaak niet aangesloten bij een club of vereniging, omdat zij niet of moeilijk in een groep kunnen functioneren. Dit geldt vaak ook voor het spelen na schooltijd. Veel kinderen uit deze doelgroep gaan naar een vorm van bijzonder onderwijs en hebben in de directe omgeving van hun thuissituatie geen leeftijdgenoten waar zij goed mee kunnen omgaan.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-6-
Tijdens de opvang leren de kinderen al spelenderwijs om op een goede manier met andere kinderen om te gaan en in een groep te functioneren. Het is belangrijk om daarbij zoveel mogelijk buiten – veelal in groepsverband – activiteiten te ondernemen. Het achtererf van de boerderij biedt daartoe voldoende ruimte. In het aan te leggen zwembad en de te bouwen buitenkeuken kunnen dit soort activiteiten worden ontplooid. In figuur 2 zijn de te realiseren voorzieningen weergegeven. Het perceel is rondom voorzien van erfbeplanting, waardoor de aan te brengen voorzieningen geheel aan het zicht zullen worden onttrokken.
Figuur 2: situering voorzieningen t.b.v. zorgfunctie
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-7-
HOOFDSTUK 3. 3.1
BELEID
Rijksbeleid
De Nota Ruimte bevat een visie van het rijk op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk naar de periode tot 2030. Het hoofddoel voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland is het scheppen van ruimte voor diverse functies die nieuwe ruimte vragen op het beperkte oppervlak van ons land. Dit hoofddoel is verder uitgewerkt in een viertal algemene doelen: •
versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland
•
bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland
•
borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden
•
borging van de veiligheid (tegen water en risicovolle activiteiten)
Bij de realisering van deze doelstellingen is het thema: ‘decentraal wat kan en centraal wat moet’. Het rijk draagt de verantwoordelijkheid voor gebieden die bepalend zijn voor Nederland als geheel. Deze (netwerken van) gebieden vormen samen de Nationale Ruimtelijke Structuur. De uitwerking van het beleid voor deze gebieden is een taak van het rijk. Voor de gebieden die buiten deze hoofdstructuur vallen verwacht het rijk in ieder geval een bepaalde ‘basiskwaliteit’ die de ondergrens vormt op het gebied van veiligheid, milieu, verstedelijking, groen en water. De nota bevat daarom algemene regels die deze basiskwaliteit moeten garanderen. Deze regels betreffen enerzijds inhoudelijke normen, maar daarnaast ook procesmatige voorschriften die een goede besluitvorming moeten waarborgen. Voor het realiseren van deze basiskwaliteit zijn de provincies en gemeenten aan zet, uiteraard binnen de door het rijk gestelde regels. Het onderhavige plangebied maakt geen deel uit van de voornoemde Nationale Ruimtelijke Structuur. De nota Ruimte voorziet voorts niet specifiek beleid ten aanzien van zorgfuncties als de onderhavige. 3.2
Provinciaal beleid
Het provinciale ruimtelijke beleid is neergelegd in het Streekplan 2007 en heeft de status van provinciale structuurvisie. In dit streekplan vormt het behoud van een leefbaar Fryslân één van de speerpunten. Als gevolg van schaalvergroting in diverse sectoren neemt het aantal voorzieningen op het platteland af. Het provinciale plattelandsbeleid is er dan ook op gericht om lokale initiatieven te ondersteunen om de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland te versterken. Daarnaast bestaan mogelijkheden voor het combineren van functies, zowel in het landelijk als het stedelijk gebied. Verweving kan op verschillende schaalniveaus gerealiseerd worden, waarbij nieuwe kwaliteiten kunnen ontstaan wanneer functies elkaar onderling versterken.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-8-
Het beleid, zoals dat in het Streekplan 2007 is neergelegd, heeft zijn juridische vertaling gekregen in de provinciale Verordening Romte. In artikel 5 van deze verordening zijn regels gesteld met betrekking tot de vestiging van bedrijven en voorzieningen in kernen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen regionale centra, bedrijfsconcentratiekernen en overige kernen. Zwagerbosch wordt aangemerkt als een ‘overige kern’. In artikel 5.2.3 is bepaald dat voorzieningen in een dergelijke kern in beginsel een lokaal verzorgingsgebied moeten bedienen. Hiervan kan worden afgeweken ingeval de aard en schaal van de functie aansluiten bij de aard en de schaal van de betreffende kern. Het onderhavige initiatief vormt een combinatie van de reeds aanwezige woonfunctie met een zorgfunctie. Deze combinatie leidt tot ruimtebesparing en draagt anderzijds bij aan de leefbaarheid van het platteland ter plaatse. In directe zin door de aanwezigheid van de zorgfunctie zelf en op indirecte wijze doordat deze functie vervolgens leidt tot bestedingen bij overige in de omgeving aanwezige voorzieningen. De opvangfunctie heeft in beginsel een lokaal karakter. Bovendien is de omvang van de voorziening relatief zeer beperkt, er worden maximaal 6 kinderen tegelijk opgevangen. Het initiatief kan om die reden als passend bij de aard en schaal van Zwagerbosch worden aangemerkt. Geconcludeerd kan worden dat het initiatief past binnen het provinciaal beleid. 3.3
Gemeentelijk beleid
Op grond van het bestemmingsplan “Zwagerbosch” dat ter plaatse geldt, heeft het onderhavige perceel reeds de bestemming “Woondoeleinden”. Deze woonfunctie mag in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis worden uitgeoefend, zij het in ondergeschikte vorm. De opvangfunctie, zoals die reeds wordt uitgeoefend valt niet binnen de categorie beroepen en bedrijven die op grond van het bestemmingsplan toelaatbaar zijn. De gemeente is daarentegen bereid om deze zorgfunctie toe te staan, mits er niet meer dan zes personen tegelijkertijd worden opgevangen. Bij een groter aantal personen is er geen sprake meer van een ondergeschikt karakter van de zorgfunctie. Aanvragers hebben hun voornemen geconformeerd aan deze voorwaarde, zodat de zorgfunctie passend is binnen het gemeentelijke beleid. In verband met de opvang van kinderen zullen diverse bouwwerken/voorzieningen achter op het erf/tuin worden gerealiseerd, zoals beschreven in hoofdstuk 2. Het geldende bestemmingsplan staat maximaal 150 m2 aan bijgebouwen toe. Deze oppervlakte is inmiddels benut. De toevoeging van bijgebouwen ten behoeve van de zorgfunctie met een oppervlakte van 130 m2 is dan ook in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente heeft echter te kennen gegeven in verband met deze specifieke functie 130 m2 extra toe te staan. In verband met de opvang van kinderen zullen diverse bouwwerken/voorzieningen achter op het erf/tuin worden gerealiseerd, zoals beschreven in hoofdstuk 2. Het geldende bestemmingsplan staat maximaal 150 m2 aan bijgebouwen toe. Deze oppervlakte is inmiddels benut. De toevoeging van bijgebouwen ten behoeve van de zorgfunctie met een oppervlakte van 130 m2 is dan ook in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente heeft echter te kennen gegeven in verband met deze specifieke functie 130 m2 extra toe te staan.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
-9-
De voorzieningen die in verband met de uitoefening van de zorgfunctie zullen worden gerealiseerd (verwezen wordt naar de omschrijving in paragraaf 2.2) bestaan deels uit bouwwerken. Het betreft de buitenkeuken alsmede het zwembad. Voor dergelijke ondergeschikte bebouwing is in 2007 een zogenaamd facetbestemmingsplan vastgesteld en goedgekeurd. Deze regeling heeft inmiddels zijn doorwerking gekregen in diverse bestemmingsplannen die nadien zijn vastgesteld. Ook in de onderhavige planherziening is deze regeling verwerkt. Samengevat bevat deze regeling voorschriften voor bebouwing die ondergeschikt is aan het hoofdgebouw oftewel de aan-, uit- en bijgebouwen, zoals deze in het verleden werden genoemd. Daarnaast vallen behalve dergelijke gebouwen ook overkappingen onder de regeling. Wat de regeling concreet inhoudt, wordt in hoofdstuk vijf nader beschreven, waarin een toelichting op de bestemmingen wordt gegeven. Hier wordt volstaan met te vermelden dat de bebouwing die in verband met de zorgfunctie zal worden opgericht, voldoet aan de voorschriften uit de genoemde regeling.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 10 -
HOOFDSTUK 4. 4.1
OMGEVINGSASPECTEN
Algemeen
In dit hoofdstuk worden diverse omgevingsaspecten die van invloed op het plangebied kunnen zijn, aan de orde gesteld. Achtereenvolgens zullen de volgende onderwerpen worden behandeld: •
milieuzonering
•
luchtkwaliteit
•
ecologie
•
archeologie
•
(externe) veiligheid
•
water
•
bodem
Per onderdeel zal worden aangegeven welke (relevante) wet- en regelgeving geldt en wat voor invloed dit heeft op het plangebied en de daarin voorgestane ontwikkeling. 4.2
Milieuzonering
Ter bescherming van de leefkwaliteit kan het aanbrengen van een ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende en milieugevoelige functies noodzakelijk zijn. Om die reden moet worden onderzocht of de opvangfunctie hinderlijk kan zijn voor overige milieugevoelige functies die in de directe omgeving van het perceel aanwezig zijn. Anderzijds kan de opvangfunctie beperkend werken voor milieubelastende functies die in de omgeving aanwezig zijn. Op deze aspecten zal onderstaand nader worden ingegaan. In de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” zijn de meest voorkomende vormen van bedrijvigheid beoordeeld op grond van hun hinderlijkheid en aan de hand daarvan verdeeld in een zestal milieucategorieën. Op grond van de milieuhinderlijkheid wordt geadviseerd een bepaalde afstand ten opzichte van gevoelige functies aan te houden, zoals woningen, scholen, e.d. Deze afstandnormen zijn indicatief van aard. In de voornoemde brochure worden activiteiten in de kinderopvang (SBI-code nr. 853) gerangschikt onder categorie 2bedrijven. Het betreft hier een regulier kinderdagverblijf. Hoewel de voorgenomen zorgfunctie naar aard en invloed niet geheel vergelijkbaar is met een kinderdagverblijf, vertoont de zorgboerderij wel de meeste raakvlakken met deze activiteit.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 11 -
Bij kinderdagverblijven, zoals die in de brochure zijn beoordeeld, is geluid een potentiële hinderfactor. In dat verband verdient het aanbeveling een afstand van ten hoogste 30 meter aan te houden. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor de verkeersaantrekkende werking van kinderdagverblijven, met name voor wat betreft het personenverkeer. Omdat in het onderhavige geval geen sprake is van een regulier kinderdagverblijf, maar van zorgopvang van kinderen en jong volwassenen, is de omvang waarin deze functie in het onderhavige geval wordt uitgeoefend niet vergelijkbaar met een regulier kinderdagverblijf. De uitstraling van de zorgfunctie op de omgeving zal om die reden ook minder belastend zijn. Het aantal personen dat tegelijkertijd mag worden opgevangen is zeer beperkt, te weten maximaal 6 personen. De geluidsuitstraling en de verkeersaantrekkende werking van de zorgboerderij zijn dan ook vele malen geringer dan in geval van een regulier kinderdagverblijf. De zorgfunctie zal qua milieuhinderlijkheid niet tot nauwelijks meer belastend zijn voor de directe omgeving dan de reeds bestaande woonfunctie. Overigens zal op eigen erf worden geparkeerd in verband met het brengen en halen van kinderen/jongeren. Overlast voor de nabije omgeving zal zich naar verwachting redelijkerwijs niet voor doen. 4.3
Luchtkwaliteit
In de Wet luchtkwaliteit (2007) zijn normen opgenomen voor de kwaliteit van de buitenlucht. Deze normen hebben betrekking op de concentraties in de buitenlucht van een aantal luchtverontreinigende stoffen. Het betreft de stoffen zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxide, fijn stof (PM10 en PM2,5), lood, koolmonoxide en benzeen. Deze wetgeving vloeit voort uit normen voor luchtkwaliteit die door de Europese Unie zijn gesteld. Om aan deze Europese normen te voldoen zijn in Nederland extra maatregelen nodig, met name voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). De Nederlandse overheid heeft hiervoor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgesteld. Projecten die van dit NSL deel uit maken hoeven niet afzonderlijk aan de wettelijke normen te worden getoetst. De nieuwvestiging van het onderhavige agrarische bedrijf vormt geen NSL-project, zodat een afzonderlijke toetsing aan de Wet Luchtkwaliteit vereist is. Op grond van de wet moet een bestuursorgaan bij onder meer het opstellen van een bestemmingsplan dat gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit aantonen dat bij de uitvoering van dat plan: § de wettelijke grenswaarden voor de genoemde stoffen niet worden overschreden, dan wel § bij een beperkte toename van de concentratie van één of meer van de genoemde stoffen door een met het project samenhangende maatregel/effect de luchtkwaliteit per saldo verbetert, dan wel § het project niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een stof waarvoor een grenswaarde is opgenomen. In het “Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)” (hierna: Besluit nibm) is het begrip ‘niet in betekenende mate’ nader uitgewerkt. Wanneer de bijdrage van het project aan de concentraties van fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) niet groter is dan 3% van de wettelijke grenswaarden voor die stoffen, draagt het project niet in betekenende mate bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Voor bepaalde activiteiten wordt op voorhand al aangenomen dat zij niet in betekenende mate zullen bijdragen aan de luchtkwaliteit. Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 12 -
Deze zijn opgenomen in een ministeriële regeling (Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteit)). Deze regeling is echter niet van toepassing op de onderhavige zorgboerderij, zodat zal moeten worden aangetoond dat het bedrijf niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. De verkeersaantrekkende werking van de zorgfunctie zal zeer gering zijn. De uitstoot van fijn stof en stikstofdioxide zal dientengevolge eveneens zeer beperkt blijven. Om te kunnen beoordelen of deze verkeersbewegingen in betekenende mate zullen bijdragen aan de concentraties van fijn stof en stikstofdioxide is gebruik gemaakt van de NIBM-tool (versie 2010)1. Deze specifieke rekentool is bedoeld om voor kleinere ruimtelijke plannen en verkeersplannen te kunnen bepalen of een plan al dan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van fijn stof en stikstofdioxide in de buitenlucht. Bij het gebruikmaken van deze tool is uitgegaan van een weekdaggemiddelde van 10 motorvoertuigen per etmaal. Daarbij dient direct te worden aangetekend dat de verkeersbewegingen die de zorgfunctie zal genereren naar verwachting onder dit aantal zal blijven. De uitstoot van voornoemde stoffen blijft in die situatie ver beneden de 3% van de wettelijke grenswaarde. De berekening is weergegeven in figuur 2.
Figuur 3: berekening uitstoot fijn stof en stikstofdioxide
4.4
Ecologie
4.4.1 Flora- en faunawet De Flora- en faunawet (Ff-wet) heeft ten doel in het wild levende planten en dieren te beschermen. Het is op grond van deze wet dan ook verboden om deze flora en fauna te doden, vernietigen, verstoren e.d. De toekomstige bebouwing ten behoeve van de zorgfunctie zal in de tuin die bij de woning hoort worden opgericht.
1
De NIBM-tool is ontwikkeld door het voormalige ministerie VROM in samenwerking met Infomil
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 13 -
In de huidige situatie wordt dit deel van het perceel reeds als tuin gebruikt bij de woning. Gelet op dit gebruik, zullen ter plaatse geen beschermde flora voorkomen. Voor zover op of in de nabijheid van het perceel beschermde fauna voorkomt, zal van het gebruik als zorgboerderij geen extra verstorende invloed uitgaan. In het verleden heeft de gezinssamenstelling uit 8 personen bestaan. In de toekomstige situatie zullen naast de eigenaarbewoners (2 personen) maximaal zes personen vanwege de zorgfunctie aanwezig zijn, hetgeen geen noemenswaardige intensivering van het gebruik met zich meebrengt. Er bestaat om die reden geen aanleiding om een nader onderzoek te verrichten naar aanwezige waarden en mogelijke verstoring daarvan. 4.4.2 Natuurbeschermingswet Om de natuur in Europa als geheel te beschermen en te ontwikkelen werken de lidstaten van de Europese Unie samen aan een Europees netwerk van natuurgebieden, het Natura 2000netwerk. De aanwijzing van Nederlandse natuurgebieden die deel uitmaken van dit netwerk is inmiddels in gang gezet. Natura 2000-gebieden in Nederland worden beschermd door de Natuurbeschermingswet 1998. Om schade aan natuurwaarden binnen Natura 2000-gebieden te voorkomen bepaalt de Natuurbeschermingswet dat projecten en andere handelingen die de kwaliteit van de habitats kunnen verslechteren of die een verstorend effect kunnen hebben op de aanwezige soorten niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. In de nabijheid van het plangebied komen geen Natura 2000-gebieden voor. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is het Lauwersmeergebied. Het plangebied ligt op ca. 9 kilometer afstand van dit gebied, zodat de ontwikkelingen binnen het plangebied geen gevolgen kunnen hebben voor dit beschermde natuurgebied.
4.4.3 Ecologische Hoofdstructuur De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bestaat uit een samenhangend landelijk netwerk van gebieden waarin de hoofdfunctie “natuur” is, alsmede gebieden met natuurwaarden in agrarische gebieden. De EHS bestaat uit grotere bestaande natuur- en bosgebieden, begrensde natuur- en beheersgebieden, Ecologische VerbindingsZone (EVZ) en robuuste verbindingen. Het plangebied maakt geen deel uit van de EHS en ligt evenmin in de directe nabijheid daarvan, zodat in dit opzicht geen belemmeringen voor het plangebied ontstaan. 4.5
Archeologie
Op grond van de provinciale cultuurhistorische kaart FAMKE is voor het onderhavige perceel geen archeologisch onderzoek nodig in verband met eventuele resten uit de periode steentijd-bronstijd. Voor het gebied bestaat de verwachting dat eventuele aanwezige archeologische resten al ernstig verstoord zijn. Om die reden wordt enkel bij grote ingrepen van meer dan 2,5 ha. archeologisch onderzoek gevraagd. In figuur 3 is de betreffende kaart weergegeven.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 14 -
Voor de periode ijzertijd-middeleeuwen is de archeologische verwachtingswaarde voor het plangebied en de omringende omgeving dusdanig laag dat naar verwachting bij de meeste ingrepen de kans op aantasting zeer klein is. Om die reden is ook voor deze periode geen onderzoek nodig. De advieskaart voor deze periode is weergegeven in figuur 4.
Figuur 4: Advieskaart Steentijd - Bronstijd
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 15 -
Figuur 5: Advieskaart IJzertijd - Middeleeuwen
4.6
(Externe) veiligheid
Op grond van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) moet afstand worden aangehouden tussen risicovolle en risicogevoelige functies. Risicovolle functies betreffen hoofdzakelijk bedrijven welke veiligheidsrisico’s opleveren voor hun directe omgeving. De zorgfunctie vormt geen inrichting die onder de werkingssfeer van het BEVI valt. Ingeval zich in de omgeving van de zorgboerderij risicovolle bedrijven of transporten via (spoor)weg en/of buisleidingen voordoen, kan de zorgboerderij daarvoor wel een gevoelig object vormen. Op de risicokaart van de provincie Fryslân zijn alle inrichtingen en buisleidingen en transportroutes aangegeven die veiligheidsrisico’s met zich mee brengen. Een fragment van deze kaart is weergegeven in figuur 6, zodat er geen belemmeringen bestaan voor de uitvoering van het plan op het gebied van externe veiligheid.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 16 -
Figuur 6: risicokaart provincie Fryslân
4.7
Water
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet in een bestemmingsplan een beschrijving worden gegeven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. In het kader van de verplicht gestelde watertoets is het plan om advies aan het Wetterskip Fryslân worden voorgelegd. In het kader van deze toets zal de normale procedure moeten worden gevolgd, omdat het plangebied langs een hoofdwatergang ligt. In het wateradvies dat door het Wetterskip is uitgebracht, is aangegeven met welke aspecten bij de uitvoering van het plan rekening moet worden gehouden. Indien dit advies wordt opgevolgd, bestaan er geen waterhuishoudkundige bezwaren tegen het plan. Het wateradvies is als bijlage 1 bij de toelichting opgenomen. 4.8
Bodem
In verband met het oprichten van de beoogde bouwwerken ten behoeve van de zorgboerderij is op grond van de Woningwet geen bodemonderzoek verplicht. Overigens zijn geen verontreinigingen van de bodem ter plaatse van het plangebied bekend (bron: Bodemkaart provincie Fryslan). In dit opzicht bestaan geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 17 -
HOOFDSTUK 5.
TOELICHTING OP DE BESTEMMINGEN
In de voorgaande hoofdstukken is de voorgestane ontwikkeling van het plangebied geschetst en is vervolgens aangegeven welke beleidskaders daarop van toepassing zijn en met welke omgevingsaspecten rekening dient te worden gehouden. Het planvoornemen krijgt zijn juridische vertaling in een bestemming. Deze bestemming regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden binnen het plangebied. Deze zijn vastgelegd in de planregels en de verbeelding daarvan. 5.1 Plansystematiek Het bestemmingsplan is opgezet volgens de op grond van de Wet ruimtelijke ordening verplichte landelijke Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008), welke voorziet in een standaardopbouw van bestemmingsplannen. Voorts is bij de opstelling van het plan uitgegaan van de plansystematiek die de gemeente Kollumerland c.a. hanteert bij het opstellen van bestemmingsplannen. De Wro verplicht voorts tot digitale raadpleegbaarheid van het plan. Om die reden is tevens een digitaal raadpleegbare versie van het plan opgesteld. Daarnaast is een analoge (papieren) versie van het plan beschikbaar. 5.2.
Bestemmingen
Wonen Aan het onderhavige perceel is in hoofdzaak de bestemming “Wonen” toegekend. Binnen deze bestemming valt de bestaande boerderij met de daarbij behorende en aanwezige (ondergeschikte) bebouwing alsmede het achtererf. Deze bestemming bevat een conserverende regeling voor de bestaande gebouwen die al binnen het plangebied aanwezig zijn. Daarnaast is het perceel aangeduid als “zorginstelling”. Met deze aanduiding wordt het gebruik van het perceel als zorgboerderij geregeld. Het aantal jongeren dat maximaal tegelijkertijd mag worden opgevangen bedraagt zes personen. Op grond van de bouwregels mag maximaal 150 m2 aan ondergeschikte bebouwing worden opgericht. Daarnaast mag ten behoeve van het gebruik als zorginstelling nog eens 130 m2 aan ondergeschikte bebouwing worden opgericht. Tuin Het voorste deel van het perceel dat aan de openbare weg grenst is als “Tuin” bestemd. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers - met een beperkte omvang - die aan een hoofdgebouw worden gebouwd. Daarnaast zijn andere bouwwerken toegestaan in de vorm van erf- en terreinafscheidingen.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 18 -
HOOFDSTUK 6. OVERLEG Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp van dit bestemmingsplan voor overleg aan diverse overheidsinstanties en het waterschapbestuur voorgelegd. De uitkomsten van het overleg zijn in het onderstaande verwoord. De volledige reacties zijn opgenomen in bijlage 2. Provincie Fryslân De provincie Fryslân heeft te kennen gegeven dat het plan geen aanleiding geeft tot het plaatsen van opmerkingen. VROM-inspectie, Ministerie van Infrastructuur & Milieu De VROM-inspectie heeft aangegeven dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. Wetterskip Fryslân Het wetterskip constateert dat het wateradvies als bijlage in het plan is opgenomen en dat de gronden waarin zich een hoofdwatergang bevindt zijn bestemd ten behoeve van “Water”. Het bestemmingsplan geeft dan ook geen aanleiding tot het plaatsen van opmerkingen. Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat deze instanties met de inhoud van het plan kunnen instemmen.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 19 -
HOOFDSTUK 7.
UITVOERBAARHEID
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt in de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid. 7.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Op grond van de Inspraakverordening van de gemeente Kollumerland c.a. heeft het voorontwerp van deze planherziening ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn geen zienswijzen met betrekking tot het plan ontvangen. Vervolgens heeft het ontwerp van het plan op grond van het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van 3 mei t/m 13 juni 2012 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn wederom geen zienswijzen met betrekking tot het plan ingediend. Uit het voorgaande mag de conclusie worden getrokken dat het plan in maatschappelijk opzicht uitvoerbaar is. 7.2
Economische uitvoerbaarheid
De gemeente is niet in financiële zin betrokken bij de realisering van de zorgboerderij. De initiatiefnemer heeft ten behoeve van zijn voornemen een bedrijfsplan laten opstellen. Hiervoor wordt verwezen naar bijlage 3. Uit dit bedrijfsplan blijkt dat het bestemmingsplan financieel uitvoerbaar is. Op grond van het bepaalde in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is in bepaalde gevallen een exploitatieplan vereist. Deze verplichting geldt echter niet voor de voorgenomen bouwwerken. In verband met het risico op planschade wordt het volgende opgemerkt. Omdat het gebruik van het perceel voor kinderopvang van beperkte omvang is, zal hier uit naar verwachting geen planschade voor derden voortvloeien. De voor dit doel op te richten bouwwerken zullen naar verwachting geen belemmering van uitzicht of anderszins nadelige gevolgen met zich meebrengen dat leidt tot planologisch nadeel en daaruit voortvloeiende planschade. Overigens zal de initiatiefnemer verantwoordelijk zijn voor onverhoopt ontstane planschade, voor zover deze voor vergoeding in aanmerking komt. Gelet op het bovenstaande, kan het plan in economisch opzicht uitvoerbaar worden geacht.
Bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch – vastgesteld 19 juli 2012
- 20 -
BIJLAGE 1 Wateradvies
BIJLAGE 2 Overlegreacties
BIJLAGE 3 Bedrijfsplan
Bedrijfsplan voor een logeer- en crisisopvang It Heideloantsje 36 Zwagerbosch
Colofon: Opdrachtgever:
J. van der Meulen It Heideloantsje 36 9299 HN Zwagerbosch
Contactpersoon:
J. van der Meulen
Uitgevoerd door:
Pietersma & Spoelstra ruimtelijke ordening en milieuadviseurs te Drachten mw. J. Takkebos telefoon 0512 – 36 99 00 telefax 0512 – 36 99 01 e-mail
[email protected]
Contactpersoon:
Projectnr: Datum:
Drachten, 13 oktober 2011
INHOUDSOPGAVE
blz.
1.
Inleiding
3
2.
Beschrijving van het initiatief
4
3.
Toekomstperspectief zorgopvang
6
3.1 3.2
Omvang van de zorgopvang en bijbehorende voorzieningen Financiële middelen
6 6
2
1.
Inleiding
De heer en mw. Van der Meulen, wonende aan It Heideloantsje 36 in Zwagerbosch hebben het voornemen om een logeer- en crisisopvang te realiseren voor de opvang van kinderen en jong volwassenen (tot 24 jaar) die lijden aan een stoornis in het autismespectrum, ADHD en het syndroom van Down. In de afgelopen jaren, vanaf 2008 worden al kinderen voor dit doel opgevangen. De opvang vindt plaats in de woonboerderij van de familie, die aan de oostelijke rand van het dorp Zwagerbosch is gelegen in een ruime, landelijke omgeving. Het voornemen bestaat om deze opvangfunctie verder te professionaliseren. In verband daarmee wensen de initiatiefnemers hun faciliteiten/voorzieningen voor de zorgopvang verder uit te bereiden en de opvang als zodanig een volwaardige status te geven. Om een en ander te kunnen realiseren is de planologische medewerking c.q. zijn vergunningen van de gemeente Kollumerland c.a. nodig. In de eerste plaats zal de zorgfunctie in planologisch opzicht mogelijk moeten worden gemaakt. Dit vindt plaats in een (partiële) herziening van het bestemmingsplan dat voor het onderhavige perceel geldt. Naast de woonbestemming die het perceel in dit plan reeds heeft, zal een herziening van dit bestemmingsplan eveneens de zorgopvang mogelijk moeten maken. Daarnaast moeten in het nieuwe plan bouw- en gebruiksregels worden opgenomen die bepaalde faciliteiten/voorzieningen die de initiatiefnemers wensen te realiseren, mogelijk maken en zullen hiervoor de benodigde vergunningen moeten worden verkregen. Een eerste aanzet voor de noodzakelijke bestemmingsplanherziening is reeds gedaan. Er is inmiddels een voorontwerp van deze planherziening gereed. De gemeente wenst echter tevens inzicht te verkrijgen in diverse bedrijfsgegevens, welke bij de planologische besluitvorming betrokken zullen worden. Het onderhavige bedrijfsplan beoogt hierin te voorzien. In het onderstaande zal – overeenkomstig de vraag van de gemeente in haar brief d.d. 1 februari 2011 - nader worden ingegaan op de onderstaande aspecten: 1. het aantal kinderen/jong volwassenen dat wordt opgevangen en de gemiddelde duur van de opvang; 2. de (medische) noodzaak van het gebruik van de beoogde faciliteiten, voor zover hiervoor bebouwingsmogelijkheden worden gecreëerd in het toekomstige bestemmingsplan; 3. de toekomst, opzet en faciliteiten van het bedrijf voor de komende tien jaren.
3
2.
Beschrijving van het initiatief
Zoals in de inleiding al is aangegeven, vindt in de huidige situatie al logeer- en crisisopvang -De Dowetil genaamd - plaats van kinderen en jongvolwassenen tot de leeftijd van 24 jaar die een stoornis hebben in het autismespectrum, ADHD en/of lijden aan het syndroom van Down. De jongeren worden tijdens de weekenden en/of in vakantieperioden opgevangen. Gemiddeld is een aantal van 3 tot 4 kinderen/jongeren per week aanwezig. Deze jongeren komen grotendeels via verwijzing door professionele zorginstellingen, zoals GGZ, MEEFriesland en Bureau Jeugdzorg bij de onderhavige zorgopvang terecht. Het opvangen van deze kinderen en jongeren dient een tweeledig doel. Behalve dat de ouders/verzorgers en andere familieleden van dergelijke kinderen bij tijd en wijle ontlast worden van de zorg voor hen, is de belangrijkste functie van de opvang om deze kinderen te laten spelen en leren in een veilige omgeving. Het doel van de initiatiefnemers is deze kinderen op te vangen in een huiselijke sfeer. De zorgfunctie wordt door de heer en mw. Van der Meulen zelf uitgeoefend. Daaruit vloeit voort dat de omvang van de groep op te vangen jongeren beperkt is. In het uiterste geval verblijven maximaal zes kinderen tegelijkertijd in de Dowetil. In de woonboerderij is slaapgelegenheid voor dit aantal kinderen. De opvang biedt de kinderen en jongeren de gelegenheid om met andere kinderen/jongeren te spelen en contact te hebben. Deze jongeren zijn vaak niet aangesloten bij een club of vereniging, omdat zij niet of moeilijk in een groep kunnen functioneren. Dit geldt vaak ook voor het spelen na schooltijd. Veel kinderen uit deze doelgroep gaan naar een vorm van bijzonder onderwijs en hebben in de directe omgeving van hun thuissituatie veelal geen leeftijdgenoten waar zij goed mee kunnen omgaan. Tijdens de opvang leren de kinderen al spelenderwijs om op een goede manier met andere kinderen om te gaan en in een groep te functioneren. Het is belangrijk om daarbij zoveel mogelijk buiten – in groepsverband – activiteiten te ondernemen. Het ruime erf van de woonboerderij biedt daartoe voldoende ruimte. Het voornemen bestaat om diverse (speel)voorzieningen in de tuin, op het achtererf aan te brengen. Het betreft een divers scala aan voorzieningen, zoals speeltoestellen, een geitenhok, een Bassie & Adriaancaravan, een Pipowagen, een jacuzzi, maar ook een (te overkappen) zwembad (ca. 69 m2) en een buitenkeuken met sanitaire voorzieningen in de vorm van een toilet en douche (ca. 50 m2). Met gebruikmaking van deze voorzieningen kunnen diverse activiteiten met de jongeren worden ontplooid, ook in geval van minder goed weer. In de buitenkeuken kan met elkaar worden gekookt en als het weer het toelaat kan gezamenlijk op het (overdekte) terras worden gegeten. Op deze manier wordt kinderen geleerd om in groepsverband met elkaar samen te werken en taken uit te voeren. De ervaring leert voorts dat kinderen bij het spelen in water zich zelf beter te durven laten zien en bepaalde remmingen in het gedrag kunnen overwinnen. Om die reden is er voor gekozen om een zwembad aan te leggen. Door het aanbrengen van een verschuifbare overkapping kan ook bij minder mooi weer van het zwembad gebruik worden gemaakt. Tot de beoogde doelgroep behoren kinderen die vanwege hun stoornis rusteloos gedrag vertonen. Zij kunnen zich beter ontspannen wanneer zij deze energie op een verantwoorde manier kwijt kunnen. Ook de jacuzzi waarvan buiten gebruik kan worden gemaakt, biedt deze kinderen de nodige ontspanning.
4
In figuur 1 is een overzichtstekening van de gewenste voorzieningen opgenomen.
Figuur 1: overzichtstekening diverse voorzieningen
5
3.
Toekomstperspectief zorgopvang
3.1 Omvang van de zorgopvang en bijbehorende voorzieningen De gewenste zorgopvang beperkt zich in de huidige alsook in de toekomst op langere termijn tot maximaal zes kinderen. Zoals in het voorgaande is vermeld, wordt deze omvang bepaald en beperkt door de slaapgelegenheid die in de woonboerderij aanwezig is. Daarnaast vloeit uit de doelstelling van initiatiefnemers - het opvangen van jongeren in een huiselijke sfeer - voort dat de opvang zich beperkt tot een relatief kleine groep. Ook in de verdere toekomst zal de zorgfunctie door de initiatiefnemers zelf worden uitgeoefend. Er bestaan geen plannen om hiervoor personele capaciteit van derden in te zetten, hetgeen ook niet nodig is gezien de omvang van de zorgfunctie. Dit betekent eveneens dat er vooralsnog van wordt uitgegaan dat de voorgenomen (speel)voorzieningen ook op termijn voldoende zullen zijn. Een verdere uitbreiding daarvan is, naar het zich thans laat aanzien, niet aan de orde alhoewel tegelijkertijd op voorhand niet kan worden uitgesloten dat gewijzigde omstandigheden tot een ander inzicht zullen leiden. 3.2 Financiële middelen De financiering van de te bieden zorg vindt op twee manieren plaats. In de eerste plaats via het PersoonsGebondenBudget, het zogenaamde PGB. De zorgvrager, in dit geval vaak de ouder(s)/verzorger(s), maar bij meerderjarige jongeren ook de jongere zelf, beschikt op basis van een indicatie over een PGB. Hieruit kunnen de kosten van de zorg worden betaald. Een andere wijze van financiering is de zorg in natura die door zorginstellingen wordt aangeboden. In dat kader kunnen de betreffende instellingen, zoals MEE, bureau Jeugdzorg en GGZ, een deel van de zorg inkopen van de zorgaanbieder, in dit geval initiatiefnemers. De financiering van de zorgopvang door de fam. Van der Meulen verloopt hoofdzakelijk via de genoemde zorginstellingen en deels via PGB’s. Met de genoemde financiële middelen kunnen de aangeboden zorg en de in dat kader te realiseren voorzieningen worden gedekt, zowel in de huidige situatie alsook naar verwachting op de langere termijn.
6
zorgboerderij Zwagerbosch
blz 2
119917
Regels
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 3
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch van de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestandNL.IMRO.0079.PhZbHeideln3811-Ow01met de bijbehorende regels en bijlage; 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.6 beroep/bedrijf aan huis: een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.7 bestaand: het moment ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan; 1.8 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.9 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.10 bijzondere woonvorm: een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten; 1.11 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, als mede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.12 bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 4
119917
1.13 bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kap verdieping; 1.14 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.15 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 1.16 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.17 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.18 dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 1.19 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik, of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.20 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.21 hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmeting, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met uitzondering van ondergeschikte bebouwing; 1.22 kampeermiddel: een mobiel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 1.23 mobiel kampeermiddel: een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen met de bedoeling deze te plaatsen op een kampeerterrein gedurende ten hoogste één kampeerseizoen; bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 5
1.24 onderbouw: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen; 1.25 ondergeschikte bebouwing: ondergeschikte gebouwen of delen van gebouwen; een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overkapping en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omsloten; 1.26 ondergeschikte gebouwen of delen van gebouwen: 1. een gebouw dat als afzonderlijke ruimte dan wel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm; 2. een op zichzelf staand gebouw, dat gelet op de bestemming en door zijn ligging en/of architectonische verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; 1.27 peil: 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; 1.28 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.29 seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.30 vast kampeermiddel: een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken; 1.31 voorstebouwgrens: een naar de weg gekeerde bouwgrens;
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 6
119917
1.32 woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
Artikel 2
blz 7
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.2 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.3 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.5 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 8
119917
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 3.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen; b. groenvoorzieningen; c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; d. water. 3.2
Bouwregels
3.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 3.2.2 Ondergeschikte bebouwing Op of in deze gronden mag geen ondergeschikte bebouwing worden gebouwd met uitzondering van erkers tot een breedte van 50% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw, met een diepte van niet meer dan1,50 m en een bouwhoogte van niet meer dan 0,25 m boven de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw. 3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. per bouwperceel mag ten hoogste 1 vlaggenmast worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 8,00 m; b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen vóór (de lijn die in het verlengde kan worden getrokken van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 1,00 m, met dien verstande dat daarop een open gaasconstructie met een minimale maaswijdte van 0,10 m is toegestaan, waarbij de gezamenlijke bouwhoogte van de terrein- en erfafscheiding en de gaasconstructie niet meer dan 2,00 m mag bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór (de lijn die in het verlengde kan worden getrokken van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 1,00 m; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter (de lijn die in het verlengde kan worden getrokken van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 2,00 m. 3.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van: bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
a. b. c. d. e.
blz 9
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; de karakteristieke bebouwing; de verkeersveiligheid; de bezonnings- en privacysituatie.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 10
119917
Artikel 4 4.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met: 1. een beroep/bedrijf aan huis zoals genoemd in Bijlage 1; 2. een bijzondere woonvorm voor maximaal 6 cliënten, ter plaatse van de aanduiding "zorginstelling"; b. groenvoorzieningen; c. openbare nutsvoorzieningen; d. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; e. water. 4.2
Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat hoofdgebouwen in de voorste bouwgrens dienen te worden gebouwd; b. het aantal woningen binnen een bouwvlak bedraagt niet meer dan één; c. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven goot- en bouwhoogte; d. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3,00 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand, indien deze minder is. 4.2.2 Ondergeschikte bebouwing Voor het bouwen van ondergeschikte bebouwing ten behoeve van wonen gelden de volgende regels: a. ondergeschikte bebouwing wordt gebouwd binnen een bouwvlak dan wel op de gronden ter plaatse van de aanduiding “erf”; b. ondergeschikte bebouwing wordt niet minder dan 3,00 m achter (de lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw gebouwd, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder bedraagt; c. de goothoogte van ondergeschikte bebouwing bedraagt niet meer dan 3,00 m, dan wel niet meer dan 0,30 m boven de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, voor zover aan dit hoofdgebouw wordt gebouwd, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt; d. in afwijking van de goothoogte voor ondergeschikte bebouwing als bedoeld in sublid c mag niet meer dan 30% van de totale gootlengte van ondergeschikte bebouwing met een hogere goothoogte worden gebouwd; bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 11
e. de bouwhoogte van ondergeschikte bebouwing bedraagt niet meer dan 6,00 m, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt; f. de gezamenlijke oppervlakte van ondergeschikte bebouwing bedraagt niet meer dan 150 m² per bouwperceel, met dien verstande dat daarnaast ter plaatse van de aanduiding "zorginstelling" ondergeschikte bebouwing ten behoeve van de bijzondere woonvorm met een oppervlakte van niet meer dan 130 m² per bouwperceel mag worden gebouwd. 4.2.3 Openbare nutsvoorzieningen Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: a. de inhoud per gebouwtje bedraagt niet meer dan 50 m³; b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m. 4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. per bouwperceel mag ten hoogste 1 vlaggenmast worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 8,00 m; b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen vóór (de lijn die in het verlengde kan worden getrokken van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 1,00 m, met dien verstande dat daarop een open gaasconstructie met een minimale maaswijdte van 0,10 m is toegestaan, waarbij de gezamenlijke bouwhoogte van de terrein- en erfafscheiding en de gaasconstructie niet meer dan 2,00 m mag bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór (de lijn die in het verlengde kan worden getrokken van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 1,00 m; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het gebied met een diepte van 3,00 m achter (de lijn die in het verlengde kan worden getrokken van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 2,00 m; e. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen bedraagt voor het overige niet meer dan 2,00 m, met dien verstande dat daarop een open gaasconstructie met een minimale maaswijdte van 0,10 m is toegestaan, waarbij de gezamenlijke bouwhoogte van de terrein- en erfafscheiding en de gaasconstructie niet meer dan 2,50 m mag bedragen; f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt voor het overige niet meer dan 5,50 m. 4.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; c. de karakteristieke bebouwing; bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 12
119917
d. de verkeersveiligheid; e. de bezonnings- en privacysituatie. 4.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van: a. het bepaalde in lid 4.2.1 sub a, ten behoeve van het bouwen achter de voorste bouwgrens; b. het bepaalde in lid 4.2.2 sub a, ten behoeve van het bouwen van ondergeschikte bebouwing buiten het bouwvlak en buiten de gronden ter plaatse van de aanduiding “erf”; c. het bepaalde in lid 4.2.2 sub b, ten behoeve van het bouwen van ondergeschikte bebouwing, met dien verstande dat deze afwijkingsbevoegdheid uitsluitend ziet op hoeksituaties, waarbij geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; 2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 3. de karakteristieke bebouwing; 4. de verkeersveiligheid; 5. de bezonnings- en privacysituatie. 4.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt begrepen: a. het gebruik van het hoofdgebouw voor een beroep/bedrijf aan huis anders dan genoemd in Bijlage 1; b. het gebruik van het hoofdgebouw voor een beroep/bedrijf aan huis, indien de woonfunctie niet in overwegende mate wordt gehandhaafd en ernstige hinder of afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu. Dit betekent dat: 1. de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven; 2. uitsluitend zeer beperkte reclame-uitingen zijn toegestaan; 3. parkeren op eigen erf moet plaatsvinden; 4. geen sprake mag zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende werking; 5. geen buitenopslag van goederen plaats mag vinden; 6. de woonfunctie mag worden gecombineerd met een beroep/bedrijf aan huis, voorzover de oppervlakte hiervan ten hoogste 50% van de oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met het oppervlak van aan het hoofdgebouw gebouwde ondergeschikte gebouwen bedraagt, met een maximum van 45 m²; c. het gebruik van vrijstaande ondergeschikte gebouwen voor bewoning; d. het gebruik van vrijstaande ondergeschikte gebouwen voor een beroep/ bedrijf aan huis; e. het gebruik van gebouwen voor niet-permanente bewoning; f. ter plaatse van de aanduiding "zorginstelling" het gebruik van de bijzondere woonvorm voor meer dan 6 cliënten; g. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het stallen van vlieg-, vaar- en voertuigen, anders dan ten behoeve van het woongenot; bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 13
h. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandelsactiviteiten bij een beroep/bedrijf aan huis, anders dan direct voortvloeiend uit het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik. 4.6
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor de vestiging van beroep/bedrijf aan huis die niet zijn genoemd in Bijlage 1, mits deze beroepen/ bedrijven aan huis naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat kunnen worden gelijkgesteld met de aan beroepen/bedrijven aan huis die wel zijn genoemd.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 14
119917
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS Artikel 5
Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 5.1
Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met dit bestemmingsplan, wordt begrepen: a. het gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen; b. het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 15
Artikel 6 6.1
Algemene afwijkingsregels
Bevoegdheid
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van: a. de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages. Teneinde deze bij de definitieve uitmeting van het plan in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie; b. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft; c. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen of aanduidingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; d. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 25 m mag bedragen; e. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt; 2. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 15 m bedraagt. 6.2
Toetsingscriteria
De onder 6.1 bedoelde omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; c. de verkeersveiligheid; d. de bezonnings- en privacysituatie.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 16
Artikel 7
119917
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 17
Artikel 8 8.1
Algemene procedureregels
Procedureregels nadere eisen
a. Een ontwerpbesluit tot nadere eisen waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 2 weken ter secretarie ter inzage. b. Het college van Burgemeester en Wethouders maakt de terinzagelegging te voren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze bekend. c. De bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen voor belanghebbenden. d. Gedurende de in lid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het College van Burgemeester en Wethouders mondeling en schriftelijk zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit. 8.2
Procedureregels afwijkingsregels
Op de voorbereiding van een ontwerpbesluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning is de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde procedure van toepassing. 8.3
Procedureregels wijzigingsregels
Op de voorbereiding van een ontwerpbesluit tot wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 18
Artikel 9
119917
Overige regels
Het kappen van beplantingen Middels de bepaling omtrent het kappen van beplantingen in de Algemene Plaatselijke Verordening en de Bomenverordening wordt gestreefd naar de aanleg van duurzame houtopstanden, het duurzame behoud en de duurzame bescherming van de bomen in de gemeente. Waterschap Bij activiteiten waarbij ook belangen van het waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het waterschap. Ontgrondingenverordening Friesland In alle bestemmingen zijn de voor de realisering noodzakelijke ontgrondingen begrepen.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 19
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 10 10.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 10.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 20
Artikel 11
119917
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch van de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland. Behorend bij het besluit van 19 juli 2012
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
blz 21
Bijlage
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
Buro Vijn B.V.
blz 22
Bijlage 1
119917
Lijst van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
LIJST VAN TOEGESTANE BEROEPEN EN BEDRIJVEN BIJ WONINGEN Uitoefening van (para-)medische beroepen, waaronder: individuele praktijk voor huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, enz; praktijk voor dierenarts. Kledingmakerij: (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf; woningstoffeerderij. Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals: schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf. Reparatiebedrijfjes, waaronder: schoen-/lederwarenreparatiebedrijf; uurwerkreparatiebedrijf; goud- en zilverwerkreparatiebedrijf; reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen; reparatie van muziekinstrumenten; in ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd. Advies- en ontwerpbureaus, waaronder individuele praktijk voor: reclame ontwerp; grafisch ontwerp; architect. (Zakelijke) dienstverlening, waaronder individuele praktijk voor: notaris; advocaat; accountant; assurantie-/verzekeringsbemiddeling; exploitatie en handel in onroerende zaken. Overige dienstverlening kappersbedrijf; schoonheidssalon; pedicure. Onderwijs autorijschool; onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium. bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Buro Vijn B.V.
Status: vastgesteld / 19-07-12
119917
bestemmingsplan zorgboerderij Zwagerbosch Status: vastgesteld / 19-07-12
blz 23
Buro Vijn B.V.