Begeleidingsplan 2015-2018 Pedagogische begeleidingsdienst GO!
Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel
Inhoudsopgave Woord vooraf Pedagogische begeleidingsdienst GO! 1. Missie 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 2.
Visie 2.1. 2.2.
3.
Bijzonder decreet GO! Pedagogische project GO! Kwaliteitsdecreet Waarden Begeleidingsvisie Outputsturing
Werking pedagogische begeleidingsdienst 3.1. 3.2.
Kerntaken Organisatie
4. Samenwerking Aanbod 2015-2018 1. Speerpunten 1.1. 1.2. 1.3. 2.
Niveaugebonden aanbod 2.1.
3.
Strategische keuzes Gelijkgerichtheid Resultaten en effecten Basisonderwijs
4 5 6 6 6 6 6 7 7 8 8 8 9 9 13 14 14 14 14 15 15
2.1.1. Speerpunt leerbegeleiding 2.1.2. Speerpunt taal 2.1.3. Speerpunt schoolontwikkeling 2.1.4. Speerpunt curriculum 2.2. Secundair onderwijs
15 15 15 15 15
2.2.1. Speerpunt leerbegeleiding 2.2.2. Speerpunt taal 2.2.3. Speerpunt schoolontwikkeling 2.2.4. Speerpunt curriculum 2.3. Buitengewoon onderwijs
15 15 16 16 16
2.3.1. Speerpunt leerbegeleiding 2.3.2. Speerpunt taal 2.3.3. Speerpunt schoolontwikkeling 2.3.4. Speerpunt curriculum 2.4. Deeltijds kunstonderwijs 2.5. Volwassenenonderwijs
16 16 16 16 17 17
2.5.1. Speerpunt leerbegeleiding 2.5.2. Speerpunt taal 2.5.3. Speerpunt schoolontwikkeling 2.5.4. Speerpunt curriculum 2.6. Centra voor leerlingenbegeleiding 2.7. Internaten
17 17 17 17 17 17
Begeleidingsteam
17
Begeleidingsplan 2015-2018
2
Werkingscode 1. Toepassingsgebied 2. Doelstellingen en opdrachten van de Pedagogische begeleidingsdienst 3. Aard van de dienstverlening 4. Verloop van de begeleiding 5. Verslaggeving 6. Klachtenprocedure
22 23 23 24 24 25 25
Bijlagen Bijlage 1: Intentieverklaring voor samenwerking op het vlak van de pedagogische begeleiding Bijlage 2: Samenwerkingsovereenkomst taalbeleid Bijlage 3: Samenwerkingsovereenkomst competentieontwikkeling / inclusievere school Bijlage 4: Samenwerkingsovereenkomst volwassenenonderwijs Bijlage 5: Samenwerkingsprotocol Onderwijscentrum Brussel – netgebonden begeleidingsdiensten
Begeleidingsplan 2015-2018
3
Woord vooraf Met dit begeleidingsplan rapporteert de pedagogische begeleidingsdienst van het GO! over zijn begeleidingsintenties voor de periode 2015-2018. Dat dit ondertussen reeds het derde begeleidingsplan is dat conform het kwaliteitsdecreet van 2009 wordt opgeleverd, blijkt onder meer uit de wijze waarop het begeleidingsplan tot stand kwam. Er is een duidelijke evolutie merkbaar in de totstandkoming van de plannen: de betrokkenheid en participatie van de medewerkers, de scholen en scholengemeenschappen en de centrale inrichtende macht van het GO! gaan in stijgende lijn. Terwijl we in het verleden de begeleidingsplannen uitwerkten op basis van input en bevraging van het veld en het vervolgens via resonanscommissies en reflectiegroepen verfijnden, gaat de betrokkenheid nu nog verder. We kunnen met recht en rede spreken van een brede gedragenheid van de beleidskeuzes binnen het team én binnen het net. De ultieme doelstelling is gedeeld auteurschap. Op deze weg zijn we nu reeds aardig gevorderd. Meer dan ooit vertoont dit begeleidingsplan een sterke samenhang met het strategisch plan voor het net. Het GO! zet in op kwaliteitsvol onderwijs voor en door iedereen. Daarvoor rekent het op geëngageerde professionals om een sterk onderwijsaanbod en vrije keuze te garanderen voor elke leerling, cursist en ouder in Vlaanderen en Brussel, met het oog op maximale talentontwikkeling. De brede ondersteuning die de pedagogische begeleidingsdienst van het GO! scholen en scholengemeenschappen, teams, directies en middenkader daarbij biedt, is essentieel. De pedagogische begeleiding van scholen is onlosmakelijk verbonden met het pedagogisch project. De begeleidingsdiensten waken er mee over dat de ontwikkelingskansen van jongeren gerealiseerd worden. De decreetgever heeft in het verleden het belang van een netgebonden ondersteuning uitdrukkelijk erkend door ze voor het GO! in het BDGO te verankeren. Samenwerking staat centraal in dit begeleidingsplan, zowel intern als extern. Binnen de dienst is het als intern organisatorisch principe geconcretiseerd in de clusterwerking. Ook binnen het centrale bestuursniveau van het GO! wordt werk gemaakt van intensere samenwerking tussen de onderwijskundige diensten. Op partnerschappen met de scholen, centra en instellingen die aan het stuur zitten van verandering en kwaliteitsverbetering wordt sterk ingezet. Tot slot hechten we ook belang aan samenwerking over de grenzen van de netten en koepels heen. De PBD-GO! wil zijn kennis en expertise delen en die samen met andere begeleidingsdiensten, kennis- en expertisecentra verder ontwikkelen.
Raymonda Verdyck Afgevaardigd bestuurder GO!
Begeleidingsplan 2015-2018
Saskia Lieveyns Adviseur-coördinator PBD-GO!
4
Pedagogische begeleidingsdienst GO!
Begeleidingsplan 2015-2018
5
1.
Missie
1.1. Bijzonder decreet GO! De pedagogische begeleidingsdienst van het GO! (PBD-GO!) is een van de ondersteunende diensten van het centrale bestuursniveau van het GO!. De organisatie van pedagogische ondersteuning door middel van nascholing en begeleiding behoort tot de bevoegdheid van de Raad GO! en de afgevaardigd bestuurder, die daarmee het algemeen pedagogisch beleid en de kwaliteitszorg voor het net vorm geven. De beleids- en begeleidingsintenties in dit driejaarlijks begeleidingsplan kaderen logischerwijze binnen de bredere strategische beleidsopties voor de kwalitatieve ontwikkeling en groei van het net. De PBDGO! schraagt zo de missie van het GO!: het realiseren van kwaliteitsvol onderwijs en het pedagogisch project van het GO!.
1.2. Pedagogische project GO! Het pedagogisch project van het GO! (PPGO!) is een referentiekader waarbinnen leerlingen begeleid worden in hun persoonlijke ontplooiing enerzijds en in hun ontwikkeling naar samenleven in diversiteit en harmonie anderzijds. Daarbij is het wezenlijk dat de leerlingen bewust en kritisch nadenken over hun handelen en op grond daarvan verantwoorde keuzes maken. Met het PPGO! wil het GO! elk individu kansen bieden op een optimale ontwikkeling, die gedifferentieerd is naar ieders talenten en competenties. Het PPGO! komt op democratische wijze tot stand. Alle actoren uit het GO! worden uitgenodigd een bijdrage te leveren tot zijn realisatie. Het PPGO! vindt zijn concrete vertaling op lokaal niveau in het schoolwerkplan, het schoolreglement en de schoolcultuur in het algemeen.
1.3. Kwaliteitsdecreet De PBD-GO! heeft de decretale opdracht de onderwijsinstellingen van het GO! te ondersteunen bij het realiseren van hun pedagogisch project en bij het bevorderen van hun onderwijskwaliteit. Daarvoor biedt de PBD-GO! begeleiding en nascholing. De PBD-GO! ondersteunt daarnaast de CLB’s van het GO! bij het realiseren van hun eigen missie en begeleidingsproject en bij het bevorderen van de kwaliteit van hun leerlingenbegeleiding. Elke instelling is, zoals het kwaliteitsdecreet bepaalt, zelf verantwoordelijk voor de schoolvisie of de visie op leerlingenbegeleiding die ze ontwikkelt en voor de kwaliteit die ze dag na dag realiseert als autonome, professionele, lerende organisatie met een sterk beleidsvoerend vermogen. Dit moet de onderwijsinstelling in staat stellen de doelen – vastgelegd in de eindtermen, ontwikkelingsdoelen en andere referentiekaders – kwaliteitsvol te bereiken bij de lerenden. Het bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs verdeelt de bevoegdheden inzake de pedagogische organisatie en beleid volgens het subsidiariteitsprincipe in een samenhangende complementariteit over de drie bestuursniveaus van het net (lokaal, meso- en centraal niveau). Dit maakt dat dit begeleidingsplan in nauwe afstemming tussen de bestuursniveaus tot stand kwam en gerealiseerd zal worden. Samen streven we naar maximale leerwinst, totale persoonlijkheidsontwikkeling, maatschappelijke verantwoordelijkheid en individueel welbevinden.
1.4. Waarden Het GO! is een waardegedreven organisatie. De waarden van het GO! zijn af te leiden uit het PPGO!, dat de fundamenten vastlegt van ons onderwijs. In november 2011 werd een onderzoek opgestart naar de wijze waarop directies, leerkrachten, leerlingen en ouders van het GO! de vertaalslag maken van de theorie naar de praktijk. De ethische missie van het GO! werd geconcretiseerd aan de hand van 25 waarden.
Begeleidingsplan 2015-2018
6
Voor zijn eigen werking stelt de PBD-GO! 5 principes voorop. Zij bepalen het dagelijks handelen van het begeleidingsteam:
2.
Betrokkenheid Discretie en betrouwbaarheid Openheid en verdraagzaamheid Professionaliteit Gelijkwaardigheid en respect voor diversiteit
Visie
2.1. Begeleidingsvisie De PBD-GO! wil kwaliteitsvol onderwijs en leerbegeleiding helpen realiseren, afgestemd op de context van elke instelling. Vanuit een strategische focus op klantennabijheid evolueerde de PBD -GO! de voorbije jaren naar vijf regionaal verankerde, zelfsturende begeleidingsteams, clusters genaamd, die toelaten om de vragen uit het onderwijsveld snel, laagdrempelig en klantgericht te benaderen. Door deze organisatievorm beoogt de dienst een dynamisch evenwicht tussen vraag- en aanbodsturing. Het aanbod dat in dit begeleidingsplan is vervat kwam in nauwe samenwerking met het veld en de (lokale) inrichtende machten tot stand. Die participatieve aanpak verhoogt de gedragenheid van dit begeleidingsplan en wordt ook in de begeleidingspraktijk verder doorgevoerd. De begeleiding gebeurt steeds met respect voor de autonomie en verantwoordelijkheid van de begeleide instelling. Overeenkomstig de fundamenten van het pedagogisch project van het GO! is ook het doel van elke begeleiding emancipatorisch en bestaat erin dat de begeleide school met toenemende zelfstandigheid haar kwaliteitszorg kan invullen. De PBD-GO! streeft ernaar dat elke onderwijsinstelling zelf de kwaliteit van haar werking kan analyseren, borgen en verbeteren waar nodig. De ondersteunende acties van de PBD-GO! zijn duurzaam vermits ze blijvende effecten willen opleveren. D.w.z. dat de onderwijsinstelling de transfer kan maken van het geleerde naar andere inhouden en indicatoren van het CIPO-referentiekader. In die zin bewaken de pedagogisch begeleiders de groeiende autonomie van de instelling. In samenspraak met de instelling staat de PBD-GO! in voor nazorg en eventuele verdere ondersteuning. De PBD-GO! streeft middels zijn clusterwerking naar een doelmatige synthese tussen vak- en systeembegeleiding, waarbij de begeleiding van het pedagogisch handelen van de leerkracht geruggesteund wordt door de begeleiding op schoolniveau en vice versa. De PBD-GO! opteert daarnaast voluit voor een geïntegreerde aanpak waarbij begeleiding en nascholing elkaar actief versterken en samen instaan voor de ondersteuning van onze instellingen. Dat GO! nascholing organisatorisch en inhoudelijk deel uitmaakt van de PBD-GO! faciliteert dit proces. Ook in de volgende begeleidingsperiode zet de PBD-GO! de beleidsoptie verder om het begeleiden van scholen na opvolging doorlichting structureel te verankeren. Alle doorlichtingsverslagen worden hiertoe grondig geanalyseerd, leveren input voor het ondersteuningsaanbod en dienen als vertrekpunt voor een preventieve ondersteuningsstrategie. Om onze begeleidingsvisie te concretiseren zet de PBD-GO! ook tijdens de periode 2015-2018 in op:
het concretiseren van acties rond vier speerpunten; trajectbegeleiding; instellingsnabije ondersteuning; ontwikkelen van direct inzetbaar materiaal; hefboomfunctie inzake innovatie;
Begeleidingsplan 2015-2018
7
stellen van meetbare doelen m.b.t. beleidsvoerend vermogen en kwaliteitszorg; voortgangsrapportering; integrale kwaliteitszorg.
2.2. Outputsturing Het CIPO-kader, een referentiekader voor onderwijskwaliteit zoals vastgelegd in het kwaliteitsdecreet, is ook voor de begeleidingsdienst een breed en inspirerend ordeningskader. Om zich een beeld te vormen van de onderwijskwaliteit van een instelling bekijkt de PBD-GO! het belang en de samenhang van de vier componenten voor onderwijskwaliteit, m.n. context, input, processen (op klas- en op schoolniveau) en output. De output vormt daarbij het uitgangspunt om, samen met de instelling, de processen te analyseren en hen te ondersteunen met het oog op kwaliteitsborging en -verbetering. Voor de begeleiding betekent dit dat we inzake onderwijskwaliteit en kwaliteit van de leerbegeleiding instellingen ondersteunen bij het versterken van de kwaliteit van de procesindicatoren in relatie tot de output. Via deze aanpak streeft de PBD-GO! ernaar instellingen te helpen om al hun leerlingen en cursisten, ongeacht hun achtergrond, te laten excelleren. Dit gaat hand in hand met de stijgende aandacht voor en het toenemend belang dat gehecht wordt aan sturing op basis van de eigen output, namelijk resultaten en effecten in de eigen werking.
3.
Werking pedagogische begeleidingsdienst
3.1. Kerntaken Artikel 15 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs wijst volgende opdrachten toe aan de begeleidingsdiensten: 1. de onderwijsinstellingen in kwestie ondersteunen bij de realisatie van hun eigen pedagogisch of agogisch project en de CLB’s in kwestie ondersteunen bij de realisatie van hun eigen missie en hun eigen begeleidingsproject; 2. de onderwijsinstellingen en de CLB’s in kwestie ondersteunen bij het bevorderen van hun onderwijskwaliteit, respectievelijk de kwaliteit van hun leerlingenbegeleiding en bij hun ontwikkeling tot professionele lerende organisatie door: netwerkvorming te bevorderen en netwerken te ondersteunen; leidinggevenden te ondersteunen of te vormen; de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden te ondersteunen binnen een instelling en instellingsoverstijgend met bijzondere aandacht voor beginnende personeelsleden en personeelsleden met specifieke opdrachten; het beleidsvoerend vermogen van instellingen te versterken; de kwaliteitszorg van instellingen te ondersteunen; 3. op verzoek van het bestuur van de instelling de instelling ondersteunen en begeleiden bij de uitwerking van de aangegeven actiepunten na een doorlichting; 4. onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen; 5. aanbodgerichte nascholingsactiviteiten aanreiken en aansturen met inbegrip van de nascholing van directies; 6. met verscheidene onderwijsactoren op verschillende niveaus overleggen over onderwijskwaliteit en de kwaliteit van de leerlingenbegeleiding; 7. participeren aan de aansturing of opvolging van ondersteuningsinitiatieven georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Regering die als doelstelling hebben het ondersteunen van instellingen, leerkrachten of begeleiders.
Begeleidingsplan 2015-2018
8
Daarnaast heeft de Raad GO! de pedagogische begeleidingsdienst expliciet de decretale taken toegewezen inzake leerplanontwikkeling voor het net. Bovendien doet ze ook voor de realisatie van eigen beleidsaccenten een beroep op de PBD-GO!, zoals voor de organisatie van de opleidingen voor directies en middenkader. Recente beleidsontwikkelingen leidden tot bijkomende opdrachten voor de netgebonden begeleidingsdiensten. Middels het programmadecreet 2015 werden de voormalige opdrachten van SNPB, het samenwerkingsverband van netgebonden begeleidingsdiensten, toegewezen aan de reguliere netgebonden pedagogische begeleidingsdiensten, met bijzondere aandacht voor competentieontwikkeling in het kader van het M-decreet en voor taalontwikkeling. Ook de heroriëntering van de oorspronkelijke opdracht aan de vzw Voorrangsbeleid Brussel, voorzien in onderwijsdecreet XXV, zal door de PBD-GO! in de volgende begeleidingsperiode in de bestaande werking geïntegreerd worden. Het betreft met name de specifieke ondersteuning op het vlak van competentieontwikkeling in het kader van het M-decreet voor de Brusselse scholen en de transfer van de inzichten naar het onderwijs in Vlaanderen, waarbij de pedagogische begeleidingsdiensten verplicht worden om de toegekende middelen expliciet in te zetten in het Brusselse leerplichtonderwijs en in de transfer van expertise, met prioriteit voor de Vlaamse Rand. De PBD-GO! clustert en vertaalt die decretale kerntaken in strategische doelstellingen en concretiseert ze vervolgens in voorliggend aanbod.
3.2. Organisatie Om zijn kerntaken kwaliteitsvol te kunnen realiseren heeft de PBD-GO! een methodiek en arbeidsorganisatie ontwikkeld die rekening houdt met:
het maximaal bereiken van de doelstellingen; het beschikbare potentieel aan adviseurs en begeleiders; het duurzaam inzetten van de adviseurs en begeleiders; de toegenomen autonomie van onderwijsinstellingen; de context- en inputgebonden specificiteit van de onderwijsinstellingen; het samengaan van begeleidingsactiviteiten en nascholingsactiviteiten.
Opdat de ondersteuning van instellingen kwaliteitsvol kan verlopen, kiezen we voor een innovatieve arbeidsorganisatie gekenmerkt door een duidelijke taakinvulling en taakdifferentiatie; een functionele organisatie en competentiemanagement.
4. Integrale kwaliteitszorg Om de organisatie efficiënt en effectief te laten functioneren heeft de PBD-GO! een intern kwaliteitszorgsysteem opgezet. Om onze kwaliteit in beeld te brengen en om een proces van continue verbetering op te starten, hebben we het op het EFQM-model gebaseerde CAF als kwaliteitskader gekozen. De werkgroep Interne kwaliteitszorg en de IKZ-coaches binnen de cluster vormen de draaischijf van de integrale kwaliteitszorg in de PBD-GO!. De procedures, formulieren en documenten die de werking van de organisatie vastleggen zijn verzameld in het kwaliteitshandboek, geordend volgens de criteria van het CAF-model. Het instrumentarium dat gehanteerd wordt om de kwaliteit van de werking en de dienstverlening te waarborgen werd opgebouwd rond : een bevraging van de medewerkers in de vorm van een SWOT-analyse en een aantal onderzoeksvragen over de structuur, de cultuur en de kerntaken van de organisatie;
Begeleidingsplan 2015-2018
9
een tevredenheidsbevraging bij alle directies van alle onderwijsniveaus in het GO!, gevolgd door verhelderingsgesprekken met resonansgroepen. Recent werd het bestaande instrumentarium structureel uitgebreid met een jaarlijkse tevredenheidsbevraging van de medewerkers. Op korte termijn is een verdere uitbreiding voorzien met een jaarlijkse bottum-up evaluatie leidinggevenden en welzijnsbevraging bij de medewerkers. Om de speerpunten van dit begeleidingsplan te bepalen gaat de PBD uit van de noden in het veld. Niet alleen door de nauwe contacten van elke regioadviseur houdt de PBD de vinger aan de pols. Een doorgedreven analyse van de doorlichtingsverslagen van alle instellingen van het GO! levert een schat aan informatie op over de kwaliteit van het onderwijs in de vakken, over het beleidvoerend vermogen van scholen en de aard van de kwaliteitszorg op de scholen zelf.
5. Samenwerking Interne samenwerking GO! Centrale diensten Voor de PBD-GO! is samenwerking een wezenlijk kenmerk. Het is de essentie van de ingevoerde clusterwerking. Ook met andere diensten binnen het centrale bestuursniveau werkt de begeleidingsdienst intens samen in functie van het realiseren van zijn eigen kerntaken. De adviseurcoördinator maakt, net als de afdelingshoofden van de administratieve diensten en de directeur van de POC, deel uit van de directieraad. Samen met de afgevaardigd bestuurder zijn zij verantwoordelijk voor de dagelijkse werking en leiding van de centrale diensten van het GO!. De PBD-GO! werkt binnen de centrale diensten in eerste instantie samen met de andere pedagogische en onderwijskundige diensten, de Permanente Ondersteuningscel Centra voor Leerbegeleiding (POC) en de afdeling Onderwijsorganisatie en -personeel (OOP). Samen ondersteunen de diensten de realisatie van het PPGO! via beleidsinput, belangenverdediging en dienstverlening. Ook met de collega’s van de entiteit Beleid en Strategie wordt nauw afgestemd rond standpuntbepaling, strategische planning etc. Inhoudelijk samenwerking met de collega’s van de afdeling Infrastructuur en het team Integraalplannen gebeurt o.a. in het kader van nieuwbouwprojecten, beleidsplannen voor scholengroepen en het dossier ‘zware didactische uitrusting.’ Daarnaast kan de PBD-GO! rekenen op de ondersteuning van diensten Financiën, Logistiek en ICT binnen de afdeling Organisatie-ondersteuning. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap heeft een aantal strategische programma’s geïntroduceerd om de onderwijskwaliteit van zijn instellingen te bevorderen. De programmawerking – GO! 2020 – schraagt de reguliere werking van de centrale administratieve en pedagogische diensten maar omvat ook projecten die vanuit de complementariteit van deze diensten zijn gegroeid. Om de strategische doelstellingen te realiseren, kiest het GO! voor programmamanagement. Elke strategische doelstelling vertaalt het GO! in een ‘programma’, dat naast de operationele doelstellingen ook activiteiten en acties bevat. Deze activiteiten zullen we deels realiseren in projecten, en deels ook via onze reguliere werking.
Begeleidingsplan 2015-2018
10
SD 1.0 Het GO! garandeert kwaliteit voor en door iedereen. SD 2.0 Elke medewerker van het GO! is een geëngageerde professional. SD 3.0 Het onderwijsaanbod van het GO! garandeert een vrije keuze (de maximale talentontwikkeling) voor elke leerling, cursist en ouder in Vlaanderen en Brussel. SD 4.0 De bestuurlijke organisatie van het GO! is performant en wendbaar. SD 5.0 Het GO! is toonaangevend in het onderwijsbeleid. SD 6.0 Om het PPGO! te realiseren werkt het GO! gericht en actief samen met partners. Mesoniveau Zoals ook uit de genese van dit begeleidingsplan blijkt, betracht de PBD-GO! een toenemende samenwerking met zijn stakeholders op het mesoniveau. De rol van coördinerend directeurs en directeurs-coördinatoren in het versterken van onderwijskundig leiderschap op lokaal niveau is cruciaal en de opdrachten die de begeleidingsdienst hierin kan opnemen worden optimaal in complementariteit gerealiseerd . De clusterwerking biedt hiertoe aanzienlijke kansen, onder meer in het uitbouwen van professionele leergemeenschappen. De wijze waarop binnen het professioneel continuüm de aspecten talentenwerf en jobtraining in samenwerking tussen het mesoniveau en de begeleidingsdienst vorm krijgt is hierin exemplarisch. In de volgende begeleidingsperiode wensen we deze complementariteit nog verder te verkennen en de ondersteuningsopdracht van beide partners nog duidelijker te profileren en af te stemmen. Naar een volgende begeleidingsperiode toe kan vanuit deze complementariteit gewerkt worden aan de afstemming en verwevenheid van het driejaarlijks begeleidingsplan PBD en het (pedagogisch) beleidsplan van de scholengroepen en -gemeenschappen. Externe samenwerking Netoverstijgende samenwerking met andere begeleidingsdiensten Tot september 2015 werkte de PBD-GO! decretaal samen met de begeleidingsdiensten van het VSKO, OVSG en POV in een netoverschrijdend samenwerkingsverband. Met het programmadecreet 2015 houdt deze decretale verplichting tot samenwerking en de overeenkomstige subsidiëring van het samenwerkingsverband op te bestaan, worden de overeenkomstige opdrachten gereduceerd en de middelen verbonden aan de resterende opdrachten ‘ingekanteld’ in de respectievelijke begeleidingsdiensten. De meerwaarde die deze netoverstijgende samenwerking tot op heden heeft gecreëerd wil de PBD-GO! ook in de toekomst graag gerealiseerd zien. Ook de aanbeveling die de visitatiecommissie bij de doorlichting van de begeleidingsdiensten hierover formuleerde nemen wij ter harte. Het GO! onderschrijft de intentieverklaring tot toekomstige samenwerking tussen de begeleidingsdiensten (zie bijlage 1) en zal zich binnen de onderscheiden samenwerkingsprojecten (zie bijlagen 2-4) loyaal inzetten tot het collegiaal realiseren van de gezamenlijk geformuleerde doelstellingen, conform de visie zoals deze door deelnemende begeleidingsdiensten in de intentieverklaring werd uitgewerkt. Ook in de toekomst zal deze projectwerking complementair zijn aan de werking van de reguliere begeleiding. Het PPGO! en de uitgangspunten van de netgebonden begeleiding vormen immers de kern waarrond een samenwerking geconcretiseerd wordt.
Begeleidingsplan 2015-2018
11
De inbreng van de PBD-GO! binnen de projecten wordt beschouwd als een meerwaarde voor het project en de doelstellingen. Daarom kadert de samenwerking in een kwaliteitsversterking van de PBD-GO! zelf. Andere partnerschappen Het is duidelijk dat in een snel evoluerende kennismaatschappij de inhoudelijke state of the art niet op eigen houtje bereikt noch behouden kan worden. Netwerking met externen, in eerste instantie universiteiten en hogescholen, kan hier voor de nodige input en ondersteuning zorgen. Verder bouwend op bestaande samenwerkingsverbanden in het kader van OBPWO- en SBO-onderzoeksprojecten zal de PBD-GO! in de volgende begeleidingsperiode gerichte samenwerkingsverbanden uitbouwen met universiteiten en hogescholen. In het bijzonder zal de afstemming en samenwerking met de lerarenopleidingen sterker worden uitgebouwd. Ook met andere kennis- en expertisecentra wenst de PBD-GO! banden uit te bouwen. Zo zal de PBD-GO! in de volgende begeleidingsperiode nauw samenwerken met het Onderwijscentrum Brussel (OCB) van de Vlaamse Gemeenschapscommissie teneinde de opdrachten die door het onderwijsdecreet 25 worden overgeheveld optimaal te kunnen vervullen. Om deze samenwerking vorm te geven werd tussen de betrokken actoren een protocol afgesloten (zie bijlage 5).
Begeleidingsplan 2015-2018
12
Aanbod 2015-2018
Begeleidingsplan 2015-2018
13
1. Speerpunten 1.1. Strategische keuzes Vanuit een grondige analyse van maatschappelijke, onderwijskundige en decretale ontwikkelingen en vanuit bevraging van het onderwijsveld stelt de PBD-GO! vier prioritaire speerpunten voorop. De wijze waarop deze speerpunten vertaald worden in strategische en operationele doelstellingen en ingevuld worden met acties en strategieën is sterk door het PPGO bepaald. In het begeleidingsplan 2015-2018 wil de PBD-GO! zijn aanbod concretiseren in vier speerpunten, die op een geïntegreerde manier gerealiseerd worden. Met het behoud van de drie eerste speerpunten uit het vorige plan gaat de PBD-GO! voor continuïteit en duurzaamheid. De onderwijskundige uitdagingen waarvoor de superdiverse samenleving ons stelt, vergen immers een volgehouden inspanning. Differentiatie, handelingsgericht werken en taalontwikkelend onderwijs blijven de inzet om scholen en teams te ondersteunen in hun ontwikkeling naar een inclusiever beleid. In opvolging van onder meer het visitatierapport en in antwoord op de overeenkomstige noden van het veld inzake vakondersteuning wordt de aandacht voor deze vorm van professionalisering en begeleiding tenslotte geëxpliciteerd met de invoering van een speerpunt curriculum. De speerpunten zullen in samenhang worden gerealiseerd. Zo zullen bijvoorbeeld begeleidingstrajecten inzake leerbegeleiding steeds aspecten van schoolontwikkeling inhouden en zal in vakondersteuning steeds aandacht gaan naar het talige aspect. In principe zullen ondersteuningsaanvragen opgenomen worden in de mate dat ze aansluiten met de doelstellingen binnen deze speerpunten. Dit neemt niet weg dat excellerende scholen verder op begeleiding kunnen rekenen en dat het sterke begeleidingsaanbod in opvolging doorlichting wordt behouden (zie begeleidingsvisie). Zijn hefboomfunctie inzake innovatie maakt de PBD-GO! waar door een brede en actieve betrokkenheid van het team bij onderwijsvernieuwingsprojecten. Zo zal onder meer de disseminatie van de resultaten van verschillende STEM-initiatieven de volgende begeleidingsperiode door de PBD-GO! ondersteund worden.
1.2. Gelijkgerichtheid Het ondersteuningsaanbod dat vanuit deze speerpunten wordt ontwikkeld kent een niveaugebonden uitwerking en wordt op clusterniveau geconcretiseerd. Afstemming en gelijkgerichtheid tussen de clusters en over de niveaus heen wordt gerealiseerd door de disciplinecoaches onder aansturing van een staflid. Vorming en overleg met betrokkenheid van hele team dragen hier ook toe bij. Structureel worden twee dagen per maand in de planning voor coördinatie en professionalisering voorzien.
1.3. Resultaten en effecten In dit begeleidingsplan hebben de teamleden van de PBD-GO! samen nagedacht wat de resultaten en effecten kunnen zijn van de schooltrajecten rond de aangereikte speerpunten. Zo is het voor alle betrokkenen duidelijk wat de organisatie verwacht in het omgaan met de vooraf gedefinieerde effecten en resultaten. Dit creëert tevens de kans om voorafgaand aan een schooltraject een nulmeting uit te voeren op die resultaten en effecten, inzonderheid op de outputdata waarop het speerpunt betrekking heeft. Het biedt belangrijke input voor de IKZ-werking van de PBD-GO!. Effecten beschouwen wij in dit begeleidingsplan als vooropgesteld, doch kunnen op het betrokken niveau afgestemd worden. Resultaten kunnen variëren al naargelang de context, het proces.
Begeleidingsplan 2015-2018
14
Fundamenteel aan deze aanpak is de dialoog met de betrokken klant om gezamenlijk doelen, resultaten en effecten te operationaliseren en afspraken te maken rond strategie, taken en rollen in het realiseren daarvan. Daarenboven biedt het speerpunt schoolontwikkeling ondersteuning in de verandertrajecten taal en leerbegeleiding. Concreet betekent dit dat verandertrajecten aangepakt worden volgens principes van kwaliteitszorg, vastgelegd in de publicatie “Kwaliteitszorg op school. Praktische handvatten en kaders.” Het is in overleg met de school dat het kwaliteitszorgsysteem toegepast wordt op het gekozen speerpunt.
2.
Niveaugebonden aanbod
2.1. Basisonderwijs 2.1.1.
Speerpunt leerbegeleiding
1. Basisscholen actualiseren hun werking inzake leerbegeleiding, conform de visietekst van het GO!. 2. In elke regio maakt een groeiend aantal scholen beleid inzake kansarmoede. 3. Een groeiend aantal scholen maakt werk van het evalueren en bijsturen van het beleid inzake zittenblijven en doorverwijzen. 4. Basisscholen sturen in toenemende mate hun werking inzake differentiatie bij.
2.1.2.
Speerpunt taal
1. Basisscholen actualiseren hun werking inzake taalvaardigheidsonderwijs, conform het leerplan. 2. Basisscholen met een concentratie anderstalige nieuwkomers hebben een aangepaste werking en didactiek met betrekking tot OKAN. 3. Basisscholen versterken hun ‘vreemde talenonderwijs’.
2.1.3.
Speerpunt schoolontwikkeling
1. Het beleid van de directeurs en middenkader van de basisscholen getuigt van een toenemend onderwijskundig leiderschap. 2. Basisscholen passen de principes van kwaliteitszorg in toenemende mate toe 3. Scholengroepen/scholen-gemeenschappen ondersteunen in toenemende mate het onderwijskundig leiderschap van hun directeurs
2.1.4.
Speerpunt curriculum
1. Leraren basisonderwijs slagen er in toenemende mate in de leerplandoelen om te zetten in een krachtige onderwijspraktijk die rekening houdt met hun context 2. Basisscholen evolueren in toenemende mate naar een kwaliteitsvolle evaluatie- en rapporteringspraktijk.
2.2. Secundair onderwijs 2.2.1. 1. 2. 3. 4.
Speerpunt leerbegeleiding
Scholen hebben een visie op geïntegreerde leerbegeleiding gebaseerd op de visietekst GO!. Scholen werken een actieplan uit rond leerbegeleiding dat spoort met haar schoolvisie. Scholen realiseren het actieplan op een gestructureerde en gecoördineerde manier. Leraren integreren leerbegeleiding in hun pedagogisch-didactische aanpak.
2.2.2.
Speerpunt taal
1. Scholen interpreteren de resultaten van de taalscreening Nederlands en geven op basis daarvan hun taalbeleid vorm.
Begeleidingsplan 2015-2018
15
2. Scholen stemmen hun taalbeleid af op hun specifieke doelgroepen: a. De school ontwikkelt een beleid voor zwak-taalvaardige leerlingen. b. De school ontwikkelt een beleid voor ex-OKAN-leerlingen. c. De school ontwikkelt een beleid voor de opvang van Nederlands-onkundige leerlingen. 3. De leerkrachten Nederlands realiseren de leerplandoelen die de ontwikkeling van de onderwijstaal Nederlands ondersteunen voor alle doelgroepen. 4. Scholen zetten in op vreemdetalenonderwijs: a. Leerplanimplementatie moderne vreemde talen b. Scholen zetten in op meertaligheid. CLIL Vreemde talen (andere dan Frans, Engels, Duits/Spaans) 5. Scholen zetten de thuistaal van de leerlingen in om de taalvaardigheid te ondersteunen.
2.2.3.
Speerpunt schoolontwikkeling
1. Het beleid van directeurs en het middenkader getuigt van toenemend onderwijskundig leiderschap. 2. Secundaire scholen passen de principes van kwaliteitszorg in toenemende mate toe. 3. Scholengemeenschappen ondersteunen in toenemende mate het onderwijskundig leiderschap van hun directeurs.
2.2.4.
Speerpunt curriculum
1. Leraren secundair onderwijs slagen erin de leerplandoelen om te zetten in een krachtige onderwijspraktijk die rekening houdt met hun context. 2. De integratie van ICT neemt toe.
2.3. Buitengewoon onderwijs 2.3.1.
Speerpunt leerbegeleiding
1. In elke school is er een geactualiseerd, geïntegreerd beleid inzake leerbegeleiding vertrekkende vanuit de visietekst van het GO!. 2. Scholen passen in groeiende mate de HGW-principes toe. 3. Scholen maken concrete keuzes inzake differentiatie en passen dit concreet toe 4. Alle zorgcoördinatoren basisonderwijs en de helft van de leerlingbegeleiders SO volgen een specifieke GO!-opleiding.
2.3.2. 1. 2. 3. 4.
Speerpunt taal
Taalvaardigheidsonderwijs Nederlands krijgt in elke school vorm. Taalontwikkelend lesgeven (in alle lessen) krijgt in elke school vorm. Didactiek Nederlands aan anderstaligen wordt versterkt. Scholen zetten in op meertaligheid/vreemdetalenonderwijs.
2.3.3.
Speerpunt schoolontwikkeling
1. Het leiderschap van directeurs en middenkader versterken om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen op de school. De school bouwt de principes van HGW in in haar visie om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen. De kwaliteitszorg verloopt PDCA-gewijs. 2. Alle scholengemeenschappen ondersteunen het onderwijskundig leiderschap van hun directeurs. 3. De leerkrachten nemen hun verantwoordelijkheid op in kwaliteitszorg om de resultaten van de leerlingen te verbeteren.
2.3.4.
Speerpunt curriculum
1. Leraren passen voor hun vakken of leergebieden een leerplanspecifieke pedagogisch-didactische aanpak toe.
Begeleidingsplan 2015-2018
16
2. Er is op elke school een coherent evaluatiebeleid en een kwaliteitsvolle evaluatie- en rapporteringspraktijk.
2.4. Deeltijds kunstonderwijs 1. De academies voeren een coherent onderwijskundig beleid gesteund op hun artistiek pedagogisch project. 2. De leerkrachten slagen erin de leerplandoelen om te zetten in een krachtige leeromgeving die rekening houdt met het artistiek pedagogisch project van de academie.
2.5. Volwassenenonderwijs 2.5.1. 1. 2. 3. 4.
2.5.2. 1. 2. 3. 4.
Speerpunt leerbegeleiding
Centra hebben een geïntegreerd beleid inzake leerbegeleiding. Centra maken concrete keuzes inzake differentiatie. Centrumteams zijn geprofessionaliseerd in functie van leerbegeleiding. Docenten integreren leerbegeleiding in hun pedagogisch-didactische aanpak.
Speerpunt taal
Centra voeren een actief en expliciet talenbeleid. Taalontwikkelend lesgeven krijgt vorm. De kwaliteit van het vreemdetalenonderwijs wordt versterkt. Didactiek Nederlands aan anderstaligen wordt versterkt.
2.5.3.
Speerpunt schoolontwikkeling
1. Het beleid van directeurs en het middenkader getuigt van toenemend onderwijskundig leiderschap. 2. De centra doorlopen de gehele PDCA-cirkel binnen hun kwaliteitszorg.
2.5.4.
Speerpunt curriculum
1. Centra ontwikkelen een curriculumbeleid i.f.v. hun context. 2. De docenten realiseren de leerplandoelstellingen binnen dit curriculum.
2.6. Centra voor leerlingenbegeleiding 1. 2. 3. 4.
Het beleid van de directeur van de CLB’s GO! getuigt van toenemend leiderschap. CLB’s voeren in toenemende mate beleid op basis van de principes van kwaliteitszorg. CLB’s GO! ontwikkelen zich tot een professionele leergemeenschap. CLB’s versterken de afstemming basisschool-CLB.
2.7. Internaten 1. 2. 3. 4.
3.
Het beleid van de beheerders getuigt van een toenemend pedagogisch leiderschap. Internaten passen de principes van kwaliteitszorg in toenemende mate toe. Omgaan met data. De directeurs ondersteunen de beheerder.
Begeleidingsteam
Om haar kerntaken en belendende opdrachten uit te voeren beschikt de PBD-GO! over een begeleidingsteam dat zich per onderwijsniveau organiseert en voor elk van deze niveaus aangestuurd wordt door een of meerdere hoofdadviseurs. Zij bewaken samen met de adviseur-coördinator de afstemming, samenhang en gelijkgerichtheid over de speerpunten en onderwijsniveaus heen.
Begeleidingsplan 2015-2018
17
Algemeen Binnen elk onderwijsniveau heeft het team zich georganiseerd in clusters. Deze clusters omvatten een aantal scholengemeenschappen. Voor basis- en secundair onderwijs gaat het om vijf clusters, die ongeveer overeenkomen met de Vlaamse provincies. Alle begeleiders vormen binnen hun regio het aanspreekpunt voor de hen toegewezen scholen en scholengemeenschappen en fungeren aldus als regioadviseur. Ten aanzien van de scholen in hun cluster hebben de regioadviseurs echter een gezamenlijke begeleidingsopdracht. Ondersteuningsvragen komen binnen op de cluster en worden in de cluster verdeeld volgens beginsituatieanalyse, context en begeleidersprofiel en expertise. Op basis hiervan ontwikkelt de cluster een plan van aanpak met aandacht voor resultaten, effecten en kwaliteitsaanpak. Begeleidersopdrachten hebben de ontwikkeling van alle niveaus tot doel: leerkrachtenteams, directies, school, scholengemeenschap en scholengroep. Er zijn verschillende samenstellingen van begeleidingsteam mogelijk : Trajecten die, indien ze aansluiten bij profiel en expertise van de regioadviseur, door de regioadviseur worden opgenomen. Gezamenlijk (met regioadviseur) opgenomen trajecten vanuit complementaire expertise Trajecten die een specifieke expertise vragen, opgenomen zonder regioadviseur Trajecten waarin elke expertise een rol opneemt Buitengewoon onderwijs Voor buitengewoon onderwijs bestaat het begeleidingsteam uit vier begeleiders. Elk van deze begeleiders beschikt over een afgesproken sokkel van begeleidingscompetenties die hem in staat stelt de meeste vragen rond schoolontwikkeling en onderwijskwaliteit op te nemen. Het begeleidingsteam buitengewoon onderwijs wordt aangestuurd door een hoofdadviseur. De begeleiders buitengewoon onderwijs vormen samen één clusterteam. Binnen dit team ondersteunen alle begeleiders zowel de scholen buitengewoon basis- als buitengewoon secundair onderwijs in hun regio. Voor inhoudelijke expertise (vakken, leergebieden, domeinen) kunnen zij een beroep doen op een collega van zowel het buitengewoon onderwijs binnen de cluster als op een collega van het gewoon onderwijs. In de volgende begeleidingsperiode wordt verder werk gemaakt van de afstemming van de regio’s waarbinnen de adviseurs buitengewoon onderwijs actief zijn en de clusters voor gewoon basis- en secundair onderwijs. Voor specifieke doelgroepen – gedragsproblemen en autismespectrumstoornissen – kunnen zij pedagogische medewerkers inschakelen die zich verdiepen in deze specifieke materies. Niet-leerplichtonderwijs Deeltijds kunstonderwijs Er bestaat geen afzonderlijk team voor de ondersteuning van de instellingen DKO. De ondersteuning gebeurt door de begeleiders secundair onderwijs via de clusters. Een van de hoofdadviseurs secundair onderwijs neemt binnen zijn opdracht ook de coördinatie van de begeleiding DKO waar. Volwassenenonderwijs Het begeleidingsteam volwassenenonderwijs bestaat uit 3 begeleiders. Gezamenlijk doen ze aan centrumbegeleiding. Al deze begeleiders beschikken over een afgesproken sokkel van begeleidingscompetenties die hen in staat stelt de meeste vragen rond centrumontwikkeling en onderwijskwaliteit op te nemen. Elke begeleider is bovendien bevoegd voor een aantal studiegebieden en een aantal specifieke thema’s. De specifieke deskundigheid van elke begeleider zorgt voor complementariteit binnen het team. In principe dient het team in staat te zijn alle ondersteuningsvragen vanuit de centra op te nemen. Voor vragen die te maken hebben met vorming kan het team afspraken maken met GO! nascholing. Voor eventuele vragen waarvoor de competentie in het clusterteam
Begeleidingsplan 2015-2018
18
ontbreekt, spreekt het team specialisten uit het begeleidingsteam secundair onderwijs aan. Het team wordt aangestuurd door een hoofdadviseur secundair onderwijs die coördinator is. Centra voor leerlingbegeleiding De begeleiders voor de CLB’s ondersteunen op centrumniveau. Ze ondersteunen ook de CLBmedewerkers bij verschillende aspecten binnen de vier begeleidingsdomeinen en de concretisering ervan in de afsprakennota’s school-CLB. Zij bieden ondersteuning bij het ontwikkelen van het kwaliteitsprofiel van het centrum. De begeleiders voor de CLB’s werken nauw samen met de collega’s van de POC die instaan voor de professionalisering van CLB-medewerkers. De hoofdadviseur buitengewoon onderwijs stuurt het begeleidingsteam CLB aan. Internaten Het GO! investeert in de pedagogische ondersteuning van haar internaten voor gewoon en buitengewoon onderwijs. Een halftijds begeleider, toegevoegd aan het team buitengewoon onderwijs, staat in voor de begeleiding van de instellingen en teams. Voor de professionalisering wordt intens samen gewerkt met POC, NAS en externen. GO! nascholing GO! nascholing maakt integraal deel uit van de PBD-GO!. Begeleiding en nascholing versterken elkaar actief en staan samen in voor de ondersteuning van onze instellingen. De vorm van de ondersteuning hangt af van de te bereiken doelstelling binnen een specifieke context. Nascholingsactiviteiten en begeleidingsinitiatieven werken hierbij complementair en versterkend ten opzichte van elkaar. De keuzes die de PBD-GO! op basis van een grondige behoefteanalyse maakt voor het driejaarlijks begeleidingsplan zijn ook de focus van de nascholingsactiviteiten voor die periode. Binnen de speerpunten van de PBD-GO! wordt het totale ondersteuningsaanbod zo op elkaar afgestemd. GO! nascholing werkt daarbij hoofdzakelijk aanbodgestuurd en heeft zowel een aanbod voor individuen als voor teams. Een intakegesprek bij aanvang van een traject en afstemming met regiobegeleiders maakt dat elke nascholing op maat ook rekening houdt met de specifieke context. De PBD-GO! heeft binnen het contingent nascholers verschillende profielen. Projectmanagers BaO, SO en schoolontwikkeling hebben als taak voor hun specifieke doelgroep nascholingen en opleidingen te ontwerpen, te organiseren en te evalueren. Ook de netwerkfunctie is een belangrijk onderdeel van hun job. Voor de externe expertise doet de PBD-GO! een beroep op personen en organisaties in en buiten het onderwijs (andere centrale diensten van het GO!, scholen, hogescholen en universiteiten, privéinstanties, vzw’s, bedrijven …) waarmee samenwerkingsovereenkomsten worden afgesloten. Daarnaast heeft de PBD-GO! ook eigen nascholers in dienst. Zij werken als expert aan specifieke thema’s die passen binnen de keuzes van het begeleidingsplan. De coördinator van GO! nascholing stuurt het nascholingsteam aan. GO! nascholing houdt de vinger aan de pols en ondersteunt onderwijsinstellingen bij de implementatie van vernieuwingen. De vernieuwing moet daarbij zichtbaar zijn in het aanbod alsook in de nascholingsdidactiek. Kenmerkend voor de nascholingsactiviteiten is het ondersteunen van het proces bij zowel de school als de individuele leraar. Die procesbegeleiding gebeurt schoolnabij en op maat van de school, het team, de vakgroep of de individuele leerkracht. De nascholing legt zich toe op de verbreding en verdieping van kennis, vaardigheden en attitudes en op de training van vaardigheden. Het gaat om nascholing, niet in de eerste plaats door Begeleidingsplan 2015-2018
19
informatieoverdracht en begeleiding, maar door trainen, observeren, het uitvoeren van opdrachten en het uitwisselen van ervaring en resultaten. Omdat ‘single shot’-benaderingen voor pedagogisch-didactische onderwerpen slechts een gering resultaat opleveren, bieden we nascholingsinitiatieven doorgaans via een veelvoud van sessies aan (inclusief trajectbegeleiding en terugkomdag). Hier vinden begeleiding en nascholing elkaar en is afstemming noodzakelijk. In cijfers Voor de reguliere werking beschikt de begeleidingsdienst in het functioneel kader vandaag over 59 FT eenheden; met name 22 FT eenheden voor basisonderwijs, 36 FT eenheden voor secundair onderwijs/deeltijds kunstonderwijs/volwassenenonderwijs en 1 FT eenheden voor CLB. Adviseurs - begeleiders
Instellingen (vestigingsplaatsen)
Basisonderwijs
21
386 (533)
Secundair onderwijs
35
217 (297)
Deeltijds kunstonderwijs
15
Volwassenenonderwijs
27 (267)
Buitengewoon basisonderwijs
5
Buitengewoon secundair onderwijs
36 (58) 22(38)
CLB
1
24
Internaten buitengewoon onderwijs
0.5
19
Internaten gewoon onderwijs
36
Internaten met permanente openstelling
8
Totaal
62,5
790
Financiering De invulling van het personeelskader komt uit volgende personeelsmiddelen: de formaties pedagogisch adviseur; het ‘0.1-detacheringscontingent’ (in toepassing van artikel 17 § 4 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs);
Begeleidingsplan 2015-2018
20
De begeleidingsdienst beschikt ook over een aantal projectmedewerkers. De invulling van dit aanvullend kader gebeurt met volgende personeelsmiddelen: De integratie van de middelen ‘SNPB’ (programmadecreet 2015) in de netgebondenbegeleidingsdiensten: De PBD-GO! opteert ervoor om de mensen en middelen die met deze ‘inkanteling’ gepaard gaan in te zetten op het raakvlak tussen de voormalige projecten van SNPB en de speerpunten opgenomen in dit begeleidingsplan. In concreto betekent dit dat de focus gelegd wordt op: leerbegeleiding: ondersteuning uitrol M-decreet, inclusie; taal: taalondersteuning; innovatie: ICT-integratie en blended learning, kennis- en expertiseontwikkeling; volwassenenonderwijs: kennis- en expertise ontwikkeling. Integratie van de middelen VBB: De PBD GO! geeft gevolg aan de opdracht in OD XXV en zet deze in voor de ondersteuning van competentieontwikkeling in Brussel en de transfer van expertise naar de Vlaamse rand. Contingent detacheringen op voorstel van de minister. Een aantal eenheden uit het codo-contingent toegewezen aan het GO! onder meer ingezet als begeleiders voor de ondersteuning van de methodescholen.
Begeleidingsplan 2015-2018
21
Werkingscode
Begeleidingsplan 2015-2018
22
1. Toepassingsgebied De werkingscode voor de PBD-GO! is van toepassing op de adviseur-coördinator, de pedagogisch adviseurs/begeleiders en alle personeelsleden die onder het hiërarchisch gezag van de adviseurcoördinator ressorteren. De code is geldig ten aanzien van alle onderwijsinstellingen die door de PBD-GO! worden begeleid. De PBD-GO! begeleidt instellingen en personeelsleden van het gewoon basisonderwijs, het buitengewoon basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs, het buitengewoon secundair onderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en CLB’s.
2.
Doelstellingen en opdrachten van de Pedagogische begeleidingsdienst
De pedagogische begeleiding heeft tot doel de kwaliteit van het GO! te bevorderen op meso- en lokaal niveau. Bij zijn werking baseert de pedagogische begeleidingsdienst zich onder meer op de pijlers van het Pedagogisch Project van het GO!. Concreet is de begeleidingsdienst belast met de volgende opdrachten: de onderwijsinstellingen ondersteunen bij de realisatie van hun pedagogisch of agogisch project en de CLB’s ondersteunen bij de realisatie van hun missie en hun begeleidingsproject; de onderwijsinstellingen en de CLB’s ondersteunen bij het bevorderen van hun onderwijskwaliteit, respectievelijk de kwaliteit van hun leerlingenbegeleiding en bij hun ontwikkeling tot professionele lerende organisatie door: netwerkvorming te bevorderen en netwerken te ondersteunen; leidinggevenden te ondersteunen of te vormen; de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden te ondersteunen binnen een instelling en instellingsoverstijgend met bijzondere aandacht voor begin- nende personeelsleden en personeelsleden met specifieke opdrachten; het beleidvoerend vermogen van instellingen te versterken; de kwaliteitszorg van instellingen te ondersteunen; op verzoek van het bestuur van de instelling de instelling ondersteunen en begeleiden bij de uitwerking van de aangegeven actiepunten na een doorlichting; onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen; aanbodgerichte nascholingsactiviteiten aanreiken en aansturen met inbegrip van de nascholing van directies; met verscheidene onderwijsactoren op verschillende niveaus overleggen over onderwijskwaliteit en de kwaliteit van de leerlingenbegeleiding; participeren aan de aansturing of opvolging van ondersteuningsinitiatieven georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Regering die als doelstelling heb- ben het ondersteunen van instellingen, leerkrachten of begeleiders. Daarnaast is de begeleidingsdienst verplicht: driejaarlijks een begeleidingsplan op te stellen voor de volgende drie schooljaren; de pedagogische begeleidingsdienst deelt dat begeleidingsplan mee aan de in- stellingen en aan de Vlaamse Regering;
Begeleidingsplan 2015-2018
23
jaarlijks te rapporteren aan de Vlaamse Regering over de activiteiten van het vorige schooljaar, met inbegrip van een financiële verantwoording over de ontvangen werkingsmiddelen; een werkingscode op te stellen en bekend te maken bij de instellingen en hun personeelsleden; op systematische wijze zijn eigen kwaliteit te onderzoeken en te bewaken; de pedagogische begeleidingsdienst kiest zelf de wijze waarop hij dit doet. De PBD-GO! hecht belang aan een goede samenwerking met alle onderwijsactoren in het kader van zijn decretale opdracht.
3.
Aard van de dienstverlening
Aanbodgestuurde dienstverlening De PBD-GO! concretiseert jaarlijks het begeleidingsplan en formuleert een aanbod. Het aanbod is gebaseerd op prioriteiten ontstaan vanuit het beleid, de noden van scholen en vanuit evoluties in de maatschappij en de onderwijsomgeving. Het aanbod situeert zich op schoolniveau, maar ook op niveau van scholengemeenschappen of scholengroepen. De pedagogische begeleidingsdienst voorziet in een geïntegreerd aanbod van begeleiding en nascholing: ondersteuning van teams, deelteams, vakgroepen, leraren met bijzondere op- drachten, individuen, directeurs; ondersteuning van scholen als systeem, zoals systeembegeleiding; versterking van het schoolprofiel door onderwijsvernieuwingsprojecten; ondersteuning voor de implementatie van een kwaliteitszorgsysteem. Vraaggestuurde dienstverlening Scholen kunnen ook een specifieke vraag richten aan de pedagogische begeleidingsdienst. De dienst onderzoekt dan of hij kan ingaan op de gestelde vraag, afhankelijk van het tijdsbestek en de aanwezige competentie. De vraag kan uitgaan van een algemeen of coördinerend directeur of een directeur. Alle begeleidingen verlopen in trajecten, die de school en de begeleider samen bepalen. Bij de begeleiding houden de pedagogisch adviseurs/begeleiders rekening met de mogelijkheden van de school en haar personeelsleden. De inhoud van vraaggestuurde nascholing komt tot stand in overleg met de vraagsteller.
4.
Verloop van de begeleiding
Elk begeleidingsproces verloopt op een planmatige manier en is opgedeeld in verschillende fasen. Een begeleiding start met een verkennende fase, waarin de begeleider/nascholer, of bij voorkeur een geselecteerd team, de vraag van de school verheldert en de beginsituatie inschat (via bv. desk research, intake). Op basis hier- van wordt samen met de school een traject afgesproken. De doelstellingen uit het aanbod worden i.f.v. de schoolcontext aangepast en SMART geformuleerd. Dit resulteert in een concrete begeleidingsstrategie. Op basis van de begeleidingsstrategie maken school en begeleider/begeleidings- team afspraken over een wederzijds engagement. Hierbij engageert de begeleider zich tot een aantal interventies met
Begeleidingsplan 2015-2018
24
resultaatsverbintenis. De school engageert zich om te werken aan de randvoorwaarden en de afspraken uit te voeren.
5.
Verslaggeving
Van elk begeleidingsproces maakt de begeleider een verslag via voortgangsrapportage. Na een interventie vult de begeleider het voortgangsrapport verder aan. Als bijlage kan een individueel begeleidingsverslag of een verslag van de werking van een deelteam/vakgroep worden gevoegd. De begeleider bezorgt de voortgangsrap- porten aan de school.
6.
Klachtenprocedure
Scholen kunnen klachten in verband met het deontologisch optreden van de verschillende partners en/of het niet nakomen van de engagementen rechtstreeks melden aan de adviseur-coördinator.
Begeleidingsplan 2015-2018
25
Bijlagen
Begeleidingsplan 2015-2018
26
I NTENTIEVERKLARING VOOR SAMENWERKING OP HET VLAK VAN DE PEDAGOGISCHE BEGELEIDING De pedagogische begeleidingsdiensten hebben het laatste decennium een traditie van samenwerking opgebouwd. Deze samenwerking manifesteert zich op verschillende terreinen: overleg, expertisedeling, professionalisering, curriculumontwikkeling, … De ondertekenende pedagogische begeleidingsdiensten zullen de samenwerking intensifiëren rond thema’s waarbij samenwerking een aantoonbare meerwaarde genereert voor, en leidt tot kwaliteitsverhoging van de eigen pedagogische begeleidingsdienst en zodoende van de scholen en centra. De betrokken begeleidingsdiensten zullen een samenwerkingsovereenkomst opstellen voor elke thema waarvoor gekozen wordt om intensief samen te werken. Deze thema’s worden opgenomen in de respectieve driejaarlijkse begeleidingsplannen van de betrokken pedagogische begeleidingsdiensten. In de jaarlijkse verslaggeving van elke pedagogische begeleidingsdienst zal hierover gerapporteerd worden. Alle pedagogische begeleidingsdiensten kunnen instappen in een samenwerking rond een bepaald thema. De samenwerkende begeleidingsdiensten behouden hun eigenheid en er wordt steeds over gewaakt dat de initiatieven die genomen worden binnen de samenwerking niet overlappen met beleidsoverleg, dat de onderwijskoepels en het GO! toekomt.
Raymonda Verdyck Afgevaardigd bestuurder GO!
Lieven Boeve Directeur-generaal VSKO-PBDKO
Patriek Delbaere Algemeen directeur OVSG
Patrick Weyn Directeur POV
S AMENWERKINGSOVEREENKOMST T AALBELEID 1 SAMENWERKENDE ORGANISATIESDE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST VAN HET GO! ONDERWIJS VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen de Pedagogische Begeleidingsdiensten van Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers …
Rond dit thema zal PBDKO het voortouw nemen.
2 OMSCHRIJVING VAN HET THEMA EN EVENTUELE DEELPROJECTEN Taalbeleid: de pedagogische begeleiding zet een netoverschrijdende samenwerking op binnen het continuüm informeren, uitwisselen, afstemmen en samenwerken om de onderwijstaal Nederlands in scholen te versterken om leerlingen met succes de schoolloopbaan te doen doorlopen.
3 DOELSTELLINGEN EN BEOOGDE RESULTATEN 3.1 DOELSTELLING 1 Lokaal en bovenlokaal samenwerken naar aanleiding van projecten (zoals bv. EDT – Europese dag van de talen of de Week van het Nederlands (Taalunie) of netwerken of LOPS.)
3.2 DOELSTELLING 2 Elkaar informeren, expertise-uitwisseling rond jaarlijks af te spreken begeleidingsactiviteiten met impact op de klasvloer in thema’s zoals meertaligheid, taalscreening, school- en instructietaal, aandacht voor scharniermomenten in de onderwijsloopbaan op minimaal … momenten per schooljaar.
3.3 DOELSTELLING 3 Samenwerken aan de professionalisering en een gemeenschappelijke kennisbasis rond thema’s zoals meertaligheid, taalscreening, school- en instructietaal, …
S AMENWERKINGSOVEREENKOMST C OMPETENTIE - ONTWIKKELING / INCLUSIEVERE SCHOOL 1 SAMENWERKENDE ORGANISATIES
de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers
Rond dit thema zal het GO! in nauwe samenwerking met OVSG het voortouw nemen.
2 OMSCHRIJVING VAN HET THEMA EN EVENTUELE DEELPROJECTEN Samenwerking tussen de betrokken organisaties op het vlak van:
De ondersteuning in de scholen van het buitengewoon onderwijs bij de verbreding en verdieping van het aanbod voor jongeren met autismespectrumstoornissen. De ondersteuning van scholen van het buitengewoon onderwijs bij de uitbouw van het type basisaanbod. De uitbouw van een globaal professionaliseringstraject en -structuur voor de ondersteuning in de scholen van personeelsleden van het gewoon basisonderwijs en het gewoon secundair onderwijs inzake het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
3 DOELSTELLINGEN EN BEOOGDE RESULTATEN 3.1 DOELSTELLING 1 Het digitaal en online uitwisselen van expertise die ontwikkeld werd en zal worden door de verschillende participerende organisaties/partijen.
3.2 DOELSTELLING 2 Het opzetten van netoverstijgende vorming .
3.3 DOELSTELLING 3 Het wetenschappelijk onderbouwen van de expertise door een ondersteuningsgroep van wetenschappers en het ondersteunen van de bijbehorende processen.
S AMENWERKINGSOVEREENKOMST V OLWASSENENONDERWIJS 150520 samenwerking volw
1 SAMENWERKENDE ORGANISATIES
de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen het Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs
2 OMSCHRIJVING VAN HET THEMA EN EVENTUELE DEELPROJECTEN Samenwerking tussen de betrokken organisaties op het vlak van de ondersteuning van het volwassenenonderwijs. Hierbij worden rond x thema’s projecten gerealiseerd. De eerste drie projecten hebben betrekking op de opdrachten geformuleerd in artikel 49 van het decreet betreffende het volwassenenonderwijs.
curriculumontwikkeling verworven competenties onderwijs aan gedetineerden afstandsleren, e-leren en gecombineerd leren geletterdheid
3 DOELSTELLINGEN EN BEOOGDE RESULTATEN 3.1 THEMA 1: CURRICULUMONTWIKKELING GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap neemt rond dit thema het voortouw. Doelstelling 1.1: Coördineren van de ontwikkeling van nieuwe opleidingsprofielen in het volwassenenonderwijs. Doelstelling 1.2: Coördineren van de actualisering van bestaande opleidingsprofielen in het volwassenenonderwijs. Doelstelling 1.3: Coördineren van de netoverstijgende leerplanontwikkeling in het volwassenenonderwijs.
3.2 THEMA 2: VERWORVEN COMPETENTIES OVSG neemt rond dit thema het voortouw. Doelstelling 2.1: Coördineren van de ontwikkeling van instrumenten en procedures inzake de erkenning van al verworven competenties.
3.3 THEMA 3: ONDERWIJS AAN GEDETINEERDEN Vocvo neemt rond dit thema het voortouw. Doelstelling 3.1: Opvolgen en ondersteunen van de werking van de onderwijscoördinatie en het onderwijsaanbod in de gevangenissen. Doelstelling 3.2: Opvolgen en ondersteunen van de implementatie van de visie en het strategisch beleidsplan voor het onderwijs aan gedetineerden.
3.4 THEMA 4: AFSTANDSLEREN, E-LEREN EN GECOMBINEERD LEREN Provinciaal Onderwijs Vlaanderen neemt rond dit thema het voortouw. Doelstelling 4.1: Ondersteunen van expertise-ontwikkeling en expertise-uitwisseling inzake afstandsleren, eleren en gecombineerd onderwijs in de volwasseneneducatie.
3.5 THEMA 5: GELETTERDHEID Vocvo neemt rond dit thema het voortouw. Doelstelling 5.2: Opvolgen en ondersteuning van de implementatie van de doelen m.b.t. het volwassenenonderwijs in het plan geletterdheid.
Samenwerkingsprotocol Onderwijscentrum Brussel - netgebonden begeleidingsdiensten
Situering In het onderwijsdecreet XXV (ODXXV, zie bijlage) krijgen het Onderwijscentrum Brussel (OCB) en de netgebonden begeleidingsdiensten (PBD) de opdracht om een samenwerkingsprotocol af te sluiten. Dit samenwerkingsprotocol dient de onderlinge uitwisseling, afstemming en samenwerking tussen het OCB en de PBD op vlak van onderwijs in de grootstedelijke en meertalige context te bevorderen. Het protocol moet direct of indirect bijdragen tot de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel en biedt ook garanties voor de doorstroom van expertise naar Vlaanderen (De Rand).
Samenwerkingsprotocol Artikel 1
principes en uitgangspunten
Elke school staat voor de uitdaging de eindtermen te bereiken bij alle leerlingen en hen toekomstperspectief te bieden voor hun verdere schoolloopbaan en maatschappelijke integratie in de samenleving. De Brusselse school ervaart vanuit een complexe context heel wat professionaliseringsnoden om op deze uitdaging een antwoord te bieden en moet dan ook de nodige ondersteuning vanuit de PBD en het OCB kunnen krijgen. De PBD hebben in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap een reguliere begeleidingsopdracht en een aantal aanvullende opdrachten, die decretaal zijn vastgelegd. Het OCB heeft vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie de opdracht om extra ondersteuning te voorzien voor de Brusselse scholen rond inhouden die voortvloeien uit de eigenheid van de Brusselse situatie. Het OCB en de PBD ontwikkelen een samenwerking op het continuüm informeren, uitwisselen, afstemmen en samenwerken. Het OCB en de PBD werken samen vanuit een kader van gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Het OCB en de PBD respecteren elkaars eigenheid, rol, verantwoordelijkheid en autonomie.
1
Artikel 2
ondersteuningsinhouden
De extra ondersteuning van het OCB richt zich op inhouden, eigen aan de Brusselse situatie: taal en meertaligheid (ICT en mediawijsheid), ouder- en buurtbetrokkenheid, omgaan met diversiteit (en armoede), brede school en breed leren. Met betrekking tot de ondersteuning van deze inhouden worden tussen de PBD en het OCB afspraken gemaakt (zie verder). Artikel 3
samenwerking bovenlokaal mbt de ondersteuning van Brusselse scholen
Het OCB en de PBD informeren elkaar en maken afspraken over de vragen van en het aanbod voor Brusselse scholen. Deze afspraken dienen te leiden tot maximale afstemming en complementariteit. Vanuit deze samenwerking kunnen ook gezamenlijke initiatieven genomen worden voor de Brusselse scholen. Minimum één keer per jaar organiseert het OCB en de PBD een overleg om de ondersteuningsvragen, het ondersteuningsaanbod en gezamenlijke initiatieven te bespreken. Artikel 4
samenwerking lokaal mbt de ondersteuning van Brusselse scholen
De ondersteuners van het OCB en de PBD maken samenwerkingsafspraken over het ondersteuningstraject op de lokale school, zowel op het vlak van ondersteuningsinhouden als begeleidingsstrategie (taakverdeling, inhoudelijke afstemming, begeleidingsaanpak,…). Deze afspraken worden gemaakt in overleg met de school. De school ervaart de ondersteuning vanuit de verschillende ondersteuningsinstanties als één werking die hen begeleidt in het ontwikkelen van kwaliteitsvol onderwijs. De ondersteuners vanuit het OCB en de PBD krijgen vanuit hun organisatie de expliciete opdracht om deze lokale samenwerking te ontwikkelen. Artikel 5
expertisedeling
Het OCB en de PBD delen expertise mbt de gezamenlijke ondersteuningsinhouden en inzichten op het vlak van begeleidingsstrategie in functie van de versterking van de eigen werking en in functie van de inzetbaarheid buiten Brussel (oa De Rand). Volgende thema’s moeten bij deze expertisedeling zeker aan bod komen: taalonderwijs en taalgericht vakonderwijs (met aandacht voor omgaan met meertaligheid en meertalige opvoeding, de link met ICT,…); ouderbetrokkenheid in grootstedelijke context (met het oog op het versterken van leerkansen van leerlingen); brede school ontwikkeling; omgaan met diversiteit (met specifieke aandacht voor onderwijskundige elementen gelinkt aan kansarmoede);…
2
Ook thema’s als onthaal van nieuwe leraren, anderstalige nieuwkomers,… zijn in deze context belangrijk. Om deze expertisedeling systematisch aan te pakken, wordt een overlegplatform gecreëerd waarbij thematisch de deskundigheid wordt gedeeld. Artikel 6
uitvoeringsmodaliteiten
Jaarlijks worden binnen bovenstaand samenwerkingsprotocol – na evaluatie van het voorbije jaar – concrete werkafspraken gemaakt tussen het OCB en de PBD. Het OCB en de PBD rapporteren jaarlijks over deze samenwerking naar hun respectievelijke opdrachtgevers. Dit samenwerkingsprotocol is van onbepaalde duur, maar kan in onderling overleg te allen tijde worden gewijzigd.
3
Bijlage Uittreksel uit ODXXV Art. VI.25. In hetzelfde decreet wordt het hoofdstuk V/1, ingevoegd bij decreet van 21 december 2012, vervangen door een hoofdstuk V/1, bestaande uit artikel 27/1 tot en met 27/3, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk V/1. Extra ondersteuning voor de Nederlandstalige scholen gelegen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Art. 27/1. Binnen de door de Vlaamse Gemeenschap vastgelegde begrotingskredieten wordt jaarlijks in een krediet voorzien van 609.000 euro voor de werkingskosten van de entiteit Onderwijscentrum Brussel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de uitvoering van volgende opdrachten ten aanzien van de scholen en de centra van het basisonderwijs en secundair onderwijs die erkend, gefinancierd of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap en gelegen zijn in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad: 1° het taalvaardigheidsonderwijs van het Nederlands en het talenbeleid verbreden en verdiepen; 2° de toepassing van het Brede Schoolconcept ondersteunen. Art. 27/2. De pedagogische begeleidingsdiensten die beschikken over een personeelsformatie als vermeld in artikel 16, ontvangen jaarlijks 609.000 euro aan aanvullende werkingsmiddelen voor de uitvoering van volgende opdrachten: 1° de competentieontwikkeling ondersteunen voor de implementatie van het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in een hoofdstedelijke context ten aanzien van de scholen van het basisonderwijs en secundair onderwijs die erkend, gefinancierd of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap en gelegen zijn in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; 2° een transfer voorzien van de inzichten opgedaan onder 1° naar het Vlaamse onderwijs en de ontsluiting van de kennis op het gebied van taalvaardigheidsonderwijs met prioriteit naar de scholen van de Vlaamse rand realiseren; De pedagogische begeleidingsdiensten werken nauw samen met het Onderwijscentrum Brussel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie teneinde deze opdrachten te kunnen vervullen. Een protocol tussen deze actoren teneinde vorm te geven aan deze samenwerking wordt afgesloten. In hun regulier werkingsverslag/jaarverslag rapporteren de pedagogische begeleidingsdiensten en het onderwijscentrum Brussel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op welke wijze invulling wordt gegeven aan de opdrachten, welke goede voorbeelden evenals andere multiplicatoreffecten gerealiseerd werden.
4
De werkingsmiddelen, vermeld in het eerste lid, worden verdeeld over deze pedagogische begeleidingsdiensten naar rato van het aantal organieke betrekkingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel in de instellingen verbonden aan de pedagogische begeleidingsdiensten. Art. 27/3. De bedragen vermeld in dit hoofdstuk hebben betrekking op begrotingsjaar 2015. Vanaf begrotingsjaar 2016 worden deze bedragen aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.”.
5