BEROEPSSITUATIES IN HET JONGERENWERK AMSTERDAM EN ROTTERDAM Opgeschreven in kader van het project Catch the Coach-to be 2004-2007 1. Tijdsbesteding. In jouw werkgebied bevindt zich sinds 3 maanden een hanggroep van jongeren in de leeftijd van 16 tot 18 jaar. De laatste maand is er in de groep sprake van gedrag waar mensen in de buurt zich onveilig door voelen. De politie heeft dit gesignaleerd en aan het team van welzijnswerkers gevraagd met de groep in contact te komen en er iets mee te ondernemen. Jij wordt als straathoekwerker op de groep gezet en je legt voor de eerste keer contact. Na 5 minuten laat de groep weten niet op je aanwezigheid gesteld te zijn. Wat doe je? 2. Wonen. Je bent jongerenwerkster en je hebt contact met Samira(19 jaar). Samira werkt sinds een half jaar bij de Hema. Jij hebt haar geholpen om deze baan te krijgen. Voordat Samira deze baan kreeg trok ze veel met vrienden en vriendinnen op die allemaal geen werk hadden en veel op straat rondhingen. De rest van de groep doet dat nog steeds. Samira woont nu sinds een maand op een eigen kamer. De oude vriendengroep komt veel langs en vooral rond etenstijd. Samira kookt dan voor zichzelf, maar de vrienden vinden het vanzelfsprekend dat ze mee kunnen eten, want Samira heeft nu toch geld?! Samira moet huur betalen en houdt niet erg veel over om van te leven. Ze komt hierdoor in financiële moeilijkheden. Als ze geld vraagt is er een grote kans dat ze de vriendengroep kwijtraakt. Jij signaleert dit. Wat doe je? 3. Gezondheid. In de wijk waar je werkt is het met oud en nieuw vaak zeer onrustig. Jij als jongerenwerker hebt van de directie de opdracht gekregen voor de jongeren van 16 tot 21 jaar op oudejaarsnacht een aansprekend evenement te organiseren. Het evenement zal in het jongerencentrum plaatsvinden. In de stichting waaronder het jongerencentrum valt is de regel dat er geen alcohol geschonken mag worden. Er hebben zich 10 jongeren gemeld om het evenement te organiseren. Zij stellen echter allemaal de voorwaarde dat er bij de uitvoering van het evenement alcohol geschonken moet kunnen worden. Wat doe je? 4. Arbeid. Jij werkt op een leerwerkplaats. De gemeente heeft de leerwerkplaats gesubsidieerd. Als voorwaarde stelt ze dat er na een jaar een output moet zijn naar werk van 70%. De output naar werk is echter 30%. Op andere leefgebieden, b.v. scholing, justitie en gezondheid zijn er echter heel goede resultaten geboekt. De gemeente heeft de stichting laten weten dat ze de leerwerkplaats met ingang van het komende seizoen niet meer zullen subsidiëren. Wat doe jij? 5. Gezondheid. Je bent jongerenwerker en je hebt heel goed contact met een groep jongeren van 12 tot 15 jaar. Ze komen minimaal 2 keer per week in het jongerencentrum. Ze zitten
allemaal nog op school en zeggen het daar goed gaat. Je krijgt informatie dat ze in de wijk verschillende hangplekken hebben. Ze ontmoeten elkaar daar soms in de week als ze de laatste lessen spijbelen en gebruiken dan 1 of 2 blikjes bier. In het weekend zijn ze daar ook en drinken dan per persoon minimaal 5 blikjes bier per dag. De blikjes worden telkens keurig opgeruimd en de jongeren veroorzaken geen overlast. Ze hebben jou er nooit iets over verteld en willen ook niet dat jij het weet. Wat doe je? 6. Tijdsbesteding. In het jongerencentrum waar je werkt mag het personeel tijdens het werk niet roken. De directie hecht erg aan de voorbeeldfunctie van haar personeel. Tijdens het afscheid van 1 van je collega’s zijn er ook veel jongeren uitgenodigd en ze zijn ook gekomen.. Het afscheid is buiten werktijd en op een schip dat door de grachten van Amsterdam vaart. Tijdens dit feest zie je dat 2 collega’s stevig zitten te roken en 1 collega steekt aan het eind van de avond een joint aan. Wat doe je? 7. Scholing. Je werkt als jongerenwerker in een brede school, samen met je collega. Zij blowt in haar privé regelmatig en gaat haar vakanties soms met cocaïne uit haar dak. In de 'brede school' is het tijdens het werk verboden om drugs te gebruiken en er mag niet gerookt worden. Voorbeeldgedrag van de professionals is een belangrijk onderdeel van het werk. Jouw collega heeft voor jongeren van 12-15 jaar een educatief programma georganiseerd over drugs. Dat zal volgende week plaatsvinden. Ze heeft daarvoor een gastdocent uitgenodigd die ze goed kent zelf regelmatig gebruikt. Deze moet vertellen over de effecten van gebruik. Wat doe je? 8. Gezondheid. Je merkt dat een deelneemster van jou onder invloed staat van een loverboy. Het contact loopt al een half jaar. Ze is blind voor de praktijken van deze jongen en luistert naar niemand. Je hebt er 2 keer met haar over gesproken maar het helpt niet. Wat doe je? 9. Gezondheid. Twee jongeren van 15 jaar die nog op school zitten en geen rijke ouders hebben komen de laatste maanden wel met erg mooie kleren in het jongerencentrum. Je vermoedt dat ze zich voor seks laten betalen met mooie kleren. Wat doe je? 10. Arbeid. Je hebt bent 22 jaar en je werkt als jongerenwerkster in een buurtcentrum. Je hebt in het weekend een ‘skating event’ georganiseerd. Je bent zelf goed in skaten en je hebt de deelnemers veel nieuwe skatingtechnieken geleerd. Je hebt deze technieken veel voorgedaan. De jongeren zijn onder de indruk van je geraakt en één van de deelnemers ( 21 jaar) is flink verliefd op je geraakt. Hij zegt dat niet maar doet er alles aan zoveel mogelijk in je buurt te zijn. Je vindt zelf de jongere ook heel aardig. Wat doe je? 11. Gezondheid.
Je werkt als jongerenwerker bij een stichting die ‘Lokale trajectbegeleiding’ verzorgt. Zij maken op vindplaatsen in de buurt contact met jongeren. Met behulp van intensieve trajectbegeleiding werken ze met individuele jongeren aan verbetering van hun positie in de samenleving. Een jongere (20) die jij in begeleiding hebt komt naar je toe en vertelt dat zijn vriendin (17) 2 maanden zwanger is en dat hij de vader is. Hij wil het kind per sé niet en zegt de vriendschap te verbreken als zijn vriendin doorzet het kind te laten komen. Zijn vriendin wordt ook begeleid door jou en wil kost wat kost het kind behouden. Haar ouders hebben al toegezegd dat ze er veel voor zullen zorgen. Wat doe je? 12. Gezondheid. Je werkt als jongerenwerker in een buurthuis en jullie hebben een avond besteed aan seksualiteit, o.a. aan de morning-afterpil. Een week later komt een meisje van 13 jaar die aan het programma heeft deelgenomen, naar je toe en vraagt je een morning-afterpil te regelen omdat ze vreest zwanger te worden. Ze heeft ruzie met haar ouders en die zullen onsteken in woede als ze dit aan hen vertelt. Ze zullen nooit meewerken aan een morning after pil. Ze durft zelf niet naar de huisarts te gaan. Ze weet ook geen andere wegen en durft ook geen contact te leggen. Wat doe je? 13.Financiën Een tienermoeder is 16 jaar en haar kindje is over een week jarig. Ze heeft geen contact meer met haar ouders Ze zit in de schuldhulpverlening en heeft nauwelijks geld om te leven. Ze zit bij jou in de tienermoedergroep. Ze wil voor de verjaardag van het kindje ‘nieuwe’ tweede hands kleertjes kopen en een heel klein feestje vieren met een paar vriendinnen. Ze vraagt jou of je haar 100 euro kan lenen. Wat doe je. 14. Justitie. Je werkt bij een bedrijf dat buurtsport activiteiten organiseert. Elke week organiseer je op vrijdagavond het sportzaaltje van het buurtcentrum open sportactiviteiten. Het is recreatie sport en alle jongeren van 12 tot 15 kunnen meedoen. Er is 1 voorwaarde: in korte broek en na afloop douchen. Al een tijdje wil 1 jongen niet in de korte broek en helemaal niet douchen. Toen je hem aanmaande dit wel te doen, deed hij het. Je zag toen blauwe plekken op zijn lichaam. Wat doe je. 15. Tijdsbesteding. Je bent straathoekwerker en je hebt contact gelegd met een hanggroep. Het eerste contact is goed verlopen. Je hebt de groep leren kennen en de groep gaf te kennen wel iets te willen ondernemen. Na een week kwam je weer terug. Je zag dat de groep aan het blowen was en ze waren in een opperbeste stemming. Ze boden ook jou een blow aan. Wat doe je? 16. Tijdsbesteding. Je ging met een groep jongeren zwemmen in het zwembad. Tijdens het zwemmen kregen 2 jongeren woorden met 2 andere jongeren. Dit leidde tot een duw en
trekpartij. Er werd niet geslagen. De jongeren van de andere groep voelden zich heel erg bedreigd en hebben aangifte gedaan bij de politie. De politie wist dat jouw jongeren erbij betrokken waren en oefenden druk op jou en je werkgever uit om de namen van de jongeren die bij het handgemeen betrokken waren te noemen. Wat doe je? 17. Tijdsbesteding. Je bent in de functie van jongerenwerkster een weekend met een groep meisjes van 15 jaar een weekend naar Landal Parks in Zeeland. Het is prachtig weer. Jullie gaan een middagje naar het strand. De meisjes dagen de jongens aan het strand ‘heftig’ uit met schaarse kleding. De jongens maken afspraken met de meisjes om ’s avonds naar de huisjes te komen. Dat stond echter niet in het programma. Om 10 uur in de avond meldden de eerste jongen s zich. Wat doe je. 18. Arbeid. Je bent jongerenwerker bij randgroepjongerencentrum. Van je doelgroep zijn er regelmatig jongeren gedetineerd. Je gaat hen altijd opzoeken want je bent zeer op hen betrokken. Je belt hen ook af en toe op. Op een dag vraagt een jongen die pas vast zit en die zwaar moet afkicken van het blowen over de telefoon aan jou of je een aantal grammetjes Hollandse wiet mee wilt brengen. Dat gebeurt in deze gevangenis heel veel en de kans dat het ontdekt wordt is zeer klein. Hij krijgt nauwelijks bezoek, zijn familie heeft zich van hem afgekeerd en zijn vrienden komen niet of zitten zelf ook vast. Toen je 2 dagen geleden bij hem op bezoek was zag je hem vreselijk lijden en hij trilde aan alle kanten. Wat doe je? 19. Justitie. Je werkt als jongerenwerker bij het project: En Nu Iets Positiefs.Een groep jongeren heeft oude ziekenhuisbedden opgeknapt en brengt deze ziekenhuisbedden naar een ziekenhuis in Marokko. Tijdens dit bezoek ontdek je dat 1 van de jongeren 500 gram XTC tabletten bij zich heeft. Er was afgesproken dat niemand drugs bij zich zou hebben of gebruiken. De jongere wil de tabletten niet weggooien en de volgende dag afleveren bij een relatie waar hij vanuit Nederland contact mee heeft gehad. Wat doe je?
20. Tijdsbesteding. De gemeente wil niet meer inlopen subsidiëren. Ze vinden de inlopen te passief. Jongeren kunnen vrijblijvend komen en gaan. Ze mogen meedoen met het activiteiten aanbod dat jullie al jaren hebben en dat goed loopt. Er komen veel jongeren op af. De gemeente wil dat jullie jongerenparticipatie centraal stellen. Dat wil zeggen de jongeren invloed geven op de programmering en een zware taak geven in de uitvoering. De jongeren geven aan hier geen behoefte aan te hebben, ze willen gewoon chillen en leuke dingen doen als het hun uitkomt. Ze zijn tevreden met hoe het gaat. Wat doe je? 21. Arbeid.
Je was 3 jaar deelnemer van een jongerencentrum. Je was altijd wel een beetje een leider en had leiderschapskwaliteiten. Dat hadden de professionele krachten ook gezien. Er kwam een vacature. Aan jou werd gevraagd om te gaan solliciteren. Je krijgt de baan. Hoe ga je met je nieuwe positie en je nieuwe verantwoordelijkheden om naar de andere bezoekers waar je een week geleden nog deel van uit maakte? 22. Sociale omgeving. Je bent 25 jaar en hebt de opleiding sociaal juridische dienstverlening afgesloten. Je etnische afkomst is Marokkaans. Nu werk je als jongerenwerkster bij een bedrijf dat zich richt op het bijstaan van jongeren als ze juridische problemen hebben. Je doet dat heel erg goed. Dat blijft wordt ook opgemerkt door de ouders van de jongeren die je buren of bijna je buren zijn. Daarnaast krijgt ook je familie heel veel vertrouwen in je kwaliteiten. Ze kloppen ook bij jou in de avond en in het weekend aan om hulp. Ze zeggen dat ze door andere instanties slecht worden geholpen en op kantoor mag je alleen jongeren ontvangen. Ze doen een dringend en moreel beroep op je om te helpen. Wat doe je. 23. Tijdsbesteding. Je bent straathoekwerker en je hebt contact gelegd met een groep Antilliaanse jongeren. Je hebt in de afgelopen 4 weken een relatie met de groep opgebouwd. Dit heeft er toe geleid dat de jongeren de behoefte uitspreken dat ze graag ruimte willen hebben in een jongerencentrum om daar activiteiten te ontplooien. Het enige jongerencentrum dat daarvoor in aanmerking komt, heeft kortgeleden besloten alleen nog activiteiten te organiseren die voor iedereen toegankelijk zijn. Het woord allochtoon mag niet meer worden gebruikt. De groep wordt geweigerd. Wat doe je 24. Tijdsbesteding. De stichting waarvoor jij werkt heeft een bus gekocht om in buurten jongeren te benaderen. De bedoeling is om naar de jongeren toe te komen, hun een warme plek aan te bieden en de overlast op straat te verminderen. De jongeren kunnen in de bus gamen, video kijken en gewoon chillen met een bak koffie of fris. Het project loopt nu 3 maanden en is succesvol. Er komen veel jongeren in de bus, maar het blijkt dat het wel steeds dezelfde groep is. Deze groep zorgt ervoor dat geen andere jongeren de bus in komen. Jij werkt samen met een collega op deze bus. Jullie zijn er net achter dat achter jullie om de uitsluiting van andere jongeren wordt georganiseerd. Wat doen jullie? 25. Sociale omgeving. Je bent jongerenopbouwwerker. Je brengt jongeren en de buurtbewoners met elkaar in contact. Zo kennen ze elkaar en goede verhoudingen verhogen het veiligheidsgevoel in de buurt. Veel jongeren houden zich ’s avonds op in de winkelstraat. Je hebt een avond belegd tussen de jongeren en de winkeliers uit de buurt. Na veel passen en meten is deze avond uiteindelijk tot stand gekomen. De winkeliers wilden niet omdat ze er niets van verwachten en de jongeren liever kwijt dan rijk zijn. De jongeren wilden niet omdat ze van mening zijn dat ze zich overal in de publieke ruimte mogen bewegen. De winkeliers hebben daar niets over te zeggen.Ze veroorzaken wel wat overlast, maar dat blijft in hun en jouw ogen beperkt.
Toch heb je het voor elkaar gekregen dat de bijeenkomst plaatsvindt. Het doel is elkaar te leren kennen en elkaars belangen te leren kennen. Mogelijk komen er goede ideeën waar ieder zijn voor deel mee kan doen. Jij hebt er wel een paar in je hoofd. De avond is nog maar net begonnen. Een groep winkeliers staat op en zegt dat ze genoeg heeft van de overlast die de jongeren veroorzaken. Klanten blijven uit hun winkels weg en dat pikken ze niet meer. De jongeren kunnen erop rekenen dat het voor de laatste keer is geweest, goedschiks of kwaadschiks. Wat doe je? 26. Tijdsbesteding. Je bent jongerenwerker en je hebt samen met de jongeren een ‘skate event’ georganiseerd. Er waren 10 jongeren in de leeftijd van 15 tot 20 jaar bij de organisatie betrokken. Ze hebben in de samenwerking goed samengewerkt. Jij hebt je opgesteld als coach en de groep heeft de hele organisatie in handen. Alle vergunningen zijn aangevraagd en alle regels zijn goed doorgesproken. Eén van de regels is dat er geen alcohol en drugs gebruikt mogen worden. Dat is te gevaarlijk. Je weet dat er gebruikt zal worden en je verwacht dat de jongeren uiteindelijk de deelnemers niet durven aanspreken. Wat ga je doen? 27. Sociale omgeving. In het jongerencentrum waar je werkt komen veel jongeren met veel risicogedrag.Ze gebruiken veel alcohol, rijden in auto’s en op motoren met veel te veel alcohol op. Ze zijn meerdere keren bij geweld betrokken. Dit leidt meerdere keren tot geweld. In het jongerencentrum zijn ze goed te hanteren en ze houden zich aan de regels. Een grote groep van jouw deelnemers moet hier niets van hun gedrag buiten het centrum hebben en laten dat ook aan jou merken. Dan gaat het een keer verkeerd en één van de ‘risicojongeren’ overlijdt tijdens geweld in het weekend. Hij wordt neergestoken. Jij wilt in het jongerencentrum een herdenkingsbijeenkomst organiseren. De ‘andere’ groep is hier op tegen. Eigen schuld, dikke bult. We hebben het altijd al gezegd dat dit zou gaan gebeuren. Wat doe je? 28. Scholing. Je werkt in een buurtcentrum en jullie doen aan lokale trajectbegeleiding. Jullie leiden jongere naar werk en school. Jullie werken met Regionaal Opleidings Centrum samen. Jullie voelen je ook verantwoordelijk voor de jongeren als ze door jullie op school ‘geplaatst’ zijn. Eén jongere is door jullie op een jongerenwerk opleiding geplaatst en zij loopt bij jullie stage. Ze is 15 jaar en heeft een zeer slechte schoolcarrière achter de rug. Vier dagen stage en 1 dag naar school, dat is het uiterste wat er in zin. De opleiding duurt nu een half jaar en het is vallen en opstaan. Ze gaat 2 van de 5 weken naar school, net genoeg om nog studiefinanciering te krijgen. Op de stage komt ze wel regelmatig en je ziet hier wel vooruitgang. Ze wordt communicatiever en neemt af en toe initiatieven. Je vindt het je plicht en de moeite waard om voor haar te blijven gaan. De school heeft al 2 keer laten weten dat ze niet met een student kunnen werken die af en toe langs komt. Bovendien kunnen ze niet diplomeren als er geen toetsen gemaakt worden. Er zijn meerdere gesprekken met de school, de student en jou geweest. Gisteren nog en de student beloofde
vandaag naar school te gaan. De telefoon gaat en de coach van de student zegt dat de student niet is op komen dagen en dat ze de haar van de school zullen gaan verwijderen. Wat doe je? 29. Geestelijke gezondheid. Je bent overtuigd christen. Vanuit je christelijk geloof zet je je actief in voor jongeren en voor de samenleving. Je gelooft ook in deze samenleving. Je wilt jongeren ook actief maken en leren voor zichzelf op te komen en zorg te dragen voor het eigen lichaam en voor een goede mentale en psychische gezondheid. De jongeren met wie je werkt staan anders in het leven. Ze nemen veel risico’s op allerlei terreinen: sexualiteit, justitie, middelengebruik. Je hoort zoveel verhalen dat je het mentaal nauwelijks kan verwerken. En toch wil je voor hen blijven gaan. Wat doe je? 30. Tijdsbesteding. In jouw meidengroep zitten 2 lesbische meisjes. Jij weet dat en zij weten ook dat jij het weet. De meisjes houden het geheim want ze vinden het groepsklimaat niet veilig genoeg. Buiten de groep ontmoeten ze elkaar in het geheim want ook in hun familie wordt homosexualiteit niet geaccepteerd. Jij bent de mening toegedaan dat liefde liefde is en dat de sexe er niet toe doet. Liefde moet zich vrij kunnen ontplooien. Intolerantie in groepen vind je helemaal niet kunnen. Wat ga je doen?