Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nummer
5743/ 4
Betreft zaak:
I.
Bencis Buy Out Fund – Perry Sport
MELDING
1. Op 3 augustus 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Unlimited Sports Group B.V., een gezamenlijke deelneming van Bencis Buy Out Fund II A C.V. en Bencis Buy Out Fund II B C.V., voornemens is zeggenschap te verkrijgen over Perry Sport B.V. Uit de melding blijkt dat Bencis Buy Out Fund II A C.V. en Bencis Buy Out Fund II B C.V. tevens voornemens zijn zeggenschap te verkrijgen over de vennootschappen die behoren tot de RBG-Groep. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant nr. 153 van 9 augustus 2006. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II.
PARTIJEN
2. Unlimited Sports Group B.V. (hierna: USG) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht die zal optreden als houdstermaatschappij van zowel de over te nemen vennootschappen van de RBG-Groep (hierna gezamenlijk: RBG) als Perry Sport B.V. USG wordt opgericht door Bencis Buy Out Fund II A C.V. en Bencis Buy Out Fund II B C.V. en de voormalig aandeelhouders van RBG, de heren J. Gillebaard en L. Langenberg. Bencis Buy Out Fund II A C.V. en Bencis Buy Out Fund II B C.V. (hierna gezamenlijk: BBOF) zijn commanditaire vennootschappen naar Nederlands recht die zich bezighouden met de verschaffing van risicodragend kapitaal aan ondernemingen in diverse sectoren. Beide commanditaire vennootschappen hebben BBOF II General Partner B.V. als beherend vennoot. De aandelen van BBOF II General Partner B.V. worden gehouden door Bencis Capital Partners B.V. 3. Perry Sport B.V. (hierna: Perry Sport) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De aandelen in Perry Sport worden voor 100% gehouden door PSP Holding B.V., waarvan de aandelen op hun beurt voor 100% worden gehouden door Retail Network Company B.V. PSP Holding B.V. treedt op als verkoper van de aandelen in Perry Sport.
1
Openbare versie
Openbare versie
III.
DE GEMELDE OPERATIE
4. De gemelde operatie betreft de verwerving door USG van alle aandelen in Perry Sport. De voorgenomen transactie is vastgelegd in een door partijen bij de melding overgelegde, op 3 augustus 2006 ondertekende “ Share Purchase Agreement ” . 5. Partijen hebben bij de melding tevens mededeling gedaan van de voorgenomen overname door BBOF van RBG, waarbij USG eveneens als houdstermaatschappij van RBG zal gaan optreden1. Van deze voorgenomen concentratie is door partijen afzonderlijk melding gedaan. De voorgenomen transactie is vastgelegd in een door partijen bij de desbetreffende melding overgelegde, op 2 augustus 2006 ondertekende “ Agreement for the Sale and Purchase of Shares” . Desgevraagd hebben partijen laten weten dat zij laatstgenoemde transactie na toestemming van de autoriteiten plaats zullen laten vinden ongeacht het antwoord op de vraag of de onder punt 4 bedoelde transactie doorgang kan vinden. Onderzoek van de NMa heeft evenmin geleid tot indicaties dat sprake zou zijn van economische dan wel juridische samenhang tussen beide transacties. 6. Partijen hebben ervoor gekozen om de overname van RBG eerder te laten plaatsvinden dan de overname van Perry Sport. Aangezien de door partijen aangegeven volgorde geen gevolgen zal hebben voor de inhoudelijke beoordeling van de meldingen (zie de punten 10 tot en met 26) zal er in het hierna volgende van worden uitgegaan dat de transactie tussen BBOF en RBG als omschreven onder punt 5, reeds heeft plaatsgevonden. IV.
TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4 omschreven transactie leidt er toe dat BBOF, via USG, uitsluitende zeggenschap krijgt over Perry Sport. 8.
Betrokken ondernemingen zijn USG en Perry Sport.
9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
1
Zie het besluit van de NMa van 30 augustus 2006 in zaak 5744/ Bencis Buy Out Fund – RBG.
2
Openbare versie
Openbare versie
V.
BEOORDELING
A.
RELEVANTE MARKTEN
10. USG zal, na haar oprichting, gaan optreden als houdstermaatschappij van zowel RBG als Perry Sport en is derhalve momenteel niet actief op enige andere markt. BBOF heeft deelnemingen in diverse ondernemingen, actief op de volgende gebieden: kinderopvang, meelproductie, handel en bewerking van bloemen en planten, bottelen van frisdranken en mineraalwater, transport en logistiek en productie en distributie van zonneschermen, zonnebeschermingssystemen en beveiligde deuren. Door de recente verwerving van RBG (zie punt 6), is BBOF voorts actief op het gebied van het ontwerpen en de (co)productie van en de groothandel en detailhandel in sportartikelen. Een van de vennootschappen van de RGB-Groep, Aktiesport Holding B.V. (hierna: Aktiesport) is een detailhandelsketen in sportartikelen, met 110 winkels verspreid over heel Nederland. 11. Perry Sport is actief in de detailhandelsverkoop van sportartikelen. Er zijn in totaal 41 Perry Sport-winkels in Nederland, merendeels gevestigd in de grote en middelgrote gemeenten. Rel evan t e pr oduct mar kt en 12. De activiteiten van RBG en Perry Sport overlappen op het gebied van de levering van sportartikelen op detailhandelsniveau. Voorts is sprake van een verticale relatie tussen RBG en Perry Sport, aangezien RBG actief is op het gebied van het ontwerpen, de (co)productie en de groothandelsverkoop van sportartikelen en Perry Sport (een deel van) de door haar te verkopen sportartikelen kan afnemen van RBG. Hierna zal worden ingegaan op deze horizontale en verticale relatie(s). Markt voor verkoop van sportartikelen aan consumenten 13. Sportartikelen worden via diverse kanalen aan afnemers verkocht, waaronder gespecialiseerde detailhandelaren (sportzaken), warenhuizen, mode- en schoenenwinkels, postorderbedrijven, internet, warenmarkten, supermarkten, speelgoedzaken en de ANWB.2 Een deel van de sportdetailhandelaren, waaronder Perry Sport, verkoopt tevens kampeer- en outdoorartikelen. Ook zijn er sportzaken die zich richten op één specifieke sport, bijvoorbeeld hardlopen.
2
Zie het rapport “ Sportdetailhandel: functioneel én modisch; Overzicht van de financieel-economische prestaties van de
sportzaken in Nederland” , een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel uit mei 2005 (hierna verder aan te halen als het SFM-rapport), p. 15.
3
Openbare versie
Openbare versie
14. In casu kan in het midden worden gelaten of er een aparte productmarkt moet worden onderscheiden voor de verkoop van sportartikelen via sportzaken of dat uitgegaan moet worden van een markt die ook de verkoop van sportartikelen via andere kanalen omvat, omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 18 tot en met 22). Om dezelfde reden kan in het midden worden gelaten of de relevante productmarkt zich beperkt tot de verkoop van sportartikelen in algemene zin of dat deze moet worden uitgebreid met kampeeren outdoorartikelen.3 Ontwerpen, (co)productie en groothandelsverkoop van sportartikelen 15. Partijen hebben voorgesteld om het ontwerpen, de (co)productie en de groothandelsverkoop van sportartikelen gezamenlijk onder te brengen onder de noemer ‘leveranciersmarkt’. Of deze activiteiten afzonderlijk dan wel als één geheel moeten worden beoordeeld, kan evenwel in het midden worden gelaten aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 24). Rel evan t e geogr af isch e mar kt en Markt voor verkoop van sportartikelen aan consumenten 16. Of voor de verkoop van sportartikelen aan consumenten moet worden uitgegaan van regionale markten, dan wel van een nationale markt, kan in het midden worden gelaten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 21). Ontwerpen, (co)productie en groothandelsverkoop van sportartikelen 17. Partijen stellen dat de markten voor het ontwerpen, de (co)productie en de groothandelsverkoop van sportartikelen ten minste nationaal van omvang zijn. Er is geen reden om aan te nemen dat dit niet juist is. De exacte geografische omvang van deze markten kan echter in het midden worden gelaten, aangezien deze niet van invloed zal zijn op de materiële beoordeling (zie punt 24). B.
GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE
Markt voor verkoop van sportartikelen aan consumenten 18. Voor de bepaling van de marktposities van partijen is gebruik gemaakt van het rapport “ Sportdetailhandel: functioneel én modisch; Overzicht van de financieel-economische prestaties 3
Een nader onderscheid naar soort sportartikelen (bijvoorbeeld hardloopschoenen) behoeft niet te worden gemaakt,
omdat zowel Aktiesport als Perry Sport een breed assortiment sportartikelen voeren en geen uitgesproken posities hebben op enig specifiek soort sportartikelen.
4
Openbare versie
Openbare versie
van de sportzaken in Nederland” , een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel uit mei 2005 (hierna verder aan te halen als het ‘SFM-rapport’). Volgens dit rapport had de totale markt van verkoop van sportartikelen via uitsluitend sportzaken in Nederland in 2005 een omvang van circa EUR 830 miljoen.4 De totale markt voor sportartikelen, ongeacht het verkoopkanaal, had in 2005 een omvang van circa EUR 1,4 miljard.5 De markt voor sportartikelen inclusief kampeer- en outdoorartikelen had volgens het rapport “ Sport- en Kampeerzaken, Branches in Detail 2005” , eveneens een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, in 2005 een omvang van circa EUR 1,8 miljard.6 19. Uit het jaarverslag over 2004 van RBG blijkt dat de omzet van Aktiesport – het enige onderdeel van RBG dat momenteel concurreert met Perry Sport – in dat jaar circa EUR […]∗ miljoen bedroeg. De omzet van Perry Sport bedroeg volgens het jaarverslag in 2005 circa EUR […] miljoen. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de kleinst mogelijke productmarkt, te weten die van de verkoop van sportartikelen via uitsluitend sportzaken, zal daarmee door de voorgenomen concentratie uitkomen op circa [10-20%] (RBG: [0-10%] en Perry Sport [10-20%]). 20. Naast Perry Sport en Aktiesport zijn diverse andere (franchise)ketens, waaronder Intersport, Coach en Sport2000, actief in de verkoop van sportartikelen aan consumenten. Perry Sport en Aktiesport ondervinden bovendien op ruime schaal concurrentie van zelfstandige winkeliers die niet werken onder een voor de consument direct herkenbare winkelformule. 21. De NMa heeft voorts onderzocht of de voorgenomen fusie tot gevolg zou kunnen hebben dat in bepaalde plaatsen de consument geen keuze meer heeft in aanbieders van sportartikelen. Uit dit onderzoek is gebleken dat in iedere plaats waar de activiteiten van Perry Sport en Aktiesport overlappen, voldoende alternatieve aanbieders van sportartikelen aanwezig zijn. 22. Gezien het voorgaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op de markt voor verkoop van sportartikelen aan consumenten kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Ontwerpen, (co)productie en groothandelsverkoop van sportartikelen 4 5
6
∗
Zie SFM-rapport, p. 5 en p. 27 Zie SFM-rapport, p. 5, p. 12 en p. 27 Zie SFM-rapport p. 6. In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van
vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes.
5
Openbare versie
Openbare versie
23. Perry Sport is, anders dan BBOF, niet actief op het gebied van het ontwerpen, de (co)productie en/ of de groothandelsverkoop van sportartikelen. Er is dus geen horizontale overlap met de activiteiten van BBOF op dit gebied. Aangezien genoemde activiteiten van BBOF in een verticale relatie staan tot die van Perry Sport zal worden beoordeeld of onderhavige concentratie leidt tot uitsluitingseffecten die kunnen leiden tot het totstandkomen of versterken van een economische machtspositie van partijen op de markt voor verkoop van sportartikelen aan consumenten of op de markt(en) voor het ontwerpen, de (co)productie en/ of de groothandelsverkoop van sportartikelen (zie punt 24). Mogelijke verticale effecten 24. De gezamenlijke omzet van de onderdelen van RBG die actief zijn op (een van) de gebieden ontwerpen, (co)productie en groothandelsverkoop van sportartikelen bedroeg volgens de door partijen overgelegde cijfers in 2005 circa EUR […] miljoen. Precieze cijfers omtrent de omvang van genoemde activiteiten in Nederland ontbreken. Gezien de totale omvang van de markt voor verkoop van sportartikelen aan consumenten (zie punt 18) is deze omzet van zeer beperkte omvang. Daar komt bij dat de door RBG (op basis van licenties) geleverde merken, te weten Umbro, Le Coq Sportif, @miral, Athlete en Maui & Sons, van relatief geringe betekenis zijn op de markt voor sportartikelen. Deze markt kent een groot aantal andere merken, waaronder enkele (zeer) grote en sterke merken als Nike, Adidas, Reebok, Puma en Asics. Gelet op deze positie van RBG en op de posities van RBG en Perry Sport op de markt voor verkoop van sportartikelen aan consumenten behoeft niet te worden gevreesd voor een verticaal uitsluitingseffect als gevolg van de voorgenomen concentratie. VI.
CONCLUSIE
25. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 26. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
6
Openbare versie
Openbare versie
Datum: 30 augustus 2006
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:
w.g. mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam
7
Openbare versie