BESLUIT
OPSCHRIFT Vergadering van 11 maart 2014 Besluit nummer: 2014_BW_00154 Onderwerp Instellen van beroep tegen reactieve aanwijzing provincie die gericht is tegen het bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan - Besluitvormend Beknopte samenvatting Het instellen van beroep tegen reactieve aanwijzing Bevoegd portefeuillehouder: Leo van der Zon
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Reactieve aanwijzing BP Oosthoutlaan (informatief) Bijlage 1 (informatief) Beroep Reactieve Aanwijzing Bp Bedrijventerrein Oosthoutlaan (informatief)
MOTIVERING Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: Op 12 december 2013 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan gewijzigd vastgesteld. Een onderdeel van dit bestemmingsplan betreft het toestaan van detailhandel voor zover het gaat om bedrijfsgebonden detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening met een maximum oppervlak van 200 m2 per bedrijf. Een ander onderdeel van dit bestemmingsplan heeft betrekking op perifere detailhandel, ondergebracht in twee artikelen. Het ene artikel laat meerdere tuincentra en bouwmarkten toe (elk tot ten hoogste 1000 m2) en het andere artikel betreft een wijzigingsbevoegdheid waarmee, onder voorwaarden, medewerking kan worden verleend aan tuincentra en bouwmarkten groter dan 1000 m2. De provincie heeft gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om een reactieve aanwijzing te geven waardoor de twee onderdelen (ondergebracht in totaal 3 regels, zie bijlage 1) geen deel meer uit maken van het bestemmingsplan indien de reactieve aanwijzing onherroepelijk in werking treedt. Voorgesteld wordt beroep in te stellen bij de Raad van State tegen de reactieve aanwijzing en de gemeenteraad hierover te informeren.
Besluit 11/03/2014 16:20
p 1 van 11
Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: 1.1 De gemeente vindt dat er ruimte moet zijn voor bedrijfsgebonden detailhandel voorzover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel betreft van de totale bedrijfsuitoefening. De reactieve aanwijzing maakt elke vorm van bedrijfsgebonden detailhandel onmogelijk. De in het vooroverleg met de provincie nagestreefde detailhandelsvorm (bedrijfsgebonden detailhandel als ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsuitoefening zonder toonzaal) komt nagenoeg overeen met de volgens de Verordening Ruimte toegestane uitzondering zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 sub h van de Verordening Ruimte (het afhalen van via internet bestelde niet dagelijkse goederen voor zover dat gaat via een afhaalloket zonder toonzaal). Voor verdere motivatie verwijs ik u naar de bijgevoegde brief. 1.2 Indien de wijzigingsbevoegdheid wordt uitgevoerd, wordt naar mening van de gemeente voldaan aan het provinciaal belang. Met de wijzigingsbevoegdheid (artikel 3.6) van het bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders bouwmarkten en tuincentra toestaan met een bruto vloeroppervlak groter dan 1000 m2 per bouwperceel. Als voorwaarde aan deze wijzigingsbevoegdheid is gesteld dat het wijzigingsplan vergezeld moet gaan van een distributieplanologisch onderzoek en een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg. De provincie stelt zich op het standpunt dat het DPO en het REO-advies deel moet uitmaken van een door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan. Voor verdere motivatie verwijs ik u naar de bijgevoegde brief. (Met de ontwikkelaar is over het beroep overleg geweest. Zij gaan ook in beroep). 2.1 Het bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad. Het bestemmingsplan is vastgesteld door de raad. Het past in een goede informatievoorziening om de raad in kennis te stellen van het ingestelde beroep ter verdediging van de het besluit van de gemeenteraad.
Beslist het volgende: BESLISSING Besluitpunt 1: Beroep in te stellen tegen de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland die is gericht tegen het bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan. Besluitpunt 2: De raad te informeren via de lijst van ingekomen stukken.
Besluit 11/03/2014 16:20
p 2 van 11
BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Ruimte — Ruimtelijke Ontwikkeling Financiële consequenties: Voor de behandeling van het beroep zijn griffiegelden (€ 328,--) verschuldigd.
BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT Beroep Reactieve Aanwijzing Bp Bedrijventerrein Oosthoutlaan
Besluit 11/03/2014 16:20
p 3 van 11
Beroep Reactieve Aanwijzing Bp Bedrijventerrein Oosthoutlaan.pdf
Aangetekend Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Postbus 20019 2500 EA Den Haag
Verzenddatum
zaaknummer
afdeling
Postbus 149
83884 CONCEPT
Ruimte
2215 ZJ Voorhout
[email protected] www.teylingen.nl T 14 0252
onderwerp
Beroep reactieve aanwijzing bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan
uw kenmerk
behandeld door
F 0252 – 783 599
Ron van der Geest Bestuurscentrum bijlage
telefoon
Raadhuisplein 1
14 0252
Voorhout Gemeentekantoor
Geachte heer mevrouw,
Wilhelminalaan 25 Sassenheim
Hierbij tekenen wij beroep aan tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (kenmerk PZH-2013-454682050) van 21 januari 2014 tot het geven van een aanwijzing op grond van artikel 3.8 lid 6 Wet op de ruimtelijke ordening ten aanzien van het door de raad van Teylingen op 12 december 2013 gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan. Aanwijzing De aanwijzing heeft op twee onderdelen van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan betrekking: 1. Kleinschalige detailhandel In het vastgestelde bestemmingsplan wordt per bedrijfsvestiging 200 m2 aan bedrijfsgebonden detailhandel mogelijk gemaakt (artikel 3.1 sub e). Volgens de aanwijzing is dit in strijd met het detailhandelsbeleid van de provincie ZuidHolland zoals dit in artikel 9 lid 2 sub e van de Verordening Ruimte is opgenomen omdat het bestemmingsplan meerdere ontwikkelingen voor detailhandel van elk 200 m2 mogelijk maakt. 2. Perifere detailhandel a. In het vastgestelde bestemmingsplan is ten hoogste 20% van de bestemming Bedrijf (=6291,2 m2) bestemd voor detailhandel als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub c onder a en b. Hierdoor biedt het bestemmingsplan ruimte aan meerdere bouwmarkten en tuincentra tot 1000 m2 (artikel 3.1 sub c). Volgens de aanwijzing is dit in strijd met het perifere detailhandelsbeleid van de provincie Zuid-Holland zoals dit in artikel 9 lid 5 van de Verordening Ruimte is opgenomen. Volgens de Verordening Ruimte moet een ontwikkeling van perifere detailhandel groter dan 1000 m2 altijd vergezeld gaan van een actueel DPO
Besluit 11/03/2014 16:20
p 4 van 11
(Distributie Planologisch Onderzoek) en een REO advies (Regionaal Economisch Overleg). Het bestemmingsplan voorziet hier niet in. b. In het vastgestelde bestemmingsplan is in artikel 3.6 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee tuincentra en bouwmarkten groter dan 1000 m2 mogelijk worden gemaakt. Volgens de aanwijzing is dit in strijd met het perifere detailhandelsbeleid van de provincie Zuid-Holland zoals dit in artikel 9 lid 5 van de Verordening Ruimte is opgenomen. Volgens de Verordening Ruimte moet een ontwikkeling van perifere detailhandel groter dan 1000 m2 altijd vergezeld gaan van een actueel DPO (Distributie Planologisch Onderzoek) en een REO advies (Regionaal Economisch Overleg). Het bestemmingsplan voorziet hier niet in.
De reactieve aanwijzing strekt ertoe dat artikel 3.1 sub c onder 2, artikel 3.1 sub e en artikel 3.6 geen deel blijven uitmaken van het door de raad vastgestelde bestemmingsplan.
Motivering beroep 1. Kleinschalige detailhandel Gedeputeerde Staten baseren dit deel van hun besluit op artikel 9 lid 2 sub e van de Verordening Ruimte. In lid 2 van artikel 9 worden de uitzonderingen genoemd ten opzichte van lid 1 (geen detailhandel buiten de centra). De uitzondering zoals bedoeld in lid 2 is dat een bestemmingsplan éénmalig kleinschalige detailhandel mogelijk mag maken tot een bruto vloeroppervlak van 200 m2. Uitgangspunt bij het opstellen van het bestemmingsplan is geweest dat bij bedrijven zoals bedoeld in artikel 3.1 sub a en b van het bestemmingsplan detailhandel mogelijk moet zijn voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening. Voor deze bedoelde vorm van detailhandel is geen behoefte aan een toonzaal. Een balie zou hierin kunnen voorzien. Artikel 9 van de Verordening Ruimte lijkt niet te voorzien in deze vorm van bedrijfsgebonden detailhandel. Met de PZH is overleg gevoerd (ten tijde van het voorontwerpbestemmingsplan en ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan) om te bezien of deze vorm van kleinschalige detailhandel mogelijk c.q. toegestaan is binnen de Verordening Ruimte. In onderling overleg heeft dit geresulteerd in artikel 3.1. sub e (bedrijfsgebonden detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening met een maximum van 200 m2 per bedrijf). De reactieve aanwijzing strekt er toe dat bedrijfsgebonden detailhandel in z’n geheel niet meer mogelijk is. De in het vooroverleg met de provincie nagestreefde detailhandelsvorm (bedrijfsgebonden detailhandel als ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsuitoefening zonder toonzaal) komt nagenoeg overeen met de volgens Verordening Ruimte toegestane uitzondering zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 sub h (het afhalen van via internet bestelde niet dagelijkse goederen voor zover dat gaat via afhaalloket zonder toonzaal). De gemeente Teylingen is van mening dat de mogelijkheid van bedrijfsgebonden detailhandel zonder toonzaal en voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening en zolang het gaat om niet alledaagse goederen onderdeel moet kunnen uitmaken van de bedrijven als bedoeld in artikel 3.1 sub a en b van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan. Als voorbeeld: Volgens de bestemming Bedrijf zijn bedrijven toegestaan tot ten hoogste de categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Zo is ook volgens deze staat (SBI-CODE 5157) een autosloperij mogelijk. Het verkopen, van door het sloopbedrijf voorafgaand aan de sloop gedemonteerde auto-onderdelen, is volgens de gemeente Teylingen een goed voorbeeld van bedrijfsgebonden detailhandel waarbij sprake zal zijn van een normaal en ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsuitoefening.
Besluit 11/03/2014 16:20
p 5 van 11
2a. Perifere detailhandel Gedeputeerde Staten baseren dit deel van hun besluit op artikel 9 lid 5 van de Verordening Ruimte. Artikel 9 lid 5 van de Verordening geeft aan dat een bestemmingsplan die een ontwikkeling van perifere detailhandel mogelijk maakt met een bruto vloeroppervlak groter dan 1000 m2 vergezeld moet zijn van een distributieplanologisch onderzoek (waaruit moet blijken dat er geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur) en een advies van het Regionaal Economisch Overleg. Het verplicht bijvoegen van een DPO en een positief REO advies geldt niet voor het eerste tuincentra van ten hoogste 1000 m2 en evenmin voor de eerste bouwmarkt van ten hoogste 1000 m2 die door dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Daarmee is naar de mening van de gemeente Teylingen dit onderdeel van het aanwijzingsbesluit te streng geformuleerd. Een reactieve aanwijzing heeft weliswaar als doel dat het onderdeel waar de reactieve aanwijzing betrekking op heeft, geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan zoals het is vastgesteld. Echter door deze aanwijzing is ook de planologische mogelijkheid binnen het bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan weggenomen voor maximaal één tuincentrum van ten hoogste 1000 m2 en ook voor maximaal één bouwmarkt van ten hoogste 1000 m2. De reactieve aanwijzing gaat daarmee zijn doel voorbij omdat één tuincentrum van ten hoogste 1000 m2 en één bouwmarkt van ten hoogste 1000 m2 wel passend zijn binnen artikel 9 van de Verordening Ruimte. 2b. Perifere detailhandel Gedeputeerde Staten baseren dit deel van hun besluit op artikel 9 lid 5 van de Verordening Ruimte en is gericht op artikel 3.6 van het bestemmingsplan. Met de wijzigingsbevoegdheid (artikel 3.6) van het bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders bouwmarkten en tuincentra toestaan met een bruto vloeroppervlak (‘BVO’) groter dan 1000 m2 per bouwperceel. Als voorwaarde aan deze wijzigingsbevoegdheid is gesteld dat het wijzigingsplan vergezeld moet gaan van een distributieplanologisch onderzoek en een positief advies van het Regionaal Economisch overleg. De provincie stelt zich op het standpunt dat het DPO en het REO-advies deel moet uitmaken van een door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan. In onderhavige zaak is de wijzigingsbevoegdheid in overeenstemming met het provinciaal belang, zoals neergelegd in de Verordening Ruimte. Er is immers overeenkomstig artikel 9, vijfde lid van de Verordening Ruimte opgenomen dat tuincentra en bouwmarkten met een bruto vloeroppervlak groter dan 1000 m2 per bouwperceel zijn toegestaan, mits het wijzigingsplan vergezeld gaat van een DPO en een positief advies van het REO. Het feit dat is aangegeven dat tuincentra en bouwmarkten ieder met een bvo groter dan 1000 m2 per bouwperceel kunnen worden toegestaan, maakt in dit geval niet uit. De eis in artikel 9, vijfde lid van de Verordening Ruimte ziet immers op detailhandelsontwikkelingen groter dan 1000 m2 bvo, waarbij geen maximum is gesteld. De provincie heeft daarom in principe geen inhoudelijke reden om nu al een reactieve aanwijzing te geven. Het kan zijn dat onjuistheden in het wijzigingsplan of het DPO/REO advies te zijner tijd nopen tot optreden door de provincie. In dat geval kan de provincie beroep instellen tegen het wijzigingsplan. De enkele reden dat de provincie in dat geval geen reactieve aanwijzing kan geven, lijkt de gemeente Teylingen onvoldoende om nu reeds een reactieve aanwijzing te geven. Daar komt bij dat nog onduidelijk is of en wanneer van de wijzigingsbevoegdheid gebruik zal worden gemaakt. Het heeft weinig nut een DPO op te stellen, waarbij uitgegaan wordt van de huidige situatie, terwijl de wijziging mogelijk pas een paar jaar later plaatsvindt en de situatie dan totaal anders is. De reactieve aanwijzing gaat daarmee voorbij aan haar doel, namelijk het beschermen van de provinciale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening.
Graag attenderen wij u erop dat ons beroepschrift is afgestemd met de projectontwikkelaar van de betrokken gronden (Meijer Planontwikkeling Sassenheim BV). Wij behouden ons het recht voor ons beroepschrift aan te vullen.
Besluit 11/03/2014 16:20
p 6 van 11
Tot slot Heeft u naar aanleiding van dit beroepschrift vragen of opmerkingen of behoefte aan nadere stukken? Neemt u dan contact op met de heer Ron van der Geest van de afdeling Ruimte, via ons algemene telefoonnummer 14 0252 of per e-mail
[email protected] Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van Teylingen,
Frans van Leeuwen teamcoördinator Ruimtelijke Ontwikkeling afdeling Ruimte
Besluit 11/03/2014 16:20
p 7 van 11
Goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders in vergadering van 11 maart 2014
Besluit 11/03/2014 16:20
p 8 van 11