Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nummer
5705 / 10
Betreft zaak:
I.
5705/ Zorggroep Amsterdam - Tabitha - De kleine Johannes
MELDING
1. Op 5 juli 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Stichting Zorggroep Amsterdam, Stichting Tabitha en Stichting De kleine Johannes voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 129 van 6 juli 2006. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan marktpartijen. II.
PARTIJEN
2. Stichting Zorggroep Amsterdam (hierna: ZA) is een stichting naar Nederlands recht. ZA is actief op het gebied van intramurale zorg in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ), bestaande uit verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg aan zowel somatische als psychogeriatrische cliënten. Daarnaast levert ZA extramurale AWBZ-zorg, bestaande uit thuiszorg, begeleiding en dagactiviteiten. 3. Stichting Tabitha (hierna: Tabitha) is een stichting naar Nederlands recht. Tabitha is actief op het gebied van intramurale AWBZ-zorg, bestaande uit verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg aan zowel somatische als psychogeriatrische cliënten. Daarnaast levert Tabitha extramurale AWBZ-zorg, bestaande uit thuiszorg, begeleiding en dagactiviteiten. 4. Stichting De kleine Johannes (hierna: DkJ) is een stichting naar Nederlands recht. DkJ is actief op het gebied van intramurale en extramurale AWBZ-zorg, bestaande uit zorg en begeleiding aan verstandelijk gehandicapten. III.
DE GEMELDE OPERATIE
5. De gemelde operatie behelst de totstandkoming van een juridische fusie. Hiertoe zullen ZA, Tabitha en DkJ (hierna: partijen) een nieuwe stichting oprichten die als verkrijgende rechtspersoon zal optreden, terwijl partijen de verdwijnende rechtspersonen zullen zijn. De
1
Openbare versie
Openbare versie
nieuwe stichting zal onder algemene titel het vermogen van de verdwijnende stichtingen verkrijgen. Het voornemen van partijen om te fuseren is vastgelegd in een bij de melding overgelegde “ Gemeenschappelijke verklaring” d.d. 6 december 2005. IV.
TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
6. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 5, omschreven transactie leidt ertoe dat drie voorheen van elkaar onafhankelijke ondernemingen fuseren. 7.
Betrokken ondernemingen zijn ZA, Tabitha en DkJ.
8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V.
BEOORDELING
A.
RELEVANTE MARKTEN
Rel evan t e pr oduct mar kt en 9. Evenals in eerdere besluiten1 zal in onderhavige zaak worden uitgegaan van een onderscheid tussen extramurale AWBZ-zorg en intramurale AWBZ-zorg. ZA, Tabitha en DkJ bieden alle drie beide vormen van zorg aan. Intramurale AWBZ-zorg 10.
ZA, Tabitha en DkJ zijn alle drie actief op het gebied van intramurale AWBZ-zorg.
Onderscheid intramurale AWBZ-zorg voor ouderen en verstandelijk gehandicapten 11. De mogelijkheden voor aanbodsubstitutie tussen intramurale AWBZ-zorg voor verstandelijk gehandicapten en intramurale AWBZ-zorg voor andere doelgroepen (bijvoorbeeld ouderen) zijn zeer beperkt. In onderhavige zaak zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat
1
Zie bijvoorbeeld het besluit van 11 juli 2006 in zaak 5082/ Zorggroep West- en Midden-Brabant – Amarant, punt 8, het
besluit van 27 juni 2005 in zaak 4220/ Vierstroom – De ZorgRing, punt 12, het besluit van 13 mei 2005 in zaak 4267/ Zorg en Welzijngroep – Thuiszorg Nieuwe Waterweg Noord – Maatzorg De Werven – Kraamzorg Delfland, punt 15 en het besluit van 31 december 2004 in zaak 4295/ Stichting Icare – Sensire – Thuiszorg Groningen, punt 13.
2
Openbare versie
Openbare versie
deze situatie zou zijn veranderd. Evenals in eerdere besluiten2 wordt derhalve uitgegaan van een aparte markt voor zorg aan verstandelijk gehandicapten. DkJ is de enige partij die intramurale AWBZ-zorg aan gehandicapten biedt. Dientengevolge is er geen sprake van overlap op het gebied van intramurale AWBZ-zorg voor gehandicapten. Er is slechts sprake van overlap met betrekking tot de activiteiten van ZA en Tabitha op het gebied van intramurale AWBZ-zorg voor ouderen. Onderscheid verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg 12. Op het gebied van intramurale AWBZ-zorg is in eerdere besluiten3 uitgegaan van afzonderlijke markten voor verzorgingshuiszorg enerzijds en verpleeghuiszorg anderzijds. Onderscheid psychogeriatrische en somatische verpleeghuiszorg 13. Op het gebied van verpleeghuiszorg is in een eerder besluit4 uitgegaan van aparte markten voor enerzijds psychogeriatrische verpleeghuiszorg en anderzijds somatische verpleeghuiszorg. 5 ZA en Tabitha zijn beide actief op het gebied van verpleeghuiszorg aan zowel somatische als psychogeriatrische cliënten. Extramurale AWBZ-zorg Extramurale AWBZ-zorg voor ouderen en verstandelijk gehandicapten 14. Op het gebied van extramurale AWBZ-zorg richten ZA en Tabitha zich op ouderen, terwijl DkJ zich richt op verstandelijk gehandicapten. Partijen zijn van mening dat extramurale ABWZ-zorg voor verstandelijk gehandicapten en extramurale AWBZ-zorg voor ouderen twee aparte markten betreffen. In enkele eerdere besluiten6 is nader ingegaan op het mogelijke 2
Zie het besluit in zaak 5082/ Zorggroep West- en Midden-Brabant – Amarant, reeds aangehaald, punt 9 en het besluit van 7
maart 2005 in zaak 4245/ Vizier – De Wendel, punt 14. 3
Zie het besluit van 4 november 2005 in zaak 4212/ De Basis – Thuiszorg Gooi en Vechtstreek – Vivium, punt 17, het besluit
van 21 oktober 2005 in zaak 5171/ Antaris – Amstelrade – Fontis, punt 10 en het besluit van 11 augustus 2005 in zaak 4198/ Proteion – TML – LvGG, punt 23. 4
Zie het besluit in zaak 4212/ De Basis – Thuiszorg Gooi en Vechtstreek – Vivium, reeds aangehaald, punt 33 en 34.
5
In die zaak is geconcludeerd dat er onvoldoende aanwijzingen waren voor mogelijkheden voor aanbodsubstitutie tussen
psychogeriatrische en somatische verpleeghuiszorg en vice versa om op grond daarvan tot één markt voor somatische en psychogeriatrische zorg te kunnen concluderen. Zie het besluit aangehaald in noot 4, punt 33. 6
Zie bijvoorbeeld het besluit van in zaak 5082/ Zorggroep West- en Midden-Brabant – Amarant, reeds aangehaald, punt 11
tot en met 24. Met betrekking tot huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging en verpleging wordt in dit besluit vooralsnog niet uitgegaan van een nader onderscheid naar doelgroep, onder meer gezien de ontschotting in de AWBZ, het feit dat enkele spelers reeds thuiszorg leveren aan meerdere doelgroepen en de gemeenschappelijke kenmerken op het
3
Openbare versie
Openbare versie
onderscheid tussen extramurale AWBZ-zorg voor ouderen en verstandelijk gehandicapten. In de onderhavige zaak kan echter met betrekking tot de markten voor (i) huishoudelijke verzorging, (ii) persoonlijke verzorging en verpleging en (iii) begeleiding en eventueel daarbinnen te onderscheiden markten, in het midden worden gelaten of een onderscheid dient te worden gemaakt naar doelgroep, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 36, 39, 42 t/ m 44) 15. Met betrekking tot dagactiviteiten is in een eerder besluit7 aangaande een fusie tussen instellingen voor verstandelijk gehandicapten geconcludeerd dat activiteiten op het gebied van dagvoorzieningen tot een totaalpakket van intramurale en semimurale AWBZ-zorg voor verstandelijk gehandicapten behoort en geen afzonderlijke markt vormt. Ook in onderhavige zaak zullen dagactiviteiten voor verstandelijk gehandicapten worden beschouwd als behorend tot de markt voor intramurale en semimurale AWBZ-zorg voor verstandelijk gehandicapten. Om die reden zal in het hiernavolgende niet verder worden ingegaan op dagactiviteiten voor verstandelijk gehandicapten. Thuiszorg 16. ZA en Tabitha zijn actief op het gebied van thuiszorg. Uit eerdere besluiten8 volgt dat thuiszorg de volgende in de AWBZ omschreven functies omvat: verpleging thuis (hierna: verpleging), persoonlijke verzorging thuis (hierna: persoonlijke verzorging), en huishoudelijke verzorging thuis (hierna: huishoudelijke verzorging). In een aantal recente besluiten9 is uitgegaan van afzonderlijke markten voor persoonlijke verzorging en verpleging enerzijds en huishoudelijke verzorging anderzijds.
gebied van thuiszorg. Gesteld is echter dat dit onderwerp zich leent voor nader onderzoek in een eventuele vergunningsaanvraag in de betreffende zaak. Zie verder het besluit van 16 december 2004 in zaak 4120/ Verenigde Amstelhuizen – IJlanden, punt 23 e.v. en het besluit van 21 oktober 2005 in zaak 5171/ Antaris – Amstelrade – Fontis, punt 29, waar in het midden is gelaten of thuiszorg voor ouderen en thuiszorg voor lichamelijk gehandicapten tot dezelfde markt behoort of aparte markten betreft. 7 8
Besluit in zaak 4245/ Vizier – De Wendel, reeds aangehaald, punt 34. Zie bijvoorbeeld het besluit van 24 mei 2006 in zaak 5603/ ZgNL – TML – LvGG, punt 11, het besluit van 16 november
2005 in zaak 5186/ Carint – Reggeland, punt 14, het besluit van 18 augustus 2005 in zaak 4988/ Oosterlengte – Thuiszorg Groningen – Sensire, punt 12 en het besluit in zaak 4295/ Stichting Icare – Sensire – Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt 16. 9
Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4212/ De Basis – Thuiszorg Gooi en Vechtstreek – Vivium, reeds aangehaald, punt 16,
het besluit in zaak 4988/ Oosterlengte –Thuiszorg Groningen – Sensire, reeds aangehaald, punt 21 en het besluit in zaak 5082/ Zorggroep West- en Midden-Brabant – Amarant, reeds aangehaald, punt 14.
4
Openbare versie
Openbare versie
Begeleiding 17. Partijen leveren alle drie ondersteunende begeleiding. DkJ biedt daarnaast ook activerende begeleiding aan. Activerende begeleiding omvat activiteiten gericht op herstel of voorkoming van verergering van gedrags- of psychische problematiek of het leren omgaan met de gevolgen van een somatische- of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. Ondersteunende begeleiding omvat activiteiten gericht op bevordering of behoud van de zelfredzaamheid of bevordering van de integratie van een cliënt in de samenleving. 18. In eerdere besluiten10 is een mogelijke markt onderscheiden voor begeleiding, waarbij in het midden is gelaten of binnen deze mogelijke markt nader onderscheid moet worden gemaakt naar enerzijds activerende begeleiding en anderzijds ondersteunende begeleiding. Ook in het onderhavige besluit kan in het midden worden gelaten of binnen de mogelijke markt voor begeleiding onderscheid moet worden gemaakt naar ondersteunende of activerende begeleiding, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 42 tot en met 44). Dagactiviteiten voor ouderen 19. ZA en Tabitha bieden diensten aan op het gebied van dagactiviteit basis en dagactiviteit 11 speciaal . Dagactiviteiten worden bekostigd vanuit het extramurale AWBZ-budget, voor zover ze worden geleverd aan cliënten die niet woonachtig zijn in een intramurale instelling. Aangezien dagactiviteiten veelal worden aangeboden op intramurale locaties, hebben deze activiteiten echter een verband met de intramurale activiteiten van de betreffende instellingen. Uit onderzoek in het kader van een eerdere zaak12 is gebleken dat dagactiviteit basis veelal binnen verzorgingshuizen wordt aangeboden en dagactiviteit speciaal binnen verpleeghuizen. Om die reden zullen in het hiernavolgende de gevolgen van de voorgenomen fusie op het gebied van dagactiviteiten speciaal en dagactiviteiten basis worden besproken bij de beoordeling van de gevolgen op het gebied van verpleeghuiszorg respectievelijk verzorgingshuiszorg.
10
Zie het besluit in zaak 4120/ Verenigde Amstelhuizen – IJlanden, reeds aangehaald, punt 26 tot en met 27 en het besluit
van 11 juli 2006 in zaak 5082/ Zorggroep West- en Midden-Brabant – Amarant, reeds aangehaald, punt 21 tot en met 24. 11
De activiteiten op het gebied van dagactiviteit basis hebben betrekking op het in groepsverband begeleiden van ouderen
c.q. chronisch zieken, gericht op bezigheid, sociaal-recreatieve activiteiten en het bijhouden van vaardigheden, eventueel aangevuld met assistentie en persoonlijke zorg. Dagactiviteit speciaal is een activiteit in groepsverband, waarbij ondersteunende en activerende begeleiding in samenhang staat met enige persoonlijke verzorging en met behandeling tijdens het dagprogramma. Het betreft een multidisciplinaire benadering. Zie beleidsregel II-624/ III-803, definities extramurale zorg, www.ctg-zaio.nl. 12
Zie ook het besluit in zaak 5186/ Carint - Reggeland, reeds aangehaald, punt 21 t/ m. 23.
5
Openbare versie
Openbare versie
Rel evan t e geogr af isch e mar kt en Intramurale AWBZ-zorg 20. ZA en Tabitha zijn zowel op het gebied van psychogeriatrische en somatische verpleeghuiszorg als op het gebied van verzorgingshuiszorg actief in zorgkantoorregio Amsterdam. 13 ZA heeft in de stadsdelen Centrum, Oud-West en Zuid-Oost respectievelijk twee, drie en één vestiging(en). Tabitha heeft drie vestigingen in Nieuw-West, de overige drie vestigingen zijn gelegen in Centrum, De Pijp en Oost. 21. In twee eerdere besluiten14 is uitgegaan van geografische markten voor verpleeg- en verzorgingshuiszorg die de zorgkantoorregio Amsterdam omvat. Gebleken is dat er geen aanwijzingen waren om van een nauwer geografisch gebied uit te gaan, bijvoorbeeld een onderverdeling op wijkniveau.15 Er is geen reden om in onderhavige zaak anders te oordelen. 22. Gelet op het bovenstaande zal in onderhavige zaak worden uitgegaan van een geografische markten voor zowel psychogeriatrische en somatische verpleeghuiszorg als verzorgingshuiszorg die samenvalt met de zorgkantoorregio Amsterdam. Ook voor de mogelijke markten voor dagactiviteiten basis en dagactiviteiten speciaal zal worden uitgegaan van een geografische markt die samenvalt met de zorgkantoorregio Amsterdam.
13
Zorgkantoorregio Amsterdam omvat de gemeente Amsterdam en de gemeente Diemen, gegevens CTG/ Zaio.
14
Zie het besluit van 15 november 2004 in zaak 4177/ Stichting Evean Zorg - De Weeren, punt 30 en het besluit in zaak
5171/ Antaris - Amstelrade - Fontis, reeds aangehaald, punt 32 tot en met 34. 15
In het kader van genoemde besluiten hebben marktpartijen aangegeven dat er noch voor verpleeghuiszorg, noch voor
verzorgingshuiszorg reden bestaat om uit te gaan van een nauwere markt dan Amsterdam. Vanuit de vraagzijde geldt dat cliënten doorgaans kiezen voor een verpleeghuis of verzorgingshuis in de buurt van hun (oorspronkelijke) woonomgeving, maar dat naast afstand ook de stand van de wachtlijsten, de mate van behoefte aan gespecialiseerde zorg en levensovertuiging belangrijke keuzefactoren voor cliënten vormen, waardoor ook instellingen in andere delen van de stad (dan waar cliënten woonachtig zijn) realistische alternatieven zijn. Volgens de marktpartijen maakt het stedelijke karakter van Amsterdam dat cliënten doorgaans een sterke voorkeur hebben om in of juist buiten de stad te (blijven) wonen en is er dientengevolge sprake van beperkte cliëntstromen van en naar de stad op het gebied van intramurale zorg. Vanuit de aanbodzijde bezien geldt dat de grote en middelgrote marktpartijen in Amsterdam op het gebied van verpleeghuiszorg en verzorgingshuiszorg vrijwel allemaal verspreid over heel Amsterdam actief zijn.
6
Openbare versie
Openbare versie
Extramurale AWBZ-zorg Thuiszorg 23. Evenals in eerdere besluiten16 is er geen reden om uit te gaan van geografische markten voor huishoudelijke verzorging en voor persoonlijke verzorging en verpleging die ruimer zijn dan de zorgkantoorregio. 24. Het werkgebied van ZA, Tabitha en DkJ valt samen met de zorgkantoorregio Amsterdam. In onderhavig besluit zal, evenals bij eerdere besluiten17 die betrekking hadden op dezelfde zorgkantoorregio, voor zowel huishoudelijke verzorging als persoonlijke verzorging en verpleging worden uitgegaan van een geografische markt die samenvalt met de zorgkantoorregio Amsterdam. Begeleiding 25. Ondersteunende en activerende begeleiding wordt, evenals thuiszorg, bij de mensen thuis geleverd. In onderhavige zaak wordt daarom voor zorgkantoorregio Amsterdam uitgegaan van (een) geografische markt(en) voor begeleiding die samenvalt met de zorgkantoorregio Amsterdam. B.
GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE
26. Op het gebied van intramurale AWBZ-zorg is sprake van overlap op het gebied van de volgende activiteiten in de zorgkantoorregio Amsterdam: (i) psychogeriatrische verpleeghuiszorg met als voornaamste doelgroep ouderen, (ii) somatische verpleeghuiszorg met als voornaamste doelgroep ouderen en (iii) verzorgingshuiszorg met als voornaamste doelgroep ouderen. 27. Op het gebied van extramurale AWBZ-zorg is sprake van overlap van de volgende activiteiten in de zorgkantoorregio Amsterdam: (i) persoonlijke verzorging en verpleging, (ii) huishoudelijke verzorging, (iii) begeleiding en (iv) dagactiviteiten.
16
Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 5082/ Zorggroep West- en Midden-Brabant - Amarant , reeds aangehaald, punt 28 en
het besluit van 17 januari 2005 in zaak 4161/ De Runne - Kruiswerk Mark en Maas - Thebe, punt 25 en het besluit in zaak 4295/ Stichting Icare - Sensire - Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt 38. 17
Zie het besluit in zaak 4177/ Stichting Evean Zorg - De Weeren, reeds aangehaald, punten 32 en 33 en het besluit in zaak
5171/ Antaris - Amstelrade - Fontis, reeds aangehaald, punten 36 en 37.
7
Openbare versie
Openbare versie
Intramurale AWBZ-zorg Verpleeghuiszorg Psychogeriatrische verpleeghuiszorg 28. Zowel ZA als Tabitha is actief op het gebied van de psychogeriatrische verpleeghuiszorg. Het gezamenlijke marktaandeel van ZA en Tabitha op de markt voor psychogeriatrische verpleeghuiszorg binnen de zorgkantoorregio Amsterdam in 2005 bedraagt circa [30-40]%* (ZA circa [10-20]% en Tabitha circa [10-20]%) op basis van omzet en circa [30-40]% (ZA circa [1020]% en Tabitha circa [10-20]%) op basis van het aantal plaatsen voor psychogeriatrische verpleeghuiszorg. Na de fusie is er nog één partij van vergelijkbare omvang, te weten Cordaan (marktaandeel [30-40]%). Daarnaast zijn de Osiragroep ([20-30]%) en de Eveangroep ([0-10]%) in de zorgkantoorregio Amsterdam actief.18 Somatische verpleeghuiszorg 29. Zowel ZA als Tabitha is actief op het gebied van de somatische verpleeghuiszorg. Het gezamenlijke marktaandeel van ZA en Tabitha op de markt voor somatische verpleeghuiszorg binnen de zorgkantoorregio Amsterdam in 2005 bedraagt circa [10-20]% (ZA circa [10-20]% en Tabitha circa [0-10]%) op basis van omzet en circa [10-20]% (ZA circa [10-20]% en Tabitha circa [0-10]%) op basis van het aantal plaatsen voor somatische verpleeghuiszorg. Cordaan en Osiragroep zijn op het gebied van somatische verpleeghuiszorg de grootste spelers met marktaandelen van [40-50]% respectievelijk [30-40]%. Daarnaast is de Eveangroep op dit gebied actief ([0-10]%).19 Dagactiviteiten speciaal 30. Op het gebied van dagactiviteiten speciaal bedraagt het gezamenlijk marktaandeel van partijen in de Zorgkantoorregio Amsterdam in 2005 [10-20]% (ZA [10-20]% en Tabitha [0-10]%). Cordaan, Osiragroep en Eveangroep zijn ook actief op het gebied van dagactiviteiten.
*
In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van
vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes. 18
Marktaandelen concurrenten zijn berekend op basis van het aantal plaatsen.
19
Marktaandelen concurrenten zijn berekend op basis van het aantal plaatsen.
8
Openbare versie
Openbare versie
Conclusie 31. Gezien de marktposities van partijen, het aantal concurrenten en de marktposities van de concurrenten is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op de markten voor psychogeriatrische verpleeghuiszorg, somatische verpleeghuiszorg, en/ of dagactiviteiten speciaal kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Verzorgingshuiszorg 32. Zowel ZA als Tabitha is actief op het gebied van verzorgingshuiszorg. Het gezamenlijk marktaandeel van ZA en Tabitha in de zorgkantoorregio Amsterdam in 2005 is [10-20]%. (ZA [010]% en Tabitha [10-20]%).20 Het gezamenlijk marktaandeel op het gebied van dagactiviteiten basis bedraagt [0-10]% (ZA [0-10]% en Tabitha [0-10]%). 33. Naast ZA en Tabitha zijn in Amsterdam meerdere grote en middelgrote spelers actief op het gebied van verzorgingshuiszorg, waaronder Cordaan, OsiraGroep en Evean met marktaandelen van respectievelijk circa [20-30]%, [30-40]% en [10-20]%.21 Deze partijen zijn eveneens actief op het gebied van dagactiviteiten basis. 34. Gezien de marktpositie van partijen, het aantal concurrenten en de marktposities van concurrenten is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op de markt voor verzorgingshuiszorg en/ of dagactiviteiten basis kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Extramurale AWBZ-zorg Huishoudelijke verzorging 35. Op het gebied van huishoudelijke verzorging overlappen slechts de activiteiten van ZA en Tabitha. DkJ is op dit gebied niet actief. 36. Het gezamenlijke marktaandeel van ZA en Tabitha in 2005 in de zorgkantoorregio Amsterdam komt, zowel indien er een onderscheid naar doelgroep wordt gemaakt als indien er geen onderscheid naar doelgroep wordt gemaakt, niet boven de [0-10]%. 20
Marktaandelen zijn berekend op basis van het aantal plaatsen in 2005.
21
Marktaandelen zijn berekend op basis van het aantal plaatsen in 2005.
9
Openbare versie
Openbare versie
Conclusie 37. Gezien de geringe marktaandelen van partijen is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op het gebied van huishoudelijke verzorging kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
38. Op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging overlappen slechts de activiteiten van ZA en Tabitha. DkJ is op dit gebied niet actief. 39. Het gezamenlijke marktaandeel van ZA en Tabitha in 2005 in de zorgkantoorregio Amsterdam komt, zowel indien er een onderscheid naar doelgroep wordt gemaakt als indien er geen onderscheid naar doelgroep wordt gemaakt, niet boven de [0-10]%. Conclusie 40. Gezien de geringe marktaandelen van partijen is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Begeleiding 41. ZA en Tabitha zijn beide actief op het gebied van ondersteunende begeleiding aan ouderen. DkJ is actief op het gebied van ondersteunende en activerende begeleiding voor verstandelijk gehandicapten. Begeleiding met onderscheid naar doelgroep 42. Zoals blijkt uit punt 41 overlappen de activiteiten van ZA en Tabitha met betrekking tot de doelgroep ouderen. Uitgaande van de kleinst mogelijke markt waarop de activiteiten van partijen overlappen, te weten de markt voor ondersteunende begeleiding aan ouderen, hebben ZA en Tabitha in 2005 in de zorgkantoorregio Amsterdam een gezamenlijk marktaandeel van [10-
10
Openbare versie
Openbare versie
20]% (ZA [0-10]% en Tabitha [0-10]%) 22. Indien wordt uitgegaan van één markt voor ondersteunende en activerende begeleiding samen, dan daalt het marktaandeel van partijen tot [0-10]% (ZA [0-10]% en Tabitha [0-10]%), aangezien geen van beide actief is op het gebied van activerende begeleiding. Begeleiding zonder onderscheid naar doelgroep 43. Op een mogelijke markt voor begeleiding waarbinnen geen onderscheid wordt gemaakt naar doelgroep, behalen ZA, Tabitha en DkJ in 2005 een gezamenlijk marktaandeel van ten hoogste [10-20]% in de zorgkantoorregio Amsterdam op de mogelijke markt voor ondersteunende begeleiding (ZA ten hoogste [0-10]%, Tabitha ten hoogste [0-10]% en DkJ ten hoogste [0-10]%).23 Indien wordt uitgegaan van één markt voor ondersteunende en activerende begeleiding samen dan daalt het marktaandeel van partijen tot ten hoogste [10-20]% (ZA ten hoogste [0-10]%, Tabitha ten hoogste [0-10]% en DkJ ten hoogste [0-10]%). Conclusie 44. Gezien de marktaandelen is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op het gebied van ondersteunende en activerende begeleiding kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
22
Marktaandelen zijn berekend op basis van omzet in 2005, gegevens zorgkantoor Amsterdam.
23
Marktaandelen zijn berekend op basis van omzet in 2005, gegevens zorgkantoor Amsterdam. Bij de berekening van de
marktaandelen van partijen op het gebied van ondersteunende begeleiding zonder onderscheid naar doelgroep, is voor het bepalen van de totale omzet voor ondersteunende begeleiding zonder onderscheid naar doelgroep de omzet voor ondersteunende begeleiding voor GGZ-zorg niet meegerekend. Indien de omzet in verband met GGZ-zorg zou worden meegerekend, vallen de marktaandelen van partijen nog lager uit.
11
Openbare versie
Openbare versie
VI.
CONCLUSIE
45. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 46. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 7 augustus 2006
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,
w.g. Mr. J Schönau Directeur Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam
12
Openbare versie