Beleggingsbeginselen van Stichting Voorzieningsfonds Getronics
10 oktober 2014
Verklaring Beleggingsbeginselen Introductie Deze Verklaring geeft beknopt de uitgangspunten weer van het beleggingsbeleid van Stichting Voorzieningsfonds Getronics (hierna: de stichting). Deze uitgangspunten zijn door het bestuur vastgesteld. Deze Verklaring is door het bestuur vastgesteld in oktober 2014. De Verklaring wordt minimaal eens in de drie jaar herzien. Indien tussentijds belangrijke wijzigingen optreden in het beleggingsbeleid wordt de Verklaring tussentijds herzien. 1. Doelstelling van het beleggingsbeleid De stichting voert de pensioenregeling uit voor de (ex-)werknemers van KPN Corporate Market B.V. en Call2 B.V. en de met haar gelieerde Nederlandse ondernemingen. Het bestuur is de beheerder van de stichting. De kerndoelstelling van het pensioenfonds is instandhouding: hoofdsombehoud inclusief garantie voor actieve en gewezen deelnemers aan de SVG-regeling, alsmede instandhouding van nominale aanspraken voor ingegane pensioenen en bevroren defined benefit aanspraken. Binnen de stichting worden de gelden belegd in een portefeuille waarvan het beleggingsbeleid wordt bepaald door het bestuur, tenzij de deelnemer er voor heeft gekozen de verantwoordelijkheid voor de belegging van zijn saldo op de pensioenbeleggingsrekening over te nemen en te beleggen in één van de geselecteerde beleggingsmixen. Deze Verklaring heeft betrekking op die beleggingen waarvan het bestuur van de stichting verantwoordelijk is voor het gevoerde beleggingsbeleid. 2. Organisatie en risicobeheerprocedures 2.1 Taken en verantwoordelijkheden Het bestuur heeft de vormgeving van het beleggingsbeleid uitbesteed aan de beleggingscommissie. De beleggingscommissie is samengesteld uit het bestuur en externe deskundigen. Taken van de beleggingscommissie zijn het vaststellen van het (strategisch) beleggingsplan en het monitoren van de activiteiten van de vermogensbeheerders. Het vermogensbeheer is uitbesteed aan vermogensbeheerder TKP Investments (TKPI), 100% dochter van Aegon Asset Management. Het bestuur van de stichting heeft TKPI een mandaat gegeven om binnen de in het beleggingsplan vastgestelde doelstellingen en restricties het tactische en operationele beleggingsbeleid uit te voeren. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor het beleggingsproces. 2.2 Uitbesteding De selectie van derden, zoals vermogensbeheerders, vindt plaats aan de hand van enerzijds de eisen die ter zake door De Nederlandsche Bank (DNB) worden gesteld en anderzijds door het bestuur van de stichting gehanteerde criteria die samenhangen met beschikbare deskundigheid, schaalvoordelen en flexibiliteit. De selectie van derden en de beoordeling van hun prestaties vindt plaats op basis van objectieve criteria. Het bestuur zal hiervoor zo nodig externe expertise inhuren. Uitbesteding van vermogensbeheer vindt plaats op basis van een service level agreement (SLA). Deze overeenkomst voldoet ten minste aan de door DNB daaraan te stellen eisen.
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
1
Gedurende de periode van uitbesteding draagt de stichting zorg voor de instandhouding en naleving van afdoende controlemechanismen om de uitbestedingsrisico’s te beheersen. 2.3 Rapportage Periodiek ontvangt de beleggingscommissie en het bestuur van de stichting van de fiduciaire manager een integrale beleggingsrapportage over de gehele beleggingsportefeuille waarvan het bestuur de verantwoordelijkheid draagt voor het beleggingsbeleid. Voorts bespreekt de beleggingscommissie tijdens de bestuursvergadering het gevoerde en te voeren beleggingsbeleid met het bestuur. 2.4 Deskundigheid De stichting zorgt ervoor dat zij in alle fasen van het beleggingsproces beschikt over de juiste deskundigheid die vereist is voor: een optimaal beleggingsresultaat; een correct beheer van de beleggingen; een goede beheersing van de aan de beleggingen verbonden risico’s. 2.5 Scheiding van belangen De stichting zorgt ervoor dat bij de personen die belast zijn met (de uitvoering van) het beleggingsbeleid geen sprake is van belangenverstrengeling of tegenstrijdige belangen. De personen die belast zijn met (de uitvoering van) het beleggingsbeleid zijn gebonden aan de door de stichting opgestelde gedragscode. Deze gedragscode voldoet aan de eisen die DNB en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) hieraan stellen. Een interne compliance officer ziet toe op naleving van de gedragscode. 3. Uitvoering 3.1 Strategische beleggingsmix In het kader van een integrale benadering van de beleggingen en de verplichtingen wordt de invulling van het beleggingsbeleid gebaseerd op Asset Liability Management (ALM) waarbij ontwikkelingen in de beleggingen en verplichtingen in hun onderlinge samenhang worden beoordeeld. De ALM-studie is maatgevend voor de verdeling over de beleggingscategorieën, waarbij er wordt gestreefd naar een optimale beleggingsportefeuille in combinatie met een consistent premie- en toeslagbeleid. De ALM-studie wordt in beginsel jaarlijks, doch zoveel vaker als het bestuur van de stichting dat wenselijk acht dan wel wordt verlangd door DNB, uitgevoerd. 3.2 Strategisch beleggingsplan / (jaarlijks) beleggingsplan Als uitgangspunt van het strategische beleggingsplan geldt de samenhang tussen de bezittingen en de verplichtingen van de stichting. Het bevat de belangrijkste beleggingskeuzes die gemaakt moeten worden. In het beleggingsplan wordt uiteengezet op welke wijze (jaarlijks) invulling wordt gegeven aan het strategische beleggingsplan.
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
2
De volgende tabel geeft het strategisch beleggingsbeleid van de DC en CDC portefeuille weer geldt. Normportefeuille
Vastrentende waarden
Gewicht (%) CDC
Gewicht (%) DB
59,5
59,5
Staatsobligaties AAA excl. Frankrijk*
Benchmark
16,5
16,5
2,5
2,5
9,0
9,0
Bofa Merrill Lynch EMU Corporate Index
9,0
9,0
50% Barclays Capital EUR Corporate ex Financial 500M Single A or better Index and 50% Barclays Capital US Corporate ex Financial 500M Single A or better 100% Hedged into EUR (single A means rated A- or better)
Staatsobligaties opkomende markten
6,8
6,8
JP Morgan EMBI Global Diversified Index
High Yield
5,2
5,2
Bofa Merrill Lynch Global High Yield Constrained Index
Hypotheken
10,5
10,5
BofA Merrill LynchYear Netherlands Government Index total return
Door TKPI berekende World Index USD, JPY en GBP afgedekt naar euro, gebaseerd op MSCI World Total Net Return Index
Staatsobligaties, inflatiegerelateerd Duitsland
Bedrijfsobligaties, EMU Bedrijfsobligaties, wereld, ex. financials
Aandelen
36,5
Customized benchmark 80% Duitse inflatiegerelateerde lening aflopend in 2020 en 20% Duitse inflatiegerelateerde obligatie aflopend in 2023. ( jaarlijkse aanpassing met nieuw uitgegeven obligaties door de Duitse overheid)
36,5
Wereld
69%
25,2
25,2
Europa
13%
4,8
4,8
Door TKPI berekende Europe Index GBP afgedekt naar euro, gebaseerd op MSCI Europe Total Net Return Index.
Opkomende markten
18%
6,5
6,5
MSCI Emerging Markets Total Net Return
Onroerend goed**
4,0
Europees niet beursgenoteerd OG
4,0 4
4
Swaps
N.v.t.
0
Totaal
100
100
Geen benchmark N.v.t.
* De gemiddelde looptijd en daarmee duratie van de beleggingen in staatsobligaties is voor de DB beleggingen hoger dan voor de beleggingen uit hoofde van de individuele beleggingsrekeningen. ** Voorlopig geen uitbreiding Onroerend goed, bij herbalanceren vrijgekomen ruimte/gewicht herverdelen over overige categorieën conform strategische gewichten.
Om een aanvaardbaar rendement/risicoprofiel te behouden zijn triggers afgesproken. Bij het raken of overschrijden van de in de tabel opgenomen triggers, zal de
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
3
Beleggingscommissie de strategische portefeuille en een mogelijke bijsturingen bespreken. Renterisico Definitie Het pensioenfonds loopt een risico over de rentegevoeligheid van de netto contante waarde van de nominale voorziening voor de defined benefit verplichtingen, de nominale voorziening voor de garantieregeling en de nominale voorziening voor de tariefsgarantie. Een deel van dit renterisico wordt afgedekt door middel van beleggingen in vastrentende waarden en renteswaps. Keuze rentetermijnstructuur Voor het beleid van het renterisico van de verplichtingen heeft het pensioenfonds gekozen om dit op basis van de marktrente te doen in plaats van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Derhalve wordt geen rekening gehouden met de driemaands middeling en UFR. Specifiek is gekozen voor een rentetermijnstructuur op basis van 6-maands Euribor Euro swaprentes. Hiermee komt de waardering van de verplichtingen overeen met de waardering van de beleggingen. Strategische normering en begrenzing Het renterisico van de defined benefit verplichtingen wordt strategisch voor 60% afgedekt waarbij de verplichtingen zijn gebaseerd op marktwaarde. Er geldt een toegestane bandbreedte van 55-65%. Op basis van vooraf gedefinieerde rentestanden zal een discussie starten over de strategische mate van renteafdekking. Begrenzing curverisico Het bestuur heeft ervoor gekozen om het renterisico van de defined benefit verplichtingen af te dekken met renteswaps met een initiële looptijd tot en met 30 jaar. Valutarisico Strategisch wordt binnen de portefeuille 100% van het valutarisico van het benchmarkgewicht op de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Japanse yen van de benchmark afgedekt. Hierdoor resteert er nog een beperkt valutarisico. Life Cycle beleggingen Het totale resultaat wordt maandelijks bepaald op basis van de koersontwikkelingen van vastrentende waarden en aandelen beleggingen. De vastrentende waarden worden belegd in Euro-obligaties, Inflatie gerelateerde obligaties van Duitsland en Europese bedrijfsobligaties. De aandelenbeleggingen vinden plaats in Europa, Opkomende markten en via een wereldwijd mandaat. Daarnaast vinden geldmarkt beleggingen plaats via het TKPI Savings Fund. Om het valutarisico binnen de aandelenbeleggingen te beperken wordt de benchmarkwaarde van de Amerikaanse dollar, Britse ponden en Japanse Yen afgedekt naar de Euro. De Life Cycles beleggingen bestaan uit 10 cohorten. Overzicht Life Cycle, 10 cohorten Jaren tot pensioen
> 27
27-20
19-15
14-13
12-11
10-9
8-7
6-5
4-3
2-0
Defensief
9
8
7
6
5
4
3
2
1
1
Neutraal
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
Offensief
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
4
De beleggingsmix heeft de volgende samenstelling: Samenstelling Life Cycles, op basis van 10 leeftijdscohorten Mix
Aandelen
Staats Obl.
Infl. Linked
Bedrijfs obl.
Geldmarkt
12
95%
2%
1%
2%
0%
11
90%
4%
2%
4%
0%
10
85%
6%
3%
6%
0%
9
75%
10%
5%
10%
0%
8
65%
14%
7%
14%
0%
7
55%
18%
9%
18%
0%
6
45%
22%
11%
22%
0%
5
35%
26%
13%
26%
0%
4
25%
30%
15%
30%
0%
3
15%
20%
10%
20%
35%
2
10%
10%
5%
10%
65%
1
5%
0%
0%
0%
95%
De volgende tabel geeft voor elke beleggingscategorieën in de Life Cycles een overzicht van het beleggingsbeleid weer. Beleggingsbeleid voor elk van de beleggingscategorieën binnen de Life Cycles Beleggingscategorie Vastrentende waarden
Benchmark beleggingen 40%
20%
Aandelen
Geldmarkt
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
Customized Bofa Merrill Lynch Euro Government Index 80% Duitse inflatiegerelateerde lening aflopend in 2020 en 20% Duitse inflatiegerelateerde obligatie aflopend in 2023.(jaarlijkse aanpassing met nieuw uitgegeven obligaties door de Duitse overheid)
Doelstelling Passief beheer; vaste landenverdeling 37,5% Duitsland, 25,0% Frankrijk, 20,0% Nederland, 10,0% Finland en 7,5% Oostenrijk Passief beheerd
Actief beheer
40%
Bofa Merrill Lynch EMU Corporate Index
72%
Door TKPI berekende World Index USD, JPY and GBP afgedekt naar euro, gebaseerd op MSCI World Total Net Return Index
Passief beheer
10%
Door TKPI berekende Europe Index GBP afgedekt naar euro, gebaseerd op MSCI Europe Total Net Return Index
Passief beheer
18%
MSCI Emerging Markets Total Net Return
Actief beheer
100%
Geen
Passief
5
3.3 Algemene uitgangspunten beleggingsbeginselen Bij de uitvoering van het strategische beleggingsplan staat de prudent-person regel centraal. Op grond van dezelfde Europese Richtlijn die ook ten grondslag ligt aan de Verklaring inzake de beleggingsbeginselen geldt namelijk voor pensioenfondsen als algemeen beginsel dat beleggen dient te geschieden volgens de prudent-person regel. Dit betreft een kwalitatieve norm waarbij, op een enkele uitzondering na, geen beleggingsrestricties of –instructies gelden, maar waarbij pensioenfondsen zelf aan de hand van een aantal algemene principes moeten bepalen hoe zij hun beleggingsbeleid prudent kunnen vormgeven. Deze regel heeft de onderstaande uitgangspunten: - De stichting doet de beleggingen in het belang van de (gewezen) deelnemers en de pensioengerechtigden. - Met betrekking tot belegging van de activa geldt: o de activa worden zodanig belegd dat de kwaliteit, veiligheid, liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel is gewaarborgd o de activa die ter dekking van de technische voorzieningen worden aangehouden, worden zoveel mogelijk op gereglementeerde markten belegd op een wijze die strookt met de aard en duur van de verwachte toekomstige pensioenuitkeringen o de activa worden naar behoren gediversifieerd. - De stichting belegt alleen in derivaten voor zover deze bijdragen tot een vermindering van het beleggingsrisico of een doeltreffend portefeuillebeheer vergemakkelijken. - Beleggingen in de bijdragende onderneming worden beperkt tot ten hoogste 5% van de portefeuille als geheel; ingeval de bijdragende onderneming tot een groep behoort, worden beleggingen in de onderneming die tot dezelfde groep als de bijdragende onderneming behoren, beperkt tot ten hoogste 10% van de portefeuille. 3.4 Toegepaste wegingsmethoden voor beleggingsrisico’s De beleggingen, het beheer van de beleggingen en de beheersing van de aan de beleggingen verbonden risico’s geschieden met inachtneming van wat in het beleggingsplan is vermeld. Voor generieke sturing van de risico’s is de weging naar de beleggingscategorieën in de beleggingsportefeuille van groot belang. Specifieke sturing op marktrisico’s vindt plaats met behulp van onder andere standaarddeviatie en tracking errors. Voor kredietrisico’s wordt gewerkt met creditratings. 3.5 Maatschappelijk verantwoord beleggen De stichting onthoudt zich, of werkt niet mee aan een beleggingstransactie die: verboden is, bijvoorbeeld op grond van het internationale recht; in onmiddellijk verband staat met een schending van mensenrechten en/of de fundamentele vrijheden. Uitsluiting Uitsluiting van bedrijven en landen Het pensioenfonds kiest ervoor om bedrijven die direct betrokken zijn bij de productie van controversiële wapens uit te sluiten om in te beleggen. Dit betreft een aantal ondernemingen dat direct betrokken is bij de productie of het onderhoud van bepaalde controversiële wapens, zoals anti-persoonsmijnen, chemische en biologische wapens, verarmd uranium munitie, nucleaire wapens en clusterbommen. Voor de bepaling van de lijst met uit te sluiten bedrijven wordt gebruikgemaakt van de ‘Controversial Weapons Radar’ van Sustainalytics, een gespecialiseerde externe partij op het gebied van duurzaamheidsinformatie.
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
6
Daarnaast worden landen die betrokken zijn bij het schenden van mensenrechten uitgesloten om in te beleggen. De uit te sluiten beleggingen zijn staatsobligaties en overige leningen uitgegeven door centrale en lagere overheden van deze landen. Het gaat hier om veroordelingen van staten door een gezaghebbende instantie zoals de sancties van de VN Veiligheidsraad en de Common Foreign and Security Policy of the EU (CFSF EU). Eenmaal per jaar vindt een aanpassing van de lijst met uitsluitingen van bedrijven en landen plaats. Screening op duurzaamheid De ondernemingen waarin het pensioenfonds belegt via aandelen en obligaties, worden periodiek gescreend op duurzaamheid. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de research vanSustainalytics. Het streven is dat alle ondernemingen waarin wordt belegd, zich gedragen volgens de Global Compact Principles (GCP) zoals opgesteld door de Verenigde Naties. Met deze principes worden ondernemingen gevraagd binnen hun eigen invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensen- en arbeidsrechten, milieu en anticorruptie na te leven. Wanneer blijkt dat de beleggingsportefeuilles direct beleggen in ondernemingen die handelen in strijd met de UN Global Compact principes, zal er met een selectie van deze bedrijven een dialoog worden gevoerd (engagement). Als dit niet leidt tot gewenste resultaten wordt overwogen niet langer in de betreffende onderneming te beleggen. Stembeleid Het pensioenfonds belegt wereldwijd in beursgenoteerde ondernemingen. Bij een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) kan gebruik gemaakt worden van het stemrecht. Het stembeleid wordt waar mogelijk toegepast op Europese bedrijven. Voor het stemadvies wordt gebruik gemaakt van een gespecialiseerd stemadviesbureau ISS. Het stemadvies wordt door ISS bepaald in overeenstemming met de ‘European Proxy Voting Guidelines Summary’. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op diverse algemene en nationale codes, zoals de Nederlandse Corporate Code. Voor Nederlandse beursgenoteerde bedrijven wordt naast het stemadvies van ISS een analyse door de vermogensbeheerder gemaakt. Dit is in overeenstemming met de Corporate Governance Code die zegt dat van een aandeelhouder wordt verwacht dat hij zich een eigen oordeel vormt over de door een stemadviseur verstrekte adviezen. Ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling wordt niet gestemd op aandelen KPN, PostNL, TNT Express en AEGON. Eumedion Per 1 december 2009 is het pensioenfonds aangesloten bij Eumedion. Eumedion behartigt de belangen van de bij haar aangesloten institutionele beleggers op het gebied van corporate governance en duurzaamheid. Deze stichting bevordert het overleg tussen institutionele beleggers onderling en met beursgenoteerde ondernemingen. Ook voert Eumedion overleg met de Nederlandse overheid, instellingen van de Europese Unie en andere relevante autoriteiten en organisaties, mede met het doel om wet- en regelgeving met betrekking tot corporate governance te beïnvloeden. Governance dialoog Gezamenlijk met andere pensioenfondsen wordt een dialoog gevoerd met Nederlandse beursgenoteerde bedrijven, met name op governance onderwerpen, en in mindere mate op milieu en sociale aspecten. De heer Dr. Paul Frentrop, professor Corporate governance & Capital markets aan de Nyenrode Universiteit, is hierin aangesteld om deelnemers van
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
7
dit initiatief te vertegenwoordigen in engagement gesprekken met een selectie van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. Indien mogelijk zullen deze gesprekken samen met andere actieve deelnemers van Eumedion worden gevoerd. 3.6 Waarderingsmethode De beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde. 3.7 Kernactiviteiten / nevenactiviteiten De stichting voert geen nevenactiviteiten uit, maar blijft bij de kernactiviteit: het uitvoeren van de pensioenovereenkomsten die door de aangesloten ondernemingen zijn gesloten met haar werknemers. 3.8 Kostenbeheersing Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid ziet de stichting er op toe dat de kosten redelijk en proportioneel zijn in relatie tot de omvang en de samenstelling van het belegd vermogen en de doelstelling van het pensioenfonds.
Stichting Voorzieningsfonds Getronics
8