Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie 1. Introductie Doelstelling en basis voor dit document Dit document ("de Verklaring") beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie (hierna te noemen “het fonds”). Deze uitgangspunten worden door het bestuur vastgesteld. Basis voor dit document De Pensioenwet (PW) schrijft voor dat het fonds een Actuariële- en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) vaststelt. In deze nota wordt een omschrijving gegeven van de financiële opzet van het fonds en de wijze waarop het fonds de pensioenregeling uitvoert. De nota bevat tevens een verklaring inzake beleggingsbeginselen. In de verklaring inzake de beleggingsbeginselen komen onder andere het beleggingsbeleid, de uitvoering van het beleggingsbeleid en de risicobeheersprocedure aan de orde. Deze verklaring inzake beleggingbeginselen is een onderdeel van de ABTN. Bijwerken van de verklaring De Verklaring moet om de drie jaar worden herzien. Daarnaast moet het document worden herzien als er tussentijds belangrijke wijzigingen in het beleggingsbeleid optreden.
2. Organisatie Algemeen Doel Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie is opgericht in 1957 met als doel het opbouwen van een goede oudedagsvoorziening voor de werknemers in de bedrijfstak. Daarnaast is er bij overlijden van de deelnemer een partnerpensioen en een wezenpensioen voor de nabestaanden. Ten slotte neemt het fonds, onder bepaalde voorwaarden, de premiebetaling over van de arbeidsongeschikte deelnemer. Het fonds kent een middelloonregeling met een voorwaardelijke indexatie. Voor een uitvoerige beschrijving van de regeling, kunt u terecht op www.baksteenpensioen.nl Het fonds beoogt niet het maken van winst. Het fonds werkt volgens een ABTN waarin de financiële opzet van het fonds en de grondslagen zijn omschreven. Verantwoording Door openheid, betrokkenheid en aandacht voor het uitvoeren van de taken van het fonds wil het fonds zijn positie voortdurend waarmaken en versterken. Dit wordt tot uitdrukking gebracht via de communicatiemiddelen, het verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht. Uitvoering Het bestuur heeft de pensioenadministratie, de beleggingsadministratie, de werkzaamheden inzake actuariële berekeningen en de belegging van het vermogen van het fonds uitbesteed aan derden.
1
Pensioenregeling De pensioenregeling is een zogenaamde middelloonregeling. Een deelnemer heeft recht op pensioen bij ouderdom, overlijden en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Kerncijfers Eind december 2013 bestond het totale bestand van deelnemers van het fonds uit 6.145 deelnemers waarvan 1.511 actieven, 2.050 gewezen deelnemers en 2.584 pensioengerechtigden. Per 31 december 2013 bedroeg het totaal belegd vermogen circa € 200 mln. Taken en verantwoordelijkheden Bestuur en beleggingscommissie Het fonds wordt bestuurd door het bestuur dat bestaat uit acht leden. Vier leden worden benoemd door de werkgeversorganisatie, drie leden door de werknemersorganisaties en een lid wordt voorgedragen door het verantwoordingorgaan die namens de pensioengerechtigden zitting heeft in het bestuur. Het bestuur is, zonder enige uitzondering, eindverantwoordelijk voor alle activiteiten van het fonds, inclusief het beleggingsbeleid. Het bestuur stelt het strategisch beleid vast en houdt toezicht op de uitvoering ervan. De beleggingscommissie adviseert het bestuur over het te voeren beleggingsbeleid en beoordeelt de performance van de vermogensbeheerders. Daarnaast houdt de beleggingscommissie toezicht op de wijze waarop de vermogensbeheerders hun bevoegdheid tot het nemen van de tactische beleggingsbeslissingen uitoefenen. De beleggingscommissie legt periodiek verantwoording af aan het bestuur. De beleggingscommissie bestaat uit acht bestuursleden en de beleggingscommissie wordt ondersteund door een vermogensadviseur. Kostenbeheersing Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid maakt het fonds geen andere kosten dan die redelijk zijn in relatie tot de samenstelling van de beleggingen, de doelstellingen van het pensioenfonds en de prestatie die door dienstverleners wordt geleverd. Scheiding van belangen Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gewaakt voor belangenverstrengeling en/of tegenstrijdig belang. Met het oog daarop is het bestuur gebonden aan een gedragscode. De controle op naleving van de gedragscode is door het fonds uitbesteed aan de pensioenuitvoerder. Jaarlijks wordt getoetst of de gedragcode wordt nageleefd.
3. Beleggingsbeleid Algemeen Doelstelling De doelstelling van het beleggingsbeleid van het fonds is het behalen van een hoog en stabiel langetermijn rendement ten behoeve van de (gewezen) deelnemers in het pensioenfonds. Het bestuur bepaalt welke risico's het fonds bereid is daarbij te aanvaarden en houdt hierbij rekening met de opbouw van het deelnemersbestand, de solvabiliteit en met de wenselijkheid van stabiele premies. Solide wijze Het fonds voert het beleggingsbeleid uit op solide wijze. Dit rust op de volgende pijlers: de activa worden belegd in het belang van de (gewezen) deelnemers; de activa worden zodanig belegd dat de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel wordt gewaarborgd; deskundig en zorgvuldig vermogensbeheer; 2
een goede organisatie met deskundige aansturing, professioneel advies, adequaat toezicht, transparantie en verantwoording. Om aan deze voorwaarden te voldoen zal het risico- en rendementsprofiel van de totale portefeuille moeten aansluiten bij de verplichtingenstructuur van het pensioenfonds, en moeten de beleggingen voldoende zijn gespreid (diversificatie). Vaststellen beleggingsbeleid Het fonds maakt onderscheid tussen het strategisch (meerjaren) beleggingsplan en het jaarlijks beleggingsplan. Het strategisch beleggingsplan neemt als uitgangspunt de ontwikkeling van de bezittingen en de verplichtingen van het fonds. Het bestuur stelt jaarlijks de beheersafspraken vast. Deze afspraken betreffen onder andere: de gewenste vermogenssamenstelling; de rendementsdoelstelling per beleggingscategorie, tot uitdrukking gebracht in één of meer vergelijkingsmaatstaven ('benchmarks'); in hoeverre het fonds bereid is de feitelijke beleggingsportefeuille (tijdelijk) te laten afwijken van de strategisch gewenste portefeuille weergegeven in bandbreedtes ten opzichte van de norm; risicobeleid en risicobeheersing; het valutabeleid. De meest recente Asset Liability Management (ALM)-studie, regelgeving en de algemene uitgangspunten vormen de basis van deze beheersafspraken. Het doel is om via een verfijning van de ALM portefeuille te komen tot een passende risico-rendementsverdeling van de totale beleggingsportefeuille. Het bestuur beoordeelt, na overleg met de externe vermogensadviseur en de Beleggingscommissie, elke beleggingscategorie op grond van risico- en rendementsoverwegingen, en het effect van deze beleggingscategorie op de totale portefeuille in relatie tot de verplichtingenstructuur. Het bestuur heeft ten aanzien van de allocatie naar wereldwijde aandelen gekozen om deze strategie per december 2013 op passieve wijze in te vullen. Hierdoor zullen voor dit onderdeel van de portefeuille de afwijkingen ten opzichte van de norm effectief ingeperkt worden. Risicobeleid Integraal financieel- en risico beleid Het fonds geeft op integrale wijze, met inachtneming van alle sturingsinstrumenten waarover het fonds beschikt, inhoud aan het financiële en risicobeleid van het pensioenfonds. In het kader van de sturing wordt het beleggingsbeleid gebaseerd op de uitkomsten van de ALM-studie, waarbij ontwikkelingen in de beleggingen en verplichtingen in hun onderlinge samenhang worden beschouwd. Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van de zakelijke waarden (voornamelijk aandelen, commodities en vastgoed) verandert door veranderingen in de marktprijzen voor deze waarden. Het structurele marktrisico wordt beheerst binnen het ALM-proces. Daarin wordt een zodanige beleggingsmix vastgesteld dat het marktrisico acceptabel is. De feitelijke beleggingsmix mag binnen vastgestelde bandbreedtes afwijken van de ALM-beleggingsmix. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen verandert door veranderingen in valutakoersen. Het uitgangspunt is dat valutarisico structureel volledig wordt afgedekt bij zowel zakelijke waarden als vastrentende waarden. Met ingang van het beleggingsplan 2014 wordt binnen het Wereldwijde Aandelenfonds het belang in ontwikkelde landen afgedekt. Omwille van efficiëntie 3
worden binnen de opkomende landen alleen valuta’s afgedekt met een weging van tenminste 0,5% in de benchmark. Renterisico Renterisico is het risico dat het saldo van de waarden van de beleggingsportefeuille en pensioenverplichtingen verandert door veranderingen in de marktrente. Het structurele renterisico wordt beheerst binnen het ALM-proces. Integrale beheersing van de balansrisico’s is onderdeel van de nieuwe financiële opzet. Het renterisico wordt structureel voor circa 70% afgedekt. Voor de beheersing van het renterisico wordt gebruik gemaakt van een combinatie van vastrentende waarden en verschillende financiële instrumenten. Daarnaast wordt met ingang van beleggingsplan 2014 de renteafdekking op dynamische wijze nagestreefd. Dit betekent dat de stand van de 30-jaars Euro Swaprente van invloed kan zijn op de hoogte van de renteafdekking. Inflatierisico De effecten van inflatie worden niet afgedekt. Kredietrisico Dit risico hangt samen met de beleggingen in verhandelbare schuldpapieren en op tegenpartijen. Kredietrisico op verhandelbare schuldpapieren wordt beschouwd als prijsrisico. De beheersing van deze vorm van kredietrisico is geïntegreerd in het beleggingsproces, door middel van een richtlijn over de maximale belegging per kredietklasse. Tegenpartijrisico betreft het risico dat tegenpartijen hun verplichtingen aan het fonds niet meer kunnen nakomen, bijvoorbeeld door faillissement. Het tegenpartijrisico wordt beheerst door selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten, al dan niet in combinatie met zekerheidsstellingen. Beleggingsrichtlijnen Aansluitend op de ALM-studie wordt gebruik gemaakt van een portefeuillemodel, waarbij wordt onderzocht of binnen het beschikbare risicobudget het rendement/-/risicoprofiel van de ALM-uitkomst kan worden verbeterd. Hieruit volgt de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën en regio’s. In de beleggingsrichtlijnen wordt vastgelegd binnen welke grenzen de vermogensbeheerder het vermogen dient te beheren. Deze instructies kunnen variëren per categorie, regio en operationele vermogensbeheerder. De beleggingsrichtlijnen gelden als een mandaat. Ze zeggen hoe de vermogensbeheerder het beleggingsbeleid dient uit te voeren. Het fonds evalueert de beleggingsrichtlijnen tenminste jaarlijks. Ieder jaar wordt een Beleggingsplan opgesteld waarin, voorzover nodig, voorstellen worden gedaan voor aanpassing van de richtlijnen. De Beleggingscommissie bereidt het beleggingsplan voor. In het beleggingsplan staat ook hoe het strategisch beleggingsbeleid er het komende jaar uitziet. Daarbij houden zij rekening met gewijzigde marktomstandigheden, marktverwachtingen of veranderingen in de situatie van het fonds.
4. Uitvoering Uitbesteding Beleggingsbeleid De werkzaamheden met betrekking tot het totale vermogensbeheer van het fonds zijn uitbesteed aan twee vermogensbeheerders namelijk F&C Netherlands en Syntrus Achmea Vastgoed. De afspraken over de uitbesteding zijn vastgelegd in een vermogensbeheerovereenkomst met een daarbij behorende Service Level Agreement (SLA). Het bestuur heeft besloten om een aantal taken bij F&C onder te brengen. Dat betekent dat F&C verantwoordelijk is voor de volgende zaken: 4
het consolideren van de rapportages van de verschillende vermogensbeheerders; het maken van een geïntegreerd beleggingsplan; het monitoren van alle deelportefeuilles van de verschillende vermogensbeheerders; het operationeel aansturen van de verschillende vermogensbeheerders.
Rapportage en verantwoording F&C rapporteert aan de beleggingscommissie en het bestuur. F&C maakt per kwartaal een rapport over de totale beleggingen. Hierin is opgenomen de portefeuilleontwikkeling, rendement, analyse van de performance van de portefeuille, risicoanalyse, een terugblik en de vooruitzichten. Maandelijks rapporteert F&C over de portefeuilleontwikkeling en de performance van de portefeuille. Daarnaast informeert F&C periodiek de beleggingscommissie zowel schriftelijk als mondeling. Door de rapportages van de vermogensbeheerder en de vermogensadviseur kunnen het bestuur en de beleggingscommissie voldoende toezicht houden en indien nodig bijsturen. Maatschappelijke verantwoordelijkheid Door te beleggen in aandelen en bedrijfsobligaties krijgt het fonds de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het beleid van ondernemingen. Samen met haar vermogensbeheerder heeft het fonds beleid gemaakt op het gebied van het uitoefenen van stemrecht en maatschappelijk verantwoord beleggen. (Inter)nationale verdragen en gedragscodes zoals de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties (VN Principles), Global Compact van de Verenigde Naties en de “best practice”-bepalingen van Eumedion vormen het uitgangspunt voor deze verantwoorde invulling van het beleggingsbeleid. Dit beleid wordt voor het pensioenfonds uitgevoerd door haar vermogensbeheerder F&C. Het doel van het beleid is om de ondernemingen waarin wordt belegd aan te sporen om te werken aan de verbetering van goed ondernemingsbestuur (corporate governance; hoe een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid moet worden), ethische en milieubewuste bedrijfsvoering en sociaal beleid. Onderdeel van deze aanpak is een actief programma waarbij de dialoog wordt aangegaan met de ondernemingen waarin wordt belegd. Daarnaast wordt op een weloverwogen en transparante manier van het stemrecht gebruik gemaakt. Op voorhand sluit het fonds in beginsel geen afzonderlijke beleggingscategorie, beleggingsinstrument of beleggingstechniek uit. Uitsluiting In lijn met wet- en regelgeving sluit het fonds ondernemingen uit, die rechtstreeks betrokken zijn bij de productie van clustermunitie danwel meer dan 50% eigenaar zijn van een bedrijf die clustermunitie produceert. Ondernemingen die zelf geen betrokkenheid hebben bij clustermunitie, maar waarvan de eigenaar (vanwege aandelenconstructie) wel betrokken is, komen niet op de uitsluitinglijst voor. Stembeleid Het fonds voert wereldwijd haar stemrecht uit. Hierbij wordt gekeken naar de situatie waarin een onderneming opereert en wordt ondernemingen gevraagd hun beleid toe te lichten. Indien afgeweken wordt van de zogenaamde “best practice”, wordt om een gedetailleerde uitleg gevraagd. Daarnaast wordt proactief, aan ondernemingen waarin belegd wordt, gecommuniceerd aan welke standaard zij volgens het fonds zouden moeten voldoen. Dit wordt om de volgende redenen gedaan: Verbeteren van de bestuursstructuur en – samenstelling; Verbeteren van het beloningsbeleid om ervoor te zorgen dat het (uitvoerend) management beloond wordt voor het creëren en waarborgen van aandeelhouderswaarde; Ontwikkelen van interne controles en risicomanagement systemen; 5
Beschermen van rechten van minderheidsaandeelhouders.
Ook als er een tegenstem wordt uitgebracht, wordt aan de onderneming een uitgebreide toelichting gestuurd over de reden van deze tegenstem. Kernactiviteiten De kerntaken van het fonds zijn het verstrekken van pensioenuitkeringen, het beleggen van de pensioengelden en de werkzaamheden die daar rechtstreeks verband mee houden.
1 januari 2014
6