34013/110/1/W/1 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag DEVAMIX / B.S.V. Beneluxlaan(S) 201 8530 Harelbeke tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden van een inrichting gelegen te Beneluxlaan 201 Harelbeke
De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, van 12 december 1990, van 21 december 1990, van 22 december 1993, van 21 december 1994, van 8 juli 1996, van 21 oktober 1997, van 11 mei 1999, van 18 mei 1999, van 9 maart 2001, van 21 december 2001, van 18 december 2002, van 16 januari 2004, van 6 februari 2004 en van 26 maart 2004; Gelet op het besluit d.d. 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 27 februari 1992, bij besluit van 28 oktober 1992, bij besluit van 27 april 1994, bij besluit van 1 juni 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 22 oktober 1996, bij besluit van 12 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 29 september 2000, bij besluiten van 20 april 2001, besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 7 september 2001, bij besluit van 5 oktober 2001 en bij besluit van 31 mei 2002, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 14 mei 2004, het besluit van 14 juli 2004 en bij besluit van 23 april 2004 en het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad d.d. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit 17 juli 2000, bij besluit 13 oktober 2000, bij besluit 19 januari 2001, bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 2 april 2004, het besluit van 26 maart 2004, het besluit van 23 april 2004 en bij besluit van 14 mei 2004 Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op het besluit d.d. 06/12/2000 van het CBS waarbij de tijdelijke vergunning geweigerd wordt voor de opslag en behandeling van afvalstoffen en recuperatiematerialen; Gelet op het besluit d.d. 15/02/2001 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het exploiteren van een inrichting voor het biologisch zuiveren van niet gevaarlijke verontreinigde gronden voor 1 jaar op proef, het recycleren van inert afval voor een termijn van 20 jaar en waarbij de bioremediatie-installatie wordt beperkt tot 54.000 ton/jaar; Gelet op het M.B. d.d. 09/08/2001 waarbij in beroep de proefvergunning vervangen wordt voor een definitieve vergunning van 3 jaar en waarbij de bijzondere voorwaarden gedeeltelijk worden gewijzigd;
1
Gelet op het besluit d.d. 30/05/2002 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het uitbreiden van een afvalstoffenverwerkend bedrijf voor een termijn tot - 15/02/2021 voor het afvalwater van Devamix - 09/08/2004 voor het afvalwater van BSV Gelet op het besluit d.d. 05/06/2003 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het uitbreiden en wijzigen van een afvalstoffenverwerkend bedrijf voor een termijn tot 15/02/2021 en voor het hernieuwen van de vergunning voor het verder exploiteren van de opslag en het behandelen van stoffen en het lozen van afvalwater voor een termijn van 15 maanden op proef; Gelet op de aanvraag dd. 05/2004 ingediend door DEVAMIX / B.S.V. Beneluxlaan(S) 201 8530 Harelbeke tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden van een inrichting N.V. DEVAMIX / B.S.V. gelegen Beneluxlaan 201 Harelbeke met als voorwerp De bijzondere voorwaarde “de gronden die niet voldoen aan de voorwaarden van bijlage 8 van vlarebo dienen op een vloeistofdichte vloer te worden opgeslagen (een asfaltlaag onderaan voorzien van een ondoorlatende folie) te wijzigen tot “de uitgegraven bodem die voldoet aan de normen voor gebruik in of als bouwstof, wordt opgeslagen op een verharde ondergrond de uitgegraven bodem die de normen voor gebruik in of als bouwstof overschrijdt, wordt opgeslagen op een vloeistofdichte vloer (een asfaltlaag onderaan voorzien van een ondoorlatende folie)” Gelet op de ingediende adviezen; Gelet op het ongunstig advies dd. 20/07/2004 van het College van Burgemeester en Schepenen; Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gunstig advies ten aanzien van de vraag tot wijziging van de voorwaarden dd. 9/08/2004 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies ten aanzien van de vraag tot wijziging van de voorwaarden dd. van de afdeling ROHM van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en infrastruktuur; Gelet op het advies ten aanzien van de vraag tot wijziging van de voorwaarden dd. 15/07/2004 van de afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de administratie Gezondheidszorg van het departement van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; Gelet op het advies dd. 17/06/2004 advies ten aanzien van de vraag tot wijziging van de voorwaarden van de Vlaamse Milieumaatschappij; Gelet op het gunstig advies ten aanzien van de vraag tot wijziging van de voorwaarden dd. 3/08/2004 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij; Gelet op het gunstig advies ten aanzien van de vraag tot wijziging van de voorwaarden dd. 13/08/2004 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie
2
Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied dat volgens de voorschriften van het gewestplan Kortrijk (d.d. 04/11/1977 en 10/11/1998) gebied voor milieubelastende industrie en zone voor reservatie en erfdienstbaarheid is; Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat het voorwerp van de aanvraag zich enkel beperkt tot het mogen opslaan van uitgegraven bodem, die in aanmerking komt voor hergebruik als bodem of voldoet aan de kwaliteit bouwstof, op een verharde bodem zonder vloeistofdichte bevloering; Overwegende dat het hergebruik van bodem dient te voldoen aan de bepalingen van Bijlage 7 of bijlage 8 van het VLAREBO; Overwegende dat de bodemsaneringsnormen voor polyaromatische koolwaterstoffen (PAK’s) voor bestemmingstype V soepeler zijn dan de normen die gelden voor de bestemmingstypen I tot en met IV; dat de normen voor polyaromatische koolwaterstoffen die voor gebruik in of als bouwstof gelden, van dezelfde orde van grootte zijn als deze die gelden voor bestemmingstype V; met uitzondering van de parameter benzo(a)pyreen, waarvoor de norm van 8,5 mg/kg droge stof geldt voor gebruik in of als bouwstof en een waarde van 3 mg/kg droge als saneringsnorm voor bestemmingstype V; Overwegende dat uit de BBT voor asfaltcentrales blijkt dat de opslag van asfaltpuin niet noodzakelijk op een waterdichte ondergrond dient te gebeuren; dat bitumineuze asfalt zowel PAK´s en PCB´s bevatten; dat het gaat om hogere koolwaterstoffen die niet gemakkelijk oplossen in water en slechts in beperkte mate vrijgesteld worden; Overwegende dat de opslag van uitgegraven bodem, die in aanmerking komt voor hergebruik als bodem of voldoet aan de normen voor gebruik in of als bouwstof, voorzien is op een betonnen vloer van ca. 18 cm dikte; dat de vloer een fysische barrière vormt tussen de opslag van uitgegraven grond en de daaronder liggende bodem;
Overwegende dat het ongunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen luidende als volgt : “de gronden die aan de voorwaarden voldoen voor het gebruik in of als niet-vormgegeven bouwstof, voldoen niet aan de voorwaarden voor vrij gebruik van grond; deze stoffen dienen dus als verontreinigde gronden beschouwd te worden; het is aangewezen dat deze gronden op dezelfde manier opgeslagen worden als de verontreinigde gronden; dit dient op een vloeistofdichte vloer aangesloten op een KWS te gebeuren teneinde bodemverontreiniging te voorkomen” Niet kan in aanmerking genomen worden En wordt weerlegd door bovenvermelde overwegingen; Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt weergegeven kunnen worden : we verwijzen naar de bespreking van onze dossiers op de vorige bijeenkomst van de PMC deze zomer en zijn blij met het standpunt van de vlaamse adviesinstanties; Dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat om de vraag in te willigen Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Jan Durnez, gegeven in zitting van heden;
3
BESLUIT Artikel 1 § 1. De vraag dd. 05/2004 ingediend door DEVAMIX / B.S.V. Beneluxlaan(S) 201, 8530 Harelbeke tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden van een inrichting N.V. DEVAMIX / B.S.V. gelegen Beneluxlaan 201 Harelbeke WORDT INGEWILLIGD zodat de vergunningsvoorwaarden als volgt worden gewijzigd/aangevuld De bijzondere voorwaarde : “de gronden die niet voldoen aan de voorwaarden van bijlage 8 van Vlarebo dienen op een vloeistofdichte vloer te worden opgeslagen (een asfaltlaag onderaan voorzien van een ondoorlatende folie)” wordt gewijzigd tot “De uitgegraven bodem die in aanmerking komt voor hergebruik als bodem of die voldoet aan de normen voor gebruik in of als bouwstof, mag worden opgeslagen op een verharde ondergrond in beton van voldoende dikte zodat accidentele uitloging naar de onderliggende bodem wordt voorkomen (vloeistofdichte folie is niet noodzakelijk) onder de hierna vermelde voorwaarden: - de opslag van de uitgegraven bodem dient de criteria inzake samenstelling voor gebruik in of als bouwstof zoals voorzien in Bijlage 4.2.2 van het VLAREA niet te overschrijden. De uitgegraven bodem die niet in aanmerking komt voor hergebruik als bodem of niet voldoet aan de normen voor gebruik in of als bouwstof, dient te gebeuren op een vloeistofdichte vloer (asfalt of beton of een ander gelijkwaardig materiaal met daaronder een ondoorlatende folie)”
Brugge, de 02/09/2004 Waren aanwezig: de HH. Paul BREYNE, Gouverneur-voorzitter; de Heer Jan DURNEZ, de heer Patrick VAN GHELUWE, de heer Gabriël KINDT, de heer Dirk DE FAUW, de heer Gunter PERTRY, mevrouw Marleen TITECA-DECRAENE, leden; de Heer Hilaire OST, Provinciegriffier
De provinciegriffier,
De gouverneur-voorzitter,
Hilaire Ost
Paul Breyne
4
AANDACHT ! Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 10 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van AMINAL (Afdeling Milieuvergunningen, Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert IIlaan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking gevoegd te worden
5