Besluitenlijst van de adviescommissie voor Ruimtelijke Zaken d.d. 17 november 2003
Aanwezig Voorzitter Secretaris Leden
: : :
De heer mr. J.H.C. Kamps De heer M.L.A.M. van der Heijden De heer J.M.A. Aerts De heer drs. J.J. de Bonth De heer W.J. Coensen De heer B.M. Groen Mevrouw A.J.C.G.M. Hooghiemstra- Luijs (vervangt de heer de Hart) De heer G.W. Klein Obbink De heer C.G.C. Knuvers (vervangt de heer van Delft) Mevrouw A.T.E. Muskens- de Bont De heer ir. M.A.G.L. van den Thillart
Verhinderd
:
De heer A.L.J. van Delft De heer C.A.J. de Hart De heer A.W.C. Knippels De heer W.J.A.M. Vos
Tevens aanwezig
:
Wethouder ing. A.P.M. van den Hoven Wethouder J.P.M. Klijs
Nr.
Omschrijving
1.
Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij wenst de heer Knippels, die in het ziekenhuis is opgenomen, een spoedig herstel toe.
2.
Spreekrecht. Voor het spreekrecht heeft niemand zich gemeld.
3.
Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4.
Mededelingen a. mondelinge informatie over inhaalslag actualisatie bestemmingsplannen.
Actie
1
Wethouder Klijs zegt dat het voorstel betreffende de actualisatie van de bestemmingsplannen als gevolg van de overgenomen motie van de fractie Keerpunt, nu niet aan de commissie wordt voorgelegd. De consequenties van uitvoering van de motie worden in beeld gebracht, waarna opnieuw een voorstel aan commissie en raad wordt voorgelegd. b. mondelinge informatie over bestemmingsplan zuidzijde Bosscheweg/ Eendekooi Wethouder Klijs zegt dat de door de commissie gewenste veranderingen in het bestemmingsplan zodanig fundamenteel zijn dat deze niet meer voor 28 november, zijnde de deadline voor de vaststelling van het plan, kunnen worden verwerkt. Het college heeft zich daarom op het standpunt gesteld dat nu geen verdere actie moet worden ondernomen en dat gewacht wordt op de vaststelling van de structuurvisie. Waar mogelijk zal de opstelling van een nieuw bestemmingsplan parallel lopen met de ontwikkeling van de structuurvisie. De betrokken bewoners zullen over de gevolgen die het besluit van het college heeft worden geïnformeerd. c. Mondelinge informatie over de centrumplannen Wethouder van den Hoven zegt dat in het belang van een voortvarende aanpak van het Centrumplan Vlijmen een externe projectleider is aangetrokken. Deze gaat een plan van aanpak opstellen om te komen tot een gemeenschappelijke visie voor het centrumplan en een zo breed mogelijk gedragen bestemmingsplan. Ook wordt er opdracht gegeven voor een onderzoek naar de economische mogelijkheden van het centrum van Vlijmen. Hier wordt een consumentenonderzoek aan gekoppeld. De ondernemers en de Kamer van Koophandel dragen in de kosten van het economisch onderzoek bij. De exploitatieovereenkomst voor het Centrumplan Drunen is onlangs getekend. Het conceptplan voor de herinrichting van de openbare ruimte wordt doorgesproken met belangrijke belanghebbenden. Ook komt er een open inloop voor de aanwonenden. De planning is dat met de uitvoering in maart/april 2004 wordt gestart. De fractie Heusden Een zegt in de veronderstelling te zijn dat er een gemeentelijk projectleider is. Voorts vraagt de fractie of de uitgangspunten van de gemeenschappelijke visie af gaan wijken van de visie die aan de vestiging van het voorkeursrecht ten grondslag heeft gelegen. De raad heeft met de vestiging van het voorkeursrecht ingestemd; er hoeft dus voor de raad geen nieuwe visie te komen. Met het maken van een nieuwe visie loop je alleen maar risico. Het is wel goed de economische mogelijkheden te bezien. Omdat alle gegevens hiervoor beschikbaar zijn, kan dit in eigen beheer gedaan worden. De fractie DMP zegt dat eerder is gezegd dat de planbegeleiding door Seinpost plaats zou vinden. Wethouder van den Hoven zegt dat de interne projectleider zich met de structuurvisie gaat bezig houden. Voor het economisch onderzoek is binnen de organisatie geen capaciteit beschikbaar. Voor het projectleiderschap is gezocht naar iemand die met de specifieke problematiek van een centrumplan op de hoogte is. Seinpost had een dergelijk iemand momenteel niet beschikbaar. Seinpost blijft echter op afstand adviseur van het college. De fractie DDE-2002 vraagt hoeveel een en ander kost en uit welk budget de kosten worden betaald.
2
Wethouder van den Hoven zegt dat de kosten van het economisch onderzoek worden geschat op € 20.000,-- en die van het consumentenonderzoek op € 5.000,--. De projectleider is gedurende een half jaar ingehuurd voor 1,5 dag per week. De kosten worden betaald uit het bedrag van € 1 miljoen dat de raad beschikbaar heeft gesteld. De fractie Gemeentebelangen zegt dat de aanpak van het college goed is voor het draagvlak. Er is daarom sprake van een goede investering. 5.
Besluitenlijsten van de vergaderingen van 6 oktober 2003, 13 oktober 2003 en van 23 oktober 2003. De besluitenlijsten worden ongewijzigd vastgesteld.
6.
Lijst van aandachtspunten van 4 november 2003. Punt 23: Europees subsidie voor de parallelstructuur De fractie Keerpunt vraagt met betrekking tot punt 23 hoe de stand van zaken van de grondaankopen is. De fractie CDA vraagt of er ontwikkelingen zijn te melden Wethouder van den Hoven zegt dat nog met één eigenaar wordt onderhandeld over de aankoop van een stukje grond. Ten aanzien van de subsidiëring is inmiddels gebleken dat het project niet voor POP-gelden in aanmerking komt. Punt 25: verhouding gemeente/Woonveste Wethouder Klijs zegt dat Woonveste en Casade woondiensten te Waalwijk onderhandelen over een fusie. Hij stel voor de toegezegde discussie met Woonveste te voeren aan de hand van de Woonvisie op het moment dat het eerste concept van de Woonvisie aan de orde komt. De formele verhouding tussen de gemeente en Woonveste is weergegeven in een bij de besluitenlijst gevoegde bijlage De commissie stemt in met het koppelen van de discussie met Woonveste aan de Woonvisie, maar is van mening dat de commissie eerst, zonder Woonveste erbij, een standpunt moet bepalen. Punt 26: verplaatsing loonbedrijf Buijs Wethouder Klijs zegt dat de provincie ontkent dat gezegd is dat er mogelijkheden bij Bakkersdam zijn. De provincie stelt zich op het standpunt dat de gemeente het initiatief moet nemen. Het college vindt de ontwikkeling van een bedrijventerrein op die plek ongewenst. Het college zal de heer Buijs attenderen op de registratie van vrijkomende agrarische bedrijven. De fractie VVD stelt voor de discussie over Bakkersdam te voeren bij het volgende agendapunt. De punten13 en 23 zijn afgewikkeld. Punt 24 wordt betrokken bij de uitvoering van de motie van de fractie Keerpunt. Punt 25 wordt betrokken bij de discussie over de Woonvisie. Genoemde punten worden van de aandachtspuntenlijst afgevoerd. OVERIGE BELANGRIJKE ONDERWERPEN a. ter kennisname
7.
Ontwerpstructuurplan Bedrijventerreinen gemeente Heusden.
3
Relevante overwegingen: Fractie VVD: − De Verolmewerf is scheepsbouw-arm en is een uitstekend aan het water gelegen locatie. De werfdirectie gaat daarmee aan de slag − Met een kleine kade bij Bakkersdam kun je mogelijkheden voor vervoer over water creëren; dat is belangrijk voor kleinschalige bedrijven; vraagt het college hier naar te kijken − Het begrip grootschalige bedrijven moet gedefinieerd worden. Alcoa en Lips zijn grootschalig, maar hebben veel werknemers per hectare: daar gaat het om − er is geen landelijke industriepolitiek meer, waardoor bedrijven naar het buitenland verdwijnen; we moeten niet per definitie tegen grootschalige bedrijven zijn − het bevreemdt de fractie dat de automobiliteit moet worden afgeremd. De auto is een realiteit; het openbaar vervoer kan dat niet overnemen − wat betreft de fietsverbindingen kan niet worden volstaan met de twee doorbraken die er nu zijn. Voor de noord-zuid fietsverbinding naar Het Hoog zal er een fietstunnel moeten komen − bij een minimale kavelgrootte op Het Hoog van 2000 m² en een bebouwingspercentage van 80, is er geen sprake meer van kleinschalige bedrijven; we hebben echter wel met kleinschalige bedrijven te maken. Die moeten zich ook op Het Hoog kunnen vestigen − pleit ervoor de Tuinbouwweg richting Drunen te verbreden en zoveel mogelijk westwaarts een ontsluiting van Het Hoog-2 op de Tuinbouwweg te creëren − in de huidige economische situatie mag er niet meer van uitgegaan worden dat de bank nieuwe bedrijfsvestigingen voor 100 % financiert, waardoor bedrijfsvestigingen moeilijker worden. Dit pleit voor een portefeuillehouder die zich nadrukkelijk met economische zaken bezig houdt − in Waalwijk wordt een vennootschap opgericht waar vrijkomende bedrijven worden ingebracht om herontwikkeld te worden. Over het probleem van bedrijfsverplaatsingen moet progressief gedacht worden en moet er gekeken worden naar de binnen Heusden aanwezige mogelijkheden Fractie Gemeentebelangen: − vraagt een toelichting op de situatie bij Bakkersdam − pleit ervoor om voor startende ondernemers op Het Hoog mogelijkheden te creëren, bijvoorbeeld door middel van een bedrijfsverzamelgebouw Fractie Keerpunt: − het is een goed streven om de losse bedrijvigheid te concentreren op bedrijventerreinen − het bedrijf Sanders moet mogelijkheden behouden in verband met de specifieke werkgelegenheid die het biedt − mist in de nota de glastuinbouw Fractie Heusden Een: − mist in het structuurplan de toekomstige locaties voor Kuijs en Van Hulten. Het is nu hét moment om deze locatie in te brengen − er zijn veel klachten dat ambtenaren niet meedenken met problemen van
4
burgers, met name op het gebied van bouwen en ruimtelijke ordening Fractie CDA: − in het provinciehuis wordt gezegd dat er mogelijkheden voor uitbreiding van Bakkersdam zijn. De gemeente moet hier het initiatief voor nemen. De commissie heeft het college kenbaar gemaakt dat het voorstander is van vestiging van loonbedrijf Buijs op Bakkersdam Fractie DMP: − pleit ervoor om middels de uitgiftevoorwaarden bij Het Hoog te voorkomen dat de bebouwing wordt verhuurd voor opslag − vraagt of er bij de uitgifte voor Het Hoog garanties voor arbeidsplaatsen worden gevraagd Wethouder Klijs reageert op de overwegingen van de fracties: − het structuurplan is gemaakt om de bestaande situatie in beeld te brengen en om naar de provincie toe de noodzaak van Het Hoog-2 te onderbouwen − aan het bedrijventerrein Bakkersdam is goedkeuring onthouden in het kader van Ruimte voor rivieren. Bij Verolme kan niet zo maar ingegrepen worden; wel kan gekeken worden wat we, als er in de toekomst gaten vallen, kunnen doen. Het lijkt wel mogelijk om op Bakkersdam bestaande bedrijven uitbreiding te bieden − van de kwestie Buijs kan spreker geen ander verhaal maken. Als de commissie zegt dat Bakkersdam uitgebreid moet worden, neemt spreker dat mee naar het college. Als we een goed verhaal hebben, moeten we er voor gaan en ons niet te gemakkelijk verschuilen achter de provincie. Het college ziet echter niet de mogelijkheid Bakkersdam uit te breiden, zeker niet voor één bedrijf. Het college wil wel mee blijven kijken naar een goed alternatief voor Buijs − om het initiatief zes onder één dak niet in gevaar te brengen, moet het bedrijventerrein Meeuwaart begrensd blijven door de Dekkerseweg − in de structuurvisie moet het bedrijventerrein Vliedberg als toekomstige woonlocatie meegenomen worden. Gezien de bestaande bedrijvigheid kan de woonbestemming niet op korte termijn gerealiseerd worden − het is goed om met de portefeuillehouder economische zaken afspraken te maken over grootschalige bedrijven; kleinschaligheid en kwaliteit moeten echter voorop gesteld worden − de oplossing voor startende bedrijven wordt niet direct op Het Hoog gezocht; er wordt eerder gedacht aan de Nassaulaan of Nieuwkuijk − voor het huisvesten van starters kan ook gekeken worden naar vrijkomende bedrijfsruimte waaraan niet direct een andere invulling gegeven kan worden − de bedrijven die zich op het Hoog willen vestigen worden redelijk streng getoetst − onder welke categorie de glastuinbouw wordt gebracht is een kwestie van definitie. Er zijn daar afspraken over − Het gebied Wolput/Abt van Engelenlaan is niet ingebracht als toekomstig bedrijventerrein. In het betreffende gebied willen ondernemers op eigen grond plannen ontwikkelen die niet passen in de visie van het college Toezeggingen: --
5
Het stuk wordt voor kennisgeving aangenomen b. advisering aan de raad 8.
Vervallen
9.
Voorstel inzake toepassing zelfstandige projectprocedure ten behoeve van de verbouw van de houten woning Nassau Dwarsstraat 3nw te Vlijmen tot stenen woning, inclusief uitbreiding, door mevrouw A. van Bokhoven, Nassau Dwarsstraat 3nw te Vlijmen. Relevante overwegingen: Fractie CDA: − Vraagt of er nog meer situaties zijn waarbij de tijdelijkheid is verstreken, maar waarbij nog geen verjaring heeft plaatsgevonden. Als dat het geval is moet er actie worden ondernomen Fractie Heusden Een: − Vindt het niet juist dat iemand die niet tijdig heeft gereageerd, alsnog de mogelijkheid geboden wordt te reageren. Een dergelijke oprekking van termijnen schept een precedent Wethouder Klijs reageert op de overwegingen van de fracties: − Het is denkbaar dat er meer situaties als de onderhavige zijn. Er moet voor gewaakt worden dat deze niet bij een bestemmingsplanherziening worden gelegaliseerd − De in het voorstel bedoelde ter inzage legging heeft in 2001 plaatsgevonden. Nu is geen termijnoverschrijding aan de orde Toezeggingen: -Advies commissie: De commissie adviseert positief. Het stuk wordt op de A-lijst geplaatst
10.
Voorstel tot wijziging van de procedureverordening planschadevergoeding gemeente Heusden 1997. Relevante overwegingen: Fractie Heusden Een: − Vraagt of de leges worden terugbetaald als de planschadeclaim wordt toegewezen Fractie Keerpunt: − De argumentatie voor de keuze van een bureau moet niet het geld maar de kwaliteit zijn Fractie Gemeentebelangen: − In hoeverre wordt bij inschakeling van een ander bureau dan SAOZ een objectief advies gewaarborgd? Fractie VVD:
6
− In het besluit onder B moet de verwijzing naar SAOZ achterwege blijven Wethouder Klijs reageert op de overwegingen van de fracties: − Als de planschadeclaim wordt toegekend vindt terugbetaling van de leges plaats − Het conceptbesluit onder B kan worden gewijzigd in ‘Als schadebeoordingscommissie treedt op een door het college aan te wijzen onafhankelijk deskundige’ Toezeggingen: -Advies commissie: De commissie adviseert positief. Het stuk wordt op de A-lijst geplaatst. 11.
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een gedeelte van de Kom Vlijmen. Relevante overwegingen: -Toezeggingen: -Advies commissie: De commissie adviseert positief. Het stuk wordt op de A-lijst geplaatst.
12.
Rondvraag De heer Groen informeert naar de stand van zaken van het kinderdagverblijf bij het Land van Ooit. Welke procedure wordt gevolgd? Hij pleit voor een tijdelijke oplossing in het belang van het behoud van subsidiegelden. Voorts zegt spreker dat de bejegening van burgers in procedures een groter probleem is dan wordt gedacht. De burger moet niet het gevoel gegeven worden dat het probleem van hem is. Hier moet naar gekeken worden. Mevrouw Muskens- de Bont stelt om verwarring te voorkomen, voor de structuurvisie die nu opgesteld gaat worden, de Structuurvisie 2004 te noemen. De heer van den Thillard heeft de volgende vragen/opmerkingen: − De ontsluiting van het sportpark Haarsteeg via de Priemsteeg is gevaarlijk. Wordt hier iets aan gedaan? − De besluitenlijsten van de commissies moeten direct na de vergadering gepubliceerd worden en niet pas na vaststelling − De dijk bij Nouwens is nog niet hersteld − De woning van Nouwens is wel heel erg groot. Is dat allemaal conform vergunning? − De Wereldwinkel in Heusden is op zoek naar een andere locatie. Kan de gemeente in het kader van de ontwikkelingssamenwerking de regie nemen bij het zoeken van een nieuwe locatie? Wethouder Klijs vraagt de heer van den Thillart niet alle boodschappen te bewaren tot de commissievergadering, maar de vragen te stellen wanneer ze
7
opkomen. Zowel de collegeleden als het ambtelijk apparaat zijn daarvoor altijd benaderbaar. Gedeputeerde Staten hebben een voorbehoud gemaakt bij de opname van een kinderdagverblijf in het ontwerp-bestemmingsplan Land van Ooit, omdat dit niet in het provinciaal beleid past. Tegen het niet meewerken aan de ZPP is bij de provincie bezwaar aangetekend. Een tijdelijke vergunning biedt, gezien te verwachten procedures, geen soelaas. Daarnaast moet de tijdelijkheid onderbouwd worden. Met betrekking tot de bejegening van de burger zegt spreker dat er tot op zekere hoogte te veel klachten zijn. Er loopt een pilotproject bij bouwen en wonen –de afdeling met veel klantcontacten- dat in breder verband ingaat op onder andere klantvriendelijkheid. Dit onderwerp moet niet verengd worden tot Bouwen en wonen, maar moet over de hele organisatie neergezet worden. Er moet ook de nodige capaciteit beschikbaar zijn. Spreker noemt als voorbeeld de monumentenzorg en de vesting, waarvoor geen beleidsmatige capaciteit voorhanden is. De voorzitter sluit de vergadering. Aldus vastgesteld d.d. 12 januari 2004. De commissie De secretaris, De voorzitter,
M.L.A.M. van der Heijden
Mr. J.H.C. Kamps
8
Bijlage bij de besluitenlijst van de commissie RZ van 17 november 2003 (betreft de toezegging vermeld onder nummer 25 van de aandachtspuntenlijst)
Wettelijke regelingen woningcorporaties betreffende. BBSH Het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) bevat de regels waaraan woningcorporaties (en gemeentelijke woningbedrijven) zich moeten houden. Volgens het besluit dienen hun werkzaamheden op het terrein van de volkshuisvesting te liggen. Het BBSH noemt zes prestatievelden: kwaliteit van de woningen, verhuur van de woningen, betrekken van bewoners bij beleid en beheer, financiële continuïteit, leefbaarheid en wonen en zorg. Verder geeft het BBSH regels over de verslaglegging en het toezicht op woningcorporaties. Woningwet De Nederlandse Grondwet geeft aan dat 'bevordering van voldoende woongelegenheid voorwerp van der overheid is'. Deze zinsnede in de Grondwet is de basis voor de Woningwet. De Woningwet bevat de rechten en plichten van de verschillende bij de volkshuisvesting betrokken partijen, zoals het rijk, de gemeenten en woningcorporaties (de ordening). Ook biedt de wet het kader voor het inhoudelijk beleid van de rijksoverheid (de sturing). Naar verwachting heeft de Woningwet de langste tijd van het bestaan achter de rug. Staatssecretaris Remkes kondigde in de nota Mensen, Wensen, Wonen aan dat het kabinet in 2003 een nieuwe Woonwet zal presenteren. Zowel de Woningwet als het BBSH zullen hierin opgaan. Tot de invoering van de nieuwe Woonwet blijft de Woningwet van kracht. Woonwet In de Nota Mensen, Wensen, Wonen is aangekondigd dat het kabinet in 2003 een nieuwe Woonwet zal presenteren. Deze nieuwe Woonwet zal de Woningwet en het BBSH vervangen. De Woonwet regelt de positie van de burger (zeggenschap bij het beheer van de woonomgeving en de Overlegwet), de bestuursketen (Rijksbeleidskader en Woonvisies), de woningcorporaties (toelating, werkterrein, prestatieplan, toezicht en sancties) en de sectorinstellingen Centraal Toezichtorgaan Woningcorporaties (CTW) en Centraal Fonds Sectorbeheer (CFS). In het wetsontwerp Woonwet worden onder andere voorstellen gedaan voor een vernieuwde vormgeving van het externe toezicht op corporaties. Dit toezicht blijft een directe verantwoordelijkheid van de minister Huidig toezicht Jaarlijks leggen corporaties verantwoording af aan de externe toezichthouder: het ministerie van VROM. Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting adviseert het ministerie daarbij over de financiële aspecten van het toezicht. De prestaties van woningcorporaties zijn jaarlijks terug te vinden in de toezichtbrief en het toezichtverslag van de staatssecretaris. Woningbouwcorporatie en gemeente Woningcorporaties en gemeenten hebben dus geen directe band. De gemeente heeft geen toezichthoudende taak. De woningbouwcorporatie is een onafhankelijke instelling.
9
Prestatieafspraken. Woningcorporaties en gemeenten zijn echter wel partners in de volkshuisvesting. Om de activiteiten van beide organisaties op elkaar af te stemmen maken corporaties en gemeenten prestatieafspraken. Die afspraken gaan bijvoorbeeld over het behoud van de goedkope woningvoorraad, woonruimteverdeling of de inzet van de gemeente ten aanzien van de leefbaarheid. Niet alleen inhoudelijke afspraken kunnen worden vastgelegd. Ook kunnen er procesgerichte afspraken worden gemaakt die ingaan op de monitoring, evaluatie en aanpassing van de afspraken. Om die laatste mogelijkheden te bereiken is het streven gericht op het maken van meetbare afspraken. Er zijn zelfs mogelijkheden deze afspraken in de vorm van een prestatieovereenkomst te gieten. Overige vormen van samenwerking Corporaties verbreden hun aanbod van producten en diensten. Bij de activiteiten die daaruit voortvloeien, worden vaak samenwerkingsverbanden aangegaan. Dat gebeurt niet alleen tussen corporaties onderling. Ook met andere partijen, zoals projectontwikkelaars, financiers en gemeenten wordt samengewerkt om een gemeenschappelijk gedefinieerd doel te bereiken. Het doel moet echter altijd in dienst van de volkshuisvesting staan. Corporaties moge niet optreden als zelfstandige (commerciële) projectontwikkelaar. De samenwerking kan met privaatrechtelijke overeenkomsten worden vastgelegd. De woningcorporatie heeft zich daarbij te houden aan de criteria uit hoofdstuk 2 van het BBSH, die betrekking hebben op toelating, wijziging van statuten en fusie. Instellingen De bedrijfstak woningcorporaties onderhoudt relaties met een groot aantal instellingen. Dat zijn in de eerste plaats bedrijfstakinstituten, die in het algemeen door de corporaties zelf in het leven geroepen zijn en een belangrijke functie in hun bedrijfsvoering vervullen. Te denken valt bijvoorbeeld aan de Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Daarnaast zijn er sectorinstituten, die nauw verbonden zijn met de overheid en uit een bepaalde verhouding tussen overheid en woningcorporaties voortkomen. Een voorbeeld is het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, het vangnet voor corporaties die in financiële problemen komen. Het Centraal Fonds voert voor het rijk ook het financieel toezicht op corporaties uit. Bestuurlijke organisatie Alle woningcorporaties hebben een bestuur, dat het beleid bepaalt, en een intern toezichthoudend orgaan, dat het bestuur controleert. De meeste corporaties hebben een werkapparaat, meestal geleid door een directeur, dat de beslissingen van het bestuur uitvoert. Wanneer directeur, bestuur en raad van commissarissen aparte onderdelen van de organisatie vormen, is sprake van een instructiemodel (ook wel drielagenmodel genoemd). Andere corporaties kiezen voor een raad-van-commissarissenmodel (of: tweelagenmodel). Het bestuur is dan verantwoordelijk voor de beleidsbepaling én de uitvoering. Er is dan vaak sprake van een directeur/bestuurder of statutair directeur. Deze laatste vorm is gekozen door Woonveste.
10