Bestek Distributie Deel 2: het werk
27 februari 2009 Status Definitief
Oasen N.V. Nieuwe Gouwe O.Z. 3 Postbus 122 2800 AC Gouda T 0182 59 35 30 www.oasen.nl Pagina 1 van 59
Bestek Distributie Deel 2: het werk
27 februari 2009 Status Definitief
Opdrachtgever Peter Mense Steller Frank Uithol, Rob van Klaveren en Bas Bouwman Redactie Emile Aanen en Christ van Schaijk Bijdrage Ad Schouten, Evert van der Sluijs Verspreiding Marktpartijen voor aanbesteding
Oasen N.V. Nieuwe Gouwe O.Z. 3 Postbus 122 2800 AC Gouda T 0182 59 35 30 www.oasen.nl Pagina 2 van 59
27 februari 2009
1 1.1. 1.2.
Inleiding Aanbestedingsdocumenten deel 1 en deel 2 Leeswijzer
5 5 5
2 2.1. 2.2.
Algemene besteksomschrijving Algemeen Algemene gegevens werkgebied
6 6 6
2.3. 2.4. 2.4.1. 2.4.2. 2.5. 2.6. 2.7.
Scopebeschrijving Voorwaarden Algemeen Veiligheid- Gezond- en Milieuplan ontwerp en uitvoeringsfase Inzet personeel Out of scope Perceelbeschrijving en omvang
6 7 7 7 7 8 8
3 3.1. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.2.4. 3.2.5.
Werkmethode Engineering hoofdleidingen Afdeling hoofdleidingen Initiatie- en voorbereidingsfase Initiatie Opdrachtverstrekking via Workflow Planning Engineering (in specifieke gevallen op aanvraag) Werkvoorbereiding
10 10 10 10 10 11 11 12
3.2.6. 3.3.
Vergunning, procedures en meldingen Realisatiefase
12 14
3.3.1. 3.3.2.
Beschikbaar stellen materialen, transport en opslag Tracé van de leiding
15 16
3.3.3. 3.3.4.
Inrichting werkstrook Verkeersvoorzieningen
16 16
3.3.5. 3.4.
Schade aan het project Opleverings- en nazorgfase
16 17
3.4.1. 3.4.2.
Oplevering Revisie
17 17
3.4.3. 3.5.
Kwaliteitsbeoordeling Facturatieproces
17 18
3.5.1. 3.5.2.
Productiestaat Factuur
18 18
4 4.1. 4.2. 4.2.1. 4.2.2. 4.2.3. 4.3.
Werkmethode Engineering aansluitleidingen Afdeling Aansluitleidingen Initiatie- en voorbereidingsfase Initiatie Opdrachtverstrekking via Workflow Planning Realisatiefase
19 19 19 19 20 20 20
4.4. 4.5.
Opleverings- en nazorgfase Facturatieproces
20 21
5 5.1. 5.2. 5.2.1. 5.2.2. 5.2.3. 5.3. 5.3.1. 5.4. 5.5.
Werkmethode bedrijfsvoering en storingsdienst Afdeling Bedrijfsvoering Beschrijving activiteiten Ondersteuning van Bedrijfsvoering Storingsdienst Vakmanschap en werkhouding kraanmachinisten Verplichtingen Opdrachtnemer Aanspreekpunt Verplichtingen Opdrachtgever Garantie bij opschaling van de storing
22 22 22 22 23 24 24 24 24 24
Bestek Distributie
Pagina 3 van 59
5.6. 5.7. 5.7.1. 5.7.2.
Kwaliteitsbeoordeling Administratieve en overige processen Opdrachtverstrekking Jaarindicatie
25 25 25 26
5.7.3. 5.7.4.
Productiestaat Opdrachtbonnen
26 26
5.7.5.
Factuur
27
6 6.1. 6.2. 6.2.1. 6.2.2. 6.3. 6.4. 6.5.
Communicatie en overlegstructuur Communicatiematrix Operationeel overleg Engineering hoofdleidingen en aansluitleidingen Bedrijfsvoering Tactisch accountoverleg Strategisch accountoverleg Sancties en bonus/malus
28 28 28 28 28 29 29 29
7 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5.
Eenheidsprijzen, regietarieven en werkbeschrijving Toelichting op de opbouw van het Unit Rate Model Combi werkzaamheden en Grondwerk en meer dan één leiding in één sleuf Eenheidsprijzen en tarieven Toelichting op de verrekening van sleuven voor hoofdleidingen en bemalingen. Omschrijving gebruikte codes in het Unit Rate Model
31 31 33 33 34 35
8 8.1.
Bijlagen Bijlage 1 Definitielijst
43 44
8.2. 8.3.
Bijlage 2 Kaart voorzieningsgebied en kengetallen Bijlage 3 Tabel leidingmateriaal en leidingdiameter categorieën
46 47
8.4. 8.5.
Bijlage 4 Standaard technische voorschriften leidingwerken Bijlage 5 Voorbeeldcalculatie
48 49
8.6. 8.7.
Bijlage 6 VGM-Plan Bijlage 7 Template Productiestaat
50 51
8.8. 8.9.
Bijlage 8 Format start-up formulier Bijlage 9 Format opleveringsformulier
52 53
8.10. 8.11.
Bijlage 10 Format beoordelingsformulier Bijlage 11 Format afwijkingsformulier
54 55
8.12. 8.13. 8.14.
Bijlage 12 Tekenvoorschriften en format revisietekeningen Bijlage 13 Gereedschappenlijst voor storingsdienstbus Bijlage 14 Blanco ABC-schets aansluitleidingen
56 57 59
Bestek Distributie
Pagina 4 van 59
1 1.1.
Inleiding Aanbestedingsdocumenten deel 1 en deel 2
Alle informatie horende bij de Europese aanbesteding voor werkzaamheden distributie ten behoeve van Oasen is gesplitst in 2 delen: Deel 1: de aanbestedingsleidraad. Het beschrijft de wijze waarop Ondernemers een Inschrijving kunnen uitbrengen. Tevens wordt aangegeven op welke wijze Oasen de Inschrijvingen zal beoordelen. Deel 2: het werk. Dit deel bevat informatie voor geïnteresseerde Ondernemers om een idee te krijgen van de opdracht en om zodoende te kunnen besluiten al dan niet een Inschrijving in te dienen. Ondernemers worden hierbij uitgenodigd om op basis van de verstrekte informatie een Inschrijving te doen met inachtneming van de voorwaarden die in dit Aanbestedingsdocument en bijbehorende bijlagen zijn geformuleerd. Het onderhavige document betreft deel 2, het werk.
1.2.
Leeswijzer
Dit deel 2 “het werk” van de aanbestedingsdocumenten bevat zeven (7) hoofdstukken. Na een hoofdstuk met een algemene besteksomschrijving, geeft hoofdstuk 3 op hoofdlijnen de opdracht en de randvoorwaarden weer en ook bevat het een opsomming van de eisen die gelden voor de dienstverlening. Dit bestek omvat werkzaamheden voor drie verschillende afdelingen bij Oasen. Om in dit bestek het onderscheid tussen deze werkzaamheden te bieden, worden deze per hoofdstuk afzonderlijk beschreven.
27 februari 2009
In hoofdstuk 4 wordt de werkmethode van de afdeling Engineering hoofdleidingen beschreven. In hoofdstuk 5 wordt de werkmethode van de afdeling Aansluitleidingen uitgewerkt. Hoofdstuk 6 vermeldt de werkmethode voor de afdeling Bedrijfsvoering. Hoofdstuk 7 geeft een toelichting op het Unit Rate Model. En tot slot gaat Hoofdstuk 8 in op welke wijze Oasen wil gaan communiceren met de toekomstige Opdrachtnemer.
Bestek Distributie
Pagina 5 van 59
2
Algemene besteksomschrijving
2.1.
Algemeen
De inhoud van dit bestek beschrijft werkzaamheden die Oasen door een aannemer wil laten verrichten, voor 3 afdelingen binnen Oasen, te weten Engineering hoofdleidingen, Engineering aansluitleidingen en Bedrijfsvoering. Tussen de drie afdelingen zijn verschillen in de wijze hoe Oasen een opdracht aan de aannemer verstrekt, de voorbereiding van werkzaamheden, de uitvoering en de oplevering en facturatie. Om dit duidelijk te krijgen zijn al deze zaken (het werkproces genoemd) per afdeling in een apart hoofdstuk omschreven. Inschrijver dient zich volledig te conformeren aan alle werkprocessen welke door Oasen gehanteerd en uitgevoerd worden.
2.2.
Algemene gegevens werkgebied
De meest voorkomende grondsoorten in het voorzieningsgebied van Oasen zijn veen en klei. De grondwaterstanden binnen het voorzieningsgebied zijn hoog. Het distributienet heeft een totale lengte van circa 4000 km bestaande uit transport- en hoofdleidingen met daarop aangesloten circa 320.000 huisaansluitingen met een gemiddelde lengte van 12,5 m van verschillende diameters. Voor meer kengetallen omtrent het leidingnet en werkzaamheden van Oasen wordt verwezen naar bijlage 2 en 3. Het distributienet wordt beheerd door 80 medewerkers van de subafdelingen Engineering hoofdleidingen, Engineering aansluitleidingen en Bedrijfsvoering van Oasen. De functionele en kwantitatieve aansturing van de aannemerij vindt plaats door verschillende functionarissen onder leiding van de teamleiders hoofdleidingen, aansluitleidingen en bedrijfsvoering.
2.3.
Scopebeschrijving
In hoofdlijnen bestaan de te leveren diensten c.q. assistentie verlening uit de navolgende activiteiten: •
Het op vakbekwame wijze aanleggen, vervangen, verwijderen en lichten van drinkwaterleidingen in alle materiaalsoorten, zoals genoemd in bijlage 3, tot en met een nominale diameter van 315 mm;
•
Repareren van drinkwaterleidingen in alle diameters en materiaalsoorten zoals genoemd in bijlage 3;
•
Alle typen buisverbindingen ongeacht diameter of materiaalsoort;
•
Vakkundig en veilig repareren, vervangen en/of verwijderen van bestaande asbestcement leidingen;
•
Aanleggen, repareren, vervangen en verwijderen van aansluitleidingen;
•
Aanboren op alle soorten buismateriaal, inclusief asbestcement;
•
Uitvoering van civieltechnische werken ten behoeve van de aanleg, reparatie en onderhoud van de leidinginfrastructuur;
•
Doorpersen van stalen mantelbuizen t.b.v. watervoerende buizen tot en met een nominale diameter van 315 mm;
•
Maken van doorpersingen met een persluchtraket van verschillende diameters;
•
Spuiten en inbrengen van verschillende diameter boogzinkers;
•
Uitvoeren van kleine gestuurde boringen (maximaal 12 ton trekkracht) CKB S-A;
•
Uitvoeren van grote gestuurde boringen (maximaal 80 ton trekkracht) met een maximale nominale diameter van 315 mm en een maximale lengte van 500 meter CKB-S-B;
•
Op afroep leveren van goedgekeurd materieel en inzet van vakbekwame menskracht (conform CKB-regeling) op basis van vaste eenheidsprijzen en binnen een tijdvenster van 7 x 24 uur inclusief feestdagen;
•
Uitvoeren van planmatig onderhoud aan leidingen, brandkranen, afsluiters en aansluitleidingen;
Bestek Distributie
Pagina 6 van 59
•
2.4. 2.4.1.
Leveren van goedgekeurd materieel en inzet van vakbekwame menskracht (conform CKBregeling) binnen 1 uur na eerste oproep bij lekkages en calamiteiten binnen een tijdvenster van 7 x 24 uur inclusief feestdagen;
Voorwaarden Algemeen
In het algemeen geldt dat de aannemer van dit bestek een inspanningsverplichting heeft om de continuïteit te waarborgen van al het personeel dat voor diverse werkzaamheden wordt ingezet. Op de werkzaamheden zoals omschreven in dit bestek zijn de volgende aanvullende documenten en voorwaarden van toepassing: Bijlage 6 VGM plan; Bijlage 4 Standaard technische voorwaarden (STV) 2009; Algemene Voorwaarden voor de Uitvoering van Werken voor Oasen (AVUW 2006), zie www.oasen.nl; De volgende technische normen zijn van toepassing op de werkwijze van de aannemer van dit bestek: De in ‘Aanbevelingen tot het Voorkomen van Schade aan Leidingen (AVSL)’ en in de CROW publicatie ‘zorgvuldig graven’ gestelde bepalingen onder: ‘De taak van de (Hoofd)Aannemer’ zijn van toepassing; Arbeidsinformatieblad 3 (AI-3) m.b.t. de verwerking van leidingen met asbestcement.; NEN 7115 m.b.t. het boren van flenzen; Hygiënecode drinkwater (uitgave KIWA, meest recente versie); Alle overige normen zoals genoemd in de STV 2009.
2.4.2.
27 februari 2009
Veiligheid- Gezond- en Milieuplan ontwerp en uitvoeringsfase
Oasen heeft op grond van het ARBO-besluit, een Veiligheid- en Gezondheidsplan (verder te noemen VGM plan) ontwerpfase opgesteld. Verder zal Oasen, indien dit conform het ARBO-besluit noodzakelijk is, zorgen voor tijdige kennisgeving van het werk bij de Arbeidsinspectie. Opdrachtnemer is verplicht het VGM plan ontwerpfase verder uit te werken tot een VGM plan uitvoeringsfase en direct na gunning en voor de aanvang van de Werkzaamheden aan te leveren aan Oasen. Tevens zal Opdrachtnemer een coördinator uitvoeringsfase aanstellen en zo spoedig mogelijk kenbaar maken bij Oasen. Alle kosten om te kunnen voldoen aan de VGM bepalingen zijn begrepen in de eenheidsprijzen en zijn voor Inschrijver in een later stadium niet verrekenbaar. Indien de situatie optreedt van werken met verontreinigde grond en verontreinigd grondwater, worden bijkomende werkzaamheden verrekend worden op basis van de “Kostenverhogende omstandigheden” zoals beschreven in hoofdstuk 7. In specialistische gevallen dient er een specifiek VGM plan te worden opgesteld. Opdrachtgever en Opdrachtnemer zullen vooraf het Werk hierover met elkaar in overleg treden om te komen tot een oplossing.
2.5.
Inzet personeel
Al het personeel dat door de opdrachtnemer ingezet wordt, dient op een lijst aangegeven te worden (naam + functie) en voor aanvang van de opdracht naar Oasen verstuurd te worden. Indien de opdrachtnemer het contract gegund krijgt, is hij verplicht om deze lijst ieder kwartaal te actualiseren en beschikbaar te stellen aan Oasen. Uitsluitend personeel dat op de lijst staat, mag werkzaamheden voor Oasen uitvoeren. Indien de opdrachtnemer personeel wil inzetten dat niet op de lijst staat, dient de opdrachtnemer hiertoe een verzoek in te dienen bij de projectverantwoordelijke met opgaaf van bovenstaande gegevens. De projectverantwoordelijke zal in dat geval toestemming geven voor het specifieke project. In geval van een nieuw project, zal het verzoek opnieuw moeten worden gedaan.
Bestek Distributie
Pagina 7 van 59
2.6.
Out of scope
De volgende activiteiten vallen uitdrukkelijk buiten de opdrachtomschrijving en Inschrijver dient deze dan ook buiten beschouwing te laten: • Projectmatig verwisseling van grote aantallen watermeters; • Levering van materialen, zoals buizen, appendages, hulpstukken en overige toebehoren. De inkoop en levering geschieden door Oasen (zie ook paragraaf 3.3.1); • Aanleg en vervanging van incidentele leidingwerken met een nominale diameter > 315 mm;
2.7.
Perceelbeschrijving en omvang
Geografisch snijdt de rivier de Lek het voorzieningsgebied van Oasen in 2 delen, een noordelijk en een zuidelijk perceel. De rivier de Lek is ’s avonds na 10 uur ook een fysieke barrière in het voorzieningsgebied, omdat er dan geen veerponten meer overvaren. Vanwege deze fysieke scheiding door de rivier, welke vooral van belang is voor de storingsdienst zoals omschreven in Hoofdstuk 6, is dit bestek in 2 geografische percelen verdeeld. Perceel Noord: het fysieke gedeelte van het voorzieningsgebied van Oasen ten Noorden van de Lek. Hierin dienen alle werkzaamheden voor de afdelingen engineering hoofdleidingen, bedrijfsvoering en aansluitleidingen uitgevoerd te worden. Perceel Zuid: het gedeelte van het voorzieningsgebied van Oasen ten Zuiden van de Lek. Hierin dienen alle werkzaamheden voor de afdelingen engineering hoofdleidingen, bedrijfsvoering en aansluitleidingen uitgevoerd te worden. De indicatie van de omvang van beide percelen tezamen (Noord en Zuid) staat vermeldt in het kostenmodel. Per eenheidscode is een indicatie van de omzet aangegeven. Tevens staat hier de verdeelsleutel van het werk als totaal over de beide afzonderlijke percelen genoemd. Deze omzetindicatie is vastgesteld aan de hand van gegevens van de omzet per eenheidscode uit de jaren 2006 en 2008. De omzetindicatie is slechts indicatief van aart. Door verschuiving van prioriteiten bij Oasen kan de nadruk op andere aspecten en type werkzaamheden komen te liggen, waardoor de werkelijke omzet tijdens de contractperiode anders uitpakt dan aangegeven in de omzetindicatie. De opdrachtnemer dient zich te allen tijde aan de werkelijke vraag van Oasen te conformeren en kan geen rechten ontlenen aan de indicatieve omzet.
Bestek Distributie
Pagina 8 van 59
Zie onderstaand figuur voor een afbeelding van beide percelen.
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 9 van 59
3
Werkmethode Engineering hoofdleidingen
3.1.
Afdeling hoofdleidingen
Dit hoofdstuk beschrijft het werkproces van de (sub)afdeling hoofdleidingen. De technische eisen zijn separaat opgenomen in bijlage 4, STV 2009. Inschrijver dient zich volledig aan dit werkproces te conformeren. De afdeling hoofdleidingen maakt onderdeel uit van de afdeling distributie van Oasen. In totaal bestaat deze afdeling uit 18 medewerkers (22 fte) en één teamleider. Teamleider Engineering hoofdleidingen
Disbeheerders 5 fte
Engineers hoofdleidingen 13 fte
Toezichthouders 2 fte
Staf 2 fte
Engineering hoofdleidingen is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van hoofdleidingenprojecten. Oasen maakt onderscheid in vier verschillende soorten hoofdleidingprojecten: namelijk nieuwbouw, reconstructie, renovatie en netverbetering. 3.2. 3.2.1.
Initiatie- en voorbereidingsfase Initiatie
Hoofdleidingprojecten kunnen op twee manieren worden geïnitieerd: op verzoek van derden of op eigen initiatief. Een verzoek van derden wordt mondeling of schriftelijk kenbaar gemaakt. Het verzoek is veelal het gevolg van nieuwbouw van woningen of bedrijven of de herinrichting van een gebied. Verschillende instanties, bijvoorbeeld gemeenten, provincies, waterschappen, grondeigenaren kunnen een verzoek bij Oasen indienen. Dergelijke verzoeken worden in geval van de gemeente veelal in een nutsoverleg besproken. Nadat een verzoek is ingediend bepaalt Oasen wat de gevolgen voor het leidingnet zijn en of een aanpassing c.q. uitbreiding van het leidingnet gewenst is. Indien werkzaamheden op verzoek van derden worden uitgevoerd zal offerte worden uitgebracht aan deze derde partijen. Naast de projecten op verzoek van derden voert Oasen ook leidingprojecten op eigen initiatief uit. Het gaat hierbij veelal om renovatie van bestaande situaties of netverbeteringen. In dit geval is de netbeheerder, de afdeling bedrijfsvoering, de opdrachtgever.
3.2.2.
Opdrachtverstrekking via Workflow
Nadat de afdeling engineering hoofdleidingen formeel opdracht heeft gekregen voor de uitvoering van een project, zal het project door de engineer worden voorbereid. Onderdeel van deze voorbereiding is de opdrachtverstrekking van de uitvoering aan de opdrachtnemer. Deze opdrachtverstrekking gebeurt via de Workflow(een digitaal bestanden overdrachtsysteem). De Workflow voor de afdeling Engineering hoofdleiding is in voorbereiding en zal naar verwachting in de zomer van 2009 worden geïmplementeerd. In de Workflow worden de volgende documenten bijgesloten: • • •
Opdracht inclusief tijdpad met daarin opgenomen de benodigde uitvoeringsperiode en het gewenste opleveringsmoment; Materialenlijst (indien van toepassing); Tekeningen in een te plotte format;
Bestek Distributie
Pagina 10 van 59
• • • •
Productiestaat met de voor het project relevante eenheidscodes en hoeveelheden; Vergunningen, aan te leveren door de Opdrachtgever, zoals omschreven in de paragraaf “Vergunningen”; Verzoek tot overleg om het project inhoudelijk te bespreken (indien van toepassing); Vermelding van bijzonderheden (indien van toepassing).
Projecten worden door de Opdrachtgever minimaal twee (2) weken voor aanvang concreet kenbaar gemaakt met een (deel)opdracht. Opdrachtnemer controleert of de opdracht volledig is. Bij constateringen van het ontbreken van relevante informatie dient Opdrachtnemer dit via de Workflow te melden aan de projectverantwoordelijke van de Opdrachtgever. Het aangeboden project zal door Opdrachtnemer worden beoordeeld op uitvoerbaarheid binnen de door de opdrachtgever gestelde voorwaarden. Indien opdrachtnemer deze niet binnen vijf (5) werkdagen via de Workflow teruggestuurd, wordt deze beschouwd als zijnde geaccepteerd. Gelijktijdig met het aanmaken van de Workflow voor het project wordt aan het project een uniek projectnummer gekoppeld. Opdrachtnemer is verplicht in al haar correspondentie richting Opdrachtgever te allen tijde te refereren aan dit projectnummer. Indien deze verwijzing ontbreekt bestaat de mogelijkheid dat Opdrachtnemer het verzoek/vraag niet in behandeling kan nemen.
3.2.3.
Planning
Direct na ontvangst van de opdracht door Opdrachtgever neemt Opdrachtnemer het project op in haar planning voor Oasen.
27 februari 2009
Aan het einde van iedere week, uiterlijk vrijdag voor 17.00 uur, stelt de Opdrachtnemer de (integrale) planning beschikbaar voor de Opdrachtgever voor de eerst komende twee (2) maanden. In deze planning wordt bijgehouden: • welke projecten de Opdrachtnemer voor Opdrachtgever zal uitvoeren en/of in uitvoering heeft; • wat de geplande uitvoeringstermijn van ieder project is van start aanvang werkzaamheden tot oplevering; • wat de voortgang van ieder project is; • wie de projectverantwoordelijk van de Opdrachtnemer die het project zal uitvoeren en/of in uitvoering heeft. • De status van revisiewerk en de productiestaten dienen per project los zichtbaar te zijn in de planning. De planning wordt iedere week door Opdrachtnemer bijgewerkt op basis van de werkelijke voortgang van alle in uitvoering zijnde Werken. Partijen dienen rekening te houden dat uiterlijk drie (3) weken voor aanvang van de werkzaamheden de planning definitief is. Partijen hebben dan niet meer de mogelijkheid tot wijzigen. Echter in uitzonderlijke omstandigheden en/of in het geval van overmacht door derden is het slechts mogelijk voor beide Partijen om de planning met status definitief aan te passen. Om de voortgang van projecten goed te kunnen volgen, zal de opdrachtnemer tevens wekelijks productiestaten en tussentijdse rivisietekeningen via de Workflow opleveren, zie paragraaf 3.2.2 . De opdrachtnemer vermeldt hierop de productie van de betreffende week en de cumulatieve productie sinds de aanvang van de werkzaamheden. Tussentijds rivisiewerk is niet noodzakelijk indien een project minder dan 2 weken aan totale doorlooptijd heeft. 3.2.4.
Engineering (in specifieke gevallen op aanvraag)
Indien Oasen aan Opdrachtnemer een verzoek doet tot het uitvoeren van engineeringwerkzaamheden zal dit bij de opdrachtverstrekking kenbaar worden gemaakt. Opdrachtnemer is in dat geval tevens verantwoordelijk voor: • •
Het (detail)ontwerp van het Project; De materialenlijst;
Bestek Distributie
Pagina 11 van 59
• •
De tekeningen (voor de tekenkamervoorschriften wordt verwezen naar Bijlage 12); De benodigde vergunningsaanvragen inclusief eventuele sterkteberekeningen.
Oasen zal bij de opdrachtverstrekking aangeven wanneer de engineeringwerkzaamheden gereed dienen te zijn. Opdrachtnemer zal de engineeringwerkzaamheden tevens opnemen in de planning zoals omschreven in paragraaf 3.2.3. Het resultaat van de engineeringwerkzaamheden zal tijdig worden besproken met de projectverantwoordelijke van Opdrachtgever. Hiervoor zal door Opdrachtnemer een overleg worden georganiseerd, waarin de hierboven genoemde documenten worden besproken. Voor de verrekening van kosten voor engineeringwerkzaamheden zal de aannemer verzocht worden separaat offerte uit te brengen.
3.2.5.
Werkvoorbereiding
Indien de uitvoering van een project is gegund aan de opdrachtnemer, kan de opdrachtnemer starten met de aanvang van de werkvoorbereiding. De werkvoorbereiding door Opdrachtnemer houdt minimaal het volgende in: • Schouwen van de situatie ter plaatse; • Zorg dragen voor de continuïteit van de voortgang van de werkzaamheden en het daarbij vaststellen van de werkplanning voor inzet van personeel en materieel. Eventueel in overleg met gemeentes, nutsbedrijven, provincie; • Inkopen van materiaal (alleen wanneer van toepassing); • Contracteren c.q. vastleggen en bij de Opdrachtgever aanmelden van onderaannemers; • Controleren van de Hoeveelheden en toepasbaarheid van door de Opdrachtgever ter beschikking gestelde materialen. Bij afwijkingen dient de opdrachtnemer per direct doch uiterlijk voor aanvang van de werkzaamheden dit te melden bij de projectverantwoordelijke van de Opdrachtgever; • Verrichten van een KLIC-melding, conform de wettelijke vereisten vanuit de grondroerdersregeling; • Inventariseren van de KLIC-gegevens; • Op aanvraag van de Opdrachtgever, uitwerken van door Opdrachtnemer voorgestelde alternatieven. • Houden van een start-up overleg in overleg met de opdrachtgever m.b.v. het format start-up formulier, zie bijlage 8. • In bijzondere Werken het opstellen van een ‘VGM-plan voor uitvoering’. Dit plan dient voor aanvang van de werkzaamheden terug gezonden te worden naar de Opdrachtgever; • In bijzondere situaties en op aanvraag van de Opdrachtgever, het opstellen van een Plan van Aanpak voor uitvoering van het Project; De ligging van bestaande kabels/leidingen is niet aangegeven op de ontwerpinformatie van Opdrachtgever. In opdracht van Opdrachtgever kunnen voor de aanvang van de werkzaamheden aanvullend proefsleuven worden gegraven om de exacte ligging van de drinkwaterleidingen te kunnen vaststellen. Met proefsleuven wordt uitdrukkelijk niet bedoeld de voorsteek werkzaamheden voorafgaand aan de graafwerkzaamheden ten behoeve van de leidingsleuf. 3.2.6.
Vergunning, procedures en meldingen
Opdrachtgever zal Opdrachtnemer tijdig de benodigde informatie voor de vergunningsaanvragen en/of verplichte meldingen ter beschikking stellen. In onderstaande tabel staan de (basis)verantwoordelijkheden voor het aanvragen van de vergunningen en/of meldingen weergegeven. De tabel is tot stand gekomen met als principe dat Opdrachtgever zorg draagt voor alle benodigde vergunningen en toestemmingen waarbij de proceduretijd meer dan twee (2) weken is. Daarnaast vraagt Opdrachtgever te allen tijde de vergunningen aan die benodigd zijn voor ‘het mogen liggen’ van de leiding in de grond ná de uitvoering van een Project.
Bestek Distributie
Pagina 12 van 59
Opdrachtnemer draagt zorg voor de benodigde uitvoeringsgerelateerde vergunningen en toestemmingen om het project uit te kunnen voeren waarbij de proceduretijd minder dan twee (2) weken bedraagt. Het gaat dan om die vergunningen, meldingen en toestemmingen om de leiding ‘aan te mogen leggen’. Het betreft onder meer: • Melding/vergunning voor Grondwateronttrekking en –lozing; • Opbreekvergunningen; • Melding van tijdelijke en gedeeltelijke verkeersafzettingen; • Gemeentelijke eisen ter beperking van bouwhinder; • Aanvragen van ruimte voor opstallen; • Procedures ten aanzien van verhardingen. Afhankelijk per gemeente gelden voor de verhardingen verschillende procedures t.a.v. tijdelijk/definitief herstel, en werkzaamheden aan de weg. Het voorgaande is samengevat in de volgende overzichtstabel. Vergunning/toestemming/melding Grondwateronttrekking vergunning: indien er sprake is van een grotere hoeveelheid aan grondwateronttrekking over een langere periode
27 februari 2009
Aanvrager opdrachtgever
Aanvrager opdrachtnemer:
X
Grondwateronttrekking melding: indien er sprake is van een beperkte hoeveelheid aan grondwateronttrekking over een korte periode en een melding volstaat.
X
Lozingsvergunning: voor het lozen van een bemalingswater en/of drinkwater dient de opdrachtnemer bij de desbetreffende instantie een vergunning aan te vragen. De afvoer en de wijze van lozing dient te voldoen aan de vergunningsvereisten. Indien de opdrachtgever deze vergunning reeds heeft aangevraagd zal dit bij de opdrachtverstrekking worden kenbaar gemaakt.
X
Milieuvergunning: Benodigde milieuvergunningen voor de uitvoering van een project worden in verband met de langere doorlooptijd aangevraagd door de opdrachtgever.
X
Keur (waterlopen en waterkeringen): Vergunningen voor het kruisend of langs mogen liggen aan waterkeringen en het kruisend mogen liggen aan watergangen in eigendom en beheer zijden van het waterschap of Rijkswaterstaat worden aangevraagd door de opdrachtgever. Hierbij gaat het zowel om de ‘aanleg’ vergunning als om ‘het mogen liggen’ vergunning.
X
Kruising van overige waterlopen en –keringen: Bij kruisingen van overige waterlopen en –keringen niet in eigendom van het waterschap of de rijksoverheid.
X t.b.v. liggen
X t.b.v. aanleg en proceduretijd < 2 weken
Kabel- en leidingeigenaren: Betreft toestemmingen om naast andere kabels/leidingen te mogen liggen c.q. naast andere kabels/leidingen een drinkwaterleiding aan te mogen leggen.
X t.b.v. liggen
X t.b.v. aanleg en proceduretijd < 2 weken
Provinciale en Rijkswegen: Betreft toestemmingen om langs of kruisend aan een provinciale rijksweg te liggen. Hierbij gaat het
X t.b.v. liggen
X t.b.v. aanleg en proceduretijd <
Bestek Distributie
Pagina 13 van 59
2 weken
zowel om de ‘aanleg’ vergunning als om ‘het mogen liggen’ vergunning. X t.b.v. liggen
X t.b.v. aanleg en proceduretijd < 2 weken
Gemeente verordeningen (APV). Vanuit het APV worden per gemeente eisen gesteld. Toestemming om in de betreffende gemeente met een leiding te mogen liggen worden door de opdrachtgever verzorgd. Alle overige toestemmingen benodigd om het project uit te voeren worden door de opdrachtnemer verzorgd.
X t.b.v. liggen
X t.b.v. aanleg en proceduretijd < 2 weken
Zakelijk recht: Alle zakelijk recht overeenkomsten met particulieren worden door de opdrachtgever overeengekomen.
X
Bouwstoffenbesluit AC: De opdrachtgever is in bezit van AC vergunningsnummer voor afvoer en transport van AC materialen. Opdrachtnemer is verplicht om zich aan het AC Werkplan/werkwijze te conformeren.
X
Spoorwegen: Betreft toestemming om langs of kruisend aan een spoorweg te liggen. Hierbij gaat het zowel om de ‘aanleg’ vergunning als om ‘het mogen liggen’ vergunning.
Bouwstoffenbesluit Overige materialen. De opdrachtnemer draagt zorg voor de juiste documentstroom voor het transport en de stort van bouwstoffen.
X
Noot: Indien bij een type vergunning / toestemming / melding een kruis is geplaatst bij de aanvragerkolom is de bovenvermelde partij verantwoordelijk voor de aanvraag en behandeling. De opdrachtnemer dient te alle tijden een kopie van de vergunningaanvraag aan de opdrachtgever te verstrekken. Originele documentatie van vergunningen dient vanuit de gemeente naar de opdrachtgever verzonden te worden. Als originele documenten bij de aannemer terecht komen, wordt deze verzocht originelen naar de opdrachtnemer door te sturen.
Inlichten van omwonenden: In voorkomende gevallen stelt de Opdrachtgever bij aanvang van het Project een lijst samen van de in te lichten omwonenden, bedrijven en eigenaren van belendende constructies, en licht deze over de aard van de werkzaamheden in (zgn. ‘ bewoners brieven’). In voorkomende gevallen zal bij start van de uitvoering van het Project aan de drinkwaterleidingen de Opdrachtnemer de omwonenden, bedrijven en eigenaren van belendende constructies inlichten over de dag waarop de werkzaamheden gaan aanvangen. Opdrachtnemer zal bij aanleg of vervanging van de aansluitingen eigenaar(s) c.q. bewoner(s) van het aan te sluiten object tijdig doch uiterlijk vijf (5) werkdagen voor aanvang inlichten en de planning van de werkzaamheden afstemmen.
3.3.
Realisatiefase
De opdrachtnemer start conform de overeengekomen planning met de uitvoering van het project. Er heeft voor de aanvang van het Project afstemming plaats gevonden over de uitlevering van de materialen tussen de projectverantwoordelijke van Opdrachtgever en de uitvoerder van Opdrachtnemer. Bestek Distributie
Pagina 14 van 59
Ook gedurende de uitvoering van het project is de engineer hoofdleidingen aanspreekpunt namens de opdrachtgever. De opdrachtgever controleert de voortgang en de kwaliteit van het project op basis van steekproeven. Bijzonderheden worden gerapporteerd middels een afwijkingsrapportage. Deze controle kan plaatsvinden door de engineer of een toezichthouder van Oasen. Voor alle specifieke zaken wordt verwezen naar de Standaard technische voorschriften leidingwerken, zie bijlage 4. 3.3.1.
Beschikbaar stellen materialen, transport en opslag
De voor het Project noodzakelijke materiaal wordt door Opdrachtgever aan Opdrachtnemer ter beschikking gesteld op een nader overeen te komen plaats en een nader te bepalen tijdstip. Opdrachtnemer is tevens verplicht om in het perceel dat hij gegund krijgt in deze aanbesteding (Perceel Noord of Zuid) één centraal gelegen materiaalsteunpunt beschikbaar te stellen. Het materiaal steunpunt dient minimaal aan de volgende eisen te voldoen: • Materiaal moet droog en in een afgesloten ruimte opgeslagen kunnen worden; • Makkelijk toegankelijk en bereikbaar voor chauffeur van de Opdrachtgever, inclusief het afgeven van een sleutel; • Makkelijk toegankelijk en bereikbaar voor vrachtauto met aanhanger; • Schone opslagplaats zowel binnen- als buitenterrein; • Gaasboxen en/of pallets direct ledigen zodat deze door de chauffeur van Opdrachtgever de eerst volgende ronde retour gehaald kan worden. De Opdrachtnemer stelt één (1) bevoegde vertegenwoordiger aan per materiaalsteunpunt met als doel een sluitende materialenregistratie te waarborgen van de voorraad van het materiaalsteunpunt. Elk stuk materiaal dient verantwoord te worden op een zogenaamd aanvullijst. Deze lijstmoet vervolgens per e-mail verstuurd worden naar:
[email protected] en een kopie naar de verantwoordelijke engineer van Opdrachtgever. De gegevens die minimaal op de aanvullijst aangegeven dienen te worden zijn: naam, adres, woonplaats, projectnummer en indien aanwezig een categorie.
27 februari 2009
De kosten van zoek geraakt materiaal zijn voor rekening van de opdrachtnemer. Per week zal Opdrachtgever vaste bezorgdagen hanteren voor het aanvullen van de materiaalsteunpunten van Opdrachtnemer. In overleg zullen deze dagen en tijdstippen nader bepaald worden. Dit zal mede afhankelijk zijn van de ligging van de materiaalsteunpunten. Werken die op afroep staan voor Opdrachtnemer dienen minimaal twee (2) werkdagen vooraf aangegeven te worden. Indien Opdrachtnemer rechtstreeks materialen vanuit het centraal magazijn op het Project afgeleverd wil krijgen, dan dient Opdrachtnemer dit minimaal twee (2) werkdagen vooraf aan te geven. Het ophalen van retourmateriaal na afloop van het Project wordt enkel uitgevoerd na opdracht van engineer van de Opdrachtgever. Opdrachtnemer dient middels een retourlijst aan te geven om welke materialen dit specifiek gaat. Het retourproces is volledig verantwoordelijk voor Opdrachtnemer en deze dient dan ook zorg te dragen voor een goede afhandeling. Indien per Project materialen en/of aantallen ontbreken zal dit voor rekening en risico zijn van de Opdrachtnemer. Pas na controle en goedkeuring van de magazijnmedewerkers op kwaliteit en kwantiteit van de materialen gaat het risico over op Opdrachtgever. In uitzonderlijke gevallen en in overleg met opdrachtgever is opdrachtnemer bevoegd tot het aankopen van materialen. De kosten welke door opdrachtnemer doorberekend mogen worden zijn: kostprijs + 10% toeslagpercentage. In dit geval dient duidelijk met het betreffende aanspreekpunt van Oasen afgesproken te worden waar de levering dient plaats te vinden (werkplek of magazijn Oasen). Voor alle overige bepalingen ten aanzien van het beschikbaar stellen van materialen, transport en opslag wordt verwezen naar de Standaard Technische Voorschriften Leidingwerken, bijlage 4.
Bestek Distributie
Pagina 15 van 59
3.3.2.
Tracé van de leiding
De plaats/tracé waar de leidingen met toebehoren moeten worden gelegd, blijkt uit de bijbehorende tekening(en). Opdrachtnemer zet het project in richting en hoogte zelf uit aan de hand van de werktekening en aanwijzingen van Opdrachtgever. Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de juiste hoogte, ligging en de plaats van het te maken Project. Bij onduidelijkheid over de juridische status van het tracé dient Opdrachtnemer contact op te nemen met Opdrachtgever alvorens de leiding aan te leggen. Leidingen die in een van de tekening afwijkend tracé zijn aangelegd zonder de vereiste toestemming/vergunning dienen op eerste aanzegging en op kosten van Opdrachtnemer te worden verlegd. Op aangeven van de (kabel en/of leiding) eigenaren dient Opdrachtgever vóóraf het benodigde overleg te plegen met de eigenaren c.q. beheerders van alle bij het Project betrokken constructies. Om te voorkomen dat schade/verzakkingen aan de desbetreffende boven- en ondergrondse (kabels en leidingen) constructies ontstaat, dient met de eigenaren/beheerders overeenstemming te zijn bereikt ten aanzien van de te treffen voorzieningen. Voor de (gemeentelijke) gebieden zal moeten worden voldaan aan de Plaatselijke Verordeningen (APV) van de betreffende gemeente. Voor alle overige zaken wordt verwezen naar de Standaard Technische Voorschriften leidingwerken.
3.3.3.
Inrichting werkstrook
Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het inrichten van de werkstrook. Indien benodigd of vereist bij een Project, bestaan de standaardvoorzieningen voor de inrichting van een werkstrook uit één of meerdere van de onderstaande voorzieningen, die door Opdrachtnemer dienen te worden aan- en afgevoerd, te worden beschikbaar gesteld, en te worden ge(de)installeerd: • Keet; • Chemisch toilet; • Materiaalopslag; • Voorzieningen m.b.t. voldoende en veilige scheiding van het bouwterrein met de openbare ruimte.
3.3.4.
Verkeersvoorzieningen
Voor de benodigde verkeersvoorzieningen bij alle voorkomende (leiding)werkzaamheden binnen het kader van dit Bestek, wordt uitgegaan van een standaard pakket aan voorzieningen dat voor elk project kan worden toegepast. Het pakket (of een vergelijkbaar pakket) aan verkeersvoorzieningen bestaat hierbij minimaal uit het aanbrengen, in stand houden en verwijderen van: • 6 rood/wit afzetpionnen; • 2 stuks aan rood/wit hekken; • 2 stuks voorrangsborden en 2 stuks werk in uitvoering borden incl. bordconstructies.
3.3.5.
Schade aan het project
Opdrachtnemer licht de Opdrachtgever met betrekking tot elke schadegebeurtenis onmiddellijk in over het tijdstip, de oorzaak en de toedracht van de schadegebeurtenis alsmede over de (verwachte) omvang van de schade en de te nemen c.q. genomen maatregelen ter beperking van de schade. Deze mededeling wordt binnen zeven (7) dagen gevolgd door een door Opdrachtnemer opgesteld formeel schaderapport.
Bestek Distributie
Pagina 16 van 59
3.4. 3.4.1.
Opleverings- en nazorgfase Oplevering
Indien het Project technisch gereed is, dat wil zeggen wanneer de leiding bacteriologisch betrouwbaar is opgeleverd, wordt dit door Opdrachtnemer gemeld aan Opdrachtgever. Er vindt in eerste instantie een eerste oplevering of opneming plaats. Op dat moment wordt het project door de Opdrachtgever en de projectleiding van Opdrachtnemer opgenomen. Eventuele gebreken worden als ‘restpunten’ aangetekend op het Opleveringsformulier (zie bijlage 9), evenals de datum waarop Opdrachtnemer deze restpunten uiterlijk heeft hersteld. Restpunten dienen binnen 2 weken te zijn hersteld. Na herstel van de restpunten verzoekt Opdrachtnemer aan Opdrachtgever om de eindoplevering. De eindoplevering bestaat ook uit een opneming en, indien alle restpunten zijn hersteld, het accorderen van het opleveringsformulier door Opdrachtgever en Opdrachtnemer. Opdrachtnemer ontvangt een kopie van het opleveringsformulier. Op de datum van de eindoplevering, zoals vermeld op het opleveringsformulier, gaat de garantietermijn in. Opdrachtnemer wordt door Opdrachtgever geïnformeerd wanneer de leiding bacteriologisch betrouwbaar is gesteld. Dit is na twee achtereenvolgende, door het laboratorium goedgekeurde, watermonsters. Binnen twee (2) weken na deze datum dient Opdrachtnemer de complete productiestaat in. Zie verder paragraaf 3.5.2 facturering.
3.4.2.
27 februari 2009
Revisie
Opdrachtnemer verschaft aan Opdrachtgever de zogenoemde revisietekeningen. Tijdens de uitvoering zullen er metingen worden verricht ten behoeve van de revisietekeningen. De metingen en het verwerken van de meetresultaten kunnen zowel analoog als digitaal plaats gaan vinden; dit zal door Opdrachtgever worden bepaald. Voor het inmeten, verwerken van de gegevens en het aanleveren van de revisiegegevens zijn aparte besteksposten opgenomen. De mate van detaillering en kwaliteit van de aangeleverde revisie moet in overeenstemming zijn met de in bijlage 12 gevoegde tekenvoorschriften en format revisietekening. Om door de opdrachtgever goedgekeurd te worden, dienen de aangeleverde revisietekeningen een maximale onnauwkeurigheid te hebben van 20 cm in het horizontale vlak ten opzichte van de werkelijke situatie. De aangeleverde revisietekeningen mogen een maximale onnauwkeurigheid van 5 cm in het verticale z-vlak hebben ten opzichte van de werkelijke situatie. Revisiegegevens ten behoeve van aansluitleidingen dienen verwerkt te worden op door de opdrachtgever geleverde (gestandaardiseerde) blanco aansluitschetsen, de zogenaamde ABC- of ‘standaard’-schets, zie bijlage 14. Voor alle projecten welke langer lopen dan 2 weken, dient de opdrachtnemer wekelijks zijn revisiewerk naar de contractpersoon voor het betreffende werk van de opdrachtgever te versturen. Alle revisiegegevens dienen uiterlijk binnen 2 weken na technische oplevering van het Project beschikbaar en compleet (digitaal) opgeleverd te worden.
3.4.3.
Kwaliteitsbeoordeling
In het kader van kwaliteitsverbetering hanteert Opdrachtgever een beoordelingssysteem. Hierbij zijn meerdere beoordelingen door de projectverantwoordelijk en/of de toezichthouder van Opdrachtgever mogelijk: • •
Tussentijdse beoordeling en het gebruik van afwijkingsrapportages; Eindbeoordeling na afloop van een project;
Bestek Distributie
Pagina 17 van 59
Afwijkingsrapportages worden op het project afgegeven aan de aanwezige vertegenwoordiger van Opdrachtnemer. Tevens wordt een kopie naar het bedrijfsbureau van Opdrachtnemer verstuurd. De eindbeoordeling worden per (deel)project, binnen 2 weken na de bacteriologische goedkeuring of overname van het project, verzonden naar Opdrachtnemer. Deze afwijkingsrapportages en de eindbeoordelingen zullen worden besproken in het accountoverleg, zie hoofdstuk 8.
3.5. 3.5.1.
Facturatieproces Productiestaat
De door Opdrachtnemer uitgevoerde werkzaamheden worden vastgelegd in een zogenaamde productiestaat (zie voor een voorbeeld bijlage 7, waarvan het model eveneens elektronisch bij de Opdrachtgever verkrijgbaar is). Elke productiestaat die door Opdrachtnemer naar Opdrachtgever wordt verstuurd moet voorzien zijn van een uniek nummer. Opdrachtnemer vermeldt in de productiestaat alleen de codering van de eenheidsprijzen en de hoeveelheden. De opdrachtnemer is verplicht om eventuele stortbewijzen bij de productiestaat in te leveren. Er zijn werkzaamheden die niet kunnen worden gefactureerd met een standaardcode voor eenheidsprijzen. Te denken valt hierbij aan bijvoorbeeld speciale bestrating, door de Opdrachtnemer rechtstreeks aangeleverd materiaal, verkeerslichten. Deze kosten kunnen worden ondergebracht bij code 11300 “Aannemerij diversen”. Indien de werkzaamheden van het project eenvoudig van aard en/of beperkt van omvang zijn geweest én tot hetzelfde Project behoren, mag Opdrachtnemer één (1) productiestaat opmaken waarin alle werkzaamheden van de afgelopen twee (2) weken zijn opgenomen. Indien de werkzaamheden omvangrijker van aard zijn en het Project niet binnen twee (2) weken kan worden opgeleverd, moet Opdrachtnemer ten aanzien van het opgeleverde Project wekelijks de productiestaten inleveren. Is bij een Werk zowel sprake van de aanleg van een hoofdleiding als aansluitleiding(en) dan moeten hiervoor 2 aparte productiestaten opgesteld worden. Elk werk wordt apart afgerekend.
3.5.2.
Factuur
Nadat een productiestaat door de Opdrachtgever in de Workflow is goedgekeurd, wordt het proces doorgezet naar de afdeling ondersteuning binnen Oasen. Deze afdeling stelt na ontvangst van de goedgekeurde productiestaat een inkooporder op. De inkooporder bevat een korte omschrijving van de werkzaamheden, het projectnummer en een inkoopordernummer. Op basis van het inkoopordernummer kan Opdrachtnemer overgaan tot het versturen van de factuur. Het aanbieden van de inkooporder aan de opdrachtnemer gebeurt middels de Workflow. De opdrachtnemer dient de factuur via de workflow aan te bieden aan de afdeling financieel-economische zaken welke tot betaling over zal gaan. De laatste productiestaat zal pas worden goedgekeurd nadat het gehele project volledig is opgeleverd inclusief het bijbehorende administratie.
Bestek Distributie
Pagina 18 van 59
4
Werkmethode Engineering aansluitleidingen
4.1.
Afdeling Aansluitleidingen
Dit hoofdstuk beschrijft het werkproces van de (sub)afdeling aansluitleidingen. De technische eisen zijn separaat opgenomen in bijlage 4 ‘Standaard technische voorschriften leidingwerken’. Opdrachtnemer dient zich volledig aan dit werkproces te conformeren. Belangrijk! Voor de algemene werkmethode voor projecten wordt verwezen naar het hoofdstuk hoofdleidingen. In dit hoofdstuk worden uitsluitend de bijzonderheden voor aansluitleidingen vermeld. De afdeling aansluitleidingen maakt onderdeel uit van de afdeling distributie van Oasen. In totaal bestaat deze afdeling uit 13 medewerkers (14 fte) en één teamleider. Teamleider Engineering Aansluitleidingen
Engineers Aansluitingen 7 fte
Inspecteurs 4 fte
Administratief medewerker 1 fte
Medewerker binnendienst 1 fte
27 februari 2009
Engineering aansluitleidingen is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van aansluitleiding projecten. Het gaat hierbij om nieuwbouw-, reconstructie- en renovatieprojecten. Het aanleggen, verwijderen of wijzigen van aansluitleidingen is kort-cyclisch werk. Ten opzichte van hoofdleidingen, gaat het om grote hoeveelheden projecten. Ter indicatie, in het jaar 2008 zijn ongeveer 300 projecten uitgevoerd. Dit komt overeen met de realisatie van ongeveer 900 aansluitingen. De klant van Oasen is gebaat bij een vlotte en betrouwbare afhandeling van aanvragen. Oasen heeft als doel om het proces in samenwerking met de aannemer zo in te richten dat de doorlooptijd wordt geoptimaliseerd en betrouwbaar c.q. voorspelbaar is. Dit betekent dat de opdrachtnemer aanvragen binnen een normtijd kan realiseren.
4.2.
Initiatie- en voorbereidingsfase Zie paragraaf 3.2. Hieronder wordt een aantal bijzonderheden voor aansluitleidingen vermeld.
4.2.1.
Initiatie
De start van een project begint bij het indienen van een aanvraag. Zowel particulieren als aannemers kunnen aanvragen voor aansluitleidingen indienen. Het indienen van een aanvraag gebeurt via www.aansluitingen.nl. Op deze website kan men terecht voor alle aansluitingen op het gebied van elektriciteit, gas, warmte, water, kabel en telecommunicatie. Elke aanvraag wordt eerst centraal gecontroleerd op volledigheid door medewerkers van het Centraal Meldpunt Aansluitingen. Nadat de controle is uitgevoerd worden de aanvragen door gezet naar de betreffende netbeheerders. Bestek Distributie
Pagina 19 van 59
Nadat een aanvraag is binnengekomen neemt de engineer van Oasen deze in behandeling en controleert of alle benodigdheden zoals installatietekeningen aanwezig zijn. Als alle onderdelen aanwezig zijn gaat hij over tot de engineering van de aanvraag. Oasen maakt onderscheidt in drie soorten aanvragen, namelijk nieuw, wijziging en/of verwijdering. Daarnaast wordt er een subonderverdeling gemaakt naar typen aansluiting, namelijk flat, bedrijf, woning, bouw (tijdelijk) wijzigen en verwijderen
4.2.2.
Opdrachtverstrekking via Workflow
De afdeling aansluitleidingen maakt sinds 1 juli 2007 gebruik van workflow. Dit is inmiddels een goed werkend systeem. Via de workflow worden de documenten benodigd voor de uitvoering van de werkzaamheden digitaal aan de Opdrachtnemer beschikbaar gesteld. Werken worden door de Opdrachtgever minimaal twee (2) weken voor aanvang concreet kenbaar gemaakt met een (deel)opdracht. Opdrachtgever heeft echter de intentie zodra een aanvraag tot een Werk bekend is, zo spoedig mogelijk aan Opdrachtnemer kenbaar te maken.
4.2.3.
Planning
Opdrachtgever is voornemens om te gaan werken met een goed werkend planningssysteem voor beide Partijen. Daarin zal Opdrachtgever de eerste aanzet maken en globaal aangeven welke Werken er de komende periode gepland zullen zijn. Opdrachtnemer dient vervolgens de planning veder uit te werken tot een detailplanning zodat de planning status definitief krijgt. Wanneer een opdracht definitief is ingepland, neemt de Opdrachtnemer contact op met de klant. De Opdrachtnemer maakt de afspraak en is verantwoordelijk voor verdere communicatie richting de klant aangaande de planning.
4.3.
Realisatiefase Zie paragraaf 3.3. Hieronder wordt een aantal bijzonderheden voor aansluitleidingen vermeld.
Oasen hanteert twee weken als normtijd voor de realisatie van aansluitleidingen. Dit betekent dat 2 weken na opdrachtverstrekking een aansluiting gerealiseerd moet zijn.
4.4.
Opleverings- en nazorgfase Zie paragraaf 3.4. Hieronder wordt een aantal bijzonderheden voor aansluitleidingen vermeld.
Voor het verwerken van de revisiegegevens van de aansluitleiding(en) wordt per definitie gebruik gemaakt van de ABC-schets, zie voor een model bijlage 14. Deze worden door de Opdrachtgever aangeleverd. Het is niet toegestaan om de voorgepresenteerde plaatjes op de standaard ABC-schets aan te passen en of te wijzigen. De ABC schets zal voor iedere aansluiting moeten worden ingevuld. Indien de ABC-schets niet geschikt is voor de situatie dan mag gebruik worden gemaakt van een standaard schets. Voor het plaatsen of verwijderden van watermeters moet altijd een meterlabel worden geschreven. Van belang is dat de meterlabel op de juiste wijze en volledig wordt ingevuld. Door de Opdrachtgever zal (gestandaardiseerde) blanco meterlabels worden aangeleverd. Aansluitschetsen dienen via de workflow als .TIF bestand te worden aangeleverd in compressiegroep 4. Meterlabels dienen ook via de workflow aangeleverd te worden als .PDF bestand.
Bestek Distributie
Pagina 20 van 59
4.5.
Facturatieproces Zie paragraaf 3.5. Hieronder wordt een aantal bijzonderheden voor aansluitleidingen vermeld.
In een gezamenlijk Excel-overzicht zal door zowel door de Opdrachtgever als Opdrachtnemer de status van productiestaten worden bijgehouden. Het Excel-overzicht zal via een extranet omgeving bereikbaar zijn. De opdrachtnemer moet in het overzicht tenminste het productiestaat nummer registreren. Doel van het Excel-overzicht is dat voor Opdrachtgever en Opdrachtnemer de status van een productiestaat helder is. De exacte invulling van het overzicht zal in overleg moeten plaatsvinden.
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 21 van 59
5
Werkmethode bedrijfsvoering en storingsdienst
5.1.
Afdeling Bedrijfsvoering
Afdeling Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor het beheer, het eerstelijns onderhoud en het verhelpen van de storingen in het leidingnet van Oasen. Voor de operationele aansturing van de monteurs is het voorzieningsgebied verdeeld in regio Noord en Regio Zuid. Zie onderstaande afbeelding voor het organisatieschema van de afdeling.
Teamleider Bedrijfsvoering
5.2. 5.2.1.
Groepsleider Bedrijfsvoering Noord 1 fte
Groepsleider Bedrijfsvoering Zuid 1 fte
Planner Bedrijfsvoering Noord 1 fte
Planner Bedrijfsvoering Zuid 1 fte
Engineer Bedrijfsvoering Noord 1 fte
Engineer Bedrijfsvoering Zuid 1 fte
(hulp) Monteur Bedrijfsvoering 18 fte
(hulp) Monteur Bedrijfsvoering 18 fte
Coördinator waterstromen 1 fte
Engineer Bedrijfsvoering 1 fte
Groepsleider Magazijn 1 fte
Medewerker Magazijn 3 fte
Beschrijving activiteiten Ondersteuning van Bedrijfsvoering
Hieronder wordt verstaan het op afroep assisteren bij het preventief en correctief onderhoud aan het leidingnet, ongeacht diameter of materiaalsoort middels al dan niet structurele inzet van materieel zoals een nader te benoemen aantal graafmachines inclusief bediening en monteurs & grondwerkers met aantoonbaar vakmanschap. Voor zowel perceel Noord als perceel Zuid geldt dat bij het preventief onderhoud de Inschrijver in toereikende mate materieel en mankracht beschikbaar dient te hebben om op afroep assistentie te kunnen verlenen bij de uitvoering van geplande onderhoudswerkzaamheden. De geplande werkzaamheden c.q. levering materieel dienen binnen maximaal 3 werkdagen na de (telefonische) melding aan te kunnen vangen: •
Afroepbare en structurele inzet van graafmachines (minigraver 3-tons) inclusief transport en (meewerkend) machinist met aantoonbaar vakmanschap. Zie bijlage 2 voor meer informatie over de frequentie en duur van de inzet van graafmachines.
•
Op afroep een vakbekwame stratenmakerploeg bestaande uit stratenmaker met opperman;
•
Op afroep directe levering en afvoeren van restafval, aanvul- en verhardingsmaterialen, zoals zand, klei, grond, klinkers, tegels, gebroken puin etc.;
•
Op afroep een hulpmonteur met vervoer.
Bestek Distributie
Pagina 22 van 59
•
5.2.2.
Op afroep een gediplomeerd monteur water met gereedschap en vervoer. De monteursbus dient minimaal uitgerust te zijn met: 1.
Afzettingsmateriaal (borden en bebakening) voor plaatselijke en kortdurende werkzaamheden conform richtlijn CROW 96b (Maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom) voor eerste verkeersmaatregelen;
2.
klein mechanisch en elektrisch gereedschap, vuilwaterpomp, trilstamper, persoonlijke beschermings- en veiligheidsvoorzieningen. Voor een gedetailleerde vereiste uitrusting van de monteursbus zie bijlage 13
Storingsdienst
Correctief onderhoud bij storingen en calamiteiten: op afroep assisteren bij het correctief onderhoud aan het leidingnet ongeacht diameter of materiaalsoort. Deze dienst wordt alleen gewenst buiten kantoortijden (16:30 – 08:00 uur). Voor zowel perceel Noord als perceel Zuid geldt assistentieverlening bij het herstellen van lekkages c.q. opheffen van storingen en calamiteiten in het leidingnet van Oasen middels directe inzet van voldoende materieel en mankracht door de inschrijver in het hem toegewezen (deel) van het voorzieningsgebied. Het tijdvenster bedraagt 5 X 15,5 + 2 x 24 uur (alle uren buiten kantoortijden), 365 dagen per jaar. Materieel (inclusief bediening) en mankracht dient binnen een tijdlimiet van 1 uur na de eerste telefonische oproep ter plekke en gereed te zijn om de noodzakelijke werkzaamheden op locatie aan te kunnen vangen. De opdrachtnemer dient per perceel (dus zowel voor perceel Noord als perceel Zuid) bij inzet van materieel en mankracht direct te beschikken over: o
Eén gediplomeerd monteur water met gereedschap en vervoer, minimaal over 2 jaar relevante werkervaring beschikt en een geldig VCA certificaat heeft; een uitgeruste monteursbus conform paragraaf 5.1.1
o
Eén hulpmonteur met vervoer, minimaal over 2-jaar relevante werkervaring beschikt en een geldig VCA certificaat heeft;
o
Inzet bij leiding met nominale diameter (ND) < 250mm: Graafmachine (minigraver 3tons) inclusief transport en (meewerkend) machinist met aantoonbaar vakmanschap.
o
Inzet bij leiding met ND > 250mm: Graafmachine (maxigraver 7-tons) inclusief transport en (meewerkend) machinist met aantoonbaar vakmanschap (opleiding: Beperkt hijsen met grondverzetmachines (Arbouw) of gelijkwaardig) en minimaal 2 jaar aantoonbare ervaring met soortgelijke werkzaamheden. Met standaarduitrusting (diverse maten graafbakken), hijsmiddelen en sloophamer;
o
Afzettingsmateriaal (borden en bebakening) voor plaatselijke en kortdurende werkzaamheden conform richtlijn CROW 96b (Maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom).
o
De middelen en knowhow dienen dermate voldoende te zijn dat de reparatie direct ter hand kan worden genomen;
o
Persoonlijke beschermings- en veiligheidsvoorzieningen volgens VGM-plan en ARBO-wetgeving;
o
Op afroep bij storingen en calamiteiten: het leveren van zand en tijdelijk straatwerk.
27 februari 2009
Voor een prognose van het aantal storingen en calamiteiten op jaarbasis en de gemiddelde tijdsduur per storing/calamiteit wordt verwezen naar bijlage 2.
Bestek Distributie
Pagina 23 van 59
5.2.3.
Vakmanschap en werkhouding kraanmachinisten
Voor zowel de reguliere ondersteuning als de ondersteuning van de storingsdienst geldt het volgende met betrekking tot opleiding en ervaring van de kraanmachinisten; Opleiding: Beperkt hijsen met grondverzetmachines (Arbouw) of Machinisten diploma van de stichting weg en waterbouw (of gelijkwaardig) en minimaal 3-jaar aantoonbare ervaring met soortgelijke werkzaamheden. Graafmachine dient standaarduitrusting te bevatten (diverse maten graafbakken), hijsmiddelen, sloophamer en afzettingsmateriaal (borden en bebakening) voor plaatselijke en kortdurende werkzaamheden conform richtlijn CROW 96b (Maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom). De Kraanmachinist dient bereid te zijn tot het meewerken met de Oasen monteur bij stilstand van de kraan en bekend te zijn met leidingen en verbindingstechnieken. Bereid tot leveren van hand en spandiensten aan monteur Oasen. Bereid tot het aanpakken en afmaken van het werk, ook buiten het normale dagvenster.
5.3. 5.3.1.
Verplichtingen Opdrachtnemer Aanspreekpunt
Opdrachtnemer dient voor zowel de storingsdienst als voor de ondersteuning van bedrijfsvoering aan te geven wie (functie + naam) voor Oasen gedurende de looptijd van de overeenkomst het aanspreekpunt is. Met nadruk wordt vermeldt dat de Opdrachtgever slechts 1 uniek aanspreekpunt wenst voor de storingsdienst en de ondersteuning van bedrijfsvoering.
5.4.
Verplichtingen Opdrachtgever
De Opdrachtgever zorgt dat de voor de reparatie benodigde materialen beschikbaar zijn. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de regie rondom de storingen en blijft dus eindverantwoordelijk voor de reparatie van de storing. De opdrachtnemer is te allen tijde gehouden om de opdracht uit te voeren die Oasen aan de monteur en hulpmonteur opdraagt.
5.5.
Garantie bij opschaling van de storing
Bij opschaling van de reparatie c.q. calamiteit door Opdrachtgever dient Opdrachtnemer in toereikende mate extra materieel en mankracht beschikbaar te hebben om de reparatie c.q. calamiteit succesvol te voltooien. Binnen maximaal 3 uur na de eerste opschaling en afroep dient minimaal ter plekke en inzetbaar te zijn: 1.
Graafmachine (rups-13-tons) inclusief transport en (meewerkend) machinist met aantoonbaar vakmanschap;
2.
Rijplaten en/of draglineschotten;
3.
Minimaal 14 m1 damwand (staal) met een lengte van 6 meter;
4.
Bronbemaling en/of geluidgedempte vuilwaterpomp (minimaal 120 m3/u);
5.
Compressor/aggregaat met gereedschap;
6.
Op de situatie afgestemde verkeersmaatregelen en afzettingssysteem conform CROW 96 a en/of b;
7.
Extra mankracht bestaande uit 2 grondwerkers;
8.
Eén uitvoerder;
9.
Stratenmakerploeg bestaande uit stratenmaker met opperman;
Bestek Distributie
Pagina 24 van 59
10. Binnen maximaal 8 uur na de eerste opschaling en afroep dient minimaal ter plekke en inzetbaar te zijn: 11. PE-lasser met apparatuur en vervoer (mag onderaannemer zijn). 12. Uitsluitend bij stalen leiding: fotolasser met gereedschap en vervoer; (mag onderaannemer zijn) Leidingen met een diameter groter dan 315 mm vallen in principe buiten de scope van dit bestek. Mocht er zich echter een calamiteit voordoen aan een van deze (meestel transport-) leidingen, dan wordt de aannemer van dit bestek verzocht de maximale inspanning te leveren om de calamiteit te verhelpen.
5.6.
Kwaliteitsbeoordeling
In het kader van kwaliteitsverbetering hanteert Opdrachtgever een beoordelingssysteem. Hierbij zijn meerdere beoordelingen door de projectverantwoordelijk en/of de toezichthouder van Opdrachtgever mogelijk: • •
Tussentijdse beoordeling en het gebruik van afwijkingsrapportages; Eindbeoordeling na afloop van een project;
Afwijkingsrapportages worden op het project afgegeven aan de aanwezige vertegenwoordiger van Opdrachtnemer. Tevens wordt een kopie naar het bedrijfsbureau van Opdrachtnemer verstuurd. De eindbeoordeling worden per (deel)project, binnen 2 weken na de bacteriologische goedkeuring of overname van het project, verzonden naar Opdrachtnemer. Deze afwijkingsrapportages en de eindbeoordelingen zullen worden besproken in het accountoverleg, zie hoofdstuk 8.
27 februari 2009
5.7. 5.7.1.
Administratieve en overige processen Opdrachtverstrekking
Opdrachtgever wil met Opdrachtnemer komen tot een goed gestroomlijnd proces rondom de administratieve verwerking en facturatie van de door Opdrachtnemer uitgevoerde werkzaamheden. In geval van geplande werkzaamheden zal door middel van een e-mail opdracht aan Opdrachtnemer worden verstrekt. Deze e-mail zal verzonden worden vanuit de afdeling Planning. In geval van storingen bestaat er een verschil in het verstrekken van opdracht binnen en buiten werktijd: 1. Tijdens kantooruren van 08:00 – 16:30 zal de opdracht telefonisch worden verstrekt door de medewerkers van de afdeling Planning. Zij zullen ook alle operationele contacten gedurende kantoortijden voeren met Opdrachtnemer. 2. Buiten kantoortijden (16:30 – 08:00 + weekend) zal de opdracht telefonisch worden verstrekt door de dienstdoende wachtdienstopzichter van Opdrachtgever. Per Werk wordt door Opdrachtgever schriftelijk of mondeling de opdracht gegeven. Uitsluitend de navolgende functionarissen mogen aan Opdrachtnemer opdracht geven: planner, wachtdienstmedewerker, engineer Bedrijfsvoering, groepsleider en teamleider Bedrijfsvoering. De schriftelijk opdrachtverstrekking geschiedt bij geplande projecten bij voorkeur door middel van een email. Bij ongeplande werken zoals storingen en/of calamiteiten waarbij er geen tijd is voor een schriftelijke opdrachtverstrekking mogen de planner, monteur, wachtdienstopzichter, Groepsleider en Teamleider Bedrijfsvoering ook mondelinge opdrachten aan de aannemer geven.
Bestek Distributie
Pagina 25 van 59
5.7.2.
Jaarindicatie
Tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer wordt een raamovereenkomst gesloten. Voor de verwachte jaaromzet is bij het bestek een indicatie opgegeven. De Opdrachtgever heeft geen verplichting om deze inschatting af te nemen van de opdrachtnemer. Ieder werk wordt separaat met een productiestaat afgerekend. Verrekening van de storingsdienst en overuren wordt verder toegelicht in hoofdstuk 7.
5.7.3.
Productiestaat
Productiestaat afgeroepen diensten, materieel en materiaal. De door Opdrachtnemer uitgevoerde werkzaamheden worden vastgelegd in een zogenaamde productiestaat (zie voor een voorbeeld bijlage 7, waarvan het model eveneens elektronisch bij de Opdrachtgever verkrijgbaar is). Per werk moet een aparte productiestaat worden aangeleverd. Elke productiestaat die door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever ter ondertekening wordt aangeboden moet voorzien zijn van een uniek nummer. Opdrachtnemer vermeldt in de productiestaat alleen de codering van de eenheidsprijzen, de hoeveelheden, prijzen en uren. Er zijn werkzaamheden die niet kunnen worden gefactureerd met een standaardcode voor eenheidsprijzen. Te denken valt hierbij aan bijvoorbeeld speciale bestrating, door de Opdrachtnemer rechtstreeks aangeleverd materiaal, verkeerslichten. Deze kosten kunnen worden ondergebracht bij code 11300 “Aannemerij diversen”. De gespecificeerde factuur en/of opdrachtbon van deze werkzaamheden moet worden bijgesloten.
Productiestaat vast ingehuurd personeel en materiaal onder regie Oasen Een deel van het ingehuurde personeel en materieel (minigraver 3-tons) werkt voor een langere periode (meer dan een week) vast, onder regie van Oasen. Voor dit personeel en materieel hoeft niet per werk een aparte productiestaat te worden ingeleverd, deze werken-administratie geschied door Oasen. De opdrachtnemer moet voor dit vast ingehuurd personeel en materieel wel wekelijks een productiestaat inleveren waarop per persoon en per materieel het aantal gewerkte uren en overuren staan vermeld. De productiestaten moeten wekelijks ter ondertekening worden aangeboden bij de Groepsleiders Bedrijfsvoering van Opdrachtgever.
5.7.4.
Opdrachtbonnen
Uitgangspunt is dat op elk Werk een monteur van Oasen aanwezig is. Voor alle werkzaamheden die door Onderaannemers worden uitgevoerd en alle materiaalleveringen die op een werk gebeuren moet door de monteur van Oasen een opdrachtbon worden uitgereikt (dit geldt niet voor het vast ingehuurd personeel en materieel, zie 5.7.3). De Opdrachtnemer kan alleen factureren met een originele en door de monteur ondertekende opdrachtbon. De bon bevat de volgende gegevens: • • • • •
Omschrijving locatie Omschrijving werk / levering Projectnummer + categorie Oasen Naam + handtekening onderaannemer / leverancier; Naam + handtekening monteur Oasen;
Van deze bon wordt het origineel + 1 kopie overhandigd aan de onderaannemer / leverancier. De tweede kopie blijft eigendom van de monteur van Oasen. De opdrachtnemer dient de originele opdrachtbonnen bij de productiestaat te voegen. Zonder deze originele opdrachtbon kunnen de Bestek Distributie
Pagina 26 van 59
diensten /leveringen niet worden verrekend en zal de productiestaat niet worden ondertekend door Oasen. 5.7.5.
Factuur
Zodra de productiestaten zijn goedgekeurd door de groepsleider Bedrijfsvoering wordt door afdeling Office-support van Oasen een inkooporder aangemaakt en verstuurd naar de Opdrachtnemer. De factuur moet zijn voorzien van dit toegestuurde inkoopordernummer. Opdrachtnemer verstuurt de factuur en de bijbehorende ondertekende productiestaat en bonnen als afzonderlijke PDF-bestanden naar: FEZ (Financieel Economische Zaken) uitsluitend per e-mail:
[email protected]). Opdrachtnemer dient deze factuur met als bijlage de bijhorende getekende productiestaat en bonnen uiterlijk binnen zes (6) weken na uitvoering van de werkzaamheden bij Opdrachtgever in te dienen. Facturen inclusief productiestaat en bonnen welke bij Opdrachtgever binnenkomen na zes (6) weken na uitvoering van de werkzaamheden zullen niet in behandeling worden genomen. Voor wat betreft de administratieve bepalingen omtrent het gebruik van de BTW-verlegregeling, de Grekening wordt gemakshalve verwezen naar de bepalingen van de WKA-overeenkomst zoals vastgelegd in als bijlage bij deel 1 (aanbestedingsleidraad). Opdrachtnemer verstuurt de factuur en de bijbehorende ondertekende productiestaten als afzonderlijke PDF-bestanden naar bovengenoemd emailadres.
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 27 van 59
6
Communicatie en overlegstructuur
6.1.
Communicatiematrix
Oasen hecht veel waarde aan een goede samenwerking met de Opdrachtnemer. Open en eerlijk communiceren naar elkaar toe en regulier overleggen op elk niveau vormen een essentieel onderdeel in deze succesvolle samenwerking. Om dit te formaliseren heeft Opdrachtgever een communicatiematrix opgesteld welke integraal onderdeel zal gaan uitmaken van de overeenkomst. Opdrachtnemer dient na gunning van de opdracht tabel 6.1 (communicatiematrix) compleet in te vullen en toe te sturen aan Oasen.
Operationeel (tweewekelijks)
Oasen Engineer hoofdleidingen Engineer aansluitleidingen
Opdrachtnemer:
Groepsleiders Bedrijfsvoering - dhr. Klaas Versloot - dhr. Folko Vaatstra Tactisch (maandelijks)
Teamleider engineering hoofdleidingen - dhr. Frank Uithol
Teamleider engineering aansluitleidingen - dhr. Bas Bouwman Teamleider bedrijfsvoering - dhr. Rob van Klaveren Strategisch (jaarlijks)
Hoofd Distributie - dhr. Peter Mense
Tabel 6.1 Communicatiematrix Van de opdrachtnemer wordt verwacht dat u gedurende de looptijd van de overeenkomst één vast contactpersoon voor Oasen aanwijst. In uitzonderlijke gevallen is opdrachtnemer gerechtigd vooraf in overleg met Oasen deze contactpersoon te wijzigen. Tevens mag opdrachtnemer van Oasen verwachten dat zij ook een vast aanspreekpunt voor de communicatie met u aanwijst. Tevens is Oasen gerechtigd bij het niet goed functioneren van de vaste contactpersoon een verzoek bij Opdrachtnemer in te dienen tot vervanging van de betreffende persoon. Opdrachtnemer dient hieraan onvoorwaardelijk zijn medewerking te verlenen en zich maximaal in te spannen in het zoeken naar een passende oplossing voor Oasen.
6.2. 6.2.1.
Operationeel overleg Engineering hoofdleidingen en aansluitleidingen
De engineers hoofdleidingen en aansluitleidingen onderhouden het dagelijkse contact over de uitvoering van projecten. Daarnaast worden de engineers via de productiestaten en de planning op de hoogte gehouden van de voortgang van de werkzaamheden. 6.2.2.
Bedrijfsvoering
Op operationeel niveau zal voor de afdeling bedrijfsvoering er tweewekelijks overleg plaatsvinden tussen de groepsleiders van afdeling Bedrijfsvoering en de vanuit Opdrachtnemer aangewezen contactpersoon. In dit overleg zullen de volgende punten minimaal besproken worden:
Bestek Distributie
Pagina 28 van 59
• • •
Planning per lopend Werk; Productiestaat Oasen per Werk; Facturatie;
Opdrachtnemer zal tweewekelijks vooraf aan het operationeel overleg de planning per project aan de contactpersoon van de Opdrachtgever per email toe te sturen. Dit dient uiterlijk vrijdag voor 17.00 uur in het bezit van Oasen te zijn.
6.3.
Tactisch accountoverleg
Op tactisch niveau zal er maandelijks overleg plaatsvinden tussen de teamleiders van de afdelingen Engineering hoofdleidingen, Engineering aansluitleidingen en Bedrijfsvoering en de vanuit Opdrachtnemer aangewezen contactpersonen. In dit overleg zullen de volgende punten minimaal besproken worden: • Openstaande actiepunten; • Planning; • Kwaliteitsbeoordeling; • Toezicht; • Procedures; • Samenwerking (o.a. contractissues, etc) • overige zaken Indien problemen en onvolkomenheden met de facturatie zijn ontstaan zal tijdens dit overleg de coördinator van de afdeling FEZ van Oasen aanwezig zijn. Van dit overleg dient de Opdrachtnemer een schriftelijk verslag op te stellen zodat besproken geformaliseerd zullen worden en de eventueel daaruit vloeiende actiepunten bewaakt kunnen worden.
27 februari 2009
6.4.
Strategisch accountoverleg
Op strategisch niveau zal er jaarlijks een overleg plaatsvinden tussen het hoofd van de afdeling Distributie en de vanuit Opdrachtnemer aangewezen contactpersoon. Het doel van dit overleg is het bespreken van de strategische samenwerking tussen Oasen en Opdrachtnemer.
6.5.
Sancties en bonus/malus
Afwijkingen in hoofdleidingen, aansluitleiding en bedrijfsvoering Afwijkingen c.q. onvolkomenheden in de uitvoering worden gemeld via een afwijkingsformulier, zie bijlage 11. Deze formulier zijn bedoeld om tot verbetering van de uitvoering te komen. De opdrachtnemer is verplicht om de benodigde verbetermaatregelen te treffen. Indien per jaar meer dan vijf (5) keer sprake is van lichte of ernstige afwijkingen, verbeurt de Opdrachtnemer alle keren (per overschrijding) daarna de navolgende boetes: Afwijkingen
Boete (in euro)
Lichte afwijkingen, bijvoorbeeld te laat revisiewerk ingeleverd.
1000,--
Ernstige afwijkingen, bijvoorbeeld verkeerde montage of onhygiënisch werken.
1500,--
De boetes zijn niet voor matiging vatbaar en worden zonder ingebrekestelling verschuldigd door het enkele tekortschieten ten aanzien van de betreffende reactietijd.
Bestek Distributie
Pagina 29 van 59
Overschrijving reactietijden storingsdienst Indien per jaar meer dan vijf (5) keer sprake is van overschrijding van een reactietijd, verbeurt de Opdrachtnemer alle keren (per overschrijding) daarna de navolgende boetes:
Reactietijd
Boete (in euro)
Leveren en inzetten van vakbekwame menskracht binnen één (1) uur na eerste oproep bij lekkages en calamiteiten
1000,--
Leveren en inzetten van vakbekwame menskracht en materiaal binnen drie (3) uur na opschaling
1500,--
De boetes zijn niet voor matiging vatbaar en worden zonder ingebrekestelling verschuldigd door het enkele tekortschieten ten aanzien van de betreffende reactietijd.
Wanprestatie Aan het einde van het project wordt het project beoordeeld middels een beoordelingsformulier. Dit formulier wordt de projectverantwoordelijke van Oasen opgesteld. De afhandeling van eventuele afwijkingsformulieren zal hierin worden meegenomen. Indien per jaar vaker dan vijftien (15) keer sprake is van slechte eindbeoordeling (gemiddeld rapportcijfer < 6) , is Opdrachtgever gerechtigd de overeenkomst zonder nadere ingebrekestelling éénzijdig te ontbinden, waarbij de aannemer gehouden is tot vergoeding van alle schade die hieruit voor Opdrachtgever voortvloeit. Op grond van dit artikel wordt geen boete verschuldigd voor die gevallen waarin Opdrachtnemer aantoont dat het tekortschieten voortvloeide uit overmacht.
Bestek Distributie
Pagina 30 van 59
7
Eenheidsprijzen, regietarieven en werkbeschrijving
7.1.
Toelichting op de opbouw van het Unit Rate Model
Dit hoofdstuk is primair bedoeld als een inhoudelijke toelichting op de Eenheidsprijzen en Regietarieven. Bij strijdigheid tussen artikelen en/of bepalingen in dit Unit Rate Model met artikelen en/of bepalingen in het "bestek distributie” prevaleren de artikelen en/of bepalingen in dit hoofdstuk. In het basis Unit Rate Model is er als basis vanuit gegaan dat er SOLO werk door de Opdrachtnemer wordt uitgevoerd in nieuwbouwsituaties. Alle andere situaties zoals o.a. buitengebied, stedelijk gebied en COMBI werken worden verrekend via een opslag percentage. Bij de verstrekking van de (deel)opdrachten zullen altijd de genoemde Eenheidsprijzen prevaleren boven de Regietarieven. Met behulp van dit Unit Rate Model kunnen projecten elk van een volledige totaalprijs worden voorzien, uitgaande van de in dit Model overeengekomen tarieven. Wanneer voor bepaalde activiteiten geen Eenheidsprijs is benoemd kan, na toestemming van Opdrachtgever, gebruik gemaakt worden van de Regietarieven. Uit de beschrijving in paragraven 7.2 t/m 7.4 blijkt voor welke afmetingen en eenheden de beschreven tariefwerkzaamheden dienen te worden geprijsd. Een van de belangrijkste gebruiksdoelen van dit Unit Rate Model voor Oasen en de aannemer welke dit bestek gegund krijgt, is dat de eenheidsprijzen elk jaar opnieuw geïndexeerd kunnen worden via de CBS index. De indexatie wordt met behulp van dit Unit Rate Model gericht en transparant uitgevoerd. Zie onderstaande tabel als voorbeeld. Prijzen excl. accijns
Indexcijfers Afzet
2000=100
Producten 2005
06-05
2006
07-06
2007
08-07
2008
09-08
14200000 14200000 Zand en klei 14210000 14210000 Grint en zand 20200000 20200000 Fineer; duplex-, triplex- en multiplexhout, meubelplaat, spaanplaat, laat en andere panelen en platen 20300000 20300000 Schrijn- en timmerwerk voor bouw 20510000 20510000 Overige producten van hout
118,0
103%
121,0
103%
125,0
105%
130,6
0%
#DIV/0!
#DIV/0!
#DIV/0!
119,0
103%
122,0
103%
126,0
106%
133,4
0%
#DIV/0!
#DIV/0!
#DIV/0!
111,0
102%
113,0
103%
116,0
109%
125,9
0%
#DIV/0!
#DIV/0!
#DIV/0!
114,0
104%
118,0
106%
125,0
105%
131,5
0%
#DIV/0!
#DIV/0!
#DIV/0!
110,0
102%
112,0
106%
119,0
110%
130,4
0%
#DIV/0!
#DIV/0!
#DIV/0!
23201500 23201500 Gasolie
158,0
112%
177,0
85%
150,0
160%
240,1
0%
#DIV/0!
#DIV/0!
#DIV/0!
Totale NL afzet
27 februari 2009
2009
10-09
2010
11-10
2011
12-11
Als onderbouwing van het Unit Rate Model kijken we naar de volgende tabbladen: Tabblad Posten Ik Dt D4 R3
Bestek Distributie
Onderwerp Totaal overzicht Indirecte kosten Tariffs Database level 4 Relation level3>4
Pagina 31 van 59
Posten: Hier worden de uiteindelijk berekende kostprijzen per code gegenereerd. Deze tabel geeft de te gebruiken eenheidscodes met de daarbij behorende omschrijvingen en kosten per eenheid weer. Alle gegevens voor deze hoofdtabel worden gegenereerd uit de onderliggende tabbladen welke hierna worden omschreven.
2009
Staat van eenheidsprijzen voor het aanleggen, onderhouden en repareren van drinkwaterleidingen voor Drinkwaterbedrijf Oasen te Gouda
Post
Omschrijving te leveren dienst
Eenheid
Prijs
Grondwerk
SLEUVEN VOOR HOOFDLEIDINGEN
7000 7009
7010
7011
Het uitzetten, graven en (ver)dichten van een sleuflengte voor een diameter buis ND 20 tm ND 63, met een bodembreedte van 0,30 m en een dekking van 0,80 m boven de buis, incl. gemotoriseerde pomp inclusief brandstof, exclusief bediening Het uitzetten, graven en (ver)dichten van een sleuflengte voor een diameter buis ND 75 tm ND 110, met een bodembreedte van 0,40 m en een dekking van 0,80 m boven de buis, incl. gemotoriseerde pomp inclusief brandstof, exclusief bediening. Het uitzetten, graven en (ver)dichten van een sleuflengte voor een diameter buis ND 160 tm ND 200, met een bodembreedte van 0,60 m en een dekking van 0,80 m boven de buis, incl. gemotoriseerde pomp inclusief brandstof, exclusief bediening.
€
4,61
€
6,08
€
6,88
mtr
mtr
mtr
IK (indirecte kosten): De indirecte kosten tabel geeft de kosten weer, welke als basis kosten van de aannemer gelden. Het totale Unit Rate Model werkt met deze gegevens. We zien deze dan ook terug komen voor de verrekening in tabel D4 kolom L (IK). Indirecte kosten
Bouwplaatskosten Algemene kosten Winst Risico Totaal
6,0% 7,0% 3,0% 2,0% 18,0%
Dt (Tarief): Het totale Unit Rate Model rekent met de gegevens van de verschillende uur tarieven welke in dit tabblad worden ingevuld. Deze tarieven dienen dan ook de werkelijke basis tarieven van de aannemer te omvatten. Als de tarieven eenmaal bekend zijn worden deze altijd geïndexeerd naar tarieven van voor de opvolgende jaren.(zie kolom index) 2008 TARIEF CKODET
A01 A02 A03 C09 C10
C12 C13 P10 P11 P12 W99
OMSCHRIJVING TARIEF COMSCH
Voorman Uitvoerder Werkvoorbereider Stratenmaker Grondwerker / hulpfitter Machinist / Chauffeur Uitzetter / inmeter Fitter (WL gecert) Lasser Lasser PE Wachtuur
2009
Basis
Index
Netto
IK
€ €
30,15 39,17
102% € 102% €
30,88 40,12
€ €
Bruto NTARIEF 5,56 € 36,44 7,22 € 47,34
€ € € €
35,45 34,30 27,95 28,25
102% 102% 102% 102%
€ € € €
36,31 35,13 28,62 28,93
€ € € €
6,54 6,32 5,15 5,21
€ € € €
42,84 41,45 33,78 34,14
€ € € € €
33,50 36,00 46,00 40,00 44,90
102% 102% 102% 102% 103%
€ € € € €
34,31 36,87 47,11 40,97 46,25
€ € € € €
6,18 6,64 8,48 7,37 8,32
€ € € € €
40,48 43,51 55,59 48,34 54,57
D4 (database level 4): In dit tabblad worden alle onderliggende bedragen m.b.t. machines, gereedschappen, uurtarieven enz. bepaald aan de hand van de cijfers van het voorgaande jaren, geïndexeerd met het cijfer opgehaald uit de CBS statistieken. Hierdoor blijven de prijzen jaarlijks up to date.
Bestek Distributie
Pagina 32 van 59
ACTIVITEIT
1590Z0A0A0402001
OMSCHRIJVING ACTIVITEIT
Aan- en afvoer materieel
EENHEID Basis € 227,01 kr
1590Z0D3B0402001
Aansluiten pomp op ringbuis
stk
1590Z0D3H3402001
Aansluiten steekfilter op ringbuis
stk
1590Z0G0K0402001
Afkoppelen brandstoftank
stk
1590Z0G0J0402001
Afkoppelen reserve-aggregaat bronbemaling
stk
0,50 0,12 0,35 2,30
Index
104% € 102% 102% 102% 102%
Netto 236,14
14,31 3,43 10,02 65,84
€
IK 42,51
€
2,58
€
0,62
€
1,80
€
11,85
€
Bruto CBS 278,65 29220000
16,89 4,05 11,82 77,69
45 45 45 45
R3 (Relation level 3>4) Het tabblad R3 genereert door invulling van alle voorgaande tabbladen met een berekening op uren het uiteindelijke bedrag van de codes welke als basis dienen in het tabblad Posten. Hierin wordt gekeken hoeveel tijd een grondwerker bijvoorbeeld nodig heeft om het werk uit te voeren. Daarnaast wordt er altijd rekening gehouden met een gedeelte tijd benodigd voor de uitvoerder en de werkvoorbereider tbv de werkzaamheden. CKODE 7009 7009 7009 7009 7009 7009 7009
7.2.
Het uitzetten, Het uitzetten, Het uitzetten, Het uitzetten, Het uitzetten, Het uitzetten, Het uitzetten,
Omsch 3 CEENH CKODEA Omsch 4 CEENH graven en (ver)dichten van een sleuflengte vo mtr 605001J000331012 Huur graafmachine, mobiel, hydraulisch, bauur graven en (ver)dichten van een sleuflengte vo mtr 000000GRONDWERPersoneel grondwerker / hulpfitter uur graven en (ver)dichten van een sleuflengte vo mtr 000000UITVOERDE Personeel uitvoerder uur graven en (ver)dichten van een sleuflengte vo mtr 000000WVB Personeel werkvoorbereider uur graven en (ver)dichten van een sleuflengte vo mtr 616001CBD0324001Huur trilplaat, 200 kg, exclusief bediening dag graven en (ver)dichten van een sleuflengte vo mtr 8000022000333100 Huur roterende laser, reikwijdte 200 m wk graven en (ver)dichten van een sleuflengte vo mtr MGSSC34Z0000IB Brandstof, rode diesel ltr
NPRYS NDISCCTARIEF KOST NAANT 10,5266 4 8 0,0680 33,7773 4 C10 5 0,0759 47,3366 4 A02 5 0,0061 42,8410 4 A03 5 0,0023 23,5301 4 8 0,0034 63,9712 4 8 0,0010 0,6233 1 8 1,2928
0,1300 0,1450 0,0116 0,0044 0,0065 0,0019 2,4700
0,52 0,52 0,52 0,52 0,52 0,52 0,52
Combi werkzaamheden en Grondwerk en meer dan één leiding in één sleuf
Dit bestek is geschreven voor solowerkzaamheden, d.w.z. werkzaamheden waarbij alleen Oasen als opdrachtgever is betrokken. Mocht de aannemer van dit bestek echter ook als combi-aannemer voor andere opdrachtgevers in de nutssector werken, dan biedt dit bestek de mogelijkheid werk te verrekenen via kortingspercentages. Onder combi werkzaamheden wordt verstaan: werken waarbij grondwerk en/of verharding van toepassing is, waarbij meer dan alleen de drinkwater-, distributie- of aansluitleiding de grond in gaat. Hierbij kunnen ook meerdere opdrachtgevers van toepassing zijn (drinkwaterbedrijf, energiebedrijf, telecom etc.).
27 februari 2009
Voor alle combi werkzaamheden wordt een separaat kortingspercentage weergegeven, waar mee rekening gehouden moet worden m.b.t. de standaard unit rate t.o.v. een nieuwbouw situatie. De Unit Rate Codes waar o.a. rekening gehouden kan worden met combi korting zijn 7009 t/m 7012. Dit zijn allemaal codes waarmee het graven van sleuven wordt verrekend. Ook straatwerk e.d., bronnering en leveringen kunnen onder het kortingspercentage vallen. Welke activiteit er onder de korting verrekend kan worden, volgt na overleg met opdrachtgever.
7.3.
Eenheidsprijzen en tarieven
Alle eenheidsprijzen en tarieven in dit bestek zijn bedragen inclusief alle kosten, zoals winst, risico, verzekering, algemene kosten, bouwplaatskosten, mobilisatie c.q. demobilisatie, directievoorzieningen, loonbelasting, sociale lasten, aan- en afvoeren van materialen, bouwplaatskosten, reis- en verblijfkosten, etc., echter exclusief B.T.W. Bij prijsopgaven dient de (hoofd)aannemer eveneens alle bedragen te vermelden inclusief alle toeslagen echter exclusief B.T.W., tenzij de opdrachtgever uitdrukkelijk vraagt om eenheidsprijzen en tarieven zonder toeslagen en B.T.W. In het Unit Rate Model is er vanuit gegaan dat er alleen SOLO werk wordt uitgevoerd in nieuwbouwsituaties en maagdelijk gebied. Alle andere situaties zoals o.a. buitengebied en stedelijk gebied worden verrekend via een opslag of afslag percentage. De maximale diameter van de leidingen die onder de scope van dit contact/aanbesteding vallen is 315 mm.
Bestek Distributie
Pagina 33 van 59
In een offerte op basis van “een open begroting” calculeert de opdrachtnemer met de eenheidsprijzen en tarieven die in de bestekken vermeld staan, waarbij de eenheidsprijzen prevaleren boven de uurtarieven. Voor detail omschrijvingen over technische uitvoeringszaken dient bijlage 4 Standaard Technische Voorwaarden (STV) 2009, nageslagen worden. Bij alle genoemde besteksposten is de opdrachtnemer verantwoordelijk voor de juiste inzet van materieel, gereedschappen en personeel. Wanneer in de toelichting materieel/equipement wordt benoemd is dit daarom indicatief bedoeld. De bij de besteksposten ingezette materieel/equipement is altijd inclusief brandstof en altijd inclusief personeel c.q. bediening van het materieel/equipement. Wanneer besteksposten slechts ‘registratie doeleinden’ hebben zal dit expliciet in de bestekspost worden vermeld. Zie bijlage 5 voor een voorbeeldcalculatie.
7.4.
Toelichting op de verrekening van sleuven voor hoofdleidingen en bemalingen.
Voor volledige informatie zie betreffende bestekspost (7009 t/m 7012) en (11150 t/m 11155). Bestekposten Sleuven voor Hoofdleidingen: Verrekening vindt plaats op basis van diameter buis en op basis van lengte sleuf gemeten over de as van de sleuf. Bestekposten bemalingen: Inzet van pompen bedoeld als open bemaling (vuilwaterpomp met kleine capaciteit) is verrekend in de Eenheidsprijs en is daarom niet verrekenbaar. Bronbemaling is alleen verrekenbaar na toestemming van Oasen zie de codes 11150 t/m 11155 Bij bronbemaling voor de sleuf geldt altijd een minimum tarief gebaseerd op een sleuflengte van 10 meter. Bij Sleuflengte > 10 meter wordt verrekend per meter sleuf geldend voor de gehele bronbemaling. Putbronnering is altijd verrekenbaar via een vast bedrag zie code 11403 Verrekenbaar is bemaling middels ‘bronbemaling’. Het principe is een verrekening op basis van: o een minimum tarief voor aan- en afvoer en installeren van de installatie (11150 t/m 11153) o een verrekenprijs voor het in stand houden van de pompinstallatie (11155) Voorbeeld: Bronbemaling over een lengte van 8 meter gedurende 28 dagen: €200,46 (post aan/afvoer installeren)+ € 234,20 (post t/m 10 meter zuigleiding) + 28 dagen in stand houden x EUR 65,33 = EUR 2263,90
Bestek Distributie
Pagina 34 van 59
7.5.
Omschrijving gebruikte codes in het Unit Rate Model
Hoofdcode 7000
Omschrijving SLEUVEN VOOR HOOFDLEIDINGEN
Subcodes 7009 t/m 7012
De Bestekspost omvat alle activiteiten voor het verrichten van het grondwerk, t.w.: ontgraven, opzoeken van bestaande kabels en leidingen, aanvullen en verdichten van sleuven/putten, uitgevoerd door de opdrachtnemer. De post omvat de totale cyclus van het grondwerk uitgevoerd voor en na het leggen/verwijderen van leidingwerk en toebehoren, inclusief het afzetten van de sleuf, exclusief straatwerk. Voor Eisen t.a.v. de verdichting van de grond bij het aanvullen van de sleuf wordt verwezen naar STV van dit bestek en voorschriften van de betreffende gemeente e.d.. Het deugdelijk opvangen van de aanwezige kabels en leidingen (voor namelijk van Derden) maakt onderdeel uit van deze post. Als standaard wordt er met een dekking van 80 cm boven de buis gerekend afwijkingen worden verrekend via de besteksposten 11404 overdiepte- en 11405 minder diepe sleuf. Er geldt geen minimum tarief voor deze handelingen.
Hoofdcode 7400
Omschrijving AANBOORGATEN AANSLUITLEIDINGEN
Subcodes 7416
De Bestekspost omvat alle handelingen/activiteiten voor het verrichten van het grondwerk, zoals ontgraven, aanvullen en verdichten van een aanboorgat voor het kunnen realiseren van een aanboring op een distributieleiding, exclusief straatwerk. 27 februari 2009
De post omvat de totale cyclus van het grondwerk uitgevoerd voor en na het leggen/verwijderen van aan sluit leidingwerk en toebehoren, inclusief afzetten werkgat.
Hoofdcode 7600
Omschrijving INVOERGATEN VOOR AANSLUITLEIDINGEN
Subcodes 7625
De Bestekspost omvat alle handelingen/activiteiten voor het verrichten van het grondwerk, zoals: ontgraven, aanvullen en verdichten van invoergaten voor het kunnen doorvoeren van aansluitleidingen door de gevel. De post omvat de totale cyclus van het grondwerk uitgevoerd voor en na het leggen/verwijderen van aan sluit leidingwerk en toebehoren, exclusief het opbreken en herstellen van eventueel aanwezig straatwerken en overige verhardingen, inclusief het afzetten van het werkgat.
Hoofdcode 8000
Omschrijving BESTRATINGEN EN VERHARDINGEN
Subcodes 8001 t/m 8021
De besteksposten 8001 t/m 8002 omvatten alle activiteiten en benodigde handelingen voor het verwijderen, uitgraven, opnemen, sorteren en stapelen van sleufbedekking zoals klinkers/tegels, niet homogene verharding tot ca. 30cm, zoden, slakken/breekpuin, kantplanken en trottoirbanden. De besteksposten 8003 t/m 8010 omvatten alle activiteiten en benodigde handelingen voor het al dan Bestek Distributie
Pagina 35 van 59
niet op definitieve wijze herstellen van, of dichtblokken van uitgebroken straatwerk, trottoirs, sierbestrating, kantplanken en trottoirbanden met bijlevering van zand en tekortkomend materiaal, zowel met of zonder onderhoudstermijn van een ½ jaar. Bij niet definitief dichtblokken wordt dit op een dusdanige manier uitgevoerd zodanig dat het verkeer hier geen hinder van onder vindt. Met daarnaast het afwerken van gegraven sleuven met teruglegging van zoden of lichte verharding. Bij het definitief of tijdelijk aanbrengen van de diverse zaken dienen de stappen als ondergrond egaliseren en verdichten als mede het inwassen, invegen straatzand en het aftrillen inbegrepen te zijn. De bestekposten 8019 t/m 8021 omvatten de werkzaamheden tot het verwijderen van asfalt. Waarbij per (deel) opdracht wordt uitgegaan van een eenmalige aan- en afvoer cyclus. Daarnaast alle activiteiten en benodigde handelingen voor het maken van de zaagsnede in het asfalt, voor het opbreken, opnemen en verzamelen van asfalt met een totale laagdikte tot 20 cm. In het geval van het handmatig opbreken met een sloophamer vindt verrekening per m2 plaats zie code 2019. Er geldt één vast minimum tarief van € 200,00 voor het zagen zie code 2020 opbreken/opnemen/verzamelen. Het afvoeren van asfalt is niet in deze bestekpost mee gerekend en wordt separaat afgerekend.
Hoofdcode 8100
Omschrijving PERSINGEN EN AANLEG MANTELBUIZEN
Subcodes 8115 t/m 8143
De bestekspost bevattende, alle handelingen benodigd vanaf de lokale (tussen)opslag op de werkstrook tot en met de persingen en aanleg mantelbuizen. Verrekenprijs per mtr. gemeten over lengte van de mantelbuis en de lengte benodigd voor het aanbrengen en zijn exclusief grondwerk. De besteksposten 8130 en 8140 omvatten alle handelingen en activiteiten voor het monteren en aanbrengen van de afstandhouders en rubber afdichtingmanchetten. De besteksposten 8140 t/m 8143 omvatten alle handelingen en activiteiten voor het maken van een persing met een luchtraket. Inzet van benodigd materieel en hulpmaterialen inclusief levering van de stalen mantelbuis. Revisiewerkzaamheden: na het aanbrengen van de mantelbuis legt de aannemer de ligging van de mantelbuis, zowel in het horizontale als het verticale vlak gemeten van het begin tot het einde van de mantelbuis vast.
Hoofdcode 8150
Omschrijving HORIZONTAAL GESTUURDE BORINGEN EN BOOGZINKERS
Subcodes 8151 t/m 8169
De bestekspost horizontaal gestuurde boringen 8151 t/m 8162 omvatten alle handelingen en activiteiten voor het boren van een mantelbuis of watervoerende buis. Het, op verzoek van de Opdrachtgever, aanleveren van een werkplan. Het werkplan dient voor de aanvang van de werkzaamheden te worden aangeleverd. De besteksposten zijn inclusief de inzet van benodigd materieel, hulpmaterialen. Er geldt geen vast minimum tarief bij een boring waardoor de verrekening plaats vindt per meter. De prijzen zijn met 1 of meerdere disciplines per boorgat, all-in, inclusief aan- en afvoerkosten berekent. Bestek Distributie
Pagina 36 van 59
De posten zijn exclusief levering van materialen, maar inclusief levering van de benodigde hulpmaterialen voor de boring. Op verzoek van Opdrachtgever kan levering plaats vinden op basis van werkelijke kosten en een handeling Fee toeslag van 10%. De besteksposten Spuitboog zinkers 8164 t/m 8169 omvatten alle handelingen en activiteiten voor het ‘spuiten van een boogzinker’. Inzet van benodigd materieel en hulpmaterialen . Revisiewerkzaamheden: na het aanbrengen van de buis legt de aannemer de ligging daarvan, zowel in het horizontale als het verticale vlak, vast. Tenminste moet worden ingemeten de locaties van de overgangsstukken van boring naar landleiding. Er geldt geen vast minimum tarief voor spuit boogzinkers per meter op basis van de afstand tussen inen uittredepunt, op basis van 1 zinker per project en 1 discipline per boorgat, all-in, inclusief aan en afvoerkosten.
Hoofdcode 8200
Omschrijving LEVEREN, VERWERKEN EN AFVOEREN GROND- EN RESTSTOFFEN
Subcodes 8201 t/m 8237
Het leveren en lossen op het werk en of het verwerken van breekpuin, lavalith (slakken), zand, grind, teelaarde, schone grond, schone klei, zie codes 8201 t/m 8230. De besteksposten zijn inclusief de (verdere) transporten binnen de werkstrook. Alle besteksposten worden afgerekend per m3 in drie verschillende klassen. 27 februari 2009
Bij het leveren en verwerken van schone grond en klei 8225 t/m 8230 dient een schoongrond verklaringen aangeleverd te worden. De bestekspost afvoeren van puin, niet verontreinigde grond en overtollig materiaal 8231, omvat de afvoer inclusief laden van de genoemde stoffen in een vrachtwagen en het lossen op stortlocatie, exclusief stortingskosten. De stortingskosten worden verrekend op basis van werkelijke kosten en een handeling Fee toeslag van 10%. Er geldt een vast minimum tarief per ton. Het leveren en lossen op het werk van zo goed als nieuwe straatklinkers en trottoirtegels zie de besteksposten 8232 en 8233. Stortkosten vermeld in de posten 8234 t/m 8237 worden verrekend op basis acceptatiekosten stortlocatie en handeling Fee toeslag van 10% per ton.
Hoofdcode 9000
Omschrijving LEIDINGWERK HOOFDLEIDINGEN
Subcodes 9001 t/m 9095
De besteksposten 9001 t/m 9018 omvatten alle handelingen voor het samenstellen, leggen, afpersen en afstempelen van bochten en hulpstukken, chloreren van PVC, PE en NOD Gy waterleidingbuis, inclusief het inbouwen van de benodigde appendages en hulpstukken, inclusief het maken van benodigde monsterpunten.
Bestek Distributie
Pagina 37 van 59
Het benodigd transport vanaf de lokale (tussen)opslag op de werkstrook tot en met het uitleggen van de buis of leiding in de gegraven sleuf. Alle bovenstaande handelingen zijn incl. het realiseren van niet-trekvaste (PVC) verbindingen. De besteksposten zijn excl. het maken van spiegellas- en of electrolasverbindingen in PE-buis, zie besteksposten 9019 t/m 9029. Ook zijn de besteksposten excl. het maken van trekvaste verbindingen in PVC-buis, zie besteksposten 9030 t/m 9034. Separaat kunnen analoge en digitale inmeting volgens landmeetkundige richtlijnen incl. het maken van digitale revisie tekeningen in rekening worden gebracht, zie bestekposten 9035 t/m 9037. De besteksposten zijn ook excl. Inbouwen in een bestaande hoofdleiding, zie besteksposten 9042 t/m 9069. Daarnaast zijn de besteksposten ook excl. opknappen, aanboren van bestaande hoofdwaterleidingen zowel in PVC/PE evenals AC en of NOD GIJ en het onder druk aanboren op een bestaande hoofdwaterleiding PVC/PE/NOD GY tbv een brandkraan inclusief grondwerk, exclusief straatwerk (zie bestekspost 9088 t/m 9094 en exclusief het maken van flensverbindingen (11401 en 11402). Alle posten zijn inclusief grondwerk en stempeling en afzetting van de sleuf, maar exclusief straatwerk, mits anders beschreven. De verrekenprijzen zijn per stuk.
Hoofdcode 9100
Omschrijving LEIDINGWERK BIJ LICHTEN VAN BESTAANDE WATERLEIDINGEN
Subcodes 9101 t/m 9103
De besteksposten omvatten alle handelingen en activiteiten voor het lichten van kunststof drinkwaterleiding ongeacht het aanwezige type verbindingen. De leidingen moeten zodanig in de sleuf worden gerezen dat naar het oordeel van de Opdrachtgever geen beschadigingen aan de leiding, verbindingen en/of de bekleding van de leidingonderdelen kan ontstaan. Na het neerlaten moet de ligging van de leiding, indien de ligging afwijkt van de voorgeschreven plaats, worden gecorrigeerd. De besteksposten zijn exclusief ‘Grondwerk’.
Hoofdcode 9200
Omschrijving LEIDINGWERK AANSLUITINGLEIDINGEN
Subcodes 9205 t/m 9251
De besteksposten omvatten alle handelingen en activiteiten voor het aansluiten van een afnemer op het hoofdleidingnet. De besteksposten zijn excl. de nog met andere beschikbare besteksposten te verrekenen: Grondwerk, Handeling Leidingwerk, Plaatsen aansluitzadel met dienstkraan, Verhardingen etc. De bestekspost omvat alle activiteiten/werkzaamheden voor het: - Doorvoeren van de aan te leggen leiding in de aan te sluiten woning, bedrijf of object 9205; - Verbinden van de hoofdleiding aan de dienstkraan door middel van het plaatsen van een zadel en het aanboren op de voorkomende leidingdiameters en materialen 9207, 9212 t/m 9214 en 9231 of door het plaatsen van een zwenkventiel 9250 en 9251; Bestek Distributie
Pagina 38 van 59
- Plaatsen watermeterbeugel en monteren van de watermeter incl. zegelkappen en een stopkraan 9206; - Het maken van een wateraansluiting met een maximale lengte van 10 mtr., gemeten vanaf hoofdleiding tot gevel woning/gebouw, inclusief het leggen vanaf leiding hoofdleiding tot in de meterkast 9215 en 9216; - Invullen van de diverse werkopdrachten en overige administratieve handelingen zoals bv het maken van een opnameschets 9208; Algemene punten van het maken van een aansluiting zijn: - Afspuien van de aansluiting via de hoofdkraan en controle van de aansluiting (van aanboring t/m hoofdkraan) op waterdichtheid; - Het onder gebruiksdruk testen van de aansluiting t/m hoofdkraan na opdracht. Daarnaast dient de uitvoering van het werk zo te geschieden, dat de elektrische aarding van de aangesloten percelen niet nadelig wordt beïnvloed. Wanneer dit niet mogelijk is, behoort de (Hoofd)Aannemer vooraf de eigenaar/bewoner en de Opdrachtgever hiervan op de hoogte te brengen.
Hoofdcode 9500
Omschrijving Kort Cyclisch Werk (KCW)
Subcodes 9501 t/m 9513
Deze besteksposten omvatten alle werkzaamheden en activiteiten welke al in voorgaande paragrafen en vervolg paragrafen zijn besproken of worden, alleen met dien verstande dat dit nu ad-hoc werkzaamheden zijn die op het laatste moment uitgevoerd dienen te worden.
Hoofdcode 10000 27 februari 2009
Omschrijving WATERMETERS
Subcodes 10006 t/m 10010
De bestekspost omvat conform de werkopdrachten de volgende werkzaamheden en activiteiten tot verwisselen van een watermeter in een bestaande situatie. Het maken van een bezoek afspraak met (hoofd)bewoner c.q. contract houder voor het kunnen plaatsen van de watermeter. Het opnemen van het Oasen-nummer van de watermeter en de meterstand van de watermeter. Het monteren van de watermeter in de watermeterbeugel incl. het plaatsen van een watermeterbeugel incl. het hierop aanpassen van de leidingen c.a. en vervangen van de aanbouwkeerklep door inschuifkeerklep en de aftapkraan etc., inclusief het vervangen van de stopkraan. Of het plaatsen van een watermeter in een al aanwezige watermeterbeugel c.q. aangelegde aansluitleiding. Het voor akkoord laten tekenen door de contractant, zijnde de (hoofd)bewoner van de woning, of de wettelijke vertegenwoordiger van het bedrijf. De verwerking van de administratieve gegevens op werkopdracht. Wanneer de werkzaamheden, door welke oorzaak dan ook, op een bepaald adres niet kunnen worden uitgevoerd zal dit worden teruggekoppeld naar de Opdrachtgever.
Hoofdcode 10200
Omschrijving VERWIJDERING VERVALLEN WATERLEIDINGEN
Subcodes 10201 t/m 10207
De bestekspost omvat alle benodigde handelingen en activiteiten voor het afkoppelen en opnemen Bestek Distributie
Pagina 39 van 59
van een vervallen leidingenstelsel van kunststof, gietijzeren- en stalen leidingen zie de besteksposten 10201 t/m 10207, incl. T-stukken, verbindingen, GIJ-appendages/afsluiters, straatpotten, (stalen) mantelbuizen en brandkranen etc. Alle kunststof (PVC/PE)leidingmaterialen scheiden van het overige uitkomend materialen. Het inkorten van de PVC/PE buizen tot lengtes van maximaal 5 meter. De vervallen leidingdelen verzamelen op een locatie binnen de werkstrook van het project. De uitkomende leidingdelen mogen geen overlast voor de omgeving veroorzaken. Het afvoeren van de verwijderde materialen naar een (nader aan te wijzen) Oasen magazijn. De uiteinden van die leidinggedeelten en/of mantelbuizen, die vervallen zijn en niet moeten worden opgenomen, dienen ter goedkeuring van de Opdrachtgever te worden afgedicht en worden ingemeten en op revisie tekening worden vastgelegd. De besteksposten zijn exclusief grondwerk, afvoeren en stortkosten. De besteksposten 10204 en 10205 omvatten alle handelingen en activiteiten voor het afkoppelen van een vervallen asbestcement leiding inclusief het huren van een speciale container hiervoor volgens code 10205.
Hoofdcode 11000
Omschrijving VERREKENPRIJZEN UURTARIVEN EN LEVERINGEN (REGIEWERKEN)
Subcodes 11002 t/m 11300
Toelichting op de Regietarieven van Personeel: De tarieven zijn: Inclusief bestelauto o.g. Inclusief benodigde gereedschappen. Inclusief bouwplaatskosten, algemene kosten, winst en risico. Het betreffen de functies: • Werkvoorbereider 11001 • Uitvoerder 11002 • Fitter 11003 • Grondwerker / Hulpfitter / Stratenmaker 11004 t/m 11005 • Lasser 11007, inclusief lastoevoegmateriaal en lasaggregaat; • PE-Spiegellasser, electrolasser 11008, inclusief stroomvoorziening; • Voorman; • Machinist; • Landmeter: uitzetten en inmeten. Toelichting op de regieposten voor inzet van apparatuur: Inzet is altijd exclusief bediening. Inzet is altijd inclusief aan- en afvoer van de apparatuur Inzet is altijd inclusief het onderhouden van de apparatuur. Inzet is altijd inclusief benodigde brandstoffen o.g. Betreft o.a.: • Compressor, diesel, 2,5 m3/minuut 11040; • Pompaggregaat, cap. 4”, inclusief vuilwaterpomp 11041; • Trilplaat 11043 en 11044; Toelichting op de regieposten voor inzet van materieel: Materieel inzet is altijd inclusief bediening en inclusief aan- en afvoer kosten Bestek Distributie
Pagina 40 van 59
Verrekend worden die uren welke zijn ingezet op de locatie van het werk. Betreft o.a.: • Mobiele kraan, op wielen, bakinhoud 700 ltr. 11053. • Mobiele kraan, op wielen, bakinhoud 900 ltr 11054. • Graafmachine, rups, hydraulisch, met asfaltprikker11056. • Graafmachine, rups, hydraulisch, bakinhoud 700 liter 11060; • Graafmachine, rups, hydraulisch, bakinhoud 900 liter 11061; • Vrachtauto 8 m3 11030; • Vrachtauto met kraan 11031; • Plaatsing bronbemaling met instandhouding 11150 t/m 11155; • Tractor met kar 11076 en 11077; • Mini, midi en maxi gravers 11050, 11051 en 11056;
Hoofdcode 12000
Omschrijving OVERIGE BESTEKSPOSTEN
Subcodes -
De besteksposten omvatten alle handelingen en activiteiten waar kortingspercentages worden toegepast ( 12000 t/m 12005): Het betreft: 12002 Nieuwbouw gebied 12003 Buitengebied 12004 Stedelijk gebied 12005 Combiwerkzaamheden Waarbij opgemerkt dient te worden dat 12002 nieuwbouwgebied als standaard 100% wordt genomen in de eenheidsprijzen.
27 februari 2009
De besteksposten omvatten alle handelingen en activiteiten waar inzet vereist is van de storingsdienst (12010 t/m 12013): Het betreft: 12011 Vergoeding storingsdienstmonteur + bus 12012 Overwerk tarief storingsdienst monteur (week, zaterdag en zon en feestdagen) 12013 Oproepvergoeding storingsdienst De besteksposten omvatten alle handelingen en activiteiten waar verrekening in percentages het geval kan zijn van ( 12020 t/m 12025): 12021 De Hoofdaannemer heeft stagnatie doordat de opdrachtgever het aan te leveren leidingmateriaal niet tijdig heeft kunnen aanleveren. Dit geeft een korting op inzet van materieel en medewerkers tijdens deze stagnatie. 12022 Uren welke noodzakelijk zijn door de aannemer om de leiding drukloos te maken bij het niet goed afsluiten van de afsluiters (schuren) 12023 Wachttijden langer dan een uur bij het magazijn van Oasen. De verrekenbare tijd gaat in na 1 uur. De hoofdaannemer dient rekening te houden met een normale wachttijdsituatie bij het magazijn. Verrekening van de wachttijd geschied na toestemming van Oasen. 12024 Overige onvoorziene omstandigheid. Verrekening van de wachttijd geschied na toestemming van Oasen.
De besteksposten omvatten alle handelingen en activiteiten waar overwerktoeslagen van toepassing zijn ( 12030 t/m 12033): 12031 Van maandag 0:00 uur t/m vrijdag 24:00 uur
Bestek Distributie
Pagina 41 van 59
12032 Op zaterdag 12033 Op zon- en feestdagen De toeslagen welke gelden voor werkzaamheden buiten de reguliere werktijden.
De besteksposten omvatten alle handelingen en activiteiten om gebiedsfactoren te onderbouwen (12040 t/m 12042): De werkgebieden zijn te onderscheiden in 12041 Boven de lek 12042 Onder de lek.
Bestek Distributie
Pagina 42 van 59
8
Bijlagen
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 43 van 59
8.1.
Bijlage 1 Definitielijst
Aanboring:
een directe, dan wel een met behulp van een buiszadel constructie gerealiseerde aansluiting van een aansluitleiding op de distributieleiding.
Aansluiting:
de leiding, die de drinkwaterinstallatie verbindt met de hoofd- of distributieleiding, met inbegrip van de meetinrichting en andere door of vanwege van de Opdrachtgever in of aan die leiding aangebrachte apparatuur, zoals de dienstkraan en de begrenzer, inclusief de hoofdkraan en de keerklep met de benodigde koppelingen, onder de voorwaarde, dat deze door de Opdrachtgever of een door haar gemachtigd rechtspersoon zijn aangebracht. De geveldoorvoeringen moeten waterdicht worden afgedicht.
Appendage:
leidingelement zoals afsluiter, expansiestuk, pendelstuk, isolatiekoppeling, veiligheidstoestel (zoals bedoeld in NEN 1717), drukregelaar, etc.
Brandkraan:
toestel op een leiding waarmee bluswater aan de leiding kan worden onttrokken.
Buis:
recht leidingelement met een constante inwendige middellijn over de gehele buislengte.
Cluster:
het cluster is de situatie waarbij in de uitvoering meerdere aansluitingen gebundeld worden uitgevoerd.
Combi:
de combi is de situatie waarbij in de uitvoering in een sleuf/put twee of meerdere kabels of leidingen naast elkaar worden gelegd, door de (Hoofd)Aannemer alleen, of door de (Hoofd)Aannemer en derden.
Dienstkraan:
kraan gemonteerd direct aan of op de distributieleiding waarmee de aansluitleiding naar de drinkwaterinstallatie kan worden bediend.
Distributieleiding:
leiding die aftakt van een transportleiding en waarmee drinkwater verder wordt gedistribueerd naar de aansluitingen.
Fitting, hulpstuk:
leidingelementen anders dan buizen, die verandering van richting, middellijn, aftak, etc. van de leiding mogelijk maken, benevens elementen als flensstukken, flens-spiestukken, bindflenzen, koppelingen etc
Hoofdkraan:
kraan gemonteerd na de dienstkraan en voor de watermeter (indien aanwezig), waarmee de drinkwaterinstallatie kan worden afgesloten terwijl de aansluitleiding in bedrijf blijft.
Passtuk:
het laatste buisdeel aan te brengen tussen het nieuw gelegde deel en het bestaande leidingnet.
Reguliere Werktijd:
in het bestek wordt met “reguliere werktijd(en)” bedoeld: van maandag tot en met vrijdag van 8.00 u t/m 16:30 u.
Schottenstempeling:
lichte grondkerende voorziening, bestaande uit één of meer onderdelen van de volgende elementen: stalen platen, houten planken, houten balken, stalen profielen.
Sleufbekisting:
middelzware grondkerende voorziening, bestaande uit een speciaal grondkerend systeem van stalen wanden en stempels.
Bestek Distributie
Pagina 44 van 59
Watermeter:
apparatuur bestemd voor het vaststellen van de leveringomvang, voor afrekening en voor controle van het verbruik.
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 45 van 59
8.2.
Bijlage 2 Kaart voorzieningsgebied en kengetallen
Kentallen voorzieningsgebied Oasen Item Aantal verbruiksadressen (technisch) Lengte transportleidingen Lengte distributieleidingen Indicatie aantal aansluitingen
Eenheid stuks km km stuks/jaar
Aantal 313.850 304 3495 1200
Aantal storingen bedrijfsvoering Indicatie gemiddelde duur inzet kraantje voor verhelpen storing Frequentie grote calamiteit
stuks/jaar
150
uur aantal/jaar
4 1
Aantal projecten Engineering
stuks/jaar
200
Reguliere ondersteuning van bedrijfsvoering: Ter ondersteuning van de afdeling bedrijfsvoering voor perceel Noord + Zuid zijn gemiddeld vier (4) minigravers met bediening, a 1600 uur per jaar werkzaam. Tevens zijn voor perceel Noord + Zuid gemiddeld drie (3) (hulp)monteurs, a 1600 uur per jaar werkzaam. Opheffen van storingen voor afdeling bedrijfsvoering: Ter indicatie wordt er in perceel Nood + Zuid buiten reguliere werktijd (buiten 8.00 uur tot 16.30 uur) gemiddeld drie (3) maal per week vier (4) uur (52 x 3 x 4 = 624 uur) een minigraver met bediening ingezet. Alle aantallen zijn indicatief van aard en kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Bestek Distributie
Pagina 46 van 59
8.3.
Bijlage 3 Tabel leidingmateriaal en leidingdiameter categorieën
Tabel 1: Overzicht transport- en hoofdleidingen in voorzieningsgebied Hoofdleiding (ND ≤ 315 mm)
Transportleiding (ND ≥ 400 mm)
Totaal
3674 km
304 km
3978 km
(Peildatum gegevens: november 2005) Tabel 2: Overzicht leidingen per materiaalsoort, diameter (in millimeters) en lengte (in meters) in voorzieningsgebied TOTAALOVERZICHT LEIDINGEN PER MATERIAALSOORT, DIAMETER EN LENGTE Materiaal Diameter
<50
63
75/80
90
100/110
125
150/160
200
AC
0
4.600
0
28.665
0
166.905
26.475
119.080
40.365
Beton
0
0
0
0
0
0
0
0
0
GIJ
0
680
0
13.265
8.335
84.625
25.755
40.065
23.120
GVK
0
0
0
0
0
0
0
0
0
18.115
181.455
92.515
495
7.410
179.935
1.485
100.855
28.755
230
1.390
65
70
30
2.125
65
0
0
0
0
0
0
0
3.550
425
12.705
13.050
10.110
55.520
45.900
21.950
16.825
1.119.450
2.660
538.540
259.845
0
65
0
4.580
0
10.995
1.535
2.555
3.575
ZPE
31.095
49.570
24.585
160
0
135
0
0
0
Totaal Ø
59.550
293.280
163.065
69.185
32.600
1.567.720
58.400
813.800
368.710
PE PE/Alu NOD.GIJ PVC ST
Materiaal Diameter AC
250/275
GIJ
350/400
450/500
600
700
800
900
materiaal
1000
soort 463.555
29.855
10.725
8.145
3.680
0
0
0
0
0
0
0
0
235
0
0
0
1600
1.835
3.240
8.345
895
25
0
0
0
0
0
208.350
GVK PE
300/315
Totaal
25.060
Beton
27 februari 2009
50
0
0
0
215
445
0
0
0
0
660
11.785
18.105
5.135
4.510
660
0
0
0
0
651.215
PE/Alu
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.975
2.185
4.930
1.130
6.600
16.080
7.715
0
0
0
68.370
PVC
40.210
90.000
71.625
60.205
4.170
0
0
0
0
2.337.010
ST
11.700
2.880
18.890
8.625
25.030
45.515
12.955
34.740
75
183.715
0
0
0
0
0
0
0
0
0
105.545
94.180
154.115
108.400
88.325
50.300
53.230
12.955
34.740
1.675
4.024.230
NOD.GIJ
ZPE Totaal Ø
Bestek Distributie
Pagina 47 van 59
8.4.
Bijlage 4 Standaard technische voorschriften leidingwerken
Bestek Distributie
Pagina 48 van 59
Standaard Technische Voorschriften Leidingwerken Oasen drinkwater
Ingangsdatum
: 18 februari 2009
Versie
: 1.6
Documentbeheerder
: n.t.b.
Autorisatie
: n.t.b.
Paraaf
:
Standaard technische voorschriften Leidingwerken Oasen drinkwater INHOUD 2
STANDAARD TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN (STV) 2.1 Algemeen 2.2 Beschikbaarstelling materialen en hulpmiddelen 2.3 Lossen, opslaan en vervoeren en verwerken van materialen 2.4 Controleren van buizen, hulpstukken, afsluiters en brandkranen 2.5 Schade 2.6 Plaatsbepaling en ligging kabels en leidingen 2.7 Hoofdafmetingen, uitzetten van het werk 2.8 Afzetting werkstrook en opslagterrein 2.9 Kruisingen met wegen, spoor, waterkeringen en waterlopen 2.10 Uitvoeren grondwerken, ontgraven van de leidingsleuf 2.11 Droog houden van sleuven en putten 2.12 Herstel werkstrook 2.13 Opbreken en herstellen van verhardingen 2.14 Mantelbuizen 2.15 Aanbrengen van afsluiters, brandkranen e.d. 2.16 Het maken van flensverbindingen 2.17 Leggen en stellen van pvc-leidingen 2.18 Het maken van niet trekvaste steekmofverbindingen in PVC 2.19 Het maken van trekvaste verbindingen in PVC 2.20 Leggen en stellen van HPE-leidingen 2.21 PE-leidingen (spiegel-/stuiklas) 2.22 PE-leiding (elektrolasmof) 2.23 Stalen leidingen 2.24 Leggen van stalen leidingen 2.25 Bescherming van stalen buizen en hulpstukken 2.26 Keuring van de buisbekleding 2.27 Laswerkzaamheden en keuren van lassen in stalen leidingen 2.28 Nodulair gietijzeren leidingen 2.29 Leggen van nodulair gietijzeren leidingen 2.30 Zinkers - algemeen 2.31 Grondwerk bij zinkers 2.32 Beproeven en afzinken van zinkers 2.33 Kathodische bescherming (KB) 2.34 Vullen, ontluchten, beproeven en schoonspoelen van leidingen 2.35 Aansluitleidingen 2.36 Sleufloze technieken: Gestuurde boringen en persingen 2.37 Sleufloze technieken: Raketboringen 2.38 Sleufloze technieken: Spuitzinkers
3 3 3 4 5 6 6 7 7 7 8 10 10 10 11 12 13 13 14 14 15 15 17 17 17 18 19 19 21 21 21 22 22 23 24 25 26 28 28
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2 STANDAARD TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN (STV) 2.1
Algemeen
2.1.1 De aannemer dient te zorgen voor de levering van alle benodigde bouwstoffen in de ruimste zin van het woord, behalve voor de in artikel 2.1.2 genoemde uitzondering. In de uitvoering van de werken zijn voorts begrepen alle werkzaamheden die, ter beoordeling van de opdrachtgever, uit de aard der werken voortvloeien, ook al blijken deze werkzaamheden en levering niet nadrukkelijk uit het bestek en tekening(en). 2.1.2 Het door de opdrachtgever beschikbaar te stellen materiaal wordt als bijlage opgenomen in de bij het werk behorende werk- of opdrachtomschrijving. 2.1.3 Alle werkzaamheden, leveringen en diensten, zoals beschreven in deze standaard technische voorschriften maken deel uit van het werk en zijn derhalve niet verrekenbaar, tenzij nadrukkelijk anders staat vermeld in deze standaard technische voorschriften, dan wel anders staat vermeld in de werk- of opdrachtomschrijving. 2.1.4 Deze STV wordt samen met het bestek, werk- of opdrachtomschrijving als één geheel beschouwd. Komt er enig werk voor dat in het bestek, werk- of opdrachtomschrijving niet staat vermeld, dan zijn alsnog de bepalingen van deze STV en de hierin vermelde voorschriften van toepassing. 2.1.5 De normale bedrijfsvoering van de installatie van de opdrachtgever mag niet worden gehinderd. De bestaande watervoerende transportleidingen, hoofd- en aansluitleidingen mogen slechts na overleg met de opdrachtgever worden verbroken voor een tijdsduur welke door de opdrachtgever wordt bepaald. 2.1.6 Bijzondere eisen gesteld in door derden afgegeven vergunningen, voorwaarden of op andere wijze kenbaar gemaakt, zullen in het algemeen in het bestek, werk- of opdrachtomschrijving zijn opgenomen, op de tekening(en) zijn vermeld of voor de aanbesteding aan de aannemer op andere wijze zijn medegedeeld. 2.1.7 Indien tijdens de uitvoering van de werken door ter plaatse bevoegde derden richtlijnen, aanwijzingen of bevelen worden gegeven, dienen deze na voorafgaand overleg met de opdrachtgever te worden nagekomen. 2.1.8 De aannemer dient zich te houden aan alle geldende wettelijke ARBO regels en aan de veiligheidsregels van beheerders van onder- en bovengrondse infrastructuur welke zich in de nabijheid van het werk bevinden. 2.1.9 Gedurende het project wordt –wanneer het een transportleiding betreft- niet toegestaan dat er op twee plaatsen aan de bestaande leiding tegelijkertijd gewerkt wordt. ’s nachts werken is, behalve na overleg met opdrachtgever, niet toegestaan.
2.2 2.2.1
Beschikbaarstelling materialen en hulpmiddelen De in bestek, werk- of opdrachtomschrijving genoemde materialen worden de aannemer ter beschikking gesteld op een nader overeen te komen plaats en een nader te bepalen tijdstip. Indien beschikbaar gesteld materiaal met een vervoermiddel van aannemer of opdrachtgever wordt afgeleverd, moet het lossen door en voor rekening van de aannemer geschieden, ook
Datum: januari 2009 Versie 1
-3-
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
indien dit plaats dient te vinden buiten de normale werktijden. 2.2.2
De te leveren materialen door de opdrachtgever dienen tijdig door de aannemer afgeroepen te worden, waarna de opdrachtgever de aannemer zo tijdig mogelijk in kennis stelt van de vermoedelijke datum van aankomst van deze materialen. Eventuele wachturen van de expediteur zijn voor rekening van de aannemer. Vertraging in de levering van door de opdrachtgever te leveren materialen, kan geen aanleiding zijn tot het eisen van schadevergoeding door de aannemer.
2.2.3
De aannemer dient de vrachtbrief voor materialen, appendages, enz. te controleren en deze voor ontvangst te tekenen. Binnen 2 werkdagen na de levering van de materialen dient de aannemer de vrachtbrief af te geven bij de contactpersoon van de opdrachtgever.
2.2.4
De aannemer wordt geacht de door de opdrachtgever ter beschikking gestelde materialen en hulpmiddelen ongeschonden en zonder zichtbare gebreken te hebben ontvangen, tenzij bij de overdracht het tegendeel door de opdrachtgever is vastgesteld. De aannemer tekent voor ontvangst en draagt vanaf dat moment de verantwoordelijkheid voor de hem ter beschikking gestelde materialen en hulpmiddelen. Beschadiging en/of vermissing van materialen tijdens de duur van het werk is voor verantwoordelijkheid en rekening van de aannemer.
2.2.5
Voor een ongestoorde voortgang van de werkzaamheden dient de aannemer te controleren, of alle materialen op het werk aanwezig zijn. Bij het ontbreken van enig materiaal dient de aannemer binnen twee werkdagen nadat de materialen ter beschikking zijn gesteld de opdrachtgever daarvan in kennis te stellen. Wordt dit nagelaten, of op een te laat tijdstip gemeld dan zijn de daaruit voortvloeiende kosten geheel voor de aannemer.
2.2.6
Overblijvende, ter beschikking gestelde materialen en hulpmiddelen moeten door de aannemer vóór de eerste oplevering weer schoon en in goede staat (ter beoordeling van de opdrachtgever) worden geretourneerd naar een door de opdrachtgever aangewezen locatie. Reeds samengestelde delen dienen door de aannemer uit elkaar te worden gehaald in de oorspronkelijke onderdelen. Als bewijs voor overdracht ontvangt de aannemer een retourbon.
2.2.7
Overgebleven, door de aannemer geleverde en eigendom van de opdrachtgever zijnde materialen, dienen eveneens door de aannemer geretourneerd te worden naar een door de opdrachtgever aangewezen locatie.
2.2.8
Alle door de opdrachtgever ter beschikking gestelde materialen blijven haar eigendom. Zij dienen op eerste aanmaning door de opdrachtgever op haar werkterrein te worden geretourneerd. De opdrachtgever is onherroepelijk gemachtigd om, indien de aannemer in gebreke blijft, deze materialen op kosten van de aannemer weg te laten halen en hiertoe zo nodig bij hem in gebruik zijnde gebouwen of terreinen te betreden of te doen betreden. Terug te leveren materialen dienen, indien reeds samengesteld, door de aannemer uit elkaar te worden gehaald in de oorspronkelijke delen.
2.3
Lossen, opslaan en vervoeren en verwerken van materialen
2.3.1
Bij het lossen, opslaan en vervoeren van buizen, hulpstukken, enz. moet de aannemer, ten einde beschadiging en inwendige vervuiling te voorkomen, de uiterste voorzichtigheid betrachten en alle door de fabrikant aangebrachte bescherming, zoals afschermfolie en kappen, intact laten. Lossen, opslaan en vervoeren van materialen is onderdeel van het werk.
2.3.2
Beschermkappen welke bij aankomst op het opslagterrein op de buizen ontbreken dienen zo spoedig mogelijk aangebracht te worden en dienen dit te blijven tot het moment dat de buizen gebruikt worden.
2.3.3
De aannemer moet de buizen en hulpstukken zodanig hanteren dat er geen beschadiging wordt toegebracht aan deze buizen, hulpstukken en de eventueel aangebrachte uitwendige bescherming, conform de richtlijnen van de leverancier.
2.3.4
Bij het verplaatsen van de buizen moet gebruik worden gemaakt van draagbanden van rubber, Datum: januari 2009
-4-
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
nylon of canvas, op een zodanige manier geplaatst dat doorbuiging wordt voorkomen. Stalen stroppen en kettingen mogen niet worden toegepast. 2.3.5
Indien nodig worden terreinen voor opslag door en voor rekening van de aannemer geregeld; zij moeten door en voor rekening van de aannemer worden ingericht en na beëindiging van de werkzaamheden in de oorspronkelijke staat worden opgeleverd. De terreinen dienen door en voor rekening van de aannemer te worden voorzien van een deugdelijke afzetting ten opzichte van de omgeving. Hiertoe dient goedkeuring te worden verworven door de aannemer bij de eigenaar van het terrein en de gemeente.
2.3.6
Klein hulpmateriaal, alsmede materialen voor aansluitleidingen, pvc-lijm, bouten en moeren en glijmiddel dienen te worden ondergebracht in goed afsluitbare zeecontainers. Het materiaal dient hierin overzichtelijk te zijn opgeborgen.
2.3.7
Rubberen ringen, pakkingen en ander rubbermateriaal moeten op een droge, donkere plaats worden opgeslagen.
2.3.8
Bij het opslaan van buizen van alle materiaalsoorten moet de onderste laag gelijkmatig ondersteund worden door houten onderleggers. Bij de daarop volgende lagen dienen de houten onderleggers voldoende dik te zijn zodat de buizen elkaar onderling niet kunnen raken. Het stophout moet geplaatst worden op 1 meter van beide uiteinden en om de 4 meter hier tussen in. Het stophout moet vrij zijn van bitumineuze stoffen, carbolineum of oplosmiddelen, evenals het terrein dat als opslag dient. Deze ondersteuningen mogen de buizenen/of de buisbekleding niet beschadigden. Buizen mogen niet hoger gestapeld worden dan door de fabrikant/leverancier is toegestaan i.v.m. onrondheid en/of schade aan buizen.
2.3.9
Pvc-buizen mogen niet worden vervoerd bij een temperatuur lager dan 5° C of volgens voorschrift van de leverancier.
2.3.10 Alle in deze paragraaf genoemde hulpmiddelen voor het opslaan van buizen, hulpstukken e.d. moeten door de aannemer worden geleverd. 2.3.11 Het vervoer van de ter beschikking aan de aannemer gestelde materialen is, met inachtneming van de wegen verkeerswetgeving, van de plaats van beschikbaarstelling af geheel voor verantwoordelijkheid van de aannemer. 2.3.12 Gebruik, opslag van buismaterialen, hulpstukken en hulpmaterialen dient te voldoen aan de hygiënecode KIWA, laatste uitgave.
2.4
Controleren van buizen, hulpstukken, afsluiters en brandkranen
2.4.1
Alle buizen, hulpstukken, afsluiters en brandkranen worden direct op de plaats van terbeschikkingstelling, dan wel op de opslagplaats, op het moment van overdacht door de aannemer visueel gecontroleerd.
2.4.2
De aannemer moet voor het controleren van de buizen, hulpstukken, afsluiters en brandkranen alle door de opdrachtgever nodig geachte middelen (werknemers, hulpmiddelen, enz) tot de eerste oplevering in goede staat ter beschikking stellen. Arbeidsuren t.b.v. extra controles kunnen conform eenheidsprijzen verrekend worden.
2.4.3
Zie paragraaf 2.2 voor de procedure voor afkeur van materialen. Afgekeurde materialen moeten duidelijk zichtbaar worden gemerkt en afzonderlijk worden opgeslagen. Zij zullen door de opdrachtgever door andere worden vervangen.
Datum: januari 2009 Versie 1
-5-
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
2.5
Oasen drinkwater
Schade
2.5.1
Fabricagefouten van buizen, hulpstukken e.d. welke na het transport, leggen of persen van de leiding aan het licht treden, zullen voor rekening van de opdrachtgever worden hersteld, tenzij de aannemer nalatigheid bij de controle is te verwijten.
2.5.2
Buizen en hulpstukken welke beschikbaar worden gesteld, maar door de aannemer worden beschadigd, zullen door de opdrachtgever voor rekening van de aannemer worden vervangen.
2.5.3
Beschadiging van de in- en uitwendige bekleding van stalen en gietijzeren stukken moet voor het in gebruik nemen worden hersteld en de uitwendig herstelde bekleding worden afgevonkt.
2.5.4
De aannemer blijft te allen tijde aansprakelijk voor schade aan kabels, leidingen, rioleringen enz., veroorzaakt tijdens de uitvoering van het werk. De kosten van het herstel, alsmede de gevolgen van bedrijfsstoringen in welke vorm dan ook komen voor rekening van de aannemer
2.6
Plaatsbepaling en ligging kabels en leidingen
2.6.1
De plaatsen waar de leidingen met toebehoren moeten worden gelegd, blijken uit bestek, werkof opdrachtomschrijving en/of tekening(en).
2.6.2
De juiste plaatsen van de te leggen leidingen zullen, voor zover deze niet blijken uit de verstrekte gegevens en/of door de aannemer gemaakte proefsleuven, tijdens de uitvoering van het werk door de opdrachtgever ter plaatse worden aangegeven.
2.6.3
Het terrein waarop of waarin de werken moeten worden uitgevoerd, wordt bij oplevering terug aan de opdrachtgever overgedragen in de staat waarin dit zich bevindt op de dag van de aanvang van de werkzaamheden, tenzij anders in bestek, werk- of opdrachtomschrijving staat vermeld.
2.6.4
De eventuele gegevens over bestaande kabels en leidingen welke op de tekening(en) vermeld staan zijn informatief. De aannemer is verplicht om de juistheid van die gegevens in het werk te controleren middels een KLIC-melding, waarbij de meest actuele gegevens worden opgevraagd. Bij het ontdekken van niet op de tekening(en) aangegeven kabels en leidingen moet de wettelijke eigenaar worden geïnformeerd en onmiddellijk melding worden gedaan aan de opdrachtgever.
2.6.5
Indien het voor de uitvoering van het werk noodzakelijk wordt geacht dat bestaande voorzieningen (tijdelijk) worden verlegd, geschiedt dit volgens aanwijzingen van de opdrachtgever. Alle werkzaamheden ten behoeve van de omlegging of verbreking van kabels en leidingen die redelijkerwijs noodzakelijk worden geacht, behoren tot het werk.
2.6.6
Leidingen mogen niet worden gelegd binnen een afstand van 1,5 meter ten opzichte van de buitenzijde van riool persleidingen. Indien dit het geval is dient de aannemer de opdrachtgever tijdig te waarschuwen.
2.6.7
De Aannemer is verplicht bij het aantreffen van obstakels in of boven de werkstrook, welke niet op de tekeningen vermeld staan of nader door de Opdrachtgever zijn aangegeven, direct contact op te nemen met de Opdrachtgever.
Datum: januari 2009
-6-
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
2.7
Oasen drinkwater
Hoofdafmetingen, uitzetten van het werk
2.7.1
Hoofdafmetingen van de werken zijn aangegeven op de bij dit bestek, werk- of opdrachtomschrijving behorende tekening(en).
2.7.2
Indien op de tekening(en) een peil is aangegeven, is dit het Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.), tenzij anders is vermeld. Het gebruikte peil dient tevens op de tekening vermeld te worden.
2.7.3
De aannemer dient zelf een vast hoogtepunt ten opzichte van het N.A.P. uit te zetten.
2.7.4
De aannemer zet van dit vaste hoogtepunt zelf zijn werken uit.
2.7.5
De aannemer zet de werken in richting en hoogte zelf uit aan de hand van de bij dit bestek, werk- of opdrachtomschrijving behorende tekening(en) en eventuele aanwijzingen van de opdrachtgever. De aannemer is verantwoordelijk voor de juiste hoogte, ligging en de plaats van het te maken werk.
2.7.6
De op de tekening aangegeven waterstanden zijn informatief en niet bindend. Een hogere of lagere waterstand geeft de aannemer geen recht op schadevergoeding of op wijzigingen van de bepalingen in dit bestek.
2.8
Afzetting werkstrook en opslagterrein
2.8.1
De aannemer dient voor een deugdelijke afzetting van het opslagterrein en de werkstrook te zorgen, opdat onbevoegden geen toegang hebben tot deze gebieden. Een en ander in overleg met de plaatselijke autoriteiten en de grondeigenaar/pachter.
2.8.2
In geen geval mag de aannemer bestaande afrasteringen verplaatsen, c.q. verbreken, anders dan na toestemming van de opdrachtgever en/of eigenaar.
2.8.3
Indien de aannemer andere toegangen naar de werkstrook wenst dan aangegeven op de tekeningen dient hij hier, voor de ingebruikname, zelf toestemming voor te verkrijgen. In dit geval overlegt de aannemer de opdrachtgever een getekende vrijwaring van de grondeigenaar, c.q. pachter inzake schade en vergoedingen.
2.8.4
Voor het einde van de werktijd dient elke dag de afrastering en de werking van eventueel geplaatst schrikdraad te worden gecontroleerd op deugdelijkheid. Eventuele reparaties dienen direct te worden uitgevoerd.
2.8.5
De aannemer is aansprakelijk voor alle schade binnen en buiten de werkstrook, welke de gebruiker mocht lijden ten gevolge van het niet deugdelijk zijn van de afrastering. Hij zal de opdrachtgever ter zake vrijwaren tegen aanspraken van gebruikers en een eventueel op te stellen schaderapport mede ondertekenen.
2.9
Kruisingen met wegen, spoor, waterkeringen en waterlopen
2.9.1.
De Aannemer dient namens de Opdrachtgever tijdig, vóór de aanvang van het maken van iedere weg-, in- en uitrit, parkeerplaatskruising e.d. in overleg te treden met de eigenaar, beheerder en/of gebruiker van het te kruisen object. De gemaakte afspraken worden door de Aannemer in een besprekingsverslag vastgelegd en aan de betrokkenen ter informatie toegezonden, terwijl het verslag tevens aan de Opdrachtgever ter hand wordt gesteld.
2.9.2
Bij het maken van kruisingen dienen de beperkingen en eisen, die de eigenaar, beheerder
Datum: januari 2009 Versie 1
-7-
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
en/of gebruiker daaraan stelt te worden opgevolgd en zijn verrekenbaar. In het algemeen zal gelden dat wegen niet voor verkeer mogen worden afgesloten. In overleg met de eigenaar, beheerder en/of gebruiker dient overeenstemming te bestaan ten aanzien van de te treffen voorzieningen. 2.9.3
Overige kruisingen (met waterkeringen, met waterlopen, met tramspoor of treinspoor) dienen te worden gemaakt zoals aangegeven in de projectdocumenten en overeenkomstig de voorwaarden van de voor de betreffende kruising verleende vergunning
2.9.4
Voor het maken van tijdelijke doorgangen in bestaande omheiningen moet de Aannemer overleg plegen met de grondeigenaar, -gebruiker en/of de -beheerder. De omheiningen ter plaatse van de tijdelijke doorgangen dienen in de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht. De Aannemer dient de gemaakte tijdelijke doorgangen in de omheiningen en de gemaakte tijdelijke afrasteringen te onderhouden. Kosten komen voor verrekening in aanmerking op basis van nacalculatie en, indien van toepassing bij landelijke buitengebieden, conform de LTO-vergoedingen.
2.10 Uitvoeren grondwerken, ontgraven van de leidingsleuf 2.10.1 Indien aan de werk of opdrachtomschrijving een cultuurtechnisch rapport is toegevoegd dient overeenkomstig gehandeld te worden. De bepalingen van dit cultuurtechnisch rapport gaan boven de in het bestek opgenomen bepalingen. 2.10.2 Indien bestaande, maar "verlaten" leidingen verwijderd dienen te worden is dit vermeld in de opdracht. Bij het verwijderen van asbest cement buizen dient met betrekking tot de verwerking gehandeld te worden overeenkomstig de bij de opdrachtgever gehanteerde normen welke zijn vastgelegd in het Arbeidsinformatieblad 3 (AI-3). 2.10.3 De zich binnen de werkstrook bevindende obstakels, zoals afrasteringen, hekken e.d. dienen, na door de aannemer fotografisch te zijn vastgelegd, te worden verwijderd en zorgvuldig te worden opgeslagen. Indien tijdens het verwijderen hiervan schade ontstaat, dient de aannemer bij herplaatsing deze schade te herstellen, kosten hiervan zijn voor rekening aannemer. Indien de aannemer van mening is dat een obstakel zich in een dermate slechte staat bevindt, dat bij het verwijderen grote schade zal ontstaan, dient hij voor de verwijdering hiervan de opdrachtgever te waarschuwen, waarna een rapport zal worden opgemaakt. 2.10.4 Voor het graven van sleuven voor kunststof buizen met een middellijn van 300 mm en groter, dient de graafmachine te worden voorzien van een bak die halfrond is geprofileerd op de uitwendige middellijn van de te leggen buizen, zodat de buizen bij het leggen liggen opgesloten in de ongeroerde grond. 2.10.5 De dekking boven de leiding in de veldstrekkingen na eventueel opgetreden klink dient minimaal 0,8 meter te bedragen voor distributieleidingen en 1,0 meter voor transportleidingen. Alleen indien in overleg met de opdrachtgever de dekking meer dan 0,2 meter afwijkt (in positieve of in negatieve zin) kan verrekening plaatsvinden. De dekking boven de leiding ter plaatse van de kruising met A-watergangen (primair) dient minimaal 2,0 meter te bedragen ten opzichte van de vaste bodem van de watergang. Een kleinere dekking is alleen toegestaan indien een bescherming boven de leiding wordt aangebracht, dit ter beoordeling van de opdrachtgever en de vergunning verlener. De dekking boven de leiding ter plaatse van de kruising met B-watergangen (secundair) dient minimaal 1,5 meter te bedragen ten opzichte van de vaste bodem van de watergangen. Een kleinere dekking is alleen toegestaan indien een bescherming boven de leiding wordt aangebracht, dit ter beoordeling van de opdrachtgever en de vergunning verlener.
Datum: januari 2009
-8-
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.10.6 De bodem van een sleuf dient op de juiste diepte vlak te worden afgegraven en moet vrij zijn van scherpe voorwerpen en obstakels. 2.10.7 Ter plaatse van de verbindingen behoort de sleufbodem iets verdiept te worden, zodanig dat de moffen vrij komen te liggen. 2.10.8 De uitkomende grond dient gescheiden naar grondsoort te worden opgeslagen en in omgekeerde volgorde als aanvulling in de sleuf te worden aangebracht, tenzij anders in de opdracht staat vermeld. 2.10.9 De aanvullingen dienen te geschieden in lagen tot circa 30 cm boven de buis. De lagen moeten stuk voor stuk met stampers worden verdicht, zie ook paragraaf 2.13.6. Bij de eerste laag moet erop worden gelet dat ook de grond onder de buis zo goed mogelijk wordt verdicht. De grond die voor de aanvulling gebruikt wordt, moet vrij zijn van puin en scherpe voorwerpen. Het aanrijden van de sleuf door middel van auto's of andere voertuigen met banden is niet toegestaan. 2.10.10 Overtollige en of afgekeurde grond moet door de aannemer volgens aanwijzingen van de opdrachtgever worden verwerkt of naar een nader aan te wijzen plaats worden afgevoerd. Eventuele stortingskosten, laden, vervoeren, lossen en opdraaien zijn na overleg verrekenbaar. 2.10.11 Waar op de bodem van de sleuf of onmiddellijk daaronder oud metselwerk, stenen, palen of andere voorwerpen worden aangetroffen, welke een gelijkmatige zetting van de leiding kunnen verhinderen, moeten deze tot op 30 cm onder de vastgestelde sleufdiepte worden verwijderd en moet de ontstane ruimte met bruikbare grond worden aangestampt of ingewaterd. Dit artikel is tevens van toepassing voor zinkers, waarbij voor zinkers niet een maat van 30 centimeter, maar een maat van 1 meter rondom de zinker geldt (in de eindsituatie). Bij het vinden van oud metselwerk, oude fundatie en/of andere voorwerpen dient de opdrachtgever onmiddellijk te worden gewaarschuwd. 2.10.12 Daar, waar door bedrijven achterliggend land moet worden bewerkt en daartoe de werkstrook moet worden gekruist, wordt ter plaatse van de overgangen de sleuf na aanvulling bedekt met dragline-schotten of ander gelijkwaardig materiaal, waarvan de sterkte minimaal moet voldoen aan verkeersklasse 15. Deze moeten blijven liggen tot de opdrachtgever bepaalt dat ze kunnen worden verwijderd. 2.10.13 De sleuf moet na het leggen van de buis direct worden aangevuld ter bescherming tegen opdrijven van de buis. Voordat de sleuf wordt gedicht, dient op 30 cm boven de buis een waarschuwingslint te worden aangebracht. Dit lint wordt door de opdrachtgever beschikbaar gesteld. In principe dienen de sleuven aan het einde van de werkdag geheel gevuld en verdicht te zijn, in overleg met opdrachtgever kan hiervan afgeweken worden. 2.10.14 Bomen en struiken in het tracé dienen te worden gespaard, tenzij de opdrachtgever in bestek, werk- of opdrachtomschrijving heeft aangegeven welke bomen, c.q. struiken mogen worden verwijderd. 2.10.15 Daar waar overpaden worden verbroken, dienen deze zo snel mogelijk te worden hersteld in dezelfde materiaalsoort als daarvoor aanwezig was. 2.10.16 Daar waar kruisingen met watergangen of bestaande drainage moeten worden uitgevoerd, dient de aannemer de aanwijzingen van de opdrachtgever of vergunningverlener betreffende de waterafvoer van de watergang nauwkeurig uit te voeren. De aannemer zorgt ervoor, zo nodig door het slaan van tijdelijke damwanden, dat aan de oevers geen grondverschuivingen kunnen plaatsvinden en het eventuele verkeer zoveel mogelijk ongehinderd doorgang kan vinden. 2.10.17 Indien door de opdrachtgever in de werkomschrijving grondverbetering is voorgeschreven, Datum: januari 2009 Versie 1
-9-
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
dient de uitkomende grond te worden verwerkt volgens de in paragraaf 2.10.10 opgenomen voorwaarden over het verwijderen van overtollige grond. 2.10.18 Aanvullingszand of aanvullingsaarde die door de aannemer wordt geleverd dient te zijn voorzien van een schoon-grond-verklaring. 2.10.19 De afstand tot leidingen of kabels van derden dient in overleg met de opdrachtgever te worden bepaald. 2.10.20 Bij kruisingen van leidingen met duikers, riolen en andere leidingen, kabels, enz. moeten de leidingen volgens aanwijzing van de opdrachtgever daar overheen of onderdoor worden gevoerd. 2.10.21 De polderpeilen in de watergangen moeten worden opgevraagd bij de vergunning verlenende instantie(s).
2.11 Droog houden van sleuven en putten 2.11.1 Alle werken dienen in den droge te worden uitgevoerd behalve daar, waar op de tekening(en) zinkers zijn aangegeven. 2.11.2 De aannemer moet zodanige maatregelen treffen dat tijdens het leggen van de buis en het maken van de verbindingen geen grondwater (of overige) uit de sleuf in de leiding kan komen. 2.11.3 Open bemaling is niet verrekenbaar, tenzij dit in de opdracht nadrukkelijk is vermeld. 2.11.4 Bronbemaling is alleen verrekenbaar, indien vooraf toestemming is verleend door de opdrachtgever. Putbemaling is voor hoofdleidingen/aansluitleidingen te allen tijde verrekenbaar conform eenheidsprijzen. 2.11.5 Voor het plaatsen van de bronbemaling dient de aannemer een volledig bemalingsplan in ter goedkeuring van de opdrachtgever. Deze goedkeuring ontheft de aannemer geenszins van zijn verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de bemaling. In overleg met opdrachtgever wordt afgestemd of de aannemer alle vergunningen en toestemmingen tot onttrekking en tot lozing van het opgemalen water verzorgt. Melden bij de provincie is verplicht. Indien voor de vergunning of het lozen van bemalingswater kosten moeten worden verrekend aan het bevoegd gezag, dan zijn deze voor rekening van opdrachtgever.
2.12 Herstel werkstrook 2.12.1 De aannemer dient de werkstrook en de opslagterreinen na de uitvoering van het werk op te leveren in de oorspronkelijke staat, tenzij anders staat vermeld in de opdracht. 2.12.2 In de wegbermen, welke in het gebied liggen dat in cultuur is gebracht, dient door de aannemer gras (grasmengsel van het soort B3 of een ander door de opdrachtgever voor te schrijven mengsel) te worden ingezaaid.
2.13 Opbreken en herstellen van verhardingen 2.13.1 Zonder uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtgever (en daarmee van de wegbeheerder) mag niet met het opbreken van de verharding in de openbare weg worden begonnen. 2.13.2 De in openbare wegen gemaakte sleuven moeten elke dag voor het einde van de werktijd worden gedicht, tenzij in de werkomschrijving anders staat vermeld; dit mag met een noodbestrating. Ingravingen dienen, afhankelijk van de gestelde tijd door de betreffende Datum: januari 2009
- 10 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
gemeente, ruim voor aanvang gemeld te worden bij de desbetreffende wegbeheerder. 2.13.3 Het profiel van de sleuven, dat ten behoeve van de aanleg van de leiding in de wegverharding wordt gemaakt, dient tot een minimum te worden beperkt. 2.13.4 Het opgebroken verhardingsmateriaal dat niet uit klinkers of tegels bestaat en ander niet her te gebruiken materiaal, moet worden afgevoerd op een door de aannemer aan te geven en door de opdrachtgever goed te keuren plaats. Dit materiaal dient binnen één week na het herstel van de verharding door van de aannemer te worden afgevoerd naar deze plaats. Er dient een kopie van het stortbewijs aan de opdrachtgever overhandigd te worden. Alle eventuele kosten voor het verkrijgen van een schoon-grond verklaring en stortingskosten komen voor rekening van de opdrachtgever. 2.13.5 Bij herstraten vult de aannemer de ontbrekende of gebroken tegels, c.q. klinkers aan. 2.13.6 Het aanvullen en verdichten van de sleuven en werkgaten in de wegen en bermen dient te geschieden met uitkomende grond, overeenkomstig de eisen van de wegbeheerder. Minimaal dienen de aanvullingen laagsgewijs met behulp van een trilplaat te worden verdicht, tenzij de wegbeheerder of de opdrachtgever anders voorschrijft. 2.13.7 Voor openbare wegen dient de aannemer rekening te houden met het aanbrengen van een noodbestrating. Na het inklinken dient de definitieve bestrating te worden aangebracht. 2.13.8 Daar waar verzakkingen optreden in de verharding, moet de aannemer op eerste aanwijzing van wegbeheerder of opdrachtgever reparaties verrichten, ook al zouden deze buiten de normale werktijden vallen. 2.13.9 Bij werkzaamheden in de openbare weg dient de aannemer alle verkeersmaatregelen te treffen die nodig zijn. Hij dient deze verkeersmaatregelen tevens te onderhouden, dagelijks te controleren op hun deugdelijke werking en te zorgen dat zij functioneren. Verrekening van de wegafzettingen is voor werkzaamheden aan hoofdleidingen/aansluitleidingen mogelijk via de eenheidsprijzen. 2.13.10 Bij het definitief herstellen van straten en trottoirs dient de aannemer gedurende de onderhoudstermijn aantoonbaar meerdere inspecties te hebben uitgevoerd op de deugdelijkheid en veiligheid van het geleverde straatwerk. Eventuele reparaties dienen terstond te worden uitgevoerd en zijn niet verrekenbaar
2.14 Mantelbuizen 2.14.1 Bij kleine lengtes ( < 9 meter) van de mantelbuis dient de watervoerende buis geen verbinding te bevatten. Bij grotere lengtes (>= 9 meter) van de mantelbuis moet de verbinding welke in de watervoerende buis voorkomt, trekvast zijn. 2.14.2 De uiteinden van de mantelbuis dienen vrij te zijn van bramen of scherpe randen, die de watervoerende buis kunnen beschadigen. 2.14.3 Alvorens de watervoerende buis in de mantelbuis te brengen, dient de aannemer zich ervan te overtuigen dat de mantelbuis goed schoon is, geen afwijkende inwendige middellijn heeft en rond is. De mantelbuis moet tevens recht liggen, zodat de watervoerende buis niet vastloopt bij het inbrengen. 2.14.4 Rond de watervoerende buis moeten over de lengte van de doorvoering centreerbeugels worden aangebracht. Voor de aantallen en diameters van de centreerbeugels wordt verwezen naar de eisen van de leverancier. 2.14.5 Ten einde het binnendringen van grond te voorkomen, moeten de uiteinden van de mantelbuis van gemonteerde rubberslabben/-manchetten worden voorzien. Datum: januari 2009 Versie 1
- 11 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.15 Aanbrengen van afsluiters, brandkranen e.d. 2.15.1 Vlinderkleppen, afsluiters en brandkranen moeten zuiver verticaal worden gesteld. 2.15.2 De verlengstukken van de spindels en de schutbuizen moeten, indien zij ten gevolge van een grotere of eventueel kleinere gronddekking niet de gewenste lengte hebben, op aanwijzing van de opdrachtgever worden veranderd. 2.15.3 Brandkranen dienen zo geplaatst te worden dat de lange as evenwijdig komt aan de as van de weg, waarin ze worden opgesteld. 2.15.4 Op elke afsluiter en brandkraan dient een straatpot te worden geplaatst, welke door de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld. 2.15.5 Op aanwijzing van de opdrachtgever dient op afsluiters/vlinderkleppen een aanwijspaal en/of kenmerkplaat te worden aangebracht. De kenmerkplaten (indien gewenst) dienen op aanwijzing van de opdrachtgever te worden aangebracht op muren of kunststof aanwijspalen. Aanwijspalen en kenmerkplaten worden door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. 2.15.6 Bij geplaatste brandkranen worden geen aanwijspalen en/of kenmerkplaten aangebracht, tenzij in de betreffende opdracht anders staat vermeld.
Datum: januari 2009
- 12 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.16 Het maken van flensverbindingen 2.16.1 Flensverbindingen van hulpstukken, afsluiters en brandkranen moeten worden gemaakt met toepassing van flenspakkingringen. Een uitzondering hierop vormt een trekvast E-stuk. Levering dient te geschieden overeenkomstig de materiaalstaat. 2.16.2 Het aandraaien van de bouten dient kruiselings te geschieden. Het aandraaimoment mag niet groter of kleiner zijn dan volgens de opgave van de fabrikant. Dit dient te gebeuren met een momentensleutel. 2.16.3 De flenzen van de schuifafsluiters, vlinderklepafsluiters, brandkranen en hulpstukken zijn geboord overeenkomstig de flenzen PN 10 van bijlage B van NEN 7115, tenzij anders is aangegeven. 2.16.4 De flensverbindingen dienen te worden gemaakt met moerbouten, vervaardigd van roestvast staal (RVS), te weten de bouten in kwaliteit A2 (304) ISO 4014, de moeren in kwaliteit A2 (304) ISO 4032 en de sluitringen in kwaliteit A2 (304) ISO 7089. Vanaf diameter 400 mm dienen de toe te passen pakkingen flenspakkingen met staalkern te zijn van Eriks G-ST van het type Elastomet NBR PN 10. Afhankelijk van de aanwijzingen van de opdrachtgever dienen de bouten, moeren, ringen en pakkingen door de aannemer te worden geleverd. Tenzij anders vermeldt mogen flenspakkingen, RVS-bouten en -moeren niet worden hergebruikt.
2.17 Leggen en stellen van pvc-leidingen 2.17.1 Bij een temperatuur van 5°C of lager mogen geen pvc-leidingen worden gelegd. 2.17.2 Voordat de buizen in de sleuf worden neergelaten, moeten harde voorwerpen, die eventueel op de bodem van de sleuf zijn blijven liggen, worden verwijderd. 2.17.3 De leiding moet, overeenkomstig de legvoorschriften van de leverancier/fabrikant, met zorg worden gelegd, zodanig dat strak werk ontstaat. Stijgingen en dalingen moeten zo gelijkmatig mogelijk verlopen. 2.17.4 Waar duikers, riolen en leidingen welke niet kunnen worden opgeruimd of veranderd met hun bovenkant op minder dan 30 cm onder de onderkant van de te leggen leidingen blijven liggen, mogen op deze plaats geen verbindingen worden aangebracht. 2.17.5 Bij het maken van flauwe bochten in leidingen met mofverbindingen mag de hoekverdraaiing welke twee opeenvolgende buizen met elkaar maken, nooit meer bedragen dan volgens de voorschriften van de leverancier toelaatbaar wordt geacht. 2.17.6 Buizen en hulpstukken die in de sleuf worden verbonden, moeten zo vlug mogelijk nadat de afschermkap is weggenomen, met het voorgaande onderdeel worden verbonden. 2.17.7 Reiniging van buizen en hulpstukken dient te geschieden overeenkomstig de hygiënecode drinkwater (uitgave KIWA, meest recente versie). 2.17.8 Zand, vuil of andere vreemde voorwerpen welke ondanks de genomen voorzorgsmaatregelen bij het leggen in de leidingen zijn terecht gekomen, moeten door de aannemer worden verwijderd. 2.17.9 PVC leidingen mogen niet in de onmiddellijke nabijheid (< 1 meter) worden gelegd van leidingen met een wandtemperatuur van boven de 30°C. Indien dit het geval is, dient de aannemer de opdrachtgever te waarschuwen. 2.17.10 PVC en HPE leidingen mogen niet worden gelegd in de directe nabijheid van huidige of reeds verlaten benzinestations of daar, waar sprake is van bodemverontreiniging met stoffen die voor PVC of HPE gevaarlijk zijn. In overleg met de opdrachtgever zal voor een alternatieve oplossing gekozen moeten worden. Eventueel hieruit voortvloeiende meerkosten zijn verrekenbaar. Datum: januari 2009 Versie 1
- 13 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.17.11 Bij het leggen van PVC-leidingen mag geen gebruik worden gemaakt van perkoenpalen, baddingen, balken e.d. welke geïmpregneerd zijn met een voor pvc schadelijk middel. 2.17.12 Aanboringen die niet op de bij de werkomschrijving of opdracht behorende tekening(en) staan aangegeven behoeven de goedkeuring van de opdrachtgever en dienen uitgevoerd te worden met daarvoor geëigend gereedschap. 2.17.13 Indien vanwege verontreinigde grond SLA buis toegepast dient te worden, kunnen de extra uitvoeringskosten apart verrekend worden.
2.18 Het maken van niet trekvaste steekmofverbindingen in PVC 2.18.1 De verbinding moet worden gemaakt volgens voorschriften van de leverancier. 2.18.2 Bij het tot stand brengen van de PVC-steekmofverbindingen dient, ter bevordering van een gemakkelijk glijden van de rubbermanchet over de buis, een door de opdrachtgever ter beschikking te stellen glijmiddel (KIWA gekeurd) te worden toegepast. Hierbij dient de gebruikshandleiding van de leverancier te worden gevolgd. Het glijmiddel dient hygiënisch te worden aangebracht op het spie-eind van de buis. 2.18.3 Voordat de sleuf wordt gedicht, moeten alle verbindingen visueel zijn gecontroleerd. De verbindingen moeten vrij zijn van torsiespanningen en de hoekverdraaiing van de mof mag niet groter zijn dan de helft van de door de fabrikant opgegeven waarde (in verband met mogelijke restzettingen). 2.18.4 Het aanbrengen van spatkrachtconstructies voor de op de tekening(en) aangegeven bochten, T-stukken en eindpunten geschiedt op de door de opdrachtgever voor te schrijven wijze. Indien de spatkrachtconstructie niet op tekening is aangegeven, wordt deze op aanvraag van de opdrachtgever aangebracht. 2.18.5 De voorzieningen uit het vorige lid worden eveneens aangebracht bij horizontaal en verticaal geplaatste bochten, bijzondere hulpstukken e.d. welke voorkomen in leidingen met niet trekvaste verbindingen. 2.18.6 De aan te brengen spatkrachtconstructie is zodanig dat op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen voldoende waarborg tegen het uit elkaar trekken van de verbindingen wordt verkregen, ook bij de geldende beproevingsdruk. Bij tijdelijke eindpunten wordt de spatkrachtconstructie zodanig aangebracht dat deze weer gemakkelijk verwijderd kan worden. 2.18.7 In het geval van niet-trekvaste verbindingen dienen bij bochten stempelpalen gebruikt te worden.
2.19 Het maken van trekvaste verbindingen in PVC 2.19.1 Te allen tijde dienen de montagevoorschriften van de leverancier/fabrikant opgevolgd te worden.
Datum: januari 2009
- 14 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.20 Leggen en stellen van HPE-leidingen 2.20.1 Bij een temperatuur van 0°C of lager mogen geen hpe-leidingen worden gelegd.
2.20.2 Voorts zijn alle overige bepalingen van paragraaf 2.17 (leggen en stellen van PVC leidingen) van toepassing.
2.21 PE-leidingen (spiegel-/stuiklas) Algemeen 2.21.1 De PE-buizen dienen door de aannemer onderling te worden verbonden door middel van een spiegellas, elektrolas of steekmof. Indien de opdrachtgever bepaalt dat elektrolasmoffen zijn toegestaan, dient gehandeld te worden overeenkomstig de voorschriften van de leverancier. 2.21.2 De lasapparatuur, de lasvoorbereiding en de lasuitvoering moeten voldoen aan de eisen, zoals deze zijn gesteld in de "Lasmethodespecificatie voor het stuiklassen van buizen en hulpstukken van polyetheen met en dichtheid gelijk of groter dan 930 kg/m3, (ontwerp NEN 7200). 2.21.3 De aannemer moet op de bouwplaats middelen (bijv. lastent) gebruiken om het laswerk te beschermen tegen weersinvloeden en ander ongunstige omstandigheden (w.o. tocht), welke de kwaliteit van het laswerk kunnen schaden. Hij moet er voor zorgen, dat de omgevingstemperatuur tenminste 5°C is. De gebruikte (verwarmings-)methode moet door de keuringsinstantie worden aanvaard (geen open vlam). De buiseinden dienen tijdens het lassen en afkoelen in verband met tocht op deugdelijke wijze te worden afgedicht. 2.21.4 Voor de aanvang van het laswerk kan door de opdrachtgever worden bepaald dat een proeflas gemaakt dient te worden. Eerst nadat van de opdrachtgever een verklaring is ontvangen dat de gemaakte proeflas aan de gestelde eisen voldoet, mag worden overgegaan tot het uitvoeren van de spiegellas. De kosten die de keuringsinstantie hiervoor berekent, zijn voor rekening van de aannemer. 2.21.5 Inwendig dienen alle lasrillen te worden verwijderd.
lasapparatuur 2.21.6 Het lasapparaat moet voldoen aan alle daarop aangegeven veiligheidsvoorschriften en gebouwd zijn voor gebruik op bouwwerken en in het veld (druipwater- en stofdicht en geschikt voor omgevingstemperaturen van ca. -15° tot +50°C). 2.21.7 Van het lasapparaat moet de hefboomverhouding of plunjerverhouding op het werk bekend zijn. 2.21.8 Voor flenzen en hulpstukken waarbij geen correctie van de onrondheid nodig is, zijn aangepaste klemstukken toegestaan, mits deze de oppervlakken van de flenzen en hulpstukken niet beschadigen.
lasvoorbereiding
Datum: januari 2009 Versie 1
- 15 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.21.9 De maatverschillen van de buiseinden, ten gevolge van onrondheid en dikteverschillen binnen de aanvaarde toleranties, moeten gelijkmatig over de omtrek van de naad worden verdeeld. 2.21.10 Bij buizen met een grote middellijn kunnen correcties op de onrondheid geschieden met hulpstukken, die bij de kleminrichting zijn ingebouwd of kunnen worden aangebracht.
lasuitvoering 2.21.11 Het laswerk dient te geschieden volgens de Lasmethodespecificatie (ontwerp NEN 7200) en de voorschriften van de leverancier/fabrikant van het lasapparaat; de hierin genoemde parameters moeten worden gehanteerd. .
lassersbekwaamheid 2.21.12 De in te zetten lasser moet beschikken over een door de R.T.D. afgegeven lasserskwalificatie (niet ouder dan 1 jaar), verkregen voor het lassen van PE-buizen.
onderzoek 2.21.13 Ten behoeve van de lascontrole dienen de buizen los van de grond opgesteld te worden. 2.21.14 Het visuele onderzoek geschiedt gedurende en na het maken van de las en bestaat uit controle op scheuren, verontreinigingen, andere beschadigingen, gelijkmatigheid van de ril. 2.21.15 Als aanvulling op het visuele onderzoek kunnen de gemaakte lassen door middel van ultrasone, radiografische of andere, door de opdrachtgever te bepalen, methoden worden gecontroleerd. Afgekeurde lassen dienen op eerste aanzegging van de opdrachtgever te worden verwijderd en opnieuw te worden gelast; deze kosten alsmede de keuringskosten van een onafhankelijke keuringsinstantie zijn voor rekening van de aannemer. 2.21.16 Indien de keuringsinstantie of de opdrachtgever twijfelt aan de kwaliteit van het laswerk, kan een mechanisch onderzoek op één of meerdere lassen volgen.
keuring 2.21.17 De opdrachtgever dan wel een door de opdrachtgever aangewezen keuringsinstantie keurt het werk. De uitspraak van de opdrachtgever is bindend. De kosten hiervoor zijn voor de opdrachtgever. 2.21.18 De aannemer moet lasgebreken herstellen onder voorwaarde dat de keuringsinstantie of opdrachtgever vooraf met het herstel en de herstelmethode heeft ingestemd. 2.21.19 De aannemer moet de afgekeurde las herstellen, waarbij deze las, met de aansluitende buiseinde minimaal lang 50 mm, verwijderd moeten worden. 2.21.20 De aannemer moet de keuringsinstantie of opdrachtgever aantonen dat de vervangen las aan de specificatie voldoet.
herkeuring 2.21.21 Bij afkeuring van één der lassen zal de vervangende las, alsmede een extra las op kosten van de aannemer worden onderzocht en gekeurd.
kwaliteitseisen voor de lassen 2.21.22 De rilvorm is een maatstaf voor acceptabel laswerk. De rilbreedte van de lasmethodekwalificatie dient als basis voor de beoordeling van de produktielassen en moet liggen binnen Datum: januari 2009
- 16 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
de in de voorschriften van de leverancier/fabrikant vermelde grenzen.
2.22 PE-leiding (elektrolasmof) 2.22.1 De lasprocedure dient geheel volgens voorschriften van de buizenfabrikant en de leverancier/fabrikant van de lasapparatuur te worden uitgevoerd. Daarnaast is de werkwijze zoals beschreven in paragraaf 2.21 van toepassing.
2.23 Stalen leidingen 2.23.1 De specificaties voor de kwaliteit van de toe te passen stalen leidinggedeelten, zoals buizen en hulpstukken, staan vermeld in de werk- of opdrachtomschrijving. De specificaties van de in- en uitwendige bekleding van de stalen buizen zijn eveneens in de werk- of opdrachtomschrijving opgenomen. 2.23.2 Voor zover in het werk sprake is van "lasspecificaties" wordt hiermede bedoeld de voorschriften uit NEN 3650. 2.23.3 Voor controle op niet visueel waar te nemen fouten in de bekleding dient de aannemer zorg te dragen voor een goed functionerend afvonkapparaat 2.23.4 Indien, bij aankomst van de buizen op het werk, de buizen zijn beschadigd, dit uitsluitend volgens de beoordeling van de opdrachtgever, moeten deze buizen over voldoende lengte worden afgesneden en de nieuwe uiteinden weer worden voorbewerkt volgens de "lasspecificaties". 2.23.5 De stalen buizen welke door de opdrachtgever ter beschikking worden gesteld zijn aan de uiteinden voorzien van afgeschuinde kanten volgens de "lasspecificaties". 2.23.6 Knikken in de leiding bestaan in het algemeen uit verstekbochten (max. 15°), welke in het werk volgens de tekening uit rechte buis moet worden vervaardigd. De aan te brengen lassokken moeten ter plaatse uit "kale" naadloos stalen buis worden vervaardigd. 2.23.7 De aan te brengen voorlasflenzen zijn geboord volgens ND 10. De juiste plaats in de leiding van de aan te brengen lassokken, voorlasflenzen en toestellen dient in overleg met de opdrachtgever te geschieden.
2.24 Leggen van stalen leidingen 2.24.1 Bij levering dienen PVC-beschermkappen op de buizen aanwezig te zijn. Ten alle tijden dient voorkomen te worden dat ongewenst materiaal door de open einden van reeds aan elkaar gelaste buislengten binnenkomt. De beschermkappen moeten in ieder geval na het beëindigen van de dagelijkse werkzaamheden worden aangebracht. 2.24.2 De buizen moeten met zo weinig mogelijk materiaalverlies worden pas gesneden. Bij het op maat afsnijden van buizen en/of bochtstukken moet de aannemer de einden weer voorzien van dezelfde afschuining als de geleverde buis. Elke snede moet hiertoe zorgvuldig en met behulp van een bevelmachine worden afgeschuind en daarna gereinigd van verbrand materiaal, waarbij erop moet worden gelet dat geen metaalbramen in het inwendige van de buis kunnen komen. Inwendige bekleding dient ter voorkoming van beschadigingen beschermd te worden. 2.24.3 De aannemer dient de ligging der buizen op zodanige wijze te projecteren en in te meten, dat het aantal afgesneden stukken korter dan 1,5 D met een minimum lengte van 1,00 m, zo gering mogelijk is. 2.24.4 De minimum afstand tussen twee rondgaande lassen dient, behoudens mijterbochten, steeds Datum: januari 2009 Versie 1
- 17 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
1,5 D met een minimum van 1,00 m te bedragen, terwijl er zich over een afstand van 8,00 m ten hoogste drie rondgaande lassen mogen bevinden. 2.24.5 De opdrachtgever bepaalt in hoeverre afgesneden stukken nog in de leiding zullen worden verwerkt. Alle afgesneden nog te verwerken stukken dienen steeds naar voren te worden gebracht om op een geschikte plaats in een betreffende leiding te worden gelast; niet verwerkbare stukken dienen te worden verzameld om naar een door de opdrachtgever aangewezen opslagterrein te worden vervoerd. Hele lengten dienen zo weinig mogelijk te worden versneden. 2.24.6 Alle afgesneden stukken groter dan 1,00 m met een minimum van 1,5 D en kleiner dan 6,00 m, welke niet in de leiding zijn gelast, zullen de aannemer in rekening worden gebracht, tenzij dit is geschied na overleg en met toestemming van de opdrachtgever. 2.24.7 Indien bij het verwerken van de buizen of bij het lassen geconstateerd wordt dat het materiaal een dubbeling vertoont, moet dit onmiddellijk aan de opdrachtgever worden gemeld. De betreffende lengte buis mag niet in de leiding worden verwerkt. 2.24.8 Het stellen en uitlijnen en reinigen van de laskanten dient te geschieden overeenkomstig de "lasspecificaties". 2.24.9 De afstand van de kathodisch beschermde stalen leiding tot leidingen of kabels van derden dient tenminste 1,50 m te bedragen, of anders in overleg met de opdrachtgever te worden bepaald.
2.25 Bescherming van stalen buizen en hulpstukken Uitwendig PE-beklede buizen 2.25.1 Elke gemaakte lasverbinding en/of flensverbinding, alsmede het eventuele in de leiding verwerkte niet PE- beklede (kale) staal dient door de aannemer te worden voorzien van een PE-bekleding, krimpsleeves of met glasvezel versterkte epoxy, volgens de huidige NEN normen. Het aanbrengen en herstellen van PE-bekleding dient te geschieden overeenkomstig NEN 6902 en NPR 6903, uitvoeringsklasse: 1 laag primer, 2 lagen AS40+ en 2 lagen R41, of volgens nadere door de opdrachtgever te geven aanwijzingen, behoudens indien in de “technische omschrijvingen” krimpmanchetten overeenkomstig DIN 30672 en DIN-EN 12068 worden voorgeschreven. 2.25.2 Zowel de nieuw aangebrachte PE-bekleding als de bestaande PE-bekleding moet door de aannemer volgens de laatste NEN normen door middel van afvonken ten genoegen van de opdrachtgever worden gecontroleerd. Beschadigingen dienen direct door de aannemer te worden hersteld, waarin begrepen de levering van de benodigde materialen. De rapportage van het afvonken dient binnen 5 werkdagen aan de opdrachtgever te worden toegezonden. 2.25.3 Stalen flensverbindingen dienen na druktesten te worden ingepakt met PE-band. 2.25.4 De leidingdelen aangelegd in open ontgraving dienen voorafgaand aan de uitvoering een meting te ondergaan ten aanzien van de juistheid van bekleding volgen de huidige NEN normen.
Inwendig gecementeerde buizen Datum: januari 2009
- 18 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.25.5 Bij buizen van ∅ 500 mm en kleiner wordt de cementbekleding 3 à 5 mm terug gehouden van het spie-eind, overeenkomstig DIN 2614, of loopt de cementbekleding door en dient een uitwendige lasmof te worden aangebracht. 2.25.6 Bij buizen groter dan ∅ 500 mm dient in het algemeen de inwendige bekleding te worden hersteld door het aanbrengen van een cementlaag. - Het te bekleden oppervlak ontroesten m.b.v. een roterende borstel en daarna reinigen. - Het te bekleden oppervlak van een laag mortel voorzien van dezelfde dikte als de aangrenzende bekleding. - Oppervlak glad afwerken. - De mortel dient van gelijke samenstelling te zijn als de fabrieksmatig aangebrachte mortel.
2.26 Keuring van de buisbekleding 2.26.1 Voor het controleren van de leidingen dient de aannemer een afvonkapparaat te gebruiken van voldoende capaciteit ten aanzien van de bekledingsdikte. Controle van de pijpbekleding wordt door de aannemer in aanwezigheid van de opdrachtgever uitgevoerd. 2.26.2 Onmiddellijk vóórdat stalen buizen in de sleuven worden neergelaten en voordat zij op de ondersteuningen worden geplaatst worden de bekledingen gecontroleerd. De standaard afvonkspanning moet bedragen: - voor PE bekledingen: 3 kV per mm laagdikte; - voor epoxy bekledingen: 2 kV per mm laagdikte. Kunststof bekledingsmateriaal met geleidend pigment mag in geen geval worden afgevonkt. De aannemer dient alle lasverbindingen te bekleden, overeenkomstig de bekleding van de pijpen zelf en beschadigingen in de pijpbekleding van de pijpen zelf en beschadigingen in de pijpbekleding te repareren. 2.26.3 Het afvonken en herstellen van PE-beklede buizen dient te geschieden overeenkomstig NEN 6902 voor fabrieksmatig aangebrachte bekleding en overeenkomstig NPR 6903 voor in het veld aangebrachte bekleding.
2.27 Laswerkzaamheden en keuren van lassen in stalen leidingen 2.27.1 De aannemer dient zich, alvorens hij laswerkzaamheden aan stalen leidingen gaat uitvoeren, te laten informeren of de leiding kathodisch beschermd is met een gelijkrichter. 2.27.2 De aannemer dient de pijpen en andere onderdelen te stellen en ze aaneen te lassen. Waar onderdelen op andere wijze dienen te worden verbonden, blijkt dit uit de tekening. Het lassen geschiedt overeenkomstig onderstaande bepalingen en volgens de bijbehorende specificaties. Indien niet anders wordt bepaald, dient elektrisch te worden gelast. 2.27.3 Voor de uitvoering van het werk en voor de bekwaamheidseisen van de lassers geldt, dat alleen met gecertificeerde lassers mag worden gewerkt. Dit ter beoordeling van de opdrachtgever. 2.27.4 De aannemer moet tenminste twee weken voor het begin van het laswerk een uitvoerige omschrijving en een plan van de door hem voorgestelde lasmethoden (LMB, LMK en LK) aan de opdrachtgever voorleggen ter goedkeuring. 2.27.5 Voor alle in dit werk voorkomende lastypen kan de opdrachtgever verlangen dat er lasprocedure-testen uitgevoerd worden. De proefstukken zullen zowel destructief als nietdestructief worden onderzocht. Uit het destructief onderzoek moet blijken dat de lasverbinding ten aanzien van de vloeigrens, rek, buigproef en kerfslagwaarde voldoet aan dezelfde eisen als Datum: januari 2009 Versie 1
- 19 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
gesteld aan het te verbinden moedermateriaal. 2.27.6 De buizen moeten met de voorgeschreven "vooropening" worden gesteld. Als vooropening zal over het algemeen tussen de 1,5 à 4 mm aangehouden worden. Het is niet toegestaan om door verschil in de vooropening kleine hoeken te maken. 2.27.7 Bij een buitentemperatuur van -5° C en lager mag geen laswerk worden uitgevoerd. Bij windkracht 7 BF of hoger mag alleen laswerk met toestemming van de opdrachtgever worden uitgevoerd 2.27.8 Alvorens naar een opvolgende las mag worden overgegaan, moeten van de voorafgaande lassen de grondlaag en de vullagen zijn aangebracht. Alle normale lassen, meer dan vijf lassen verwijderd van het stellen, dienen geheel voltooid te zijn. 2.27.9 Lassen welke in het werk worden gemaakt en prefab-lassen dienen steekproefsgewijs door de R.T.D.(of gelijkwaardig) te worden gekeurd. Allen lassen die na keuring de kwalificatie 1 of 2 krijgen worden door de opdrachtgever geaccepteerd. Zodra deze lassen zijn goedgekeurd, kunnen zij worden bekleed. 2.27.10 Lassen in de vloerbuis en andere onbereikbare lassen (in de eindsituatie) dienen altijd onderzocht te worden. Dit op aanwijzing van de opdrachtgever. 2.27.11 De keuring gebeurt in opdracht van de opdrachtgever en is voor haar rekening. Van de lassen voor de boringen dient 100% radiografisch onderzocht te worden, keuring volgens eisen vergunning verlener(s)/opdrachtgever. 2.27.12 De keuring gebeurt in opdracht van de opdrachtgever en is voor haar rekening. Van de lassen voor de veldstrekkingen dient 10% radiografisch onderzocht te worden, keuring volgens eisen vergunning verlener(s)/opdrachtgever. 2.27.13 Bij afkeuring van enig onderdeel zijn de herkeuringskosten voor rekening van de aannemer. Herkeuring zal plaatsvinden door dezelfde instantie als die de eerste keuring heeft uitgevoerd. 2.27.14 Reparaties aan lassen moeten binnen 2 werkdagen worden verricht nadat de afkeuring ter kennis van de aannemer is gebracht.
Datum: januari 2009
- 20 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.28 Nodulair gietijzeren leidingen 2.28.1 Het nodulair gietijzeren leidingmateriaal dient te voldoen aan NEN -EN 545 en bestaat uit centrifugaal gegoten buizen, klasse K9, buislengte 5½ - 6 m. 2.28.2 De buizen en hulpstukken zijn uitgevoerd met rubberringverbindingen. Het type van de rubberringverbinding (pakkingbusverbinding - insteekverbinding) en het al of niet trekvast zijn is in de werkomschrijving opgenomen. Bij trekvaste verbindingen dient een indicatorring (levering opdrachtgever) aangebracht te worden. 2.28.3 De nodulair gietijzeren buizen zijn inwendig bekleed met cement. De inwendige bekleding van hulpstukken bestaat uit cement of epoxy. 2.28.4 De uitwendige bekleding is een zink coating.
2.29 Leggen van nodulair gietijzeren leidingen 2.29.1 Het leggen, het maken van verbindingen en het inkorten van buizen dient tot stand te worden gebracht volgens de voorschriften van de fabrikant/leverancier, indien hierover in de werkomschrijving niets anders is aangegeven. 2.29.2 Nadat de verbinding tot stand is gekomen, moet de aannemer d.m.v. een voeler controleren of de plaats van de rubberring tussen mof- en spie-eind aan de eisen voldoet. 2.29.3 Het leggen van de buizen moet met de vereiste zorg geschieden, zodat in richting en hoogte strak werk ontstaat. De buisverbindingen moeten vrij van spanning zijn. De maximale hoekverdraaiing per verbinding wordt door de opdrachtgever, afhankelijk van de instructies van de fabrikant, bepaald. 2.29.4 Bij bochten dienen altijd 2 lengten voor en 2 lengten na de bocht trekvast te worden uitgevoerd.
2.30 Zinkers - algemeen 2.30.1 Bij het vervoer, overvaren, neerlaten en aanvullen van de sleuf van zinkers moet de aannemer voorzorgen nemen tegen het optreden van ontoelaatbare (buig)spanningen en het beschadigen van de buizen of de bekleding. Bij zinkers kan de opdrachtgever een door haar goed te keuren "afzinkplan" vereisen. 2.30.2 De op het leggen van de zinkers betrekking hebbende, door derden vastgestelde, voorwaarden en vergunningen, waaronder zo mogelijk de toegelaten duur van het stremmen van de scheepvaart, zullen de aannemer worden medegedeeld of in de werkomschrijving worden opgenomen. 2.30.3 Op de wederzijdse oevers zullen, naar het oordeel van de opdrachtgever, zinkerborden worden geplaatst en wel zodanig dat de aanwezigheid van zinkers vanaf het water duidelijk is waar te nemen. Deze borden zullen door de opdrachtgever beschikbaar worden gesteld. 2.30.4 De opdrachtgever geeft aan hoe en waar door de aannemer vul- en ontluchtingspunten dienen te worden geplaatst. 2.30.5 Het ontwerp en de berekeningen van de HDD boringen en de zinker dienen te voldoen aan de eisen en randvoorwaarden van de betreffende vergunningverleners.
Datum: januari 2009 Versie 1
- 21 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.31 Grondwerk bij zinkers 2.31.1 Indien zinkers in den droge worden gelegd, dienen sloten en tochten te worden afgeheid met een damwand e.d. en geheel droog te worden gehouden. De sleuven en belopen moeten volgens aanwijzing van de opdrachtgever tot een zodanige breedte en diepte worden gegraven of gebaggerd, dat de zinkers zonder enige stoornis kunnen worden neergelaten; daarbij zullen de breedte van de sleuven en de belopen van de wederzijdse taluds zodanig worden gekozen als door de opdrachtgever voor het behoud van een voldoende sleufbreedte tijdens de uitvoering van het werk nodig zal worden geacht. 2.31.2 Met het aanvullen van de sleuven mag pas worden begonnen, nadat door de opdrachtgever is geconstateerd dat de zinker geheel dicht is (bij samengestelde zinkers) en de ligging gepeild. 2.31.3 De gebaggerde sleuf moet tot 20 cm boven de zinker met zand worden aangevuld, tenzij de opdrachtgever anders bepaalt. Met het aanvullen moet in het midden van de zinker worden begonnen en van daaruit naar beide zijden worden toegewerkt. Nadat de rest van de sleuf is aangevuld met de uitgekomen baggerspecie, moeten de ophangkabels worden verwijderd. Ten einde ongewenste doorbuigingen of zettingen van opgaande einden van de zinker te voorkomen, moeten deze einden vóór het verwijderen van de ophangkabels zo nodig tijdelijk worden opgehangen. De ophangkabels mogen pas worden verwijderd na toestemming van de opdrachtgever. 2.31.4 De eventuele kuipen dienen tot boven waterhoogte te worden aangevuld met klei, tenzij op tekening anders is vermeld. Deze aanvulling moet geschieden tot op een hoogte zoals is aangegeven. 2.31.5 Ter plaatse van de te maken zinkers baggert de aannemer een sleuf tot de op de werktekening aangegeven diepte. Grotere diepten zijn niet toegestaan.
2.32 Beproeven en afzinken van zinkers 2.32.1 Zinkers die uit meer delen worden samengesteld moeten na het ter plaatse samenstellen en na het voltooien van de verbindingen, doch voor het bekleden daarvan en voor het afzinken, worden beproefd zoals is omschreven in 2.33.5 van dit hoofdstuk. 2.32.2 Met het afzinken mag niet worden begonnen alvorens de opdrachtgever, na zich te hebben overtuigd dat de sleuf op de juiste breedte is uitgebaggerd en dat zich in de gebaggerde sleuf niets bevindt, dat de zinkers belet op de juiste plaats en diepte neer te komen, daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. Ten behoeve van het verrichten van de nodige peilingen zorgt de aannemer zo nodig voor een boot en een peilstok. 2.32.3 Indien de zinker bij het afzinken wordt verzwaard door het inbrengen van water, moet worden gebruik gemaakt van drinkwater. Moet buiten het water als ballast nog meer gewicht worden aangebracht, dan moet dit zo gelijkmatig mogelijk over de lengte van de zinker worden verspreid. Nadat de zinker tot op de vereiste diepte is afgezonken, moet deze nogmaals worden beproefd zoals is omschreven in 2.33.5 van dit hoofdstuk. 2.32.4 Ten einde er zeker van te kunnen zijn, dat de zinker op de juiste plaats komt te liggen, dienen op de koppen van de zinker latten te worden aangebracht, waarmede de stand van de zinker tijdens het afzinken kan worden gecontroleerd. 2.32.5 Bij samengestelde zinkers moet, nadat de zinkers met water zijn gevuld en alle lucht daaruit is verwijderd, de beproeving van de zinkers geschieden op een inwendige waterdruk van 1.000 kPa (=10 kg/cm² ≈ 10 bar). Daarbij moet, nadat de perspomp is afgezet, de druk gedurende ten Datum: januari 2009
- 22 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
minste 60 minuten constant blijven, tenzij anders vermeld door de opdrachtgever. De perspomp moet gelegenheid bieden tot het vanwege de opdrachtgever aanbrengen van een controlemanometer. Voor het vullen en beproeven van zinkers moet van drinkwater worden gebruik gemaakt. Dit zal de aannemer voor de eerste beproeving om niet ter beschikking worden gesteld. De tweede of eventueel volgende malen van vullen voor beproeving zullen de aannemer in rekening worden gebracht. Nadat de waterdichtheid van de zinkers door de opdrachtgever akkoord is bevonden, moeten de verbindingen worden afgemonteerd of bekleed. De zinkereinden dienen tot het moment van aansluiten met goed sluitende deksels te zijn afgedicht. 2.32.6 De zinkers dienen na het afzinken, niet in takels hangend of op een andere wijze ondersteund, 2 weken uit te zakken alvorens de zinkereinden aan te sluiten op het leidinggedeelte.
2.33 Kathodische bescherming (KB) 2.33.1 Bij kruisingen van de aan te leggen leiding met elektriciteits- en telefoonkabels, kan nader verlangd worden dat bij iedere kruising midden tussen bestaande kabel en de aan te leggen leiding een plaat hard PVC of velbex wordt aangebracht. De plaatafmetingen moeten zodanig zijn dat hij, gemeten loodrecht op de leidingen en kabels,ter weerszijden tot minstens 0,50 m buiten de bestaande kabels en de aan te leggen leiding reikt. De plaatdikte moet minstens 10 mm bedragen. 2.33.2 Bij afsluiters, vlinderkleppen en andere niet van staal zijnde hulpstukken tussen stalen leidingdelen dient ten behoeve van de kathodische bescherming een doorverbindingsdraad dubbel te worden aangebracht. 2.33.3 De aannemer draagt zorg voor het aanbrengen van 2 meetdraden (waarvan 1 reserve) op de stalen leiding, het plaatsen van meetpalen, c.q. meetpunten met optuiging, het oordeelkundig doorverbindingen en isoleren van V.D. draden en het aanbrengen van koppeldraden. 2.33.4 De kleurcodering van de draden is als volgt: anode = rood 6 mm2 V.D. kathode = zwart 10 mm2 V.D. aarding = groen/geel 10 mm2 V.D. Ter bescherming moeten de draden gelegen zijn in een hpe-buis, rond 32 mm. 2.33.5 Magnesiumanoden worden op een afstand van minimaal 2 m en maximaal 5 m naast de buitenkant van de leiding in grondwater geplaatst. 2.33.6 Het bevestigen van de draden aan de leiding geschiedt d.m.v. Cadweld lassen, patronen, type F 33. Alle Cadweld lassen dienen door de opdrachtgever te worden gecontroleerd (Hamerproef). 2.33.7 Bij uitwendig PE-beklede buizen moet gebruik worden gemaakt van Handy Caps of gelijkwaardig. 2.33.8 Installatie en inrichting van een KB-meetpunt dient te geschieden overeenkomstig de bij de opdrachtgever geldende voorwaarden. 2.33.9 De eisen t.a.v. de kathodische bescherming dienen door een erkend adviesbureau (bijvoorbeeld KIWA) te worden opgesteld en na goedkeuring door de opdrachtgever aan het project te worden toegevoegd 2.33.10 De kathodische bescherming (KB) dient te worden aangebracht door een erkend bedrijf in dit vakgebied, bijvoorbeeld Hommema of Van der Heide. 2.33.11 De aannemer stelt de opdrachtgever tijdig in kennis van al deze werkzaamheden. Het werk kan niet eerder worden opgeleverd alvorens het KB meetsysteem is doorgemeten en door de Datum: januari 2009 Versie 1
- 23 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
opdrachtgever is goedgekeurd. Na complementeren van de KB-installatie dient een opleveringsmeting te worden uitgevoerd. De rapportage van de opleveringsmeting dient binnen 5 werkdagen aan de opdrachtgever te worden toegezonden.
2.34 Vullen, ontluchten, beproeven en schoonspoelen van leidingen Algemeen: De in dit hoofdstuk aangegeven methodiek kan wijzigen door aparte eisen van de vergunningverlener. Indien dit het geval is, wordt dit aangegeven in de werkomschrijving of apart toegevoegd bij het bestek.
niet inwendig gecementeerde leidingen 2.34.1
De aannemer moet zorg dragen voor het vullen, ontluchten, beproeven, schoonspoelen, en, indien nodig, ontsmetten van de gelegde leidingen, onder beschikbaarstelling van alle daarvoor benodigde hulpmiddelen zoals perspompen, manometers en blindflenzen met uitzondering van de door de opdrachtgever te verstrekken schuimstof proppen, het ontsmettingsmiddel en het eventueel benodigde neutralisatiemiddel.De bij het beproeven te gebruiken perspomp moet gelegenheid bieden tot het aanbrengen van een registrerende manometer.
2.34.2 Na het vullen,schoonspoelen en ontluchten moet de leiding worden afgeperst op 1½ x de te verwachten bedrijfsdruk, tenzij de vergunningverlener hier hogere eisen aan stelt. Gedurende het afpersen dient een temperatuurmeting geïnstalleerd te worden. 2.34.3 Hiertoe mag pas worden overgegaan, nadat de leiding eerst 24 uur op netdruk heeft gestaan en er geen drukval is geconstateerd op de registrerende drukmeter. 2.34.4 De beproevingstijd gaat in, zodra de bedoelde druk uit paragraaf 2.34.3 is bereikt. Na 2 uur moet de druk in de leiding nog tenminste 95% bedragen van de aanvangsdruk. 2.34.5 Voor de in 2.35.1 bedoelde werkzaamheden mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van door de opdrachtgever om niet ter beschikking te stellen drinkwater. 2.34.6 De opdrachtgever is bevoegd de in 2.35.1 bedoelde werkzaamheden voor alle gelegde leidingen gelijktijdig of wel achtereenvolgens te doen uitvoeren in door haar te bepalen gedeelten, waarbij de mogelijkheid blijft voorbehouden dat bepaalde leidinggedeelten twee of meermalen moeten worden schoongespoeld, beproefd en/of ontsmet. 2.34.7 Ten einde lucht en vuil goed te kunnen verwijderen, dient de aannemer een schuimstof prop in het begin van de leiding te plaatsen, tenzij in de leiding hulpstukken ingebouwd zijn/worden welke voor schuimstof proppen ontoegankelijke zijn (bijv. vlinderkleppen) en geen ontstoppingsmogelijkheden zijn voorzien. 2.34.8 De aannemer dient er rekening mee te houden dat het schoonspoelen in de nachturen kan plaatsvinden. 2.34.9 Het vullen, c.q. schoonspoelen van de leiding moet op een dusdanige wijze worden uitgevoerd dat er geen drukstoten in het leidingnet kunnen optreden. De start van de werkzaamheden zal pas plaatsvinden na goedkeuring door de opdrachtgever. 2.34.10 Na het schoonspoelen moet een watermonster worden genomen. Blijkt uit het bacteriologische monster dat een sectie niet geschikt is voor drinkwater, dan moet er worden gespuid, gedesinfecteerd en bemonsterd, totdat de uitslag goed is. De leiding dient gedesinfecteerd te worden door middel van Herlisil of een alternatief bepaald in overleg met opdrachtgever. De leiding dient, geheel of in delen, bacteriologisch te worden opgeleverd. 2.34.11 Het desinfecteren, de monstername, de vereiste contacttijd en het neutraliseren dient te Datum: januari 2009
- 24 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
geschieden overeenkomstig de aanwijzingen van de opdrachtgever. Hierbij zal eventueel worden verwezen naar de hygiëne code drinkwater (KIWA, laatste versie). 2.34.12 Na het herstellen van de gebreken die bij de beproeving zijn geconstateerd, moet het desbetreffende leidinggedeelte, voordat met ontsmetten wordt begonnen, weer worden schoongespoeld middels een schuimstof prop. 2.34.13 Nadat de leiding is gedesinfecteerd, moet er een watermonster worden genomen. Blijkt uit het bacteriologische monster dat een sectie niet geschikt is voor drinkwater, dan moet er opnieuw worden gespuid, gedesinfecteerd en bemonsterd, totdat de uitslag goed is. De aannemer ontvangt hiervoor geen verrekening. De kosten van analyses na eerste ingebruikname zijn voor de opdrachtgever, alle overige analysekosten zijn voor rekening van de opdrachtnemer. 2.34.14 Het inbouwen van gereedgekomen leidingdelen dienen een maand van te voren te worden ingepland, twee weken voor uitvoering dient dit door de opdrachtgever te worden goedgekeurd. 2.34.15 Op aanwijzing/goedkeuring van de opdrachtgever dienen spuimogelijkheden en watermonsterpunten te worden aangebracht.
gecementeerde leidingen 2.34.16 Het beproeven van inwendig gecementeerde leidingen dient te geschieden overeenkomstig DIN 4279, voor zover het afwijkt van de hierboven opgenomen bepalingen.
zinkers 2.34.17 Het beproeven van zinkers dient te geschieden overeenkomstig de relevante bepalingen van paragraaf 2.33.5.
2.35 Aansluitleidingen 2.35.1 Het leggen van aansluitleidingen bestaat uit: a. het graven en dichten van de benodigde gleuven en werkgaten; b. het maken van een aanboring op de hoofdleiding, al of niet met zwenkventiel; c. het leggen van een leiding; d. het doorvoeren door een reeds eventueel aangebrachte mantelbuis; e. het plaatsen van een hoofdkraan; f. het plaatsen van een watermeterbeugel en een watermeter. g. Het maken van een analoge aansluitschets volgens voorschrift van de opdrachtgever.
Datum: januari 2009 Versie 1
- 25 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.35.2 De plaatsen waar de aansluitleidingen met toebehoren moeten worden gelegd, blijken uit de tekeningen welke de aannemer door de opdrachtgever ter beschikking zullen worden gesteld. 2.35.3 Indien werkgaten in de rijweg moeten worden gemaakt, dienen deze rechthoekig te worden gemaakt en mogen deze niet groter zijn dan voor een goede uitvoering is gewenst. Werkgoten in het asfalt dienen te worden gezaagd. 2.35.4 De aanboringen en aansluitingen op de hoofdleidingen moeten aan de bovenzijde geschieden. 2.35.5 Het aanboren moet geschieden met een gesloten aanboortoestel op de met water onder druk gevulde hoofdleidingen, tenzij de opdrachtgever anders bepaalt. 2.35.6 De gesloten aanboortoestellen moeten door de aannemer worden geleverd. De aannemer dient het juiste type toestel te gebruiken, behorende bij de te gebruiken appendage. 2.35.7 De dienstkranen dienen –in trekkende stand- met de uitlaat evenwijdig gedraaid te worden met de hoofdleiding, waarop de kraan is aangeboord. 2.35.8 De aansluitleiding dient, vanaf de dienstkraan met een rechtsdraaiende expansiebocht ter grootte van het werkgat, rond de dienstkraan te worden gelegd. Daarna dient de leiding zoveel mogelijk in rechte lijn te worden gelegd naar, hetzij de meterput buiten, hetzij de door derden aangebrachte mantelpijp of onder de fundering. Om trekken aan de watermeteropstelling te voorkomen dient onder de vloer een expansie-slag aangebracht te worden. Zie hiervoor tevens meterkasttekeningen WM01 t/m WM05. 2.35.9 Direct na het vullen van de aansluitleiding moet deze grondig met drinkwater worden schoongespoeld.
2.35.10 Bij bedrijven dient de dienstkraan te worden voorzien van een straatpot met opzetbuisje. 2.35.11 Bij aansluitingen van zorginstellingen kan een bacteriologische monstername worden vereist.
2.36 Sleufloze technieken: Gestuurde boringen en persingen 2.36.1 Bij het persen of boren mogen de te maken gaten niet groter zijn dan voor een goede uitvoering van het werk noodzakelijk is en moeten er maatregelen worden getroffen, waardoor nazakken wordt voorkomen. 2.36.2 Aanwijzingen van vergunningsverleners dienen door de aannemer te worden opgevolgd. 2.36.3 De aannemer dient uiterlijk drie weken voor de aanvang van de boorwerkzaamheden een werkplan (boorplan) ter goedkeuring aan de opdrachtgever te overhandigen waarin na overleg met de opdrachtgever ten minste de volgende gegevens kunnen worden opgenomen: - tijdschema - toe te passen boorstelling met opgave van maximale trekkracht axiaal op de te boren leiding - fabrikaat en type te boren leiding met maximaal toelaatbare spanningen. - grootte, vorm en werking van de te gebruiken boorkop. - de maximaal toelaatbare elastische straal van de boorbuis - trekkrachtprognose over de lengte van de boring - type en samenstelling van de toe te passen boorvloeistof, met daarbij voor elke hulpstof aangegeven wat de milieubelasting is, alsmede alle technische gegevens zoals samendrukbaarheid, druksterkte etc. - de wijze van aanbrengen van de hulp(vul)stof. - prognose van verbruik en druk bij het intredepunt en aan de kop van de boring van de Datum: januari 2009
- 26 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
boorvloeistof over de lengte van de boring. - prognose stroming van de boorvloeistof in de verschillende fasen van het boorproces. - wijze van meting en registratie van verbruik en druk van boorvloeistof. - minimaal benodigd en maximaal toelaatbaar verbruik en druk van boorvloeistof over de lengte van de boring. - de verwachte diameter van het boorgat. - de manier van opvang, verwerking en storten van de bij de werkzaamheden vrijkomende stoffen. - toe te passen plaatsbepalingsysteem. - noodvoorzieningen. 2.36.4 De opdrachtgever beslist zo spoedig mogelijk omtrent de goedkeuring van het werkplan als bedoeld in par. 2.37.3 en deelt haar beslissing uiterlijk twee weken na ontvangst van het werkplan mede. 2.36.5 De locatie en de omvang van het werkterrein, als mede de toegangen daartoe moeten in overleg met de directie worden bepaald. 2.36.6 De aannemer moet een opgave verstrekken van de gebruikte hoeveelheid vulstof (bentoniet) in ton droge stof en de hoeveelheid drinkwater. 2.36.7 In verticale zin mag de ligging van de boorbuis op geen enkele plaats een grotere afwijking vertonen van 0,50 m. ten opzichte van de ontwerp hoogte. Het uittrede punt van de boring mag in zijwaartse richting niet meer afwijken dan 0,25 m. en in lengte richting niet meer dan 2 m. voor het geprojecteerde punt. Deze eisen worden verzwaard voor zover op tekening harde aansluitpunten zijn gegeven. Voordat met het intrekken van de watervoerende buis wordt begonnen dient de directie de tracélijn van de pilotboring te hebben goedgekeurd. 2.36.8 Zettingen groter dan 5mm van de verhardingen ten gevolge van boringen zijn aanleiding het werk stil te leggen totdat maatregelen zijn getroffen waardoor deze zettingen worden gestabiliseerd en niet meer optreden. 2.36.9 Schade ten gevolge van ontoelaatbare zettingen (>5mm.) dient na overleg met de opdrachtgever en ten genoegen van de directie of wegbeheerder op eerste aanzegging te worden hersteld. 2.36.10 De goedgekeurde werkmethode beschrijving incl. procedures etc. de uitgevoerde analyse, beproevingen, verbruik bentoniet, persdruk bentoniet, bij de pilot-boring(pomp) en bij het ruimen en trekken (kop), mengverhouding, capaciteit, trekkracht, gerealiseerde personeels- en materieelbezetting, de meetgegevens etc.moeten worden vermeld in een logboek, dat bij gereedkomen van het werk aan de directie moet worden overhandigd. 2.36.11 Indien van toepassing (na overleg met opdrachtgever), dient tijdens de uitvoering van de boring continue registratie plaatsvinden (in de tijd en over de geperste lengte ) van: - boorspoeldruk bij de boorstelling - boorspoeldruk aan de kop van de boring - verbruik van boorvloeistof (debiet en verlies) - de plaatsbepaling van de boorkop c.q. ruimer in XYZ ten opzichte van het intredepunt. - de trekkracht bij het intrekken van de leiding. De vooraf vastgestelde druk ter plaatse van de ruimer of trekkop moet permanent worden vastgesteld op een schrijvende drukmeter door middel van minimaal 3 mee te trekken drukopnemers. Gegevens moeten digitaal worden geregistreerd en vastgelegd. Geregistreerde gegevens moeten te allen tijde kunnen worden ingezien door de directie en moeten na afronding van de werkzaamheden worden overhandigd aan de directie. 2.36.12 Het gebruik van gegraven, niet afgeschermde muddepots is niet toegestaan. Het restproduct Datum: januari 2009 Versie 1
- 27 -
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
van de mudrecyclingsunit dient steekvast te zijn. Grove delen dienen uit het residu verwijderd te worden. Na de recycling moet de overtollige boorspoeling worden opgevangen en afgevoerd naar een erkende stortplaats, een en ander ter goedkeuring van de directie. Kopieën van de stortbewijzen dienen aan de directie te worden overhandigd. 2.36.13 Indien bentoniet wordt gebruikt, dient dit te voldoen aan het KIWA-ATA certificaat. 2.36.14 Het voor het boorspoelmengsel benodigde water, kwaliteit drinkwater, zal door de opdrachtgever kosteloos ter beschikking worden gesteld, vanaf tappunten/brandkranen op het bestaande net. Het transport van het drinkwater vanaf deze punten naar de mengunit dient door de aannemer, op zijn kosten, te worden verzorgd. 2.36.15 De afzonderlijk te boren leidingdelen dienen voorafgaand aan de boring een meting te ondergaan ten aanzien van de juistheid van bekleding volgens de huidige NEN normen, dit als het leidingmateriaal staal is. 2.36.16 Direct na gereedkomen van de boringen dient voor de oplevering per boring een gyroscoopmeting te worden uitgevoerd. De resultaten van de gyroscoopmeting dienen binnen een week aan de opdrachtgever te worden toegezonden.
2.37
Sleufloze technieken: Raketboringen
2.37.1 Bij het persen of boren onder wegverhardingen door mogen de te maken gaten niet groter zijn dan voor een goede uitvoering van het werk noodzakelijk is en moeten er maatregelen worden getroffen, waardoor nazakken wordt voorkomen. 2.37.2 Aanwijzingen van vergunningsverleners dienen door de aannemer te worden opgevolgd. 2.37.3 Tijdens het slaan mag de voorzijde niet gesloten zijn. De voorzijde van de buis dient te zijn voorzien van een passende snijrand met een oversized ring of snijrand. 2.37.4 Tijdens het doorpersen mag het leeghalen niet met een hogedrukspuit gebeuren, tenzij er maatregelen getroffen zijn ter voorkoming van uitspoeling van grond rond de leiding. 2.37.5 Als de voortgang stagneert, moet door de opdrachtgever contact met de vergunningsverlener worden opgenomen. 2.37.6 Ten opzichte van de op tekening aangegeven maatvoering dient de boring met een nauwkeurigheid te worden uitgevoerd in het verticale vlak van +/- 100mm en in het horizontale vlak van 100mm naar links of naar rechts. Bij een grotere afwijking moet door de opdrachtgever contact met de vergunningsverlener worden opgenomen. 2.37.7 Indien de persing wordt afgekeurd, dient de doorgevoerde leiding te worden afgesloten met een door de vergunningverlener goed te keuren vulmiddel. Bij impact-molling boorsysteem (raket voor de buis) moet de raket achter blijven, en dient dan als verloren te worden beschouwd.
2.38
Sleufloze technieken: Spuitzinkers
2.38.1 idem als 2.37.1 2.38.2 idem als 2.37.2 2.38.3 idem als 2.37.3 Datum: januari 2009
- 28 -
Versie 1
Standaard technische voorschriften Leidingwerken
Oasen drinkwater
2.38.4 Het spuitgat mag niet groter zijn dan door te voeren watervoerende (mantel)buis; 2.38.5 In de watervoerende buis mogen geen zich geen verbindingen bevinden; 2.38.6 De lengte van de spuitzinker mag niet langer zijn dan strikt noodzakelijk.
Datum: januari 2009 Versie 1
- 29 -
8.5.
Bijlage 5 Voorbeeldcalculatie
In bijgevoede case wordt een renovatieproject uitgewerkt met behulp van de nieuwe eenheidscodes. In deze case “wijzigingen distributieleidingen AC en GY in PVC en HPE” zijn de volgende zaken van toepassing: -
3 afsluiters (1 x dn250, 1 x dn150 en 1 x dn100); Aanleg en verwijderen noodleiding incl. overnemen 10 aansluitingen op noodleiding; 1 brandkraan; 1 x zinker aanbrengen onder bestaande riolering; 1 x kruising met asfalt rijweg middels raketboring dn400; Werkzaamheden binnen de bebouwde kom; Dekking bestaande en nieuwe leidingen 1 m Ter plaatse van de zinker bemaling toepassen; Leiding dn100 in trottoir 100 meter; Inclusief verharding.
Zie de volgende bladzijden voor een situatieschets en de uitgewerkte voorbeeldcalculatie.
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 49 van 59
\.
i
!I
11
11
PVC 250
u
Q..
>
.2 IY
ö
'"
C'
«»
J
stuk
tctt
,'Afst'-Ji.ter
E
e
2
10
stül<s0.C1nsluitingen
BK
80
'L=
10 .0
è
i""
sétoep:
100met·er ",oodleidin!!l
Meter
Zinker
5Ó HOPE
I?,O
D;.80
DetQil
-1----.?---_\?".o I---t----l"'o?---t----I
,
e'tO:il
???????--B85.(}-??????---,--------90.0f---------
Detüil
?I
·?---1----i&5.0-----1
1
AC en GY in PVC en HPJl"
Voorbeeldc::alculatie "Wijzigen distributieleiding Aantal
Eêrll)éld.'Eerihelélsqlde
OmsChrijving
EenheidspriJs
Totaa"lpr"ijS:
Her uitzetten:, :g:raverï,en"' (verldichten van 'een ·slèuflengte. voor eéh diamet?f buis NP 75 tm NQ 1 lP, met eéhbodernbreedte v;:u'!' 0,49. ru .en een 9.E!?kil1gv.3n 0,89 m bovende buis, Incl. çernctortseeroe pomp inclusief brandstof exclustef bed.ienlng,
108
'1Î
7010 Hel' Uitzètt??, ?ra?ên?,n(vSr)dichten vari e_i:ul.-sleufle'ngfevóór êen ?iarneter puis-ND 2'50 tm ND.31-5, met een bcdêmbreedte v,!n 0,8_0 m en éerrÖ,eKkingvan Q,JWm boven Q? p!,!h.:!:,. inçJ. gGJnpt.ori;oeerde
130
m
pomp
70l!
n,,,?'
? l.l90?9.Ö
(6;88
? 6.1-9,20.
-
.
m
t 46t,QO
Ihçlu$l?f brandi:>tQf"èJ:Cclusiefbeqisni"ng.
7012 Het ujtz{!tten, grpver1 cm {ver}dichttan van.ëerr sleufléf!'9Ie voer eèn diameter buts NQ 1'60 tm ND 200r ?'et-'een bodembreedte vanc.srï lil all een ,d.ek'k!,rf?i van 0,8'0 m b?ovend? bufs. incl. qetnotcrieeerde pçmplnçlusief br?n,dstqf, exçl.usief GedJ?ning.
90
( 4,61
diameter bui.s.NO iO,,Jm H!.lt uitzett?n, graven en (ver).cjichten·va.n Ben 5Ie_unen'gt.e_vOOf·EJ?n ND meteert bccembreecte van Di30 'ril en é'èrï dekklhg vah 0,8'0 rri tibvèl"(aé pUÎs, incl. ??m?tori'::;_e.?fÇla exçlul\ii!',lT bedi?;'in.g 'Pomp incluslèfbrandatof
ei
6.0
m
7009
€
HeLgr-av?h ?n '{ver)clis;ht?,n \!étn een aanbqoJg:at ten·b?hoev.€ van ?§!n g:!c;1Hsluitirjg Water: (afm. 1'1-.1 mtr)
4,61
(
276,60
50,66
(
1$1,?8
?
$tuk?
74.1.6
€
Velwijderen van óè:staan'de eli/of tijdelijke sléUfbé:crekklf"ig c:a. klihkër%lfegels'uitbr'éken, 170
m'2'
30
·m:2
1!!0
.m2
riiet 'haHiC2aenElverl1qrding VAIW.ijde.re"tl.; zàäe.1l
S'bOl
uits?eke"n.
E
U,t9?Pfl::l:ken§ótr?.alwe"rk §ln trottpJrS (klinker? ?n t?g?ls, etq,) niet op geJinitieve wljz9 l1er?t?!lE!n çJp9hweldichtblQkkr?m .zqdanig .dat h.?t VO,ljf I,-?t ver'ke:er. ge_en geva_ar bplevert; bijieV6rjn?va·n?Zánden tekortkome-rîd maferiaal. '8-003 met .D?eJlnitiè.fherstelle.n Van ?tra??h?n t?ott9irs (klinkers ,en tegel? ?tÇ;..) met bijlt:lvering :V<;l,n ?and en tekortko_mend nlg:!teria:af, met §fen,:aantoonbaar uitgeVOêri:Jè orideJhbudstermijn 8?QÖ5van '112ja'ar.
3,97
(674;90
1"9;60
(2'S?,0?O
?
biet mont?ren v?n PE/PVC,Ie't.dlhgen·met ?.?n;dtametE!1' NO·2o.0 tlm' ND 31? mm in manJelbufs--d.ÖOF miçld? van ;.:Ifstantll1óuders'J'lI1 ruBber afdicfltingS"manbli'ëtfen.
20
m
(
20,21
€
17,64
€ 2.!>?9,40
e_e:n
8131
€;jS2,?0
H.?t Rl?k.?.n -van es.tl persing m?t e?n per?lu_chtr-akeH?5 mm Ol$ iiJ:Em ma.X, le_ngté_v;:'!n-6 m!:it.e'r', i'nclusÎEif hat_ graVen 'van de b-eriödiga.é 'werkgàfeli eh'a'a"n- ·en afvi::ierkósfeti .
.
B_asisf:i'fijs-113 pGffill)?: a:142 Zte·v?rvoJRçpp"eI;l14?-, P.er§IUqht'r'a.?et9_5'"nl),n:me?f?gerele.J.1g?e ?v§!n 6 lTI!3,t!?.r, ?n/gf n'?,?rd?rEl.??r-slngftn 'op'.eE;!:r. e?rsJe per§ing ,en/of op äez?lfd13werkdag VEirrëkëlipdjS"pel' pr:oIêc.t·aan?h.jÎt?n9-(jP:de .. .
m
.
14
100
n'1
meter pél'sin?., ·?'J4-?. Zie cbdE';l ?1,42
n'1
Het säménstellen, leg,gen, àfpërsen en:dilól'aren Ván PVC-watérleidiQ.gbu\s(m NP 1 '1.0 n?mifjolltsïè?!'-et fnbóuwe'nVan_,dè b.en9di9.de apJ?_en9.ages?n hulp?tukk_en;het.leSlQenvar w<;!arschuwing?band "w.ater'tIn nieuWbouw. :9_ÖQ?1
€ 1.407,60
234,60
€i
-
( 38,2·9
€
5,90
€
5'36,06
€'
59.oiOO
Het sahiens:tell?n, leggen, áfpè'rsen ën:c!i!oróren v"a'n f?E???ten,è'tcl.ln9.buis:ND:?50 _mm, iifclüsÎef ?E!:t,j?lboUwe'ovan dê b?.n9digst?"?ppenqé!ge,?, en 111,JIp§t.u?ken,h?t legg?n
waars.qhuwit1g?band "wate_r?,ih nIeuwbouw, I:ixclusÎEl,f -PE.:.I?fsverbindj?gen·
Bq
m
van
-
981'-
(
60
90 19
3S0
m
m
stuks m
€ 1.83.8,<0
)4,14
Het samen.stelten, leggen, afpersen vari.PE-wáterleidlngbuls'ND 40 rm ND 50 mm, In-elusief het inböuwê'n van 'de berfodi9d'é·aPP?nd?ges en 1?1,!lpstukkè_n, het I_eggen vah waa.rsp?uwrnilsbimd. '!wat!3r!, 1.nnJ.e!lwgp.yw, .e_xclusi?fPÉ-I??veJ?indlngen;
9007
(6;57
H?J 6:?men?t!3IJ?n, I.e,gg?.n, a:rper§?n en:çhlorer:e_AlI;_an Pvè-w?terleiding'buis-NÖ 160 nim in'çlu_sieJhê:t- Înl;!ouwen,van?'de b.eriodlgas' appëndages en -hulpstukKen, het'leggen Vall 900.2 waai'Sohuwih'gsbariä "waféf"'in hi
3?4i20
(:
e;57,QO
( 7,30 1:$6,57
€ 1.074,8"3
(; O,sa"
e 2.58,40
t 417,69.
,t417,6?
,en
Het an?loQg inmet?nvQlgen.?rlandlj1t:i.e.lkundigei rlt:htlljnèllfilclusief.h'et mäken van eel; g·Q:3S, CU?italerevisiet'ekèrïlnQ o-p básis·van'de aá?ègevèn meetpuIlten, Het lIi.de sleuf aanbrengen van een re-éds s8msnge0"ejde zinKer ?D 25Q en Np '315· mm ?E/PVC.rf1et.een tylax. lehgte?y?n15 m.?t?J,gemetell halt.bpv?nb:ocht hart bc:)yenb9cht, inql.:het a,anb[eng?nva_triinkerbfo"kkèt"l,excl,.'gra-arWerken met maxihtaall meter buis wee-rs·zijder,-, 9Q3?9àan
(
?
'
stuks ·?t9kS.
stuks sJLlk?
stuks t
'stVks
Het doorvelb:in·déri (
Het opkappen van eèri,be'st?anda h?of?wate?léldi?g AC ó?GIJ ND-SO t1rfi 150-mm; eJ(clu,si?l"s}l'aa?êW (1,QOGY) H$t opkappen V?11 E!,en bé?t§.anq0 no6fawatel'leld.in9_ .AC or G"IJ ND .?Q!{m 159,mm, 9090 incl?sief g?9ndwel'k ?n sten:Jpelin:g, e.xç:luslefstr;aatwerk.: (150AC) HEJ:tqp.kappen van e?m,be§taan(je·hoo{dw?terh'?iding AC/GU, ND _:i!OPUni 300 mm,:lnelusief 9'09,0 inclusief grondvverk én sternpe!ing;
9091 grondwerk en ·slerilpellng" EixclUsi.efstraatWerk, Het,a,verzette·n lJán een,'(bè?t9;anèle'}W'á!eraans,luiting lri hè·stffandasitl;J?tifl; op
ee!"!
(112,81
(172i81
(2p,!"3
·t 227i;3
(
€
305,00
3à6,ÓQ
C' à82,07
(; 382,07
€;
3?2,O7
ç 38,2,07
(
535',08
( 535,0$
?i?L.rW
ÇJele'gd?PVC:-ho()fdl?i.djnc9tot.ll\aXimaa,l.Np 319, mOl, af?tand h,Q,h,.p!J:r;le;. nle_\.lw.e; hoofc!l?jdjngn:.,t m8X .. 1 (Ilet?r. In?IUslE:l;f grondwerk, m(';mter.?n:'ansluitzadel. 8.änbören en plaatsen',cilènstki"ääi1/ ,aansluite·n lëidilig, maken a·ansluits-ch·ëts. 6xCluslëf opbreken en tlerste:llan vàl1 ei.ren?eel aanwe:.zlg'?Waa:twej·kc.q. ye?har:dl?g.(noQdle.Lging)
10
.stuks
9222
C
802,iO
Het6verzetten· varfèëti· (b·estáärLdê) wateraansluiting in best?ände si!uaJie, op een nr??? geJè.gde PVC-hoöfdlëid!ng tot n?aXin1;lal NO 31.5: mm, afs}and h,C),h,?9!-1dEi nieuwe· hO.Qfdl?Î9ingto,! jnwt?ri Inclu$:ÎelgrondWerk, monteren' ánsluitzadelj aanbbren èn ?
max,
plaatsen dienstkraan,'a'ansluitenlaîèlin?,-maken ?ansh,?!tsGhAts; ËXclusièf 9P.b.reke}l en herstellen ?ah eye?tUeelaari'#e.Z!g,str?atwerk.ç_?q. v?rha.rdfng,(nie.uw).
lP 10
2,8
stu"" stuks m
'i22Z 9208
€ l-1et mal?ell Van ?)/ili
opnames_oheJs(aanslliitl?idll1g),
rl_et ,v"erwUderenen
v?f4:amel?n van .Q_u.913gletijz?ren
10202 ,gr-ondwerk,.-afvoefet,?n §itortkQstf:ln.
€
80,21
(8,10
1?ldlng!3n:UmND??"öOmm, t'!x_cfu$ief'
802,10 1:8.1,00
Hetverwijdenm, afwerken br.eukvlakken, Inp_akkeneh vèrtámelérq!n sp'eclfieKe cO'ntaine"r) vari oudë;asbé·sf-cement 18Ijjii1?en Um"NP 300 ml:'-)exclu_sieif có?tainelJlu_ut,.grQndwerk, -
90
m
dag
ma 4 8 8
m
uur uur
10204 a.r?oeren 10205
E;!R
?tolt?q?t?n,
Huur, speeifieRe en complete cohtalh'er voon3.sbest-C'emëMt kosten cont?iner,
lëidln·g'5T1,
intI. lransport
Het verwijd?r!'lnen ve?ameler'l Van ?ud_ékLJn5M,on?:I.dlngGJ1tlill NP ?OQmm, .exçlusl?t 10201- grondwerk, _afvqcren :e.n stolik9_$t?n, "11002 $pecJflék?lnhuur uitvoerderh1Eit l,Ie!'Vöar,
I)ur
U003 Fitter) 1s.h1ól'Lleur niet gareeas:chaPr 1.1005Hulpfittërlvakri't?uitiuT5teldingêii
uur
M,inigraver (r?ps--óf mobIel in.baMen) niet e;t8ndaardultsrv?ting §In 11050 vefk?ef;sYoQr.:zlenîngen.:g_ewicht 3/4 ton, Indusief machinjs.i:?n transp,ort.
4
uur
11030 Vra,chtayt98'm3·+
15
?l,ir
U045 Yri1st"afhpar.lncluslef.brai'ldstof, exClusIef b_edienirtg,
In'elusiefvervoer:
chgl.?lffe_ur.
h.t.!),
n.t.b. € B,1?9
tS19,O.o
€ 47,34 € 43,51
€:
€ 33/-78
E
( 45,3.3 €
70,39 .€ 1,55'
189,36 G 348,08 270,24 € ?.o,65
t 281,S(i ( 24,SO
Hl!LJr 9Om?le.t6.wag?fi?ttl?Lgconform CI?OW-VoorSon?!ffe?L. VOO! de duur van maxlrnaal week (met warkvaklengte:Van ca. 10 mEi.ter),?l:
kostpriJs iil'ct. 1"0% Fee, mits?góeä.gekèurcntdoy"Oase·n
stuks
1104,7
stuks
Plaatsenen ve?ijqercn Win een \'Ve.gaJi"attihg (t.c.m. fe'? 11"048 handllnqa
15
m
?
arvoer etc.
c
36,72
é 36,72
c
74,Q3
{,1.1)0,45
(H7,7p
n95,?<
bij tt-sometsr lenqte. Prijs. Re
2
'sfblKS
4
stuks
LHOl nensyerbJnding Um
dal!
85,6$
.
11155 InstandhouCiing bronbefriariii?ft/m 100 meter leriqtè. Prijs: pèr !:tag. ON 2Q?Q. ;11.402 fle_nsv?r:.bJngrng c-
2
c
code 11047).Factuu"r ihc!. '10rt/o
.
Plaatslnq bronbematlsç, incl. pomp en aan-en 1.11"51 meter'> 10 m.
'1
-
DN 2.00
c
€.16,19
(64.,76
NOg ónbèkérïd,
1200? kortrncstedenjkcebteo TOTAAlPR_JS (exel p'!stI:Ó2Ó5 en kortin,g.stedeIUk
<':32;39
ge?ied)
04,78
resultaat van aanbestedlnq C
30.578,2?'
8.6.
Bijlage 6 VGM-Plan
Bestek Distributie
Pagina 50 van 59
Veiligheids-, Gezondheids- en Milieuplan (Derden) 1. Inleiding Dit veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden) omschrijft bepalingen en voorschriften inzake veiligheid en milieu. 2. Toepassing en geldigheid Dit VGM-plan is – tenzij nadrukkelijk anders overeengekomen – van toepassing op overeenkomsten en aanvullende voorwaarden inzake het verrichten van werkzaamheden en aflevering van goederen voor N.V. Oasen. Dit VGM-plan is een aanvulling op de Algemene Voorwaarden voor de Uitvoering van Werken (AVUW) en het bepaalde in wet- en regelgeving, zoals de Wet Milieubeheer en de Arbeidsomstandighedenwet én op geldende normen, richtlijnen en werkbladen. Indien bij de omschrijving van projecten en/of werkzaamheden nadere of afwijkende bepalingen en aanwijzingen zijn opgenomen, zullen deze prevaleren boven dit VGM-plan. 3. Doel Het doel is, dat leveranties én projecten en/of werkzaamheden (zie hoofdstuk 2 van het KAMsysteem), te verrichten door aannemers, onder zodanige condities kunnen plaatsvinden, dat dit géén gevaar oplevert voor veiligheid en gezondheid van personen en dieren en de kans op (milieu)schade wordt beperkt. 4. Directievoering De directeur van de NV Oasen heeft, in het kader van naleving van de overeenkomst(en) én om toezicht uit te oefenen op de uitvoering hiervan, verantwoordelijken aangesteld (zie schema in hoofdstuk 2 in het KAM-systeem). De verantwoordelijke a) kan een directievoerende instantie zijn welke namens Oasen directie voert; b) kan een werknemer zijn die is belast met de bedrijfsvoering; c) onderhoudt alle (formele) contacten met de aannemer(s), de betrokkenen, belanghebbenden en derden. d) draagt er zorg voor dat de aannemer voor de aanvang van het werk geïnformeerd wordt over de situatie ter plaatse (bijvoorbeeld aanwezigheid van bewegende delen en/of gezondheidsschadelijke chemische stoffen), de voor veiligheid en milieu geldende voorschriften en (nood)procedures; e) controleert of de aannemer, indien dit in de opdracht of overeenkomst is overeengekomen, een werkvergunning heeft; f) is bevoegd het werk en/of de werkzaamheden stil te leggen indien dit VGM-plan niet wordt nageleefd en/of de benodigde vergunningen of toestemmingen ontbreken en/of om een milieubedreigende situatie/calamiteit te voorkomen; g) is bevoegd om in het geval van een milieubedreigende calamiteit alle milieubeschermende maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om de verontreiniging te isoleren, te beperken, op te ruimen. 5. Locatieverantwoordelijke Door NV Oasen zijn medewerkers aangesteld als locatieverantwoordelijken die verantwoordelijk zijn voor de veiligheids-, gezondheids- en milieuaspecten op locaties van Oasen, waaronder vallen de terreinen, gebouwen en kantoren. De locatieverantwoordelijke a) dient bekend te zijn bij iedereen die werkzaamheden gaat uitvoeren; b) moet optreden als VGM-coördinator bij activiteiten binnen zijn gebied; c) moet van alle activiteiten op de hoogte worden gebracht en zijn toestemming verlenen (werkvergunning ) om tot uitvoering over te kunnen gaan; projectnummer: zie opdrachtbrief besteksnummer: indien van toepassing
N.V. Oasen Veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden), versie 6, april 2007 Blad 1 van 7
d) is de teamleider Productie (of de gedelegeerde operator), voor de zuiveringsstations (incl. puttenvelden), distributiepompstations, suppletiepompstations en watertorens met hun omliggende terreinen binnen hun regio; e) is de teamleider Magazijn voor magazijn en opslagterreinen; f) is het hoofd Netbeheer voor het distributieleidingnet binnen het voorzieningsgebied; g) is de teamleider Nieuwbouw & Onderhoud voor het hoofdkantoor, faciliteitengebouw en omliggend terrein; 6. Werkvergunning Binnen NV Oasen is het gebruik van werkvergunningen verplicht gesteld voor risicovolle werkzaamheden. De risicovolle werkzaamheden staan op werkvergunning genoemd. De werkvergunning wordt uitgeschreven door de locatieverantwoordelijke of diens plaatsvervanger. 7. Verplichtingen van de NV Oasen De NV Oasen verplicht zich om: a) zich ervan te overtuigen dat, indien vereist, de aannemer en/of leverancier bekend is met de uitvoeringseisen in de Algemene Voorwaarden voor de Uitvoering van Werken (AVUW); b) in het geval van een milieubedreigende situatie/calamiteit, die onder haar verantwoordelijkheid valt, alle benodigde middelen ter beschikking te stellen aan de verantwoordelijke. 8. Verplichtingen van de aannemer De aannemer is verplicht om: a) zijn werknemers voor te lichten omtrent de inhoud van dit VGM-plan en de naleving van de inhoud hiervan; b) alle wettelijke voorschriften en algemeen erkende regelen der techniek met betrekking tot veiligheid en milieu in acht te nemen; c) aangevoerde producten te etiketteren overeenkomstig wettelijke bepalingen en voorschriften; d) zich te houden aan geboden en verboden die hem zijn aangezegd of welke door middel van borden zijn aangegeven; e) het werk te laten verrichten door vakbekwame werknemers; f) indien van toepassing en op verzoek van de Oasen, van werknemers die in zijn dienst zijn, de bevoegdheden, certificaten en gegeven instructie(s) te overleggen of aan te tonen; g) elk alarm, storing, calamiteit, brand of voorval dat letsel of (milieu)schade tot gevolg heeft of in zijn ogen gevaarlijke situaties zijn, te melden aan de verantwoordelijke van Oasen mét verstrekking van alle ter zake doende inlichtingen; h) al die maatregelen te nemen die nodig zijn om de eigendommen en werken van de opdrachtgever of van derden te beschermen tegen schade ten gevolge van de uitvoering van het werk; i) de verantwoordelijke steeds schriftelijk in kennis te stellen van ongevallen en/of schadegevallen. In deze mededeling dienen te worden opgenomen; het tijdstip, de oorzaak, de omvang van de schade, genomen c.q. te nemen maatregelen en de acties die zijn ondernomen ter beperking van de schade enzovoort; j) zonder enige verrekening alle zaken die ten gevolge van de uitvoering van het werk worden beschadigd of tijdelijk afgebroken te herstellen, respectievelijk opnieuw te plaatsen, een en ander volgens aanwijzingen van de verantwoordelijke; k) zorg te dragen voor orde en netheid van het werkterrein c.q. de werkplek zorg te dragen; l) voor een juist gebruik van de aan zijn werknemers verstrekte of beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen zorg te dragen; m) bij alle werkzaamheden er rekening mee te houden dat de winning, zuivering en levering van drinkwater geen gevaar mag lopen; n) alle orders en aanwijzingen van de verantwoordelijke onverwijld op te volgen indien deze van mening is dat de uitvoering van het werk de bedrijfsvoering verstoort; o) tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, ervoor zorg te dragen dat, in het kader van het werk, de benodigde vergunningen, ontheffingen, werkplannen en/of Arbo/Milieuprojectplannen en dergelijke aanwezig zijn; p) ervoor te zorgen dat op het werkterrein EHBO-middelen beschikbaar zijn; q) de EHBO-middelen te beschermen tegen verontreinigingen; r) in geval van calamiteiten het werkterrein goed begaanbaar te houden; s) een alarmkaart op te stellen waarop is aangegeven; projectnummer: zie opdrachtbrief besteksnummer: indien van toepassing
N.V. Oasen Veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden), versie 6, april 2007 Blad 2 van 7
-
-
het alarmnummer; naam en telefoonnummer van een arts in de directe omgeving; het adres van het werk; het telefoonnummer van de regionale arbeidsinspectie; een eventuele interne meldingsprocedure.
9. Verboden a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l) m) n) o)
Het is de aannemer en zijn personeel verboden om: in risicovolle situaties (b.v. in besloten ruimten) alleen te werken; te roken, anders dan in de daartoe aangewezen ruimten en plaatsen (rookverbod); alcoholhoudende dranken, drugs of soortgelijke middelen te hebben of te gebruiken op het werk; het is verboden om zich onder invloed van dergelijke middelen op het (werk)terrein te bevinden; perslucht en zuurstof te gebruiken voor het reinigen van kleding of lichaam; kleding te dragen die gemakkelijk smelt of brandt; gebruik te maken van (gevaarlijke) toxische stoffen voor het reinigen van kleding en dergelijke; op Oasen-terreinen en in waterwingebieden brandstoffen, olie, chemische middelen, mest en andere milieubedreigende stoffen op te slaan; Oasen terreinen en in waterwingebieden materieelonderhoud te plegen; op Oasen-terreinen en in waterwingebieden brandstoftanks te vullen; op Oasen-terreinen en in waterwingebieden vuil en andere materialen op het werkterrein te verbranden of te begraven; op Oasen-terreinen en in waterwingebieden afvalwater, bijvoorbeeld van keten en loodsen, in/op de bodem, grond- en/of oppervlaktewater te lozen; oliegestookte verwarmingsinstallaties op het werkterrein en/of werkplek te gebruiken; zich onder of op een gehesen last te bevinden; bij branden aan of in de nabijheid van elektrische installaties water te gebruiken om te blussen.
10. Onderaanneming Wanneer de aannemer het werk of een gedeelte daarvan, na toestemming van de verantwoordelijke geheel of gedeeltelijk laat uitvoeren door een andere onderneming, dient hij die andere onderneming te verplichten dit VGM-plan na te leven. In dit geval treedt de aannemer op als coördinator met betrekking tot veiligheid en milieu, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. 11. Doorgang bestaande bedrijfsvoering Indien de uit te voeren werken renovatie, aanpassing of uitbreiding van bestaande gebouwen, terreinen en installaties betreffen, moet rekening gehouden worden met het feit, dat de bedrijfsvoering te allen tijde ongehinderd doorgang moet kunnen vinden, waarbij het proces niet of slechts gedeeltelijk buiten werking kan worden gesteld. Bovendien dient rekening gehouden te worden met werkzaamheden aan de installatie(s) door werknemers van Oasen. Ook op het terrein van de bestaande installatie, die gedeeltelijk of geheel in gebruik blijft, dienen de nodige maatregelen te worden getroffen, zodat de bedrijfsvoering ongehinderd doorgang kan vinden. Dit kan inhouden dat bepaalde werkzaamheden gefaseerd moeten plaatsvinden. In nader overleg met de verantwoordelijke van Oasen dienen aan het begin van het werk de nodige afspraken gemaakt te worden om hieraan te kunnen voldoen. 12. Bijzondere werkzaamheden
a) b) c) d) e) f) g) h)
Slechts na uitdrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke van Oasen mogen de werkzaamheden in de hieronder genoemde situaties worden uitgevoerd. met of bij open vuur; met of aan asbesthoudende materialen; in nauwe elektriciteit geleidende ruimten of besloten ruimten; waardoor de toevoer of distributie van elektriciteit, gas of (drink)water stagneert of kan stagneren; met zwaar transport over de terreinen of in de gebouwen; aan systemen met een veiligheidsfunctie (afzuiginstallaties, mechanische en elektrische beveiligingen enz. enz.) waarbij rook, (schadelijke) gassen, dampen, nevels of stof kunnen vrijkomen; waarbij wegspattende vonken kunnen optreden;
projectnummer: zie opdrachtbrief besteksnummer: indien van toepassing
N.V. Oasen Veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden), versie 6, april 2007 Blad 3 van 7
i) j) k) l) m) n)
waarbij langdurig hinderlijk geluid of hinderlijke trillingen kunnen optreden; die storingen in elektronische apparatuur kunnen veroorzaken; die doorgangen kunnen blokkeren of het gebruik van liften kunnen verhinderen; die op andere wijze de normale gang van zaken kunnen verstoren; die de kwaliteit van het (drink)water nadelig kunnen beïnvloeden; met graafwerktuigen, kranen en dergelijke. In geval van onzekerheid omtrent het te verwachten effect van bijzondere werkzaamheden dient vooraf met de verantwoordelijke te worden overlegd. Deze kan een veiligheidskundige van een erkende Arbo-dienst om advies vragen. Voor te nemen maatregelen kunnen de Abomafoon, AIbladen en werkinstructies worden geraadpleegd.
13. Elektrotechnische werkzaamheden Installatieverantwoordelijken/werkverantwoordelijken dienen er op toe te zien dat bevoegde werknemers hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden, zoals omschreven in hun aanwijzing niet overschrijden. Werknemers mogen hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden, zoals omschreven in hun aanwijzing, niet overschrijden. Werkzaamheden aan, met of nabij een elektrische installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door personen die in het bezit zijn van een geldige aanwijzing conform de NEN-EN 50110 c.q. de NEN 3140 en/of de NEN 3840. Na aanmelding bij de locatieverantwoordelijk dienen uitvoerenden, die voornemens zijn om werkzaamheden uit te gaan uitvoeren, een kopie van de schriftelijke aanwijzing, die door zijn of haar werkgever is afgegeven, aan de locatieverantwoordelijke te overhandigen. Na goedkeuring door de locatieverantwoordelijke van de afgegeven aanwijzing(en) zal de verantwoordelijkheid voor de veiligheid via een werkvergunning en/of overdrachtsformulier worden overgedragen. 14. Voorwaarden voor het werken in waterwin-/grondwaterbeschermingsgebieden Het werk of de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd (als ware het) in een waterwin/grondwaterbeschermingsgebied. De aannemer dient te voorkomen dat verontreinigingen, zoals lekwater, stof, bouwvuil en dergelijke, de bestaande drinkwaterzuiveringsinstallaties, bodem, lucht, grond- en oppervlaktewater vervuilen. Tevens moet de aannemer bij incidenten de omvang van een verontreiniging trachten te beheersen en beperken. Door acceptatie van dit reglement verklaart de aannemer ermee akkoord te gaan, dat een door hem of door één van zijn onderaannemers veroorzaakte bodem-, lucht-, grondwater- en/of oppervlaktewaterverontreiniging in waterwin-/grondwaterbeschermingsgebieden, geheel door of vanwege hem ten genoegen van de directie, gesaneerd wordt. Indien de aannemer hierbij in gebreke blijft of redelijkerwijze verondersteld mag worden dat hij zelf niet over de hiervoor geëigende middelen beschikt, behoudt de opdrachtgever zich het recht voor het saneren aan derden op te dragen. Alle hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de aannemer. 15. Toegang en aan- en afmelding De werknemers van de aannemer dienen: a) dienen zich te legitimeren door middel van een geldig legitimatiebewijs; a) bij betreding van de terreinen en gebouwen van Oasen zich te melden bij de locatieverantwoordelijke, dan wel diens plaatsvervanger op het werk of bij de receptie; b) er rekening mee te houden dat bij planbare werkzaamheden, zij drie werkdagen vooraf een afspraak dienen te maken; b) er rekening mee te houden dat, als zij zich onaangekondigd of onverwachts melden om met de uitvoering van het werk te starten, de verantwoordelijke van Oasen op het werk het recht heeft om hen de toegang te weigeren; c) op een bevel tot ontruiming, gegeven door: brandweer, bedrijfshulpverlening, verantwoordelijke c.q. installatiebeheerder van Oasen of via een omroepinstallatie, het gebouw onmiddellijk via de dichtstbijzijnde (nood)uitgang te verlaten; d) hun werkzaamheden op de Oasen werktijden, dit is van 07.30 uur tot 16.00 uur uit te voeren; projectnummer: zie opdrachtbrief besteksnummer: indien van toepassing
N.V. Oasen Veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden), versie 6, april 2007 Blad 4 van 7
e) er kennis van te nemen dat op algemeen erkende feest- en gedenkdagen en op, voor de werknemers van Oasen verplichte verlofdagen, de terreinen en gebouwen niet toegankelijk zijn; f) zich ervan bewust te zijn dat er geen sleutels van hekken, toegangspoorten of toegangsdeuren van gebouwen en/of installaties worden verstrekt; g) wanneer het project of de werkzaamheden zijn voltooid of voorlopig beëindigd, dit aan de verantwoordelijke mee te delen om deze de gelegenheid te geven het een en ander op te nemen en te controleren; h) nadat het werk is beëindigd c.q. uitgevoerd de werkplek en/of het werkterrein schoon en in oorspronkelijke toestand achter te laten of hetgeen in de overeenkomst aangegeven is uit te voeren. 16. Werkterrein en/of werkplek
a) b) c) d)
e)
Ten aanzien van de indeling en het gebruik van het (werk)terrein gelden de volgende voorwaarden en beperkingen: kranen en andere olieverbruikende werktuigen c.q. arbeidsmiddelen dienen vrij te zijn van lekkage uit tanks, carters en hydraulische systemen en - ter bescherming van de bodem tegen bodemverontreinigingen - na werktijd op de met folie beschermde plaatsen te worden opgesteld. indien tijdens het project en/of werkzaamheden gebruik wordt gemaakt van aardolieproducten ten behoeve van het materieel, moet het opslaan, overslaan, bijvullen en verversen van de producten zorgvuldig en zonder morsen geschieden. Dit geldt ook voor gevaarlijke stoffen; olieopslag en dieselaangedreven apparatuur dienen te worden opgesteld in een lekbak en wel zodanig dat lekkende olie geen bodemverontreiniging kan veroorzaken. In bedoelde lekbak mag geen hemelwater doordringen; tijdens de uitvoering van het werk mogen door de aannemer op en om het terrein geen stremmingen of belemmeringen voor het verkeer worden veroorzaakt. Indien stremmingen of belemmeringen voor het verkeer niet te voorkomen zijn, dient de aannemer dit te melden bij de verantwoordelijke van de Oasen en hiervoor toestemming te vragen; het terrein, waaronder brandkranen, afsluiters, kabelmoffen en dergelijke, de (kantoor)gebouwen en de installaties dienen te allen tijde toegankelijk te zijn voor werknemers van Oasen en voor derden die er werkzaamheden moeten verrichten. De aannemer dient alle voorzieningen te treffen, die noodzakelijk zijn om te toegankelijkheid te waarborgen.
17. Arbeids- en hulpmiddelen Ten aanzien van arbeids- en hulpmiddelen geldt het volgende: a) met betrekking tot informatie over risico’s en gevaren geeft de aannemer tijdens werkoverleg/toolboxmeetings zijn werknemers voorlichting over dit VGM-plan. b) arbeids- en hulpmiddelen die eigendom zijn van Oasen mogen alleen worden gebruikt met toestemming van de verantwoordelijke van Oasen Een gegeven toestemming heft de eigen verantwoordelijkheid van de aannemer voor de veiligheid van die middelen niet op; c) de aannemer dient ervoor zorg te dragen dat alle arbeids- en hulpmiddelen die door hem op de werkplek en/of het werkterrein of in de (kantoor)gebouwen van Oasen worden aangevoerd, voldoen aan de daarvoor geldende wettelijke voorschriften en aan de algemeen erkende regelen der techniek met betrekking tot gebruik, veiligheid en milieu; d) de aannemer mag geen hulpmiddelen uitlenen aan werknemers welke in dienst zijn van Oasen, behoudens toestemming van de verantwoordelijke van Oasen. Een gegeven toestemming heft de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers van Oasen voor de veiligheid van die middelen niet op; e) de directie is, na een door of namens hen uitgevoerde veiligheidscontrole van de hulpmiddelen, bevoegd om deze buiten werking te stellen indien en voor zover de aannemer nauw moeten samenwerken met medewerkers van Oasen; f) bij onderbrekingen, anders dan voor een korte pauze en bij beëindigen van de werkzaamheden, mogen geen hulpmiddelen op de werkplek worden achtergelaten zonder toestemming van de verantwoordelijke van Oasen. g) de aannemer dient de arbeidsmiddelen, zoals elektrisch materieel en dergelijke, buiten werktijd stroomloos te maken en voorzieningen te treffen tegen het gebruik door onbevoegden. h) De aannemer zorgt voor Persoonlijke Beschermings- en Veiligheidsmiddelen. 18. Brand Brand kan op sommige locaties direct worden gemeld door het indrukken van de dichtstbijzijnde brandmeldknop. In die gevallen waarbij u zelf een kleine brand tracht te blussen met de ter plaatse projectnummer: zie opdrachtbrief besteksnummer: indien van toepassing
N.V. Oasen Veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden), versie 6, april 2007 Blad 5 van 7
aanwezige draagbare brandblusmiddelen dient u rekening te houden met: c) het uitschakelen van elektrische apparatuur; d) het verwijderen van brandgevaarlijke (vloei)stoffen en materialen; e) voor brandgevaarlijke werkzaamheden dient altijd een werkvergunning te worden aangevraagd. 19. Verkeer Bij werken in openbare wegen is de aannemer verantwoordelijk voor afzettingen op de weg met de juiste materialen. Op de Oasen terreinen gelden de regels van het wegenverkeersreglement tenzij anders is aangegeven of overeengekomen. Tevens zijn de volgende aandachtspunten van belang: a) voertuigen mogen slechts geparkeerd worden in de daarvoor bestemde vakken of op door de verantwoordelijke van de Oasen aangewezen plaatsen; b) aanrijding of schade, veroorzaakt door motorvoertuigen, dient direct te worden gemeld aan de directie waarna er een schaderapport opgemaakt kan worden. 20. Verzamelen, opslaan en afvoeren van afval en afvalstoffen De aannemer dient: a) chemisch afval, oud leidingmateriaal waaronder PVC en asbest-cement, herbruikbare (afval)stoffen en (niet bruikbare) afvalstoffen gescheiden en naar soort te verzamelen, op te slaan en door een daartoe gecertificeerd bedrijf af te voeren naar een door de overheid aangewezen locatie; b) voor het verzamelen van afval en afvalstoffen op het werkterrein, op door de verantwoordelijke van Oasen nader aan te wijzen plaats, daartoe geschikte afdekbare en/of afsluitbare vuilcontainers te plaatsen; c) herbruikbare (afval)stoffen, voor zover die voor de Oasen niet van waarde zijn, zoveel mogelijk af te voeren naar gecertificeerde bedrijven, die deze stoffen gereed maken voor hergebruik of, in overleg met de verantwoordelijke van Oasen, naar een, door de overheid goedgekeurde, stortplaats; d) afval, waardoor ongedierte zou kunnen worden aangelokt, zoals etensresten, in tegen ongedierte af te sluiten containers te verzamelden en af te voeren; e) lege emballage retour te nemen. f) stort- en afvoerbewijzen moeten overhandigd worden aan de directie. 21. Schadelijke voorwerpen of stoffen Wanneer bij de uitvoering van het werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen waarvan de aanwezigheid niet bekend is en waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, levende have, goederen of het milieu, dient de aannemer dit onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke van Oasen. De aannemer dient terstond, zo mogelijk in overleg met de verantwoordelijke van Oasen de door de omstandigheden vereiste veiligheidsmaatregelen te nemen. 22. Besmettelijke ziekten Personeel dat lijdt aan een ziekte, waarvoor ingevolge de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken een nominatieven aangifteplicht geldt (zie bijlage 10 Overzicht besmettelijke ziekten van de WWB-CAO), of in contact staat of kort geleden heeft gestaan met een persoon, die zo’n ziekte heeft, heeft geen toegang tot de bedrijfsgebouwen, -lokalen en -terreinen. 23. Telefoon- en faxnummers Hoofdkantoor Oasen: Adres: Nieuwe Gouwe O.Z. 3, GOUDA Post-adres: Postbus 122, 2800 AC GOUDA Telefoon: (0182) 59 33 11 Telefax: (0182) 59 33 33 Landelijk alarmnummer: 112
projectnummer: zie opdrachtbrief besteksnummer: indien van toepassing
N.V. Oasen Veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden), versie 6, april 2007 Blad 6 van 7
Overzicht besmettelijke ziekten Besmettelijke ziekten van groep A, groep B en groep C, als bedoeld in artikel 2.2.6 CAO Waterbedrijven: a) Tot groep A, bedoeld in artikel 1, lid h van de Infectieziektenwet, behoort de volgende infectieziekte: - kinderverlamming. b) Tot groep B, bedoeld in artikel 1, lid i, van de Wet Infectieziekten, behoren de volgende infectieziekten: - bacillaire dysenterie; - botulisme; - buiktyfus; - cholera; - difterie; - febris recurrens; - hepatitis A,B en C; - hondsdolheid; - kinkhoest; - legionellose; - mazelen; - meningokokkose; - paratyfus A,B en C; - pest; - tuberculose; - virale hemorrhagische koorts; - vlektyfus; - accute voedselvergiftiging en voedselinfectie. c) Tot groep C, bedoeld in artikel 1, lid j, van de Wet Infectieziekten, behoren de volgende infectieziekten: - brucellose; - gele koorts; - leptospirose; - malaria; - miltvuur; - ornithose/psittacose; - O-koorts; - rode hond; - trichinose; - enterohaemorrhagische E. coli.
projectnummer: zie opdrachtbrief besteksnummer: indien van toepassing
N.V. Oasen Veiligheids- gezondheids- en milieuplan (VGM-plan derden), versie 6, april 2007 Blad 7 van 7
8.7.
Bijlage 7 Template Productiestaat
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 51 van 59
seo
o
PRODUCTIESTAAT EENHEIDSPRIJZEN (1".301.016 -versie 11 ) Aannemer:
Documentnummer:
Bezoekadres:
Periode uitvoering:
Postadres:
Opgemaakt door:
Plaats:
Datum:
Regio:
Werknummer:
?I----I
Naam projectverahtwoordelijke Oasen;
ProjectnurnmerlStructuurdeeWerrekenpost:
I=??----lokatie: ----------------? Adres
I
Plaats:
--------------------------
Omschrijving
Aandee!
UJtgll·
v9.erd .aantal
I---t--
-
werk:
-
-- ----------------1 prijs
Eenhgid
Omschrijving
0/.
-
-
-
Totaal /le.drllg
per eenheld
-
-
-
-
------------- ----------1---+-----
....
--
---1----1---------------------------------+----1-----------I ----+--+------------------
-
?
-
---I----+---+---?I
--------j-----*=??--+-------I -?===+-?---------------==----'-----?-I----_t---+-----------''--, -
-
-------------------r------t----t-------I
1---4---??, ?-, -5300 53QO
-'- ???--??????-
Meerwerk; specifieke omschrijving invulfen.
---,----- -----= 5300
Accoord
----
Meerwerk, specifieke omschrijving invullen.
?
Datum'
Handtekenlnq: Gedeelte uitsluitend in te vullen door Bedrijfsadministratie
Handtekenino:
?rediteurennummer:
__I_?s?t_t____ TOTAAL: ______ Accoord aannemer;
Oasen:
Datum:
Datum:
st
Meerwerk, specifieke omschrijving invullen,
_____
Inkoopopdrachtnummer: Paraaf;
?
8.8.
Bijlage 8 Format start-up formulier
Bestek Distributie
Pagina 52 van 59
eo
Start-up checklist bij leidingwerken (Noot:
in
te vullen binnen
5
werkdagen voor aanvang werkzaamheden) ALG&MENE
GEGEVENS Aannemen
Gemeente: Locatie:
Projectnr/structuurdeel: Tvpe werk OWON OIND OREC OREN ODIJK Datum lnvulllnq:
Startdatum: Einddatum:
werk 0 Laag 0 Middel 0 Hooq o Bebouwde kom 0 BUitengebied en/of m Tracélengte Dominante 0 mm I 0 In combinatie met 0 Elektra o Gas o Cai o KPN 0 Rlolerinq
Netbeheerder:
COl11l2lexiteit
ultvoertnn werk: 10 soto Werkverantwoordelijke aannemer:
?
?
Contactpersoon gemeente: Vergunningverlener (a): Vergunningverlener (b):
? ?
OMSCHRIJVING BESPREEKPUNT 1 2
3 4 5 6 7
8 9
10 1;1
12 13 14 15 16
11 18 19 20 21 22
23
I la I Nee I
0 D Bestaande kabel- & leldlnqqeqevens en werktekeningen op werk aanwezig Opdrachtverstrekking en bestekken/Vêt+plan op werk aanwezig Opleidingseisen en vakbekwaamheid personeel aantoonbaar Certificaten en onderhoud materieel/gereedschappen aantoonbaar D 0 Inzet onderaannemers en/of inhuur mensen/materieel conform certificering Ll op besproken werk recht aanwezigen voorwaarden Verqunnjnqen/zakelljk Risiéö-, inventarisatie eh evaluatie op het onder handen werk uitgeveerd Aarding aUe elektrische installatie doorgemeten en akkoord bevonden Planning en voorwaarden materiaalopslag en -Ieverantrets) afgestemd Startlocatie werkzaamheden, planning en werkvolgorde besproken Verkeersrnaatreqelen, -voorzieningen en afspraken conform CROW 98a/b o 0 Uitvoering leidingwerk conform Hygiënecode Drinkwater BTO 200L175(c) D. Plaats, aantal en werkwijze van te nemen watermonster besproken Meldingsplicht aannemer voor het zelfstandig uitvoeren van netschakelingen 0 D 0 Meldingsplicht aannemer voor werkwijZe/tijdstip bij leidingonderbrekingen Meldingsplicht aannemer voor uitvoering van meer- en minderwerk Verplichting tot inlevering van alle leverlnqs- en stortingsbewijzen Wijze van opslag enafvoer van afval- en reststoffen conform regel?eving Retour materialen inventariseren en schoon retourneren aan hoofdmagazijn Bij oplevering van het werk alle digitale opnames aanleveren op Cd-rem Frequentie (mondelinge) voortgangsverslag door aannemer aan netbeheerder per week Frequentie van ter goedkeuring aan te bieden productiestateh per maand Vast te leggen Situaties/objecten middels digitale fotografie (5ij objecten een sjalon plaatsen) o diepteligging 0 inbouw 0 stempelingen 0 aftakkingen LI mantelbuizen 0 0 0 Ll schadegevallen meer/minderwerk situaties ongevallen
000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000
Opmerkingen/afspraken:
Naam en handtekening:
Naam en handtekening: Opdrachtnemer
Oasen
I Versie:
2
Pagina 1 van 1
F.301.009
I
8.9.
Bijlage 9 Format opleveringsformulier
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 53 van 59
Opleveringsrapport aannemer naar opdrachtgever
Aannemer:
Projectomsch rijving :
Projectnummer:
Gemeente:
A.
Bovengenoemde aannemer verklaart hiermede dat hij het werk/project voltooid acht in overeenstemming met de corrtractdocurnenterr, met ultzonderlno van het herstel van gecQn::;tateerde gebreken en werkzaamheden volgens wel/niet bijgaande mancolijst.
B.
Controlestaat
JA
NVT
1.
Rapporten hydrostatische beproeving ontvangen
Ö
0
2.
Revisiegegevens
0
0
3.
Productiestaten
0
0
4.
Stortlnqsbewijzert ontvangen
0
0
5.
LeveringsbewijZen ontvangen
0
0
6.
Klachten en afwijkingsformulîeren (F.301.013) afgehandelq
0
0
7.
Overtollige
0
0
8.
Tracé afgewerkt en in orde bevonden
0
0
9.
Wegdekherstel akkoord
0
0
10.
Alle dichtgedraaide afsluiters .geopend
0
0
11.
Straatpotfen en aanwijs palen geplaatst
0
0
12.
Vervallen straatpotten en aanwijspalen verwijderd
0
0
13.
Vervallen brandkranen verwijderd
0
0
14.
Diepteligging leiding
0
0
15.
Meterlabels ingeleverd
0
0
16.
Oude watermeters ingeleverd
0
0
17.
Aansluitschetsen
0
0
18.
Watermonster(s) goedgekeurd
0
0
0
0
ontvangen ontvanqen
en lijst ingeleverd
materialen geretourneerd
ingeleverd
19.
c.
De garantietermijn is ingegaan op:
-
200 ... en eindigt op
-
200 ...
Handtekening aannemer:
Handtekening opdrachtgever:
Naam,
Naam:
Datum:
Datum:
Versie: 4
Pagina 1 van 1
F.301.0t4
8.10. Bijlage 10 Format beoordelingsformulier
Bestek Distributie
Pagina 54 van 59
oaseo Bijlag? 13
Format beoordelingsfotmulier
Doel: aan de hand van dit vragen in dit formulier geeft de opdrachtgever een waardering voor het werk dat door de aannemer is uitgevoerd. Na voltooiing van net werk dient deze beoordeling op aanwijzing vanopdrachtgever door beide partijen te worden ondertekend. De resultaten van deze beoordeling zullenih het frequenteaccowntoverleg afdelingen van oasen met oe contactpersoon van de aannemer.
besproken worden tussen de hoofden van de
Projectgegevens Naam Project:
Uitvoeringsperiode:
Naam opdrachtgever Oasen: Naam uitvoerder aannemer:
Beoordeling werk voor de afdeling ENGINEERING:
Start uitvoering op afgesproken tijdstip
Kwaliteit van het geleverde werk in uitvoeringsfase Communicatie tijdens uitvoeringsfase V&G aspecten tijdens uitvoering
Planning
Nakomen afspraken Kwaliteit en tijdstip van oplevering revisiewerk
Eindooräeel
Beoordeling werk voor de afdeling BEDRIJFSVOERING: 1:
..
"1 ....
ol .....,., ::1.
J
'-'!Ol'
"lil!!! ril
Wijze van coördinatie van storing door aannemer
-
Aankomst van materieel op locatie binnen afgesproken tijdsterm ijn
-
V&G aspecten tijdens uitvoering
11
-
Juistheid van facturatie & indienen alle werkbonnen bij factuur
-
-
Eindoordeel
-
""
Format becordellnqsforrnulier werkzaamheden
distributie Oasen
1
Opmerkingen/toelichting:
Ondertekening: Handtekeninq contactpersoon Oasen
Handtekening contactpersoon aannemer
Naam: Datum:
Naam; Datum;
8.11. Bijlage 11 Format afwijkingsformulier
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 55 van 59
Afwijkingsformulier Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven 1
2
Algemene gegevens opdrachtgever / opdrachtnemer: Van: Aannemer: Project: Uitvoerder: Projectnummer: Datum tekortkoming: Geconstateerde tekortkomingen door opdrachtgever:
3
(Vermoedelijke) oorzaak tekortkoming volgens opdrachtgever:
4
Optioneel: voorstel voor corrigerende maatregel / verbeterpunt door opdrachtgever:
5
Gevolgen voor planning: Ja/Nee Tijdsinschatting: Meer-/minderwerk: Ja/Nee Kostenraming: Datum van invoering: Handtekening opdrachtgever: Voorgestelde actie(s) door opdrachtnemer aan opdrachtgever: Behandeld door: Datum: Handtekening:
6
7
Akkoord opdrachtgever: Datum: Handtekening:
Ja/Nee
Ondernomen actie(s) door opdrachtnemer: Gevolgen voor planning: Ja/Nee Meer-/minderwerk: Ja/Nee Datum van invoering: Handtekening opdrachtgever:
Tijdsinschatting: Kostenraming
Correctieve actie(s) doorgevoerd: Naam opdrachtnemer: Datum: Handtekening:
8. Acceptatie door opdrachtgever: Naam opdrachtgever: Datum: Handtekening:
Grijs = invullen door Oasen
Versie: 4
Blanco = invullen door opdrachtnemer
Pagina 1 van 1
F.301.013
8.12. Bijlage 12 Tekenvoorschriften en format revisietekeningen
Wordt aangeleverd met de Nota van Inlichtingen
Bestek Distributie
Pagina 56 van 59
8.13. Bijlage 13 Gereedschappenlijst voor storingsdienstbus
Iedere monteur is uitgerust met een mobile telefoon en heeft zijn eigen persoonlijke beschermingsmiddelen. Het onderstaande materieel dient in elke fitterbus aanwezig te zijn:
27 februari 2009
A
Aanboortoestel voor PVC (AC) kraan 3/4 + 2"incl. boren en frezen Aanboortoestel voor haakseplugkraan diverse maten Aanboortoestel GY met 3/4 3n 1"boor Aggregaat voor vuilwaterpomp
B
Bankhamer Baco sleutel ( verstelbare moersleutel ) Bezem Bezemsteel Beitel, plat Beitel, punt Boormachine, 220 V Borenset beton 6 t/m 14mm Bouwlamp 500W Bouwlampstandaard Blitztang 152-12 Buigijzer 15 cv met rol Buigijzer 22 cv met rol
D
Dienstkraansleutel verstelbaar Dop voor verstelbare dienstkraansleutel 3/4 Dop voor verstelbare dienstkraansleutel 1" Dopsleutelset comp. Met ratelsleutel tot 32 mm D19TMZ Duimstok 1 meter 2045 rabone
E
Emmer 12 liter
F
Fitting-schroevedraaier
H
Handveger ongl. 285 mm nr 1305 VERO Handzaag t.b.v. PVC 309-20/500 Hoefraspen merk nicholson 12"
I
Inbussleutelset 2 t/m 12"
J
Jerrycan 5 of 10 liter voor brandstof Jerrycan 10 liter voor kraanwater
K
Kabelhaspel 220 V bl.m. 50m3 x 1,5 r tt Karweiflesje compleet met brander lortz Kniestukken (rubber) Knijptang (moniertang) 9901 250mm knipex Kopersnijmes (groot) ridgid 153 32--90 mm Kopersnijmes (klein) ridgid 6 -- 60 mm 205 Kopersnijmes mini ridgid 6 -- 28 mm Krompasser groot m+ w type 331 150/6"
L
Loodtromptang 338 240mm Looplamp 42 V (halogeen) met omvormer of vergelijkbaar
M
Meetlint 20mtr 280-20 stewe Morriskraansleutel 1/2" (zie voorbeeld)
Bestek Distributie
Pagina 57 van 59
O
Morriskraansleutel 1" (zie voorbeeld) Overbruggingskabel 2,5 q mm
P
Pe knipper groot t/m 63mm Pe knipper klein t/m 42 mm 35 knipper 42 Pijpsleutel 26 r 17 x 19 mm Pijpsleutel 26 r 20 x 22 mm Pijpsleutel 26 r 24 x 27 mm Pijpsleutel 26 r 30 x 32 mm Puntbeitel Plamuurmes 100 mm Platte beitel (koud beitel 109 hs-250 habero
R
Ringsteeksleutelset 6/8/9/10/13/14/15/17/19/22/24/27/30/32 1952m/14T Rubberhamer R'dam model
S
Schraapstaal Schep Schroevedraaier 150 S-5,5 gedore (sleuf) Schroevedraaier 150 S-8 gedore (sleuf) Schroevedraaier kruiskop 160 sp/1 Schroevedraaier kruiskop 160 sp/2 Slijptol (haaks) 220V of 42 V met omvormer Soksleutel 33 t 13 mm gedore Spade (smal) Spear & Jackson Spade (breed) Staalborstel 4 rijen lessman Straathamer a 125.02 1500 peddinghaus Stootijzer lang met vierkante onderkant
T
Trechter Tyleenklem tot 42 mm Tyleenklem groot Troffel
U
Universele handzaag 72-66 xr eclipse Universele handzaagblad 73-66 sr eclipse
V
Verkeersvoorzieningen: 6 pylonen en 2 rood/wit hekken Voorhamer 5027 03 5000 h peddinghaus Vuisthamer (moker) 5293 03 1500 h peddinghaus Vuilwaterpomp 22 V of 42 V met omvormer Vuilwaterpomp (14 m3/uur) Vijl halfrond 12"
W
Wacker Stamper Waterpomptang (groot) 460g 400 channellock Waterpomptang (klein) 8805 2250 mm knipex Wringstaaf 26rs3 t.b.v. pijpsleutel
IJ
IJzerzaagbeugel (groot) 300 mm gedore IJzerzaagbeugel (klein) 675 nd eclipse
Z
Zaagblad voor ijzerzaag klein 132 nd Zaagblad voor ijzerzaag gr 3806-300-24 snf sandvik
Bestek Distributie
Pagina 58 van 59
8.14. Bijlage 14 Blanco ABC-schets aansluitleidingen
27 februari 2009
Bestek Distributie
Pagina 59 van 59
Woonplaats
oasea 1
TT
[
J
2
Adres Nummer
4
3
01
07 Maat
c
c
?
?
>
(
B
D=
>
,
B
B
A=
c
c
02 08
03 04 09 o 10 miB= mic?
0
5
0
6
0
11
0
12
mi
mie,"
mi
Aanleçdaturn
B
Wijzigingsclëitum BEltreft
?I 6
?
5
'
Dl
-g?
..
1<
A "
"1
Watermeter geplaatst .,
Nee
Dl
____
10 10
Hoofdleiding ?
?
B
Dienstkräan B
B
Stopkraan BijzOl'1dere constructie
mml
mi
mml
mi
___ ______ __ Diameter
Maleriaill/TYPEi
c
Totale lengte
Diameter
1
Aanslultleldlnq 2
c
B
0
Materiaal Aansluitleiding
8
7
o Ja
A
I
m_ml
0"--
..
1_0
____ __ _____ __ ?
1?0
o
Nee 0
Ja:
0
boring gestuurd
q persing
1 1
[J zinker gegraven o zlnkerqespoten
Id rnantelbuls
W
? 9
c <è------i>'
Type aansluiting
o
Normaal
11
I
12
I
-
or
D
'V
C ?
1
E
-
G
<------->
E
L--Uitgevoerd door
B
B
8
ê
Geccntraleerd door D.aturrl verwerkt .iJl PiëiSYS
-
1/
?
o Tijdelijk """,.""."",,,,,,,,,,,,,,,,,,,.',,,,,,,
ÄI
10
I?
?I
I?
?I
BijzgndEjr + DIS
Vergunningnurnmer
o
Ja
0 Nee