Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering. en het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos
Ondertekening.
Inhoudstabel Inhoudstabel
2
DEEL A - GENERIEKE HOOFD8TUKKEN
4
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen Artikel I Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4
4
Ondertekenende partijen Definities ~ Voorwerp van de overeenkomst Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
.4 .4 5 5
Hoofdstuk 2 - Algemeen beleidskader Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12
7
Juridisch kader Beleidsmatig en financieel kader (functionele bevoegdheid) Missie, visie en kernopdrachten van het agentschap Strategische organisatiedoelstellingen Strategische organisatiedoelstellingen en operationele organisatiedoelstellingen, gericht op de beleidsrealisatie Strategische organisatiedoelstellingen en operationele organisatiedoelstellingen voor de interne werking Beleidsmatig en financieel kader: horizontale bevoegdheid Aanvullende opdrachten voor het agentschap
Hoofdstuk 3 - Engagementen van de regering Artikel 13 Artikel14
34
Personeelsstatuut Algemene principes voor personeelsmanagement, competentie- en ontwikkelingsbeleid Vaststelling van het personeelsbehoefteplan
34 34 34
35
Herkomst van de financiële middelen van het agentschap Financiële betrekkingen tussen het agentschap en de toezichthoudende overheid Algemene bepalingen over het beheer van de financiële middelen
35 35 35
Hoofdstuk 6 - Controle en audit, voortgangscontrole, rapportering en overleg Artikel 21 Artikel 22
36
Controle en audit Opvolging, rapportering en overleg
36 36
Hoofdstnk 7 - Evaluatie Artikel 23
39
Evaluatie
39
Hoofdstnk 8 - Aanpassing van de beheersovereenkomst - opschortende voorwaarden Artikel 24
40
Aanpassing van de beheersovereenkomst - opschortende voorwaarden
.40
Hoofdstuk 9 - Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen Artikel 25
24 27 31
32 32
Hoofdstnk 5 - Financiële betrekkingen tussen het agentschap en de toezichthoudende overheid Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20
14
32
Financiële engagementen Andere engagementen van de regering
Hoofdstuk 4 - Personeel Artikel 15 Artikel16 Artikel 17
7 7 8 9
40
Aanvullende bepalingen
.40 2/58
DEEL B - SPECIFIEK DEEL Artikel 26 Artikel 27
41
Samenwerkingsovereenkomsten Bijzondere bepalingen ten gevolge van specifieke situaties, eigen aan het agentschap
.41 .41
BIJLAGEN Bijlage 1
Bijlage 2
Bijlage 3
42 Overzicht van de beleidsbepalingen, opgenomen in de beleidsnota van de minister~ en de relevante bepalingen of bindende doelstellingen van het Milieubeleidsplan die gelden voor het agentschap
42
Overzicht van de relatie van de doelstellingen van het agentschap enerzijds met de doelstellingen van de beleidsnota, en anderzijds met de bepalingen van het Milieubeleidsplan die relevant zijn voor het agentschap.
47
Kernopdrachten van het agentschap
56
3/58
DEEL A - GENERIEKE HOOFDSTUKKEN
""l
I_H_O_O_"'_l1_'S_tu_k_l_-_A_Ii~'9_e_m--.:e_'I1_e_b_e....!..'P_'il_II_·n..!!!!:.'9_e_'I1 Artikel 1
Ondertekenende partijen
Tussen de Vlaamse Regering, hierna de regering te noemen, die optreedt voor het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefinilieu en Natuur, de mevrouw Hilde CREVITS, enerzijds, en het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos, met zetel te Brussel, vertegenwoordigd door de administrateur-generaal mevrouw Marleen EVENEPOEL, anderzijds, wordt de volgende beheersovereenkomst gesloten.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: ~
~
" Ol
Ol
~
..
Ol
" " " " .. " "
de regering: de Vlaamse Regering; de minister: de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefinilieu en Natuûr; het agentschap: het Agentschap voor Natuur en Bos, in de missie, visie en doelstellingen afgekort als ANB; het departement: het Departement Leefinilieu, Natuur en Energie; het kaderdecreet: het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, gewijzigd bij de decreten van 5 mei 2004 en 15 juli 2005; het raamstatuut: het personeelsstatuut, vastgesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid; het Comptabiliteitsdecreet: het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de begrotingen, de boekhouding, de controle inzake subsidies, en de controle door het Rekenhof; het decreet Natuurbehoud: het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; de Natuurbehoudswet: de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud; het Bosdecreet: het Bosdecreet van 13 juni 1990; het Boswetboek: de wet van 19 december 1854 betreffende de bossen; het Jachtdecreet: het Jachtdecreet van 24 juli 1994; wet op de riviervisserij: de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij; het KB Vogelbescherming: het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van de vogels in het Vlaamse Gewest; het Veldwetboek: de wet van 7 oktober 1886; 4/58
.. " " ..
"
" " ..
de Habitatrichtlijn: de EU-Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna binnen de EU-lidstaten; de Vogelrichtlijn: de EU-Richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand; het decreet Integraal Waterbeleid: het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid; het oprichtingsbesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos; het oprichtingsdecreet OC-ANB: hoofdstuk IX Het Ondersteunend Centrum van het Agentschap voor Natuur en Bos van het decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie; de beheerscommissie OC-ANB: de beheerscommissie, vermeld in artikel 36 van het oprichtingsdecreet OC-ANB; decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid: het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid; het Milieubeleidsplan: het Milieubeleidsplan 2003 - 2007, zoals gewijzigd door het Milieujaarprogramma 2008.
Artikel3
Voorwerp van de overeenkomst
Deze beheersovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig artikel 8 van het kaderdecreet. Deze beheersovereenkomst is een wederzijdse overeenkomst die handelt over de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap uitvoering geeft aan zijn missie en taken zoals die onder meer zijn bepaald in artikel 2 en 3 van het oprichtingsbesluit en over zijn bevoegdheden, zoals bepaald in het decreet Natuurbehoud, de Natuurbehoudswet, het Bosdecreet, het Boswetboek, het Jachtdecreet, de wet op de riviervisserij, het KB Vogelbescherming en het Veldwetboek, het decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid en alle hieruit voortvloeiende regelgeving. Deze beheersovereenkomst is een instrument voor sturing en voortgangscontrole, in het bijzonder gericht op een doelmatige uitvoering of dienstverlening, voortgangscontrole en evaluatie. Deze beheersovereenkomst legt de wederzijdse rechten en verplichtingen vast van enerzijds de regering en anderzijds het agentschap bij alle activiteiten die het agentschap uitvoert ter realisatie van zijn opdrachten van publiek belang.
Artikel4
Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
Deze beheersovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008. Met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt ze gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk negen maanden na de beëdiging van een, nieuwe regering na de algehele vernieuwing van het Vlaams Parlement. Uiterlijk zes weken nadat de beleidsnota van de minister is ingediend bij het Vlaams Parlement, zullen de partijen de onderhandelingen opstarten om een nieuwe beheersovereenkomst te sluiten.
5/58
Als bij het verstrijken van een beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt. Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen een termijn van één jaar na de verlenging vermeld in het vorige lid, of als een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de regering na overleg met het hoofd van het agentschap, voorlopige regels vaststellen voor de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap zijn taken vervult.
6/58
I Hoofdstuk'2 ArtikelS
Algemeen beleidskader
Juridisch kader
Deze overeenkomst is onder meer gebaseerd op het volgende juridische beleidskader:
. . . "
. . . "
het kaderdecreet; het oprichtingsbesluit; het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie; het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de begrotingen, de boekhouding, de controle inzake subsidies, en de controle door het Rekenhof; het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 houdende aanstelling van de houders van de management- en projectleidersfuncties van N-niveau door herplaatsing bij de diensten van de Vlaamse overheid; het raamstatuut; het besluit Budgettaire Verrichtingen: het ministerieel besluit van 31 maart 2006 houdende toekenning van verantwoordelijkheden inzake budgettering, vastlegging, en ordonnancering van dossiers die vallen onder de bevoegdheid van de agentschappen binnen het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie; de delegatiebesluiten die relevant zijn voor het agentschap; het Arbeidsreglement voor het agentschap.
Deze overeenkomst is ook gebaseerd op de volgende beslissingen:
. .
de beslissing van de Vlaamse Regering van 22 juli 2005 betreffende beheersovereenkomsten binnen de Vlaamse overheid: concept, implementatie en model; de beslissing van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de generieke elementen van beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid.
Artikel 6
Beleidsmatig en financieel kader (functionele bevoegdheid)
Het beleid van de regering dat betrekking heeft op de activiteiten van het agentschap is onder meer omschreven in:
" het regeerakkoord 2004 - 2009 Vertrouwen geven, verantwoordelijkheid nemen; Ol
"
. " "
.
" 11 11
"
de regeringsverklaringen van 23 juli 2004 en van 18 mei 2005; de Beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004-2009 van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; de jaarlijkse beleidsbrieven van de minister; het Milieubeleidsplan; de specifieke beleidsplannen over natuur, bos en groen; de meerjarenbegroting 2006 - 2009 en de jaarlijkse, goedgekeurde begrotingsdecreten; het decreet Natuurbehoud; de Natuurbehoudswet; het Bosdecreet; het Boswetboek; het Jachtdecreet; 7/58
.. .. .. .. .. .. .. "
" " ..
de wet op de riviervisserij; het KB V 0 gelbeschenning; de Habitatrichtlijn; de Vogelrichtlijn; het decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid; het decreet Integraal Waterbeleid; de Waterbeleidsnota van de Vlaamse Regering van 8 april 2005; de beslissingen van de Vlaamse Regering over het geactualiseerde Sigmaplan, onder meer VR/2004/1712/DOC1309, VR/200512207/DOC.07 18 bis, Geactualiseerd Sigmaplan voor de Schelde en de Dunne, en VR/2006/2104/DOC.0354, Geactualiseerd Sigmaplan voor het onderdeel Rupel, Zenne, Dijle en Grote en Kleine Nete; het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg; het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 1997 - 2007, afgekort RSV; Programma voor Plattelandsontwikkeling in Vlaanderen - periode 2007 - 2013;
en alle regelgeving en uitvoeringsbesluiten die daaruit voortvloeien. Het beleid van de regering zal verder worden aangevuld en gespecificeerd in de jaarlijkse beleidsbrieven van de minister. In het bijzonder streeft het agentschap de strategische en organisatorische doelstellingen uit de beleidsnota van de minister na en zal het een actieve bijdrage leveren aan de uitvoering van de relevante bindende en andere bepalingen van het Milieubeleidsplan. De relevante doelstellingen uit de beleidsnota en de relevante bepalingen van het Milieubeleidsplan zijn opgenomen in bijlage 1. Het agentschap respecteert de beleidsvisies die zijn opgenomen in alle door de regering vastgelegde en van kracht zijnde beleidsplannen en actieplannen, onder welke benaming ook. Het volgt die beleidsvisies niet enkel voor het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie, maar ook voor alle andere sectoren en concepten van beleidsintegratie, zodra er een raakvlak is met het actiedomein of de kemopdrachten van het agentschap. Alle aanvullingen op en aanpassingen aan het overheidsbeleid kunnen aanleiding geven tot een aanpassing van de bepalingen van de beheersovereenkomst onder de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 25.
Artikel 1 §1.
Missie, visie en kernopdrachten van het agentschap
De missie van het agentschap
Artikel 2 van het oprichtingsbesluit bepaalt de missie van het agentschap als volgt: " Het ANB heeft als missie bij te dragen tot de realisatie van het beleid inzake natuurbehoud en de vrijwaring van het natuurlijk milieu en van het milieubeleid. Het ANB doet dit in het bijzonder door het in stand houden en bevorderen van de biodiversiteit, door het stimuleren van groenvoorziening, door een duurzame inrichting, door het duurzaam beheer en de uitbreiding van het bos-, groen- en natuurareaal, met aandacht voor de sociale, economische, educatieve, wetenschappelijke en milieubeschermende functie waarbij gelijktijdig verschillende functies vervuld worden. ANB beheert hiervoor zelf en in partnerschap terreinen en ondersteunt het beheer door derden." .
8/58
§2. De visie van het agentschap De visie is opgebouwd uit drie delen. De visie verduidelijkt de drie grote thema's uit de missie, namelijk beleid, beheer en partners. Die drie delen van de visie zijn niet los van elkaar te zien. Ze vormen één geheel.
1. ANB streeft naar meer natuur, bos en groen in Vlaanderen Streven naar meer impliceert dat ANB de instandhouding, de bescherming, het herstel en de ontwikkeling van natuur, bos en groen tot doel stelt.
2. ANB streeft naar betere natuur, bos en groen in Vlaanderen Streven naar beter betekent dat ANB gaat voor een duurzaam beheer van natuur, bos, groen en natuurlijk milieu met als doel tegemoet te komen aan de natuurgerichte milieukwaliteit en aan de maatschappelijke noden van de huidige en toekomstige generaties. .
3. ANB plaatst natuur, bos en groen midden in de maatschappij Midden in de maatschappij geeft aan dat ANB werkt aan een wisselwerking met de maatschappij met betrekking tot de thema's natuur, bos en groen. ANB staat met zijn beleid en werking ten dienste van de maatschappij, maar spoort die maatschappij ook actief aan om zich in te zetten voor meer en betere natuur, bos en groen.
§3. De kernopdrachten van het agentschap. De kernopdrachten van het agentschap zijn expliciet opgenomen in artikel 3 van het oprichtingsbesluit. Ze zijn opgenomen als bijlage 3 bij deze beheersovereenkomst. Die kernopdrachten bevatten tevens de implementatie en de uitvoering van de Europese regelgeving en de internationale akkoorden en afspraken.
Artikel 8
Strategische organisatiedoelstellingen
§1. Structurering van de engagementen
De engagementen van het agentschap ten aanzien van zijn opdrachten zijn gestructureerd in strategische organisatiedoelstellingen die bijdragen tot de realisatie van de strategische en operationele beleidsdoelstellingen uit de beleidsnota en de relevante bepalingen of bindende doelstellingen van het milieubeleidsplan. Bijlage I geeft een overzicht van de beleidsbepalingen die zijn opgenomen in de beleidsnota van de minister en de relevante bepalingen of bindende doelstellingen van het Milieubeleidsplan die gelden voor het agentschap. Bijlage 2 geeft een overzicht van de relatie tussen de doelstellingen van het agentschap met enerzijds de doelstellingen van de beleidsnota, en anderzijds de bepalingen van het Milieubeleidsplan die relevant zijn voor het agentschap. Ter realisatie van de strategische organisatiedoelstellingen (SOD) wordt er een aantal operationele organisatiedoelstellingen (OOD) vastgelegd. De strategische organisatiedoelstellingen en de operationele organisatiedoelstellingen worden gevolgd aan de hand van een aantal performantieindicatoren in de vorm van prestatienormen, of een output die bereikt moet worden bij de uitvoering van de activiteiten van het agentschap. In de meeste gevallen wordt er gewerkt met een 9/58
output omdat een zinvolle of relevante en tegelijkertijd meetbare - en dus controleerbareindicator niet geformuleerd kan worden of omdat een relevante indicator voor het resultaat niet altijd een maat is voor de werking van het agentschap. De activiteiten bevatten ook de aanvullende kernopdrachten. Het geheel van engagementen van het agentschap wordt verder aangevuld met organisatiedoelstellingen die betrekking hebben op de eigen organisatorische werking, interne beheersmatige optimalisaties (artikel 10) en de te leveren bijdrage aan het horizontale beleid van de regering (artikel 11). De verbintenissen en kernopdrachten die opgenomen zijn in deze beheersovereenkomst doen geen afbreuk aan de verplichting van het agentschap om de opdrachten en taken waaraan geen specifieke doelstelling werd verbonden, op doeltreffende wijze uit te voeren.
&2. Strategische organisatiedoelstellingen In het kader van de beheersovereenkomst gaat het agentschap het engagement aan om de volgende strategische organisatiedoelstellingen te realiseren.
SOD 1: ANB onderbouwt en bereidt het beleid voor op vlak van meer en betere natuur, bos en groen. Toelichting Het agentschap beschikt over de meeste theoretische en praktische knowhow en terreinkennis op het vlak van: .. natuur, bos, groen, het natuurlijk milieu en de bijbehorende interrelaties, de ecosysteembenadering, evenals de relatie met landschappen; " de inhoud en de toepassing van de regelgeving en de beleidsmatige doelstellingen voor natuur, bos en groen; .. de onderbouwing van het beleid. Daarenboven heeft het agentschap vanuit zijn werking directe relaties en contacten met doelgroepen en actoren inzake natuur, bos en groen. Het agentschap pleegt overleg met die doelgroepen en actoren en pakt knelpunten en gevoeligheden aan. Het agentschap wil zijn cruciale kennis en competentie inzetten om het beleid inzake natuur, bos en groen te onderbouwen en voor te bereiden. Het agentschap beschikt daarvoor over de nodige kwalificaties en kwaliteiten. Via die strategische doelstelling wil het agentschap ook een passend antwoord bieden op het toenemende belang dat internationaal wordt gehecht aan biodiversiteit en bossen. In het bijzonder geldt dat voor de relatie met het klimaat. Het agentschap wil het internationale beleid actief volgen en zo nodig sturen om de Vlaamse visie op en standpunten over biodiversiteit en het duurzame beheer van bossen zo veel mogelijk in te brengen en af te stemmen op het internationale forum.
10/58
SOD 2: ANB streeft naar de interne integratie van zijn doelstellingen in het beleid van andere entiteiten, zowel binnen als buiten het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie, en beoogt tegelijk de integratie van afgewogen doelstellingen van andere entiteiten in het eigen beleid. Toelichting Natuur, bos, groen en een kwaliteitsvol natuurlijk milieu komen in Vlaanderen eerder schaars en versnipperd voor. Daarom moet de zorg ervoor gebiedsdekkend georganiseerd worden en ook in andere entiteiten een plaats vinden zodat de overheid die doelstellingen mee kan realiseren. Het agentschap gaat het engagement aan om via een constructief en faciliterend optreden ten aanzien van andere entiteiten bij te dragen tot de afgewogen integratie van de doelstellingen van andere entiteiten in het eigen beleid. Het is belangrijk dat de doelstellingen van het natuurbeleid (met inbegrip van bos en groen) en van het agentschap mee gerealiseerd worden door andere entiteiten. Dit is mogelijk door: 1. die doelstellingen te laten doorwerken in de doelstellingen van andere entiteiten; 2. kwaliteitsvolle adviesverlening; 3. diverse vormen van samenwerking met andere entiteiten. In het bijzonder is een actieve bijdrage van ANB aan het integraal waterbeleid van groot belang aangezien in de doelstellingen van het decreet Integraal Waterbeleid de doelstellingen van het natuurbeleid en van het agentschap deels zijn opgenomen. Met betrekking tot de algemene externe integratie van de doelstellingen van het agentschap is de uitvoering van de afgewogen bindende bepalingen over de natuurlijke en agrarische structuur van groot belang voor natuur, bos en groen, zowel op het vlak van de stopzetting van het verlies aan biodiversiteit als op het vlak van effectiviteit van het beheer van natuur- en bosterreinen door ze in te passen in een meer samenhangend netwerk van bos- en natuurgebieden. Daarom wil het agentschap verder een actieve bijdrage leveren aan de realisatie van de bindende bepalingen van het buitengebied uit het RSV 1997 - 2007. Het agentschap ontwikkelt daarvoor een visie op de natuurlijke structuur, pleegt constructief overleg en doèt onderbouwde voorstellen voor uitvoeringsplannen.
SOD 3: ANB ontwikkelt een visie op de duurzame inrichting van ecologisch waardevolle gebieden. ' Toelichting Om een duurzaam beheer op een doelmatige en transparante manier te kunnen plannen en te kunnen uitvoeren, om op een beter onderbouwde wijze te kunnen adviseren en subsidiëren is een evenwichtige en onderbouwde visie op de duurzame imichting van ecologisch waardevolle gebieden nodig. Voor de speciale beschermingszones omvat die visie vooral de formulering van de instandhoudingsdoelstellingen. Voor een aantal gebieden zal die visie uitgewerkt worden binnen een samenwerkingsverband.
11/58
SOD 4: ANB zorgt voor meer en betere natuur, bos en groen via het duurzaam beheren van ecologisch waardevolle gebieden. Toelichting Deze strategische doelstelling beoogt de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuur, bos en het natuurlijk milieu. Algemeen streeft het agentschap ernaar om strategische doelstelling 4 te realiseren door: 1. de eigen ecologisch waardevolle terreinen duurzaam in te richten en te beheren; 2. een samenhangend netwerk van natuur, bos en groen uit te bouwen.
SOD 5: ANB ondersteunt en werkt samen met lokale overheden, private partners, doelgroepen en particulieren in functie van meer en betere natuur, bos en groen. Toelichting Het agentschap kan noch wil zijn missie, visie, kerntaken en doelstellingen van het natuurbeleid, alleen realiseren. Partners vormen dan ook een essentieel onderdeel van de visie van het agentschap. Via deze strategische doelstelling wil het agentschap focussen op de cruciale partnerschappen en de daaraan gekoppelde ondersteuning en samenwerking met actoren. De ondersteuning of samenwerking heeft betrekking op: Ol het bevorderen van het duurzame beheer van natuur- ofbosreservaten door lokale overheden, private partners (onder andere erkende terreinbeherende verenigingen...), doelgroepen en particulieren; Ol het realiseren van een duurzaam of duurzamer gebruik van natuur, bos en groen door doelgroepen; Ol het stimuleren van meer effectieve natuur en bos door middel van beheersovereenkomsten of de samenwerkingsovereenkomst met lokale besturen.
SOD 6: ANB draagt bij tot meer en betere natuur, bos en groen in (rand)stedelijke context. Toelichting Het agentschap hecht ook veel belang aan de instandhouding en de ontwikkeling van natuur, bos en groen in ofin de omgeving van stedelijke gebieden. Deze doelstelling focust op een integrale benadering van groen, natuur en bos in de stad. Dat impliceert zowel een bijdrage aan de stadsbossen in de stadsrand, als aan de parken en de kleinschalige onderdelen van groen in de stad (gevelbegroening, tegeltuinen, groendaken...).
SOD 7: ANB draagt bij tot het stopzetten van het verlies aan biodiversiteit door het bestendigen en bevorderen van de soortendiversiteit, aanvullend op de instandhouding, ontwikkeling en herstel van de natuur en het natuurlijk milieu. Toelichting Alle strategische organisatiedoelstellingen beogen de stopzetting van het verlies aan biodiversiteit. Deze doelstelling beoogt dat in het bijzonder door de planning en uitvoering van specifieke acties die geri~ht zijn op zeldzame en bedreigde soorten, in overeenstemming met het Europese beleid. Het agentschap wil op die wijze een bijdrage leveren aan de instandhouding van de biodiversiteit in de brede zin. 12/58
SOD 8: ANB streeft een optimale ecologische inpasbaarheid van menselijke activiteiten na in functie van meer en betere natuur, bos en groen. Toelichting Deze doelstelling omvat twee grote componenten: " streven naar een verscheidenheid aan vormen van menselijk medegebruik, afgestemd op de draagkracht van ecologisch waardevolle gebieden; Ii het uitwerken van ecologische kaders voor menselijke activiteiten.
SOD 9: ANB zet handhaving in tot het bekomen van een respectvolle houding tegenover natuur, bos en groen. Toelichting Het agentschap streeft naar een consequente, correcte en krachtdadige handhaving, onder meer door een planmatige aanpak met een belangrijk accent op de coördinatie van het toezicht en op preventie.
§3. Duurzaamheid en maatschappelijke opdracht Overeenkomstig zijn missie en visie gaat het agentschap nadrukkelijk het engagement aan om zijn doelstellingen te realiseren op een duurzame manier en in het kader van een maatschappelijk project. Duurzaamheid betekent dat de wijze waarop het agentschap zijn doelstellingen realiseert niet of minimaal, overeenkomstig de methode van best practices, toekomstige generaties belast. In het kader van een maatschappelijk project streeft het agentschap ernaar een maximale maatschappelijke meerwaarde te realiseren.
13/58
Artikel 9 Strategische organisatiedoelstellingen en operationele organisatiedoelstellingen, gericht op de beleidsrealisatie In het kader van de beheersovereenkomst gaat het agentschap het engagement aan om de realisatie van de volgende strategische en organisatorische doelstellingen na te streven en ten minste de prestatienorm of de output te realiseren.
son 1: ANB onderbouwt en bereidt bet beleid voor op vlak van meer en betere natuur, bos en groen. Output • Beleidsvoorbereiding en -onderbouwing, gebaseerd op: - knowhow inzake natuur, bos en groen - terreinkennis inzake natuur, bos en groen - directe relaties en contacten met doelgroepen inzake natuur, bos en groen. • Inzake het internationale beleid: - actief opvolgen en inhoudelijk mee sturen - een passend antwoord bieden op het toenemende belang dat internationaal wordt gehecht aan biodiversiteit en bossen.
1.1. Operationele organisatiedoelsteUingen
Het projectmatig en gefaseerd afstemmen van de verschillende regelgevingen binnen het beleidsveld Natuur, overlegd en rekening houdend met de regelgeving binnen het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie en de regelgevingen van andere beleidsdomeinen, in het bijzonder Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erf~oed. Ontwikkelen van concepten met het oog op meer en betere natuur, bos en groen.
Output • Een meer afgestemde, vereenvoudigde, duidelijkere, effectievere en beter toepasbare regelgeving (met inbegrip van instrumenten) inzake natuur, bos, groen en landschappen.
• De uitwerking van vernieuwende, innovatieve en
• Een effectievere wetgeving en efficiëntere procedures
• •
geïntegreerde concepten (met inbegrip van groenstructuurplannen, multifunctioneel natuurbeheer), rekening houdend met nieuwe en gewijzigde maatschappelijke noden en wijzigende omstandigheden. Aanzet tot evaluatie van de globale instrumentenmix op het vlak van efficiëntie en effectiviteit. Aangepaste instructies en dienstorders met het oog op efficiëntere procedures voor een eenduidige toepassing. Voorstellen voor meer afgestemde, vereenvoudigde, duidelijkere en beter toepasbare regelgeving. 14/58
Onderbouwend wetenschappelijk onderzoek.
. . .
Een actieve bijdrage tot milieubeleidsplanning en -rapporterinl!:. Kwaliteitsvolle ondersteuning van permanente technische werkgroepen van de Strategische Adviesraad Leefmilieu. ANB ondersteunt de Vlaamse en/of Belgische positionering in internationale dossiers en processen met betrekking tot biodiversiteit, natuur- en bosbeleid en het duurzame beheer van bossen. Actief opvolgen van internationale processen, instrumenten en instellingen met betrekking tot natuur, bos en groen op basis van een prioriteitenlijst.
Voorstellen tot implementatie van acties ter uitvoering van internationale akkoorden en
. . . .
.
.
Vastleggen van onderzoeksprioriteiten over meerdere jaren (onder andere TWüL). Doelmatig aangewende en gerealiseerde studieopdrachten. Afgestemd beleidsondersteunend wetenschappelijk onderzoek. Protocol met INBü. Actieve bijdrage en expertbijdrage.
Uitvoering protocol met de sectoren (zoals vermeld in artikel 27).
ANB zorgt er mee voor dat de Vlaamse en/of Belgische positie bij naleving van het VNBiodiversiteitsverdrag en het VN-Bossenforum steunt op de specifieke Vlaamse beleids- en beheerscontext rond natuur, bos en groen. Samen met het departement, in zijn coördinerende rol, zal het agentschap: - een prioriteitenlijst opmaken; - deelnemen aan internationale meetings; - verslag uitbrengen binnen de week na de vergadering; - input leveren voor de Belgische coördinatie; - het Vlaamse en/ofBelgische standpunt in de tel<:sten laten doorwerken. Rapporten, verslagen en nota's tijdig bezorgen.
en~a~ementen.
SOD 2: ANB streeft naar de interne integratie van zijn doelstellingen in het beleid van andere entiteiten, zowel binnen als buiten het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie, en beoogt tegelijk de integratie van afgewogen doelstellingen van andere entiteiten in het eigen beleid. Output .. Mederealisatie van de doelstellingen van het natuurbeleid (met inbegrip van. bos en groen) en van het agentschap door andere entiteiten, bestuursniveaus, en burgers. Mederealisatie van de afgewogen en geïntegreerde doelstellingen van andere entiteiten, bestuursniveaus en burgers door het ag.entschap. Een actieve, overlegde en onderbouwde bijdrage aan de realisatie van het Integraal Waterbeleid. .. Een actieve, overlegde en onderbouwde bijdrage aan de realisatie van de bindende bepalingen van het buitengebied uit het RSV 1997 - 2007.
.
..
15158
2.1. Operationele organisatiedoelsteHingen Output • Eenduidige en onderbouwde adviezen. • Actieve deelname en expertbijdrage aan werkgroepen vanCIW. • Actieve bijdrage aan opmaak waterbeheerplannen. • Actieve bijdrage aan realisatie doelstellingen, vermeld in artikelS van het decreet Iiltegraal Waterbeleid. Streven naar samenwerking met • Meerdere vorm~n van samenwerking met andere entiteiten, bestuursniveaus en (georganiseerde) andere entiteiten, bestuursniveaus en burgers. .
·
SOD 3: ANB ontwikkelt een visie op de duurzame inrichting van ecologisch waardevolle gebieden. Output • Een evenwichtige en onderbouwde visie op de duurzame inrichting van ecologisch waardevolle gebieden, die bruikbaar is voor: - het doelmatig en transparant plannen en uitvoeren van het duurzame beheer; - het verlenen van adviezen; - het toekennen van subsidies.
16/58
3.1. Operationele organisatiedoelsteHingen
Ontwikkeling instandhoudingsdoelsteUingen.
Uitwerking natuurrichtplannen.
Samenwerking met partners met het oog op ontwikkeling I gemeenschappeli.ike gebiedsvisies.
Output • Juridisch en wetenschappelijk onderbouwde instandhoudingsdoelstellingen die duidelijk en hanteerbaar zijn, zijn geformuleerd voor alle speciale beschermingszones, afgebakend in het kader van de Habitatrichtlijn, als onderdeel van Natura 2000. • De instandhoudingsdoelstellingen worden tegen 2010 voorgelegd aan de minister. De lopende natuurrichtplannen zijn ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse minister van Leefmilieu. • Aan de hand van de ervaringen met de pilootnatuurrichtplanprojecten wordt een nieuwe aanpak ontwikkeld om de doelstellingen van het gebiedsgerichte natuurbeleid te realiseren. • Een actieve en constructieve bijdrage aan een aantal lopende samenwerkingsverbanden.
·
SOD 4: ANB zorgt voor meer en betere natuur, bos en groen via het duurzaam beheren van ecologisch waardevolle gebieden. Output " De kwalitatieve en duurzame inzet van instrumenten met het oog op een toename van het areaal natuur, bos en groen dat wordt beheerd door ANB. BI Een significante toename van het areaal natuur, bos en groen dat duurzaam wordt beheerd door ANB.
4.1. Operationele organisatiedoelstellingen
Een wezenlijke bijdrage leveren aan de uitvoering vim Ontwikkelingsschets 2010, Scheldeestuarium.
OutDut • Uitvoering van de goedgekeurde besluiten van het luik natuur en het luik veiligheid rond de Ontwikkelingsschets 20 I0, met het oog op de realisatie van de gunstige staat van instandhouding van het Schelde-estuarium en de natuurdoelstellingen van de langetermijnvisie voor het Schelde-estuarium. BI Uitvoering van het meest wenselijke alternatief van het geactualiseerde Sigmaplan, volgens de door de Vlaamse Regering besliste planning.
17/58
Een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van een consistente netwerkstructuur van natuur en bos door uitbreiding areaal natuur- en bosterreinen in beheer bij het agentschap.
J
Planning, uitvoering en monitoring van duurzaam beheer door ANB.
Een beleid inzake aankoop of gebruiksrechten met het oog op de doelstellingen van het Milieubeleidsplan. a Bijkomende oppervlakte natuur- en bosgebieden in beheer bij ANB. • Een doelmatig aankoopbeleid. • Uitbouw van natuurgebieden, bossen en parken, afgestemd op de noden van de huidige en toekomstige generaties. • Internationale samenwerking met het oog op de realisatie van een grensoverschrijdend netwerk van natuur, bos en groen. OutDut • Aantoonbare garanties van duurzaam beheer onder meer op basis van een goedgekeurd beheerplan. a Efficiënt en effectief beheer door middel van de inzet van gebruiksovereenkomsten (onder andere. met landbouwers). s Bijdrage aan de optimalisering van monitoring in samenwerking met het INBO. Bijdrage aan een betere afstemming op de monitoring van andere entiteiten. Prestatienorm Indicator s s Oppervlakte parken, Extra lOOO ha. natuur- en bosgebieden waarvoor een goedgekeurd beheerplan bestaat. OutDut s ANB organiseert zich om zo veel mogelijk aanvullende Europese en andere middelen te vinden voor de inrichting en het beheer van natuur- en bosgebieden. s Uitvoering van projecten met cofinanciering. Indicator Prestatienorm s Klantentevredenheid. s Behoud van de hoge graad van klantentevredenheid bij de eigenaars van de openbare bossen. s
.
Maximaliseren van co-financiering voor meer en betere natuur, bos en groen.
Uitvoering technische aspecten van het beheer openbare bossen.
18/58
\
\
SOD 5: ANB ondersteunt en werkt samen met lokale overheden, private partners, doelgroepen en particulieren in functie van meer en betere natuur, bos en groen. Output • De bevordering van het duurzame beheer van natuur, bos en groen door lokale overheden, private partners, doelgroepen en particulieren. • De realisatie van een duurzaam of duurzamer gebruik van natuur, bos en groen door doelgroepen. R Het stimuleren van een meer effectieve natuur, bos en groen door de efficiënte en effectieve inzet van beheersovereenkomsten of de samenwerkingsovereenkomst met lokale besturen. • Grensoverschrijdende samenwerking in functie van internationale uitstraling.
5.1. Operationele organisatiedoelstellingen
Bevorderen duurzaam beheer terreinen van derden.
Realisatie natuurinrichting.
Ondersteuning bosgroepen.
Ondersteuning erkende natuurreservaten.
Ondersteuning erkende bosreservaten.
Output • Goedkeuring van de beheerplannen. • verstrekken van subsidies. B Ondersteuning van bosgroepen, natuurreservaten, bosreservaten, regionale landschappen... R Aflevering van kapmachtigingen. R Uitwerking van natuurprojectovereenkomsten. • Subsidiëring van Groenjobs. Indicator Prestatienorm • Oppervlakte natuur die • Toename met minstens kwalitatief, efficiënt en gemiddeld 400 ha per effectief is ingericht na jaar. uitvoering van projectuitvoeringsplannen in het kader van nattiurinrichtingsprojecten. Output R Actieve begeleiding. Indicator Prestatienorm • Tijdige uitbetaling van • In minstens 95 % van de tijdig ontvangen dossiers. subsidiedossiers. Output • Actieve begeleiding. Indicator Prestatienorm • Tijdige uitbetaling van • In minstens 95 % van de tijdig ontvangen dossiers. subsidiedossiers. Output • Actieve begeleiding. Indicator Prestatienorm • Tijdige uitbetaling van • In minstens 95 % van de tijdig ontvangen dossiers. subsidiedossiers.
19/58
Output Ondersteuning regionale landschappen.
• Actieve begeleiding.
Prestatienorm Indicator • Tijdige uitbetaling van • In minstens 95 % van de dossiers. tijdig ontvangen subsidiedossiers. Output Ondersteuning wildbeheereenheden. • Actieve begeleiding. Prestatienorm Indicator In minstens 95 % van de • Tijdige uitbetaling van tijdig ontvangen dossiers. subsidiedossiers. Output • Actieve bijdrage aan een gediversifieerde en zo Ondersteuning provinciale natuurlijk mogelijke visstand. visserij commissies. Prestatienorm Indicator • Behoud van de graad • Klantentevredenheid. van klantentevredenheid. Output • Eenduidige advisering met het oog op een optimale, Opvolging beheers 0 vereenkomsten efficiënte en effectieve inzet van voor landbouwers in samenwerking beheersovereenkomsten. met de Vlaamse Landmaatschappij. • Gerichte inzet van beheersovereenkomsten met het oog op een effectief resultaat voor méér en betere natuur. • Eénduidige advisering, gericht op de realisatie van Opvolging projecten die op de meest efficiënte en effectieve samenwerkingsovereenkomst Milieu manier de beste resultaten genereren voor meer en als opstap naar duurzame betere natuur, bos en groen. ontwikkelinl!. • Nieuwe samenwerkingsprojecten opzetten en Projectmatige samenwerking met bestaande voortzetten met het oog op win-winsituaties derden. (bijvoorbeeld: Sigma, Seine-West, havens, UNIZO, VOKA, lokale besturen, ...). • Internationale uitstraling door knowhow en expertise Projectwerking in internationaal uit te dragen en uit te wisselen op vlak van natuur, bos verband. en groen. • Update van projectplanning en stand van zaken van uitvoering van projecten driemaandelijks beschikbaar. De beleidsdoelstellingen van andere entiteiten van de Faciliterend optreden voor andere • Vlaamse overheid worden mee door ANB gerealiseerd entiteiten. door zijn faciliterende optreden. Bijdrage aan beleid en beheer van • Actieve bijdrage aan sturing en beheer van de vzw Inverde vzw. Inverde. • Tijdige afhandeling van dotatiedossier.
·
20/58
SOD 6: ANB draagt bij tot meer en betere natuur, bos en groen in (rand)stedelijke context Output B Aantoonbare vooruitgang op het vlak van de rçalisatie van stadsbossen in de nabijheid van Vlaamse steden. • Significante bijdrage aan het vrijwaren en openstellen voor het publiek van de groene ruimtes in de rand rond Brussel, vertrekkend van het Breughelproject en aansluitend bij het NatuurCultuurprojecten vermeld in het regeerakkoord 2004-2009. B Actieve ondersteuning op het vlak van imichting en beheer van parken, vertrekkend van het HPG-concept. Multimodale inzet van stimuli met het oog op de toename van het aandeel groen in de stad.
·
6.2. Operationele organisatiedoelstellingen Output • Bijdrage aan het opzetten van nieuwe stadsbosprojecten. • Actieve werking rond stadsbossen en samenwerking met actoren om stadsbossen op het terrein te realiseren. Actieve bijdrage aan de realisatie van • Actieve bijdrage om de groene ruimtes in de rand het NatuurCultuurproject vermeld in rond Brussel te vrijwaren en open te stellen voor het het regeerakkoord 2004 - 2009, publiek, in samenwerking met de lokale besturen. vertrekkend van het Brueghelproject. • De uitwerking van een actieplan om in de Vlaamse Rand een grote hoeveelheid groene percelen (bos- en natuurterreinen) te verwerven. B Verfijning, verdieping en promotie Verfijning en verdieping van de beheersvisie HPG. N van de toepassing van BPG. Ontwikkeling van een beoordelingskader HPG. B Opstarten van een kenniscentrum. • Opbouwen van een netwerk van terreinen met HPGbeheer. • Uitwerken van een vormingsprogramma. • Voorstellen van ondersteuningsmechanismen en stimuli met het oog op groen in de stad.
Stadsbossen.
son 7: ANB draagt bij fot het stopzetten van het verlies aan biodiversiteit door het bestendigen en bevorderen van de soortendiversiteit, aanvullend op de instandhouding, ontwikkeling en herstel van de natuur en het natuurlijk milieu. Output • Een concrete vertaling van het Europese beleid op het vlak van soortendiversiteit naar de Vlaamse realiteit. B Maatregelen en acties, gerichtop het in stand houden, beschermen, herstellen en ontwikkelen van soorten, afgestemd op het Europese beleid dat gericht is de stopzetting van het verlies aan biodiversiteit.
21158
7.1. Operationele organisatiedoelstellingen Output • Beter afgestemde regelgeving en geschikte instrumenten voor soortenbeleid. • Overlegde plan van aanpak, gericht op optimale verdeling van de inspanningen tussen de verschillende actoren. Opmaak, uitvoering en monitoring • De opmaak van soortenbeschermingsplannen. • De opmaak van uitvoeringsplannen of van soortenbeschermingsuitvoeringsnota's van de programma's. soortenbeschermingsplannen. • De opmaak van een voortgangsrapport. • Actievé inbreng van planmatig visstandsbeheer in het Planmatig visstaridsbeheer . integraal waterbeleid. Aanpak invasieve soorten. • Uitgewerkte eigentijdse beleidsvisie voor invasieve soorten. Gebiedsdekkende inventarisatie in Vlaanderen van Promotie autochtone bomen en autochtone genenbronnen die in situ voorkomen. struiken. Het opstarten van een in-situbescherming op eigen domeinen. • Het opzetten van een kweekprogramma voor de meest gebruikte en gevraagde boom- en struiksoorten. Het ontwikkelen van een beheersvisie • De inventarisatie van collecties. voor collecties en arboreta, • Het vastleggen van criteria voor een beleid rond de eigen collecties. l!ebaseerd 00 de orincioes van HPG.
Stroomlijning van het soortenbeleid, in overeenstemming met het Europese beleid.
· ·
SOD 8: ANB streeft een optimale ecologische inpasbaarheid van menselijke activiteiten na in functie van meer en betere natuur, bos en groen Outout • Vormen van menselijk medegebruik, afgestemd op de draagkracht van ecologisch waardevolle gebieden. • Uitgewerkte ecologische kaders voor menselijke activiteiten.
8.1. Operationele organisatiedoelstellingen
Sturing en ontwikkeling recreatief medegebruik.
Planmatig duurzaam faunabeheer voor jacht en visserij. Verlenen ontheffingen.
Output • De actieve organisatie van het recreatieve medegebruik met aandacht voor de specifieke doelgroepen (onder meer jeugd en andersvaliden). • Eenduidige advisering, subsidiëring en sensibilisatie van recreatief mede!!ebruik. • Eénduidige, onderbouwde en consistente adviezen. • Kwaliteitsvolle organisatie vanjachtexamen. • Tijdige goedkeuring van afschotplannen. • Tijdige behandeling van ontheffingen en vergunningsaanvragen. Onderbouwde beslissingen over aanvragen van ontheffingen en vergunningen. • Tijdige erkenning en opvolging van activiteiten bosexploitanten.
·
Erkenningsregeling bosexploitanten.
22/58
\
\ Rivierherstel Leie.
§
Ontwikkeling ecologisch kader zeehavens.
§
R
Geïntegreerd kustzonebeheer.
R
R
•
Een actieve bijdrage aan het rivierherstel over een oppervlakte van ongeveer 500 ha, dat de effectieve ontwikkeling van watergebonden en terrestrische natuur bevat, en waarin de karakteristieke rivierdynamiek toegelaten en gestimuleerd wordt. Actieve bijdrage aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen. Actieve bijdrage aan de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomsten met de Vlaamse zeehavens. Een actieve bijdrage aan het geïntegreerde kustzonebeheer. Een actieve bijdrage aan de integrale benadering van de bescherming en het beheer van het kustecosysteem Constructieve samenwerking met alle betrokkenen.
son 9: ANB zet handhaving in tot het bekomen van een respectvolle houding tegenover natuur, bos en groen. Outout • Planmatige handhaving, inzonderheid een focus op toezicht en preventie.
9.2. Operationele organisatiedoelstellingen
Vaststelling planning handhaving Uitvoering en coördinatie toezicht, preventie, controle en politioneel optreden.
Outout Het opmaken van een handhavingsplan. • Controle, uitvoering en/of coördinatie inzake brandpreventie en -bestrijding. • Kwaliteitsvolle uitvoering van het handhavingsplan. Indicator Prestatienorm R R Het aantal acties per jaar, Minstens 5. gericht op preventie van overtredingen. Het aantal acties per jaar Minstens 5. gericht op specifieke inbreuken. Outout • De opmaak van een visienota waarin de doelmatigheid, efficiëntie en effectiviteit van vervolging door het agentschap zelf, wordt onderzocht en onderbouwd. • Constructieve en meer afgestemde samenwerking met andere wachters op het terrein.
·
§
Vervolging op basis van een visienota.
Samenwerken met partners voor handhaving.
§
23/58
Artikel 10 Strategische organisatiedoelstellingen en operationele organisatiedoelstellingen voor de interne werking De organisatiedoelstellingen, vermeld in dit artikel, betreffen voorwaarden die vervuld moeten zijn opdat het agentschap alle organisatiedoelstellingen, vermeld in artikel 8 en 9 efficiënt, effectief, integer en kwaliteitsvol kan realiseren. In die zin zijn deze strategische en operationele organisatiedoelstellingen eerder kritische succesfactoren. Het agentschap streeft ernaar efficiënt, effectief, integer en kwaliteitsvol te werken en wil hiertoe alle facetten van zijn werking volledig onder controle hebben. 'Onder controle' betekent dat het agentschap beschikt over de nodige sturings- en beheersingsinstrumenten die toelaten om zijn doelstellingen op een efficiënte, effectieve, integere en kwaliteitsvolle manier te realiseren en verantwoording afte leggen aan zijn belanghebbenden. Concreet worden vier strategische interne organisatiedoelstellingen onderscheiden, die worden geconcretiseerd in een of meer strategische organisatieprojecten of operationele organisatiedoelstellingen. Ze vormen deels een verdere uitwerking van of een aanvulling op artikel 11, §l en §3. Het agentschap zal het door de Vlaamse overheid vastgelegde waardesysteem (klantgerichtheid, betrouwbaarheid, samenwerken, voortdurend verbeteren) consequent vertalen in zijn interne en externe manier van optreden. Het agentschap informeert de minister door middel van voorafgaand overleg over voorgenomen initiatieven met mogelijke beleidsimplicaties
SOD 1: Om een efficiënte werking te garanderen, wil ANB beschikken over instrumenten die toelaten de verkregen middelen zo rationeel mogelijk in te zetten. Output Maatregelen en acties, gericht op het verhogen van de efficiëntie bij de realisatie van de missie en visie.
·
1.1. Operationele organisatiedoelstellingen
Functionele en optimale integratie van de voormalige afdelingen Natuur en Bos en Groen.
Output • Uitvoering organisatieontwikkelingsproject met afgelijnde structuur, planning, rollen en verantWoordelijkheden. • Verduidelijken van bestaande en vereiste samenwerking met andere entiteiten binnen en buiten het beleidsdomein LNE.
24/58
Continu werken aan verbetering van de performantie van administratieve, financiële en logistieke ondersteuning in nauwe samenwerking met de managementondersteunend-e diensten van het departement LNE en met INBO.
• ICT-plan met korte - en langetermijndoelstellingen.
• s
• M
• • •
• Gepland en gericht extern communicatiebeleid.
· •
· •
· M
Optimalisatie databanken. Een financieel rapporteringssysteem. Werken met ken- en stuurgetallen. Planning van de organisatie van de uitgaven. Een HRM-plan. Opmaak van een nieuw personeelsbehoefteplan. communicatieplan met duidelijke communicatielijnen en overlegstructuren als basis voor communicatiejaarprogramma's voor externe en interne communicatie. Klachtenmanagement conform het decreet van I juli 200 I houdende toekenning van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen. Communicatiejaarprogramma's met een prIoriteitenbepaling en voldoende doelgroepgerichte communicatie opstellen en kwaliteitsvol uitvoeren. Opzetten van jaarlijkse campagnes voor een breed publiek. Organiseren van acties met het oog op draagvlakverbreding. Organiseren van en meewerken aan natuur- en milieueducatieve activiteiten. Versterken van de samenwerking tussen de bestaande bezoekerscentra. Verder optimaliseren van poorten (onder andere bezoekerscentra) van de natuurgebieden, bossen en parken onder coördinatie van het agentschap.
son 2: Om een effectieve werking te garanderen, wil
ANB beschikken over instrumenten die toelaten dat de gestelde doelen kunnen gerealiseerd worden. Outout • - Maatregelen en acties, gericht op het verhogen van de effectiviteit bij de realisatie van de missie en visie.
2.1 Operationele organisatiedoelstellingen Outout M Nagaan of ANB beschikt over de nodige instrumenten om ondernemingsplannen op te volgen. • Ontwikkelen van een effectief en efficiënt opvolgsysteem. • Effectieve uitvoering van ondernemingsplannen. Een zo geïntegreerd mogelijke Afstemming beheersovereenkomst, aanpak voor het doelsteHingenproces. ondernemingsplannen en (ontwerp)begrotingen. • Rapporteringssystematiek, gekoppeld aan de monitoring in het kader van de beheersovereenkomst en de ondernemingsplannen. • Methodiek voor de opvolging van geformuleerde risico's in functie van opvolging en rapportering actiefrisicomanagement.
Actieve opvolging van de ondernemingsplannen.
·
25158
Uitbouw van een gestructureerd en onderbouwd
5
..
Geregeld overleg met de doelgroepen. Uitvoering van protocol (zie artikel 27).
belan~hebbendenmana~ement.
SOD 3: Om een integere werking te garanderen, wil ANB beschikken over instrumenten die toelaten de integriteit van de organisatie als geheel en het integer handelen van de individuele personeelsleden te bevorderen. Output Maatregelen en acties, gericht op de integriteit en het integer handelen bij de realisatie van de missie en visie.
.
3.1. Operationele organisatiedoelstellingen
Het opstellen van een deontologische code.
Output • Een deontologische code overlegd met de Vlaamse integriteitsambtenaar.
SOD 4: Om een kwaliteitsvolle werking die streeft naar voortdurende verbetering te garanderen, wil het agentschap beschikken over instrumenten die toelaten na te gaan of wordt voldaan aan de verwachtingen van interne en externe belanghebbenden. Output .. Maatregelen en acties gericht, op het verhogen van de kwaliteit bij de realisatie van de missie en visie.
4.1. Operationele organisatiedoelstellingen
Een kwalitatieve dienstverlening door een borging en verankering van de kwaliteitszorg binnen ANB.
Output De verdere ontwikkeling van het proces van kwaliteitszorg. • Invoering van intern controlesysteem op basis van een plan van aanpak. • Personeelstevredenheidsmetingen. Klantentevredenheidsmeting.
.
.
26/58
Artikel 11 Beleidsmatig en financieel kader: horizontale bevoegdheid §l. Onderlinge samenwerking
Het agentschap is gericht op en werkt actief onderling samen met de andere entiteiten in de Vlaamse overheid en met de andere bestuursniveaus, met het oog op een klant- en oplossingsgerichte en doelmatige dienstverlening. Het agentschap gaat het engagement aan om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst onder meer de volgende acties met het oog op dergelijke entiteitoverschrijdende samenwerking (binnen of buiten het beleidsdomein) concreet uit te voeren: a een loyale en constructieve samenwerking onderhouden met alle entiteiten die tot het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie behoren, met betrekking tot de in het oprichtingsbesluit vermelde taken en in het bijzonder met betrekking tot de beleids- en bestuurstaken, aangestuurd door de beleidsraad en het managementcomité van het beleidsdomein LNE en zijn onderliggende werkgroepen en technische comités; a .een samenwerking te onderhouden of tot stand te brengen met andere entiteiten en in het bijzonder met ofbinnen: het college van ambtenaren-generaal, de strategische overlegfora zoals Strategisch Overlegorgaan Personeel en Organisatie (SOPO), het Tactisch Overlegorgaan Personeel en Organisatie (TOPO), het Strategisch Ove,rlegforum Financiën (SlOF), het Strategisch ICT-Overlegforum, (SOFI), MOVI (het Netwerk voor Management in de Vlaamse Overheid), VOCA (Vlaams Overlegforum van Communicatieambtenaren), de dienst Wetsmatiging en het Vlaams agentschap Ondernemen (VLAO); de ondersteuning van het departement in zijn coördinerende rol door informatie en analyseresultaten te verstrekken en door de expertise van zijn netwerk beschikbaar te stellen; de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW), in het bijzonder met betrekking tot de realisatie van de doelstellingen, vermeld in artikel S van het decreet Integraal Waterbeleid; het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, de extern verzelfstandigde agentschappen Waterwegen en Zeekanaal, De Scheepvaart en de Vlaamse Milieumaatschappij, in het bijzonder in het kader van het integraal waterbeleid en het natuurlijk milieu en het project Seine-Schelde (zie VRJ200611S06/0610 en 061OBIS); het extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Landmaatschappij ; het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, afgekort INBO (o.m. afstemming onderzoeksprograrnmering, databanken, ..); andere beleidsdomeinen, in het bijzonder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed; de Strategische Adviesraad van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie: de Milieu- en Natuurraad; het Departement Landbouw en Visserij (DLV) en het Agentschap voor Landbouw en Visserij. In aanvulling op die samenwerking gaat het agentschap het engagement aan om samenwerking met de maatschappelijke actoren en doelgroepen, met inbegrip van de industriële actoren, te onderhouden of tot stand te brengen. De samenwerking met andere entiteiten kan de vastlegging van concrete, duidelijke en meetbare overeenkomsten (service level agreement of SLA) inhouden. De samenwerking met maatschappelijke actoren of doelgroepen kan de vorm aannemen van een samenwerkingsovereenkomst of een protocol. 27/58
Het agentschap gaat het engagement aan om: • in de diverse fora binnen de Vlaamse overheid op een constructieve wijze samen te werken en competente vertegenwoordigers afte vaardigen; " de beleidsdoelstellingen van andere entiteiten van de Vlaamse overheid mee te helpen realiseren door faciliterend op te treden; " uitvoering te geven aan het generieke beleid en de richtlijnen die vanuit de horizontale beleidsdomeinen Bestuurszaken en Financiën en Begroting opgelegd worden voor de hele Vlaamse overheid Het agentschap zal op verzoek van de minister en binnen de gevraagde termijnen de nodige informatie en analyseresultaten ter beschikking stellen om parlementaire vragen te kunnen beantwoorden.
§2. Kwaliteitsbeleid Het agentschap werkt mee aan het brede kwaliteitsbeleid van de Vlaamse overheid (inclusief wetsmatiging en e-government). Het tekent een beleid op eigen maat uit en zet verschillende kwaliteitsprojecten op ter verbetering en vereenvoudiging van de externe dienstverlening. Het agentschap gaat het engagement aan om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst aan de volgende kwaliteitsprojecten concreet uitvoering te geven: • beschikbaarheid van een aantrekkelijke en toegankelijke website met actuele informatie voor de doelgroepen; • de uitvoering van minstens één project in het kader van het reguleringsmanagement; • de uitwerking en implementatie van het programma organisatieontwikkeling met het oog op de optimalisatie van de interne werking en de optimale en volledige integratie van de voormalige afdelingen Natuur en Bos en Groen en het realiseren van synergieën; " de verdere uitbouw van het risicomanagement (in het bijzonder de opmaak ofhet gebruik van een specifieke methodologie waarmee de risico's voor het agentschap worden geïdentificeerd en opgevolgd), ook op projectniveau, binnen het kader van de uitwerking van een methodiek van organisatiebeheersing; " de stapsgewijze uitbouw van het belanghebbendenmanagement, met inbegrip van een nieuw extern klantentevredenheidsonderzoek; IJ de opstart van een efficiënte en kwaliteitsvolle integrale keten van interne rapportering binnen het agentschap; IJ de uitbouw van een gestructureerd informatiesysteem; IJ de uitbouwen de ontwikkeling van een integriteitsbeleid op maat van het agentschap; .. de opstart van de opmaak van een alomvattend facilityplan; .. het hanteren van een kwaliteitsmodel met het oog op efficiëntie en effectiviteit, voor zelfevaluatie en het bepalen van prioritaire verbeterprojecten.
§3. Een correct en aantrekkelijk werkgeverschap voor betrokken werknemers Door zorg te dragen voor een aangename werksfeer en een rijke werkomgeving profileert de Vlaamse overheid zich als een aantrekkelijke werkgever. Dat bevordert de aanwerving van kwaliteitsvol en positief ingesteld personeel, maar heeft vooral een onmiddellijk effect op de motivatie, het rendement en de betrokkenheid van de medewerkers. De betrokkenheid van alle medewerkers moet een rode draad zijn doorheen het personeelsbeleid op elk niveau, dus ook op het niveau van het agentschap. Daarom gaat het agentschap het engagement aan de volgende concrete projecten uit te voeren: IJ het creëren van een open en transparante communicatie-, overleg- en informatiecultuur door: 28/58
. .. " "
"
" " " "
. .
periodieke personeelstevredenheidsonderzoeken te organiseren en de daaraan gekoppelde actieplannen uit te voeren; tijdig en juist te informeren over personeelsgebonden materies; interne communicatie verder te verbeteren; sturen en coachen, -onder meer via: een plannings- en evaluatiecyclus; de verdere uitbouw van loopbaanontwikkeling voor het personeel met de nodige aandacht voor het internemobiliteitsbeleid en bevorderingsmogelijkheden; de organisatie van sociale en educatieve evenementen voor het voltallige personeel; de verdere uitbouw van een eigen veiligheids- en preventiebeleid; het benutten van de metingen van de bestaande culturen (een cultuur per voormalige afdeling en per provincie) binnen het agentschap om de gewenste cultuur te ontwikkelen; de opmaak van een hrm-plan, afgestemd op de organisatiedoelstellingen van het agentschap, op de gewenste cultuur en gebaseerd op de principes van de managementcode Personeel en Organisatie (P&O), om te voorzien in de nodige capaciteit (mensen en middelen); de aanwerving van nieuwe personeelsleden op basis van een functieprofiel, opgebouwd uit generieke, functiespecifieke en waardegebonden competenties om de organisatiedoelstellingen te realiseren en de gewenste cultuur te creëren; de organisatie van een jaarlijks permanent vormingsprogramma voor het personeel van het agentschap, onder meer om de organisatiedoelstellingen te realiseren en de gewenste cultuur te creëren; de opstart van een beleid inzake vorming, training en ontwikkeling onder meer om de overgang naar de gewenste cultuur mogelijk te maken, de organisatiedoelstellingen te realiseren en personeelsleden kansen te bieden om zichzelf verder te ontwikkelen; de opstart van initiatieven die een positief arbeidsklimaat stimuleren en voorbeeldprojecten van integratie belonen; streven naar een kwaliteitsvolle werkomgeving door te voorzien in kwalitatieve werkhuizen en magazijnen, en comfortabele dienst- en werkkledij ter beschikking te stellen; streven naar de uitbouw van goede werkomstandigheden door een degelijk en gebruiksvriendelijk informaticaplatform ter beschikking te stellen.
§4. Het diversiteitsbeleid Voor het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid zal het agentschap de binnen het beleidsdomein gedefinieerde ofte definiëren streefcijfers of taakstellingen hanteren.
§5. Een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer en interne milieuzorg Om zijn voorbeeldfunctie op het vlak van ethisch en duurzaam aankoopbeheer en interne milieuzorg waar te maken, zal het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen voor energie en milieuzuinigheid respecteren en er zo veel mogelijk over waken dat die producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap gaat het engagement aan om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten uit te voeren met het oog op het duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer: .. in de mate van het mogelijke diensten, goederen en producten aankopen die voldoen aan de criteria van ethisch en duurzaam ondernemen, of die geproduceerd zijn in menswaardige omstandigheden; 29/58
" " Ol
"
energie-, milieu- en natuurvriendelijke investeringen doen; een duurzaam wagenparkbeheer opzetten en wagens aankopen die het milieu zo weinig mogelijk belasten; het huidige bereikte niveau per oppervlakte-eenheid van minimaal gebruik van bestrijdingsmiddelen- behouden, ter uitvoering van de reductieprogramma's voor bestrijdingsmiddelen; het gebruik stimuleren van gecertificeerd hout in de bestekken over de inrichting en het beheer van de eigen domeinen.
&6. Beheersrapportering Met betrekking tot het beleid inzake personeel en organisatie en de efficiënte werking van de diensten moet op basis van vooraf afgesproken formaten kunnen worden aangetoond: " hoe de personeelsbehoeften en de personeelsbezetting evolueren (VTE in personeelsplan en effectief tewerkgesteld, in-, door- en uitstroom van personeel, personeelskenmerken zoals geslacht, diploma, niveau, statuut en leeftijd); " in welke mate het personeel doelmatig wordt ingezet en er geïnvesteerd wordt in het menselijke kapitaal in de organisatie (motivatie, competentie, ruime inzetbaarheid, ontwikkelingskansen en -inspanningen); JO dat er een correct en aantrekkelijk werkgeverschap wordt gerealiseerd met oog voor betrokkenheid, evenwicht werk-privé, welzijn op het werk, een positief arbeidsklimaat en diversiteit op de werkvloer. Met betrekking tot de financiële regelgeving, procedures en de financiële rapportering wordt, op basis van vooraf afgesproken formaten, uitvoering gegeVen aan: de periodieke opvolging van de begrotingsuitvoering die onder meer de ESR-rapportering met het oog op de periodieke en jaarlijkse consolidatie op het niveau van de Vlaamse overheid omvat; de rapportering m.b.t. de apparaatskredieten ; het kas- en schuldbeheer.
&7. Intèrne controle Het agentschap beschikt tegen 31 december 2008 over een uitgeschreven en gedocumenteerd systeem van interne controle, opvraagbaar door de functioneel bevoegde minister en door de ministers van Financiën en Begroting en Bestuurszaken, dat minstens de elementen, vermeld in artikel 33 van het kaderdecreet, bevat, namelijk: Ol het effectieve en efficiënte beheer van risico's; Ol de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering; .. de naleving van de regelgeving en de procedures; Ol de effectieve en efficiënte werking van de diensten; Ol de bescherming van de activa. Vanaf2009 wordt het proces van interne controle minstens eenmaal per jaar door het Managementcomité geëvalueerd op zijn actualiteit. Het wordt dan eventueel bijgewerkt en opnieuw gevalideerd.
30/58
&8. Beleidseffecten meten
Het agentschap gaat het engagement aan om de effecten van het door zichzelf uitgevoerde beleid te meten en te evalueren. Het agentschap informeert de functioneel bevoegde minister, op regelmatige tijdstippen en op de onderling afgesproken wijze, over de resultaten van die beleidseffectenmeting. De werkgroep van de Beleidsraad, belast met de milieubeleidsplanning, heeft de opdracht om in . samenwerking met alle agentschappen, uiterlijk tegen eind 2009 een gepaste set van beleidseffectenindicatoren te selecteren (of waar nodig te ontwikkelen) voor het volledige beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie. Het agentschap levert een bijdrage aan die opdracht door relevante informatie en analyseresultaten aan te leveren en expertise in te brengen. Na de goedkeuring door de Beleidsraad worden die beleidsindicatoren opgenomen inde periodieke rapportering, vermeld in de vorige paragraaf.
Artikel 12 Aanvullende opdrachten voor het agentschap Als aanvullende opdrachten worden toegewezen aan het agentschap zullen vooraf de nodige middelen berekend worden. Vervolgens zal in overleg met het agentschap worden onderzocht of het die aanvullende opdrachten op zich kan nemen en in welke mat~ dat mogelijk is met de beschikbare middelen, dan wel of er extra middelen worden toegekend. Als het agentschap door omstandigheden of door de aard van de zaak genoodzaakt is, aanvullende opdrachten uit te voeren, pleegt de regering overleg met het agentschap over welke middelen ingezet zullen worden voor die aanvullende opdrachten. Aanvullende opdrachten, met eventuele de bijbehorende financiële repercussies, kunnen in een addendum bij de beheersovereenkomst worden opgenomen.
31/58
I Hoofdstuk 3 -
Engagementen van de regering
Artikel 13 Financiële engagementen Deze beheersovereenkomst wordt geënt op de meeljarenbegroting. In het kader van de begrotingscyc1us (begrotingsopmaak en -controle) wordt periodiek door het Vlaams Parlement over de financiële engagementen gestemd die moeten worden vertaald in het jaarlijkse ondernemingsplan (en eventueel ook het halfjaarlijkse rapport). De Vlaamse minister, bevoegd voor financiën en begroting, heeft daartoe een interventiemogelijkheid op basis van het besluit op de begrotingscontrole. Het agentschap en het OC-ANB (vanaf het ogenblik dat het mee geconsolideerd wordt) moeten het ESR-vorderingsaldo behalen binnen de relevante programma's, zoals wordt bepaald in het kader van de begrotingscyc1us (bij begrotingsopmaak en -cóntrole). Deze bepalingen prevaleren op alle andere artikels van de beheersovereenkomst. Van deze bepalingen kan niet worden afgeweken. Alle andere bepalingen in de beheersovereenkomst die hiermee strijdig zijn, die hiervan afwijken of zelfs voor een verschillende interpretatie vatbaar zouden zijn, verliezen hierdoor hun uitwerking en zijn in elk geval steeds ondergeschikt aan bovenvermelde budgettaire generieke bepalingen Het agentschap streeft ernaar om zijn aandeel in de verwijlintresten op zijn financiële dossiers tot een minimum te beperken. Jaarlijks zal het agentschap aan de minister rapporteren over (de evolutie van) de betaalde verwijlintresten.
Artikel 14 Andere engagementen van de regering Naast het verstrekken van de noodzakelijke middelen zoals omschreven in artikel 13, zal de regering in het licht van deze beheersovereenkomst nog een aantal aanvullende engagementen aangaan. Die worden hieronder omschreven. 14.1 Engagementen van de regering met betrekking tot de organisatorische en operationele werking en ontwikkeling van het agentschap De Vlaamse Regering zorgt ervoor dat het agentschap over de nodige flexibiliteit inzake personeelsbeheer kan beschikken binnen het kader van het personeelsstatuut, van toepassing binnen het agentschap. De regering verbindt er zich toe om de gegevens die nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van het agentschap ter beschikking te stellen van het agentschap 14.2 Engagementen van de regering met betrekking tot toekomstige regelgeving en flankerende maatregelen Nieuwe decreten en uitvoeringsbesluiten, alsook van wijzigingen aan bestaande decreten en uitvoeringsbesluiten die van invloed zijn op het juridische kader en de doelstellingen van het agentschap worden voorbereid in onderling overleg tussen de partijen. 14.3 Engagementen van de regering met betrekking tot de relatie tussen beleidsondersteuning en beleidsuitvoering 32/58
Het agentschap zorgt voor de ondersteuning aan de beleidsvoorbereiding van het strategisch beleid, de beleidsvoorbereiding van het operationeel beleid en de beleidsuitvoering. Het vertaalt het door de regering vastgestelde beleid in operationele doelstellingen met het oog op de realisatie van de gewenste beleidseffecten. Om dat beleid doeltreffend te vertalen heeft het agentschap actuele macro-analyses en informatie nodig. Om aan beide informatiebehoeften te voldoen en zowel de beleidsondersteuning als de beleidsuitvoering te optimaliseren, gaan de regering en het agentschap het engagement aan om de principes van de nieuwe organisatiestructuur van de Vlaamse overheid, verankerd in het kaderdecreet, na te leven en de volgende afspraken na te komen: .. het agentschap zal het departement in zijn beleidsondersteunende taak van het strategisch beleid ondersteunen; .. het departement zal macroanalyses en beleidsondersteunende documenten leveren aan het agentschap. De regering verbindt zich ertoe om het agentschap intensief te betrekken bij de beleidsvoorbereiding. 14.4 Engagementen van de regering met betrekking tot de communicatie- en informatieuitwisseling. Het agentschap is verantwoordelijk voor een transparante werking en een goede doorstroming van informatie naar de minister. De regering verbindt er zich toe om de gegevens die binnen haar invloedssfeer liggen en nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van het agentschap, ter beschikking te stellen van het agentschap. De partijen verbinden zich ertoe om vertrouwelijke gegevens die in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst worden verstrekt, waaronder persoonsgebonden of concurrentieelstrategisch belangrijke informatie, vertrouwelijk te behandelen.
14.5 Engagementen van de regering met betrekking tot de realisatie van de bindende bepalingen van het RSV De bindende bepalingen van het RSV zijn het uitgangspunt van het beleid van de volgende regering.
33/58
I Hoofdstuk 4 -
Personeel
Artikel 15 Personeelsstatuut De rechtspositie van het personeel wordt geregeld door het raamstatuut. Dat raamstatuut houdt de regelgeving in van de voor de Vlaamse overheid noodzakelijke gemeenschappelijke arbeidsvoorwaarden die rechtszekerheid en rechtsbescherming moeten bieden en juridische afdwingbaarheid vereisen. Tenzij anders is overeengekomen in specifieke bepalingen of overeenkomsten vallen alle aspecten inzake personeelsbeleid en personeelsbeheer die niet expliciet geregeld zijn in het hierboven vermelde raamstatuut, onder de verantwoordelijkheid van het hoofd van het agentschap. Daarnaast worden nog een aantal zaken van het personeelsbeheer geregeld in het Arbeidsreglement.
Artikel 16 Algemene principes voor personeelsmanagement, competentie- en ontwikkelingsbeleid Het agentschap staat voor de continue uitdaging om zijn structuur en competenties up-to-date te houden en afte stemmen op zijn strategische en operationele organisatiedoelstellingen. Hiervoor zal de eerstvolgende jaren een substantiële inspanning geleverd moeten worden op het vlak van de ontwikkeling van de interne competenties. Naast een adequaat intern wervings-, mutatie- en promotiebeleid zal het agentschap een bijzondere inspam1Îng moeten leveren op het gebied van vorming, training en ontwikkeling.
Artikel 17 Vaststelling van het personeelsbehoefteplan Ter uitvoering van artikel I, 4, §1, van het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, bepaalt de Administrateur-generaal van het agentschap de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoeften van het agentschap in een personeelsplan, onverminderd de procedure van de administratieve en begrotingscontrole. Het agentschap zal tijdens de looptijd van deze beheersovereenkomst een aangepast personeelsplan opmaken dat adequater inspeelt op de gewijzigde behoeften.
34/58
Hoofdstuk 5 - Financiële betrekkingen tussen het agentschap en de toezichthoudende overheid .
Artikel 18 Herkomst van de financiële middelen van het agentschap De financiële middelen van het agentschap, die afkomstig zijn van de Vlaamse Gemeenschap, zijn momenteel opgenomen in programma's LA en LD van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en in de MinaFondsbegroting. Daarnaast kan het agentschap ook gebruikmaken van middelen uit het Financieringsfonds voor Eenmalige Investeringsuitgaven in het geval uit dit Fonds kredieten worden bestemd voor de realisatie van kernopdrachten en aanvullende kernopdrachten die door het agentschap worden uitgevoerd.
Artikel 19 Financiële betrekkingen tussen het agentschap en de toezichthoudende overheid Voor het financiële beleid is het agentschap onderhevig aan de wetgeving op de Rijkscomptabiliteit. Áls een begroting niet voor de aanvang van het begrotingsjaar is goedgekeurd, worden bij decreet voorlopige uitgavenkredieten geopend om de werking van het agentschap te waarborgen. Als uit de jaarlijkse evaluatie blijkt dat het agentschap zijn verbintenissen niet is nagekomen, kan de regering de toegewezen werkingsmiddelen bijsturen, rekening houdend met de vaste en variabele kosten, en met het effect van een eventuele aanpassing van de middelen op de dienstverlening. Ter uitvoering van deze overeenkomst zorgt het agentschap voor een optimale financiële transparantie van de begrotingsuitvoering. Het zal hiervoor als bewijs de relevante verantwoordingsstukken volgens een geëigende en systematische wijze bijhouden, en indien nodig ter beschikking s.tellen van de toezichthoudende entiteiten.
Artikel 20 Algemene bepalingen over het beheer van de financiële middelen Jaarlijks dient het agentschap bij de regering een begrotingsontwerp in, dat gestoeld is op het ondernemingsplan voor het volgende werkjaar. Het agentschap zal dat doen conform de vastgestelde begrotingsrichtlijnen en binnen de gestelde termijnen. Op de vastgestelde tijdstippen kan die begroting worden aangepast. Het ondernemingsplan bepaalt de concrete acties die het agentschap zal uitvoeren, inclusief de vereiste middelen, om de strategische en operationele organisatiedoelstellingen en de algemene generieke doelstellingen uit de beheersovereenkomst te realiseren.
35/58
t
\
\
Hoofdstuk 6 - Controle en audit, voortgangscontrole, rapportering en overleg Artikel 21 Controle en audit' Conform artikel 33 van het kaderdecreet is het agentschap belast met de uitbouwen de goede werking van de vereiste interne controlesystemen. Het agentschap zal een systeem van interne controle installeren zoals bepaald in artikel!!, § 7, van deze beheersovereenkomst. Op verzoek van de regering of van de minister kan op elk moment een aanvullende externe controle worden uitgevoerd, waarbij de activiteiten en systemen van het agentschap worden geaudit. Hierbij kunnen onder meer de volgende organen of personen optreden, elk binnen de bevoegdheden die aan die organen of personen zijn toegewezen: " het managementcomité van het Agentschap voor Natuur en Bos; " het Departement Financiën en Begroting; " de Interne Audit van de Vlaamse Administratie; " de Inspectie van Financiën; " het Rekenhof; " de Vlaamse Regering; " het Vlaams Parlement. Het agentschap gaat het engagement aan om loyaal mee te werken aan de externe controle en audit van zijn activiteiten en systemen, uitgevoerd door de daartoe gemachtigde instanties. De gemachtigde instanties zullen op hun eerste verzoek steeds inzage kunnen hebben in alle documenten die nodig zijn om elk binnen het eigen domein de vastgelegde controleopdracht te kunnen vervullen. De voornaamste bevindingen van een externe controle of audit, alsook de opvolging van de aanbevelingen worden vermeld in het jaarrapport voor de minister.
Artikel 22 Opvolging, rapportering en overleg §l. Rapportering
Het agentschap zal over de uitvoering van de beheersovereenkomst aan de minister en het departement rapporteren door middel van eenjaarrapportering en een afsluitend eindrapport over de beheersovereenkomst. De rapporten verwijzen duidelijk naar de strategische en operationele organisatiedoelstellingen en geven een gestructureerd overzicht van de realisatie van de engagementen uit de beheersovereenkomst. Ze bevatten: " een beschrijving van de mate waarin aan de strategische organisatiedoelstellingen van artikel 9 werd tegemoetgekomen gedurende de afgelopen periode; " een overzicht van de resultaten, uitgedrukt aande hand van de indicatoren, prestatienormen of outputs;
36158
..
een opsomming van de budgettaire afwijkingen die zich hebben voorgedaan ten opzichte van de bepaalde begrotingen en de nodige bijsturing daarvan.
Bij het jaarrapport wordt een beschrijving van de uitvoering van de begroting en de activiteiten van het afgelopen jaar gevoegd. Om de goede uitvoering van zijn algemene en bijzondere opdrachten systematisch te volgen, zal het agentschap een intern management- en prestatiemeetsysteem uitbouwen. Uit dat systeem zullen gegevens worden geput voor de systematische tussentijdse en jaarlijkse rapporteringen aan de minister zoals beschreven in dit artikel.
§2. Het jaarrapport Als voor andere instanties al (deel)rapporten opgemaakt worden, dan is het voldoende om die rapporten, vergezeld van enige specifieke analyse, aan het jaarrapport toe te voegen. Het jaarrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst bevat de volgende elementen: ..
rapportering en toelichting over de mate van realisatie van de strategische en operationele organisatiedoelstellingen zoals vermeld in artikel 9 en 10;
,.
rapportering over de projecten die worden opgenomen in het kader van het horizontale beleid dat binnen de Vlaamse overheid wordt gevoerd zoals vermeld in artikel 11;
..
toelichting over interne en externe factoren die van invloed zouden kunnen zijn op de verdere realisatie van de strategische organisatiedoelstellingen, operationele organisatiedoelstellingen, en strategische organisatieprojecten zoals vermeld in artikel 9 en 10;
"
uitvoering van de begroting.
Het jaarrapport wordt aan de minister voorgelegd uiterlijk op 28 februari van het jaar dat volgt op het jaar in kwestie.
§3. Eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst bevat eveneens de elementen vermeld in §2. Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst wordt aan de minister bezorgd zes maanden voor het einde van de duurtijd van de beheersovereenkomst.
§4. Toelichting bij de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst De minister kan het agentschap verzoeken om een toelichting te geven bij de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst. De minister kan de administrateur-generaal oproepen om de jaarlijkse rapportering mondeling toe te lichten in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement. Het agentschap erkent het inlichtingenrecht van de bevoegde minister met betrekking tot stukken en informatie over de beheersovereenkomst, waarbij de minister het departement kan informeren.
37/58
\\ &5. Overleg tussen de contracterende partijeu De contracterende partijen gaan het engagement aan om regelmatig te overleggen en te zorgen voor een systematische doorstroming van alle inform~tie die relevant is voor de uitvoering van de beheersovereenkomst. Dat regelmatige overleg heeft betrekking op de bespreking van: " de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst; " externe en interveniërende factoren bij de uitvoering van de beheersovereenkomst; " beleidsinitiatieven die relevant zijn voor de uitvoering van de beheersovereenkomst en de uitvoering van de opdrachten van het agentschap; SI relevante beslissingen die werden genomen in parlementaire commissies .. antwoorden op parlementaire vragen.
38/58
\
\
\
I Hoofdstuk 7 -
Evaluatie
Artikel 23 Evaluatie Onvenninderd de mogelijkheid van de minister om aanvullende infonnatie te vragen en onvenninderd de mogelijkheid van het agentschap om aanvullende inlichtingen en toelichting te verstrekken, wordt de beheersovereenkomst door de minister geëvalueerd op basis van het jaarlijkse rapport en het eindrapport, vastgesteld in artikel 9, §l, 5°, a) en b) van het kaderdecreet. §1. Jaarlijkse evaluatie Als een partij de verplichtingen, vastgesteld in de beheersovereenkomst niet naleeft, plegen de partijen overleg over de te nemen bijsturingsmaatregelen.
Bij de jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van de beheersovereenkomst gaan de partijen na of er al dan niet aanpassingen aan de beheersovereenkomst moeten worden aangebracht. De beheersovereenkomst wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 25. De minister deelt het evaluatierapport mee aan de regering.
§2. Eindevaluatie De beheersovereenkomst zal ten gronde worden geëvalueerd op basis van de realisatie van de strategische organisatiedoelstellingen uit de beheersovereenkomst.
39/58
\
\
\
Hoofdstuk 8 - Aanpassing van de beheersovereenkomst opschortende voorwaarden Artikel 24 Aanpassing van de beheersovereenkomst - opschortende voorwaarden Als zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het agentschap actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door een interventie van de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begroting, ten gevolge van een budgettaire noodwendigheid en die wijzigingen de opdrachten van het agentschap dermate veranderen dat de veranderingen niet kunnen worden ingepast in de vigerende afspraken tussen de contractanten, dan kan op verzoek van de minister, of van de minister bevoegd voor de financiën en de begroting, opnieuw over de beheersovereenkomst onderhandeld worden en kan ze aangepast worden. Over de beheersovereenkomst kan alleen opnieuw formeel onderhandeld worden op verzoek van de leidend ambtenaar na een belangrijke wijziging van het financiële engagement van de regering tijdens de duur van de beheersovereenkomst. Elke wijziging van de beheersovereenkomst moet in een addendum worden vastgesteld.
I
Hoofdstuk 9 - Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen Artikel 25 Aanvullende bepalingen De minister gaat het engagement aan, conform artikel 8 van het kaderdecreet, deze beheersovereenkomst, alsook elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, voor de ondertekening ervan mee te delen aan het Vlaams Parlement. Het agentschap gaat het engagement aan om deze beheersovereenkomst, alsook elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, publiek kenbaar te maken door de tekst ervan integraal te publiceren op zijn website, uiterlijk één maand na elke beslissing of goedkeuring in dit verband.
40/58
DEEL B - SPECIFIEK DEEL Artikel 26 Samenwerkingsovereenkomsten Met het oog op een optimale dienstverlening beschikt het agentschap over de bevoegdheid om voor de toevertrouwde opdrachten zelf akkoorden en samenwerkingsovereenkomsten te sluiten, en tevens duurzame samenwerkingsverbanden aan te gaan met derden. Die samenwerking moet gestoeld zijn op een complementariteit van activiteiten en initiatieven, gericht op de realisatie van de organisatiedoelstellingen van het agentschap. In het bijzonder zal het agentschap een gestructureerd overleg met de sectoren bos, natuur, jacht en openbare visserij via een overlegorgaan per sector uitbouwen en opnemen in een protocol met de vermelde sectoren.
Artikel 27 Bijzondere bepalingen ten gevolge van specifieke situaties, eigen aan het agentschap De bekendmaking van de beheersovereenkomst geschiedt overeenkomstig de bepalingen betreffende de openbaarheid van bestuur, zoals geregeld door het decreet van 26 maart 2004. Het OC-ANB heeft tot doel bij te dragen tot de realisatie van het beleid inzake natuurbehoud en de vrijwaring van het natuurlijk milieu en het milieubeleid onder meer door middel van: 1. het sociaal-economisch valoriseren in het kader van een duurzaam beheer van de domeinen in beheer bij het agentschap; 2. het uitvoeren van terreinrealisaties; 3. het participeren in publiek-private samenwerkingsverbanden; 4. het meedingen naar of uitvoeren van opdrachten en projecten waarmee de kennis en ervaring die aanwezig zijn binnen het agentschap en het OC-ANB, kunnen worden ingezet voor andere publiek-of privaatrechtelijke verenigingen, ondernemingen of instellingen. Het OC-ANB wordt aangestuurd via een beheerscommissie.
41/58
BIJLAGEN Bijlage 1 Overzicht van de beleidsbepalingen, opgenomen in de beleidsnota van de minister, en de relevante bepalingen of bindende doelstellingen van het Milieubeleidsplan die gelden voor het agentschap
Deel A. Beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009 Zeer in het bijzonder is het agentschap betrokken bij volgende strategische doelstellingen en operationele doelstellingen uit beleidsnota:
Algemene strategische doelstellingen SD 6.2.1 Integratie aD 2: Integratie van milieuoverwegingen in het beleid inzake openbare werken. aD 3: Integratie van milieuoverwegingen in het beleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening. aD 4: Integratie van milieuoverwegingen in het beleid inzake mobiliteit. aD 5: Partnerschap landbouw-milieu bij de invulling van het plattelandsbeleid. aD 6: Inrichtingsinstrumenten efficiënt en krachtdadig inzetten.
SD 6. 2.2 Participatie en maatschappelijke gedragenheid aD: Uitwerking en operationalisering van een overlegd en aanvaard milieubeleid.
SD 6.2.3 Subsidiariteit aD 2: Evaluatie van de samenwerkingsovereenkomst Vlaams Gewest - steden en gemeenten, en provincies.
SD 6.2.4 Optimale instrumentenmix aD 2: Functioneel inzetten van de sociale instrumenten.
SD 6.2.5 Beleidsvoorbereiding en -evaluatie aD: Gedegen voorbereiding en evaluatie van het beleid zonder planningsdrift.
SD 6.2.6 Rechtszekerheid aD I: Verdere uitbouw van een coherent en hanteerbaar Vlaams milieuwetboek.
SD 6.2.7 Handhaving aD: Hervorming van het handhavingsinstrumentarium en de handhavingsorganisatie.
SD 6.2.8 Economische onderbouwing en financiering 42/58
I
\
\
sn 6.2.9 Wetenschappelijke onderbouwing van het beleid OD I: De kwaliteit en de effectiviteit van de onderzoeksprogrammering verbeteren. OD 2: Samenwerking. OD 3: De resultaten van het beleidsondersteunend onderzoek ontsluiten.
sn 6.2.10 Internationàle en Europese oriëntatie OD: Structurele uitbouwen stroomlijning van de Vlaamse participatie in het supranationaal milieubeleid.
3 Thematische strategische doelstellingen 6.3.3 Waterbeleid SD I: Terugdringen van de risico's die de veiligheid aantasten; waar mogelijk voorkomen van schade door watertekort. SD 2: Water voor de mens en zijn activiteiten. SD 3: Waterkwaliteit verder verbeteren. SD 4: Duurzaam omgaan met water. SD 5: Geïntegreerd waterbeleid. OD I: De Vlaamse Regering stelt de goede toestand en het ecologisch potentieel voor het oppervlaktewater en de goede toestand van het grondwater door middel van normen vast. OD 5: De Vlaamse Regering zorgt ervoor dat waterbeheerplannen op de verschillende niveaus enerzijds, en ruimtelijke planningsprocessen anderzijds, in een maximale wisselwerking met elkaar staan.
6.3.6 Natuur- en bosbeleid Langetermijndoelstelling: tegen 2010 willen we de vergelijking met andere economische topregio's op het vlak van biodiversiteit moeiteloos kunnen doorstaan. We realiseren tegelijk een beleid dat is gericht op een grotere toegankelijkheid van natuur en bos voor iedereen. We herstellen het vertrouwen bij de actoren in de open ruimte, evalueren en vereenvoudigen de diverse instrumenten, en zorgen voor de nodige afstemming.
sn 1: Op basis van een objectieve evaluatie worden de instrumentenmix en de budgetten hiervoor geoptimaliseerd en gebiedsgericht ingezet. Complementair hieraan wordt gestreefd om aanmoedigende sociale instrumenten in te zetten ten einde de effectiviteit en de gedragenheid van het beleid te verhogen. OD I: Objectieve evaluatie. OD 2: Aanmoedigen van initiatieven buiten de Vlaamse overheid. OD 3: Natuurrichtplannen i.f.v. samenwerking. OD 4: Duurzaam bos- en natuurbeheer ondersteunen. OD 5: Overleg. OD 6: Bosgroepen. OD 7: Regionale landschappen. 43/58
SD 2: We willen bestaande bossen, natuur- en groengebieden beter valoriseren wat hun recreatieve mogelijkheden aangaat. Tegelijk willen we waar nodig zorgen voor meer bossen, natuur- en groengebieden.
aD
I: Hannonisch park- en groenbeheer.
aD 2: Voorzien in voldoende natuur en bossen. aD 3: Voorzien in een goede toegankelijkheidsregeling. SD 3: Er wordt werk gemaakt van soortenbeleid en van meer verweving van activiteiten, met het oog op het behoud, het herstel en de versterking van de biodiversiteit.
aD 1: Verwerving in functie van prioriteiten. aD 2: Soortenbeleid. aD 3: Verweving. SD 4: Met het oog op het welslagen vail het natuur- en bosbeleid willen we in het bijzonder bijdragen tot het behalen van de volgende kritische succesfactoren: vereenvoudiging, doelgericht beleidsondersteunend onderzoek, geschikte milieukwaliteit en geschikte planologische onderbouwing.
aD 1: Vereenvoudiging. aD 2: Wetenschappelijk onderzoek. aD 3: Milieukwaliteitsbeleid. aD 4: Ruimtelijke randvoorwaarden. SD 5: We willen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen.
aD
I: Gezamenlijke visievonning.
aD 2: Hannonisatie in de regelgeving. aD 3: Integratie van de diensten.
Deel B. Milieubeleidsplan 2003 - 2007 Zeer in het bijzonder is het agentschap betrokken bij de volgende doelstellingen, maatregelen en instrumenten uit het milieubeleidsplan:
Deel 2 Themabeleid Hoofdstuk 4 Verzuring 4.4.4. Gebiedsgerichte aanpak. Gebiedsgericht verscherpt emissiereductiebeleid opstarten. lil Effectgerichte maatregelen nemen.
44/58
I
\
\ Hoofdstuk 5 Vermesting
5.4.4. De gebiedsgerichte bepalingen in functie van natuur en water realiseren. Hoofdstuk 9a Integraal waterbeleid
Doelstellingen 9.a.3. Langetermijndoelstellingen (2015). 9a.4.2. Geïntegreerde milieudoelstellingen vastleggen voor watersystemen. • Specifieke doelstellingen voor de beschermde gebieden. Doelstellingen 9.3. B Langetermijndoelstellingen (2015). • Plandoelstellingen natuurlijke werking en hydromorfologische structuur van watersystemen. Hoofdstuk ge. Verdroging
9.c.4.1. Natuurlijke werking en hydromorfologische structuur van watersystemen beschermen, herstellen en verbeteren. 9.c.4.2. De bescherming en het herstel van de watervoorraden. • Duurzaam watergebruik verhogen. Hoofdstuk 11 Versnippering
Doelstellingen 11.3. Langetermijndoelstelling. • Plandoelstellingen en opvolging. 11.4.1 Tegengaan of milderen van het versnipperingseffect bij nieuwe ingrepen met een potentieel sterk versnipperde invloed. 11.4.2. Verwijderen of milderen van het versnipperende effect voor zo veel mogelijk bestaande (prioritaire) versnipperende elementen. 11.4.3 Bevorderen van de migratiemogelijkheden van dieren en planten door ecologische versterking van de landschapsstructuur tussen leefgebieden. 11.4.4. Vrije vismigratie mogelijk maken in zo veel mogelijk prioritaire waterlopen. Hoofdstuk 12 Biodiversiteit
12.3. Doelstellingen. • Langetermijndoelstelling (2010). a Plandoelstellingen en opvolging. 12.4.1. Gebiedsgericht beleid. 12.4.1.1. Ecologisch waardevolle gebieden veilig stellen. 12.4.1.2. Realiseren van gebieden met effectief natuurbeheer. 12.4.1.3. Biodiversiteit in stedelijk milieu behouden en versterken. 12.4.2. Natuurgerichte milieukwaliteit. 12.4.2.1. Milieukwaliteit afstemmen op de behoeften van kwetsbare soorten en habitats. 12.4.3. Soortenbescherming. l2.4.3.1.Huidige soortendiversiteit bestendigen en bevorderen. 12.4.4. Doelgroepenbeleid. 12.4.4.1. Verhogen van de verweving met andere functies en optimale ecologische inpasbaarheid van menselijke activiteiten. 45/58
12.4.4.2.
Een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak realiseren.
12.4.5. Lokale besturen. 12.4.5.1. Ondersteuning van lokale besturen bevorderen. 12.4.6. Ondersteunend beleid voeren. 12.4.6.1. Beleidsvoorbereidende en beleidsonderbouwende instrumenten uitwerken. • Actief participeren in internationale processen en internationaal natuurbeleid.
Deel 5 Geïntegreerd overheidsbeleid 2. Externe integratie binnen de Vlaamse overheid: voorbeelden. 2.3.3.1 Taakstelling beleid ruimtelijke ordening. 2.4.3.1. Taakstelling landbouwbeleid. • Instrumenten landbouwbeleid op andere beleidsdomeinen afstemmen (en omgekeerd).
Deel 6 Internationaal beleid
4. Maatregelen en instrumenten. 4.3: Streven naar een sterkere naleving van de EU-regelgeVing en de onderschreven multilaterale verdragen. 4.4: Milieu internationaal een sterkere positie verschaffen t.a.v. handel en investeringen.
Deel 7 Instrumenten
3.3.4.3. Nieuwe thematische en horizontale regelgeving uitwerken.
. 46/58
l
\
\
Bijlage 2 Overzicht van de relatie van de doelstellingen van het agentschap enerzijds met de doelstellingen van de beleidsnota, en anderzijds met de bepalingen van het Milieubeleidsplan die relevant zijn voor het agentschap. SOD 1: ANB onderbouwt en bereidt het beleid voor op vlak van meer en betere natuur, bos en groen Via de realisatie van SOD 1 vult het agentschap de volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009 concreet in: Algemene strategische doelstellingen 6.2.4 Optimale instrumentenmix. 6.2.5 Beleidsvoorbereiding en -evaluatie. 6.2.9 Wetenschappelijke onderbouwing van het beleid. 6.2.10 Internationale en Europese oriëntatie. OD: Structurele uitbouwen stroomlijning van de Vlaamse participatie in het supranationaal milieubeleid. Thematische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD 1: Op basis van een objectieve evaluatie worden de instrumentenmix en de budgetten hiervoor geoptimaliseerd en gebiedsgericht ingezet. Complementair hieraan wordt gestreefd om aanmoedigende sociale instrumenten in te zetten ten einde de effectiviteit en de gedragenheid van het beleid te verhogen. OD 1 Objectieve evaluatie.
sn 3: Er wordt werk gemaakt van soortenbeleid en van meer verweving van activiteiten, met het oog op het behoud, het herstel en de versterking van de biodiversiteit OD 2 OD 3
Soortenbeleid. Verweving.
SD 4: Met het oog op het welslagen van het natuur- en bosbeleid willen we in het bijzonder bijdragen tot het behalen van de volgende kritische succesfactoren: vereenvoudiging, doelgericht beleidsondersteunend onderzoek, geschikte milieukwaliteit en geschikte planologische onderbouwing. OD 1 OD 2 OD 3 OD 4
Vereenvoudiging. Wetenschappelijk Onderzoek. Milieukwaliteitsbeleid. Ruimtelijke randvoorwaarden.
SD 5: We willen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen. OD 2 Harmonisatie in de regelgeving.
Via de realisatie van SOD 1 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.2: Natuurgerichte milieukwaliteit 12.4.3: Soortenbescherming. 47/58
12.4.6: andersteunendbeleid voeren. 12.4.6.1 : Beleidsvoorbereidende en beleidonderbouwende instrumenten uitWerken. 12.4.6.2: Actief participeren in internationale processen en internationaal natuurbeleid. DEEL 6: Internationaal beleid 4: Maatregelen en instrumenten. 4.3: Streven naar een sterkere naleving van de EU-regelgeving en de onderschreven multilaterale verdragen. 4.4: Milieu internationaal een sterkere positie verschaffen t.a.v. handel en investeringen.
SOD 2: ANB streeft naar de interne integratie van zijn doelstellingen in het beleid van andere entiteiten, zowel binnen als buiten het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie, en beoogt tegelijk de integratie van afgewogen doelstellingen van andere entiteiten in het eigen beleid. Via de realisatie van SOD 2 vult het agentschap de volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009 concreet in:
Algemene strategische doelstellingen 6.2.1
Integratie.
aD 2: Integratie van milieuoverwegingen in het beleid inzake openbare werken. aD 3: Integratie van milieuoverwegingen in het beleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening. aD 4: Integratie van milieuoverwegingen in het beleid inzake mobiliteit. aD 5: Partnerschap landbouw-milieu bij de invulling van het plattelandsbeleid.
Thematische strategische doelstellingen waterbeleid SD 1 SD 2 SD 3 SD 4: SD 5
Terugdringen van de risico's die de veiligheid aantasten; waar mogelijk voorkomen van schade door watertekort. Water voor de mens en zijn activiteiten. Waterkwaliteit verder verbeteren. Duurzaam omgaan met water Geïntegreerd waterbeleid.
aD 1 aD 5
De Vlaamse Regering stelt de' goede toestand en het ecologisch potentieel voor het oppervlaktewater en de goede toestand van het grondwater door middel van normen vast. De Vlaamse Regering zorgt ervoor dat waterbeheerplannen op de verschillende niveaus enerzijds en ruimtelijke planningsprocessen anderzijds in een maximale wisselwerking met elkaar staan.
Thematische strategische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD 2
aD 2
We willen bestaande bossen, natuur- en groengebieden beter valoriseren wat hun recreatieve mogelijkheden aangaat. Tegelijk willen we waar nodig zorgen voor meer bossen, natuur- en groengebieden. Voorzien in voldoende natuur en bossen.
48/58
\
\
\ 8D3 OD3 8D4
OD3 OD4 8D5
Er wordt werk gemaakt van soortenbeleid en van meer verweving van activiteiten, met het oog op het behoud, het herstel en de versterking van de biodiversiteit. Verweving. Met het oog op het welslagen van het natuur- en bosbeleid willen we in het bijzonder bijdragen tot het behalen van de volgende kritische succesfactoren: vereenvoudiging, doelgericht beleidsondersteunend onderzoek, geschikte milieukwaliteit en geschikte planologische onderbouwing. Milieukwaliteitsbeleid. Ruimtelijke randvoorwaarden. We willen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen.
OD 1 Gezamenlijke visievorming. OD 2 Harmonisatie in de regelgeving. Via de realisatie van SOD 2 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 5: Vermesting. 5.4.4. De gebiedsgerichte bepalingen in functie van natuur en water realiseren. Hoofdstuk 9a: Integraal waterbeleid. 9a.4: Maatregelen en instrumenten. 9a.4.1: Een juridisch en organisatorische basis voor integraal waterbeleid creëren. 9a.4.2: Geïntegreerd milieudoelstellingen vastleggen voor watersystemen tegen eind 2006. Hoofdstuk 9c: Verdroging. 9c.4.1. Natuurlijke werking en hydromorfologische structuur van watersystemen beschermen, herstellen en verbeteren. 9c.4.2. De bescherming en het herstel van de watervoorraden. 5 Duurzaam watergebruik verhogen. Hoofdstuk 11: Versnippering. 11.4: Maatregelen en instrumenten. 11.4.1 Tegengaan of milderen van het versnipperingseffect bij nieuwe ingrepen met een potentieel sterk versnipperde invloed. 11.4.2. Verwijderen of milderen van het versnipperende effect voor zoveel mogelijk bestaande (prioritaire) versnipperende elementen. 11.4.3 Bevorderen van de migratiemogelijkheden van dieren en planten door ecologische versterking van de landschapsstructuur tussen leefgebieden. 11.4.4. Vrije vismigratie mogelijk maken in zoveel mogelijk prioritaire waterlopen. Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.1: Gebiedsgericht beleid. 12.4.1.1: Ecologisch waardevolle gebieden ruimtelijk veiligstellen. 12.4.2: Natuurgerichte milieukwaliteit. 12.4.2.1: Milieukwaliteit afstemmen op de behoeften van kwetsbare soorten en habitats. 12.4.4: Doelgroepenbeleid. 12.4.4.1: Verhogen van de verweving met andere functies en optimale ecologische inpasbaarheid van menselijke activiteiten.
49/58
\\ DEEL 5: Geïntegreerd overheidsbeleid Hoofdstuk 2: Externe integratie binnen de Vlaamse overheid: voorbeelden. 2.3: Ruimtelijke ordening. 2.3.3: Maatregelen en instrumenten. 2.3.3.1: Taakstelling beleid ruimtelijke ordening. 2.4.3.1: Taakstelling landbouwbeleid. a Instrumenten landbouwbeleid op ander beleidsdomeinen afstemmen (en omgekeerd).
SOD 3 ANB ontwikkelt een visie op de duurzame inrichting van ecologisch waardevolle gebieden.
Via de realisatie van SOD 3 vult het agentschap de volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009 concreet in: Thematische strategische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD I . Op basis van een objectieve evaluatie worden de instrumentenmix en de budgetten hiervoor geoptimaliseerd en gebiedsgericht ingezet. Complementair hieraan wordt gestreefd om aanmoedigende sociale instrumenten in te zetten ten einde de effectiviteit en de gedragenheid van het . beleid te verhogen. OD3 OD5 SD2
OD2 SD 5
Natuurrichtplannen i.f.v. samenwerking. Overleg. We willen bestaande bossen, natuur- en groengebieden beter valoriseren wat hun recreatieve mogelijkheden aangaat. Tegelijk willen we waar nodig zorgen voor meer bossen, natuur- en groengebieden. Voorzien in voldoende natuur en bossen. We willen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen.
OD 1 Gezamenlijke visievorming.
Via de realisatie van SOD 3 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.1: Gebiedsgericht beleid. 12.4.1.1: Ecologisch waardevolle gebieden ruimtelijk veiligstellen. 12.4.1.2: Realiseren van gebieden met effectief natuurbeheer. 12.4.2: Natuurgerichte milieukwaliteit. 12.4.2.1: Milieukwaliteit afstemmen op de behoeften van kwetsbare soorten en habitats.
50/58
I
\
\ SOD 4: ANB zorgt voor meer en betere natuur, bos en groen via het duurzaam beheren van ecologisch waardevolle gebieden Via de realisatie van SOD 4 geeft het agentschap concreet invulling aan volgende aspecten van de
beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009: Thematische strategische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD 1
OD2 OD4 SD2
Op basis van een objectieve evaluatie worden de instrumentenmix en de budgetten hiervoor geoptimaliseerd en gebiedsgericht ingezet. Complementair hieraan wordt gestreefd om aanmoedigende sociale instrumenten in te zetten ten einde de effectiviteit en de gedragenheid van het beleid te verhogen. Aanmoedigen initiatieven buiten Vlaamse Overheid. Duurzaam bos- en natuurbeheer ondersteunen. We willen bestaande bossen, natuur- en groengebieden beter valoriseren wat hun recreatieve mogelijkheden aangaat. Tegelijk willen we waar nodig zorgen voor meer bossen, natuur- en groengebieden.
OD 2 Voorzien in voldoende natuur en bossen. OD 3 Voorzien in een goede toegankelijkheidsregeling. SD 3
Er wordt werk gemaakt van soortenbeleid en van meer verweving van activiteiten, met het oog op het behoud, het herstel en de versterking van de biodiversiteit.
OD 1 Verwerving in functie van prioriteiten. SD 5
We willen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen.
OD 1 Gezamenlijke visievorming.
Via de realisatie van SOD 4 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 11: Versnippering. 11.4: Maatregelen en instrumenten. 11.4.2: Verwijderen of milderen van het versnipperende effect voor zo veel mogelijk bestaande (prioritaire) versnipperende elementen. 11.4.3 Bevorderen van de migratiemogelijkheden van dieren en planten door ecologische versterking van de landschapsstructuur tussen leefgebieden. 11.4.4. Vrije vismigratie mogelijk maken in zo veel mogelijk prioritaire waterlopen. Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten 12.4.1: Gebiedsgericht beleid. 12.4.1.2: Realiseren van gebieden met effectief natuurbeheer 12.4.2: Natuurgerichte milieukwaliteit. 12.4.2.1. Milieukwaliteit afstemmen op de behoeften van kwetsbare soorten en habitats.
51158
SOD 5 ANB ondersteunt en werkt samen met lokale overheden, private partners, doelgroepen en particulieren in functie van meer en betere natuur, bos en groen. Via de realisatie van SOD 5 geeft het agentschap concreet invulling aan volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009: Algemene strategische doelstellingen 6.2.3
Subsidiariteit.
Thematische strategische doelstellingen Natuur- en bosbeleid SD I
OD 2 OD 3 OD 4 OD 6 OD 7 SD 5 OD I
Op basis van een objectieve evaluatie worden de instrumentenmix en de budgetten hiervoor geoptimaliseerd en gebiedsgericht ingezet. Complementair hieraan wordt gestreefd om aanmoedigende sociale instrumenten in te zetten ten einde de effectiviteit en de gedragenheid van het beleid te verhogen. Aanmoedigen initiatieven buiten Vlaamse Overheid. Natuurrichtplannen i.f.v. samenwerking. Duurzaam bos- en natuurbeheer ondersteunen. Bosgroepen. Regionale landschappen. We willen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen. Gezamenlijke visievorming.
Via de realisatie van SOD 5 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.4: Doelgroepenbeleid. 12.4.4.1: Verhoging van de verweving en (lptimale ecologische inpasbaarheid van menselijke activiteiten. 12.4.4.2: Een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak realiseren. 12.4.5: Lokale besturen. 12.4.5.1 : Ondersteuning van lokale besturen bevorderen.
SOD 6: ANB draagt bij tot meer en betere natuur, bos en groen in (rand)stedelijke context Via de realisatie van SOD 6 geeft het agentschap concreet invulling aan volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009: Thematische strategische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD 2 We willen bestaande bossen, natuur- en groengebieden beter valoriseren wat hun recreatieve mogelijkheden aangaat. Tegelijk willen we waar nodig zorgen voor meer bossen, natuuren groengebieden. OD 1 Harmonisch park- en groenbeheer. OD 2 Voorzien in voldoende natuur en bossen. 52/58
\
\ SD 3
Er wordt werk gemaakt van soortenbeleid en van meer verweving van activiteiten, met het oog op het behoud, het herstel en de versterking van de biodiversiteit.
aD 3 Verweving. Via de realisatie van SOD 6 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.1: Gebiedsgerichtbeleid. 12.4.1.3: Biodiversiteit in het stedelijk milieu behouden en versterken.
SOD 7 ANB draagt bij tot het stopzetten van het verlies aan biodiversiteit door het bestendigen en bevorderen van de soortendiversiteit, aanvullend op de instandhouding, ontwikkeling en herstel van de natuur en het natuurlijk milieu Via de realisatie van SOD 7 geeft het agentschap concreet invulling aan volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009: Thematische strategische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD 3
Er wordt werk gemaakt van soortenbeleid en van meer verweving van activiteiten, met het oog op het behoud, het herstel en de versterking van de biodiversiteit.
aD 1 Verwerving in functie van prioriteiten. aD 2 Soortenbeleid. Via de realisatie van SOD 7 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 11: Versnippering. 11.4: Maatregelen en instrumenten. 11.4.2: Verwijderen of milderen van het versnipperende effect voor zoveel mogelijk bestaande (prioritaire) versnipperende elementen. 11.4.3 Bevorderen van de migratiemogelijkheden van dieren en planten door ecologische versterking van de landschapsstructuur tussen leefgebieden. 11.4.4. Vrije vismigratie mogelijk maken in zoveel mogelijk prioritaire waterlopen. Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.3: Doelstellingen - Langetermijndoelstellingen (2010). 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.1: Gebiedsgericht beleid. 12.4.1.2: Realiseren van gebieden met effectief natuurbeheer. 12.4.2: Natuurgerichte milieukwaliteit. 12.4.2.1. Milieukwaliteit afstemmen op de behoeften van kwetsbare soorten en habitats. 12.4.3: Soortenbescherming. 12.4.1.3: Huidige soortendiversiteit bestendigen en bevorderen.
53/58
t
\
\ SOD 8 ANB streeft een optimale ecologische inpasbaarheid van menselijke activiteiten na in func~ie van meer en betere natuur, bos en groen Via de realisatie van SOD 8 geeft het agentschap concreet invulling aan volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009: Thematische strategische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD 1
Op basis van een objectieve evaluatie worden de instrumentenmix en de budgetten hiervoor geoptimaliseerd en gebiedsgericht ingezet. Complementair hieraan wordt gestreefd om aanmoedigende sociale instrumenten in te zetten ten einde de effectiviteit en de gedragenheid van het beleid te verhogen.
OD3 Natuurrichtplannen i.f.v. samenwerking. OD5 Overleg. OD6 Bosgroepen. OD7 Regionale landschappen. SD2
We willen bestaande bossen, natuur- en groengebieden beter valoriseren wat hun recreatieve mogelijkheden aangaat. Tegelijk willen we waar nodig zorgen voor meer bossen, natuur- en groengebieden.
OD 2 Voorzien in voldoende natuur en bossen. OD 3 Voorzien in een goede toegankelijkheidsregeling. SD 5
We wÜlen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen.
OD 1 Gezamenlijke visievorming.
Via de realisatie van SOD 8 vult het agentschap de volgende aspecten van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.1. Gebiedsgericht beleid. 12.4.1.3. Biodiversiteit in stedelijk milieu behouden en versterken. 12.4.4: Doelgroepenbeleid. 12.4.4.1: Verhogen van de verweving met andere functies en optimale ecologische inpasbaarheid van menselijke activiteiten. 12.4.4.2: Zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak realiseren.
54/58
l
\
\ SOD 9 ANB zet handhaving in tot het bekomen van een respectvolle houding tegenover natuur, bos en groen Via de realisatie van SOD 9 geeft het agentschap concreet invulling aan volgende aspecten van de beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009: Algemene strategische doelstellingen 6.2.7
Handhaving.
Thematische strategische doelstellingen natuur- en bosbeleid SD 5
We willen natuur en bos meer en meer geïntegreerd benaderen, vanuit het oogpunt van de diverse functies die ze hebben. Deze willen we zo goed mogelijk tot hun recht laten komen.
OD I Gezamenlijke visievorming. OD 2 Harmonisatie in de regelgeving.
Via de realisatie van SOD 9 vult het agentschap de volgende aspecten Van het Vlaamse milieubeleidsplan 2003 - 2007 concreet in: DEEL 2: Themabeleid Hoofdstuk 12: Verlies aan biodiversiteit. 12.4: Maatregelen en instrumenten. 12.4.2: Natuurgerichte milieukwaliteit. 12.4.2.1: Milieukwaliteit afstemmen op de behoeften van kwetsbare soorten en habitats. DEEL 7: Instrumenten Hoofdstuk 3: Beleidsuitvoerende instrumenten. 3.3: Juridische instrumenten. 3.3.4: Maatregelen en instrumenten. 3.3.4.3: Nieuwe thematische en horizontale regelgeving uitwerken.
55158
Bijlage 3
Kernopdrachten van het agentschap
Hieronder zijn de kemopdrachten van het agentschap opgenomen zoals die zijn vastgelegd in artikel 3 van het oprichtingsbesluit.
§ 1. Het ANB heeft tot taak: la onroerende goederen die ten behoeve van natuur, bos en groen in eigen beheer zijn en aanANB werden toevertrouwd via verwerving, overdracht of overeenkomst, duurzaam te beheren;
20 het duurzame beheer van onroerende goederen die van belang zijn voor natuur, het natuurlijk milieu, bos, groen en faunabeheer, en die niet in eigen beheer zijn, te stimuleren; 30 de natuur, het natuurlijk milieu, bos en groenvoorzieningen kwantitatief en kwalitatiefte versterken door het realiseren van een consistente, zichtbare netwerkstructuur van natuur en bos, door het stimuleren van groenvoorzieningen in het buitengebied en de stedelijke omgeving en door het realiseren van meer natuur buiten de bos- en natuurgebieden, met inbegrip van de bevordering van de landschapsecologische samenhang; 4 0 de biologische diversiteit te bevorderen, ook in buitengewestelijke context; 50 bij te dragen aan de realisatie van een natuurgerichte milieukwaliteit, met het oog op de instandhouding, de bescherming, de ontwikkeling en het herstel van het natuurlijk milieu; 60 een duurzaam en planmatig faunabeheer uit te voeren; 70 bij te dragen aan de beleidsvoorbereiding, met inbegrip van de milieuplanning en de regelgeving met betrekking tot de doelstellingen, vermeld in artikel 2. §2. Het ANB vervult die taken onder meer door: la gegevens en informatie te verzamelen, te beoordelen en te verwerken door:
a) gegevens met betrekking tot natuur, natuurlijk milieu, bos, groen en faunabeheer te verzamelen; b) gegevens over de relevante factoren van milieuverstoring met betrekking tot deze materies te verzamelen; c) waardevolle gebieden voor natuur, bos, groen en faunabeheer te inventariseren; d) de gegevens, vermeld in punt a), b) en c) te beoordelen; e) de gegevens, vermeld in punt a), b) en c) en informatie te verwerken met het oog op het rapporteren en informeren hierover; 2 0 een doelgerichte en doelmatige beheervisie te ontwikkelen voor de natuur in de bebouwde omgeving, de natuur in het buitengebied, het bos-, groen- en het faunabeheer, alsook die visie consequent toe te passen op de onroerende goederen in eigen beheer en de andere beheerders. te stimuleren om een beheer te voeren dat gebaseerd is op deze beheervisie; 30 natuurontwikkelingsprojecten te initiëren en uit te voeren;
56/58
4° ervoor te zorgen dat het beheer van de bossen van de intermediaire en lokale overheden en van privé-eigenaars wordt opgewaardeerd en versterkt met het oog op de realisatie van duurzaam bosbeheer; 5° instrumenten te ontwikkelen en maatregelen uit te werken om de taken, vermeld in § 1, uit te voeren. Het betreft onder meer het ontwikkelen en afsluiten van beheer- en gebruiksovereenkomsten, het verlenen van subsidies en erkenningen; het opzetten van samenwerkingsverbanden tussen terreinbeheerders onder meer binnen gemengde bosgroepen, het streven naar het economisch en sociaal valoriseren van het patrimonium onder zijn beheer binnen het kader van duurzaam beheer, het opzetten van constructies van cofinanciering van eigen initiatieven of medefinanciering van projecten op initiatief van derden; 6° op een gestructureerde en zichtbare wijze een methodiek te ontwikkelen en toe te passen voor de soortenbescherming; Daarbij behoort tevens een verantwoord beheer van de genetische diversiteit; 7° binnen een geïntegreerd stedelijk beleid, dat zich ~ede richt op de problematiek van de leefbaarheid van de steden, te zorgen dat ook de groenbeleving aan bod komt, door bij te dragen aan het ontwikkelen van een visie over de betekenis van groen en natuur in de ruimtelijke en functionele ontwikkeling van steden en door bij te dragen aan het scheppen van een kader waarbinnen iedere actor ten volle zijn verantwoordelijkheid kan opnemen; 8° adviezen uit te brengen over plannen, programma's, acties en vergunningen die betekenisvolle effecten kunnen hebben op het natuurlijk milieu en op bos, groen en het faunabeheer; 9° te zorgen voor de handhaving van de regelgeving met betrekking tot haar missie en taken; het betreft in eerste instantie de handhaving met betrekking tot de eigen domeinen. §3. In het kader van zijn missie en taken draagt het ANB, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse Regering en het departement, bij tot: 1° de internationale, Europese, bovengewestelijke en intergewestelijke samenwerking en besluitvorming op het gebied van natuur, bos en groen; 2° het stimuleren van de realisatie van de doelstellingen van dit beleid door andere beleidsdomeinen en de uitbouw van vormen van samenwerking daarvoor; 3° de realisatie van vormen van samenwerking met lokale overheden; 4° de realisatie van vormen van samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en belangengroepen. §4. In het kader van zijn missie en taken draagt het ANB, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse Regering en het departement, verder bij tot: 1° de volledige omzetting en toepassing van het internationaal en Europees recht en van de samenwerkingsakkoorden met de andere gewesten; 2° de communicatiestrategie en -planning van het beleidsdomein, met inbegrip van sensibilisering en informatieverstrekking; 3° de realisatie van een breed maatschappelijk draagvlak voor zijn missie en het bevorderen van de maatschappelijke participatie daarin; 4° het gecoördineerde doelgroepenbeleid van het beleidsdomein; 5° de ontwikkeling van een zo goed mogelijk geïntegreerd instrumentarium voor het beleid inzake natuur, bos en groen; 57/58
\
\ 6° het bepalen van de informatiebehoefte, de geïntegreerde inzameling van gegevens en informatie en het geïntegreerde informatiebeheer. 7° de geïntegreerde aansturing van het wetenschappelijk onderzoek.
58/58