Begroting Stichting ROC West-Brabant. De basis voorbij

Begroting 2015 Stichting ROC West-Brabant

De basis voorbij

St. ROC West-Brabant – Begroting 2015

BEGROTING STICHTING ROC WEST-BRABANT Beleidsgebied Raakvlakken beleidsgebieden

Frequentie Periode

Financiën Onderwijs Personeel Facilitair beheer, Huisvesting ICT Jaarlijks 1 januari – 31 december 2015

Vastgesteld door de RvB d.d. Goedgekeurd door de RvT d.d.

2/30


INHOUDSOPGAVE

BEGROTING STICHTING ROC WEST-BRABANT ........................................................................... 2 Inleiding ...................................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 1 Hoofdlijnen exploitatie 2015-2017........................................................................ 6 1.1 Exploitatie 2015 ................................................................................................................ 6 1.2 Bekostiging ....................................................................................................................... 6 1.3 Meerjarenperspectief ...................................................................................................... 6 Hoofdstuk 2 Aannames en risico’s ............................................................................................. 7 2.1 Aannames ......................................................................................................................... 7 2.2 Risico’s .............................................................................................................................. 7 Hoofdstuk 3 Beleidskeuzes en speerpunten .............................................................................. 9 3.1 Achtergrond ..................................................................................................................... 9 3.2 Strategisch beleidsplan “Onderwijs met passie 2” en de begroting 2015 ....................... 9 3.3 Beleidskeuzes – organisatie ........................................................................................... 10 3.4 Beleidskeuzes – Onderwijsvraag en -aanbod en huisvesting ........................................ 10 Hoofdstuk 4 Geconsolideerde begroting Stichting ROC West-Brabant................................... 11 4.1 Normering begroting ...................................................................................................... 11 4.2 Geconsolideerde exploitatie begroting Stichting ROC West Brabant 2015................... 12 4.3 Meerjarenperspectief 2015-2017 .................................................................................. 17 4.4 Geconsolideerde investeringsbegroting 2015 ............................................................... 18 4.5 Geconsolideerde liquiditeitsbegroting 2015 .................................................................. 19 Hoofdstuk 5 Enkelvoudige begroting ROC West Brabant ........................................................ 20 5.1 Exploitatiebegroting 2015 .............................................................................................. 20 5.2 Ontwikkeling deelnemers en leerlingen ........................................................................ 22 Hoofdstuk 6 Begroting van de deelnemingen ......................................................................... 23 6.1 Exploitatiebegroting deelnemingen 2015 ...................................................................... 23 6.2 Meerjaren exploitatiebegroting deelnemingen 2015 .................................................... 24 6.3 Toelichting per deelneming – ROC Corbeille BV ............................................................ 25 6.4 Toelichting per deelneming – ICT BV’s ........................................................................... 25 6.5 Toelichting per deelneming – ROC Bedrijfsopleidingen ................................................ 26 6.6 Toelichting per deelneming – Novalis BV....................................................................... 26 6.7 Toelichting per deelneming – ATG (Aviation Training Group) groep............................. 26 Hoofdstuk 7 Ontwikkelingen – dashboard en toelichting ....................................................... 28 7.1 Ontwikkelingen – resultaat ............................................................................................ 28 7.2 Ontwikkelingen – kengetallen ........................................................................................ 28 7.3 Ontwikkelingen – deelnemers en leerlingen ................................................................. 29 3/30


7.4 Ontwikkelingen – diploma’s ........................................................................................... 29 7.5 Ontwikkelingen – formatie............................................................................................. 30 7.5 Ontwikkelingen – conclusie............................................................................................ 30 Bijlage 1 Opbouw resultaat 2015-2017...............................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 2 Liquiditeitsbegroting 2015 ....................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

4/30


Inleiding

Voor u ligt de begroting 2015 van Stichting ROC West-Brabant, inclusief de meerjarenbegroting 20152017. De begrotingen 2015, 2016 en 2017 sluiten met positieve saldi van respectievelijk circa € 3,4 miljoen, € 2,5 miljoen en € 3,7 miljoen. Dit betekent een majeure verbetering ten opzichte van de afgelopen jaren. Voor 2014 was het begrotingsmotto “Borgen én vernieuwen”. Vanaf 2013 is er veel gebeurd om de exploitatie op orde te krijgen en dat is gelukt. 2015 is een schakeljaar op meerdere gebieden: in 2015 wordt de visie tot 2020 opgesteld, wordt de bekostiging en interne allocatie aangepast en moet de eerste tranche van RSA tot een afronding gaan komen. De afgelopen jaren is de basis gelegd om deze omschakeling te maken. Dat zien we ook terug in de wijze waarop deze begroting is opgesteld. Deze is voor de eerste keer ontwikkeld vanuit een ROC-brede en gestandaardiseerde aanpak. Dat versterkt ons vermogen om vanuit een samenhangend beeld in 2015 de exploitatie te monitoren en bij te sturen. Deze nieuwe begrotingsmethodiek gaat dan ook bijdragen aan een betere werking van onze planning en control cyclus. De aandacht kan nu uitgaan naar implementatie: van Focus op Vakmanschap, van de vernieuwde VMBO-bovenbouw, van onze meerjarenplannen richting 2020. Een rode draad hierin is dat we het leren centraal stellen. De prioriteit in ons handelen moet uitgaan naar het onderwijs zelf, naar de missie om aan talentontwikkeling te werken. ROC West-Brabant zal de komende jaren veranderen en ontwikkelen om modern en top-onderwijs te blijven bieden: Ons motto voor 2015 luidt dan ook: “De basis voorbij!”

5/30


Hoofdstuk 1 Hoofdlijnen exploitatie 2015-2017 In dit hoofdstuk wordt de achtergrond en context van de begroting geschetst. Belangrijke factoren hierin zijn de verwachte deelnemersaantallen, de bekostiging en de veranderingen die de komende jaren in het onderwijs gaan plaatsvinden. 1.1 Exploitatie 2015 De gewogen deelnemersaantallen (exclusief bedrijfstrajecten) op de meeste MBO-colleges stijgen. Doordat de colleges er in slagen deze groei met de bestaande formatie te bedienen, zal het exploitatiesaldo in 2015 op die colleges sterk verbeteren. De stijging van de bekostiging zet zich na 2015 niet voort. Innovatie en verbetering van het onderwijs krijgen in 2015 via de besteding van de kwaliteitsgelden een extra impuls. Deze extra impuls is nodig om in het meerjarenperspectief rendabel te blijven. In onze deelnemingen verbeteren de resultaten door een reeks van maatregelen uit 2014, vooral bij AM&TS, die worden doorgezet in 2015. RSA, de concentratie van stafondersteuning, gaat volgens planning door met de reeds ingezette formatiereductie; in de meerjarenbegroting is de 2e tranche niet verwerkt.

1.2 Bekostiging In het MBO dienen zich de nodige veranderingen aan, enerzijds door Focus op Vakmanschap anderzijds door het landelijke Bestuursakkoord. Focus op Vakmanschap gaat gepaard met aanpassingen in het bekostigingsmodel. We krijgen extra geld (€ 3 miljoen), o.a. voor Techniek maar we blijken daarnaast toch last te gaan krijgen van de generieke maatregelen, die vooral voor de lagere niveaus slecht uitpakken. Het OCW-deel van ons MBO gaat in 5 jaarlijkse stappen circa € 800k terug in bekostiging. Het Bestuursakkoord betekent voor 2015 vooral een grote som extra geld aan Kwaliteitsgelden (€ 3 miljoen extra). Tezamen met andere middelen (in totaal € 6 miljoen) moeten we deze nog een in een plan verwerken en ter goedkeuring indienen bij OCW. De baten zijn opgenomen in de begroting maar, omdat het geheel zeer laat bekend werd, aan de lastenzijde is een groot deel nog als stelpost opgenomen. We zijn blij met deze middelen, omdat we deze goed kunnen inzetten als investering in de kwaliteit van onderwijs en professionalisering.

1.3 Meerjarenperspectief De resultaatverbetering van 2015 op college niveau wordt gecontinueerd en wordt onderbouwd door een verbeterde formatiebeheersing. Daarbij komt dat, buiten de grote reducties in de reguliere formatie in de jaren 2013 en 2014, enkele grote structurele besparingen zijn doorgevoerd, vooral bij RSA en de concentratie van VMBO-locaties (tezamen ca € 2.5 miljoen). Ook is een groot structureel verlies bij ATG niet langer aan de orde (in het verleden variërend van € 1 tot € 2 miljoen jaarlijks verlies). Dit betekent al met al een toename van stabiliteit en voorspelbaarheid. Bij het VMBO handhaven we het beleid dat we het tekort “LB/LC” aanvaardbaar achten en hiermee de scholen niet extra belasten; het is een extra last als gevolg van een grootschalig inschalingsbesluit ten tijde van een fusie. Na 2018 zal het tekort geleidelijk afnemen. Voor het MBO is voor de langere termijn aan de orde dat het landelijke macrobudget niet zal wijzigen maar dat het aandeel “prestatiebekostiging” zal gaan toenemen. De wijze waarop dit zal gebeuren is nog niet duidelijk. We zullen in 2015 goed moeten monitoren en de effecten voor ons moeten beoordelen.

6/30


Hoofdstuk 2 Aannames en risico’s In dit hoofdstuk worden op hoofdlijnen de belangrijkste aannames (uitgangspunten) uiteengezet die zijn gebruikt om tot de begroting te komen. Daarnaast worden de mogelijke risico’s, die een effect zouden kunnen hebben op het resultaat, ook op hoofdlijnen benoemd. 2.1 Aannames Voor het bepalen van de bekostiging 2015 is uitgegaan van de telling gedaan op 1 oktober 2013 (t-2 bekostiging). Voor 2016 is gebruik gemaakt van de telling gedaan op 1 oktober 2014. Voor het bepalen van het aantal deelnemers en leerlingen in 2017 zijn prognoses gedaan door de colleges en scholen op basis van de huidige stand van zaken en de lokale omstandigheden. De impact van Focus op Vakmanschap op de bekostiging is meegenomen in de berekeningswijze voor de begroting 20152016-2017 op ROC niveau. Het effect op de verdeling van de gelden op college niveau is nog niet bekend en dus niet meegenomen in de begroting. De kwaliteitsgelden zijn uit voorzichtigheidsoverwegingen exploitatie neutraal opgenomen in de individuele college begrotingen. De personeelskosten zijn opgebouwd op basis van de onderbouwing vanuit de clusters en afdelingen en op een geaggregeerd niveau per college getoetst op betaalbaarheid en beleid. Onder de toelichting op de personeelskosten wordt hierop nader ingegaan. De ICT kosten die voornamelijk afkomstig zijn van IT-Workz, worden vanaf 2015 volgens de nieuwe SLA op een meer variabele manier ingestoken. Hierdoor zijn de colleges en scholen beter in staat om de ICT kosten te beïnvloeden door effectief met de afgenomen producten en diensten om te gaan, zoals bij voorbeeld het aantal werkplekken en het aantal gebruikers. In het algemeen geldt dat de colleges minimaal een sluitende begroting moeten hebben, waarbij aangetekend moet worden dat er specifieke omstandigheden kunnen zijn waar dit niet haalbaar is zoals bij het Cingel College en het VMBO.

2.2 Risico’s Zoals gemeld zullen we in 2015 stappen zetten om het strategische risicomanagement in onze organisatie te verbeteren. Dit moet leiden tot een meer systematische en beter dekkende monitoring en een beter onderbouwde set van risicogerichte maatregelen. Op enkele hoofdaandachtsgebieden zien we nu de volgende thema’s, waarop we ook in 2015 stappen gaan zetten: Deelnemers & leerlingen Er is meer inzicht nodig in de deelnemersontwikkeling voor de komende jaren met een modelmatige benadering. Dit is vooral van belang vanaf 2017 en de jaren daarna (in verband met de t-2 bekostiging). Voor de totaalaantallen in de regio mogen we gelukkig uitgaan van redelijk goede voorspellingen; de leerlingen zijn immers al in beeld. Het lastige zit in de bewegingen tussen de sectoren, en daarbinnen tussen afdelingen; deze hebben grote impact op de exploitatie per eenheid. Verder is de verdeling tussen BOL en BBL een belangrijke variabele. Er wordt in 2015 gekeken naar de mogelijkheden om de deelnemersontwikkeling, de betrokken effecten en de beleidsscenario’s beter in kaart te brengen. Daarnaast moeten we het als een risico opvatten dat het aantal stageplaatsen voor studenten op niveau 2 steeds meer lijkt te worden beperkt, in tal van branches althans. Het is nog niet goed duidelijk wat dit voor ons kan gaan betekenen.

7/30


Personeel en formatie In de jaren 2013 en 2014 hebben we van enkele honderden fte’s afscheid genomen. Dit is vooral ten koste gegaan van onze flexibele schil. Deze bedraagt nu tussen de 5% en 20%. We beschouwen dit als mogelijk risicovol, temeer als we bedenken dat (net als bij leerlingenprognoses, zie hierboven) er grote verschillen per afdeling optreden. We moeten bovendien ook beleid voeren om aan alle lesbevoegdheden te kunnen voldoen. Al met al kunnen we niet altijd snel reageren op veranderende leerlingaantallen. Hiernaast speelt nog de veranderende wetgeving inzake flexibele arbeidskrachten. Deze zorgt ervoor dat het voor ROC West-Brabant lastiger is om flexibel te blijven op het gebied van personeelslasten. Tot slot, vergrijzing is een belangrijk thema in onze organisatie. Door de opschuivende pensioenleeftijd neemt deze verder toe, mensen blijven langer. Hoe dan ook, vanaf 2017/2018 zal toch een toenemende groep gebruik gaan maken van pensioenrechten. Dit biedt voor formatievraagstukken ook weer kansen. Om al deze effecten en bewegingen te kunnen opvangen, gaan we in 2015 werken aan strategische personeelsplanning. We willen er vooral snel ervaring mee opdoen en starten daarom pilots op een tweetal colleges. Huisvesting Eerder was al afgesproken in 2015 het strategisch huisvestingsplan opnieuw op te stellen, in navolging van het meerjarenplan 2020 van het ROC dat dan gereed is. Dit plan moet ons gaan helpen om systematisch en met beheerst risico vastgoedbeleid te voeren. Vastgoed krijgt, sinds de problemen bij andere instellingen, extreem veel aandacht vanuit de audithoek. In de aanloop naar het strategisch huisvestingsplan is al een data-analyse gemaakt die met de Onderwijsinspectie is gedeeld; deze was voor de Onderwijsinspectie geen aanleiding tot extra zorgen. We nemen waar dat meer en meer ook gekeken wordt naar de bezettingsgraad per locatie; het is niet ondenkbaar, ondanks de positieve terugkoppeling van de kant van de Onderwijsinspectie, dat dit gaat leiden tot de vraag of afwaardering gewenst is. Financieel en verantwoording De afgelopen jaren is veel energie gestoken in de versterking van projectmatig werken. Aan de administratieve kant kon dit, in de pre-RSA fase, niet goed worden ondersteund. Dat wordt nu wel mogelijk en dat is ook gewenst, vooral gezien risico’s op het gebied van verantwoording. We zijn reeds acties gestart om dit in de loop van 2015 beter te kunnen gaan inregelen. Meer in de breedte moeten we kijken naar de kwaliteit van management rapportages en verslaglegging. We lopen risico door de trage en beperkte oplevering, alsmede door de prognosekwaliteit. Tot slot, in de sfeer van de administratieve organisatie en interne controle zijn in 2014 tal van maatregelen genomen. We achten het een risico indien deze niet goed worden geborgd. Met name voor ROC Diensten is dit een belangrijke doelstelling. Voor concern control is nu capaciteit vrijgespeeld, deze moet (samen met business control) bijdragen aan een goed werkend management control framework.

8/30


Hoofdstuk 3 Beleidskeuzes en speerpunten In dit hoofdstuk worden de beleidskeuzes die een financieel effect op de begroting hebben toegelicht. 3.1 Achtergrond De demografische ontwikkelingen laten een kleine krimp zien in het westen en een lichte groei in de regio Breda. Minder voorspelbaar zijn de verschuivingen tussen BBL en BOL en de specifieke ontwikkeling van bepaalde clusters zoals Zorg en Techniek. Binnen het onderwijs zijn er twee trajecten die veel aandacht gaan vragen. Voor het VMBO is dit de vernieuwde bovenbouw en voor het MBO is dit Focus op Vakmanschap.

3.2 Strategisch beleidsplan “Onderwijs met passie 2” en de begroting 2015 De begroting van alle onderdelen van ROC West-Brabant is gebaseerd op uitvoering van het strategisch beleidsplan uit 2010 “Onderwijs met passie 2”, naast de keuzes die de scholen en andere onderdelen van ROC West-Brabant maken binnen hun eigen meerjarenplannen. Door ROC WestBrabant zijn de onderstaande kaders benoemd, die in de begrotingen van de scholen terugkomen: Onderwijskwaliteit en kwaliteitsborging Voor het MBO gaat er een aantal onderwijskundige veranderingen plaatsvinden als gevolg van Focus op Vakmanschap. De contouren van deze maatregelen voor het MBO inclusief de organisatorische en financiële impact beginnen zich nu af te tekenen, maar zijn nog niet definitief. Afgelopen periode zijn er op het gebied van onderwijskwaliteit (noodgedwongen door inspectieonderzoeken) forse stappen gemaakt. De verdere implementatie van ons kwaliteitszorgsysteem zal komende jaren nog veel aandacht vergen. Voor het VMBO geldt dat de vernieuwde bovenbouw per 2016, naast de verdere realisatie van het bestuursakkoord VO-raad OCW 2012-2015, aandacht vragen de komende jaren. De eerste stappen naar een vernieuwde bovenbouw zullen in 2015 gezet gaan worden, hetgeen extra inspanningen vraagt van de VMBO entiteit. ‘In control’ komen De nieuwe centrale organisatieondersteuning, die vanaf eind 2013 is ingezet, wordt de komende jaren verder verstevigd om de sturing en beheersing van ROC West-Brabant te verbeteren. Aan elk college/onderdeel is de opdracht verstrekt te benoemen welke bijdrage door hen wordt geleverd. Bedrijfsvoering en ROC Diensten zijn in de ondersteuning de twee hoofdrolspelers, waar het met name gaat om de wijze waarop: - inzicht wordt gegeven in de behaalde resultaten via de MARAPS en kwartaalrapportages, - de reeds vastgelegde data een solide basis vormen en vertaald kunnen worden in modellen en methodieken om te komen tot prognoses, jaarplanningen en meerjarenbegrotingen, - risicomanagement een volwaardige plaats krijgt in zowel de rapportages over behaalde resultaten als ook een inschatting over omvang en impact bij prognoses, jaarplanningen en meerjarenbegrotingen. Professionalisering ROC West-Brabant heeft de ambitie om de komende jaren fors te investeren in alle medewerkers op het gebied van professionalisering. We zullen hiertoe gebruik maken van landelijke, niet structurele middelen.

9/30


Leven lang leren De mogelijkheden voor het rendabel uitvoeren van initiatieven rondom Leven lang leren worden samen met de regio in begin 2015 onderzocht. Op landelijk niveau zijn er ontwikkelingen die dit een impuls kunnen gaan geven aan Leven lang leren (bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het behalen van certificaten en op basis hiervan eventueel een diploma). De mogelijkheden om geaccrediteerde cursussen en/of opleidingen te volgen kan bedrijven een extra impuls geven om medewerkers een (korte) cursus en/of opleiding aan te bieden bij ROC WestBrabant. We evalueren momenteel hoe we e.e.a. ondersteunen. Of de huidige organisatiestructuur (ROC Bedrijfsopleidingen als aparte BV) bij past wordt in 2015 bekeken.

3.3 Beleidskeuzes – organisatie Afronding implementatie RSA Centraal op de agenda in 2015 staat de volledige implementatie van de eerste tranche van RSA. Eind 2015 zijn alle deelnemers, financiële en personele administratieve processen volledig geïmplementeerd. Om processen binnen ROC Diensten verder te optimaliseren, is ondersteuning in de vorm van automatisering nodig. De nadruk ligt op werkdruk vermindering, kwaliteitsverbetering en het verhogen van efficiency. Inzake de tweede en laatste tranche van RSA (Marketing & Communicatie en Facilitair & Huisvesting) zijn vooronderzoeken gaande en is in de begroting geen effect meegenomen. Hetzelfde geldt voor de gewenste samenvoeging van activiteiten in een eenheid “Onderwijs & Beleid”. Formatiereductie i.v.m. RSA De formatiereductie (minus 30 fte) begin 2014 gestart en loopt door tot einde 2015. We liggen op schema, de focus in 2015 ligt op begeleiding van medewerkers met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Strategie De grote veranderingen die in 2013 en 2014 hebben plaatsgevonden zijn van dien aard dat we een jaar eerder zijn begonnen met een nieuw ROC Meerjarenplan 2015 – 2020. Dit plan ronden we in winter 2014-2015 af. Zo nodig passen we in het voorjaar nog de plannen van afzonderlijke scholen aan. Verder zullen we nadien het strategisch huisvestingsplan herzien.

3.4 Beleidskeuzes – Onderwijsvraag en -aanbod en huisvesting In termen van onderwijsaanbod en huisvesting is het belangrijkste vraagstuk (buiten het strategisch plan) de besluitvorming rondom de herhuisvesting van het Vitalis College en van Christoffel/Kompas (SKVOB-scholen). Deze besluitvorming is in vergevorderd stadium.

10/30


Hoofdstuk 4 Geconsolideerde begroting Stichting ROC West-Brabant In dit hoofdstuk wordt de begroting van de stichting ROC West-Brabant toegelicht. De totale begroting van Stichting ROC West-Brabant is opgebouwd uit drie delen: 1. 2. 3.

De exploitatiebegroting inclusief huisvesting De investeringsbegroting inclusief huisvesting De liquiditeitsbegroting.

De exploitatiebegroting is opgebouwd uit de begroting van de colleges en de scholen, inclusief bestuurscentrum als ook de begroting van de deelnemingen. Deze twee delen zullen separaat worden toegelicht in hoofdstuk 5 en 6. De vergelijkende cijfers zijn de begrotingscijfers 2014. 4.1 Normering begroting Voorafgaand aan het opstellen van de begroting zijn in de kader- en begrotingsbrieven de volgende normen meegegeven uitgedrukt in een % van de inkomsten/baten): Kosten categorie a) Personeelslasten b) Afschrijvingslasten c) Huisvestingslasten

Toelichting Norm voor balans tussen beheersing van de personele lasten en beschikbare inzet van mensen. Norm voor een adequaat niveau van inventaris middelen en gebouwen door relatie met investeringsbegroting. Norm voor adequate, sobere en doelmatige huisvesting.

Normering 72% 7% 7%

d) Overige instellingslasten

Norm voor andere materiële randvoorwaarden.

12%

e) Saldo der baten en lasten

Norm voor voldoende weerstandsvermogen en investeringsvermogen; is geen absoluut % maar hangt samen met niveau investeringen (dit percentage is gebaseerd op het resultaat exclusief het saldo van financiële baten en lasten).

2%

De volgende aspecten kunnen de uiteindelijke normering echter aanzienlijk beïnvloeden: 1. Het inzetten van resultaat uit voorgaande jaren. 2. Investeringen (te maken kosten) voor nieuwe opleidingen en initiatieven. 3. Geaccepteerde (tijdelijke) verliezen. Verliezen met een specifieke – niet direct beïnvloedbare – oorzaak. Daarnaast zal het saldo der financiële baten en lasten mede het uiteindelijk exploitatiesaldo bepalen. Het saldo van baten en lasten zou voldoende groot moeten zijn om het saldo der financiële baten en lasten te dekken.

11/30


4.2 Geconsolideerde exploitatie begroting Stichting ROC West Brabant 2015 De exploitatiebegroting is opgebouwd uit diverse begrotingen waarbij intercompany posten zijn geëlimineerd. De geconsolideerde begroting sluit met een resultaat van € 4,0 miljoen positief en laat zich als volgt presenteren: Begroting St. ROC West-Brabant

2015 x € 1.000

%

2014 x € 1.000

%

(Rijks)bijdragen OC&W (Rijks)bijdragen EZ Overige overheidsbijdragen Cursus-, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten

166.478 28.073 2.763 784 8.302 9.255

77% 13% 1% 1% 4% 4%

159.730 29.254 3.326 685 9.802 11.458

75% 14% 2% 1% 5% 5%

Som der baten

215.655

100%

214.255

100%

Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten

157.064 12.943 13.479 26.201

73% 6% 6% 12%

157.110 12.767 15.409 24.503

73% 6% 7% 11%

Som der lasten

209.687

98%

209.789

98%

5.968

2%

4.466

2%

-2.372

-1%

-2.407

-1%

3.596

1%

2.059

1%

-106

0%

-133

0%

3.490

2%

1.926

1%

0

0%

-15

0%

3.490

2%

1.911

1%

Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat voor belastingen Belastingen Resultaat na belastingen Minderheidsbelang derden in resultaat Resultaat

Het resultaat is als volgt tot stand gekomen:

ROC West-Brabant Deelnemingen

2015 x € 1.000

2014 x € 1.000

3.206 284

2.279 -369

3.490

1.910

12/30


Rijksbijdragen OC&W en EZ De bekostiging bestaat voor het grootste deel uit de ontvangen rijksbijdragen van OC&W en EZ. Deze bedragen zijn te verdelen in een drietal categorieën: a) Normatieve Rijksbijdragen b) Geoormerkte gelden met name Kwaliteitsgelden c) Andere aanvullende bekostiging a) Normatieve Rijksbijdragen De normatieve Rijksbijdrage voor 2015 voor MBO is gebaseerd op de deelnemers/leerlingaantallen zoals deze ook eind oktober 2013 (t-2 bekostiging) gehanteerd zijn door het Ministerie en sluit hierop aan. De MBO bekostiging 2015 is berekend met behulp van simulatiemodellen die beschikbaar gesteld zijn vanuit het Ministerie. Deze simulatie was benodigd vanwege de veranderende bekostigingsmodellen die het Rijk gaat hanteren bij de invoering van Focus op Vakmanschap. Voor de jaren 2016 en 2017 voor het MBO is de verdeling van de gelden gebaseerd op een best te maken inschatting. Het effect van Focus op Vakmanschap op de individuele colleges is bij het opstellen van deze begroting niet expliciet vast te stellen. Om te komen tot de eerder genoemde beste inschatting van de hoogte en de verdeling van de gelden is uitgegaan van de onderstaande uitgangspunten. - De lumpsum op macro niveau zal in 2016 met 0,5% dalen t.o.v. 2015 en in 2017 met 1% t.o.v. 2015. - De voormalige “prestatiebox”-middelen gaan op in een stelsel van vaste en variabele kwaliteitsafspraken met een verantwoording in een Instellingsplan vooraf. - Komende jaren zal het totale ROC West-Brabant budget voor passend onderwijs met € 500.000 afnemen. Begin 2015 zal er een goed onderbouwd plan moeten komen hoe de voor 2015 gereserveerde gelden (€ 500.000) ingezet zullen worden. Aangezien deze tijdelijk extra gelden niet in de begroting van de colleges meegenomen zijn voor 2015, kan derhalve uitgegaan worden van gelijkblijvende bedragen voor 2016 en 2017. De verdeling van de gelden voor de jaren 2015-2016-2017 zijn via dezelfde methodiek en verdeelsleutels toegekend aan de colleges als voorgaande jaren. In 2015 zullen wij als ROC op basis van de inhoudelijke effecten van Focus op Vakmanschap een nieuwe toekenningsmethodiek ontwikkelen. De VO en VMBO bekostiging 2015 is bepaald op basis van de leerlingenaantallen per eind oktober 2014 en de vanuit het Ministerie bevestigde bekostigingsniveau. Voor de inschatting van de hoogte en de verdeling van de V(MB)O gelden van - de normatieve Rijksbijdragen; en - de prestatiebox gelden en overige bekostiging voor de jaren 2016 en 2017 is uitgegaan van de onderstaande uitgangspunten: - De V(MB)O lumpsum gelden op macro niveau zal in 2016 met 0,6% dalen t.o.v. 2015 en in 2017 met 0.4% t.o.v. 2015. - Voor leerlingaantallen V(MB)O in 2016 en 2017 gaan we uit van een daling van 1,4% respectievelijk 2,5% ten opzichte van 2015. Voor het VO in totaal betreft dit 0,2%, respectievelijk 1,1%. Op basis van deze uitgangspunten gaan we uit van een minimale wijziging voor de jaren 2016 en 2017 ten opzichte van 2015. Er is echter wel een verschuiving van de gelden van EZ naar OCW.

13/30


b) Geoormerkte gelden met name Kwaliteitsgelden De geoormerkte gelden bestaan voor het belangrijkste deel uit Kwaliteitsgelden. De kwaliteitsgelden bestaan uit een vast en een variabel deel (in totaal voor ROC West-Brabant naar verwachting: ruim € 6 miljoen per jaar) . Het vaste deel van de kwaliteitsafspraken omvat de volgende ‘oude’ gelden: - Taal en Rekenen, - professionalisering, - de vaste voet van de VSV en - de gelden voor versterken centrale en uniforme toetsing. In 2015 worden hieraan de volgende gelden toegevoegd: - professionalisering, - leraren en schoolleiders, - excellentie. Voor het definitief toegekend krijgen van deze gelden moet op ROC niveau een tweetal plannen worden geschreven: een plan voor de besteding van de gelden bestemd voor ‘excellentie’ en een plan voor de besteding van de overige gelden die hieruit beschikbaar komen. Op centraal niveau is een coördinator benoemd om het opstellen van deze plannen, die voldoet aan de daarbij gestelde voorwaarden, te realiseren voor de deadline van 1 april 2015. De plannen die in april 2015 voorgelegd en naar verwachting goedgekeurd gaan worden, zijn geldig voor de 4 jaren die volgen. Dit betekent voor de begrotingsjaren 2016 en 2017 dat de bovengenoemde bestedingen gehandhaafd blijven. De kwaliteitsgelden hangen voor het variabele deel wel samen met de deelnemersaantallen en kunnen op basis hiervan fluctueren. Op college niveau zijn deze gelden opgenomen met een exploitatie neutraal saldo. De plannen en activiteiten voor Taal en Rekenen zijn op dit niveau veelal adequaat geregeld. Voor de overige onderwerpen zal vanuit de centrale coördinator stappen ondernomen worden om de gelden te onderbouwen met gedegen plannen en activiteiten, zowel op collegeniveau als ROC breed. Tevens zal worden toegezien op een adequate uitvoering van en verantwoording over de plannen. Onder de geoormerkte subsidies van OC&W zijn bedragen uit de Zorgbegroting verantwoord. Per oktober 2014 is er een bedrag van totaal € 1,4 miljoen ontvangen, vanwege de behaalde resultaten, die op basis van ingediende plannen zal worden toegekend. Op basis van de indiende aanvragen voor 2015 ten bedragen van € 0,5 miljoen zijn deze onder voorbehoud van goedkeuring door de RvB verwerkt in de begrotingen van desbetreffende colleges. c) Andere aanvullende bekostiging Overheidsbijdragen van gemeenten en overige overheidsinstellingen zijn met name de bijdragen die het Kellebeek College ontvangt van gemeentelijke overheden. Overige inkomsten (les- en examengelden en overige baten) zijn voornamelijk (ouder)bijdragen voor activiteiten en de opbrengsten van detachering van medewerkers. De bekostiging OCW laat over de jaren 2015 tot en met 2017 een stabiel beeld zien. De bekostiging EZ laat een daling zien. Deze daling wordt veroorzaakt door een verschuiving van de normatieve Rijksbijdragen voor het VMBO van EZ naar OCW vanaf 2015. De daling van € 5,7 miljoen voor VMBO (groen, via EZ) wordt grotendeels gecompenseerd in een stijging van de bekostiging OCW. Voorts dalen de aantallen leerlingen in het ‘groen’ onderwijs, waardoor de bekostiging hiervoor niet op peill kan blijven.

14/30


Personeelslasten De personeelskosten van eigen personeel zijn door de colleges en het Bestuurscentrum opgebouwd op basis van het huidige personeelsbestand. De voorziene mutaties voor de komende jaren en de kosten die hiermee samenhangen zijn samengevoegd met het huidige bestand, daarnaast is er een schatting gemaakt van de inhuur van derden. Dit samen betreffen alle personeelskosten. Hierbij zijn binnen de begroting van het Bestuurscentrum ook de kosten voor o.a. afvloeiingsregelingen en mobiliteit meegenomen. De personeelskosten voor de diensten en de BV’s zijn op individuele basis tot stand gekomen in samenspraak met diensthoofd of directeur. Daarbij zijn de taken en verantwoordelijkheden van de dienst of de BV gerelateerd aan de noodzakelijke inzet van personeel. De begroting voor de colleges over de jaren 2015-2016-2017 laat een daling zien van het totaal aandeel medewerkers met een vast dienst verband (85,1% in 2015 naar 83,1% in 2017) ten gunste van de medewerkers met een tijdelijk dienstverband (10,9% in 2015 naar 12,4% in 2017). Het aandeel van ingehuurd personeel blijft over de komende jaren gelijk (rond 4,2%). De kosten die samenhangen met personeel dalen in 2016 en 2017 significant, door de effecten van nadrukkelijke sturing op formatie. Met name binnen de VMBO entiteit ( voor 2016 €1,2 miljoen, 2017 € 0,8 miljoen) en Kellebeek college (2016 € 0,4 miljoen, 2017 € 0,4 miljoen) is de ingezette daling fors. Voorts is over de hele linie van de colleges een daling waarneembaar. De totale kostenafname in 2016 is € 3,5 miljoen en in 2017 nog eens een bedrag van € 1,2 miljoen.

15/30


FTE's Vast

jan-jul 2014 aug-dec 2014 jan-jul 2015 aug-dec 2015 jan-jul 2016 aug-dec 2016 jan-jul 2017 aug-dec 2017 1.556

1.547

1.549

1.518

1.510

1.492

1.496

1.479

193

179

214

212

207

213

202

204

Inhuur, obv kwaliteitsgelden

0

0

47

47

47

47

47

47

Inhuur, incl ziektevervanging

76

56

63

62

61

60

58

58

1.825

1.781

1.873

1.839

1.825

1.812

1.802

1.787

Tijdelijk

Totaal Deelnemers

jan-jul 2014 aug-dec 2014 jan-jul 2015 aug-dec 2015 jan-jul 2016 aug-dec 2016 jan-jul 2017 aug-dec 2017

Deelnemers BOL

10.527

11.121

10.820

11.341

11.033

11.460

11.162

11.409

Deelnemers BBL

6.031

5.060

4.783

4.838

4.691

4.792

4.624

4.722

Leerlingen regulier

5.165

5.203

5.221

5.286

5.342

5.353

5.440

5.444

Leerlingen LWOO

1.797

1.751

1.751

1.655

1.655

1.599

1.599

1.555

Totaal

23.520

23.135

22.575

23.120

22.721

23.204

22.825

23.130

Gewogen deelnemers

21.159

21.325

20.931

21.376

21.065

21.448

21.170

21.385

Hierboven zijn de deelnemers en leerlingen voor de komende (school)jaren weergegeven. Tegen deze aantallen is de formatie op de colleges en de scholen (dus exclusief centrale ondersteuning) afgezet opgesplitst in een viertal categorieën namelijk vast, tijdelijk, inhuur vanwege ziektevervanging en inhuur o.b.v. kwaliteitsgelden. De totale formatie stijgt per januari 2015 als gevolg van de verwerking van de kosten die samenhangen met uitvoering van de kwaliteitsgelden (nadere toelichting hieronder bij” inhuur o.b.v. kwaliteitsgelden”). De totale formatie daalt vanaf augustus 2015 doordat daar de daling van de vaste formatie wordt ingezet. De lijn van de vaste formatie daalt in de komende jaren, waarmee we in totaal een betere verhouding tussen vaste en flexibele formatie zullen krijgen en dus in staat zijn om in te spelen op de mutaties in de aantallen deelnemers en leerlingen.

16/30


De categorie inhuur is opgesplitst omdat onder inhuur o.b.v. kwaliteitsgelden de kosten zijn verantwoord die samenhangen met de nog op te stellen plannen voor de inzet van de Kwaliteitsgelden. Of er daadwerkelijk inhuur van derden zal plaatsvinden is nog niet zeker, maar hangt samen met de op te stellen plannen per college. Afschrijvingslasten De afschrijvingslasten zijn tot stand gekomen op basis van de nog af te schrijven bedragen van bestaande activa en de additionele afschrijvingen op nieuwe investeringen. Huisvestingslasten De huisvestingslasten (totaal € 13,5 miljoen) worden voor € 7,2 miljoen binnen de colleges gedragen en begroot, hetgeen kosten zijn die samenhangen met het gebruik van de huisvesting. De kosten voor instandhouding worden begroot binnen de dienst Huisvesting. Overige lasten De belangrijkste kostenpost onder overige lasten zijn de kosten voor ICT. De kosten van IT-Workz zijn op basis van de variabelen per college berekend aan de colleges en het Bestuurscentrum. Daarnaast heeft de verhoging van de activeringsgrens naar € 5.000 (was € 1.000) impact op de hoogte van de kosten in deze categorie. Ook de kosten van Edictis (het leerlingvolgsysteem) zijn hier opgenomen. In het meerjarenperspectief laat deze post een dalende lijn zien. In 2015 zijn er additionele kosten begroot voor de bedrijfsgroepen ( € 2,5 miljoen) en voor een personeelsfeest (€ 0,4 miljoen), een totaal bedrag van € 2,9 miljoen. Deze kosten komen in de jaren 2016 en 2017 niet terug. 4.3 Meerjarenperspectief 2015-2017

2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

(Rijks)bijdragen OC&W (Rijks)bijdragen EZ Overige overheidsbijdragen Cursus-, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten

159.730 29.254 3.326 685 9.802 11.458

166.478 28.073 2.763 784 8.302 9.255

165.523 21.286 2.565 807 8.405 9.147

165.909 20.228 2.521 763 8.595 9.054

Som der baten

214.255

215.655

207.732

207.069


157.110 12.767 15.409 24.503

157.064 12.943 13.479 26.201

153.572 13.140 13.726 22.362

152.347 13.140 13.438 22.249

Som der lasten

209.789

209.687

202.801

201.174

4.466

5.968

4.931

5.895

Baten

Lasten

Saldo baten en lasten

17/30


Saldo financiële baten en lasten Resultaat voor belastingen

-2.407

-2.372

-2.272

-2.100

2.059

3.596

2.659

3.795

-133

-106

-120

-128

1.926

3.490

2.539

3.667

-16

0

0

0

1.910

3.490

2.539

3.667

2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

2.279 -369

3.206 284

1.967 572

3.081 586

1.910

3.490

2.539

3.667

Belastingen Resultaat na belastingen Minderheidsbelang derden in resultaat Resultaat

De verdeling luidt als volgt:


In bijlage 1 is de opbouw van het resultaat als totaal inzichtelijk gemaakt.

4.4 Geconsolideerde investeringsbegroting 2015 De investeringsbegroting heeft betrekking op onroerende en roerende zaken. o Inventaris o Huisvesting (nieuwbouw en verbouwingen) Voor 2014 is sprake van een investeringsvolume van circa € 10,4 miljoen. Dit is als volgt opgebouwd:


huisvesting

2015 inventaris

totaal

huisvesting

2014 inventaris

totaal

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

4.000 0

3.631 2.807

7.631 2.807

19.187 0

5.091 1.974

24.278 1.974

4.000

6.438

10.438

19.187

7.065

26.252

In 2012 werd de start van de nieuwbouw van het Vitalis College “on hold” gezet. Aan deze beslissing was toen ook de toekomstige huisvesting van de sportopleidingen in Breda (CIOS) en JCC in Roosendaal gekoppeld alsmede de bakkersopleiding van het Cingel College in Breda. In het plan destijds was ook een scenario opgenomen met betrekking tot de vervanging van de gebouwen van Kompas en Christoffel in Breda. Eind 2014 wordt hierover opnieuw een besluit genomen. Indien positief wordt uitvoering voor deze opleidingen en locaties in voorbereiding genomen in 2015.

18/30


Als gevolg van het besluit om de nieuwbouw van het Radius College en de nieuwbouw van het Markiezaat College uit te stellen is het groot onderhoud van de huidige gebouwen geïntensiveerd en in tijd naar voren gehaald om deze locaties in redelijke staat te kunnen blijven gebruiken tot respectievelijk 2025 (Radius College Breda) en 2030 (Markiezaat College Bergen op Zoom). Fase 1 is in 2014 gerealiseerd. De komende twee jaar wordt fase 2 en 3 uitgevoerd.

4.5 Geconsolideerde liquiditeitsbegroting 2015 Cashflow 2015 begroot van € 1,2 miljoen. In Bijlage 2 is de liquiditeitsbegroting voor 2015 integraal opgenomen. In het kader van de liquiditeitsbegroting worden onderstaande financiële kengetallen gerapporteerd. In hoofdstuk 7 volgt een toelichting op verwachte ontwikkelingen voor het ROC in meerjarenperspectief, zoals deze ook voor de Onderwijsinspectie wordt opgesteld. Hierin worden ook. deze financiële kengetallen worden toegelicht. financiële kengetallen

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

solvabiliteit 1

0,50

0,53

0,55

0,57

0,58

0,61

0,60

solvabiliteit 2

0,56

0,58

0,60

0,61

0,63

0,64

0,65

liquiditeit

1,28

0,86

0,93

0,79

0,55

0,65

0,65

-1,6%

0,9%

1,9%

1,7%

2,2%

2,0%

2,0%

rentabiliteit

19/30


Hoofdstuk 5 Enkelvoudige begroting ROC West Brabant 5.1 Exploitatiebegroting 2015 Deze begroting bestaat uit deelbegrotingen van de onderscheiden colleges, de V(MB)O scholen en de centrale ondersteuning (de diensten en de Raad van Bestuur sec). Daarnaast worden separate begrotingen gemaakt voor huisvesting en de resultaatopdracht van de Raad van Bestuur. De begroting sluit met een resultaat van € 3,2 miljoen positief en laat zich als volgt presenteren: Begroting ROC West-Brabant

2015

2014

x € 1.000

%

x € 1.000

%

Som der baten

208.752

100%

205.961

100%


149.816 9.948 13.106 31.107

72%

72%

15%

149.216 9.500 15.275 28.640

Som der lasten

203.977

98%

202.631

98%

4.775

2%

3.330

2%

-1.569

-1%

-1.051

-1%

3.206

2%

2.279

1%

Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat

5% 6%

5% 7% 14%

Het resultaat is als volgt tot stand gekomen: 2015

2014

x € 1.000

x € 1.000

Cingel College Florijn College Kellebeek College Markiezaat College Prinsentuin MBO Radius College Vitalis College VMBO scholen Zoomvliet College Centraal (FoV) Bedrijfsgroepen Graaf Engelbrecht Stedelijk Gymnasium

-212 252 533 -330 494 353 760 -1.986 201 603 0 -394 17

-277 -302 23 -433 -101 14 -67 -1.845 -202 0 2.800 -257 -155

Totaal onderwijs

-/- 290

-802

Bestuurscentrum

-15.629

-14.925 20/30


Dekking vanuit afroming Beschikbaar resultaat vanuit afroming Huisvesting

2015

2014

x € 1.000

x € 1.000

15.035 4.518 -1.008

14.831 4.453 -1.278

3.206

2.279

De kosten van het Bestuurscentrum zijn vooral gestegen door een eenmalige reservering voor een personeelsevenement. Binnen het ROC wordt niet aan kerstpakketten gedaan, met als insteek eens per vijf jaar een evenement te kunnen organiseren. We onderzoeken momenteel wensen en mogelijkheden en reserveren alvast een budget, zonder de afroming te laten stijgen. Alle colleges en scholen hebben ten behoeve van de begroting een uitgebreide toelichting en onderbouwing geschreven. Op basis van deze toelichting is inzichtelijk met welke aannames is gewerkt, welke mogelijke risico’s met de begroting samenhangen en welke financiële effecten dit laat zien in de begroting voor de jaren 2015 tot en met 2017. In principe wordt gewerkt met een sluitende begroting. Een aantal colleges en scholen heeft nog te maken met een negatief resultaat in 2015, hetgeen voor enkele van hen ook in 2016 en 2017 ook nog het geval is. Hieronder volgt een korte toelichting op de colleges en scholen met een begroot negatief financieel resultaat in 2015. Cingel College begroot € 0,2 miljoen negatief Het Cingel College is met circa 800 deelnemers (gewogen circa 700 deelnemers) een relatief klein College. Door sterke sturing op de formatie en de andere overhead, is het begrote verlies beperkt gebleven en als geaccepteerd beschouwd. Gezien de aanstaande huisvesting van een ander ROC loopt een programma om de school beter te positioneren en kansrijker te maken. Markiezaat College begroot € 0,3 miljoen negatief Het Markiezaat College kampt al enige jaren met een te hoge inzet van formatie op enkele afdelingen, waar als gevolg van de economische crisis de onderwijsvraag drastisch is gewijzigd. We verwachten hier wel over enkele jaren een fors natuurlijk verloop. In meerjaren perspectief laat het financiële resultaat een positieve ontwikkeling zien en zal naar verwachting in 2017 een saldo geven van € 58.000 negatief. VMBO (OC&W en EZ deel) begroot € 1,9 miljoen negatief Het VMBO heeft last van een tweetal structurele kwesties: - boventalligheid formatie, ook als gevolg van teveel locaties - te hoge personeelskosten als gevolg van LC-inschaling na eerdere fusie (prijs). In 2013 en 2014 is het gelukt de boventalligheid reeds fors te reduceren (er zijn in totaal 3 locaties gesloten), dat gaat de komende jaren geleidelijk aan nog door. De hogere personeelskosten als gevolg van de LC-inschaling bedragen € 1,5 miljoen, hetgeen ook voor de komende jaren nog effect zal hebben op het financiële resultaat. Bij een fusie is destijds toegezegd het toen zittende personeel een hogere schaal toe te kennen. In 2015 is nog een aanvullend tekort voorzien, vanwege de grote inspanningen die nodig zijn voor de herinrichting van de bovenbouw.

21/30


Graaf Engelbrecht begroot € 0,4 miljoen negatief Graaf Engelbrecht laat in 2015 wederom een negatief financieel resultaat zien, hetgeen voortkomt uit een te ruime formatie, personeelsfricties door krappe afdelingen en te ruime lestabellen. Om in de komende jaren te komen tot een positief financieel resultaat in 2017, zullen de komende jaren maatregelen genomen worden op deze twee onderwerpen.

5.2 Ontwikkeling deelnemers en leerlingen In hoofdstuk 7 wordt als onderdeel van het dashboard een toelichting gegeven op de ontwikkeling van deelnemers en leerlingen, als ook de diploma ontwikkeling. Hieronder treft u een weergave aan in grafiek vorm.

22/30


Hoofdstuk 6 Begroting van de deelnemingen In dit hoofdstuk wordt de begroting van de deelnemingen van ROC West-Brabant weergegeven. 6.1 Exploitatiebegroting deelnemingen 2015 Begroting Deelnemingen

Som der baten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Som der lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat voor belastingen Belastingen Resultaat na belastingen Minderheidsbelang derden in resultaat Resultaat

2015

2014

x € 1.000

%

x € 1.000

%

15.883

100%

17.857

100%

7.598 2.995 1.044 3.053

48% 19% 7% 19%

8.285 3.268 1.078 4.090

46% 18% 6% 23%

14.690

92%

16.721

93%

1.193

8%

1.136

7%

-803

-5%

-1.356

-8%

390

2%

-220

-1%

-106

-1%

-133

-1%

284

2%

-353

-2%

0

0%

-16

0%

284

2%

-369

-2%

Het resultaat is als volgt tot stand gekomen:

ROC Corbeille IT Workz BV, Briljant BV & RIS BV ROC Bedrijfsopleidingen Personeel BV's ATG groep

2015

2014

x € 1.000

x € 1.000

-210 316 0 0 178

-132 455 7 0 -699

284

-369

23/30


6.2 Meerjaren exploitatiebegroting deelnemingen 2015 2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

Overige overheidsbijdragen Cursus-, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten

389 245 15.290 1.933

10 368 13.686 1.820

0 439 13.952 1.920

0 392 14.099 1.945

Som der baten

17.857

15.883

16.311

16.435

8.285 3.268 1.078 4.090

7.598 2.995 1.044 3.053

7.616 2.996 1.048 3.180

7.706 2.997 1.044 3.210

16.721

14.690

14.840

14.958

1.136

1.193

1.470

1.477

-1.356

-803

-778

-763

Resultaat voor belastingen

-220

390

692

714

Belastingen

-133

-107

-120

-128

Resultaat na belastingen

-353

284

572

586

-16

0

0

0

-369

284

572

586

Baten

Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Som der lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten

Minderheidsbelang derden in resultaat

Resultaat

24/30


De verdeling luidt als volgt:

ROC Corbeille IT Workz BV, Briljant BV & RIS BV P3 transfer BV ROC Bedrijfsopleidingen Personeel BV's ATG groep

2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

-132 455 0 7 0 -699

-210 316 0 0 0 178

-60 360 0 0 0 272

-31 364 0 0 0 254

-369

284

572

586

6.3 Toelichting per deelneming – ROC Corbeille BV In deze BV is het gebouw aan het Trivium te Etten-Leur ondergebracht. De baten en lasten samenhangende met alle overige gebouwen zijn meegenomen in de begroting van ROC West-Brabant onder de noemer ‘huisvesting ROC’. De huisvestingsbegroting van Stichting ROC West-Brabant is derhalve opgebouwd uit 2 ‘deel’ begrotingen. De grote daling in het resultaat wordt met name veroorzaakt door het wegvallen van de rentebaten van de AMTS Newco.

ROC Corbeille BV Huisvesting ROC

2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

-132 -1.278

-210 -1.008

-60 -1.360

-31 -1.018

-1.410

-1.219

-1.421

-1.049

6.4 Toelichting per deelneming – ICT BV’s Stichting ROC West-Brabant heeft een 3-tal deelnemingen die zich bezighouden met ICT.

IT Workz BV Briljant BV ROC ICT Services BV

2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

454 33 -32

350 15 -49

350 67 -57

350 79 -65

455

316

360

364

IT-Workz In 2015 moet kritisch onderzocht worden welke koers IT-Workz kan en moet gaan varen. Mede in het licht van de discussie publiek-privaat is het belangrijk om de markt goed in beeld te hebben en duidelijk en helder te kunnen verantwoorden wat er zich binnen de B.V. afspeelt, welke perspectieven er zijn en hoe deze het best passen binnen de strategie van ROC West-Brabant.

25/30


In overleg met de Raad van Bestuur is een zestal KPI’s gedefinieerd, waarbij rendement en innovatie twee belangrijke speerpunten zijn. Deze KPI’s liggen op de volgende gebieden: - Financieel - Business Plan - Innovatie - Kwaliteit - Communicatie - Tevredenheid In 2015 volgt deel twee van het terugdraaien van de uitgifte van cumulatief preferente aandelen. Dit zet de liquiditeitspositie van IT-Workz onder druk. Gezien de onzekerheden die samenhangen met de bovengenoemde strategische heroverweging is voor de jaren 2016 en 2017 hetzelfde begroot als voor 2015. BriljantNet (Briljant Breda BV) Briljant (2 medewerkers, multimedia) is het onderdeel dat eind 2014 volledig is overgenomen van de oprichter, als gevolg van de koopafspraken in 2010. ROC ICT Services BV In deze BV is het pakket SAP Edictis opgenomen. De kosten worden middels een SLA overeenkomst doorbelast aan ROC West-Brabant, de gebruiker van dit pakket.

6.5 Toelichting per deelneming – ROC Bedrijfsopleidingen ROC Bedrijfsopleidingen is opgericht in 2013 en richt zich o.a. op de acquisitie van bekostigde bedrijfstrajecten welke volledig uitgevoerd worden door de Colleges van ROC West-Brabant. We nemen ons voor in 2015 deze opzet goed tegen het licht te houden in de context van ons doel om mee te werken aan de plannen rondom Leven Lang Leren.

6.6 Toelichting per deelneming – Novalis BV Ook Novalis BV maakt onderdeel uit van Stichting ROC West-Brabant, het is een personeels BV.

Som der baten

2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

59

62

62

62

Bij Novalis personeel BV zijn de docenten in dienst die op projectbasis ingezet worden bij het Kellebeek College inzake Educatie en NT2-trajecten. 6.7 Toelichting per deelneming – ATG (Aviation Training Group) groep Het jaar 2014 stond voor de combinatie AM&TS (Part-onderwijs) en WCAA (samen: ‘’Newco AM&TS’’) in het teken van het concreet uitwerken van de heroriëntering op de toekomst. Dit heeft in september geresulteerd in de goedkeuring van de Raad van bestuur en Raad van Toezicht om vanaf 2015 met alleen AM&TS door te gaan. Een belangrijk deel van het succes van de AM&TS is afhankelijk van de wijze waarop de EASA Part-147 erkenning vercommercialiseerd wordt.

26/30


De focus voor 2015 ligt op de volgende commerciële activiteiten: - Jeweka, exploiteren van de rechten van de boeken binnen het MBO luchtvaartonderwijs - Part 66 en 147 Examinering - Fokker Technical Training (FTT) - Fokker Technologies - Koninklijke Luchtmacht - FACh (Luchtmacht Chili) - New Business ontginnen De begroting is conform het overeengekomen scenario 4, waarbij de bedragen zijn gebaseerd op de zgn. “meest waarschijnlijke uitkomsten”, oftewel die tussen best case en worst case in.

ATG BV Newco AM&TS BV

2014

2015

2016

2017

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

20 -719

-56 234

-52 324

-48 302

-699

178

272

254

27/30


Hoofdstuk 7 Ontwikkelingen – dashboard en toelichting Het meerjarenperspectief heeft als doel een beeld te geven dat ROC WB in control is en vooruitkijken naar de ontwikkelingen van ROC WB. Onderstaand dashboard en toelichting wordt sedert 2013 tevens periodiek verstrekt aan de Onderwijsinspectie. We kijken naar de jaren 2018 en 2019 met een iets grofmaziger beeld, namelijk vooral trendmatig. 7.1 Ontwikkelingen – resultaat Het meerjarenperspectief dient te resulteren in een overzicht waarbij twee jaar terug wordt gekeken en vijf jaar vooruit. Welke trend is waar te nemen en welke ontwikkelingen zien we binnen de regio West Brabant welke van invloed zijn op ROC West Brabant. Hiertoe zullen de cijfers gevuld worden en het verhaal erachter, waarbij rekening dient te worden gehouden dat 2013 verliesgevend is afgesloten, een opgaande lijn waarneembaar is en ROC WB in control is. 7.2 Ontwikkelingen – kengetallen financiële kengetallen

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

solvabiliteit 1

0,50

0,53

0,55

0,57

0,58

0,61

0,60

solvabiliteit 2

0,56

0,58

0,60

0,61

0,63

0,64

0,65

liquiditeit

1,28

0,86

0,93

0,79

0,55

0,65

0,65

-1,6%

0,9%

1,9%

1,7%

2,2%

2,0%

2,0%

rentabiliteit

De resultaatverbetering in de colleges van 2015 wordt gecontinueerd en wordt onderbouwd door een verbeterde formatiebeheersing. Daarbij komt dat, buiten de grote reducties in de reguliere formatie in de jaren 2013 en 2014, enkele grote structurele besparingen zijn doorgevoerd, vooral bij RSA en de concentratie van VMBO-locaties (tezamen ca € 2.5 mio). Ook is een groot structureel verlies bij ATG niet langer aan de orde (in het verleden variërend van € 1 tot € 2 mio jaarlijks verlies). Dit betekent al met al een toename van stabiliteit en voorspelbaarheid. Bij het VMBO handhaven we het beleid dat we het tekort “LB/LC” aanvaardbaar achten en hiermee de scholen niet extra belasten; het is een extra last als gevolg van een grootschalig inschalingsbesluit ten tijde van een fusie. Na 2018 zal het tekort geleidelijk afnemen. Voor het MBO is voor de langere termijn aan de orde dat het landelijke macrobudget niet sterk zal wijzigen maar dat het aandeel “prestatiebekostiging” zal gaan toenemen. De wijze waarop dit zal gebeuren is nog niet duidelijk. We zullen in 2015 goed moeten monitoren en de effecten voor ons moeten beoordelen. Binnen ROC WB is zowel solvabiliteit 1 (EV/TV) als solvabiliteit 2 (EV en voorzieningen)/TV) op orde en ruim binnen de normen van het ministerie OCW en beweegt tussen 0,50 en 0,61. Voor de financiering van een nieuwbouwproject wordt vooralsnog geen lening aangetrokken. Verwachting is dat dit uit eigen liquiditeiten gefinancierd kan worden. Door de verwachte positieve resultaten en de aflossingen op de lopende leningen blijft de solvabiliteit stabiel en verbetert licht in 2017 en 2018. De liquiditeit was de afgelopen jaren goed te noemen en in 2011 boven de bandbreedte van OCW. Als gevolg van de resultaten van 2012 en 2013 en de nieuwbouwprojecten zien we de liquiditeit teruglopen naar 0,86 in 2014. Vanaf 2016 zal deze weer dalen door de voornoemde investeringen in nieuwbouw. De liquiditeitsontwikkeling is gunstiger dan we een jaar geleden dachten. Belangrijkste oorzaken zijn de verbeterde exploitatie, lagere investeringen en gestegen rijksbijdragen.

28/30


7.3 Ontwikkelingen – deelnemers en leerlingen 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

5.330 1.873 7.203

5.377 1.806 7.183

5.501 1.715 7.216

5.568 1.659 7.227

5.644 1.605 7.249

5.749 1.561 7.310

5.796 1.506 7.302

VO Leerlingen Leerling regulier Leerling LWOO Totaal VO EDUCATIE Leerlingen Vavo voltijd

95

96

96

96

96

96

96

298 253 646

315 400 811

315 400 811

315 400 811

315 400 811

315 400 811

315 400 811

Deelnemer BOL

10.922

11.121

11.341

11.460

11.409

11.431

11.435

Deelnemer BBL

7.529

5.132

4.838

4.792

4.722

4.673

4.627

Totaal ongewogen

18.451

16.253

16.179

16.262

16.131

16.104

16.062

Totaal gewogen

13.934

13.174

13.276

13.377

13.298

13.300

13.286

Totaal

26.300

24.247

24.206

24.290

24.191

24.225

24.175

Vavo deeltijd Overige educatie Totaal Educatie MBO Deelnemers

ROC WB heeft al enkele jaren te maken met teruggang in leerling/deelnemers aantallen. In 2011 was deze nog 28.338 (ongewogen) in 2014 is dit aantal teruggelopen naar 24.232 en zal naar verwachting verder krimpen naar 24.000 in 2019. Deze teruggang is grotendeels een gevolg van het verdwijnen van de zgn. centrale bedrijfsgroepen. Voor het maken van prognoses wordt gebruik gemaakt van demografische cijfers van het CBS, gegevens van brancheorganisaties en van de ontwikkelingen die het ministerie van OC&W aangeeft. Binnen VO blijven de leerlingaantallen redelijk gelijk. Daar zien we wel verschuivingen binnen de sectoren en tussen de diverse scholen. Ook een verschuiving van LWOO naar regulier conform de landelijke trend. Binnen het MBO is een verschuiving waarneembaar van BBL naar BOL, hierdoor neemt het ongewogen aantal deelnemers af, echter de gewogen aantallen (exclusief bedrijfsgroepen) blijven rond de 13.300 bewegen. 7.4 Ontwikkelingen – diploma’s Niveau 1

2013 878

2014 441

2015 394

2016 399

2017 399

2018 377

2019 377

Niveau 2

2.302

2.156

1.999

1.930

1.930

1.931

1.900

3.742 6.922 20.450

3.714 6.311 19.609

3.801 6.194 19.596

3.766 6.138 19.409

3.865 6.194 19.719

3.784 6.092 19.375

3.700 5.970 18.970

Niveau 3 en 4 Totaal ongewogen Totaal gewogen

Als gevolg van teruglopende leerling/deelnemers aantallen zien we ook een teruggang in diploma’s. Daarnaast is het effect zichtbaar van de inkorting van een aantal opleidingen van 3 naar 4 jaar. Dit leidt tot extra diploma’s in 2017 en een verdere daling in 2018. De gevolgen van de invoering van het cascade-model zijn nog niet volledig door te rekenen en zijn hierin dus niet meegenomen. 29/30


7.5 Ontwikkelingen – formatie Vast

2013 1.782

2014 1.747

2015 1.729

2016 1.698

2017 1.683

2018 1.674

2019 1.668

Flexibel Totaal

197 1.980

230 1.977

225 1.954

216 1.914

212 1.895

213 1.887

214 1.882

Als gevolg van teruglopende leerling/deelnemers aantallen zien we ook een teruggang in formatie. In 2011 was de totale formatie voor ROC WB enkelvoudig 2.138 fte, in 2015 1.954 fte. In de afgelopen 2 jaren is sterk op formatie gestuurd en met name bij aanvang van het nieuwe schooljaar de formatie teruggebracht. Dit heeft geleid tot een reductie in de formatie van 185 fte. Voor het jaar 2015 is nog een reductie van 23 fte ten opzichte van 2014 voorzien. De jaren die daarop volgen laten een lichte stabilisering zien en zijn in verhouding met verwachte leerling/deelnemers aantallen. De uitdaging voor de komende jaren binnen ROC WB is het vergroten van de flexibele schil. Als gevolg van de krimp in formatie is de flexibele schil sterk afgenomen. Het vergroten van de flexibele schil is mogelijk door natuurlijk verloop in de komende jaren. De uitstroom als gevolg van natuurlijk verloop ziet er voor de komende jaren als volgt uit: Natuurlijk verloop fte

2013 20,1

2014 46,0

2015 57,4

2016 77,1

2017 80,4

2018 80,4

2019 74,0

In de begroting is uitgegaan van ongewijzigde GPL, de verwachting is echter dat deze zal afnemen als gevolg van de uitstroom van relatief dure medewerkers. Tevens is uitgegaan van ongewijzigde BAPO, echter de verwachting is dat deze zal afnemen. In de begroting 2015 is rekening gehouden met de gevolgen van de nieuw vastgestelde cao’s in het VO en MBO. We dienen echter wel rekening te houden met oude verplichtingen, met name de LB/LC problematiek zal nog jaren doorwerken in het resultaat. 7.6 Ontwikkelingen – conclusie De jaren 2012 en 2013 waren verliesgevende jaren, in deze jaren is gewerkt aan het herstel van het resultaat binnen ROC WB. De eerste positieve resultaten zijn te zien in 2014. Uit het dashboard blijkt dat ROC WB zicht heeft op de ontwikkelingen binnen de regio en daarop anticipeert. ROC WB is in control, tijdig bijsturen is het devies. Daarvoor is echter wel helderheid nodig over de baten van ROC WB. Voor de komende jaren zijn hier nog een aantal onzekerheden waarneembaar, met name bij de bekostiging, Passend Onderwijs en Focus op Vakmanschap.

30/30

Begroting Stichting ROC West-Brabant. De basis voorbij

Recommend Documents