Beleidsnota
Leningen en garantiestellingen voor buitensportverenigingen
Gemeente Zaltbommel, 24 oktober 2011
HOOFDSTUK I.
INLEIDING
In het coalitieakkoord 2010-2014 is afgesproken dat de nadruk meer op eigen keuzen en verantwoordelijkheid van de sportverenigingen zelf komt te liggen. In dit kader wordt per 1 januari 2012 de bestaande 30/70-regeling beëindigd. De gemeente neemt echter wel de verantwoordelijkheid om in de nieuwe situatie per 1 januari 2012 de continuïteit van buitensportverenigingen te borgen. Daarom wordt buitensportverenigingen de mogelijkheid geboden om bij de gemeente een lening af te sluiten danwel een garantiestelling te verkrijgen voor een externe lening. In deze beleidsnota worden de voorwaarden, spelregels en procedure die van toepassing zijn op het verkrijgen van een gemeentelijke geldlening en garantiestelling beschreven.
1
HOOFDSTUK II.
2.1
VOORWAARDEN EN SPELREGELS
Bestemming/doel
Lening/garantiestelling wordt uitsluitend verstrekt voor uitvoering van meerjarenonderhoud werkzaamheden en renovaties van de velden/banen, de inrichting (tegelpaden, hekwerken, doelen, ballenvangers, afrastering, etc.) en kleedkamers, die zijn opgenomen in het Grontmijrapport van juli 2011 met kenmerk GM-0021484, revisie MD 23-8-2011. Niet voor kantines/clubgebouwen, dit is 100% de verantwoordelijkheid van verenigingen. Voor zaken die zowel voor kantine/clubgebouw als voor kleedkamers is, zoals technische installaties (bv verwarmingsketel) geldt toedeling op basis van oppervlakte (m2). Bijvoorbeeld: 400m2 oppervlakte kleedkamers en 100m2 oppervlakte kantine. Dan komen de kosten voor de verwarmingsketel voor 80% in aanmerking voor de lening/garantiestelling (100m2/500m2).
2.2 Hoogte van bedrag Het bedrag kent een maximum dat gelijk is aan 50% van de bedragen die zijn opgenomen in het Grontmijrapport van juli 2011 met kenmerk GM-0021484, revisie MD 23-8-2011 (hierna te noemen Grontmijrapport). De in dit rapport opgenomen bedragen zijn exclusief BTW. De gemeente hanteert deze bedragen exclusief BTW om het maximumbedrag van een lening/garantiestelling vast te stellen. De inbreng van de vereniging kent daarmee altijd een minimum van 50% van de totale kosten, eventueel vermeerderd met de BTW.
2.3
Geen lening/garantiestelling voor subsidiebedragen
Op basis van het Collegebesluit van 18-10-2011 heeft eenmalige uitkering plaatsgevonden aan sportverenigingen ter beëindiging van de oude 30/70-regeling. Voor de onderdelen op basis waarvan deze eenmalige uitkeringen tot stand zijn gekomen wordt geen lening/garantiestelling verstrekt. Wel kan aanvulling tot 50% plaatsvinden. Bijvoorbeeld: in het Grontmijrapport staat bijvoorbeeld een veldrenovatie voor € 100.000 in 2013. Hiervan is 20% als subsidie verstrekt bij de eenmalige uitkering bij het beëindigen van de 30/70regeling: € 20.000,-. Hiervoor kan dan nog 30% (€ 30.000,-) geleend worden of voor garantiestelling worden afgegeven.
2
2.4 Het is of een lening of een garantiestelling Voor de in het Grontmijrapport genoemde zaken kan of een lening of een garantiestelling worden verkregen. Voor hetzelfde onderdeel kan dus niet én een lening én een garantiestelling worden verkregen.
2.5
Frequentie
Per vereniging wordt maximaal eens per 3 jaar een lening of een garantiestelling afgegeven. Dit vereist een meerjaren planning/visie van de verenigingen en voorkomt dat per vereniging in korte tijd meerdere aanvragen worden doorlopen.
2.6
Periode
Een lening/garantiestelling wordt verstrekt voor werkzaamheden die in het Grontmijrapport een periode bestrijken van maximaal 3 voorafgaande jaren, het jaar waarin de aanvraag gedaan wordt en 3 komende jaren (totaal 7 jaar). Voorbeeld: vereniging vraagt in 2016 lening een aan. Dan kan dit maximaal gaan over de jaren 2013, 2014 en 2015 (3 voorgaande jaren), 2016 (jaar van de aanvraag) en 2017, 2018 en 2019 (3 komende jaren).
2.7
Drempelbedrag
Leningen en garantiestellingen kennen minimaal bedrag van 10.000 euro
2.8
Looptijd
Looptijd van de lening/garantiestelling is maximaal 20 jaar.
2.9 Annuïteit De gemeente verstrekt een annuïteitenlening: gedurende de looptijd een jaarlijks gelijkblijvend bedrag bestaande uit rente en aflossing.
2.10 Aflossingsverplichting Betaling/aflossing vindt jaarlijks plaats door middel van een factuur die voor 1 december van het lopende jaar wordt verstrekt aan verenigingen. Betaling dient te geschieden voor 31 december van het lopende jaar.
3
2.11 Rentepercentage De gemeente hanteert voor leningen een rentepercentage dat de gemiddelde rekenrente van de afgelopen 10 jaar betreft. Dit is de rekenrente die jaarlijks in de begroting wordt opgenomen. Voor 2012 bedraagt de rente 4,00%.
2.12
Administratieve toeslag
Voor het afsluiten van een lening danwel het afgeven van een garantie brengt de gemeente een administratieve toeslag in rekening ter grootte van € 175,- (prijspeil 2011). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
2.13
Toepassen vermogenstoets
Het eigen vermogen van een vereniging mag op het moment dat een lening/garantiestelling wordt aangevraagd niet groter zijn dan 2,5 keer de leningsom/bedrag garantiestelling. Hiermee wordt voorkomen dat een vereniging meer leent, terwijl men dit zelf kan financieren. Daarnaast vindt een solvabiliteitstoets plaats om te bepalen in hoeverre de vereniging zijn financiële verplichtingen aan verschaffers van vreemd vermogen kan voldoen. Het Eigen vermogen dient minimaal 25% van het Totaal vermogen te zijn (gerekend inclusief de te verstrekken lening/garantiestelling). Is het aandeel Eigen Vermogen kleiner dan 25% dan is de vereniging onvoldoende solvabel en verstrekt de gemeente geen lening/garantiestelling.
4
HOOFDSTUK III.
PROCEDURE
3.1 Procedure Er wordt een standaard aanvraagformulier opgesteld. De vereniging vult dit in en voegt de benodigde bijlagen toe (o.a. de jaarrekeningen van de afgelopen 3 jaar en de begroting van het lopende/komende jaar). Het Cluster Financiën voert de vermogenstoets uit op basis van de jaarrekeningen en stelt de gestandaardiseerde overeenkomst tot lening / garantiestelling op. De afdeling S&O (ontwikkelaar Sport) toetst de aanvraag inhoudelijk aan de hand van het Grontmij-rapport en stelt het B&W-advies op. Uitsluitend na besluitvorming door het College van Burgemeester en Wethouder kan verstrekking van lening danwel garantiestelling plaatsvinden.
3.2
Verantwoording
De vereniging legt verantwoording af over besteding van geleende middelen door middel van facturen of door middel van schouw/inspectie door de afdeling S&O (ontwikkelaar Sport) in geval van zelfwerkzaamheid.
3.3
Monitoring
De gemeente laat 3-jaarlijks een herinspectie uitvoeren (actualisatie van het Grontmijrapport). Voor het eerst in het najaar van 2014, zodat deze nieuwe rapportage per 1-1-2015 van toepassing is. Hieruit moet blijken dat werkzaamheden waarvoor lening/garantiestelling is ontvangen ook daadwerkelijk verricht zijn. Zo niet, dan is de lening/garantiestelling direct opeisbaar/terugvorderbaar met boetebeding.
3.4
Besluitvorming
De uiteindelijke verstrekking van een geldlening/garantiestelling is voorbehouden aan het College van Burgemeester en Wethouders en/of de gemeenteraad. Het college en de raad zijn te allen tijde bevoegd om, om hen moverende redenen, af te wijken van het voorliggende beleid of aanvullende voorwaarden te stellen.
5