Gemeente Scheemda Bestemmingsplan Oostwold
Bestemmingsplan Oostwold
Code 02-62-03
/
24-04-06
GEMEENTE SCHEEMDA 02-62-03 / 24-04-06 BESTEMMINGSPLAN OOSTWOLD
TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
1. 1. 1. 1.
1. 2. 3. 4.
1 2 3 4
2.
HUIDIGE SITUATIE
2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 4.
3.
BELEIDSKADER
3. 1. 3. 2. 3. 3.
Inleiding Aanleiding voor een nieuw bestemmingsplan Analoog en digitaal bestemmingsplan Leeswijzer
Korte historische kenschets Huidige ruimtelijke karakteristiek Ruimtelijk-functionele structuur Bijzondere aspecten
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
5 5 6 9 11 14 14 14 17
4.
UITGANGSPUNTEN VOOR HET BESTEMMINGSPLAN
20
4. 4. 4. 4. 4. 4.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
20 20 22 23 23 26
5.
PLANBESCHRIJVING
5. 1. 5. 2. 6.
Algemeen Toelichting op de bestemmingen
UITVOERBAARHEID
6. 1. 6. 2. 7.
Algemeen Wonen Voorzieningen / detailhandel Verkeer Milieuhygiënische aspecten Omgevingstoetsen
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid
INSPRAAK EN OVERLEG
7. 1. 7. 2.
Algemeen Wijzigingen in het bestemmingsplan
29 29 29 36 36 36 37 37 37
Bijlage 1
Overzicht rijksmonumenten
Bijlage 2
Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht Oostwold en de toelichting op dit besluit
Bijlage 3
Archeologisch en akoestisch onderzoek Noorderstraat
Bijlage 4
Bodemkwaliteit (historische activiteiten en bodemonderzoekgebieden)
Bijlage 5
Eindverslag Inspraak en Overleg
Bijlage 6
Ruimtelijke onderbouwing medisch centrum (AHOED)
02-62-03
blz 1
1. INLEIDING 1. 1. Inleiding Het voorliggende Bestemmingsplan Oostwold heeft betrekking op het dorp Oostwold. Met dit bestemmingsplan worden de bestemmingsplannen die momenteel nog voor Oostwold gelden herzien. Het plan is - samen met het bestemmingsplan voor Midwolda - het eerste in de reeks van nieuw op te stellen plannen voor de gemeente Scheemda. Na de bestemmingsplannen voor Oostwold en Midwolda volgen ook nieuwe bestemmingsplannen voor de andere dorpen in de gemeente en voor het buitengebied. De precieze begrenzing van het plangebied van dit bestemmingsplan is weergegeven in figuur 1.
Figuur 1: De ligging van het plangebied
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 2
02-62-03
1. 2. Aanleiding voor een nieuw bestemmingsplan De reden voor het herzien van de bestemmingsplannen in de gemeente, is dat de huidige planologische regelingen zijn vastgelegd in veel verschillende plannen met elk hun eigen regels. Zo is in het dorp Oostwold momenteel sprake van acht vigerende bestemmingsplannen. Dit betekent dat voor ruimtelijk vergelijkbare gebieden verschillende regels gelden, wat een consequente toetsing van bouwaanvragen vaak moeilijk maakt. De vigerende plannen zijn bovendien over het algemeen vrij oud en sluiten niet meer aan op de feitelijke situatie en het huidige beleid. Hierdoor zijn nieuwe ontwikkelingen vaak moeilijk inpasbaar in de huidige bestemmingsplannen, waardoor er een groot aantal vrijstellingen op basis van artikel 19 WRO moet worden verleend. Van de verouderde plannen vigeert een deel niet vanwege een goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten of een uitspraak van de Raad van State, waarbij aan (delen) van deze bestemmingsplannen goedkeuring is onthouden. Omdat er geen nieuw bestemmingsplan is vastgesteld voor deze gebieden, is het oude bestemmingsplan weer gaan gelden. Tot slot geldt voor een deel van het dorp Oostwold zelfs helemaal geen bestemmingsplan. Het betreft het gebied dat in het Plan in Onderdelen Oostwold is aangegeven met “bebouwde kom”. Bovenstaande heeft in de gemeente geleid tot de wens om te komen tot actuele bestemmingsplannen met éénduidige en handhaafbare regels die enerzijds behoudend zijn ten opzichte van de waardevolle elementen, maar anderzijds ook voldoende ruimte bieden om aan nieuwe ontwikkelingen, indien gewenst, tegemoet te komen. Het bestemmingsplan Oostwold is daarbij als eerste in de planning van te actualiseren plannen gezet. Dit omdat alle vigerende planologische regelingen voor Oostwold, met uitzondering van het beschermde dorpsgezicht, in behoorlijke mate verouderd zijn en omdat - zoals al opgemerkt - voor een deel van het dorp zelfs helemaal geen bestemmingsplan geldt. Dit bestemmingsplan bevat een (gedeeltelijke) herziening van de volgende bestemmingsplannen: • Plan in Onderdelen Oostwold (1953); • Bestemmingsplan Oostwold Oost (1972); • Bestemmingsplan Oostwold West (1972); • Bestemmingsplan Beatrixstraat (1978); • Bestemmingsplan Goldhoornhof (1978); • Bestemmingsplan Bijgebouwenregeling Scheemda (1999); • Bestemmingsplan Blauwe Stad uitwerking 2000, gemeenten Reiderland, Scheemda en Winschoten (2000); • Bestemmingsplan Beschermd dorpsgezicht (2002). Daarnaast worden ook de op basis van artikel 19 WRO-procedures verleende vrijstellingen in het plangebied omgezet in een definitieve planologische regeling.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 3
Het voorliggende bestemmingsplan is enerzijds een conserverend bestemmingsplan, wat betekent dat het plan erop gericht is de huidige ruimtelijke en functionele kenmerken van en waarden in Oostwold zoveel mogelijk te behouden. De werking van het bestemmingsplan ligt hier vooral op het vlak van het beheer. Anderzijds moet gezegd dat het dorp Oostwold geen statisch geheel is: in de komende jaren zullen ontwikkelingen plaatsvinden, waarvan een aantal reeds bekend is. Voorbeeld hiervan is de nieuwe woningbouw c.q. herstructurering die op een aantal plaatsen zal plaatsvinden en de bouw van het medisch centrum aan de Oosterweg. Daarnaast zullen in het kader van het project ‘Ring Blauwe Stad’ een aantal vernieuwingsimpulsen plaatsvinden in de kernen rond de Blauwe Stad, waaronder Oostwold. Voor zover de nieuwe ontwikkelingen voldoende duidelijk zijn, worden ze in dit bestemmingsplan (juridisch) mogelijk gemaakt. Daar waar sprake is van veranderingen ten opzichte van de huidige situatie, worden deze nader toegelicht. 1. 3. Analoog en digitaal bestemmingsplan Van het voorliggende bestemmingsplan is niet alleen een analoge (papieren) versie gemaakt, zoals op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening is voorgeschreven, maar ook een digitale versie. Hiermee wordt ingespeeld op de mogelijkheden die de informatietechnologie biedt. Het eerste voordeel van een digitaal plan is dat het bestemmingsplan voor iedereen toegankelijk(er) wordt gemaakt: in het gemeentehuis (via intranet) en vanuit huis (internet) kunnen ambtenaren en burgers het bestemmingsplan (op termijn) raadplegen. Na het opgeven van de adresgegevens, worden de bij het betreffende perceel behorende voorschriften getoond, waardoor de mogelijkheden en beperkingen van het betreffende perceel direct zichtbaar worden gemaakt. Een tweede voordeel van een digitaal bestemmingsplan zijn de verbeterde mogelijkheden voor gegevensuitwisseling met onder meer de hogere overheden en bijvoorbeeld waterschappen. Door gebruik te maken van het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO) kunnen gegevens zodanig worden uitgewisseld, dat de betekenis hiervan voor iedere organisatie duidelijk is. Het IMRO is het standaard-uitwisselingsmodel en is daartoe ook toegevoegd aan het digitale plan. Uitgangspunt van het digitale bestemmingsplan is dat de vorm en inhoud gelijk zijn aan de analoge versie van het bestemmingsplan. Vooralsnog is het analoge plan de belangrijkste versie, omdat alleen déze versie voldoet aan de wettelijke vereisten (WRO en Bro). Voor wat betreft de inhoud is het digitale plan dan ook een kopie van het analoge plan. Echter, voor wat betreft de vorm, heeft het digitale plan consequenties gehad voor het analoge plan. Bij de ontwikkeling van het digitale plan heeft namelijk de toegankelijkheid en begrijpelijkheid voor de burger bij het raadplegen via internet centraal gestaan.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 4
02-62-03
Met het oog hierop is geprobeerd alleen dié informatie te tonen die op een bepaald perceel van toepassing is, zodat geen nadere selectie hoeft te worden gemaakt. Waar in een “normaal” analoog bestemmingsplan met (meer) aanduidingen op de plankaart wordt gewerkt en waar het onderscheid in toegestane bouwhoogtes binnen een bepaalde bestemming met behulp van een bouwschema in de voorschriften inzichtelijk wordt gemaakt, heeft de digitalisering van het plan enerzijds geleid tot een aantal zeer specifieke bestemmingen (die gelden voor slechts één perceel) en anderzijds tot een groter aantal, erg op elkaar lijkende bestemmingen (bijvoorbeeld de woonbestemmingen). Beleidsinhoudelijk heeft dit echter geen consequenties. 1. 4. Leeswijzer Het bestemmingsplan wordt in de volgende hoofdstukken gemotiveerd en toegelicht. De opbouw van de plantoelichting is daarbij als volgt: • hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de huidige ruimtelijke structuur van Oostwold en de diverse functies daarbinnen; • hoofdstuk 3 gaat in op het relevante beleidskader van rijk, provincie en gemeente; • hoofdstuk 4 geeft de uitgangspunten voor het bestemmingsplan die voortvloeien uit de huidige ruimtelijke en functionele structuur en de voorgestane ontwikkelingen; • hoofdstuk 5 geeft een toelichting op de voorschriften en de plankaart; • in hoofdstuk 6 volgt de verantwoording van de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan; • hoofdstuk 7 geeft de belangrijkste wijzigingen aan die zijn aangebracht in het voorontwerp van het bestemmingsplan naar aanleiding van de Inspraak, het Overleg en een aantal actuele ontwikkelingen.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 5
2. HUIDIGE SITUATIE 2. 1. Korte historische kenschets Oostwold is één van de dorpen in het zogenaamde Wold-Oldambt, de streek ten noorden van Winschoten. Gedurende de laatste ijstijd werd in deze streek een aantal dekzandruggen gevormd. Eén van deze ruggen vormt de grens van het open Dollardlandschap en het lager gelegen veengebied ten noorden van Winschoten. Op deze zandrug zijn de dorpen Oostwold, Midwolda en Scheemda ontstaan. De hoger gelegen zandrug diende als ontginningsbasis voor het omringende gebied. Door overstromingen van de Dollard in de late Middeleeuwen, moesten de bewoners van de overstroomde zandruggen herhaaldelijk vluchten naar (nog) hoger gelegen gronden. Verschillende nederzettingen in het gebied zijn hierdoor in landinwaartse richting verplaatst. Vermoedelijk is Oostwold niet verplaatst, maar strekte het dorp zich oorspronkelijk wel meer noordelijk uit dan nu het geval is. Begin 16e eeuw begon men door middel van bedijkingen en inpolderingen het ‘Oude land’ te beschermen en nieuw land aan te winnen. Ter plaatse van Oostwold liep de dijk - die in 1545 voltooid werd - vlak achter het kerkhof, vermoedelijk ter hoogte van het latere Koediep. Met de inpoldering van het nieuwe land kwam Oostwold verder van het open Dollardwater af te liggen. Door de inpolderingen steeg ook de werkgelegenheid in de landbouw en konden de nederzettingen groeien. Rond deze tijd kreeg Oostwold in beginsel ook haar huidige vorm. De structuur van het dorp werd destijds bepaald door de Huningaweg en ten noorden daarvan het Koediep (inmiddels gedempt) én de huidige Havenstraat, die een belangrijke rol speelde in het vervoer van landbouwproducten. Daartussen lagen enkele straten waaraan het merendeel van de bebouwing in de vorm van arbeiderswoningen stond. Aan de noordzijde van de Huningaweg stonden grote boerderijen, met de achterzijde gericht op het Koediep; aan de zuidzijde kleine boerderijen en arbeiderswoningen. In de tweede helft van de 18e eeuw ontstond een echte dorpskom tussen de Huningaweg en het Koediep, door de bouw van de kerk, de pastorie en de school, aan beide zijden geflankeerd door lanen met kleinschalige woonhuizen. Omdat het bebouwings- en beplantingspatroon van dit gebied zeer goed bewaard is gebleven, is het in 1991 aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Een gedetailleerde beschrijving van de historische ontwikkeling van Oostwold is opgenomen in bijlage 2 van deze plantoelichting. Rond 1850 heeft Oostwold nog steeds het karakter van een agrarisch wegdorp (figuur 2). In de tweede helft van de 19e eeuw treedt een verdichting van de bebouwing rond de kerk en de pastorie op. Door verdere inpolderingen steeg de werkgelegenheid in de landbouw en ontstond de behoefte aan nieuwe gebieden voor arbeiderswoningen. In de periode 1900-1940 worden daartoe nieuwe bebouwingslinten aangelegd in de vorm van ver-
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 6
02-62-03
bindingslinten tussen de historische linten (Klinkerstraat en Noorderstraat). Parallel aan deze verbindingslinten worden in deze periode ook zogeheten ‘dubbellinten’ ontwikkeld (Bernhardlaan en Prinses Julianalaan). Na de Tweede Wereldoorlog vindt een ingrijpende wijziging in de ruimtelijke structuur van de dorpskom plaats door de demping van het Koediep en de aanleg van de Havenstaat. Door projectmatige uitbreidingen in de jaren vijftig tot zeventig van de vorige eeuw (Margrietstraat/Beatrixstraat en Tichelwerk/Palmastraat/Sypkenstraat) heeft Oostwold een zekere komvorming doorgemaakt. De recente uitbreiding bij Huningahof heeft deze komvorming verder versterkt.
Figuur 2: Bebouwing en infrastructuur in Oostwold rond 1850
2. 2. Huidige ruimtelijke karakteristiek In de huidige ruimtelijke structuur is de ontstaansgeschiedenis van Oostwold nog altijd goed herkenbaar. Vanwege de grote historische waarde van deze structuur, is de oude dorpskern in 1991 door de toenmalige Ministers
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 7
van VROM en WVC aangewezen als beschermd dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet 1988. Een aantal van de oudere gebouwen in het dorp - zowel binnen als buiten het beschermd dorpsgezicht - is dermate waardevol, dat ze zijn aangewezen als monument in de zin van de Monumentenwet 1988. De gebouwen waar het om gaat zijn opgenomen in bijlage 1. Beschermd dorpsgezicht Het beschermd dorpsgezicht Oostwold omvat het gebied zoals weergegeven op figuur 3. Doel van de aanwijzing is ‘de karakteristiek van de met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij verdere ontwikkelingen binnen het gebied’. In bijlage 2 van deze plantoelichting is de toelichting op het aanwijzingsbesluit voor het beschermd dorpsgezicht opgenomen.
Figuur 3: Begrenzing en structuur beschermd dorpsgezicht Oostwold
De waarde van het beschermd dorpsgezicht is met name gelegen in de kenmerkende, historische ruimtelijke structuur die in de tweede helft van de 18e eeuw is ontstaan met de bouw van de huidige pastorie en de kerk. Deze structuur wordt bepaald door een zekere symmetrie, die tot uitdrukking komt in de evenwijdige bebouwde lanen, met daartussen een centraal mid-
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 8
02-62-03
dengebied. Dit middengebied is een zone met bijzondere functies: kerk, pastorie en school. De symmetrie wordt benadrukt door de kleinschalige bebouwing aan de flankerende lanen, bestaande uit ongeveer gelijke vrijstaande arbeiders- en ambachtswoningen, die de ruimtelijke begrenzing van het middengebied vormen. De Egbertilaan is uitsluitend aan de oostzijde bebouwd, waardoor de woonbebouwing is georiënteerd op het centrale middengebied. De plaats van de kerk in het middengebied is enigszins perifeer, zeker in vergelijking met de pastorie, maar wordt sterk geaccentueerd door de aanwezigheid van een zichtas in de vorm van de Kerksingel. De kerk ligt vanaf de Huningaweg gezien in het verlengde van de laanbeplanting aan de Kerksingel. Deze zichtlijn is binnen het beschermd dorpsgezicht van groot belang. Forse bomen en een monumentaal hek verlenen de kerk allure. De karakteristieke laanbeplanting aan de Kerksingel, de oude bomen op het pastorieterrein en de dichte begroeiing op de meeste erven, geven het beschermd dorpsgezicht een indruk van beslotenheid die contrasteert met de openheid van het omliggende landschap. Vanwege de karakteristieke bouwvormen, de openheid en beplanting is vanuit het rijk zeer recent een aanwijzingsvoorstel gemaakt voor de uitbreiding van het beschermd dorpsgezicht in westelijke richting langs de Huningaweg. Definitieve besluitvorming over de uitbreiding moet nog plaatsvinden. Oude bebouwingslinten Langs de oude, historische bebouwingslinten kent Oostwold geen ‘harde’ bebouwingsranden. Aan de westzijde loopt de bebouwing aan de Huningaweg vanuit het dorp langzaam over in het dorp Midwolda. Aan de zuidzijde is ook sprake van een ‘zachte’ begrenzing, in de vorm van het uitlopende bebouwingslint aan de Nieuweweg. In het bebouwingspatroon zijn het met name de grote vrijstaande boerderijen aan (de noordzijde van) de uitlopende wegen en de arbeiderswoningen in de linten in de dorpskom, die het verleden weerspiegelen (figuur 4).
Figuur 4: Boerderij en arbeiderswoning in Oostwold in de oude linten
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 9
Van oorsprong zijn de arbeidershuisjes klein, hebben een lage gootlijn en staan haaks en dicht op de weg. In de loop van de jaren zijn veel van deze woningen verbouwd en herbouwd, waardoor de oorspronkelijke karakteristiek vaak verloren is gegaan. De grote Oldambtster boerderijen bestaan uit een voorhuis dat gebouwd is in de op het moment van bouwen heersende bouwstijl, met een achterliggend schuurgedeelte. Ondanks dat in veel gevallen geen sprake meer is van een agrarische functie, is de bebouwingskarakteristiek van deze boerderijen vaak behouden gebleven. Overige gebieden Achter de oude bebouwingslinten is vanaf circa 1950 een aantal nieuwe buurtjes gerealiseerd. Door hun vierkante vorm vormen deze gebieden opzichzelfstaande woonclusters binnen Oostwold. Aansluitend aan deze buurtjes is sprake van een aantal groengebieden in de vorm van het park tussen Tichelwerk en de Oudlandsweg en het sportveldencomplex aan de zuidoostrand van het dorp. 2. 3. Ruimtelijk-functionele structuur Met een inwonertal van circa 1500 is Oostwold in omvang het vierde dorp in de gemeente Scheemda. Het aanbod aan lokale voorzieningen in het dorp is redelijk. Zo is er een bank, een postkantoor en zijn er twee basisscholen. Voor een aantal voorzieningen moeten de inwoners wel een beroep doen op de omliggende kernen, met name Midwolda. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een verzorgingstehuis. Wonen Het overgrote deel van de bebouwing in Oostwold heeft een woonfunctie. In enkele gevallen wordt deze gecombineerd met een andere functie in de vorm van een aan-huis-verbonden-beroep, met detailhandel of met een kleinschalige bedrijfsactiviteit. Binnen de woningvoorraad van circa 700 woningen ligt het accent op de particuliere sector. Circa 22% van de woningvoorraad bestaat uit huurwoningen. De bebouwingskwaliteit van deze woningen is niet optimaal, waardoor er een forse herstructureringsopgave bestaat van circa 100 woningen tot 2010. Een klein deel van de bestaande woningvoorraad bestaat uit seniorenwoningen. Voorzieningen / detailhandel In het ruimtelijke patroon van de oude bebouwingslinten, heeft zich aan de Hoofdstraat een klein centrumgebied (figuur 5) gevormd, waarin (naast de woonfunctie) sprake is van een aantal dienstverlenende functies. Hierbij gaat het onder meer om enkele winkels (waaronder een bakker, een slager en een buurtsuper), twee cafés, een kapsalon en een assurantiekantoor. Buiten dit centrumgebied is verspreid ook sprake van voorzieningen in de vorm van twee basisscholen, twee kerken, een kinderopvang, een buurthuis, een galerie en enkele winkel(tje)s. Oostwold beschikt tenslotte over
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 10
02-62-03
een sportveldencomplex met bijbehorende kantine- en kleedvoorzieningen, twee verenigingsgebouwen én een skatebaan. Bedrijvigheid Verspreid in Oostwold is er sprake van een aantal vormen van bedrijvigheid. Allereerst liggen aan de noordrand van het dorp - aan de Huningaweg en de Goldhoorn - drie agrarische bedrijven. Naast agrarische bedrijvigheid is ook sprake van agrarisch aanverwante bedrijvigheid in de vorm van een landbouwmechanisatiebedrijf en een opslagschuur voor veevoedergrondstoffen aan de Polderweg, een loonbedrijf aan de Groeveweg en een hoveniersbedrijf aan de Huningaweg. Verder liggen in het zuiden van het plangebied, aan de Oosterweg en aan de Nieuweweg, in totaal twee kwekerijbedrijven. Oostwold kent ook een aantal recreatieve bedrijven. Aan de Huningaweg is sprake van een ‘Pitch en Puttbaan’, met daarbij een horecavoorziening. Aan de overzijde van de Huningaweg bevindt zich de schietbaan van de plaatselijke schietvereniging. Naast deze bedrijven is aan de Nieuweweg nog sprake van een (kleinschalige) theeschenkerij en een mini-camping. Wat de overige bedrijvigheid betreft zitten aan de doorgaande wegen in het dorp nog een aantal bedrijven zoals een bouwbedrijf aan de Klinkerstraat en aan de Noorderstraat een schildersbedrijf. Een bijzonder bedrijf is het waterleidingbedrijf aan de Beatrixstraat. Het terrein van dit bedrijf wordt gebruikt voor waterberging. Op het terrein is tevens een aanjaagstation aanwezig. Verkeer en vervoer Oostwold wordt als dorp goed ontsloten via de A7, die van Groningen naar Nieuweschans loopt. De aansluiting op de A7 loopt in westelijke via Midwolda/Scheemda. De doorgaande verbinding naar Winschoten via de Nieuweweg, is verdwenen voor het autoverkeer in het kader van de aanleg van de Blauwe Stad. Het doorgaande karakter van de weg is alleen blijven bestaan voor het langzame (fiets)verkeer. In Oostwold zelf is sprake uitsluitend sprake van (doorgaande) lokale wegen en woonstraten.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 11
Figuur 5: De ruimtelijk-functionele hoofdstructuur van Oostwold
2. 4. Bijzondere aspecten 2.4.1. Watertoets De watertoets is onderdeel van de startovereenkomst Waterbeleid in de 21e eeuw, een gezamenlijk document van de VNG, de provincies, het Rijk en de Unie van Waterschappen (2001). Hierbij is afgesproken dat bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden met de belangen van het water. Concreet betekent dit dat over ruimtelijke plannen vooroverleg met het betrokken waterschap moet plaatsvinden en dat ruimtelijke plannen een waterparagraaf moeten bevatten. Deze vereisten zijn - in 2003 - ook wettelijk vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Zie paragraaf 4.6.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 12
02-62-03
2.4.2. Ecologie In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europees en nationale beleid en wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Bij de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als ecologische hoofdstructuur of als Natura-2000 gebied in de zin van de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 (voortvloeiend uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn). In en in de nabijheid van Oostwold is van dergelijke natuurgebieden geen sprake. Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang. In deze wet is bepaald dat beschermde dieren, die in de wet zijn of worden aangewezen, niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden, planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere voortplantingsplaatsen of vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernietigen of te verstoren. De Flora- en faunawet gaat uit van het ‘nee,-tenzij’ beginsel. Dit betekent dat onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen mogelijk is. Waar het gaat om kritische soorten, is een ontheffing slechts mogelijk indien de gunstige staat van instandhouding van de betreffende soort niet in het geding is en er sprake is van dwingende redenen van openbaar belang. Hierbij gaat het om soorten die staan vermeld op Bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn en een aantal Rode Lijstsoorten (categorieën ‘bedreigd’, ‘ernstig bedreigd’ of ‘uitgestorven’). Voor wat betreft het bestemmingsplan moet bij nieuwe ontwikkelingen worden nagegaan of - vanwege het verstoren van beschermde soorten - voor deze ontwikkelingen een ontheffing nodig is. Zo ja, dan moet bij het opstellen van een bestemmingsplan een redelijk zicht zijn op het verkrijgen van deze ontheffing. Anders is het bestemmingsplan niet uitvoerbaar. Zie ook paragraaf 4.6. 2.4.3. Archeologie Als gevolg van het Europese Verdrag van Valletta moet het archeologische bodemarchief in Europa (beter) beschermd worden. Dit verdrag dat in 1992 op Malta werd ondertekend door een groot aantal EU-landen (waaronder Nederland) heeft tot doel het veiligstellen van het Europese archeologische erfgoed. Ter implementatie van het verdrag in Nederland, is momenteel een wetsvoorstel in voorbereiding tot wijziging van de Monumentenwet 1988. Een belangrijk aspect van dit voorstel is dat een plan op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) moet zijn gebaseerd op toereikende archeologische informatie. Inzicht in de aard van de (te verwachten) archeologische waarden wordt gegeven in de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en daarnaast de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) (zie bijlage 3). BeiBestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 13
de kaarten zijn opgesteld door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en de provincie Groningen. In het plangebied komen gebieden voor die volgens de AMK van archeologische betekenis zijn. Dit stelt randvoorwaarden aan bodemingrepen. Daarnaast bestaat in delen van het plangebied een hoge trefkans op archeologische waarden. Zie ook de planuitgangspunten in hoofdstuk 4.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 14
02-62-03
3. BELEIDSKADER Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet rekening gehouden worden met het relevante beleid van de hogere overheden. Daarnaast is ook het eigen gemeentelijk beleid van belang. Hieronder volgt een overzicht. 3. 1. Rijksbeleid De Nota Ruimte (2006) bevat de visie van het rijk op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk naar 2030. De Nota Ruimte vervangt de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) én het Structuurschema Groene Ruimte. Het nationaal ruimtelijke beleid richt zich op vier algemene doelen: • versterking van de internationale concurrentiepositie; • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; • borging van de veiligheid (tegen water en risicovolle activiteiten). Twee begrippen staan centraal in de Nota Ruimte: Basiskwaliteit en Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. De Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur bestaat uit de belangrijkste gebieden in Nederland op het terrein van economie, infrastructuur en verstedelijking, water, natuur en landschap. Hieronder vallen bijvoorbeeld de mainports Schiphol en Rotterdam, maar ook de nationale stedelijke netwerken en de ecologische hoofdstructuur. Het dorp Oostwold maakt geen deel uit van de Nationale Ruimtelijke hoofdstructuur. Voor de gebieden die geen onderdeel vormen van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, is het beleid gericht op het waarborgen en waar mogelijk vergroten van de basiskwaliteit. De eerste verantwoordelijkheid voor deze basiskwaliteit ligt bij de provincie. De Nota Ruimte geeft op een aantal punten zélf invulling aan het begrip basiskwaliteit (van dorpen). Allereerst geldt als basiskwaliteit dat in (alle) dorpen woningbouw mogelijk is, ten minste om te kunnen voorzien in de eigen behoefte. Ook de vestiging van nieuwe, lokale georiënteerde bedrijvigheid is mogelijk. Daarbij geldt wel als voorbehoud dat wonen en werken in regionaal verband wordt afgestemd. Bovendien geldt het principe van bundeling: uitbreidingen dienen plaats te vinden in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied. Op meer procesmatig gebied geldt de watertoets als onderdeel van de basiskwaliteit. Dit geldt ook voor het voldoen aan de diverse Europese richtlijnen. 3. 2. Provinciaal beleid Op 14 december 2000 is het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) door Provinciale Staten vastgesteld. In dit plan zijn het Streekplan, het Waterhuishoudingplan, het Milieubeleidsplan en het Mobiliteitsplan geïntegreerd.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 15
Het POP schetst in hoofdlijnen het beleid voor de lange termijn (2030) en daarnaast wordt per thema én gebiedsgericht het beleid tot 2010 meer concreet aangegeven. Voor Oostwold is met name het beleid voor de Blauwe Stad, de gebiedsgerichte uitwerking voor Oost-Groningen en het thematische beleid aangaande het wonen in plattelandskernen van belang. Blauwe Stad Weliswaar niet in het plangebied, maar wel direct ten zuiden van Oostwold, wordt momenteel de Blauwe Stad ontwikkeld (figuur 7). Omringd door de kernen Winschoten, Scheemda, Midwolda, Oostwold, Finsterwolde en Beerta, wordt hier een groot waterrijk woon-, recreatie- en natuurgebied gerealiseerd. In het gebied worden 1200 tot 1800 woningen gebouwd. Daarnaast wordt ruimte geboden voor initiatieven in de toeristischrecreatieve sector (bijvoorbeeld jachthavens of kleine kampeerterreinen) en voor recreatief medegebruik.
Figuur 7: Fragment functiekaart POP
Gebiedsgerichte uitwerking Oost-Groningen Het POP schetst voor Oost-Groningen een gebiedsperspectief voor 2030. Voor Oostwold relevante fragmenten uit dit perspectief zijn: Oost-Groningen is een dynamisch gebied. De Blauwe Stad geeft het Oldambt met zijn open landschap een nieuw elan. Dit woongebied en centrum van (water)recreatie heeft goede recreatieve vaarwegen, fiets- en wandelpaden, die deel uitmaken van een groter circuit. De unieke ontstaansgeschiedenis is op diverse punten goed zichtbaar en toegankelijk voor de geïnteresseerde (cultuur)toerist.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 16
02-62-03
Om het gebiedsperspectief te kunnen realiseren, is een gebiedsgerichte uitwerking gemaakt in de vorm van het Regioprogramma Oost (2003/2004). Doel van dit Regioprogramma is om, samen met de gemeenten, een aantal (doe)projecten op te zetten. Eén van deze projecten betreft het project ‘Ring Blauwe Stad’. Doel van dit project is het ontwikkelen, opzetten en uitvoeren van een brede, integrale vernieuwingsaanpak voor de ring van kernen rond de Blauwe Stad en het aangrenzende landelijk gebied. Achterliggende gedachte is dat de Blauwe Stad hier kansen biedt voor vernieuwingsimpulsen op het gebied van toerisme/recreatie, natuur en water, woningbouw (inclusief herstructurering) en voorzieningen. Specifieke aandachtspunten in het project die van belang zijn voor Oostwold zijn: • •
•
•
Verbindingen: het realiseren van optimale vaar-, fiets-, weg- en natuurverbindingen tussen de Blauwe Stad en het omliggende gebied en van het hele gebied met de ‘buitenwereld’; Ruimtelijke kwaliteit: om de bestaande dorpen zoveel mogelijk te laten profiteren van de Blauwe Stad, kunnen ze zowel functioneel als stedenbouwkundig/visueel verbonden worden met (de oevers van) de Blauwe Stad. Dit geldt zowel voor de openbare ruimte in deze dorpen als voor de individuele woningen. Zo wordt gedacht aan een stimuleringsregeling voor het opknappen van individuele woningen; Voorzieningen: door de komst van de Blauwe Stad kan het draagvlak voor de bestaande voorzieningen in de dorpen groeien en kan het realiseren van nieuwe voorzieningen nodig zijn. Onderzocht wordt welke voorzieningen, waar nodig zijn; Nieuwe ontwikkelingen: de Blauwe Stad biedt kansen voor de vestiging van nieuwe bedrijvigheid op het gebied van onder meer recreatie, toerisme, horeca en wonen. Een deel van de nieuwe functies kan wellicht een plaats krijgen in vrijkomende agrarische bedrijven in het gebied. Ook zijn er wellicht mogelijkheden voor het verbreden van de landbouw, bijvoorbeeld in de vorm van een neventak in de recreatieve sector.
De afgelopen tijd zijn in het kader van het project ‘Ring Blauwe Stad’ concrete voorstellen gedaan voor nieuwe grootschalige ontwikkelingen in Oostwold (en Midwolda), waaronder de aanleg van een jachthaven, een pier en diverse fietspaden. Deze ontwikkelingen zijn inmiddels vastgelegd in een herziening van het bestemmingsplan Blauwe Stad voor de zogeheten Noordrand (2005). Voor het dorp Oostwold zelf wordt momenteel gewerkt aan een dorpsvisie waarin zaken aan de orde komen als de verkeerssituatie in het dorp en het verbeteren van de oriëntatie op het water van het Oldambtmeer. Op dit moment verkeert deze dorpsvisie in een te pril stadium om voor eventueel hieruit voortvloeiende projecten een juridische regeling in dit bestemmingsplan op nemen. Zie ook de uitgangspunten in hoofdstuk 4.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 17
Thematisch beleid: Wonen Vanwege het streven naar concentratie is de provincie terughoudend met het toestaan van het bouwen van nieuwe woningen in de kleinere dorpen. Woningbouw is hier alleen wenselijk als dit de beeldkwaliteit van deze dorpen versterkt, bijvoorbeeld door het opvullen van ruimte in de bestaande bebouwing. In dorpen met een redelijk compleet voorzieningen-niveau kan bovendien gebouwd worden voor de eigen behoefte, teneinde de leefbaarheid en het voorzieningenniveau in stand te houden. Voor de gemeenten Scheemda, Winschoten en Reiderland, waarin de Blauwe Stad ligt, stelt het POP dat voorlopig alleen nieuw gebouwd mag worden in de Blauwe Stad en voor het hogere segment. Herstructurering van de bestaande woningvoorraad acht het POP ook in de dorpen en op kleinere schaal dan in de steden een belangrijk aandachtspunt. Op grond van het POP zijn gemeenten verplicht tot het opstellen van een gemeentelijk Woonplan waarin zij hun beleid (zowel kwalitatief als kwantitatief) ten aanzien van het wonen vastleggen. Provinciaal Omgevingsplan II In december 2005 hebben Gedeputeerde Staten een herziening van het POP in ontwerp vastgesteld. Het POP II is een licht geactualiseerde versie van het POP. In hoofdlijnen blijft het beleid uit het POP gehandhaafd. Alleen ten aanzien van de aspecten intensieve veehouderij en de opslag van radioactief afval is het beleid gewijzigd. Ten aanzien van intensieve veehouderij ziet de provincie geen rechtvaardiging meer om specifiek ruimtelijk beleid te voeren c.q. onderscheid te maken tussen grondgebonden (melkveehouderij en akkerbouw) en niet-grondgebonden (intensieve veehouderij) bedrijven. 3. 3. Gemeentelijk beleid Dit beleid is - naast in de vigerende bestemmingsplannen - verwoord in het woonplan en de welstandsnota. Daarnaast is het Project leefbaarheid kernen én de bijgebouwenregeling van belang. Vigerende bestemmingsplannen Zoals in de inleiding al werd opgemerkt, geldt voor een groot deel van Oostwold tot het van kracht worden van het onderhavige bestemmingsplan, een aantal verouderde bestemmingsplannen. Alleen voor het beschermde dorpsgezicht is recentelijk een nieuw bestemmingsplan vastgesteld. Ondanks het feit dat de plannen meest verouderd zijn, vormen ze - vanuit het oogpunt van rechtszekerheid - een kader voor nieuw op te stellen bestemmingsplannen. Woonplan De gemeentelijke visie op de kwantiteit en kwaliteit van het wonen is vastgelegd in het Woonplan gemeente Scheemda 2002-2010. Het woonplan bevat twee delen: een algemene woonvisie én een dorpsgerichte uitwerking, waarin per dorp een ontwikkelingsperspectief voor het
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 18
02-62-03
toekomstige wonen wordt geschetst. Met de betrokken woningbouwcorporaties is een convenant in de vorm van een meerjarenprogramma gesloten inzake de uitvoering van het woonplan tot en met het jaar 2006. Een nieuw meerjarenprogramma voor de jaren daarna, is momenteel nog in procedure. Omdat de ontwikkeling van de Blauwe Stad geen substantiële uitbreiding van de woningvoorraad in Oostwold en Midwolda toelaat, ligt de nadruk in het woonplan bij deze dorpen vooralsnog vooral op de noodzakelijke herstructurering. Het woonplan besteedt specifieke aandacht aan de woningmarktpositie van de dorpen Oostwold en Midwolda in relatie tot de ontwikkeling van de Blauwe Stad. Beide dorpen hebben op dit moment te maken met een daling van het aantal inwoners. De ligging aan het nieuwe water-, woon- en natuurgebied zal naar verwachting de belangstelling voor het wonen in deze dorpen stimuleren. Het woonplan benadrukt de noodzaak te komen tot een goede ruimtelijke en sociale integratie tussen de Blauwe Stad en de dorpen Oostwold en Midwolda. Dit betekent dat er ruimte moet zijn voor het ontwikkelen van aantrekkelijke dorpsranden en daarnaast voor het bouwen van woningen voor eigen behoefte. Voor de leefbaarheid van beide dorpen is het van groot belang dat de eigen inwoners behouden blijven. Het woonplan geeft in Oostwold een aantal herstructurerings- c.q. nieuwbouwprojecten aan, die voor een deel reeds in gang zijn gezet en voor een deel nog moeten beginnen. In het onderhavige bestemmingsplan zijn deze projecten meegenomen. Concreet gaat het om locaties aan de Goldhoornhof, de Parallelweg, Tichelwerk, de Beatrixlaan én de Noorderstraat. Belangrijk aandachtspunt voor Oostwold is ook de lintversterking en het invullen van open plekken in het dorp. Hiervoor geeft het woonplan geen concrete locaties (maar dus wel de intentie). Tot slot streeft het woonplan naar het aantrekkelijker maken van het dorpscentrum middels het vernieuwen en concentreren van de voorzieningen in de Hoofdstraat tussen de kruispunten met de Huningaweg en de Goldhoorn. Hier zal ook de woonfunctie versterkt kunnen worden, onder meer door de bouw van seniorenappartementen. Welstandsnota In de gewijzigde Woningwet 2003 is een structureel andere opzet gegeven aan het welstandstoezicht. Gemeenten dienen hun welstandsbeleid voortaan inzichtelijk te maken en vast te leggen in een gemeentelijke welstandsnota. De welstandsbeoordeling wordt (uitsluitend) gebaseerd op de hierin opgenomen welstandscriteria. Dit vergt een goede koppeling tussen het bestemmingsplan en de welstandsnota. De gemeente Scheemda heeft er voor gekozen om samen met de buurgemeenten Winschoten en Reiderland een welstandsnota op te stellen. Een belangrijke pijler van deze nota vormen de gebiedsgerichte welstandscriteria voor het bestaande bebouwde gebied. Belangrijkste onderlegger van de gebiedsindeling zijn de diverse historische bebouwingslinten in de drie gemeenten.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 19
Over het algemeen is het welstandsbeleid gericht op het behoud c.q. het respecteren van het bestaande bebouwingsbeeld. Toch wordt op enkele plaatsen ook vernieuwing voor- c.q. toegestaan. Dit vooral om in te spelen op de komst van de Blauwe Stad. In Oostwold speelt dit concreet waar het gaat om de situering van woningen in het bebouwingslint van de Nieuweweg. Op grond van de welstandsnota dienen (nieuwe) woningen hier óf in de bestaande voorgevelrooilijn óf 15 - 20 meter van de Nieuweweg gebouwd te worden. Daarbij mag de oriëntatie van deze woningen tweezijdig zijn, dus zowel op de Nieuweweg als op de Blauwe Stad. Project Leefbaarheid Kernen Het woonplan is tot stand gekomen na een uitgebreid inspraaktraject met de bevolking. Het raadplegen van de inwoners over het woonaspect vormt een belangrijk onderdeel van een veel breder project ‘leefbaarheid kernen’. In het kader van dit leefbaarheidsproject wordt ook de visie op voorzieningen, de ruimtelijke kwaliteit en de sociale structuur van de dorpen ontwikkeld. Ook in het kader van het onderhavige bestemmingsplan heeft overleg plaatsgevonden met de dorpscommissie van Oostwold teneinde te komen tot een gezamenlijke dorpsvisie. Bijgebouwenregeling Om de beleidsinhoudelijke verschillen voor wat betreft het bouwen van bijgebouwen bij woningen tussen de vigerende plannen op te heffen, is in 2005 de notitie BAUW (Bijgebouwen, Aan- en Uitbouwen bij Woonbestemmingen) vastgesteld. In deze notitie zijn regels gesteld ten aanzien van de toegestane oppervlakte, de hoogte en de situering van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij (bestaande) woningen.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 20
02-62-03
4. UITGANGSPUNTEN VOOR HET BESTEMMINGSPLAN Op basis van de in de voorgaande hoofdstukken beschreven situatie in het plangebied en het voorgestane beleidskader kunnen de volgende uitgangspunten voor het bestemmingsplan worden benoemd. 4. 1. Algemeen De bescherming van de ruimtelijke structuur, zoals deze in hoofdstuk 2 van deze plantoelichting is beschreven, vormt een belangrijk uitgangspunt van dit bestemmingsplan. Dit geldt uiteraard voor het beschermd dorpsgezicht Oostwold, maar zeker ook voor de rest van het plangebied. De gemeente sluit hiermee aan op zowel het rijksbeleid als provinciale beleid, waarin veel belang wordt gehecht aan de ruimtelijke kwaliteit van de plattelandskernen. De plankaart en de planvoorschriften spelen een belangrijke rol bij het behoud van de huidige ruimtelijke structuur. Via de bouwvlakken op de plankaart en de bebouwingsbepalingen in de voorschriften, is de situering en hoofdvorm van de bebouwing in het dorp vastgelegd. Voor het (bestaande) beschermd dorpsgezicht geldt bovendien een aanvullende beschermende bestemmingsregeling. Naast het versterken van de ruimtelijke structuur, is ook het behoud én het versterken van de functionele structuur c.q. de leefbaarheid een belangrijk uitgangspunt. Hierbij gaat het enerzijds om het versterken van de woonfunctie en anderzijds om het bieden van ruimte aan passende voorzieningen, met name in het centrumgebied maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in vrijkomende en vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen. Belangrijk algemeen uitgangspunt van het bestemmingsplan, vormt tot slot het komen tot een goede ruimtelijke afstemming tussen de Blauwe Stad en het dorp Oostwold. 4. 2. Wonen 4.2.1. Herstructureringsprojecten / nieuwbouw Het beleid omtrent het wonen is vastgelegd in het woonplan. Voor Oostwold wordt daarin prioriteit gegeven aan de uitvoering van het herstructureringsprogramma. Hiertoe wordt op enkele invullocaties een nieuwe wooninvulling voorgestaan. Algemeen geldt hierbij dat de nieuwe bebouwing moet passen binnen de ruimtelijke structuur van het dorp. Met de (vervangende) nieuwbouw worden twee doelen gediend. Enerzijds de leefbaarheid van Oostwold door het bieden van nieuwe woonmogelijkheden. Anderzijds de ruimtelijke structuur door de nieuwbouw zodanig in te passen dat dit bijdraagt aan de versterking van de (historische) ruimtelijke structuur. Niet alleen in het bestemmingsplan, maar ook in de welstandnota zijn hiertoe regels gesteld. In het bestemmingsplan zijn, voortvloeiend uit het woonplan en het hierop gebaseerde convenant c.q. meerjarenprogramma 2000 - 2006, de volgende herstructurerings- /nieuwbouwlocaties meegenomen:
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
• • •
•
blz 21
aan de Goldhoornhof zijn 9 seniorenwoningen gesloopt en worden 20 bestaande seniorenwoningen gerenoveerd waarna ter plaatse 20 ‘nieuwe’ seniorenwoningen overblijven; aan de Parallelweg is, nabij de kruising met de Nieuweweg een herstructureringsproces gaande. In totaal zijn in dit gebied 32 woningen gesloopt en zullen 24 woningen teruggebouwd worden; op twee locaties in Oostwold, aan het Tichelwerk en de Beatrixstraat, heeft inmiddels herstructurering plaatsgevonden. Hierbij zijn in totaal 23 rijtjeswoningen gesloopt en vervangen door 11 nieuwe woningen; aan de Noorderstraat is een nieuwbouwlocatie opgenomen waar de mogelijkheid wordt geboden voor de bouw van 17 à 20 woningen. Deze locatie wordt ontwikkeld om ‘weglekeffecten’ te voorkomen, die kunnen ontstaan omdat per saldo het aantal te slopen woningen in Oostwold in het kader van de herstructurering groter is dan de vervangende nieuwbouw én omdat - gelet op de tijd die het sloopproces vraagt en de tijdrovende ruimtelijke ordeningsprocedures die aan nieuwbouw vooraf gaan - een aanzienlijk deel van de woningen pas over enkele jaren gerealiseerd kan worden. De locatie past stedenbouwkundig gezien goed in het ruimtelijke beeld van (dubbele) linten in Oostwold. De locatie zal worden ontsloten via de Noorderstraat. Ten aanzien van de beeldkwaliteit geeft de welstandsnota voor deze locatie c.q. dit deelgebied als beleid ‘respecteren’’ aan. Dit betekent dat bij ontwikkelingen bestaande waarden met respect geïnterpreteerd moeten worden. Primair geldt dus dat samenhang in het bebouwingsbeeld dient te ontstaan. De belangrijkste componenten hierbij zijn het type woningen (één bouwlaag met kap) en de nokrichting (dwars op de weg). Daarnaast geldt dat bij hoekwoningen die met twee of meer gevels naar de openbare ruimte zijn georiënteerd, aandacht moet worden gegeven aan de vormgeving van deze gevels.
Naast bovenstaande woningbouw, die direct voortvloeit uit het woonplan, is aan de Parallelweg ook sprake van een bouwlocatie. Hierbij gaat het om de bouw van maximaal 3 woningen op de kruising met de Kromme Elleboog. De bouw van woningen op deze locatie draagt bij aan het bebouwingspatroon en de beeldkwaliteit van het lintkarakter. Tot slot wordt op de hoek van de Huningaweg / Klinkerstraat ruimte geboden voor de (her)bouw van een woning. 4.2.2. Bestaande bebouwing Ten aanzien van de bestaande bebouwing staat het behoud van de woonfunctie en van de huidige kwaliteit van het wonen voorop. Het plan biedt - conform de notitie BAUW - ruimte voor kwaliteitsverbetering en het aanpassen van woningen aan de eisen van de tijd. Daarmee wordt ruimte geboden om in te spelen op veranderende behoeftepatronen.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 22
02-62-03
Concreet betekent dit dat een zekere uitbreiding van woningen mogelijk is, mits passend in het bebouwingspatroon. Bij de bescherming van de bestaande bebouwing spelen ook de gemeentelijke welstandsnota en de Monumentenwet 1988 een belangrijke rol. Bij wijzigingen in de bestaande bebouwing, moet rekening worden gehouden met hetgeen in de welstandsnota is vastgelegd. Op grond van de Monumentenwet 1988 geldt onder meer een verbod voor het slopen van monumentale bebouwing en een vergunningsplicht voor het veranderen/vernieuwen van bebouwing. 4. 3. Voorzieningen / detailhandel Voor wat betreft de bestaande (maatschappelijke) voorzieningen, is het beleid erop gericht om deze te behouden en planologisch ruimte te geven voor ontwikkeling wanneer dit nodig mocht blijken. Voor de scholen kan dit met name van belang zijn in het kader van de klassenverkleining dan wel het beschikbaar hebben van extra ruimtes voor leerlingenbegeleiding en andere ondersteunende activiteiten. Wel geldt dat bij een mogelijke uitbreiding wordt gekeken naar de invloed ervan op de omgeving. Ook ten aanzien van de aanwezige detailhandel is het beleid gericht op behoud van de bestaande winkels. In het centrumgebied aan de Hoofdstraat wordt - conform het beleid uit het gemeentelijke woonplan - ruimte geboden voor nieuwe detailhandels-, bedrijfs- of dienstverlenende functies. Aan de Oosterweg - op de hoek met de Klinkerstraat - biedt het bestemmingsplan ruimte voor de bouw van een medisch centrum. In het centrum zal sprake zijn van een apotheek, een huisartsenpraktijk, een fysiotherapeut, een logopedist en een psycholoog. Met de komst van het centrum blijft de huisartsenzorg in Oostwold behouden en het wordt het aantal zorgfuncties in het dorp uitgebouwd. Dit komt de leefbaarheid ten goede. Ook gelet op het aantal ouderen in Oostwold én vanwege de komst van de Blauwe Stad, is het wenselijk om het nu nog zeer beperkte aanbod aan medische voorzieningen in het dorp te vergroten. Omdat met de bouw van het medisch centrum haast is geboden is vooruitlopend op de vaststelling van dit bestemmingsplan - voor de realisatie ervan een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 gestart. De benodigde ruimtelijke onderbouwing voor de toepassing van deze vrijstelling is opgenomen in bijlage 6. Ten aanzien van de recreatieve voorzieningen in het dorp is het bestemmingsplan - conform het gemeentelijke en provinciale beleid - gericht op behoud én versterking. Aansluitend op het project ´Ring Blauwe Stad’, wordt in vrijkomende of vrijgekomen boerderijen daarom ruimte geboden voor vestiging van verblijfsrecreatieve functies. Daarnaast biedt het plan aan de Nieuweweg ruimte voor de vestiging van een nieuwe minicamping.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 23
4. 4. Verkeer Ten aanzien van de verkeerssituatie kan gezegd worden dat hierin enkele wijzigingen worden aangebracht in het kader van de aanleg van de Blauwe Stad. De doorgaande weg naar Winschoten wordt afgesloten voor het autoverkeer. Voor het langzame verkeer blijft de weg bestaan. Het bestemmingsplan biedt voor deze aanpassing de ruimte. In het kader van het project ‘Ring Blauwe Stad’ wordt gekeken of het doorgaande vrachtverkeer (meer) uit het dorp geweerd kan worden, zodat de verkeersveiligheid kan toenemen. In het kader hiervan kan bijvoorbeeld het profiel van de Klinkerstraat worden versmald. Ook hiervoor geldt dat het bestemmingsplan voor deze maatregelen de ruimte biedt. 4. 5. Milieuhygiënische aspecten Geluidhinder Ten aanzien van het aspect ‘geluidhinder’ is de Wet geluidhinder (Wgh) bepalend. Uitgangspunt is dat er geen met de wet strijdige situaties ontstaan. In geval van Oostwold is het aspect wegverkeerslawaai van belang. Alle wegen hebben op grond van de Wet geluidhinder een geluidzone waarbinnen, met het oog op het verkeerslawaai, in principe akoestisch onderzoek moet worden verricht. Uitzondering hierop vormen de wegen waarvoor een maximum is vastgesteld van 30 km/uur en de wegen waarvoor - uit een door de gemeenteraad vastgestelde geluidsniveaukaart blijkt dat de geluidsbelasting op 10 meter uit de as van de meest nabijgelegen rijstrook 50 dB(A) of minder is. Voor het overgrote deel van de wegen in Oostwold geldt dat in het kader van ‘Duurzaam Veilig’ is vastgesteld dat deze onder een 30-km-regiem vallen. Daarmee hebben deze wegen geen geluidzone. Voor de (doorgaande) wegen - voorzover hier een maximum snelheid van 50 km/uur geldt - is geen geluidsniveaukaart vastgesteld. Daarom wordt voor deze wegen uitgegaan van de wettelijke zone, die voor wegen bestaande uit één of twee rijstroken, 250 meter bedraagt. Via de bouwvlakken op de kaart is in het bestemmingsplan geregeld dat woonhuizen nooit dichter naar de weg kunnen worden gebouwd waardoor een verslechtering van de geluidssituatie (een toename van het aantal geluidhinderden) kan ontstaan. In dit kader zijn op de plankaart ook dwarsprofielen opgenomen. Voor de nieuwbouwlocatie aan de Noorderstraat is (ten behoeve van de wegreconstructie voor de ontsluiting) een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 3), waaruit blijkt dat aan de wettelijke geluidsnormen kan worden voldaan. Aan de noordzijde van Oostwold is - buiten het plangebied van dit bestemmingsplan - sprake van een luchtvaartterrein. Het terrein heeft een functie voor de landbouw en de recreatie. De milieu- c.q. geluidsaspecten van het vliegveld worden gereguleerd via de (nieuwe) Wet Luchtvaart. Agrarische bedrijvigheid
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 24
02-62-03
In het plangebied is sprake van een aantal agrarische bedrijven. Uitgangspunt is dat deze bedrijven in hun huidige aard en omvang kunnen blijven bestaan. De bedrijven liggen in alle gevallen niet op de richtlijnafstand van 100 meter die in het algemeen moet worden aangehouden tussen agrarische bedrijven en woonbebouwing. Deze richtlijnafstand is gebaseerd op stankhinder. Het gaat hier echter om bestaande situaties waarvoor de milieuwetgeving haar specifieke regelgeving kent. Voor wat betreft de invullocatie aan de Noorderstraat, geldt dat deze op minder dan 100 meter van het agrarische (akkerbouw)bedrijf aan de Goldhoorn ligt. De benodigde afstand wordt in dit geval dus niet helemaal gehaald: feitelijk is de afstand van de rand van het agrarische bouwperceel en het bouwvlak van de nieuw te bouwen woningen 80 meter. De bestaande woonbebouwing naast het agrarisch bedrijf is echter reeds grensstellend in relatie tot de eventuele milieubelasting van het bedrijf: de dichtstbijzijnde bestaande woning ligt slechts op 40 meter afstand. De ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf worden dan ook niet (extra) beperkt als gevolg van de nieuwbouw aan de Noorderstraat. Omdat het hier om een akkerbouwbedrijf gaat, veroorzaakt het bedrijf - op dit moment - ook geen stankhinder naar de woonomgeving. De ontwikkelingsruimte van de agrarische bedrijven is afgestemd op en genuanceerd naar de dorpse situatie. Dit betekent dat geen mogelijkheden worden geboden voor het uitoefenen van intensieve veehouderijactiviteiten. Gelet op de nabijheid van woonbebouwing, bestaan op grond van de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder feitelijk ook geen mogelijkheden voor intensieve veehouderij. Daarnaast verhoudt het toestaan van intensieve veehouderij zich niet met de beleidslijn om recreatieve ontwikkelingen in het dorp te stimuleren. Niet-agrarische bedrijvigheid Wat betreft de niet-agrarische bedrijvigheid kan worden vastgesteld dat het hier over het algemeen om relatief kleinschalige en lichte bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 van de Basiszoneringslijst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)1) gaat die in het algemeen geen milieuproblemen veroorzaken. Ook voor deze bedrijven is het uitgangspunt dat ze in hun huidige aard en omvang kunnen blijven bestaan. In Oostwold komt ook een aantal bedrijven voor die in milieucategorie 3 van de VNG-bedrijvenlijst vallen. Voor deze bestaande bedrijven geldt, met name vanwege het aspect geluid, een afstandsnorm van 50 - 100 meter. Deze norm wordt niet in alle gevallen gehaald. Op individueel niveau voorziet de Wet milieubeheer in een passende regeling ter beperking van eventuele milieuhinder.
1
) Doel van de VNG-lijst is om bedrijven qua aard en invloed op de woonomgeving te categoriseren en planologisch te regelen. Dit betekent dat er - afhankelijk van de categorie een bepaalde afstand moet worden gehouden tussen een (nieuw) bedrijf en de omringende woonbebouwing. Omgekeerd geldt hetzelfde. Voor categorie 1- en 2- bedrijven is deze afstand 0-30 meter.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 25
Voor de invullocatie aan de Noorderstraat geldt dat - gelet op de geluidhinder van het nabijgelegen landbouwmechanisatiebedrijf aan de Polderweg een afstand van minimaal 50 meter moet worden aangehouden tussen dit bedrijf en nieuwe woonbebouwing. Aan deze afstandsnorm wordt voldaan doordat tussen het betreffende bedrijf en de woningen een groenstrook wordt aangelegd. Externe veiligheid Het beleid op het gebied van de externe veiligheid heeft als doel zowel individuele als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Daarbij kan het gaan om ongevallen die te maken hebben met een stationaire bron of inrichting, maar ook om een ongeval veroorzaakt door het transport van gevaarlijke stoffen. Voor dit bestemmingsplan is alleen het eerstgenoemde aspect relevant vanwege de aanwezigheid van de grasdrogerij aan de Langeweg en het vliegveld direct ten noorden van het plangebied. Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Op grond van deze benadering worden in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) grenzen gesteld aan de risico’s waarbij gelet wordt op de kwetsbaarheid van functies in de omgeving. De risico’s worden daarbij in twee maten gemeten: plaatsgebonden risico (voor individuen) en groepsrisico (voor groepen mensen). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico gelden harde grenswaarden c.q. afstanden, voor het groepsrisico zijn geen grenswaarden vastgelegd. Wel geldt er een verantwoordingsplicht. Het bestemmingsplan dient bij de bestemmingskeuzen van (nieuwe) kwetsbare functies zoals woningen, rekening te houden met de grenswaarden, richtwaarden en afstanden uit het BEVI. Uit gemeentelijke milieu-informatie blijkt dat de plaatsgebonden risicocontouren van de grasdrogerij en het vliegveld buiten het plangebied van dit bestemmingsplan vallen. Wel valt het plangebied binnen het invloedsgebied (voor groepsrisico) van 275 meter rond het vliegveld. Ook de nieuwbouwlocatie aan de Noorderstraat valt binnen dit invloedsgebied. Desondanks is - gelet op het grote belang van de woningbouw op deze locatie, de vliegtijden op het vliegveld (uitsluitend overdag) én de goede vluchtmogelijkheden - nieuwbouw op deze locatie verantwoord. Bodem Het plan biedt op enkele locaties de mogelijkheid woningbouw te realiseren. In dat verband is de situatie van bodem en grondwater van belang. Uit de bodemkwaliteitskaart (bijlage 4) blijkt dat er verspreid over Oostwold een aantal potentieel (ernstig) verontreinigde locaties liggen die zijn aangewezen op grond van het historisch gebruik van de betreffende locaties. Indien op deze locaties activiteiten plaatsvinden waarbij de bodem gemoeid is (nieuwbouw, sloop), moet rekening gehouden worden met het feit dat er en reële kans bestaat dat direct op of termijn bodemsanering noodzakelijk is. Voor de nieuwbouwlocatie aan de Noorderstraat heeft inmiddels een oriënterend bodemonderzoek plaatsgevonden, waaruit blijkt dat er geen re-
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 26
02-62-03
denen zijn om aan te nemen dat op de betreffende locatie sprake is van bodemverontreiniging. Voor de overige bouwlocaties geldt dat er, op grond van het historisch gebruik van de gronden geen problemen zijn te verwachten wat betreft de vervuiling van de bodem. Bodemonderzoek, voorafgaande aan de verlening van de bouwvergunning, zal dit moeten bevestigen. In aansluiting op het provinciale beleid streeft de gemeente, voor wat betreft gevallen van ernstige bodemverontreiniging die niet in combinatie met een ruimtelijke ontwikkeling kunnen worden gesaneerd, er naar deze voor 2023 te hebben beheerst dan wel door een deelsanering de risico´s te hebben weggenomen. 4. 6. Omgevingstoetsen Water Het plangebied behoort tot het grote watersysteem ‘De Dollardboezem’ dat zich vanuit het oosten van Drenthe en Groningen uitstrekt naar de Dollard. Het (conserverende) bestemmingsplan beoogt geen verandering te brengen in dit watersysteem. Uitgangspunt van het bestemmingsplan is de bestaande adequate afvoer van regen- en afvalwater te handhaven. Bij nieuwbouwplannen geldt als uitgangspunt het hemelwater niet te vermengen met het vuilwatersysteem, maar te scheiden in een verbeterd gescheiden systeem. Daarnaast geldt dat indien er sprake is van een toename van het oppervlak aan verhard terrein, zo nodig nieuwe waterbergingen voor het oppervlaktewater worden gecreëerd. De wateraspecten in Oostwold worden gereguleerd via de keur van het waterschap Hunze en Aa’s. Voor werkzaamheden die van invloed zijn op de waterhuishouding is een ontheffing van de waterschapskeur noodzakelijk. Bij de beoordeling van een ontheffingsaanvraag fungeert het waterbeheersplan van het waterschap als toetsingskader. Om dubbele regelingen te voorkomen is op dit punt geen aanvullende regeling in het bestemmingsplan opgenomen. Ecologie Uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat er geen strijdigheid ontstaat met de wetgeving ten aanzien van de gebiedsbescherming en de soortenbescherming. Het aspect gebiedsbescherming hoeft daarbij niet nader bekeken te worden omdat in of in de nabijheid van Oostwold geen sprake is van beschermde natuurgebieden. De soortenbescherming vindt primair plaats via de Flora- en faunawet. De is altijd en onverkort van kracht. Voor de in dit plan opgenomen gebruikelijke ontwikkelingsmogelijkheden op perceelsniveau betekent dit dat, op het moment dat activiteiten aan de orde zijn, in het kader van de Flora- en faunawet, de mogelijke effecten op te beschermen soorten moeten worden meegewogen. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om de sloop van bebouwing of het kappen van bomen. Een beoordeling op het moment dat activiteiten daadwerkelijk aan de orde zijn (en dus niet ten tijde van het opstellen
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 27
van het bestemmingsplan) geeft het meest actuele en beschermingswaardige beeld. Indien op dat moment blijkt dat sprake is van (een) beschermde soort(en) en de activiteit strijd oplevert met de bepalingen uit de Flora- en faunawet, zal de betreffende activiteit pas plaats kunnen vinden ná het verkrijgen van een ontheffing waarbij het kan gebeuren dat deze ontheffing niet of slechts onder voorwaarden verleend kan worden. Dit doet echter aan de algemene uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan niets af. In dit bestemmingsplan wordt een aantal ontwikkelingen mogelijk gemaakt die verder gaan dan de gebruikelijke ontwikkelingsmogelijkheden op perceelsniveau. De meeste hiervan zijn gebonden aan een nadere afweging c.q. vrijstelling of wijzigingsbevoegdheid. Hiervoor geldt - conform het voorgaande - dat een ecologische beoordeling op het moment dat de betreffende ontwikkelingen daadwerkelijk spelen, het meest beschermingswaardige en actuele beeld geeft. Aan de Noorderstraat geeft het bestemmingsplan op onbebouwde gronden direct de mogelijkheid tot woningbouw op grotere schaal. In verband met de uitvoerbaarheid van deze ontwikkeling, is voor deze locatie een globale inventarisatie van de aanwezige ecologische waarden gemaakt. Hieruit is gebleken dat: • de locatie geen geschikt broedgebied is voor weidevogels gelet op de ligging aansluitend op de bestaande dorpsbebouwing en de minimale broedafstand van 50 - 250 meter die deze vogels aanhouden tot gebouwen en wegen; • in de (wijde) omgeving van de locatie (algemene) vleermuissoorten voorkomen die zware bescherming genieten op grond van de Flora- en faunawet. Deze soorten zijn cultuurvolgers en hebben hun domicilie in huizen, boerderijen en bomen. Omdat ten behoeve van de nieuwbouw geen bebouwing gesloopt of (oude) bomen gekapt hoeven te worden, zal ook geen verstoring van vleermuizen plaatsvinden; • als gevolg van de nieuwbouw waarschijnlijk geen grote ingrepen in de waterhuishouding nodig zijn. Het plan heeft daarom ook geen gevolgen voor eventuele beschermde vissoorten in de sloten in en rond de locatie; • voor het overige op de locatie uitsluitend sprake is van (zeer) algemeen voorkomende soorten, waarvoor op grond van de Floraen faunawet geen ontheffingsplicht geldt. Op grond van het voorgaande mag worden geconcludeerd dat het bestemmingsplan op dit punt uitvoerbaar is. Archeologie Uitgangspunt van het bestemmingsplan is het veiligstellen van de aanwezige archeologische waarden. Dit betekent dat bij nieuwe activiteiten (ook) het aspect archeologie moet worden meegewogen en eventuele archeologische vondsten veilig moeten worden gesteld. In dit kader kan (verkennend) archeologisch onderzoek nodig zijn. Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 28
02-62-03
Om dubbele regelingen te voorkomen, is voor terreinen (en ook gebouwen) die reeds bescherming genieten op grond van de Monumentenwet 1988 geen aanvullende regeling opgenomen. Ten aanzien van de archeologische verwachtingswaarden is geen beschermde regeling opgenomen. Dit gelet op het conserverende karakter van het plan, dat uitsluitend de gebruikelijke ontwikkelingsmogelijkheden biedt waarvan op voorhand gesteld kan worden dat ze geen schade toebrengen aan mogelijk archeologische waarden. Bovendien gaat het hier om gebieden met (slechts) potentiële waarden die nog niet zijn aangetoond en is de begrenzing van de gebieden te indicatief om hier een (juridische) regeling op te baseren. Voor de locatie aan de Noorderstraat is, gelet op de omvang en aard van de woningbouw, een archeologisch veldonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in bijlage 3 van deze plantoelichting. Uit het onderzoek blijkt dat er geen sporen of indicaties zijn gevonden die duiden op de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. De uitvoerbaarheid van de nieuwbouw is op dit punt dus niet in het geding. Luchtkwaliteit Op grond van het Besluit Luchtkwaliteit (2005) gelden wettelijke grenswaarden ten aanzien van zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes, lood, koolmonoxide en benzeen. Deze geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan dat op een bepaald tijdstip bereikt moet zijn. Het Besluit Luchtkwaliteit verplicht bij het maken van ruimtelijke plannen de gevolgen voor de luchtkwaliteit mee te wegen. Daarbij geldt dat het besluit alleen van toepassing is op het moment dat sprake is van (het bestemmen van) nieuwe activiteiten die een toevoeging van de luchtverontreiniging kunnen betekenen. Hierbij gaat het in de praktijk - gelet op de te hoge gehaltes van stikstofdioxide en zwevende deeltjes in delen van Nederland (met name de Randstad) - uitsluitend om activiteiten met een verkeersaantrekkende werking, zoals een nieuwe weg, een woonwijk of een bedrijventerrein. Volgens de berekeningen van het RIVM en het Ruimtelijk Planbureau voldoet de luchtkwaliteit in Scheemda in het algemeen aan de geldende normen. Gelet hierop en gelet op het conserverende karakter van dit plan waarin slechts enkele qua aard en omvang relatief kleinschalige ontwikkelingen worden toegestaan - kan aan de wettelijke normen voor de luchtkwaliteit worden voldaan.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 29
5. PLANBESCHRIJVING 5. 1. Algemeen Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in een plangebied. De wijze waarop het bestemmingsplan juridisch is vormgegeven, wordt bepaald door de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit ruimtelijke ordening. Op de plankaart worden de bestemmingen gelegd; in de voorschriften zijn per bestemming de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden vastgelegd. Hieronder volgt een korte toelichting op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de voorkomende bestemmingen. 5. 2. Toelichting op de bestemmingen Woondoeleinden De meest voorkomende bestemmingen in het plangebied zijn de woonbestemmingen. In de voorschriften is onderscheid gemaakt tussen Woondoeleinden 1 tot en met 5. Het onderscheid is met name gebaseerd op de goot- en bouwhoogte van de gebouwen. In de diverse woonbestemmingen wordt de huidige omvang en het huidige gebruik van de woningen positief bestemd. Woondoeleinden 1 De bestemming “Woondoeleinden 1” geldt voor de woonbebouwing binnen het beschermd dorpsgezicht, al dan niet in combinatie met een aan-huisverbonden-beroep. Binnen deze bestemming is de bestaande kapsalon aan de Huningaweg eveneens positief bestemd. Voor het bouwen van bouwwerken en gebouwen zijn bebouwingsbepalingen opgenomen. Onder hoofdgebouwen worden de woonhuizen verstaan die in dit geval vrijstaand zijn gebouwd. De oppervlakte en situering van de woonhuizen wordt bepaald door het bouwvlak op de plankaart. Voor de woningen aan de Wilhelminalaan met een karakteristieke teruggerooide ligging is - ter bescherming van deze situering - een gevelbouwgrens opgenomen (overigens is deze bepaling in de aanvullende bestemming voor het Beschermd dorpsgezicht opgenomen). In de voorschriften zijn verder bepalingen ten aanzien van de (maximale) bouwhoogte, de goothoogte en de dakhelling van de woonhuizen opgenomen. Met deze bepalingen wordt de karakteristieke hoofdvorm van deze woningen beschermd. Ook voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden bebouwingsbepalingen. Deze hebben betrekking op de oppervlakte, de hoogte, de goothoogte en de dakhelling. Voor wat betreft de situering mogen de bijgebouwen uitsluitend gebouwd worden binnen het op de plankaart aangegeven bijgebouwengebied (“bijgebouwen toegestaan”), dan wel binnen het bouwvlak voorzover daar nog ruimte is. De gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen is gebonden aan een maximum van 50 m².
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 30
02-62-03
In specifieke situaties en onder voorwaarden kan dit maximum vergroot worden tot een oppervlakte van maximaal 75 m². Voor het beschermd dorpsgezicht is tevens een aanvullende bestemming opgenomen teneinde de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden in dit gebied te beschermen. De regeling voor het beschermd dorpsgezicht sluit grotendeels aan bij de regeling in het bestemmingsplan Beschermd Dorpsgezicht van een aantal jaren geleden. Woondoeleinden 2, 3, 4 en 5 Het onderscheid tussen de voorschriften van Woondoeleinden 1 en Woondoeleinden 2 tot en met 5 heeft met name betrekking op de bebouwingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte en goothoogte van de hoofdgebouwen. Deze bepalingen zijn afgestemd op de bestaande bebouwingshoogtes. Daarnaast zijn de bouwvlakken iets ruimer van omvang dan in het beschermd dorpsgezicht teneinde een zekere uitbreidingsruimte te bieden. Daarnaast kan via een vrijstelling, onder voorwaarden, gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd. Voor de situering van de woningen aan de westzijde van de Nieuweweg is een specifieke wijzigingsbevoegdheid opgenomen (situering mogelijk verder van de weg (15 tot 20 meter) en tweezijdige oriëntatie) aansluitend bij het beleid zoals geformuleerd in de welstandsnota. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen is hier de “nieuwe” bijgebouwenregeling van de gemeente Scheemda van toepassing, zoals neergelegd in de Notitie BAUW, die op 26 november 2004 door Burgemeester en Wethouders is geaccordeerd. In deze nieuwe bijgebouwenregeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het begrippenkader en de systematiek van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb). De situering van de bijgebouwen is gekoppeld aan het op de plankaart aangeduide “bijgebouwengebied”. Aanvullend hierop is nog een aantal situeringseisen van toepassing. De maximale oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen is per hoofdgebouw/bouwperceel gesteld op 70 m². Via toepassing van een vrijstelling kan deze oppervlakte in specifieke gevallen en onder voorwaarden vergroot worden tot maximaal 110 m². Door middel van specifieke hoogtebepalingen voor de aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt de ondergeschiktheid van deze gebouwen ten opzichte van het hoofdgebouw gegarandeerd. Carports worden tenslotte, vanwege de ruimtelijke uitstraling van deze bouwwerken, die in veel gevallen vergelijkbaar is met de uitstraling van een garage, qua regeling grotendeels gelijkgesteld met aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Binnen deze woonbestemmingen vallen ook de (nog uit te voeren) herstructureringslocaties aan de Noorderstraat, de Goldhoornhof en de Parallelweg. Op de plankaart is voor iedere locatie, in verband met de woningbouwcontingentering, het maximaal aantal te bouwen woningen vastgelegd. De bestemming Woondoeleinden 5 geldt voor de voormalige agrarische bedrijven in het plangebied. Binnen deze bestemming is ook een (kleinschalige) bedrijfsfunctie of een verblijfsrecreatieve functie mogelijk. Hier-
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 31
mee wordt ingespeeld op het benutten van de kansen die de Blauwe Stad biedt voor vernieuwingsimpulsen in de omliggende dorpen. Bovendien ontstaan met deze regeling gelijke mogelijkheden voor voormalige agrarische bedrijven ten opzichte van nog bestaande agrarische bedrijven (die ook gewijzigd kunnen worden in een andere bestemming). Binnen de verschillende woonbestemmingen is op een aantal plaatsen detailhandel, bedrijvigheid, een recreatiewoning, een agrarische nevenactiviteit of een dienstverlenend bedrijf aanwezig. Middels specifieke aanduidingen op de plankaart zijn deze bestaande functies positief bestemd en kunnen ze in hun huidige omvang blijven functioneren. Waar het gaat om andere functies dan een woonfunctie, kunnen deze aanduidingen door middel van een wijzigingsbevoegdheid van de kaart worden verwijderd ingeval van bedrijfsbeëindiging. De woonfunctie heeft immers het primaat. Binnen het centrumgebied, dat ook op de kaart als zodanig is aangegeven, is een zekere uitwisselbaarheid van functies mogelijk. Hiertoe is voor de woonhuizen in dit gebied een algemene wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO opgenomen teneinde onder andere de woonfunctie te kunnen wijzigen in een maatschappelijke functie, een detailhandels- of dienstverlenende functie of een (kleinschalige) bedrijfsfunctie. Maatschappelijke doeleinden De bestemming Maatschappelijke doeleinden heeft betrekking op diverse functies in het plangebied, welke allemaal een maatschappelijke functie hebben. Hieronder valt ook het nieuwe medische centrum aan de Oosterweg. De maximaal toegestane goot- en bouwhoogte van de verschillende gebouwen zijn op de plankaart vastgelegd. Ook de begraafplaats in het beschermd dorpsgezicht is in deze bestemming opgenomen. Dit omdat midden op deze begraafplaats een kerk staat. Bij deze kerk en bij de galerie aan de Goldhoorn, is een dienstwoning toegestaan door middel van een aanduiding. De kerktoren is eveneens voorzien van een aanduiding met een daarbijbehorende hoogtemaat. Binnen deze bestemming is een zekere uitwisselbaarheid van functies toegestaan. Met andere woorden: het gebouw waar nu een kerk in is gevestigd zou over een aantal jaren bijvoorbeeld als verenigingsruimte kunnen worden gebruikt. De uitwisselbaarheid geldt niet voor de begraafplaats: deze heeft binnen de bestemming een aparte aanduiding ‘begraafplaats toegestaan’. Er is binnen de bestemming eveneens in beperkte mate ruimte voor onder andere paden en parkeer- en speelvoorzieningen. Binnen deze bestemming is tenslotte nog een zendmast aanwezig, welke op de plankaart als zodanig is aangeduid. Ten behoeve van de ontwikkeling van het centrumgebied is een functieverandering mogelijk binnen het gelijknamige en op de plankaart als zodanig aangeduide gebied.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 32
02-62-03
Bedrijfsdoeleinden De bestemming Bedrijfsdoeleinden heeft betrekking op het loonbedrijf aan de Groeveweg, het landbouwmechanisatiebedrijf en de opslagplaats voor veevoedergrondstoffen aan de Polderweg, het hoveniersbedrijf aan de Huningaweg, het schildersbedrijf aan de Noorderstraat én de bakkerij, de slagerij, het waterleidingbedrijf en het bouwbedrijf aan de Klinkerstraat. De huidige omvang van deze bedrijven is op de plankaart vastgelegd. Daar waar een bedrijfswoning aanwezig is, is deze middels een specifieke aanduiding op de plankaart positief bestemd. In een aantal gevallen is sprake van een bedrijf dat valt in een zwaardere categorie dan categorie 1 of 2 volgens de Basiszoneringslijst van de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). Deze bedrijven zijn specifiek bestemd. Hierdoor kan zich - wanneer er sprake is van bedrijfsbeëindiging - ter plekke alleen eenzelfde bedrijf of een bedrijf uit een lichtere milieucategorie kunnen vestigen. In een woongebied zijn immers in principe alleen categorie 1- en 2-bedrijven aanvaardbaar. Het plan biedt dan ook de mogelijkheid om de specifieke aanduiding voor deze bedrijven te verwijderen door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Ook de wijzigingsbevoegdheid in verband met de ontwikkeling van het centrumgebied is hier (deels) van toepassing. Agrarische bedrijfsdoeleinden De voorkomende agrarische bedrijven zijn ondergebracht in de bestemming Agrarische bedrijfsdoeleinden. Het gaat om boerderijen met bijbehorende bedrijfswoningen en bedrijfsgebouwen. De uitbreidingsmogelijkheden voor de agrarische bedrijven zijn afgestemd op de dorpse situatie. Voor intensieve veehouderij als neventak biedt het bestemmingsplan geen ruimte. Kwekerijbedrijven De twee bestaande kwekerijbedrijven zijn onder de bestemming Kwekerijbedrijven gebracht. De bijbehorende bedrijfswoningen zijn specifiek aangeduid. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij deze bedrijfswoningen zijn ook geregeld binnen de bestemming. Tuincentrum Het tuincentrum aan de Nieuweweg is als zodanig bestemd. Binnen deze bestemming is een regeling opgenomen voor de aanwezige detailhandel, alsmede voor de bedrijfswoning met bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Doeleinden van dienstverlening Onder deze bestemming valt het assurantiekantoor aan de Hoofdstraat. Het kantoor is in de bestaande omvang vastgelegd. Ten behoeve van de ontwikkeling van het centrumgebied, bestaat via een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid deze bestemming te wijzigen in een maatschappelijke-, bedrijfsmatige-, detailhandels- dan wel een woonfunc-
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 33
tie. Voor de wijziging in een woonfunctie geldt als voorwaarde dat hiervoor het benodigde contingent beschikbaar moet zijn. Detailhandelsdoeleinden De twee winkels aan de Hoofdstraat zijn onder de bestemming Detailhandelsdoeleinden gebracht. De winkels zijn op hun huidige omvang vastgelegd. Grotere winkels zijn vanuit ruimtelijk oogpunt niet wenselijk in het plangebied. Ook binnen deze bestemming geldt de hiervoor genoemde wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van de ontwikkeling van het centrumgebied. Horecadoeleinden De twee cafés in het dorpscentrum vallen onder de bestemming Horecadoeleinden. Ten behoeve van de horecafunctie is een (inpandige) bedrijfswoning toegestaan. Zwaardere horecafuncties - zoals een discotheek, een bar-/dancing of een substantiële uitbreiding van de aanwezige horecavormen – is, gelet op de omringende woonfunctie, uitgesloten. Aangezien deze horecabedrijven zich binnen het eerder genoemde “centrumgebied” bevinden, is ook hier eventueel een functiewijziging mogelijk. Sport- en recreatieve doeleinden Het sportveldencomplex is ondergebracht in de bestemming Sport- en recreatieve doeleinden. Naast de bebouwingsbepalingen voor gebouwen, zoals de kantine en de kleedruimtes, zijn ook bepalingen opgenomen die de hoogte van lichtmasten en ballenvangers regelen. Ook het perceel van de schietsportvereniging aan de Groeveweg valt onder deze bestemming. Recreatieve doeleinden 2 Deze bestemming is opgenomen voor de (nieuwe) mini-camping aan de Nieuweweg. Binnen de bestemming is op kleine schaal verblijfsrecreatie mogelijk in een aantal blokhutten en kleinschalige kampeermiddelen in de vorm van tentplaatsen. Golfbaan De golfbaan aan de Huningaweg is als zodanig bestemd. Binnen de bestemming is een regeling opgenomen voor de bijbehorende dienstwoning en voor de horeca-activiteiten. Ook logiesverstrekking is mogelijk. Nutsdoeleinden In het plangebied liggen verschillende gebouwen ten behoeve van de openbare nutsvoorziening met een grotere inhoud dan 45 m³, welke onder de bestemming Nutsdoeleinden zijn gebracht. Nutsgebouwen tot 45 m³ kunnen vergunningsvrij worden gerealiseerd en hoeven daarom niet te worden inbestemd. Begraafplaats De (nieuwe) begraafplaats is als zodanig bestemd. Binnen de begraafplaats zijn gebouwen voor onderhoud en beheer met een beperkte oppervlakte toegestaan.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 34
02-62-03
Cultuurgrond De agrarische percelen die met name achter de lintbebouwing liggen zijn onder de bestemming Cultuurgrond gebracht. Op deze wijze wordt onder andere voorkomen dat op deze percelen bebouwing in de vorm van bijgebouwen worden opgericht. De in het plangebied aanwezige volkstuinen zijn binnen deze bestemming positief bestemd. Park Voor het park aan de Oudlandseweg is de bestemming Park opgenomen. Onder deze bestemming vallen ook paden en speelvoorzieningen. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Groenvoorzieningen Voor de groenvoorzieningen die in omvang kleiner en iets anders van karakter zijn dan de bestemming Park, is de bestemming Groenvoorzieningen opgenomen. Ook binnen deze bestemming mag niet gebouwd worden. Voor twee groenpercelen aan weerszijden van de Parallelweg is binnen deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid opgenomen teneinde de bouw van maximaal drie woningen mogelijk te maken. Voorwaarde voor toepassing van deze wijziging is onder meer dat hiervoor het benodigde contingent beschikbaar is en dat de woningen ruimtelijk goed worden ingepast. Bos Op een aantal plaatsen in het plangebied is sprake van bos. Deze percelen zijn ook als zodanig bestemd. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden bebouwd. Verkeersdoeleinden Deze bestemming ligt op de doorgaande wegen in het plangebied, waarvoor een maximum snelheid geldt van 50 km/uur. De verkeersfunctie van deze wegen is belangrijker dan die van de straten die onder de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden zijn gebracht. Voor deze wegen is ter bescherming van de geluidssituatie van aan de weg gelegen woningen, een dwarsprofiel opgenomen. Het profiel van deze wegen moet in overeenstemming zijn met het profiel zoals aangegeven op de plankaart. Verkeers- en verblijfsdoeleinden In deze bestemming zijn de woonstraten in het plangebied ondergebracht. De verblijfsfunctie van deze wegen is belangrijker dan de verkeersfunctie. Ook groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen vallen onder deze bestemming, evenals de bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Water De waterlopen binnen het beschermd dorpsgezicht hebben een aparte bestemming Water. Het betreft de gracht rond het pastorieterrein en de waterlopen rondom de begraafplaats. Instandhouding van deze waterlopen is uit historisch-ruimtelijk oogpunt van belang. Ook de cultuurhistorisch waardevolle Viskenije - een water waarin vroeger, toen Oostwold nog aan de Dollard lag, de vissers hun levende vis bewaarden - op het perceel Huninga-
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 35
weg 25, is onder deze bestemming gebracht en voorzien van een beschermende regeling. Aanvullende bestemmingsbepalingen Beschermd dorpsgezicht Deze bestemming heeft specifiek ten doel de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden in het beschermd dorpsgezicht Oostwold te beschermen. Ten behoeve van de bescherming is een aanlegvergunningstelsel opgenomen, onder andere voor het kappen en aanplanten van bomen, het aanbrengen van verhardingen en het afwijken van het op de plankaart opgenomen dwarsprofiel. Tevens zijn in de Beschrijving in Hoofdlijnen bij deze aanvullende bestemming de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht beschreven. Overige bestemmingsbepalingen Naast de bestemmingsbepalingen zijn in het voorliggende plan ook zogeheten “Overige bepalingen” opgenomen. Dit zijn algemene bepalingen, zoals de Overgangsbepalingen en de Slotbepaling. Hieronder valt ook de Algemene wijzigingsbevoegdheid. Deze is onder meer opgenomen om leegstand van specifieke panden te voorkomen.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 36
02-62-03
6. UITVOERBAARHEID Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. 6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid In verband met de maatschappelijke uitvoerbaarheid kan op het volgende worden gewezen. Over het voorontwerp van dit bestemmingsplan is, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, gelegenheid gegeven tot het inspreken op het plan. Daarnaast is het plan voorgelegd aan de betrokken diensten als bedoeld in het Overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. Ten aanzien van alle reacties is een standpunt bepaald in het Eindverslag Inspraak en Overleg. Dit verslag is opgenomen in bijlage 5 van deze plantoelichting. De binnengekomen reacties hebben aanleiding gegeven het voorontwerpbestemmingsplan op een aantal onderdelen aan te passen. De belangrijkste wijzigingen zijn samengevat in hoofdstuk 7. Het bestemmingsplan is daarna gereed gemaakt voor de wettelijke vaststellingsprocedure. Hiertoe heeft het ontwerpplan gedurende een periode van 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Na de vaststelling van het plan door de gemeenteraad, is er gelegenheid tot het inbrengen van bedenkingen bij Gedeputeerde Staten. 6. 2. Economische uitvoerbaarheid Het weergeven van de economische uitvoerbaarheid door middel van een cijfermatige berekening is voor dit bestemmingsplan als geheel moeilijk te geven. Het onderhavige bestemmingsplan is immers in eerste instantie een actualisering van bestaande regelgeving en daarmee in hoofdzaak een beheersplan. Voor het opstellen van een exploitatie-opzet bestaat dan ook geen noodzaak. Voor wat betreft de herstructureringslocaties die in dit plan zijn opgenomen, zijn afspraken gemaakt tussen de woningbouwcorporatie SGAB en de gemeente. De gemeentelijke kosten bestaan met name uit het aanleggen en beheer van de groenvoorzieningen, infrastructuur en rioolvoorzieningen. Deze kosten kunnen worden bekostigd uit de verkoop van gronden op de nieuwbouwlocatie aan de Noorderstraat.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
02-62-03
blz 37
7. INSPRAAK EN OVERLEG 7. 1. Algemeen Het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft de Inspraak- en Overlegprocedure doorlopen. In de zomer van 2004 heeft het plan gedurende 4 weken voor een iedere ter inzage gelegen, waarbij de gelegenheid is geboden om schriftelijke inspraakreacties in te dienen. Tijdens een Inspraakavond is tevens de mogelijkheid geboden tot het inbrengen van mondelinge reacties. In totaal zijn 5 Inspraakreacties ingediend. Verder is het voorontwerpplan in het kader van het wettelijke vooroverleg voorgelegd aan de betrokken overheden en instanties. Van de gelegenheid te reageren is daarbij gebruik gemaakt door: • de Commissie Bestemmingsplannen van de provincie Groningen; • het Waterschap Hunze en Aa’s; • de Intergemeentelijke Brandweer Oldambt; • de Politie Groningen; • de Kamer van Koophandel. In het Eindverslag Inspraak en Overleg zijn alle binnengekomen reacties samengevat en van commentaar voorzien. Het Eindverslag is opgenomen in bijlage 5 van deze plantoelichting. 7. 2. Wijzigingen in het bestemmingsplan Naar aanleiding van de Inspraak en het Overleg én naar aanleiding van enkele recente ontwikkelingen, is het voorontwerp-bestemmingsplan op enkele onderdelen aangepast. De belangrijkste wijzigingen betreffen: • de bijgebouwenregeling is aangepast conform de notitie BAUW; • de woonbestemmingen 2 en 3 zijn samengevoegd; • de begrenzing van het plangebied is uitgebreid met het perceel Huningaweg 251, teneinde een logische aansluiting op het naastliggende plangebied van het bestemmingsplan Midwolda te realiseren; • aan de Oosterweg is ruimte geboden voor een medisch centrum; • de regeling ten aanzien van de situering van de woningen aan de westzijde van de Nieuweweg is aangepast conform het beleid in de gemeentelijke welstandsnota; • voor de wegen met een geluidzone én voor de karakteristieke straten in het beschermd dorpsgezicht zijn dwarsprofielen opgenomen; • de Viskenije is bestemd als “Water”, met een op het behoud van de cultuurhistorische waarde gerichte regeling; • voor de Noorderstraat is een archeologisch veldonderzoek uitgevoerd, waarvan de resultaten zijn opgenomen in de plantoelichting; • voor dieptebewerkingen dieper dan 30 cm (i.p.v. 50 cm) geldt - waar het gaat om cultuurgronden - een aanlegvergunningenstelsel; • de regelingen ten aanzien van intensieve veehouderij en antennemasten zijn afgestemd op het (recente) provinciale beleid; • de waterparagraaf in het plan is aangevuld en voorgelegd aan het waterschap.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
blz 38
02-62-03
===
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld d.d. 30 maart 2006
BIJLAGE 1 Overzicht Rijksmonumenten
BIJLAGE 4 Bodemkwaliteit (historische activiteiten en bodemonderzoekgebieden)
BIJLAGE 6 Ruimtelijke onderbouwing medisch centrum (AHOED)
GEMEENTE SCHEEMDA RUIMTELIJKE ONDERBOUWING MEDISCH CENTRUM OOSTWOLD
05-62-04 / 25-01-06
TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
blz
1.
AANLEIDING
1
2.
BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE
2
2. 1. 2. 2. 3.
BELEIDSKADER
3. 1. 3. 2. 4.
Planologische situatie Landschappelijke situatie
Provinciaal / regionaal beleid Gemeentelijk beleid
ONTWERP
4. 1. 4. 2.
Functioneel: medisch centrum Ruimtelijk: bouwplan
2 3 5 5 7 10 10 10
5.
OMGEVINGSASPECTEN
13
5. 5. 5. 5. 5.
1. 2. 3. 4. 5.
13 13 14 15 15
6.
UITVOERBAARHEID
Bodem Water Ecologie Archeologie Luchtkwaliteit
16
1. AANLEIDING Oostwold is een dorp in Oost-Groningen, gelegen aan de rand van het Oldambtmeer. Het dorp heeft circa 1600 inwoners en is daarmee in grootte de derde kern in de gemeente Scheemda. Het aanbod aan basisvoorzieningen in het dorp is redelijk tot goed. Zo kent het dorp twee basisscholen, een huisarts, een buurtsuper, een dorpshuis én een aansluiting op het openbaar vervoer. Voor meer bovenlokale voorzieningen zijn de inwoners aangewezen op omliggende centra als Scheemda en/of Winschoten. Eén van de basisvoorzieningen in Oostwold is de huisarts. De zittende huisarts in Oostwold heeft aangegeven op korte termijn (per 2006) met pensioen te gaan en zijn praktijk te zullen beëindigen. Met het oog op het behoud van de leefbaarheid en gelet op het aantal inwoners van Oostwold is het zeer wenselijk dat de huisartsenzorg voor het dorp behouden blijft. Gelukkig is voor de vertrekkende huisarts inmiddels een vervanger gevonden. De nieuwe huisarts zal de huisartsenzorg vanuit een nieuw gebouw voortzetten. Dit gebouw biedt naast een huisartsenpraktijk tevens praktijkruimte voor een fysiotherapeut, apotheek, logopedist en een psycholoog. Naast het behoud van de huisartsenzorg is namelijk ook de uitbouw van zorgfuncties in Oostwold wenselijk. De toenemende vergrijzing vraagt immers om een goed en aangepast voorzieningniveau. De locatie van het nieuwe gebouw c.q. medisch centrum biedt kansen voor uitbreiding van het cliëntenbestand met toekomstige inwoners van de Blauwe stad. Het medisch centrum wordt gevestigd in de lintbebouwing van de Oosterweg, op de hoek met de Klinkerstraat. Deze locatie, aan de rand van het Oldambtmeer, vraagt om een zorgvuldige inpassing en een hoge ontwerpkwaliteit. Het gekozen ontwerp sluit enerzijds aan bij de traditionele lintbebouwing en speelt anderzijds in op de eigentijdse bouw van de Blauwe Stad. Het medisch centrum is inmiddels opgenomen in het nieuwe (ontwerp) bestemmingsplan voor het dorp Oostwold. Met het oog op de continuïteit van de huisartsenzorg in het dorp is met de realisatie van het medisch centrum haast geboden. Daarom zal aan Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen - vooruitlopend op de vaststelling en goedkeuring van dit bestemmingsplan - toestemming worden gevraagd voor het toepassen van de vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Deze aanvraag gaat vergezeld met voorliggende aanvullende ruimtelijke onderbouwing. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor Oostwold wordt deze onderbouwing hierin opgenomen.
2. BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE 2. 1. Planologische situatie In planologisch zin zijn voor het perceel waar het medisch centrum gevestigd wordt op dit moment twee bestemmingsplannen van toepassing: het Bestemmingsplan Blauwe Stad uitwerking 2000 (gemeenten Reiderland, Scheemda en Winschoten) en het Plan in Onderdelen Oostwold. Eerstgenoemde plan werd door burgemeester en wethouders van Scheemda vastgesteld in december 2000, het laatstgenoemde plan dateert al uit 1953. In het Bestemmingsplan Blauwe Stad uitwerking 2000 heeft het perceel de bestemming ‘Natuurgebied’ (figuur 1). Binnen deze bestemming bestaat ruimte voor bos- en natuur, dagrecreatie en parkeervoorzieningen, bruggen en waterstaatvoorzieningen. Het resterende (kleine) deel van het perceel dat in het Plan in Onderdelen Oostwold valt, heeft hierin de bestemming ‘Landelijke bebouwing’.
Figuur 1: fragment plankaart bestemmingsplan Blauwe Stad uitwerking 2000
Uit figuur 1 blijkt dat het perceel van het medisch centrum aan de rand van het Oldambtmeer ligt, achter de zone waar de aanleg van een dijk of hellend talud mogelijk is. Doel van de bestemming Natuurgebied is om in de toekomst een ecologische verbinding te leggen tussen de natuurwaarden in het Oldambtmeer en het gebied daarbuiten. Deze verbinding - die rondom vrijwel het gehele Oldambtmeer is geprojecteerd - is in de praktijk nog niet gerealiseerd: de ecologische kwaliteiten op en rond het perceel van het toekomstige medisch centrum zijn op dit moment gering (zie paragraaf 4.3).
Recentelijk is voor de kern van het dorp Oostwold een nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht (zie paragraaf 3.2.2). Hierin wordt de bouw van het medisch centrum mogelijk gemaakt. Het perceel aan de Oosterweg is daartoe ondergebracht in de bestemming ‘Maatschappelijke doeleinden’. Daarbij is de maximale oppervlak en de bebouwingshoogte van het gebouw op de plankaart vastgelegd. 2. 2. Landschappelijke situatie Landschappelijk gezien behoort het gebied aan de Oosterweg tot het wegdorpenlandschap in het Oldambt. Dit landschap kenmerkt zich door een patroon van lintbebouwing op de verhoogd gelegen zandrug c.q. stuwwal die als een boog in het landschap ligt en die de grens vormt tussen het open Dollardlandschap en het veengebied ten zuiden hiervan. Naast Oostwold liggen ook de dorpen Scheemda, Midwolda, Finsterwolde en Beerta op deze zandrug. De bebouwingslinten van de Oosterweg en de Klinkerweg zijn te karakteriseren als verbindingslinten. Deze vormen de verbinding tussen de oude historische linten in het gebied en dateren uit de periode 1900 - 1940. Specifiek aan de linten is dat ze (voor een deel) aan één zijde grenzen aan het Oldambtmeer. De woningen in de linten staan meestal in een strakke voorgevelrooilijn haaks op de weg. Sommige woningen hebben hun hoofdrichting evenwijdig of schuin aan de weg. De verkaveling van het achterliggende land is daarbij vaak maatgevend. In onderstaande figuren is de locatie van het medisch centrum in het omringende gebied visueel in beeld gebracht.
Figuur 2: Ligging medisch centrum aan de rand van het Oldambtmeer
Figuur 3: Luchtfoto huidige situatie
3. BELEIDSKADER 3. 1. Provinciaal / regionaal beleid Het provinciale ruimtelijke beleid is vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP). Het POP (2000) schetst in hoofdlijnen het beleid voor de lange termijn en daarnaast per thema en gebiedsgericht het beleid voor de korte termijn. In relatie tot dit plan is vooral de gebiedsgerichte uitwerking van het POP voor Oost-Groningen relevant. Deze uitwerking is neergelegd in het Regioprogramma Oost 2005 - 2007. Doel van het Regioprogramma is om samen met gemeenten een aantal (doe)projecten op te zetten. Met het Regioprogramma moet uiteindelijk het in het POP gegeven gebiedsperspectief voor 2030 bereikt worden. Voor Oostwold relevante fragmenten uit dit perspectief zijn: Oost-Groningen is een dynamisch gebied. De Blauwe Stad geeft het Oldambt met zijn open landschap een nieuw elan. Dit woongebied en centrum van (water)recreatie heeft goede recreatieve vaarwegen, fiets- en wandelpaden die deel uitmaken van een groter circuit. De unieke ontstaansgeschiedenis is op diverse punten goed zichtbaar en toegankelijk voor de geïnteresseerde (cultuur)toerist.
Twee concrete projecten uit het Regioprogramma die raakvlak hebben met dit plan zijn het R2-project Ring Blauwe Stad en het Landschapsontwikkelingsplan Oldambt. 3.1.1. Ring Blauwe Stad Het plan voor de Blauwe Stad heeft als doel de leefbaarheid in het Oldambt een positieve impuls te geven. Daarbij moet het gebied niet alleen aantrekkelijk worden voor de nieuwe bewoners. Ook voor het bestaande gebied met zijn huidige bewoners moet de komst van de Blauwe Stad een meerwaarde hebben. Doel van het project Ring Blauwe Stad is het ontwikkelen, opzetten en uitvoeren van een brede, integrale vernieuwingsaanpak voor de ring van kernen rond de Blauwe Stad en het aangrenzende landelijk gebied. Achterliggende gedachte is dat de Blauwe Stad hier kansen biedt voor vernieuwingsimpulsen op het gebied van toerisme/recreatie, natuur en water, woningbouw (inclusief herstructurering) en voorzieningen. Eén van de specifieke aandachtspunten is - zoals gezegd - het voorzieningenaanbod: door de komst van de Blauwe Stad kan het draagvlak voor de bestaande voorzieningen in de dorpen groeien en kan daarnaast het realiseren van nieuwe voorzieningen nodig zijn. De noordrand van de Blauwe Stad ligt vrijwel geheel in de gemeente Scheemda. Voor dit gebied heeft een (gemeentelijke) uitwerking van het project Ring Blauwe Stad plaatsgevonden in het Bestemmingsplan Noordrand (2005). Hierin zijn een aantal grootschalige ontwikkelingen in Oostwold en Midwolda aan de orde zoals de aanleg van een jachthaven, een strand, een pier en een boulevard en diverse fietspaden. Zie figuur 2.
3.1.2. Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Het LOP geeft een visie op de ontwikkeling en inrichting van het landschap in het Oldambt (en Westerwold en de Veenkoloniën) tot 2015 met een doorkijk naar 2030. Het LOP heeft (nog) geen formele beleidsstatus maar fungeert als stimuleringskader voor initiatieven uit de streek. Onderlegger van het LOP vormen de kernkwaliteiten van het landschap. Deze vormen de basis voor het zodanig sturen van ontwikkelingen dat deze bijdragen aan een sterke landschappelijke identiteit per landschapstype en een duidelijke differentiatie tussen de landschapstypen. Kernkwaliteiten van het landschap in en rond Oostwold zijn: de zeer open agrarische gebieden; de typische boog van wegdorpen op de stuwrug van het schiereiland van Winschoten; de monumentale Oldambsterboerderijen met Engelse tuinen en OostGroninger slingertuinen; de typische schillenstructuur van de aanwaspolders met de bijbehorende dijken en dijkrestanten; de waterstaatkundige structuur met de kanalen, gemalen en stuwen en de aanwezige kreekrestanten van oude inbraakgeulen.
De wijze waarop kan worden ingezet op deze kernkwaliteiten verwoord het LOP in een aantal kansen. Eén van deze kansen is relevant in relatie tot dit plan namelijk de kans ‘Linten en kreken’. Hierbij wordt gesteld dat verdere verdichting van het open landschap moet worden tegengegaan. Het landschap mag echter niet op slot worden gezet, er moet ruimte blijven voor nieuwe ontwikkelingen om het gebied vitaal te houden. Daarom wordt een duidelijke ruimtelijke zonering voorgesteld: binnen de bestaande dorpslinten bestaat ruimte voor nieuwe functies, buiten de linten wordt de openheid behouden of actief versterkt (zie figuur 4). Voorwaarde voor toevoegingen in het lint is dat deze goed worden ingepast in de stedenbouwkundige structuur van het lint en dat er doorzichten blijven naar het open landschap. Bijzondere aandacht is nodig voor beeldkwaliteit en de landschappelijke inpassing.
Figuur 4: Fragment Landschapsontwikkelingsplan
De overige kansen in het LOP hebben specifiek betrekking op het open landschap in het Oldambt, de benedenloop van de Westerwoldsche Aa én de Westerlanden en hebben - zoals gezegd - geen direct raakvlak met dit plan. 3. 2. Gemeentelijk beleid Naast het regionale beleid, dat in samenspraak met de gemeente is opgesteld, vormen ook een aantal gemeentelijke beleidsnotities het kader voor het voorliggende plan. Concreet gaat het om het gemeentelijke Woonplan en de Welstandsnota. Daarnaast is het nieuwe bestemmingsplan Oostwold van belang. 3.2.1. Woonplan Het Woonplan gemeente Scheemda is richtinggevend voor het gemeentelijke beleid op het gebied van wonen in de komende jaren. Het heeft betrekking op de kwantitatieve uitbreiding van de gemeentelijke woningvoorraad en daarnaast bevat daarnaast een set van kwalitatieve uitgangspunten gericht op de verbetering van de kwaliteit van de woonomgeving in de gemeente. Met name dit laatste aspect is relevant voor dit plan. Daarbij gaat het specifiek om de volgende zaken. Het woonplan benadrukt de noodzaak te komen tot een goede ruimtelijke en sociale integratie tussen de Blauwe Stad en de dorpen Oostwold en Midwolda. Dit betekent dat er ruimte moet zijn voor het ontwikkelen van aantrekkelijke dorpsranden en daarnaast voor het bouwen van woningen voor eigen behoefte. Voor de leefbaarheid van beide dorpen is het van groot belang dat de eigen inwoners behouden blijven.
Belangrijk aandachtspunt voor Oostwold is verder de lintversterking en het invullen van open plekken in het dorp. Hiervoor geeft het woonplan geen concrete locaties maar wel de intentie. Uit een inwonersenquête die in het woonplan is opgenomen blijkt tot slot dat de bewoners van Oostwold een vrij negatief beeld hebben over (het ontbreken van) de voorzieningen in het dorp. De meest genoemde ontbrekende voorzieningen zijn specifieke voorzieningen c.q. activiteiten voor jongeren én ouderen, een verzorgingstehuis en goede busverbindingen. 3.2.2. Bestemmingsplan Oostwold Het bestemmingsplan Oostwold geeft een actuele en éénduidige planologische regeling voor het dorp en vervangt de zeven verouderde en onderling verschillende plannen die nu nog voor het dorp gelden. Naast het behoud en versterken van de ruimtelijke structuur is het behoud én het versterken van de functionele structuur c.q. de leefbaarheid een primair uitgangspunt van het plan. Hierbij gaat het enerzijds om het versterken van de woonfunctie en anderzijds om het bieden van ruimte aan passende voorzieningen. Belangrijk uitgangspunt vormt ook het komen tot een goede ruimtelijke afstemming tussen de Blauwe Stad en het dorp Oostwold. Deze uitgangspunten sluiten aan bij de uitgangpunten zoals die zijn geformuleerd in het regionale en gemeentelijke beleid zoals hierboven beschreven. Het nieuwe plan is in hoofdzaak een consoliderend plan dat de huidige situatie in het dorp vastlegt. Toekomstige grootschalige ontwikkelingen in het dorp zoals die bijvoorbeeld voortvloeien uit het project Ring Blauwe Stad zijn niet in het plan meegenomen omdat deze - op het moment van in procedure brengen van het plan - nog te weinig concreet waren. Het plan voor de realisatie van het medisch centrum is wel concreet uitgewerkt en is om deze reden wel als nieuwe ontwikkeling meegenomen in het bestemmingsplan voor Oostwold. 3.2.3. Welstandsnota De welstandsbeoordeling van ruimtelijke plannen - dus ook dit plan - moet worden gebaseerd op de in een Welstandsnota opgenomen welstandscriteria. De gemeente Scheemda heeft samen met de buurgemeenten Winschoten en Reiderland een intergemeentelijke welstandsnota opgesteld. Een belangrijke pijler van deze nota vormen de gebiedsgerichte welstandscriteria voor het bestaande bebouwde gebied. Belangrijkste onderlegger van de bijbehorende gebiedsindeling zijn de diverse historische bebouwingslinten in de drie gemeenten. Over het algemeen is het welstandsbeleid gericht op het behoud c.q. het respecteren van het bestaande bebouwingsbeeld in de linten. Daarbij wordt op enkele plaatsen vernieuwing voorgestaan als reactie op de Blauwe Stad. Voor het deelgebied “Verbindingslint Blauwe Stad” waarin het perceel
van het medisch centrum is opgenomen gelden concreet de volgende welstandscriteria: Plaatsing
- voorgevel in bestaande rooilijn of 15m - 20m van de weg, gericht op de weg en op De Blauwe Stad;
- onderlinge afstand regelmatig - bijgebouwen terugliggend van het hoofdgebouw; - richting afhankelijk van de kavelvorm, meestal evenwijdig aan de kavelrichting. Hoofdvorm
- één verdieping met kap: 15m - 20m van de weg ook twee verdiepingen plat; - omvang onderling overeenkomstig: 15m - 20m van de weg onderling ook verschillend; - geleding enkelvoudig; - sobere plastiek; 15m - 20m van de weg ook minder sobere plastiek. Aanzicht
- stijl in samenhang met bestaande; 15m - 20m van de weg ook eigentijdse stijl mogelijk - verticale en horizontale compositie mogelijk; - gevels tamelijk gesloten; op Blauwe Stad gericht ook open; - bijgebouwen aan voorzijde ontworpen in stijl. Opmaak
- rode/bruine baksteen - rode, grijze of zwarte dakpannen; 15m - 20m van de weg ook andere materialen in gedempte kleurtonen - bescheiden detaillering en ornamenten; 15m - 20m van de weg ook rijke detaillering en ornamenten mogelijk.
4. ONTWERP 4. 1. Functioneel: medisch centrum Bij de beschrijving van de huidige situatie is reeds aangegeven dat Oostwold circa 1600 inwoners telt. Ruim een kwart hiervan is ouder dan 55 jaar. Het dorp heeft een redelijk tot goed voorzieningenniveau: basisvoorzieningen zijn er in de vorm van twee basisscholen, een huisarts, een buurtsuper, een dorpshuis en een aansluiting op het openbaar vervoer. Medische voorzieningen zijn er naast de aanwezige huisarts niet in het dorp. Gezien de omvang van Oostwold - inclusief de toekomstige uitbreiding van het verzorgingsgebied als gevolg van de komst van de Blauwe Stad - is een uitbreiding van het aanbod aan medische zorgvoorzieningen zeer wenselijk. De oudere bevolking vraagt immers om een goed en aangepast niveau van medische (en maatschappelijke) zorg in de nabijheid van de woonomgeving. De aanwezigheid van voldoende medische voorzieningen is met andere woorden van essentieel belang voor de leefbaarheid van het dorp. Het medisch centrum aan de Oosterweg biedt vervangende praktijkruimte aan de nieuwe huisarts in Oostwold. Vestiging in de bestaande huisartsenpraktijk is niet mogelijk. Ook zelfstandige vestiging in een ‘eigen’ pand is vanuit economisch oogpunt niet haalbaar. Behoud van de huisarts is echter van essentieel belang voor de leefbaarheid in het dorp. De combinatie met andere medische functies in een medisch centrum én vestiging dicht bij de toekomstige bewoners van de Blauwe Stad maakt de nieuwe huisartsenpraktijk vanuit economisch oogpunt wel rendabel. Daarbij betekent de realisatie van het medisch centrum een belangrijke en hoogwaardige toevoeging van het zorgaanbod in het dorp. Het centrum biedt naast een huisartsenpraktijk tevens ruimte aan een apotheek, een fysiotherapeut, een logopedist en een psycholoog. Het plan past hiermee in de wens van zowel provincie als gemeente om de dorpen rondom de Blauwe Stad te laten meeprofiteren met de nieuwe impulsen vanuit de Blauwe Stad. Tevens speelt het plan optimaal in op de uitgangspunten van het nieuwe landelijke zorgstelsel dat gericht is op het realiseren van grote(re) samenwerkingsverbanden binnen (1e-lijns)zorgfuncties. 4. 2. Ruimtelijk: bouwplan 4.2.1. Locatiekeuze Aan de locatiekeuze van het medisch centrum is een uitgebreid locatieonderzoek voorafgegaan waarin diverse potentiële locaties onderzocht zijn op hun haalbaarheid. Daarbij zijn naast stedenbouwkundige aspecten ook de factoren aankoopbaarheid, de mogelijkheid voor een economisch rendabele bedrijfsvoering, beschikbare ruimte (inclusief parkeermogelijkheden) en bereikbaarheid betrokken. De locatie aan de Oosterweg is uiteindelijk als meest haalbaar en geschikt naar voren gekomen. De locatie is aankoopbaar, ruim genoeg en ligt zoda-
nig dat een goede bereikbaarheid kan worden gegarandeerd voor zowel de bewoners van Oostwold als de toekomstige bewoners van de Blauwe Stad. Ook vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de locatie geschikt omdat hier een gepaste invulling van het bestaande bebouwingslint kan plaatsvinden. 4.2.2. Stedenbouwkundige inpassing en beeldkwaliteit Het bouwplan speelt in op de ligging van de locatie enerzijds in het bestaande lint van de Oosterweg en anderzijds op de ligging aan de rand van het Oldambtmeer. In feite vormt de locatie daarmee een scharnierpunt, een tijdsgewricht tussen traditioneel en eigentijds. Uitgangspunt van het bouwplan is dat het lintkarakter van het gebied er mee versterkt wordt, zowel voor wat betreft de ruimtelijke- als de beeldkwaliteit. De situering van het gebouw volgt primair de situering van de bestaande bebouwing in het lint. De percelen zijn hier evenals de bebouwing smal, lang en diep. Het volume van het medisch centrum is wel groter dan de bestaande lintbebouwing. Om het volume van het bebouwingsbeeld te reduceren wordt de kap van het centrum doorgetrokken naar het maaiveld. Aansluitend bij de bestaande lintbebouwing heeft het gebouw rode gebakken dakpannen, metselwerk in Gronings Rood en houten kozijnen met een sterk verticale richting en tussenkalf. De zuidwest gevel van het gebouw richt zich volledig op het Oldambtmeer. Hier opent het gebouw zich als het ware en presenteert het zich naar de nieuwe omgeving. De kap is hier weggelaten en de gevel wordt volledig transparant uitgevoerd. Door het gebruik van blauw gezeefdrukt glas wordt het gebouw open en weerspiegeld het zijn omgeving. Parkeren ten behoeve van het medisch centrum vindt zowel aan de voorals achterzijde van het gebouw plaats. De parkeergelegenheid aan de achterzijde (12 plaatsen) is bedoeld voor personeel, die aan de voorzijde (12 plaatsen) biedt parkeerruimte aan cliënten. De openbare ruimte rond het medisch centrum wordt op een groene wijze vormgegeven. Figuur 5 geeft een visueel beeld van het bouwplan. Concluderend kan gesteld worden dat het bouwplan voor wat betreft ontwerp en beeldkwaliteit voldoet aan de kaders die het provinciaal en gemeentelijke beleid hiervoor stelt.
Figuur 5: visuele beelden bouwplan medisch centrum
5. OMGEVINGSASPECTEN Om conflictsituaties te vermijden moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht besteedt worden aan de diverse omgevingsaspecten. Weliswaar is voor een deel van deze aspecten specifieke regelgeving vastgesteld, toch is sprake van een aanvullende werking ten opzichte van de ruimtelijke ordening. Voor dit plan zijn de omgevingsaspecten bodem, water, ecologie, archeologie en luchtkwaliteit van belang. Gelet op de aard en ligging van het medisch centrum spelen de aspecten geluid, externe veiligheid én de afstand tot c.q. nabijheid van milieubelastende functies bij dit plan geen rol. 5. 1. Bodem Omdat een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling aan de orde is moet gekeken worden naar mogelijke verontreiniging van de bodem. Daartoe is op het perceel van het medisch centrum een bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat geen aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De bodem is daarmee geschikt voor de gewenste bestemming. 5. 2. Water Het aspect water is in de afgelopen jaren steeds meer op een integrale wijze benaderd. Bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen moet rekening worden gehouden met de belangen van het water. Concreet betekent dit dat over ruimtelijke plannen vooroverleg met het betrokken waterschap plaatsvindt en dat ruimtelijke plannen een waterparagraaf bevatten. Voor nieuwe ontwikkelingen geldt als uitgangspunt dat als gevolg van de voorgenomen ontwikkelingen de afvoer van water in een gebied niet vergroot mag worden c.q. mag worden afgewenteld op andere gebieden. Het watersysteem in een gebied wordt in het algemeen bepaald door het aanwezige reliëf en de bodemopbouw c.q. de aanwezigheid van doorlatende of slecht doorlatende lagen. Het gebied rond het Oldambtmeer behoort tot het grote watersysteem van het Drents Plateau. Door de aanwezigheid van dikke lagen potklei en keileem in de ondergrond treedt echter geen kwel op. Het regionale grondwatersysteem heeft daardoor geen invloed op de waterhuishouding in het gebied. Dit kan daarom worden gekwalificeerd als infiltratiegebied. Langs de randen van de stuwwallen treedt mogelijk wel enige (diepe) kwel op maar hiervan is in de terreingesteldheid of de vegetatie weinig terug te vinden. Tussen het perceel van het medisch centrum en het Oldambtmeer ligt een hoofdwatergang, welke afwatert in zuidelijke richting naar het nieuwe gemaal Oostwold. Deze watergang (met een zomer/winterpeil van -3,00 m (maximaal) / -3,50 m NAP) doet dienst als kwelsloot om kwelwater vanuit het hoger gelegen Oldambtmeer (peil van -0,65 m NAP) op te vangen en af te voeren. De gemeente Scheemda valt in het werkgebied van het waterschap Hunze en Aa’s. Met dit waterschap is overleg gevoerd over dit plan. Uitgangspunt
van dit overleg was dat de realisatie van het medisch centrum geen extra waterbezwaren mag veroorzaken op en rond het perceel van het medisch centrum. De waterhuishoudkundige consequenties van dit plan zijn - gelet op de aard en omvang van het plan - beperkt. Vanuit waterhuishoudkundig oogpunt zijn de volgende aspecten van belang. per saldo is sprake van een toename aan verhard oppervlak waardoor het regenwater sneller tot afvoer zal komen. Op het perceel blijven echter voldoende mogelijkheden voor infiltratie bestaan. Bovendien kan waterafvoer van dak- en terreinwater plaatsvinden richting de nabijgelegen hoofdwatergang. Uitgangspunt hierbij is dat voldaan wordt aan de maximale afvoernorm; uitgangspunt is een gescheiden rioolsysteem waarbij het hemelwater wordt afgekoppeld en gescheiden wordt afgevoerd. Om te kunnen voldoen aan de kwaliteitsnormen voor het oppervlaktewater c.q. het Oldambtmeer zullen geen uitlogende bouwmaterialen gebruikt worden; de wateraspecten in en rond het gebied worden gereguleerd via de Keurverordening van het Waterschap Hunze en Aa’s. Voor werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de waterhuishouding is een ontheffing van de waterschapskeur noodzakelijk. Bij de beoordeling van een ontheffingsaanvraag fungeert het waterbeheerplan van het waterschap als toetsingskader. 5. 3. Ecologie In het plan moet ook rekening worden gehouden met Europees en nationaal beleid en wetgeving op het gebied van de natuurbescherming. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Voor wat betreft de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS) en/of om gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn (sinds 1 oktober 2005 de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998). Dit aspect is relevant omdat het perceel van het medisch centrum onderdeel vormt van de ecologische hoofdstructuur c.q. is aangewezen als toekomstige ecologische verbindingszone. Het plan ligt niet binnen de invloedsfeer van gebieden die onder het beschermingsregiem van de Natuurbeschermingswet vallen. De soortenbescherming vindt primair plaats via de Flora- en faunawet. Op grond van deze wet mogen beschermde dieren en planten - die in de wet zijn aangewezen - niet gedood, gevangen, verontrust, geplukt of verzameld worden en is het niet toegestaan om nesten, holen of andere vaste verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, vernielen of te verstoren. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijstsoorten zijn deze voorwaarden zeer streng.
De ecologische kwaliteiten van het perceel van het medisch centrum en de omringende percelen zijn gering. Gelet op de geringe afstand van bestaande bebouwing en infrastructuur is het perceel niet geschikt voor weidevogels. Op het perceel is ook geen sprake van watergangen die het leefgebied kunnen vormen voor (beschermde) amfibieën, libellen of vissoorten. Voor wat betreft zoogdieren uitsluitend sprake van algemene soorten (mol, veldmuis etc.). Op het perceel wordt geen bebouwing gesloopt noch worden bomen gekapt waardoor verstoring kan ontstaan van vleermuizen en/of broedvogels. Met de huidige natuurbestemming van het perceel wordt beoogd in de toekomst een ecologische verbindingszone te ontwikkelen tussen de natuur in het Oldambtmeer en het gebied daarbuiten. De realisatie van het medisch centrum betekent slechts een beperkte aanpassing van de ecologische hoofdstructuur en maakt een toekomstige ecologische verbinding - die zoals al eerder werd opgemerkt rond nagenoeg het gehele Oldambtmeer is geprojecteerd - niet onmogelijk. Om het medisch centrum wordt ook geen omheining geplaatst maar vindt juist een groene inpassing plaats. 5. 4. Archeologie In 1992 is het Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EUlanden waaronder Nederland. Doelstelling van dit verdrag is de veiligstelling van het (Europese) archeologische erfgoed. Op dit moment is er - ter implementatie van het verdrag in Nederland - een wetsvoorstel in voorbereiding ter wijziging van de Monumentenwet 1988. Het wetsvoorstel verplicht gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige archeologische (verwachtings)waarden. Om deze reden is op het perceel van het medisch centrum veldonderzoek verricht naar de archeologische waarden. Uit dit onderzoek zijn echter geen concrete aanwijzingen naar voren gekomen die duiden op de aanwezigheid van archeologische sporen. 5. 5. Luchtkwaliteit Op grond van het Besluit Luchtkwaliteit (2005) gelden wettelijke grenswaarden ten aanzien van zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes, lood, koolmonoxide en benzeen. Deze geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan dat op een bepaald tijdstip bereikt moet zijn. Het Besluit Luchtkwaliteit verplicht bij het maken van ruimtelijke plannen de gevolgen voor de luchtkwaliteit mee te wegen. Volgens de berekeningen van het RIVM en het Ruimtelijk Planbureau ligt de luchtkwaliteit in Scheemda in het algemeen boven de daarvoor geldende normen. De bouw van het medisch centrum zal door de verkeersaantrekkende werking ter plaatse een beperkte verslechtering van de luchtkwaliteit betekenen. Hier staat echter tegenover dat de luchtkwaliteit in het dorp Oostwold -
ter plaatse van de huidige huisartsenpraktijk - zal verbeteren omdat hier de verkeersbewegingen afnemen. Gelet hierop én gezien de kleinschalige aard van het medisch centrum wordt aangenomen dat, in totaliteit bekeken, geen verslechtering van de luchtkwaliteit plaatsvindt en dat aan alle wettelijke normen voor de luchtkwaliteit kan worden voldaan.
6. UITVOERBAARHEID De ontwikkeling van het medisch centrum vindt plaats onder verantwoording van particulieren c.q. de initiatiefnemers. De gemeente heeft derhalve geen financiële bemoeienis met de ontwikkeling en uitvoering van dit plan.
===
GEMEENTE SCHEEMDA 02-62-03 / 24-04-06 BESTEMMINGSPLAN OOSTWOLD
VOORSCHRIFTEN INHOUDSOPGAVE
Blz
INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD
1
Artikel 1: Artikel 2:
1 8
Begripsbepalingen Wijze van meten
BESTEMMINGSBEPALINGEN
9
Artikel 3: Woondoeleinden 1 Artikel 4: Woondoeleinden 2 Artikel 5: Woondoeleinden 3 Artikel 6: Woondoeleinden 4 Artikel 7: Woondoeleinden 5 Artikel 8: Maatschappelijke doeleinden Artikel 9: Bedrijfsdoeleinden Artikel 10: Agrarische bedrijfsdoeleinden Artikel 11: Kwekerijbedrijven Artikel 12: Tuincentrum Artikel 13: Doeleinden van dienstverlening Artikel 14: Detailhandelsdoeleinden Artikel 15: Horecadoeleinden Artikel 16: Sport- en recreatieve doeleinden Artikel 16A:Recreatieve doeleinden 2 Artikel 17: Golfbaan Artikel 18: Nutsdoeleinden Artikel 19: Begraafplaats Artikel 20: Cultuurgrond Artikel 21: Park Artikel 22: Groenvoorzieningen Artikel 23: Bos Artikel 24: Verkeersdoeleinden Artikel 25: Verkeers- en verblijfsdoeleinden Artikel 26: Water
9 13 18 23 27 31 34 38 41 44 47 49 51 53 55 58 60 62 64 66 68 70 71 73 75
AANVULLENDE BESTEMMINGSBEPALINGEN
77
Artikel 27: Beschermd dorpsgezicht
77
OVERIGE BEPALINGEN
81
Artikel 28: Artikel 29: Artikel 30: Artikel 31: Artikel 32: Artikel 33: Artikel 34:
81 82 83 85 87 88 89
Anti-dubbeltelbepaling Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening Algemene vrijstellingsbevoegdheid Algemene wijzigingsbevoegdheid Wijzigingsprocedure Overgangsbepalingen Slotbepaling
Bijlage 1
Bedrijvenlijst
Bijlage 2
Lijst met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
02-62-03
blz 1
INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD Artikel 1:
Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. het plan: het Bestemmingsplan Oostwold van de gemeente Scheemda; 2. de kaart: de kaart van het Bestemmingsplan Oostwold; 3. bestemmingsvlak: een op de kaart aangeven vlak met eenzelfde bestemming; 4. bestemmingsgrens: een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak; 5. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 6. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 7. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 8. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 9. bouwvlak: een op de kaart aangegeven vlak, waarbinnen het hoofdgebouw moet worden gebouwd; 10. bouwgrens: een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak; 11. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 2
12. bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 13. gevelbouwgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven bouwgrens; 14. bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 15. eerste bouwlaag: de bouwlaag op de begane grond; 16. hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 17. aan- of uitbouw: een gebouw, dat als een afzonderlijke ruimte is aangebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 18. bijgebouw: een op zichzelfstaand, al dan niet vrijstaand, gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 19. carport: een overkapping, al dan niet aangebouwd aan een ander bouwwerk, bestaande uit een ruimte van lichte constructie, die van boven geheel of gedeeltelijk is afgesloten c.q. afgedekt en die van ten hoogste 2 aaneengebouwde wanden is voorzien; 20. erf: een al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voorzover de bestemming deze inrichting niet verbiedt; 21. zijerf: het gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen; 22. achtererf: het gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het hoofdgebouw is gelegen;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 3
23. woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden dan wel een daarmee gelijk te stellen samenhangende groep van personen; 24. woonhuis: een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; 25. aan-huis-verbonden beroep: een beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten en waarbij het woonhuis de uitstraling van de woonfunctie behoudt; 26. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten: de in bijlage 2 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 27. bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; 28. maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levens-beschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen; 29. dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling: een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf; 30. dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten; 31. bedrijfsgebouw: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 4
32. bedrijfswoning/dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 33. geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; 34. risicovolle inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; 35. agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren; 36. grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf; 37. niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel; 38. intensief veehouderijbedrijf: een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen; 39. houtteelt: de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de meldings- en herplantplicht ex de artikelen 2 en 3 van de Boswet; 40. silo: een bouwwerk ten behoeve van agrarische opslagdoeleinden;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 5
41. kas: een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen of planten; 42. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 43. productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; 44. verkoopvloeroppervlakte: de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; 45. horecabedrijf: een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie; 46. erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 47. bar-/dancing: een bar, waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen, en naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, zoals discotheken en nachtclubs; 48. seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 6
49. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 50. kampeermiddel: a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 51. recreatiewoning: een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning; 52. recreatieve bewoning: de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekenden/of verblijfsrecreatie; 53. permanente bewoning: bewoning binnen de vaste woonplaats; 54. vaste woonplaats: de plaats waar een persoon (en diens/haar gezin of een daarmee gelijk te stellen groep personen) gedurende een gedeelte van het jaar (ten minste 180 dagen), waaronder in ieder geval een aanzienlijk gedeelte (ten minste 50 dagen) van de maanden december, januari en februari, gehuisvest is; 55. geluidgevoelige gebouwen: gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een functie als bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen; 56. geluidgevoelige functies: functies zoals bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen; 57. geluidbelasting vanwege het wegverkeer: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 7
58. voorkeursgrenswaarde: de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen; 59. hogere grenswaarde: een maximale waarden voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen; 60. dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 61. kap: een dak met een zekere helling; 62. bestaand: a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en werkzaamheden: - bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van het plan; b. ten aanzien van het overige gebruik: - bestaand ten tijde van het van kracht worden van het plan; 63. peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de gang direct aan de weg grenst: - de hoogte van de weg ter plaatse van die gang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de gang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter hoogte van die gang bij voltooiing van de bouw.
Buro Vijn B.V.
hoofdtoehoofdtoehoofdtoehoofdtoe-
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 2:
blz 8
Wijze van meten Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. de (nok)hoogte/(bouw)hoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 3. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; voorzover in de voorschriften een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van mansardekappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen; 4. de oppervlakte van een bouwwerk: de oppervlakte gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 5. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 6. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens: de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen ten hoogste 1,00 m bedraagt.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 9
BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 3:
Woondoeleinden 1 3. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor woondoeleinden 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; 2. een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "dienstverlening toegestaan"; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; met de daarbijbehorende: c. tuinen en erven; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. 2. Bouwvoorschriften 3. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, in welk geval de bouwhoogte van een hoofdgebouw ten hoogste de bestaande hoogte zal bedragen; e. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 40º bedragen, tenzij de bestaande dakhelling minder bedraagt, in welk geval de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling zal bedragen. 3. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen zullen worden gebouwd binnen het bouwvlak c.q. binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “bijgebouwen toegestaan”, waarbij verder het volgende geldt: - aan- en uitbouwen en bijgebouwen zullen ten minste 4,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel achter het verlengde daarvan worden gebouwd;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 10
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 50 m² bedragen, met inachtneming van de volgende bepalingen: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw bedragen; 2. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 40% van de oppervlakte van het bouwperceel, voorzover gelegen op een afstand van 4,00 m achter de naar de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, bedragen; c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd, plus 0,25 m; d. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen; f. de dakhelling van een aan- en uitbouw of een bijgebouw zal ten minste 40º bedragen. 3. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
3. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede woonsituatie; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 3. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 3.2.2. sub b en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 75 m², mits: 1. de oppervlakte van het betreffende bouwperceel ten minste 1000 m² bedraagt; en 2. de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van een aanhuis-verbonden beroep, hobbymatige c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, dan wel ten behoeve van gehandicaptenvoorzieningen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 11
3. 4. 2. De in lid 3.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f. g.
het straat-, bebouwings- en beplantingsbeeld; de historisch-ruimtelijke structuur; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3. 5. Gebruiksvoorschriften 3. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 3. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte: 1. meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op een bouwperceel; 2. meer bedraagt dan 50 m²; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 3. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 3. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 3.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten. 3. 7. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: - de aanduiding "dienstverlening toegestaan" van de kaart wordt verwijderd, mits: * de betreffende dienstverlenende functie ter plaatse is beëindigd.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 12
3. 8. Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 3.7. is de volgende procedure van toepassing: a. een ontwerp-besluit tot wijziging op grond van lid 3.7., waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage; b. Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 4:
blz 13
Woondoeleinden 2 4. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor woondoeleinden 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; 2. een theeschenkerij, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “theeschenkerij toegestaan”; 3. een bedrijf dat is genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijf toegestaan”; 4. een bouwbedrijf, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bouwbedrijf toegestaan”; 5. een paardenfokkerij, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “paardenfokkerij toegestaan”; 6. agrarische nevenactiviteiten, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “agrarische nevenactiviteiten toegestaan”; 7. detailhandel, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “detailhandel toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports; met de daarbijbehorende: c. tuinen en erven; d. agrarisch medegebruik, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “agrarische nevenactiviteiten toegestaan”; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. 2. Bouwvoorschriften 4. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. indien op de kaart in het bouwvlak een maximaal aantal te bouwen hoofdgebouwen is aangegeven, zal het aantal te bouwen hoofdgebouwen per bouwvlak ten hoogste het op de kaart in het bouwvlak aangegeven aantal bedragen;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 14
d. het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen zal ten hoogste 2 bedragen, tenzij op de kaart in het bouwvlak een maximaal aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen is aangegeven, in welk geval het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen ten hoogste het op de kaart in het bouwvlak aangegeven aantal zal bedragen; e. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen; f. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen; g. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30º bedragen, tenzij de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "plat dak toegestaan", in welk geval een hoofdgebouw mag zijn voorzien van een plat dak; h. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60º bedragen; i. de afstand van een hoofdgebouw c.q. een blok van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt. 4. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen worden gebouwd binnen het bouwvlak c.q. binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “bijgebouwen toegestaan”, waarbij verder geldt dat: 1. de afstand van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport tot de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan, ten minste 3,00 m zal bedragen; 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens van bijgebouwen met een minimale oppervlakte van 10 m² bij vrijstaande woningen ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 3. de afstand van bijgebouwen op een achtererf tot het openbaar groen of de openbare weg ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 4. de afstand van een aan- of uitbouw tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 5. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw ten hoogste 70 m² zal bedragen; 6. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een hoofdgebouw ten hoogste 50% van het zij- en achtererf zal bedragen; Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 15
b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd, plus 0,25 m; c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 4. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede woonsituatie; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 4. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 4. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 4.2.1. sub b en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: - de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van het hoofdgebouw niet meer dan 10% van de oppervlakte van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw bedraagt; b. het bepaalde in lid 4.2.2. sub a onder 1 en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd; c. het bepaalde in lid 4.2.2. sub a onder 5 en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 110 m², mits: 1. de oppervlakte van het betreffende bouwperceel ten minste 1000 m² bedraagt; 2. het betreffende perceel een landelijke ligging heeft; en 3. de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van een aanhuis-verbonden beroep, hobbymatige c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, dan wel ten behoeve van gehandicaptenvoorzieningen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 16
4. 4. 2. De in lid 4.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4. 5. Gebruiksvoorschriften 4. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 4. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte: 1. meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op een bouwperceel; 2. meer bedraagt dan 50 m²; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 4. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 4. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 4.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten. 4. 7. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: a. de bouwvlakken binnen deze bestemming naar achter worden opgeschoven ten opzichte van de Nieuweweg, mits: 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast aan de westzijde van de Nieuweweg;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 17
2. de voorgevel van de hoofdgebouwen op een afstand van 15 tot 20 m vanaf de Nieuweweg wordt gebouwd; 3. de diepte van de bouwvlakken gelijk blijft; 4. tevens de op de kaart aangegeven aanduiding “bijgebouwen toegestaan” wordt verlegd; b. de aanduiding “theeschenkerij toegestaan”, “bedrijf toegestaan”, “bouwbedrijf toegestaan”, “paardenfokkerij toegestaan” c.q. “detailhandel toegestaan” van de kaart wordt verwijderd, mits: - de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. 4. 8. Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 4.7. is de volgende procedure van toepassing: a. een ontwerp-besluit tot wijziging op grond van lid 4.7., waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage; b. Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 5:
blz 18
Woondoeleinden 3 5. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor woondoeleinden 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; 2. een bedrijf dat is genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijf toegestaan”; 3. een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “dienstverlening toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports; met de daarbijbehorende: c. wegen, straten en paden; d. groenvoorzieningen; e. parkeervoorzieningen; f. speelvoorzieningen; g. tuinen en erven; h. waterlopen en waterpartijen; i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5. 2. Bouwvoorschriften 5. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. indien op de kaart in het bouwvlak een maximaal aantal te bouwen hoofdgebouwen is aangegeven, zal het aantal te bouwen hoofdgebouwen per bouwvlak ten hoogste het op de kaart in het bouwvlak aangegeven aantal bedragen; d. het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen zal ten hoogste 2 bedragen; e. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen; f. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 9,00 m bedragen; g. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30º bedragen; h. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60º bedragen; i. de afstand van een hoofdgebouw c.q. een blok van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens zal
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 19
ten minste 3,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt. 5. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen worden gebouwd binnen het bouwvlak c.q. binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “bijgebouwen toegestaan”, waarbij verder geldt dat: 1. de afstand van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport tot de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan, ten minste 3,00 m zal bedragen; 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens van bijgebouwen met een minimale oppervlakte van 10 m² bij vrijstaande woningen ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 3. de afstand van bijgebouwen op een achtererf tot het openbaar groen of de openbare weg ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 4. de afstand van een aan- of uitbouw tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 5. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw ten hoogste 70 m² zal bedragen; 6. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een hoofdgebouw ten hoogste 50% van het zij- en achtererf zal bedragen; b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd, plus 0,25 m; c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 5. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 20
5. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede woonsituatie; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 5. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 5. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 5.2.1. sub b en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: - de oppervlakte van de buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van het hoofdgebouw niet meer dan 10% van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw bedraagt; b. het bepaalde in lid 5.2.2. sub a onder 1 en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd; c. het bepaalde in lid 5.2.2. sub a onder 5 en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 110 m², mits: 1. de oppervlakte van het betreffende bouwperceel ten minste 1000 m² bedraagt; 2. het betreffende perceel een landelijke ligging heeft; en 3. de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van een aanhuis-verbonden beroep, hobbymatige c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, dan wel ten behoeve van gehandicaptenvoorzieningen. 5. 4. 2. De in lid 5.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 21
5. 5. Gebruiksvoorschriften 5. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 5. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte: 1. meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op een bouwperceel; 2. meer bedraagt dan 50 m²; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 5. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 5. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten. 5. 7. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: - de aanduiding “bedrijf toegestaan” c.q. “dienstverlening toegestaan” van de kaart wordt verwijderd, mits: * de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. 5. 8. Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 5.7. is de volgende procedure van toepassing: a. een ontwerp-besluit tot wijziging op grond van lid 5.7., waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 22
b. Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 6:
blz 23
Woondoeleinden 4 6. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor woondoeleinden 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports; c. een recreatiewoning, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “recreatiewoning toegestaan”; met de daarbijbehorende: d. tuinen en erven; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6. 2. Bouwvoorschriften 6. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen zal ten hoogste 2 bedragen, tenzij op de kaart in het bouwvlak een maximaal aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen is aangegeven, in welk geval het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen ten hoogste het op de kaart in het bouwvlak aangegeven aantal zal bedragen; d. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 9,00 m bedragen; f. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30º bedragen; g. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60º bedragen; h. de afstand van een hoofdgebouw c.q. een blok van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt. 6. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen worden gebouwd binnen het bouwvlak c.q. binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “bijgebouwen toegestaan”, waarbij verder geldt dat:
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 24
1. de afstand van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport tot de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan, ten minste 3,00 m zal bedragen; 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens van bijgebouwen met een minimale oppervlakte van 10 m² bij vrijstaande woningen ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 3. de afstand van bijgebouwen op een achtererf tot het openbaar groen of de openbare weg ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 4. de afstand van een aan- of uitbouw tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 5. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw ten hoogste 70 m² zal bedragen; 6. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een hoofdgebouw ten hoogste 50% van het zij- en achtererf zal bedragen; b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd, plus 0,25 m; c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 6. 2. 3. Voor het bouwen van een recreatiewoning gelden de volgende bepalingen: a. een recreatiewoning mag uitsluitend worden gebouwd binnen de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “recreatiewoning toegestaan”; b. de goothoogte van de recreatiewoning zal ten hoogste de bestaande goothoogte bedragen; c. de bouwhoogte van de recreatiewoning zal ten hoogste de bestaande bouwhoogte bedragen. 6. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
6. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
a. b. c. d.
blz 25
een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 6. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 6.2.1. sub b en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: - de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van het hoofdgebouw niet meer dan 10% van de oppervlakte van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw bedraagt; b. het bepaalde in lid 6.2.2. sub a onder 1 en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd; c. het bepaalde in lid 6.2.2. sub a onder 5 en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 110 m², mits: 1. de oppervlakte van het betreffende bouwperceel ten minste 1000 m² bedraagt; 2. het betreffende perceel een landelijke ligging heeft; en 3. de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van een aanhuis-verbonden beroep, hobbymatige c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, dan wel ten behoeve van gehandicaptenvoorzieningen. 6. 4. 2. De in lid 6.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie;en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6. 5. Gebruiksvoorschriften 6. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 6. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 26
b. het gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte: 1. meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op een bouwperceel; 2. meer bedraagt dan 50 m²; d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 6. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 6. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 6.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 7:
blz 27
Woondoeleinden 5 7. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor woondoeleinden 5 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; 2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijven, alsmede verblijfsrecreatieve voorzieningen, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “voormalig agrarisch bedrijf”; 3. agrarische nevenactiviteiten, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “agrarische nevenactiviteiten toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports; waarbij het behoud en de versterking van de karakteristieke omgeving wordt nagestreefd; met de daarbijbehorende: c. tuinen en erven; d. agrarisch medegebruik, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “agrarische nevenactiviteiten toegestaan”; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 7. 2. Bouwvoorschriften 7. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen zal ten hoogste 2 bedragen; d. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 12,00 m bedragen; f. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30º bedragen; g. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60º bedragen; h. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 28
7. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen worden gebouwd binnen het bouwvlak c.q. binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “bijgebouwen toegestaan”, waarbij verder geldt dat: 1. de afstand van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport tot de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan, ten minste 3,00 m zal bedragen; 2. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens van bijgebouwen met een minimale oppervlakte van 10 m² bij vrijstaande woningen ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 3. de afstand van bijgebouwen op een achtererf tot het openbaar groen of de openbare weg ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 4. de afstand van een aan- of uitbouw tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 1,00 m zal bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; 5. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw ten hoogste 70 m² zal bedragen; 6. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een hoofdgebouw ten hoogste 50% van het zij- en achtererf zal bedragen; b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd, plus 0,25 m; c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 7. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
7. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de karakteristieke omgeving; b. een goede woonsituatie; c. de verkeersveiligheid; d. de sociale veiligheid; en Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 29
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 7. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 7. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 7.2.1. sub b en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: - de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van het hoofdgebouw niet meer dan 10% van de oppervlakte van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw bedraagt; b. het bepaalde in lid 7.2.2. sub a onder 1 en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd; c. het bepaalde in lid 7.2.2. sub a onder 5 en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 110 m², mits: 1. de oppervlakte van het betreffende bouwperceel ten minste 1000 m² bedraagt; 2. het betreffende perceel een landelijke ligging heeft; en 3. de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van een aanhuis-verbonden beroep, hobbymatige c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, dan wel ten behoeve van gehandicaptenvoorzieningen. 7. 4. 2. De in lid 7.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f. g.
de karakteristieke omgeving; het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7. 5. Gebruiksvoorschriften 7. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 7. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 30
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte: 1. meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op een bouwperceel; 2. meer bedraagt dan 50 m²; c. het gebruik van de gronden voor permanente opslag van goederen buiten gebouwen; d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 7. 5. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 7.5.2. sub e en toestaan dat de gronden worden gebruikt als standplaats voor kampeermiddelen, mits: -
het aantal standplaatsen per bouwperceel ten hoogste 15 zal bedragen.
7. 5. 4. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 7.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 7. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 7.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 8:
blz 31
Maatschappelijke doeleinden 8. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. maatschappelijke voorzieningen; 2. een dienstwoning, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “dienstwoning toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een dienstwoning; met de daarbijbehorende: c. begraafplaats, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "begraafplaats toegestaan"; d. wegen en paden; e. parkeervoorzieningen; f. groenvoorzieningen; g. speelvoorzieningen; h. water; i. tuinen, erven en terreinen; j. zendmast, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “zendmast toegestaan”; k. toren, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “toren toegestaan”; l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 8. 2. Bouwvoorschriften 8. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 8.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: m. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; n. een dienstwoning mag uitsluitend worden gebouwd indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "dienstwoning toegestaan"; o. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen; p. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen. 8. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een dienstwoning gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de dienstwoning c.q. in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een dienstwoning zal ten hoogste 70 m² bedragen;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 32
c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 8. 2. 3. Voor het bouwen van een toren geldt de volgende bepaling: -
een toren mag uitsluitend worden gebouwd indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “toren toegestaan”.
8. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde in sublid a mag, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “zendmast toegestaan”, één zendmast worden gebouwd met een hoogte van ten hoogste 15,00 m. 8. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 8. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 8.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits: - de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; b. het bepaalde in lid 8.2.2. sub a en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de dienstwoning c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd. 8. 4. 1. De in lid 8.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e.
het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 33
8. 5. Gebruiksvoorschriften 8. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 8. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 8.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 8. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 8.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 8. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 8.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten. 8. 7. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat: - de gronden tevens worden bestemd voor dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen. 8. 8. Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 8.7. is de volgende procedure van toepassing: a. een ontwerp-besluit tot wijziging op grond van lid 8.7., waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage; b. Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen. d. gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 9:
blz 34
Bedrijfsdoeleinden 9. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen; 2. een bakkerij, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bakkerij toegestaan”; 3. een slagerij, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “slagerij toegestaan”; 4. een bouwbedrijf, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bouwbedrijf toegestaan”; 5. een landbouwmechanisatiebedrijf in combinatie met detailhandel ondergeschikt aan en ten dienste van het landbouwmechanisatiebedrijf, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “landbouwmechanisatiebedrijf toegestaan”; 6. een bedrijfswoning, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. wegen, straten en paden; g. zendmast, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “zendmast toegestaan”; h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 9. 2. Bouwvoorschriften 9. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 9.1. sub a sub 1 t/m 5 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen. 9. 2. 2. Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen: a. een bedrijfswoning zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bedrijf bedragen;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 35
d. voor niet-inpandige bedrijfswoningen geldt het volgende: 1. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 6,50 m bedragen; 2. de bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 9,00 m bedragen; 3. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten hoogste 60º bedragen. 9. 2. 3. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 70 m² bedragen; c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 9. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde in sublid a mag, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “zendmast toegestaan”, één zendmast worden gebouwd met een hoogte van ten hoogste 15,00 m. 9. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 9. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 9. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 9.2.1. sub a en lid 9.2.2. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits: - de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 36
b. het bepaalde in lid 9.2.3. sub a en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd. 9. 4. 2. De in lid 9.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e.
het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9. 5. Gebruiksvoorschriften 9. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 9. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 9.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van een bedrijfswoning als zelfstandige woning; b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "bakkerij toegestaan", "slagerij toegestaan" c.q. “landbouwmechanisatiebedrijf toegestaan”; d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte detailhandel bij het landbouwmechanisatiebedrijf, zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte: 1. meer dan 10% van de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen bedraagt; 2. meer dan 60 m² bedraagt; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; f. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 9. 5. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 9.1. sub a onder 1 juncto lid 9.5.1. en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits: - het geen geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen betreft;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 37
b. het bepaalde in lid 9.5.2. sub c juncto lid 9.5.1. en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van productiegebonden detailhandel. 9. 5. 4. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 9.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 9. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 9.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten. 9. 7. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: - de aanduiding “bakkerij toegestaan", "slagerij toegestaan", “bouwbedrijf toegestaan” c.q. "landbouwmechanisatiebedrijf toegestaan" van de kaart wordt verwijderd, mits: * de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. 9. 8. Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 9.7. is de volgende procedure van toepassing: a. een ontwerp-besluit tot wijziging op grond van lid 9.7., waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage; b. Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen. d. gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 10:
blz 38
Agrarische bedrijfsdoeleinden 10. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor agrarische bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. agrarische bedrijven met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering; 2. een bedrijfswoning, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. wegen, straten en paden; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder silo’s. 10. 2. Bouwvoorschriften 10. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 10.1. sub a onder 1 en 2 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. per agrarisch bedrijf zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; c. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; d. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen; e. de dakhelling van een gebouw zal ten minste 18° bedragen; f. de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen; g. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen. 10. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 70 m² bedragen; c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 39
10. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van mestsilo’s zal ten hoogste 8,00 m bedragen; b. de hoogte van voedersilo’s zal ten hoogste 14,00 m bedragen; c. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 10. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 10. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 10. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 10.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: - de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; b. het bepaalde in lid 10.2.1. sub d en toestaan dat de goothoogte van een gebouw wordt verhoogd tot ten hoogste 5,00 m; c. het bepaalde in lid 10.2.1. sub f en toestaan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt verhoogd tot ten hoogste 8,00 m; d. het bepaalde in lid 10.2.2. sub a en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd. 10. 4. 2. De in lid 10.4.1. genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f.
de waarden van het Beschermd Dorpsgezicht; het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10. 5. Gebruiksvoorschriften 10. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 40
10. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 10.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 10. 5. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 10.5.2. sub a juncto lid 10.5.1. en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van productiegebonden detailhandel c.q. detailhandel in streekeigen producten, mits: - de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag bedragen, met een maximum van 60 m²; b. het bepaalde in lid 10.5.2. sub c juncto lid 10.5.1. en toestaan dat de gronden worden gebruikt als standplaats voor kampeermiddelen, mits: - het aantal standplaatsen per bouwperceel ten hoogste 15 zal bedragen. 10. 5. 4. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 10.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 10. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 10.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 11:
blz 41
Kwekerijbedrijven 11. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor kwekerijbedrijven aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. kwekerijbedrijven; 2. bedrijfswoningen, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. wegen, straten en paden; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 11. 2. Bouwvoorschriften 11. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 11.1. sub a onder 1 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen. 11. 2. 2. Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen: a. een bedrijfswoning zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bedrijf bedragen; d. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 4,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 8,00 m bedragen; f. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten hoogste 60º bedragen. 11. 2. 3. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 42
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 70 m² bedragen; c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 11. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
11. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 11. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 11. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 11.2.1. sub a en lid 11.2.2. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; en e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; b. het bepaalde in lid 11.2.3. sub a en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd. 11. 5. Gebruiksvoorschriften 11. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 43
11. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 11.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 11. 5. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 11.5.2. sub b juncto lid 11.5.1. en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van productiegebonden detailhandel.
11. 5. 4. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 11.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 11. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 11.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 12:
blz 44
Tuincentrum 12. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor tuincentrum aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. een tuinbouwbedrijf, waaronder kassen; 2. detailhandel in tuininrichtingsartikelen en -benodigdheden; 3. een bedrijfswoning, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. wegen, straten en paden; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 12. 2. Bouwvoorschriften 12. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 12.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; c. er zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; d. de bouwhoogte van de gebouwen zal ten hoogste 9,00 m bedragen. 12. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 70 m² bedragen; c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 12. 2. 3. de dakhelling van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 60° bedragen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 45
12. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
12. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 12. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 12.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; en e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; b. het bepaalde in lid 12.2.2. sub a en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een carport minder dan 3,00 m achter, dan wel vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan wordt gebouwd. 12. 5. Gebruiksvoorschriften 12. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 12. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 12.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan in tuininrichtingsartikelen en -benodigdheden; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 46
12. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 12.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 12. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 12.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 13:
blz 47
Doeleinden van dienstverlening 13. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor doeleinden van dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen; 2. bedrijfswoningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft; met de daarbijbehorende: b. tuinen, erven en terreinen; c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. wegen, straten en paden; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 13. 2. Bouwvoorschriften 13. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 13.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van de gebouwen zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 13. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
13. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 13. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 13.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
b. c. d. e.
blz 48
de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13. 5. Gebruiksvoorschriften 13. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 13. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 13.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 13. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 13.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 13. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 13.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 14:
blz 49
Detailhandelsdoeleinden 14. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor detailhandelsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. detailhandel; 2. bedrijfswoningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft; met de daarbijbehorende: b. tuinen, erven en terreinen; c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. wegen, straten en paden; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 14. 2. Bouwvoorschriften 14. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 14.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen. 14. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
14. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 14. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 14.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
a. b. c. d. e.
blz 50
het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
14. 5. Gebruiksvoorschriften 14. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 14. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 14.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 14. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 14.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 14. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 14.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 15:
blz 51
Horecadoeleinden 15. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor horecadoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. horecabedrijven; 2. een bedrijfswoningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning toegestaan”; met de daarbijbehorende: b. tuinen, erven en terreinen; c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. wegen, straten en paden; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 15. 2. Bouwvoorschriften 15. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 15.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen. 15. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
15. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de sociale veiligheid; c. de milieusituatie; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 15. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 15.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak; 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
b. c. d. e.
blz 52
de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
15. 5. Gebruiksvoorschriften 15. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 15. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 15.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bar-/dancing; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 15. 5. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 15.5.2. sub b juncto lid 15.5.1. en toestaan dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel bij een horecabedrijf in de vorm van voedings- en genotmiddelen die ter plaatse worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een horecabedrijf, mits: * de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de uitoefening van het horecabedrijf.
15. 5. 4. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 15.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 15. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 15.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 16:
blz 53
Sport- en recreatieve doeleinden 16. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor sport- en recreatieve doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sport- en speelterreinen; b. gebouwen ten behoeve van sport- en recreatieve doeleinden en verenigings-/clubgebouwen, met de daarbijbehorende voorzieningen, zoals kleedruimtes en/of een kantine; met de daarbijbehorende: c. wegen en paden; d. parkeervoorzieningen; e. water; f. groenvoorzieningen; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 16. 2. Bouwvoorschriften 16. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 16.1. sub b genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van de gebouwen zal ten hoogste 4,00 m bedragen. 16. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van lichtmasten en ballenvangers zal ten hoogste 10,00 m bedragen; b. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 16. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 16. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 16.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits: * de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen ten hoogste gelijk zal zijn aan de oppervlakte van het bouwvlak.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 54
16. 5. Gebruiksvoorschriften 16. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 16. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 16.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 16. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 16.5.1. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 16. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 16.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 55
Artikel 16A: Recreatieve doeleinden 2 16A.1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor recreatieve doeleinden 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. standplaatsen voor kampeermiddelen; b. trekkershutten; c. een gebouwen, voor zover ten dienste van het kampeerterrein, ten behoeve van: 1. sanitaire voorzieningen; 2. onderhoud en beheer; d. een dienstwoning; e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een dienstwoning; met de daarbijbehorende: f. sport- en speelterreinen; g. erven en terreinen; h. parkeervoorzieningen; i. paden; j. waterpartijen; k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 16A. 2.Bouwvoorschriften 16A.2.1.Voor het bouwen van trekkershutten gelden de volgende bepalingen: a. er mogen ten hoogste 4 trekkershutten worden gebouwd; b. de oppervlakte van een trekkershut zal ten hoogste 25 m² bedragen; c. de hoogte van een trekkershut zal ten hoogste 3,50 m bedragen. 16A.2.2.Voor het bouwen van het in lid 16A.1. sub c genoemde gebouw gelden de volgende bepalingen: a. de oppervlakte van het gebouw zal ten hoogste 30 m² bedragen; b. de hoogte van het gebouw zal ten hoogste 4,50 m bedragen. 16A.2.3.Voor het bouwen van een dienstwoning gelden de volgende bepalingen: a. de dienstwoning zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van de dienstwoning zal ten hoogste 3,50 m bedragen; c. de bouwhoogte van de dienstwoning zal ten hoogste 8,00 m bedragen; d. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten hoogste 60º bedragen. 16A.2.4.Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports bij een dienstwoning gelden de volgende bepalingen:
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 56
a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de dienstwoning c.q. in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een dienstwoning zal ten hoogste 70 m² bedragen; c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen. 16A.2.5.Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: - de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 16A.3.Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 16A.4.Gebruiksvoorschriften 16A.4.1.Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 16A.4.2.Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 16A.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor meer dan 10 standplaatsen voor kampeermiddelen; b. het gebruik van de gronden ten behoeve van standplaatsen voor kampeermiddelen anders dan tenten; c. het gebruik van bijgebouwen bij een dienstwoning voor bewoning; d. het storten van puin en afvalstoffen; e. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen; f. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens deze bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen. 16A.4.3.Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 16A.4.1. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 57
16A.5.Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 16A.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 17:
blz 58
Golfbaan 17. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor golfbaan aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een golfbaan; b. gebouwen ten behoeve van: 1. een horecabedrijf; 2. onderhoud en beheer; 3. een dienstwoning; met de daarbijbehorende: c. wegen en paden; d. parkeervoorzieningen; e. water; f. groenvoorzieningen; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 17. 2. Bouwvoorschriften 17. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 17.1. sub b gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen. 17. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
17. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 17. 4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: -
het bepaalde in lid 17.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits: * de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen ten hoogste gelijk zal zijn aan de oppervlakte van het bouwvlak.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 59
17. 5. Gebruiksvoorschriften 17. 5. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 17. 5. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 17.5.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bar-/dancing; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 17. 5. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 17.5.1. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 17. 6. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 17.5.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 18:
blz 60
Nutsdoeleinden 18. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor nutsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen; met de daarbijbehorende: b. terreinen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 18. 2. Bouwvoorschriften 18. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 18.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen; c. de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen; d. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 18. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
18. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 18. 4. Gebruiksvoorschriften 18. 4. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 18. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 18.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 61
18. 4. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 18.4.1. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 18. 5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 18.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 19:
blz 62
Begraafplaats 19. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor begraafplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een begraafplaats; b. gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer; met de daarbijbehorende: c. terreinen; d. groenvoorzieningen; e. waterlopen; f. paden en verhardingen; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 19. 2. Bouwvoorschriften 19. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 19.1. sub b genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. er zullen ten hoogste 2 gebouwen worden gebouwd; b. de oppervlakte van een gebouw zal ten hoogste 20 m² bedragen; c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen. 19. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
19. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 19. 4. Gebruiksvoorschriften 19. 4. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming. 19. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 19.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 63
19. 4. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 19.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 19. 5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 19.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 20:
blz 64
Cultuurgrond 20. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor cultuurgrond aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuurgrond; b. volkstuinen, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “volkstuinen toegestaan”; c. waterlopen en watergangen; d. sloten, bermen en beplanting; e. groenvoorzieningen; f. paden; met daaraan ondergeschikt: g. wegen; met de daarbijbehorende: h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 20. 2. Bouwvoorschriften 20. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 20. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
20. 3. Gebruiksvoorschriften 20. 3. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 20. 3. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in lid 20.3.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot en afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; b. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar-, of vliegtuigen; c. het storten van puin en afvalstoffen; d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 65
20. 3. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 20.3.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 20. 4. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 20.3.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 21:
blz 66
Park 21. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor park aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. plantsoenen; c. waterlopen en waterpartijen; d. oevers; e. paden; f. speelvoorzieningen; met de daarbijbehorende: g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken. 21. 2. Bouwvoorschriften 21. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 21. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
21. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede waterhuishouding en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 21. 4. Gebruiksvoorschriften 21. 4. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 21. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 21.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 21. 4. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 21.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 67
21. 5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 21.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 22:
blz 68
Groenvoorzieningen 22. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor groenvoorzieningen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. oevers, bermen en beplanting; c. parkeervoorzieningen; d. paden; e. waterlopen en watergangen; met de daarbijbehorende: f. verhardingen; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 22. 2. Bouwvoorschriften 22. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 22. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
22. 3. Gebruiksvoorschriften 22. 3. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming. 22. 3. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 22.3.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 22. 3. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 22.3.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 22. 4. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 22.3.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 69
22. 5. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat: -
de bestemming "Groenvoorzieningen" wordt gewijzigd in de bestemming "Woondoeleinden 3" of "Woondoeleinden 4", mits: 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid naar woondoeleinden van toepassing"; 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van artikel 5 en/of 6 van toepassing zijn; 3. het gezamenlijke aantal woningen na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid binnen het betreffende gebied ten hoogste 3 bedraagt; 4. de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde dan wel een verkregen hogere waarde; 5. deze wijziging past binnen het gestelde in het vigerende gemeentelijke Woonplan en het hierop gebaseerde vigerende meerjarenprogramma c.q. convenant.
22. 6. Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 22.5. is de volgende procedure van toepassing: a. een ontwerp-besluit tot wijziging op grond van lid 22.5., waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage; b. Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen. d. gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 23:
blz 70
Bos 23. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor bos aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bos en bebossing; b. groenvoorzieningen; c. paden; met de daarbijbehorende: d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 23. 2. Bouwvoorschriften 23. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 23. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
23. 3. Gebruiksvoorschriften 23. 3. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 23. 3. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 23.3.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 23. 3. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 23.3.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 23. 4. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 23.3.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 24:
blz 71
Verkeersdoeleinden 24. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor verkeersdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, straten en pleinen; b. paden; c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. sloten, bermen en beplanting; waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer; met daaraan ondergeschikt: f. tuinen en erven; met de daarbijbehorende: g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 24. 2. Bouwvoorschriften 24. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 24. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
24. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 24. 4. Gebruiksvoorschriften 24. 4. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 24. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 24.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het op de kaart aangegeven dwarsprofiel; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; c. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 72
24. 4. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 24.4.2. sub a juncto lid 24.4.1. en toestaan dat wordt afgeweken van het op de kaart aangegeven dwarsprofiel, mits: -
hierdoor geen onevenredige geluidssituatie optreedt.
verslechtering
van
de
24. 4. 4. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 24.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 24. 5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 24.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 25:
blz 73
Verkeers- en verblijfsdoeleinden 25. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor verkeers- en verblijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, straten en pleinen; b. paden; c. parkeervoorzieningen; d. sloten, bermen en beplanting; e. groenvoorzieningen; f. speelvoorzieningen; met daaraan ondergeschikt: g. tuinen en erven; met de daarbijbehorende: h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 25. 2. Bouwvoorschriften 25. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 25. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: -
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
25. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 25. 4. Gebruiksvoorschriften 25. 4. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 25. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 25.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 74
25. 4. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 25.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 25. 5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 25.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 26:
blz 75
Water 26. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterlopen en watergangen; b. sloten, bermen en beplanting; c. oevers; waarbij de instandhouding van de cultuurhistorische waarden wordt nagestreefd, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “cultuurhistorisch waardevol”; met de daarbijbehorende: d. een brug, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “brug toegestaan”; e. een dam, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “dam toegestaan”; f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 26. 2. Bouwvoorschriften 26. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 26. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. een brug mag uitsluitend worden gebouwd indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “brug toegestaan”; b. een dam mag uitsluitend worden gebouwd indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “dam toegestaan”; c. de hoogte van oeverbeschoeiingen zal ten hoogste 0,40 m bedragen; d. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 26. 3. Aanlegvergunning 26. 3. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het wijzigen en/of dempen van waterlopen; b. het vergraven van oevers. 26. 3. 2. Het in lid 26.3.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds vergund c.q. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 76
26. 3. 3. De in lid 26.3.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstructuur. 26. 4. Gebruiksvoorschriften 26. 4. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 26. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 26.4.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. 26. 4. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 26.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 26. 5. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 26.3.1. en lid 26.4.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 77
AANVULLENDE BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 27:
Beschermd dorpsgezicht 27. 1. Bestemmingsomschrijving De op de kaart voor Beschermd dorpsgezicht aangewezen gronden zijn, naast de andere op de kaart voor die gronden aangewezen bestemming (basisbestemming) bestemd voor: - het behoud, het herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing. 27. 2. Beschrijving in Hoofdlijnen Dit bestemmingsplan biedt de bescherming van de historischruimtelijke karakteristiek, die vanwege de aanwijzing van Oostwold tot Beschermd Dorpsgezicht op grond van de Monumentenwet vereist is (zie het aanwijzingsbesluit en de toelichting daarbij in bijlage 2 bij de toelichting bij dit bestemmingsplan). De aan de gronden toegekende doeleinden, worden, uitgaande van de in de toelichting omschreven huidige situatie, met het plan nagestreefd op de wijze, zoals hierna in hoofdlijnen is beschreven. 27. 2. 1. Instructies a. Er wordt gestreefd naar handhaving en zo mogelijk verbetering van de karakteristieke, historische gegroeide ruimtelijke structuur en de ruimtelijke beeldkwaliteit van de dorpskern als geheel. Deze structuur wordt grotendeels bepaald door formele eigenschappen als symmetrie en zichtlijnen, en ondersteund door het aanwezige bebouwings- en beplantingspatroon, alsmede door de bebouwingsschaal en het bebouwingstype. b. Handhaving en versterking van de diverse aanwezige structurele groenelementen (lanen, pastorietuin) en groenbegeleidingen langs wegen en straten, zal worden nagestreefd. De laanbeplanting zal, naast een aanlegvergunningenstelsel, beschermd worden door toepassing van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). c. Handhaving en zo mogelijk versterking van de karakteristieke, historisch gegroeide ruimtelijke structuur en de ruimtelijke beeldkwaliteit wordt mede nagestreefd via een juiste toepassing van de Monumentenwet (monumentenvergunning en sloopvergunning) en van de welstandstoetsing. Aandachtspunten voor de welstandstoetsing, zoals verwoord in de gemeentelijke Welstandsnota, zijn: - de in het gebied gebruikelijke uitspringende hoek of krimp; - de afgewolfde daken met rode of blauwe pannen; - de rode baksteen voor de gevels.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 78
27. 2. 2. Toetsingscriteria voor ontwikkeling en beheer Bij de toetsing van activiteiten aan het plan, wordt getoetst aan onder meer de volgende criteria. a. Geen onevenredige afbreuk instructies Aan de in lid 27.2.1. genoemde instructies mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan. b. Straat-, bebouwings- en beplantingsbeeld Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient gestreefd te worden naar het instandhouden c.q. het tot-stand-brengen van een, in stedenbouwkundig en historisch-ruimtelijk opzicht, samenhangend straat-, bebouwings- en beplantingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar: - symmetrie in het wegen- en bebouwingspatroon; - het instandhouden en versterken van bestaande zichtlijnen; - het instandhouden en versterken van bestaande lanenstructuren en overig groen; - het instandhouden van bestaande profielbreedtes en van beeldbepalende verhardingen van wegen en paden; - een goede verhouding tussen bouwmassa en onbebouwde ruimte; - een goede hoogte-/breedteverhouding tussen bebouwing onderling; - een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld dat als passend vanuit historisch-ruimtelijk oogpunt kan worden beschouwd. c. Hoofdgebouwen Bij verbouw en uitbreiding van (bestaande) hoofdgebouwen is in het algemeen de bebouwingsstructuur van de omgeving richtinggevend. De bebouwing moet blijven harmoniëren met het beeld van de aansluitende bebouwing. Het bebouwingspatroon moet de historisch-ruimtelijke structuur blijven ondersteunen. d. Woonsituatie Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. garanderen van een redelijke lichttoetreding en uitzicht, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy. e. Gebruiksmogelijkheden Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 79
27. 2. 3. Bij het verlenen van vrijstellingen en/of aanlegvergunningen c.q. het toepassen van nadere eisen, kunnen Burgemeester en Wethouders advies inwinnen bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. 27. 3. Bouwvoorschriften Voor het bouwen van hoofdgebouwen geldt de volgende bepaling: - indien op de kaart in het bouwvlak een gevelbouwgrens is aangegeven, zal per hoofdgebouw ten minste één gevel in de gevelbouwgrens worden gebouwd. 27. 4. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van het gestelde in de Beschrijving in Hoofdlijnen (zoals opgenomen in lid 27.2.), nadere eisen stellen aan: - de plaats en de afmetingen van de bebouwing. 27. 5. Aanlegvergunningen 27. 5. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, uit te voeren: a. het kappen en aanplanten van bomen; b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 30 m²; c. het aanleggen en/of verharden van voet- en rijwielpaden; d. het ophogen en/of afgraven van gronden; e. het dempen van sloten; f. het wijzigen van de bestrating c.q. verharding. 27. 5. 2. Het bepaalde in lid 27.5.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds vergund c.q. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan. 27. 5. 3. De in lid 27.5.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de Beschrijving in Hoofdlijnen c.q. toelichting bij dit plan weergegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied. 27. 6. Gebruiksvoorschriften 27. 6. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 80
27. 6. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 27.6.1., wordt in ieder geval gerekend: a. het afwijken van de op de kaart aangegeven dwarsprofielen; b. het gebruik van de gronden voor berging, opslag en stalling van goederen buiten gebouwen; 27. 6. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 27.6.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 27. 7. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 27.5.1.en lid 27.6.1. wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 81
OVERIGE BEPALINGEN Artikel 28:
Anti-dubbeltelbepaling Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 29:
blz 82
Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard, blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; f. de ruimte tussen bouwwerken; en g. erf- en terreinafscheidingen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 30:
blz 83
Algemene vrijstellingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden van het Beschermd Dorpsgezicht, de archeologische waarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van: a. de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft, mits: - de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde dan wel een verkregen hogere waarde; c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; d. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van antennemasten wordt vergroot tot ten hoogste 25,00 m, mits: 1. de noodzaak tot de plaatsing van een antennemast wordt aangetoond; 2. bij de plaatsing van een antennemast wordt aangesloten bij bestaande verticale elementen, zoals bestaande masten of anderszins bestaande bouwwerken; 3. door de plaatsing van een antennemast de beeldkwaliteit van de omgeving en met name van het Beschermd Dorpsgezicht niet wordt verstoord; e. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, met uitzondering van reclamemasten, welke ten hoogste 6,00 m mogen bedragen; f.
het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits: 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 84
2. de hoogte leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw zal bedragen; g. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak en toestaan dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door: 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen; 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken; 3. één erker per (hoofd)gebouw over maximaal de halve gevelbreedte; 4. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen; mits: - de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 31:
blz 85
Algemene wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden van het Beschermd Dorpsgezicht, de archeologische waarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat: a. de bestemmingen "Woondoeleinden 3", “Woondoeleinden 4”, “Woondoeleinden 5”, "Maatschappelijke doeleinden", "Bedrijfsdoeleinden", "Doeleinden van dienstverlening" en "Detailhandelsdoeleinden" onderling worden gewijzigd, mits: 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding "centrumgebied"; 2. de bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste 12,00 m zal bedragen; 3. een wijziging naar wonen past binnen het gestelde in het vigerende gemeentelijke Woonplan en het hierop gebaseerde vigerende meerjarenprogramma c.q. convenant; 4. de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde dan wel een verkregen hogere waarde; b. de bestemming “Horecadoeleinden” wordt gewijzigd in de bestemming "Woondoeleinden 3", “Woondoeleinden 4”, “Woondoeleinden 5”, "Maatschappelijke doeleinden", "Bedrijfsdoeleinden", "Doeleinden van dienstverlening" en/of "Detailhandelsdoeleinden", mits: 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding "centrumgebied"; 2. de bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste 12,00 m zal bedragen; 3. een wijziging naar wonen past binnen het gestelde in het vigerende gemeentelijke Woonplan en het hierop gebaseerde vigerende meerjarenprogramma c.q. convenant; 4. de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde dan wel een verkregen hogere waarde; c. de bestemming “Bedrijfsdoeleinden” wordt gewijzigd naar een woonbestemming, mits: - deze wijziging past binnen het gestelde in het vigerende gemeentelijke Woonplan en het hierop gebaseerde vigerende meerjarenprogramma c.q. convenant;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
blz 86
d. de bestemming “Agrarische bedrijfsdoeleinden” wordt gewijzigd naar wonen, bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2 alsmede naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijven, c.q. verblijfsrecreatieve voorzieningen, mits: 1. de nieuwe functie plaatsvindt binnen de bestaande bebouwing; 2. het karakteristieke boerderijpand als landschappelijke verschijningsvorm gehandhaafd blijft; 3. ten aanzien van de oppervlakte van de gebouwen geldt dat de bestaande oppervlakte als maximale oppervlakte geldt; 4. het niet gaat om functies die een sterke verkeersaantrekkende werking hebben dan wel zwaar verkeer genereren; 5. een wijziging naar wonen past binnen het gestelde in het vigerende gemeentelijke Woonplan en het hierop gebaseerde vigerende meerjarenprogramma c.q. convenant.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 32:
blz 87
Wijzigingsprocedure Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van artikel 31 is de volgende procedure van toepassing: a. een ontwerp-besluit tot wijziging op grond van artikel 31, waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 weken in het gemeentehuis ter inzage; b. Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de in sublid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp-besluit tot wijziging.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 33:
blz 88
Overgangsbepalingen 33. 1. Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken Bouwwerken, welke ten tijde van de eerste terinzagelegging van dit plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt binnen 2 jaar na het tenietgaan. 33. 2. Vrijstellingsbepaling Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 33.1., dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in lid 33.1. toegelaten bouwwerken met ten hoogste 10%. 33. 3. Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het van kracht worden van dit plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot. 33. 4. Uitzonderingen op het overgangsrecht Lid 33.1. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Lid 33.3. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
02-62-03
Artikel 34:
blz 89
Slotbepaling Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Voorschriften deel uitmakende van het Bestemmingsplan Oostwold van de gemeente Scheemda.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 maart 2006.
De voorzitter,
De griffier,
………………
……………
===
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oostwold Status: vastgesteld 30 maart 2006
BIJLAGE 1 Bedrijvenlijst
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
MILIEUCATEGORIE
01
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
014 0141.1 0142
Dienstverlening t.b.v. de landbouw Hoveniersbedrijven KI-stations
02
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW
020
Bosbouwbedrijven
05
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
0501.1 0501.2 0502
Zeevisserijbedrijven Binnenvisserijbedrijven Vis- en schaaldierkwekerijen: 1. oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 2. visteeltbedrijven
11
AARDOLIE- EN AARDGASWINNING
111
Aardolie- en aardgaswinning: 1. aardoliewinputten 2. aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 100.000.000 N m³/d 3. aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 100.000.000 N m³/d
15
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
Slachterijen en overige vleesverwerking: 1. slachterijen en pluimveeslachterijen 2. vetsmelterijen 3. bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 4. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken 5. loonslachterijen Visverwerkingsbedrijven: 1. drogen 2. conserveren 3. roken 4. verwerken anderszins Aardappelproducten fabrieken Groente- en fruitconservenfabrieken: 1. jam 2. groente algemeen 3. met koolsoorten 4. met drogerijen 5. met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j
152
1531 1532, 1533
1541
1542
blz. 1
1 2 3 4 5 6
3 1 3
3
3 3 3 3
4 5 5
3 5 4 3 3 5 4 4 4 4 3 3 4 4 4 4 4 4 4
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
1543
Margarinefabrieken: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Zuivelproductenfabrieken: 1. gedroogde producten, p.c. >= 1,5 t/u 2. geconcentreerde producten, verdamp. cap. >=20 t/u 3. melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 4. melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 t/j 5. overige zuivelproducten fabrieken Consumptie-ijsfabrieken Meelfabrieken: 1. p.c. < 500 t/u 2. p.c. >= 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: 1. p.c. < 10 t/u 2. p.c. >= 10 t/u Veevoederfabrieken: 1. destructiebedrijven 2. beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek 3. drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap.<10 t/u water 4. drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder cap.>=10 t/u water 5. mengvoeder, p.c. < 100 t/u 6. mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1. v.c. < 2500 kg meel/week 2. Brood- en beschuitfabrieken Banket-, biscuit- en koekfabrieken Suikerfabrieken: 1. v.c. < 2.500 t/j 2. v.c. >= 2.500 t/j Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 1. Cacao- en chocoladefabrieken 2. Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden 3. Suikerwerkfabrieken met suiker branden Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: 1. koffiebranderijen 2. theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: 1. zonder poederdrogen 2. met poederdrogen Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 1. p.c. < 5.000 t/j 2. p.c. >= 5.000 t/j
1551
1552 1561
1562
1571
1572 1581
1582 1583
1584
1585 1586
1587 1589 1589.1 1589.2 1589.2
1591 1592
MILIEUCATEGORIE
blz. 2
1 2 3 4 5 6 4 4 5 5 3 4 4 3 4 4 4 4 4 5 5 4 5 4 4 4 2 3 3 5 5 5 3 4 3 5 3 4 4 4 4 3 4 4 4 4
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
1593 t/m 1595 1596 1597 1598
Vervaardiging van wijn, cider en andere niet gedestilleerde, gegiste dranken Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
16
VERWERKING VAN TABAK
160
Tabaksverwerkende industrie
17
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
171 172
Bewerken en spinnen van textielvezels Weven van textiel: 1. aantal weefgetouwen < 50 2. aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
173 174, 175 1751 176, 177
MILIEUCATEGORIE
18
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 182 183
Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
19
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
191 192 193
Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken
20
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.1 2010.2
Houtzagerijen Houtconserveringsbedrijven: 1. met creosootolie 2. met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken Timmerwerkfabrieken Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
202 203, 204 205 21
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2111 2112
Vervaardiging van pulp Papier- en kartonfabrieken: 1. p.c. < 3 t/u 2. p.c. 3 - 15 t/u 3. p.c. >= 15 t/u
blz. 3
1 2 3 4 5 6 2 4 4 3
4
3 3 4 3 3 4 3
3 2 3
4 3 3
3 4 3 3 3 2
4 3 4 4
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
212 2121.2
Papier- en kartonwarenfabrieken Golfkartonfabrieken: 1. p.c. < 3 t/u 2. p.c. >= 3 t/u
MILIEUCATEGORIE
22
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
221 2221 2222 2222.6 2223 2224 2225 223
Uitgeverijen (kantoren) Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media
23
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK.IND.
231 2320.1 2320.2
Cokesfabrieken Aardolieraffinaderijen Smeeroliën- en vettenfabrieken Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie Aardolieproductenfabrieken n.e.g.
24
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2411
Vervaardiging van industriële gassen: 1. luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 2. overige gassenfabrieken, niet explosief 3. overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken Anorganische chemische grondstoffenfabrieken: 1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 2. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Organische chemische grondstoffenfabrieken: 1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 2. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Methanolfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetisch): 1. p.c. < 50.000 t/j 2. p.c. >= 50.000 t/j Kunstmeststoffenfabrieken Kunstharsenfabrieken e.d. Landbouwchemicaliënfabrieken: 1. fabricage 2. formulering en afvullen Verf, lak en vernisfabrieken
2412 2413
2414.1
2414.2
2415 2416 242
243
blz. 4
1 2 3 4 5 6 3 3 4
1 3 3 2 1 2 2 2 1
5 6 3 4 4
5 5 5 4 4 5 4 5 4 4 4 5 5 5 5 5 4
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2441
Farmaceutische grondstoffenfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j Farmaceutische productenfabrieken: 1. formulering en afvullen geneesmiddelen 2. verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1. zonder dierlijke grondstoffen 2. met dierlijke grondstoffen Fotochemische productenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische productenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
2442
2451 2452 2461 2462
2464 2466 247
MILIEUCATEGORIE
25
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2511 2512
Rubberbandenfabrieken Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 1. vloeropp. < 100 m² 2. vloeropp. > 100 m² Rubber-artikelenfabrieken Kunststofverwerkende bedrijven: 1. zonder fenolharsen 2. met fenolharsen
2513 252
26
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
261
Glasfabrieken: 1. glas en glasproducten, p.c. < 5.000 t/j 2. glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 t/j 3. glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 4. glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: 1. vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 2. vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen- en baksteenelementenfabrieken Dakpannenfabrieken Cementfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Kalkfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Gipsfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j
2615 262, 263
264 2651
2652
2653
blz. 5
1 2 3 4 5 6
4 5 3 2 4 4 5 3 5 3 3 4 4
4 3 4 3 4 4
3 4 4 5 3 3 3 4 4 5 5 4 5 4 5
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2661.1
Betonwarenfabrieken: 1. zonder persen, triltafels en bekistingtrillers 2. met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c.< 100 t/d 3. met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d Kalkzandsteenfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales: 1. p.c. < 100 t/u 2. p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips: 1. p.c. < 100 t/d 2. p.c. >= 100 t/d Natuursteenbewerkingsbedrijven: 1. zonder breken, zeven en drogen 2. met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j 3. met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelen fabrieken Bitumineuze materialenfabrieken: 1. p.c. < 100 t/u 2. p.c. >= 100 t/u Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol): 1. steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 2. overige isolatiematerialen Minerale productenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales
2661.2
2662 2663, 2664
2665, 2666
267
2681 2682
MILIEUCATEGORIE
27
VERVAARDIGING VAN METALEN
271
Ruwijzer- en staalfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Non-ferro-metaalfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: 1. p.c. < 4.000 t/j 2. p.c. >= 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: 1. p.c. < 4.000 t/j 2. p.c >=4.000 t/j
272
273 273 273 274
2751, 2752
2753, 2754
blz. 6
1 2 3 4 5 6
4 4 5 3 4 3 3 4 3 4 3 4 5 3 4 5 4 4 3 4
5 6 5 5 4 5 4 5 5 5 4 5 4 5
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
28
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDELEN)
281
Constructiewerkplaatsen: 1. gesloten gebouw 2. in open lucht, p.o. < 2.000 m² 3. in open lucht, p.o. >= 2.000 m² Tank- en reservoirbouwbedrijven: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: 1. algemeen 2. scoperen (opspuiten van zink) 3. thermisch verzinken 4. thermisch vertinnen 5. mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 6. anodiseren, eloxeren 7. chemische oppervlaktebehandeling 8. emailleren 9. galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 10. stralen 11. metaalharden 12. lakspuiten en moffelen Overige metaalbewerkende industrie Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
2821
2822, 2830 284 2851
2852 287
MILIEUCATEGORIE
29
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29 29 29 29
Machine- en apparatenfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² 3. met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
30
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
Kantoormachines- en computerfabrieken
31
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRONISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
311 312 313 314 315 316 3162
Elektromotoren- en generatorenfabrieken Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Elektrotechnische industrie n.e.g. Koolelektrodenfabrieken
blz. 7
1 2 3 4 5 6
3 4 4 4 5 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 4 5 3
3 4 4
3
4 4 4 3 4 3 6
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
32
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDHEDEN
321 t/m 323
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur en benodigdheden Fabrieken voor gedrukte bedrading
3210
MILIEUCATEGORIE
33
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33
Fabrieken voor medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen, optische instrumenten en uurwerken
34
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341
Autofabrieken en assemblagebedrijven 1. p.o. < 10.000 m² 2. p.o. >= 10.000 m² Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken
3420.1 3420.2 343
blz. 8
1 2 3 4 5 6
3 3
2
4 4 4 4 3
35
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
354
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 1. houten schepen 2. kunststof schepen 3. metalen schepen < 25 m 4. metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 1. algemeen 2. met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw- en -reparatiebedrijven: 1. zonder proefdraaien motoren 2. met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
3
355
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
3
36
VERVAARDIGING VAN MEUBELS; VERVAARDIGING VAN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361 362 363 364 365 366
Meubelfabrieken Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
3511 352
353
3 3 4 5 5 3 4 4 5
3 2 2 3 3 3
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
37
VOORBEREIDING TOT RECYCLING
371 372
Metaal- en autoschredders Puinbrekerijen en -malerijen: 1. v.c. < 100.000 t/j 2. v.c. >= 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties
MILIEUCATEGORIE
40
PRODUKTIE EN DISTRIBUTIE VAN ELECTRICITEIT, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40
Elektriciteitsproduktiebedrijven (vermogen >= 50 MW) 1. kolengestookt 2. oliegestookt 3. gasgestookt 4. warmtekrachtinstallaties (gas) Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 1. < 10 MVA 2. 10 - 100 MVA 3. 100 - 200 MVA 4. 200 - 1000 MVA 5. >= 1000 MVA Gasdistributiebedrijven: 1. gascompressorstations vermogen < 100 MW 2. gascompressorstations vermogen >= 100 MW 3. gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 4. gasontvang- en -verdeelstations, categorie D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 1. stadsverwarming 2. blokverwarming
41
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
41
Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: 1. met chloorgas 2. bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 1. < 1 MW 2. 1 - 15 MW 3. >= 15 MW
45
BOUWNIJVERHEID
45
Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats
50
HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
blz. 9
1 2 3 4 5 6
5 4 5 4 4
5 5 5 5 2 3 3 4 5 4 5 2 3 3 2
5 3 2 3 4
3
2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
5020.4
Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires Benzineservicestations: 1. met LPG 2. zonder LPG
5020.5 503, 504 505
MILIEUCATEGORIE
blz. 10
1 2 3 4 5 6 3 1
51
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 5121 5122 5123 5124 5125, 5131
Handelsbemiddeling (kantoren) 1 Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levende dieren Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën en vetten Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Groothandel in overige consumentenartikelen Groothandel in vaste brandstoffen: 1. klein, lokaal verzorgingsgebied 2. kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m² Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1. vloeistoffen, o.c. < 100.000 m³ 2. vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m³ 3. tot vloeistof verdichte gassen Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) Groothandel in metaalertsen: 1. opslag opp. < 2.000 m² 2. opslag opp. >= 2.000 m² Groothandel in metalen en -halffabrikaten Groothandel in hout en bouwmaterialen Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur Groothandel in chemische producten Groothandel in overige intermediaire goederen Autosloperijen Overige groothandel in afval en schroot Groothandel in machines en apparaten Overige Groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5151.1
5151.2
5151.3 5152.1
5152.2 /.3 5153 5154 5155.1 5156 5157 5157.2 /.3 5162 517
60
VERVOER OVER LAND
6021.1
Bus-, tram- en metrostations en -remises
3 2 2 3 2
2 2 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 3 5 4 5 4 3 4 5 3 3 3 3 2 3 3 2 2
3
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
6022 6023 6024 603
Taxibedrijven, taxistandplaatsen Touringcarbedrijven Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
61, 62
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
61, 62
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
63
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6311.1
634
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 4. granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5. steenkool, opslagopp. >= 2.000 m² 6. olie, LPG, e.d. 7. tankercleaning Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 4. ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 5. granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 6. granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 7. steenkool, opslagopp. < 2.000 m² 8. steenkool, opslagopp. >= 2.000 m² 9. olie, LPG, e.d. 10. tankercleaning Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen Overige dienstverlening t.b.v. het vervoer over land n.e.g. met uitzondering van parkeergarages Expediteurs, cargadoors (kantoren)
64
POST EN TELECOMMUNICATIE
641 642
Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven TV- en radiozendstations
6311.2
6312 6321
MILIEUCATEGORIE
71
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 712 713 714
Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
72
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
blz. 11
1 2 3 4 5 6 2 3 3 3
1
5 4 5 5 5 5 4 4 3 4 5 4 5 4 5 5 4 3 2 1
2 1 2
2 3 3 2
1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 1999 (planologische selectie)
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
74
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
747 7481.3 7484.3 7484.4
Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijproducten Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
90
MILIEUDIENSTVERLENING
9000.1
Rioolwaterzuiverings- en gierverwerkingsinrichtingen (geen korrelfabrieken), met afdekking voorbezinktanks: 1. < 100.000 i.e. 2. 100.000 - 300.000 i.e. 3. >= 300.000 i.e. Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Afvalverwerkingsbedrijven: 1. mestverwerking/korrelfabrieken 2. kabelbranderijen 3. pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 4. oplosmiddelterugwinning 5. afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 6. verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen Vuiloverslagstations Composteerbedrijven: 1. open 2. gesloten
9000.2 9000.3
MILIEUCATEGORIE
93
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Badhuizen en sauna-baden Dierenasiels en -pensions Persoonlijke dienstverlening n.e.g., exclusief bordelen, prostituees en sexclubs
9301.2 9301.3 9302 9304 9305
blz. 12
1 2 3 4 5 6
3 2 4 1
4 4 5 3 3 5 3 3 3 4 2 4 4 5 3
3 3 2 2 1 1 2 3 1
Afkortingen: cat.
categorie
kl. klasse
o.c.
opslagcapaciteit
u uur
v.c.
verwerkingscapaciteit
d dag
p.c.
productiecapaciteit
w week
p.o.
productieoppervlak
j
e.d.
en dergelijke
< kleiner dan
jaar
n.e.g. niet elders genoemd
> groter dan
t
= gelijk aan
ton
BIJLAGE 2 Lijst met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
LIJST MET KLEINSCHALIGE BEDRIJFSMATIGE ACTIVITEITEN
Kledingmakerij (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf woningstoffeerderij Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals: schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf Reparatiebedrijfjes, waaronder: schoen-/lederwarenreparatiebedrijf uurwerkreparatiebedrijf goud- en zilverwerkreparatiebedrijf reparatie van kleine (electrische) gebruiksgoederen reparatie van muziekinstrumenten In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd. Advies- en ontwerpbureaus Reclame-ontwerp grafisch ontwerp architect (Zakelijke) dienstverlening, waaronder: assurantie-/verzekeringsbemiddeling exploitatie en handel in onroerende zaken Overige dienstverlening, waaronder: kappersbedrijf / hondentrimsalon schoonheidssalon pedicure Onderwijs autorijschool onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium
===
1
V
ND
W2 14 11
W2
6
W3
B
G
P G
10
W3 W2
10 3 7
BO W3 W2
W3
VV
W4 3 12
W4
W2
B
11
ND 4 7
C
W2
8 12
W2
W4
M
W3
W4
G
W2
W3
A
W4 W2 W3
W4
V
W4
W2
W3
6 8
W3
M 3
2
3
VV
G
W2
G
W4 5 8
W2
6 12
W4
20
9
DH
W3
M
W1
3 5
W2
W2 8 7
VV DH VV
W2
9 12
12
WA
H
W2
W2
7
4
W2
B
5
VV
W3
W2
8
5 8
M
W4
VV
G 5
W5 B
W3 6 9
B
M
W1
W3
W4
W2
W1
VV
W1
4
C
V
4
H
DV
W4
8
VV
6
3
W3
WA
G
G W4
G
G
M
W4
C
8
W2
B W2
6
5 7
VV VV VV
5
W4 W3 VV
4 8
W1
M
W2
7
M
VV 7
5
W4
W1
5
7
W2 B
VV
W3 6
12
W1 W3
W2 3 6
ND
W2
G
W4 W2
W2 V
W4
W4
W2
BG V
C 4 7
VV 3 6
GB C W2
W5
WA W2
V
4 12
W2
W4
SR
W2 A M
C
3 5
C G
A
W4
W2
5 8
VV
W2
SR
ND
W2
W3 9
VV
B
W2
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering C
van 30 maart 2006
W2
W2
24-04-06
AEK
GEMEENTE SCHEEMDA BESTEMMINGSPLAN OOSTWOLD 02-62-03
840 x 950 mm
1:2000
W2
V 8,5
W2
6
W4
M
6
W2 KW
W2 G
G
W3 W4 3 6
W2
M
W2
8
W2
C
W4 W3
C
G WA VV
4
W2
W2
C
R2 BO
W2
W2
BO
G
C W2
W3
C W2
W3
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 maart 2006
W2
W2
VV
24-04-06
AEK
GEMEENTE SCHEEMDA BESTEMMINGSPLAN OOSTWOLD 02-62-03
6
TC
KW
570 x 560 mm
1:2000
BESTEMMINGEN
ARTIKELNUMMERS OVEREENKOMSTIG DE VOORSCHRIFTEN
WOONDOELEINDEN 1
BESTEMMINGEN
3
HORECADOELEINDEN
dienstverlening toegestaan
W1
8
VERKLARING
15
BESTEMMINGSGRENS BOUWGRENS
maximale bouwhoogte in meters
BOUWVLAK
H
bijgebouwen toegestaan
WOONDOELEINDEN 2
ARTIKELNUMMERS OVEREENKOMSTIG DE VOORSCHRIFTEN
GEVELBOUWGRENS
SPORT- EN RECREATIEVE DOELEINDEN
4
ONDERGROND ONTLEEND AAN DE GBKN
16
theeschenkerij toegestaan
W2
53
SR
bedrijf toegestaan bouwbedrijf toegestaan
RECREATIEVE DOELEINDEN 2
paardenfokkerij toegestaan agrarische nevenactiviteiten toegestaan
CENTRUMGEBIED
16A
R2
detailhandel toegestaan 4
maximaal aantal te bouwen hoofdgebouwen
4
maximaal aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen
GRENS VAN HET PLAN
GOLFBAAN 8
17
1
maximale bouwhoogte in meters
AANDUIDING DWARSPROFIEL
GB plat dak toegestaan bijgebouwen toegestaan
WOONDOELEINDEN 3
5
NUTSDOELEINDEN
18
BEGRAAFPLAATS
19
ND
bedrijf toegestaan dienstverlening toegestaan maximaal aantal te bouwen hoofdgebouwen
BG
6
volkstuinen toegestaan
recreatiewoning toegestaan
W4
maximaal aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen
21
7
BOS
23
tu
begraafplaats toegestaan zendmast toegestaan
VERKEERSDOELEINDEN
maximale goot- en bouwhoogte in meters
BEDRIJFSDOELEINDEN
5,40
6,50
1,50
BO
toren toegestaan 6 9
13,30
2
G
dienstwoning toegestaan
M
6,00
pa d
8
vo et
MAATSCHAPPELIJKE DOELEINDEN
wijzigingsbevoegdheid naar woondoeleinden van toepassing
2,50
aa n
bijgebouwen toegestaan
15,20
22
rij b
GROENVOORZIENINGEN
pa gr d oe n
agrarische nevenactiviteiten toegestaan
vo et
W5
grens van het plan
P
voormalig agrarisch bedrijf
in
WOONDOELEINDEN 5
tu
in
PARK
maten in meters
1
C
bijgebouwen toegestaan 4
20
slo ot
CULTUURGROND
(schaal 1:200)
gr oe n
WOONDOELEINDEN 4
DWARSPROFIELEN
aa n
bijgebouwen toegestaan
rij b
4
gr oe n
W3
9
3,00
24
1,50 1,50
3
V
rij b
gr oe n
3,40
5,00
3,00
3,40
slo ot
gr oe n
25
in
VERKEERS- EN VERBLIJFSDOELEINDEN
slagerij toegestaan
tu
B
aa n
bakkerij toegestaan
bouwbedrijf toegestaan
VV
cultuurhistorisch waardevol
10
brug toegestaan in
aa n
in
dam toegestaan
tu
AGRARISCHE BEDRIJFSDOELEINDEN
WA
tu
maximale bouwhoogte in meters
5,60
4 rij b
zendmast toegestaan 8
26
WATER
pa d
bedrijfswoning toegestaan
vo et
landbouwmechanisatiebedrijf toegestaan
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering
bedrijfswoning toegestaan
AANVULLENDE BESTEMMING
maximale goot- en bouwhoogte in meters
11
bedrijfswoning toegestaan
4,20
5
maximale bouwhoogte in meters
6,00
1,50
in
1,50
AEK
tu
vo et
12
pa d
24-04-06 tu
TUINCENTRUM
3,20
aa n
8
27
in
KW
BESCHERMD DORPSGEZICHT
2,60
rij b
KWEKERIJBEDRIJVEN
5,00
pa d
6 9
vo et
A
van 30 maart 2006
bedrijfswoning toegestaan
TC
7,50
DOELEINDEN VAN DIENSTVERLENING
13
9,50
BESTEMMINGSPLAN OOSTWOLD
6
02-62-03
DETAILHANDELSDOELEINDEN
14
slo ot
rij b
gr oe n
aa n
pa gr d oe n
vo et
tu
in
DV grens van het plan
bedrijfswoning toegestaan
DH
GEMEENTE SCHEEMDA
maximale bouwhoogte in meters
7 60
1 20 1 30
6 00
2 30
2 60
760 x 560 mm
1:2000
R