8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter
Marc De Buck, Alexander Vercamer, Ivan Verleyen, Frans Van Gaeveren, Jean-Pierre Van Der Meiren, Carina Van Cauter,
Besluit van de Bestendige Deputatie referte betreft verslaggever
082/42006/4/2/A/14/PW/KVDS/kvds nv OUDEGEM PAPIER DENDERMONDE mevrouw Carina Van Cauter
leden
Albert De Smet, provinciegriffier
Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende het verlenen van de vergunning aan de nv Oudegem Papier, Oude baan 120 te 9200 Dendermonde (Oudegem), voor het veranderen van een vergunde en bestaande papierfabriek, gelegen op de percelen kadastraal bekend onder Dendermonde (Oudegem), Afdeling 6, Sectie B, perceelnummers 629/g/2, 629/k/2, 864/g/2, 865/l/2, 865/p/2, 865/r/2, 865/w/2, 865/x/2, 865/y/2, 873/m/2, 873/n/2, 882/z/4, 894/z/2, 914/b, 914/c, aan de Oude baan 120 te 9200 Dendermonde (Oudegem),
De Bestendige Deputatie, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering, houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I), met latere wijzigingen; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Gelet op de volgende, lopende vergunningen in verband met het exploiteren van deze hinderlijke inrichting: Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 27 juli 1995, voor het verder exploiteren, wijzigen en uitbreiden van een
2
papierfabriek; met tegelijkertijd het weigeren van de aanpassing van de lozingsnormen (voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 8 februari 1996, voor het uitbreiden met 3 verbrandingsinstallaties voor elektriciteitsproductie en aanhorigheden (voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 29 juli 1999, voor het uitbreiden met een anaërobe reactor ten behoeve van de afvalwaterzuiveringsinstallatie (voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 6 december 2001, voor het uitbreiden met opslagruimte, de vernieuwing van de grondstofvoorbereiding en de regularisatie van een aantal rubrieken (voor de grondwaterwinning voor een termijn tot en met 22 oktober 2002; voor de overige rubrieken voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 3 januari 2003, voor het uitbreiden en hernieuwen van de vergunning voor de grondwaterwinning en het uitbreiden van de opslag van P3- en P4-producten (voor de grondwaterwinning voor een termijn tot en met 2 januari 2006; voor de overige rubrieken voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 11 november 2003, voor het wijzigen van de lozingsnormen voor chloriden; Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 13 januari 2005, voor het uitbreiden met een biogasmotor en een transformator (voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 13 oktober 2005, voor het uitbreiden met de opslag, mechanische behandeling en verbranding van gevaarlijke en andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van 16 februari 2006, voor het hervergunnen van de grondwaterwinning (voor een termijn tot en met 26 juli 2015); Gelet op de melding van overname, geakteerd door de Bestendige Deputatie van de Provincieraad 3 december 1997, van de opsplitsing van de nv VPK Oudegem in de nv Oudegem Papier en de nv VPK Packaging; Gelet op de mededeling van kleine verandering, geakteerd door de Bestendige Deputatie van de Provincieraad op 20 oktober 2005, geldend als vergunning voor een BKG-inrichting; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 24 februari 2006 ingediend door de nv Oudegem Papier, Oude baan 120 te 9200 Dendermonde (Oudegem), om een inrichting te exploiteren, gelegen aan de Oude baan 120 te 9200 Dendermonde (Oudegem), op de percelen, kadastraal bekend onder
3
Dendermonde (Oudegem), Afdeling 6, Sectie B, perceelnummers 629/g/2, 629/k/2, 864/g/2, 865/l/2, 865/p/2, 865/r/2, 865/w/2, 865/x/2, 865/y/2, 873/m/2, 873/n/2, 882/z/4, 894/z/2, 914/b, 914/c, met als voorwerp: het veranderen (door wijziging en uitbreiding) van een bedrijf voor papieropslag (rubrieken: 2.2.5.e.2, 3.6.2.2, 12.2.2, 33.2.c.3, 43.1.3, 43.3, 33.2.e); Gelet op de aangetekende brief van 11 april 2006, waarmee de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal van 23 mei 2006, houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen, waaruit blijkt dat er één bezwaarschrift werd ingediend, ondertekend door 32 personen, dat de argumenten die hierin aangehaald worden als volgt kunnen samengevat worden: - kan het bedrijf verder uitbreiden zonder dat de bestaande stankhinder is opgelost? Volgens het bezwaarschrift dringt de stank soms door tot in de woon- en slaapkamer. Op 11 mei 2006 werd door het stadsbestuur een informatievergadering georganiseerd. Er was bezorgdheid voor supplementaire geurhinder en een substantiële toename van het vrachtverkeer. Gelet op het gunstig advies van 6 juni 2006 van het College van Burgemeester en Schepenen van Dendermonde, mits rekening gehouden wordt met het advies van de plaatselijke brandweer, de stedelijke dienst leefmilieu en afvalbeheer (inzonderheid dat het bedrijf al het mogelijke doet om geurhinder en geluidshinder te voorkomen, er rekening gehouden wordt met de opmerkingen uit de informatievergadering van 11 mei 2006 en het bedrijf meewerkt om de hinder van het transport voor de buurt zo minimaal mogelijk te houden) en de brief van 16 mei 2006 van het TMVW); Gelet op het ongunstig advies van 30 mei 2006 van de Afdeling Milieuvergunningen van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur (afgekort AMINAL-AMV), gelet op de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage (besl. Vl. Reg 10/12/2004, BS 17/02/2005) betreft het hier een categorie van project waarvoor een project-MER moet worden opgesteld (bijlage I) en waarvoor met betrekking tot een wijziging of uitbreiding een verzoek tot ontheffing kan worden ingediend. Het is derhalve aangewezen de MER-problematiek af te ronden vooraleer het dossier verder in behandeling wordt genomen of een nieuwe aanvraag wordt ingediend.
4
Gelet op het schrijven van de exploitant van 20 juni 2006 waarbij gevraagd wordt om de rubrieken 2.2.5.e.2, 12.2.2, 33.2.c en 33.2.e uit hun aanvraag te schrappen; Gelet op het gunstig advies van 28 juni 2006 van de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid - Cel Lucht (afgekort AMINABEL-Cel Lucht), vermits door een studie (uitgevoerd door de nv Belconsulting) aangetoond werd dat de papiermachine op de meest energie-efficiënte wijze die rendabel is wordt omgebouwd; Gelet op het gunstig advies van 31 mei 2006 van de Afdeling voor Ruimtelijke Ordening van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg van het Departement van Leefmilieu en Infrastructuur (afgekort AROHM), doordat de bedrijvigheid vanuit stedenbouwkundig oogpunt zonder meer in overeenstemming is met de bestemming volgens het geldend gebied; Gelet op het gunstig advies van 13 juni 2006 van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (afgekort Gezondheidszorg), voor een termijn tot 26 juli 2015, mits het bedrijf een studie uitvoert omtrent het gebruik van alternatieve aan- en afvoerwegen over het spoor en over het water; Gelet op het gunstig advies van 9 mei 2006 van de Vlaams Energieagentschap, doordat de exploitant bij de aanvraag een door het Vlaams verificatiebureau benchmarking (VBBV) geverifieerde en goedkgekeurde wijziging aan het monioring protocol gevoegd heeft, samen met een geverifieerde inschatting van de CO2-emissies ten gevolge van de verwachte uitbreiding; Gelet op het gunstig advies van 29 mei 2006 van de Vlaamse Milieumaatschappij (afgekort VMM), voor de lozing van 200 m³/u – 4800 m³/dag BA met 2C stoffen via een waterzuiveringsinstallatie op oppervlaktewater, mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale (28 c) voorwaarden voor lozing op oppervlaktewater. Rubriek 3.6.3.2. dient van toepassing gesteld te worden. Bovendien dienen volgende bijzondere voorwaarden opgelegd te worden: parameter Eenheid aangevraagd BZV mg/l 50 ZS mg/l 60 CZV mg/l 180 Nt mg/l 20 Pt mg/l 2 Cd mg/l 0.01 Cl mg/l 400 geleidingsvermogen µS/cm 4000 BS ml/l 0.5 AOX mg/l 0.4
5
Voor de parameters As, Cr, Cu, Pb, Ni, Ag, Zn, Cd en Hg dient voldaan te worden aan de milieukwaliteitsnorm (MKN)². De waarden uit de vergunning alsook alle vrachten van 27 juli 1995 kunnen geschrapt worden. - Binnen de termijn van 3 maanden na de opstart van de bijkomende waterzuiveringstrap, dient het bedrijf een rapport voor te leggen waarin de invloed op het ontvangende oppervlaktewater (t.o.v. het 90 percentiel debiet Dender) wordt weergegeven. Tevens dienen milderende maatregelen opgenomen te worden met bijhorende termijnen. Dit rapport dient overgemaakt te worden aan de adviserende instanties. - De overige aangevraagde parameters worden beperkt tot de concentraties opgenomen in het kwaliteitsobjectief van het ontvangende oppervlaktewater of bij ontstentenis daarvan tot maximaal 10 maal de waarnemingsdrempel van de meetmethode. - De overige niet aangevraagde parameters mogen slechts geloosd worden in concentraties beneden de kwaliteitsdoelstelling van het ontvangende oppervlaktewater. Het bedrijf dient te beschikken over een controle inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water; overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van het Vlarem I. Het bedrijf dient een meetprogramma uit te voeren overeenkomstig art. 4.2.5.3.1. van het Vlarem II. De niet vermelde parameters in bijlage 4.2.5.2. van het Vlarem II dienen driemaandelijks bepaald te worden. Gelet op het in beraad houden van haar advies van 13 juni 2006 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (afgekort OVAM); om een milieuhygiënische beoordeling van de aangevraagde inrichting te kunnen uitvoeren heeft de OVAM aan de nv Oudegem Papier gevraagd om met het VITO na te gaan – op basis van emissiegegevens van de reeds operationele verwerkingsinrichting in Brazilië – welke emissies te verwachten zijn. Op het moment van het advies beschikt de OVAM nog niet over deze informatie; Gelet op het gunstig advies van 4 juli 2006 van de provinciale milieudeskundige, onder de gecoördineerde milieuvergunningsvoorwaarden, voor een termijn tot en met 26 juli 2015, dit is de vervaldatum van de basisvergunning; Gelet op de volgende vaststellingen door de Provinciale Milieuvergunningscommissie: "De Voorzitter licht de adviezen en het openbaar onderzoek toe. De OVAM verklaart dat een stuk van de aanvraag werd ingetrokken, waardoor geen advies meer vereist is door de OVAM. De To.Vo. stelt dat het voorwerp van het dossier werd gewijzigd, zodat in principe geen advies van To.Vo. meer vereist is. Wel dient de nodige aandacht besteed te worden aan het gebruik van alternatieve aan- en afvoerwegen over het spoor en over het water. Hij stelt voor daaromtrent het uitvoeren van een studie als aandachtspunt op te nemen.
6
Volgens de provinciale milieudeskundige is de exploitant zich daarvan bewust. In het overblijvende deel van onderhavige aanvraag is de mobiliteitsproblematiek evenwel niet meer aan de orde. Deze zal grondig behandeld worden bij het opstellen van het MER, in het kader van het ingetrokken gedeelte van de aanvraag die in het vooruitzicht wordt gesteld."; Gelet op het horen door de Provinciale Milieuvergunningscommissie van de vertegenwoordiging van het bedrijf die kennis neemt van de vaststellingen van de Commissie en bij dit horen inzonderheid de volgende elementen vermeldt: "van zodra een MER werd bekomen, de aanvraag voor het ingetrokken deel van onderhavige aanvraag weer zal worden ingediend."; Gelet op het gunstig advies van 4 juli 2006 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (afgekort PMVC), voor een termijn tot en met 26 juli 2015; Gelet op de beslissing van 8 juni 2006 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad om de behandelingstermijn van de milieuvergunning te verlengen; Overwegende dat de voorliggende aanvraag de aanpassing betreft van de waterzuiveringsinstallatie, een verhoging van het vergunde lozingsdebiet en de plaatsing van een bijkomende aardgasketel; dat het een X-bedrijf betreft omwille van de rubriek 43.3. waardoor het bedrijf onder de toepassing valt van de bepalingen inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging als bedoeld in de EU-richtlijn 96/61/EEG van 24 september 1996; dat het een BKG-inrichting (uitstoot van CO2) betreft omwille van de rubriek 43.4; dat het een MER-plichtig bedrijf betreft aangezien de productiecapaciteit van papier meer dan 200 ton/dag bedraagt; dat deze verplichting destijds werd opgelegd in het besluit van Vlaamse Regering van 10 maart 1998 houdende organisatie van de milieueffectbeoordeling van bepaalde categorieën van hinderlijke inrichtingen; dat de rubriek 33.2.e) (indeling op basis van de productiecapaciteit) door het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 1999 aan de indelingslijst werd toegevoegd en in voege trad vanaf 1 mei 1999; dat aangezien het bedrijf reeds in 1995 de milieuvergunning verkreeg voor het vermogen om meer dan 200 ton/dag papier te produceren en er sindsdien geen uitbreiding meer werd gevraagd van dit vermogen of van de productiecapaciteit, tot op heden door het bedrijf nog geen MER werd opgemaakt; dat maximaal 300 werknemers worden tewerkgesteld en er een interne milieucoördinator is aangesteld; Gelet op de volgende planologische aspecten in verband met veranderen van deze inrichting; De papierfabriek is volgens het gewestplan 'Dendermonde' gelegen in een industriegebied palend aan een woongebied (nl. de dorpskern van Oudegem). De inrichting paalt aan de spoorweg, de Dender en woningen langsheen de Hunnenbergstraat en de Oude Baan. In een straal van 100 m rondom de bedrijfspercelen bevinden zich meer dan 100 woningen. De dichtste woningen staan langs de Hunnenbergstraat (10 woningen aanpalend) en de Oude Baan (meer dan 10 woningen aanpalend). De inrichting is tevens
7
gelegen in een industriezone volgens het bij ministerieel besluit van 3 mei 2000 goedgekeurd Bijzonder Plan van Aanleg 'Hullenberg'. De ligging van de inrichting in een industriegebied is in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen. De ligging van de inrichting in een industriezone is in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften van het Bijzonder Plan van Aanleg 'Hullenberg' goedgekeurd bij ministerieel besluit op 3 mei 2000. Gelet op de volgende milieuhygiënische aspecten in verband met het veranderen van deze inrichting; * Afvalwater Er wordt een verhoging met 50 m³/uur gevraagd van het lozingsdebiet aan bedrijfsafvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat van lijst 2C van Bijlage 2 van het Vlarem I tot een totaal lozingsdebiet van 200 m³/u – 4800 m³/dag en 1.700.000 m³/jaar. Deze lozing gebeurt via een waterzuiveringsinstallatie op oppervlaktewater (Dender). De vergunde waterzuiveringsinstallatie bestaat momenteel uit een anaërobe reactor (voorzuivering) en een beluchtingstank (volledige biologie). Het is tevens de bedoeling deze installatie met voorliggende aanvraag uit te breiden met een bijkomende anaërobe reactor en een beluchtingsbekken om te kunnen voldoen aan de opgelegde normen. De gevraagde debietverhoging is te wijten is aan de geplande hogere productie, het vermijden van geurhinder en het vermijden van de aankalking van leidingen.
-
Het bedrijfsafvalwater (teveel aan water in het intern circuit) bestaat uit: proceswater; sanitair afvalwater afkomstig van 300 personen; regenwater.
In de volgende tabel worden de thans vergunde normen en de aangevraagde normen voor het lozen van het bedrijfsafvalwater weergegeven: parameter Eenheid vergund aangevraagd Debiet m³/u 150 200 m³/dag 3600 4.800 m³/jaar 1.700.000 BZV mg/l 50 50 ZS mg/l 60 60 CZV mg/l 180 180 kg/dag 458 Nt mg/l 20 20 kg/dag 72 Pt mg/l 2 2 As mg/l 0,01 0,01 g/dag 36
8
Cr Cu Pb Ni Ag Zn Cd Hg T pH Cl geleidingsvermogen BS CCl4 extr stof Detergenten
mg/l g/dag mg/l g/dag mg/l g/dag mg/l g/dag mg/l g/dag mg/l g/dag mg/l g/dag mg/l g/dag °C
0,11 396 0,18 648 0,3 1080 0,3 1080 0,02 72 1 3600 0,015 54 0,0002 0,72 30
0,11
mg/l kg/dag µS/cm
6.5 - 9 400 1440 4000
6.5 - 9 400
ml/l mg/l
0,5 5
0,5 5
mg/l
3
3
0.18 0,3 0,3 0,02 1 0,015 0,0002 30
4000
Hieruit blijkt het volgende: -
de aangevraagde norm voor As ligt beneden de milieukwaliteitsnorm (MKN) van het ontvangende oppervlaktewater zodat bijgevolg geen bijzondere lozingsnorm dient vergund te worden.
-
voor de parameters CZV, Ntotaal, As, Cr, Cu, Pb, Ni, Ag, Zn, Cd en Hg is momenteel ook een vracht vergund; in voorliggende aanvraag worden geen vrachten meer vermeld;
-
de vergunde norm voor Cd bedraagt 15 x MKN;
Uit de analyseresultaten van het VMM-emissiemeetnet 2005 (uitgevoerd op de analyses die gebruikt werden bij de berekening van de heffingen 2005) blijkt het volgende: -
voor de parameters As, Cr, Cu, Pb, Ni, Ag, Zn, Cd en Hg worden waarden gemeten beneden de respectievelijke milieukwaliteitsnorm zodat in principe voor deze parameters geen normen dienen opgenomen te worden;
-
voor de parameters CZV, ZS, Nt en Cl werden lichte overschrijdingen vastgesteld en voor CZV werd de opgelegde vracht nooit gehaald;
-
er werd AOX vastgesteld in het afvalwater in concentraties hoger dan de milieukwaliteitsnorm (0,04 mg/l) voor het ontvangende oppervlaktewater, nl. maximum 0,28 mg/l zodat bijgevolg een norm dient opgelegd te worden; door de VMM wordt een norm van 0,4 mg/l, zijnde 10 x MKN, voorgesteld;
9
In het advies van de VMM werd de invloed van de huidige en de toekomstige lozing berekend op basis van de 90 percentielwaarde van het debiet (2,35 m³/s). Uit deze berekeningen blijkt dat er een zeer significante bijdrage is van het bedrijf. In hun advies wordt tevens vermeld dat door het bedrijf werd ingestemd om in een studie de invloed van de lozing op de Dender na te gaan na de uitbreiding van de huidige waterzuivering met een bijkomende anaërobe reactor. * Energie Het bedrijf valt onder het toepassingsgebied van het besluit Energieplanning, dat de omzetting inhoudt van de bepalingen van de Europese IPPC-richtlijn m.b.t. de energie-efficiëntie. Aangezien het voorwerp van voorliggende milieuvergunningsaanvraag een uitbreiding betreft met een impact op het energieverbruik werd een energiestudie aan de aanvraag toegevoegd. De studie toont aan dat om het thermisch rendement van de nieuwe gasketel te doen toenemen een economiser moet geïnstalleerd worden. De economiser recupereert de aanwezige warmte in de rookgassen en doet aldus de uitlaattemperatuur van de rookgassen dalen. De warmte van de rookgassen wordt overgedragen aan het proceswater. * Luchtverontreiniging - Geurhinder
-
De voorziene emissies van de nieuwe gasketel zijn als volgt: stof: 5 mg/Nm³ SO2: 35 mg/Nm³ NOx: 150 mg/Nm³ CO: 100 mg/Nm³
Door de bijkomende aardgasketel wordt een extra gasverbruik ingeschat van 604 TJ. De bijkomende CO2-emissie op jaarbasis volgens het monitoringsprotocol bedraagt: 604 TJ x 56,8 ton CO2/TJ x 0,995 = 34.136 ton CO2. * Veiligheid Op 17 mei 2006 werd een advies uitgebracht door de plaatselijke brandweer. Gelet op de bespreking van het ingediende bezwaarschrift, ondertekend door 32 personen; Sinds het openbaar onderzoek werd de aanvraag op vraag van de exploitant beperkt tot de aanpassingen aan de waterzuiveringsinstallatie en de uitbreiding met een nieuwe gasketel. De projecten die potentieel aanleiding konden geven tot geurhinder werden uit de aanvraag geschrapt. De aanpassingen en de gevraagde debietverhoging kaderen juist in het verder onderzoek naar maatregelen om de geurhinder te verminderen. De nieuwe
10
gasketel dient te voldoen aan de toepasselijke emissiegrenswaarden van het Vlarem II die garanderen dat bij normale werking er geen sprake zal zijn van geurhinder. De projecten die potentieel aanleiding konden geven tot geurhinder werden uit de aanvraag geschrapt. Overwegende dat het voorwerp van de aanvraag een aanpassing vereiste; dat aldus de de rubriek 3.6.3.2° van toepassing is in plaats van de aangevraagde rubriek 3.6.2.2° aangezien het te zuiveren bedrijfsafvalwater gevaarlijke stoffen bevat in concentraties boven de milieukwaliteitsnormen; dat daarnaast de aangevraagde gasketel eveneens ingedeeld is onder de rubriek 43.4. omdat er sprake is van een BKG-inrichting; dat de nieuwe gasketel opgenomen is in het monitoringsprotocol dat aan het dossier werd toegevoegd; dat het aldus een stookinstallatie betreft die ingedeeld is onder de rubrieken 43.1., 43.3. en 43.4; dat de rubriek 43.4 ambtshalve aan de aanvraag werd toegevoegd; Overwegende dat de exploitant, overeenkomstig artikel 43 §2. van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning steeds alle maatregelen dient te nemen om schade en hinder te voorkomen; Overwegende dat de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig artikel 20 van het milieuvergunningsdecreet, onverminderd de bepalingen van dezelfde wetten, decreten en uitvoeringsbesluiten bij het verlenen van een vergunning bijzondere voorwaarden kan opleggen, met het oog op de bescherming van de mens en het leefmilieu; Overwegende dat, wat voorafgaat in acht genomen, kan gesteld worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat de gevraagde exploitatie milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving; dat bijgevolg de gevraagde vergunning kan worden verleend; besluit: Artikel 1. Aan de nv Oudegem Papier, Oude baan 120 te 9200 Dendermonde (Oudegem), wordt de vergunning verleend om een inrichting te exploiteren, gelegen op de percelen kadastraal bekend onder Dendermonde (Oudegem), Afdeling 6, Sectie B, perceelnummers 629/g/2, 629/k/2, 864/g/2, 865/l/2, 865/p/2, 865/r/2, 865/w/2, 865/x/2, 865/y/2, 873/m/2, 873/n/2, 882/z/4, 894/z/2, 914/b, 914/c, met als voorwerp: het veranderen (door wijziging en uitbreiding) van een bedrijf voor papieropslag,door: * de wijziging door: - de verhoging van het vergunde lozingsdebiet aan bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen van 150 m³/uur naar 200 m³/uur;
11
* de uitbreiding met/van: - een anaërobe reactor en een aëroob beluchtingsbekken bij de waterzuiveringsinstallatie; - een gasketel met een warmtevermogen van 14 MW. Volgende rubrieken zijn van toepassing op de verandering: 3.6.3.2° (2) de uitbreiding van de vergunde waterzuiveringsinstallatie met een anaërobe reactor en een aëroob beluchtingsbekken. De verhoging van het vergunde lozingsdebiet van 150 m³/uur naar 200 m³/uur – 4.800 m³/dag – 1.700.000 m³/jaar. 43.1.3° (1) de uitbreiding met een gasketel met een warmtevermogen van 14 MW tot een totaal warmtevermogen van 78,68 MW. 43.3. (1) de uitbreiding met een gasketel met een warmtevermogen van 14 MW tot een totaal warmtevermogen van 127,7 MW. 43.4. (1) de uitbreiding met een gasketel met een warmtevermogen van 14 MW tot een totaal warmtevermogen van 127,7 MW. Art. 2. De milieuvergunning wordt verleend vanaf de datum van ondertekening van onderhavig besluit en voor een termijn eindigend op de vervaldag van de basisvergunning, dus tot en met 26 juli 2015. Art. 3. Deze milieuvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende uitbatingsvoorwaarden: §1. Algemene milieuvoorwaarden 1. 2. 3. 4.
VLAREM.V01: Algemene milieuvoorwaarden - Algemeen (bijlage 1); VLAREM.V02: Algemene milieuvoorwaarden - Geluid (bijlage 2); VLAREM.V03: Algemene milieuvoorwaarden - Oppervlaktewater (bijlage 3); VLAREM.V05: Algemene milieuvoorwaarden - Lucht (bijlage 4);
§2. Sectorale milieuvoorwaarden 5. 6
VLAREM.V26: Lozing van bedrijfsafvalwaters - Bijlage 5.3.2. – 28° c: papier-, karton, en pulpfabrieken (bijlage 5); VLAREM.V61: Thermische centrales, stookinstallaties en verbrandingsovens (bijlage 6)
§3. Bijzondere milieuvoorwaarden 7.
De algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden opgenomen in de vorige vergunningen blijven, voor zover niet in tegenspraak met de onderstaande voorwaarden, volledig en onverkort gelden voor de totaliteit van de inrichting.
12
8. a)
Met betrekking tot het lozen van het bedrijfsafvalwater: In afwijking en/of ter aanvulling van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden mogen de volgende emissiegrenswaarden niet worden overschreden: BZV mg/l 50 ZS mg/l 60 CZV mg/l 180 Ntotaal mg/l 20 Ptotaal mg/l 2 Cd mg/l 0,01 Cl mg/l 400 geleidingsvermogen µS/cm 4000 BS ml/l 0,5 AOX mg/l 0,4 De waarden uit de lopende vergunningen alsook alle vrachten op gelegd in het vergunningsbesluit van 27 juli 1995 worden geschrapt. b) De concentraties in het effluent van de niet-nominatief in de vergunning genoemde parameters welke bedoeld zijn in lijst 2C, worden beperkt tot concentraties opgenomen in het kwaliteitsobjectief van het ontvangend oppervlaktewater of bij ontstentenis daarvan tot maximaal 10 maal de detectielimiet. c) Controle-inrichting: al het bedrijfsafvalwater dient afgevoerd naar een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen; voormelde controle-inrichting dient te beantwoorden aan de in Afdeling 4.2.5 van Vlarem II gegeven omschrijving en gestelde eisen; langs voormelde controle-inrichting mag geen normaal huisafvalwater noch koelwater, noch regenwater afgevoerd worden. d) Uit te voeren metingen: in functie van het toegelaten maximumdebiet dienen de metingen uitgevoerd zoals voorgeschreven in Afdeling 4.2.5. van Vlarem II. De meetresultaten dienen ter inzage gehouden van de toezichthoudende ambtenaar. e) Binnen de termijn van 3 maanden na de opstart van de bijkomende waterzuiveringstrap dient het bedrijf een rapport voor te leggen waarin de invloed op het ontvangende oppervlaktewater (t.o.v. de 90 percentielwaarde van het geloosde debiet in de Dender) wordt weergegeven. Tevens dienen in het rapport milderende maatregelen opgenomen te worden met bijhorende termijnen. Dit rapport dient overgemaakt te worden aan de VMM, de Afdelingen Milieuvergunningen en Milieu-inspectie van het Departement LNE, aan het College van Burgemeester en Schepenen, en aan de vergunningverlenende overheid. 10. Met betrekking tot de brandveiligheid: Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen gebeurt in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. In het bijzonder moeten de brandweervoorwaarden opgenomen in het advies van 17 mei 2006, met referentie LC-dvdb-074A-2006, nageleefd worden (bijlage 7). 11. Met betrekking tot de gasketel: De nieuwe gasketel dient uitgerust te worden met een economiser, zoals aangegeven in de energiestudie die bij de aanvraag werd gevoegd.
13
Art. 3 bis. De exploitant wordt gewezen op de volgende aandachtspunten: De bepalingen uit het schrijven van het TMVW van 16 mei 2006 inzake de aanwezigheid van het waterdistributienet in de onmiddellijke omgeving dienen stipt nageleefd te worden (bijlage 8). Art. 4. §1. De in artikel 1 vergunde inrichting dient uiterlijk in gebruik te worden genomen binnen een termijn van 3 jaar, te rekenen vanaf de datum van onderhavige milieuvergunning. §2. In de mate dat de inrichting, die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999, een stedenbouwkundige vergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. De aanvangsdatum van de vergunningstermijn van onderstaande milieuvergunning wordt verdaagd tot de dag dat deze stedenbouwkundige vergunning definitief verleend is. De exploitant dient de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning werd verleend bij ter post aangetekende zending mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend. §3. Wordt de in §2. bedoelde stedenbouwkundige vergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg. Art. 5. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Art. 6. §1. Een bijkomende vergunning moet worden aangevraagd voor elke verandering van de vergunde inrichting. §2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant, dient uiterlijk tien kalenderdagen voor de datum van overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. §3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, tussen de achttiende en de twaalfde maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Art. 7. Een eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing zal, samen met het attest inzake de datum van de verzending, verzonden worden aan: - de exploitant; - het College van Burgemeester en Schepenen van Dendermonde; - de Provinciale Milieuvergunningscommissie; - de Afdeling Milieuvergunningen van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer, van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur; - de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid - Cel Lucht; - de Afdeling voor Ruimtelijke Ordening van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg van het Departement van Leefmilieu en Infrastructuur;
14
- de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; - de Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie; - de Afdeling Milieu-inspectie van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer, van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur; - de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest; - de Vlaamse Milieumaatschappij; - de Technische Inspectie van de Administratie voor Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; - de nv Aquafin; - het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk; Een soortgelijk afschrift wordt verzonden aan de bevoegde Burgemeester met de opdracht de beslissing bekend te maken, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IX van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Art. 8. Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (aangetekende brief binnen de 30 kalenderdagen na de betekening van deze beslissing), mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaams minister van leefmilieu, p/a Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer Bestuur Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 Brussel. Gent, 28 september 2006 namens de Bestendige Deputatie: de Provinciegriffier
de Gouverneur-Voorzitter
get. Albert De Smet
get. André Denys Voor eensluidend afschrift, Namens de Provinciegriffier, De gemachtigde Ambtenaar,
Raf Barzeele dienstchef