Begeleidingsplan Noordzeelant

Titel instrument Nuttig voor doelgroep Doel / bruikbaar voor Korte beschrijving van het instrument

Van MBO Contactpersoon E-mail

Begeleidingsplan Noordzeelant Docenten mbo Docenten mbo Wellantcollege mbo Rijnsburg heeft als doelstelling goed onderwijs te leveren dat afgestemd is op het ontwikkelingsniveau van de student, zodat wij hen optimaal kunnen voorbereiden op de arbeidsmarkt. Onze ambitie is hierbij, dat alle studenten van Wellantcollege Noordzeelant met een diploma de school verlaten en gekwalificeerd zijn om op zijn/haar niveau te kunnen werken en/of door studeren. Het begeleidingsplan 2014 – 2015 voor de regio Noordzeelant (vestigingen Rijnsburg en Rijswijk) biedt een overzicht van de activiteiten op het gebied van zorg en begeleiding om bovenstaande doelstellingen te behalen. Wellantcollege mbo Rijnsburg Ellen der Nederlanden-Hofman [email protected]

1 You created this PDF from an application that is not licensed to print to novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Begeleidingsplan Noordzeelant



Inhoudsopgave

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Inleiding Visie op begeleiding Intake en plaatsing Bijlagen Begeleidingsstructuur Bijlagen Begeleidingsaanbod – eerste lijn Bijlagen Begeleidingsaanbod – tweede en derde lijn Bijlagen Verzuim en VSV Bijlagen



1. Inleiding

De missie van het Wellantcollege is: “Werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in groen onderwijs”. Daaruit voort vloeiend kan gezegd worden dat mbo Noordzeelant als doelstelling heeft goed onderwijs te leveren dat afgestemd is op het ontwikkelingsniveau van de student, zodat wij hen optimaal kunnen voorbereiden op de arbeidsmarkt. Onze ambitie is hierbij, dat alle studenten van Wellantcollege Noordzeelant met een diploma de school verlaten en gekwalificeerd zijn om op zijn/haar niveau te kunnen werken en/of door studeren. Het begeleidingsplan 2014 – 2015 voor de regio Noordzeelant (vestigingen Rijnsburg en Rijswijk) biedt een overzicht van de activiteiten op het gebied van zorg en begeleiding om bovenstaande doelstellingen te behalen. De basis voor dit zorgplan is het document ‘begeleiding bij Wellantcollege mbo’ geweest. De missie van Wellantcollege is vertaald in onder andere een visie op begeleiding. Hierin wordt beschreven hoe de begeleiding is vorm gegeven en op welke manier de studenten begeleid worden. Uitgangspunten zijn: - Van zorg voor de student naar begeleiding - De coach als spin in het web - Van aanbod naar vraag - Aandacht voor verzuim Met dit document willen wij aantonen en borgen, dat we op weg zijn naar een optimale begeleiding van de student binnen het “Wellantcollege Noordzeelant” en de kaders van Wellantcollege. Lotte Segger Ellen der Nederlanden



2.

Visie op begeleiding

-

Van zorg voor de student naar begeleiding De coach als spin in het web Van aanbod naar vraag Aandacht voor verzuim

Van zorg voor de student naar begeleiding Begeleiding wordt direct gekoppeld aan het onderwijs en daarmee aan de te behalen onderwijsdoelen: het diploma en de mogelijkheden van de student. Uitgangspunt is het optimaliseren van opleidingskansen voor alle studenten en het leveren van een bijdrage aan het terugdringen van risico’s voor voortijdig schoolverlaten. In deze visie wordt dan ook niet gesproken over zorg voor de student, maar over begeleiding. De taak van het onderwijsteam, de coach en docenten, is dan ook niet alleen het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs, maar ook het bieden van daarop afgestemde adequate coaching en begeleiding. Deze visie sluit aan bij de wens van Wellantcollege om verder te professionaliseren, vooral waar het gaat om het vergroten van de handelingsbekwaamheid van de docent in het omgaan met en lesgeven aan studenten met diverse onderwijsbehoeften, leerstijlen en gedrag. Dit vraagt om expertise op het gebied van klassenmanagement. De coach als spin in het web De centrale (regie) rol wordt ingevuld door de coach. Hij overlegt met zijn collega’s in zijn team. Zodra hij aan de grenzen van zijn rol komt, schakelt hij, eventueel via de studentbespreking, intern advies en hulp in uit de tweede lijn, voor zichzelf, de docent en /of de student. Als de grenzen van de tweede lijn zijn bereikt en daarmee de grenzen van de schoolinterne begeleiding in zicht komt, schakelt de coördinator onderwijsondersteuning op zijn beurt extern advies en hulp in (de 3e lijn) voor de coach, docent en / of student. Deze visie sluit aan bij het functiebouwwerk waarin de centrale (regie) rol is weggelegd voor de coach. De coördinator onderwijsondersteuning heeft vooral een coördinerende rol in de 2e en 3e lijn. Van aanbod naar vraag De begeleidingsvraag van de student staat centraal, niet ons begeleidingsaanbod. Tijdens de intake wordt door ons advies gegeven over de kansrijkheid van de student voor een opleiding bij Wellant. Op basis van dit advies wordt in samenspraak met de student en zonodig diens begeleiders, de benodigde ondersteuning en begeleiding die de student nodig heeft om de onderwijsdoelen te behalen vastgesteld. Mocht hier sprake zijn van extra ondersteuning en begeleiding, naast het basisaanbod, dan worden afspraken hieromtrent vastgelegd. De coach zal vervolgens vanuit zijn expertise systematisch proactief en reactief in overleg met de student en andere betrokken partijen zoals collega’s en praktijkopleider in de gaten houden of deze begeleiding afdoende en adequaat is. Blijkt dit niet meer het geval, dan zal opnieuw in overleg met de student de begeleidingsbehoefte worden vastgesteld en zal de coach hiermee aan de slag gaan.


Ook de student, waarmee tijdens de intake geen afspraken zijn gemaakt over extra begeleiding, kan in de loop van de opleiding toch leerbelemmeringen gaan ervaren. In overleg kan dan gekeken worden welke begeleiding nodig is en/of we die vanuit Wellantcollege kunnen aanbieden of dat we de student verwijzen naar externe specialisten. Aandacht voor verzuim Uitgangspunt voor de begeleiding van studenten is het optimaliseren van opleidingskansen voor alle studenten en het leveren van een bijdrage aan het terugdringen van risico’s voor voortijdig schoolverlaten. Adequaat (op tijd en met de juiste aanpak) reageren op verzuim van studenten kan voorkómen, dat ze definitief afhaken. Spijbelen en verzuim zijn vaak voorbode van voortijdige uitval. Wellantcollege heeft het terugdringen van voortijdig schoolverlaten1 benoemd als aandachtspunt. Met een stevig begeleidingsbeleid, waarin veel aandacht is voor verzuim, kunnen we snel signaleren dat er verzuim is of dreigt en hier alert op reageren. We kunnen de student de juiste begeleiding aanbieden op weg naar een diploma, bij ons of elders. Kaders verzuimbeleid - Er geldt een Wellantbreed verzuimbeleid voor het mbo. - Het verzuimbeleid is in de studiegids opgenomen en maakt onderdeel uit van de OER2. - Wellantcollege is verplicht de afwezigheid en aanwezigheid3 van studenten te registreren. - Wellantcollege is verplicht alle verzuim te registreren (dus ook het te laat komen) en hiervan melding te maken aan het verzuimloket van DUO. - Dit verzuimbeleid maakt onderdeel uit van het begeleidingsbeleid in het mbo.

VSV-er, voortijdig schoolverlater: Iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat (diploma op minimaal havo, vwo of mbo 2 niveau). 2 Onderwijs- en examenregeling 3 Hiermee tonen we aan dat een student werkelijk de opleiding volgt waarvoor hij/zij is ingeschreven én of de wettelijke urennorm daarbij wordt gehaald (registratie in Trajectplanner). 1


3.

Intake en plaatsing

-

Doel Resultaat Hoofdlijnen procedure Uitleg (invulling) procedure

Doel Plaatsen van de aspirant deelnemer in de juiste opleiding, in de juiste leerweg en op het juiste niveau. Hierbij spelen we in op de individuele wensen en mogelijkheden van de deelnemer, zodat de kans op het succesvol afronden van de opleiding optimaal is. Oftewel de juiste match tussen deelnemer en opleiding. De procedure voldoet aan weten regelgeving, is organiseerbaar, uitvoerbaar en betaalbaar. Resultaat De verwachtingen van en naar de deelnemer zijn helder: we weten waar de aspirant deelnemer staat in zijn ontwikkeling, wat zijn ambities en leermogelijkheden zijn. De deelnemer heeft de juiste informatie over de organisatie van het onderwijs, de mogelijkheden voor BPV, het juiste beroepsbeeld en zicht op de werkgelegenheid in het beroep waar de deelnemer voor wil kiezen. De afspraken over de benodigde begeleiding zijn gemaakt en vastgelegd. De eerste stap in de studieloopbaanbegeleiding is gezet. Kaders Naast kaders voortkomend uit weten regelgeving, gelden de volgende kaders: - De intakeprocedure geldt voor alle teams en opleidingen op alle mbo locaties. - Afwijkingen kunnen ontstaan door de samenwerkingsafspraken binnen een RMC-regio, gemeente of in VO samenwerkingsverband. - Teamleiders besluiten over aanname, plaatsing en afwijzing van deelnemers. Hoofdlijnen procedure De intakeprocedure bestaat uit drie processen te weten: aanmelding, intake en inschrijving. De procedure start op het moment van aanmelding en is de eerste stap in de studieloopbaanbegeleiding. De procedure sluit naadloos aan op de PR en werving. De procedure eindigt op het moment van definitieve plaatsing en de start van het onderwijsproces. De procedure raakt aan veel interne procedures, waardoor verandering van processtappen invloed kan hebben op processtappen van andere procedures.


Intakeprocedure •aanmelding •intake •inschrijving

PR en werving

Organisatie en coördinatie intakeprocedure

Studieloopbaanbegeleiding en onderwijsproces

Bedrijfsvoering en organisatie: o.a. deelnemer-administratie en dossiervorming.

Uitleg intakeprocedure (bijlage 1)

-

Aanmelding Aanmelding

-

Intake (Verdiept) intakegesprek Verslag & advies Beslissing teamleider

-

Inschrijving Inschrijving Voorlopige plaatsing Ondertekening OOK

A. Aanmelding Hierin vindt de aanmelding (bijlage 2a en b) door de aspirant-deelnemer plaats. De deelnemer ontvangt binnen 1 week de bevestiging van de aanmelding en informatie over het vervolg van de procedure (bijlage 3). Kaders aanmelding - Bij aanmelding ontvangt de aspirant deelnemer binnen 1 week een bevestiging van de aanmelding. - Elke aspirant deelnemer vult het (digitaal) doorstroomdossier in, indien deze beschikbaar is. B. Intake De deelnemer ontvangt een uitnodiging voor het maken van de AMN intaketest. Ook de toeleverende school levert de benodigde informatie via het digitale doorstroomdossier VOROC/Intergrip aan (bijlage 4). De deelnemer maakt de AMN intaketest (bijlage 5a en 5b). Na het maken van de AMN-test ontvangt de deelnemer een uitnodiging voor het intakegesprek (bijlage 6) en kan het intakegesprek plaats vinden. Ter afronding van dit onderdeel wordt het verslag van het intakegesprek (bijlage 7a en 7b) met daarin o.a. het advies van de intaker en coördinator onderwijsondersteuning en het eventuele voorstel omtrent benodigde begeleiding en maatwerkafspraken ingeleverd bij de teamleider. De teamleider neemt het besluit over aanname, voorlopige plaatsing en afwijzing op basis van het advies (met argumenten) van de intaker en coördinator onderwijsondersteuning. Ook kan in dit stadium besloten worden tot het voeren van een extra (verdiept) intakegesprek, alvorens de teamleider een besluit neemt. Wanneer een verdiept intake gesprek nodig is wordt dit mondeling toegelicht en wordt een nieuwe afspraak gemaakt. Het resultaat van deze processtap is, dat de deelnemer voorlopig kan worden ingeschreven in betreffende opleiding in KRD en de OOK kan worden gegenereerd ter ondertekening. De deelnemer ontvangt hierover een brief bevestiging aanname (bijlage 8) of de deelnemer ontvangt een brief afwijzing (bijlage 9).


Kaders intake - Met elke aspirant deelnemer vindt een individueel intakegesprek plaats. - Er vindt een verdiept intakegesprek plaats als de aspirant deelnemer in functioneren wordt beperkt door sociaal emotionele problemen en/ of lichamelijke problemen. Of wanneer er twijfel is over goede plaatsing n.a.v. het eerste gesprek. C. Inschrijving Behalve de inschrijving in KRD en in de opleiding en de voorlopige plaatsing, vindt de ondertekening van de OOK en de ondertekening van de praktijkovereenkomst bij BOL/BBL plaats, waarmee we de inschrijving formeel bekrachtigen. Pas nu is de deelnemer geen aspirant deelnemer meer, maar een ingeschreven deelnemer van Wellantcollege. Ook start het volgen van de deelnemer in Trajectplanner middels het vastleggen van de afspraken over de begeleiding en het toevoegen van het intake-informatie aan het deelnemersdossier in Trajectplanner. De resultaten zijn: - Uiterlijk op 1 oktober 2014 is er volledig beeld van alle nieuwe deelnemers. - Het deelnemerdossier is op orde op 14 oktober. - Trajectplanner is hèt instrument bij het volgen van de deelnemer.

Processchema intakeprocedure – op hoofdlijnen Betrokkenen Aspirant deelnemer

Aanmelding  Aanmelden  Invullen doorstroomdossier(DDD)i

Decaan toeleverende school Medewerker belast met de coördinatie en/of administratie

 Invullen doorstroomdossier(DDD)  Versturen bevestiging aanmelding  Voorlopige inschrijving KRD  Inplannen gesprekken  Uitnodiging AMN-test versturen

Intaker (en coördinator onderwijsondersteuner)

Intake  Inleveren  Intakegesprek benodigde gegevens  Maken AMNtest

Inschrijving  Ondertekening  Ondertekening OOK POK

 Overzichten gesprekken up-to-date houden  Monitoren DDD  Herinnering DDD  Klaarzetten AMN-test

 Overzichten aannames upto-date houden

 Bevestigen aanname + toezending OOK  Overzichten OOK up-to-date houden

 Definitief inschrijven  Dossier op orde maken  Overzichten POK en betaling up-to-date houden

 Voorbereiden gesprek: doornemen DDD/intakefor mulier  Intakegesprek

 Verslag + advies inleveren bij teamleider

 Ondertekening OOK

 Ondertekening POK

 Monitoren en ii aansturen

Teamleider

 Besluit over aanname, afwijzing en verdiepte intake

Coach iii

Status in KRD

Voorlopig

Voorlopig

Volledig

Afgedrukt

 Start dossier in TP Definitief


Psychosociale en sociaal maatschappelijke problemen zoals aandacht- en gedragsproblemen en problemen op het gebied van welzijn en welbevinden die het behalen van de onderwijsdoelen belemmeren of bemoeilijken. 5 Het intakegesprek vindt ook doorgang als het doorstroomdossier (DDD) nog niet is ingevuld. De procedure 4

mag geen vertraging oplopen. Bij twijfel kan altijd een extra gesprek gepland worden, o.b.v. informatie uit het DDD. 6

Gedurende de gehele procedure.

Taakbelasting uren / formatie (op locatie) - Organisatie en coördinatie: Organisatie, coördinatie, voorbereiding en onderhoud van de procedure is onderdeel van de reguliere taken van zowel teamleider, coördinator onderwijsondersteuning en de medewerker belast met de coördinatie rondom de intake. - Intakegesprekken: De totale taakbelasting van de intaker komt neer op 45 minuten per intakegesprek. Het intakegesprek duurt maximaal 30 minuten, voor- en nazorg is 15 minuten. De benodigde formatie voor de reguliere intakegesprekken is uit te rekenen op basis van de prognose aantal nieuwe deelnemers (het aantal te voeren gesprekken dat wordt verwacht). - Verdiepte intakegesprekken: De totale taakbelasting van de intaker is 1 uur per verdiept intakegesprek. Het verdiepte intakegesprek duurt 45 minuten, voor- en nazorg is 15 minuten. Let op: bij het verdiepte intakegesprek zijn normaliter twee medewerkers (intaker en coördinator onderwijsondersteuning) aanwezig, dit komt dus neer op 2 uur per gesprek. De benodigde formatie voor de verdiepte intakegesprekken is vast te stellen door een inschatting te maken op basis van aantallen en ervaringen uit het verleden.


3. Bijlagen

Bijlage

Middel / instrument

Vindplaats / uitleg

1

Overzicht intake procedure – Noordzeelant

G-schijf: zorgplan Noordzeelant

2a

Aanmeldformulier

Wellant site

2b

Doorstroomformulier voor deelnemer

Wellantsite

3

Brief ‘Bevestiging aanmelding en vervolg procedure’ (aparte BOL en BBL variant)

4

Digitale doorstroomformulier voor decaan toeleverende school

KRD / Administratie Hierin staat o.a. uitleg over de procedure, de benodigde gegevens (o.a. over BPV), de uitnodiging tot invullen doorstroom dossier en het intakegesprek Via Intergrip / VOROC

5a

Uitleg AMN test voor de deelnemer

Administratie

5b

AMN-test

6

Uitnodiging intakegesprek

Administratie / Hier de uitleg hoe de AMN-test wordt klaargezet en hoe deze geïnterpreteerd moet worden. Administratie

7a

Formulier ‘Intakegesprek’

7b

Hand-out ‘Intakegesprek’

8

Brief ‘Voorwaardelijke plaatsing en uitnodiging AMN Nederlands en rekenen’

KRD / Administratie Plaatsingsbrief met hierin uitleg over de voorlopige plaatsing en vervolgstappen, tevens toezending OOK en factuur.

9

Brief ‘Afwijzing’

KRD / Hierin staat uitleg over de procedure, inhoudelijke motivatie en verwijzing naar de klachtenprocedure.

Intranet (algemeen) / G-schijf: zorgplan Noordzeelant (aangepast) Dit is zowel het verslagformulier en adviesformulier en met handtekening van de teamleider tevens inschrijfopdracht Intranet / G-schijf: zorgplan Noordzeelant Hierin wordt uitleg gegeven over het doel en de aanpak van het intakegesprek. Naast uitleg over de procedure, de kaders, de verslaglegging en advisering ook bijzondere aandachtspunten zoals de check op rechtmatig verblijf in Nederland (koppelingswet).



4. Begeleidingsstructuur

-

Indeling in eerste, tweede en derde lijn Route ondersteuningsvraag Signalering mogelijke leerbelemmeringen

1e lijn:

•Coach • Docenten • BPV begeleiding • Vertrouwenspersoon 2e lijn: • Coördinator onderwijsondersteuning • Interne specialisten en medewerkers 3e lijn: • Externe specialisten w.o. schoolmaatschappelijk werk en leerplichtambtenaar.

Indeling in 1e, 2e en 3e lijn De 1e lijn bestaat uit direct betrokkenen bij het onderwijsproces, het onderwijsteam. Zij zijn direct aanspreekbaar door de student, waarbij de coach het eerste aanspreekpunt voor de student is. (bijlage 1) In de 2e lijn bevinden zich medewerkers van Wellantcollege (van de locatie of uit de regio Noordzeelant) die in opdracht van de coördinator onderwijsondersteuning begeleiding bieden aan de student. De 3e lijn bestaat uit extern betrokkenen. Hun hulp wordt ingeroepen door de coördinator onderwijsondersteuning op advies van het intern begeleidingsteam (WAT) of het zorgadviesteam (ZAT). Route ondersteuningsvraag


4. Bijlagen

Bijlage

Middel / instrument

Vindplaats / uitleg

1

Overzicht coaches per locatie



5. Begeleidingsaanbod – eerste lijn

-

Basisaanbod begeleiding Vertrouwenspersoon Signalering mogelijke leerbelemmeringen

Wellantcollege mbo biedt alle studenten een basisaanbod begeleiding aan. Naast dit basisaanbod onderscheiden we nog het extra begeleidingsaanbod dat tijdens de intake en zo nodig gedurende de leerloopbaan bij Wellantcollege, op advies van de coördinator onderwijsondersteuning en student (en begeleiders) wordt vastgesteld. Met ingang van 1 augustus 2014 wordt dit vastgelegd in de bijlage bij de Onderwijsovereenkomst (OOK). Op dit moment van schrijven staat het extra begeleidingsaanbod vermeld in het AMN-overzicht welke alle docenten hebben ontvangen aan het begin van het schooljaar en staat dit in Trajectplanner vermeld. Basisaanbod begeleiding Het basisaanbod bestaat uit begeleiding op 3 gebieden: 1. Studievoortgangbegeleiding: begeleiding bij studie, beroepsoriëntatie en loopbaanbegeleiding door de coach. Deze studievoortgangbegeleiding bestaat onder andere uit individuele coachgesprekken, waar vooral houding/gedrag, verzuim en leerresultaten onderwerp van gesprek zullen zijn (zie kader). Het voeren van een loopbaangesprek of het begeleiden bij een beroepskeuzeonderzoek kan ook tot de mogelijkheden behoren (bijlage 1 en 2a +2b). Ook vindt er wekelijks een coach-uur plaats waar vooral de aanwezigheid en verzuim, voortgang op de BPV, plannen en organiseren, samenwerken en loopbaanontwikkeling aan de orde zullen komen (zie kader en bijlage 3). 2. Cognitieve ondersteuning: begeleiding door de docent, coach en praktijkbegeleider bij het leren van alle benodigde kennis, vaardigheden en juiste houding zowel op school als op het BPV-bedrijf. Eveneens kan begeleiding door middel van bijles en remedial teaching door interne specialisten (taalcoach) en medewerkers plaatsvinden. Dit is begeleiding i.v.m. cognitieve problemen waaronder leerstoornissen zoals dyslexie (bijlage 4), maar ook algemene leerproblemen die onderpresteren en/of leerachterstanden tot gevolg hebben, veroorzaakt door omstandigheden, een motorische of emotionele stoornis, een zintuiglijke handicap, een te lage intelligentie of een ander probleem. 3. Sociaal emotionele ondersteuning: begeleiding door de coach op het gebied van welzijn en welbevinden van de student op school en BPV. Het doel hiervan is het opheffen van leerbelemmeringen. Daarbij kent de coach zijn eigen grenzen en de grenzen die aan zijn rol als coach verbonden zijn. In de vakgroepen wordt het effect van de ondersteuning regelmatig geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Per locatie is er een duidelijk overzicht wie de coaches zijn en wie welke begeleiding biedt.


Vertrouwenspersoon Naast het basisaanbod begeleiding is er voor iedereen binnen Wellantcollege een gecertificeerde vertrouwenspersoon beschikbaar. De vertrouwenspersoon fungeert als vertrouwelijk aanspreekpunt voor het melden pesten, agressie en geweld, discriminatie en seksuele intimidatie (bijlage 5a + 5b). Voor de Rijswijk is dit Lotte Segger en voor Rijnsburg is dit Ellen der Nederlanden. Om deze vertrouwenspersonen goed in de school neer te zetten staat er een stuk in de studiegids en hangt er een poster op het mededelingenbord. Ook komt de vertrouwenspersoon aan het begin van het schooljaar bij iedere klas langs om zich voor te stellen. Ook is hij/zij het eerste aanspreekpunt als de school te maken heeft met een overlijden (bijlage 5c).

Signalering mogelijke leerbelemmeringen


Coachgesprek De coach voert minimaal 3 x per jaar een coachgesprek in de reflectieweek met de student om onder andere mogelijke leerbelemmeringen te signaleren en hier actie op te ondernemen. In dit gesprek komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde: - Verzuim zowel op school - Houding / gedrag als op de BPV - Leerresultaten

Coach-uur Elke week staat onder leiding van de coach het coach-uur op het lesrooster. De coachgroep gaat in dit uur gezamenlijk aan de slag met de volgende onderwerpen: - Aanwezigheid en verzuim - Voortgang op de BPV - Plannen en organiseren - Samenwerking - Voorbereiding op examinering - Loopbaanontwikkeling


4. Bijlagen Bijlage

Middel / instrument

Vindplaats / uitleg

1

Inhoud reflectieweek


2a

Agenda reflectiegesprek


2b

Verslag reflectiegesprek


3


4

Signalering mogelijke leerbelemmeringen coach Dyslexie-kaart

5a

Informatie vertrouwenspersonen

G-schijf: zorgplan Noordzeelant (schoolgids / flyer / poster)

5b

Pestprotocol


5c

Rouwprotocol




6. Begeleidingsaanbod – Tweede- en derde lijn

-

Tweede lijn Derde lijn

Tweede lijn Zodra de coach aan de grenzen van zijn rol komt, schakelt hij de coördinator onderwijsondersteuning in via het W.A.T. (Wellant Advies Team) (bijlage 1a). Het extra begeleidingsaanbod kent ook de indeling in twee gebieden: 1. Studievoortgangbegeleiding: begeleiding bij motivatieproblemen, problemen op het gebied van werkhouding, plannen, organiseren, verzuim en persoonlijke problemen die het behalen van de onderwijsdoelen belemmeren of bemoeilijken. 2. Sociaal emotionele ondersteuning: door coördinator onderwijsondersteuning. begeleiding bij psychosociale en sociaal maatschappelijke problemen. Dit zijn (aandacht- en gedrags-) problemen op het gebied van welzijn en welbevinden die het behalen van de onderwijsdoelen belemmeren of bemoeilijken. De coördinator onderwijsondersteuning houdt zich met name bezig met studenten met een leerlinggebonden financiering. Derde lijn Als de grenzen van de tweede lijn zijn bereikt en daarmee de grenzen van de schoolinterne begeleiding in zicht komt, schakelt de coördinator onderwijsondersteuning op zijn beurt extern advies en hulp in (derde lijn). Er kan worden doorverwezen naar verschillende instanties in de regio (bijlage 2). Schoolmaatschappelijk werk Wellantcollege Noordzeelant werkt structureel samen met een klinisch psycholoog. Voor de vestiging Rijswijk wordt deze ingehuurd als SMW- er. De vestiging Rijnsburg maakt gebruik van diensten van Kwadraad. De SMW-er participeert in het WAT en wordt wekelijks ten minste voor 2 uur ingezet. De inzet van de SMW-er wordt besproken in het WAT en wordt gecoördineerd door de coördinator onderwijsondersteuning. De SMW-er houdt een subsidieverantwoording bij (tijdsregistratie en inhoudelijk verslag) en levert dit elk jaar vóór 1 februari aan (bijlage 3). Naast hulpverlening heeft de schoolmaatschappelijk werker de volgende taken: signaleren, consultatie bieden, informatie en advies geven en doorverwijzen.


Ambulant begeleiders Met de invoering van passend onderwijs wordt op 1 augustus 2014 de landelijke indicatiestelling voor leerlinggebonden financiering (lgf) voor cluster 3 en 4 afgeschaft.(bijlage 4) Om ervoor te zorgen dat geïndiceerde leerlingen de juiste begeleiding krijgen huurt het Wellantcollege ambulant begeleiders in. Ambulant begeleiders bieden samen met de coördinator onderwijsondersteuning de geïndiceerde studenten individueel maatwerk, rekening houdend met wat realistisch is binnen school. School stelt in overleg met de student en ouders/verzorgers vast welke extra begeleiding en ondersteuning nodig is. Deze afspraken die tijdens of na de intake worden gemaakt, worden opgenomen in de bijlage van de onderwijsovereenkomst (2014 - 2015). In beginsel blijft de onderwijsovereenkomst gedurende de gehele opleiding van kracht, maar wijzigingen daarop kunnen met onderling goedvinden plaatsvinden. Voor cursusjaar 2013 – 2014 wordt gebruik gemaakt van Handelingsplan LGF – mbo (bijlage 5). Voor cluster 1 (blinde/slechtziende studenten) en 2 (dove/slechthorende studenten) blijft de indicatiestelling gehandhaafd. De cluster 1- en 2-instellingen hebben hiertoe landelijke criteria opgesteld (bijlage 6a, 6b en 6c). Deze instellingen spelen een belangrijke rol bij de indicatie van deze studenten. Zorg en Advies Team (Z.A.T.) Problemen van studenten die een succesvolle schoolloopbaan in de weg staan kunnen soms zo omvangrijk en complex zijn, dat specifieke hulp en begeleiding noodzakelijk is. De bijeenkomsten van het ZAT, met interdisciplinaire casusbespreking, kan dan passend zijn. Het WAT werkt samen met gemeentes en instellingen uit de zorgketen. Te denken valt hierbij aan het Jeugd Interventie Team, bureau jeugdzorg, JGZ, en diensten als leerplicht en het RMC. Vooral de contacten in de al bestaande ZAT zullen hierbij gebruikt worden. Op uitnodiging kunnen derden aanschuiven, zoals ambulante begeleiders, politie en de jeugdreclassering. Voor het bespreken van studenten tijdens het ZAT wordt een privacy protocol gehanteerd (bijlage 7). Wellantcollege kenmerkt zich echter onder andere door haar kleinschaligheid, waardoor het begeleidingsteam zeer korte lijnen heeft met de externe hulpverleners. Zaken kunnen in de meeste gevallen direct opgepakt worden, waardoor het ZAT georganiseerd wordt wanneer er casussen zijn die kunnen worden ingebracht.. Wel vindt eens in de twee a drie weken een mini ZAT plaats. Deze bestaat in ieder geval uit de coördinator onderwijsondersteuning en SMW- er. Op afroep schuiven de ambulant begeleiders aan van leerlingen met een leerlinggebonden financiering (LGF) en de leerplichtambtenaar/casemanager Voortijdig Schoolverlaten.


Leerplichtambtenaar Er wordt op de vestiging Rijswijk samengewerkt met leerplichtambtenaren van verschillende gemeenten. Bij de vestiging Rijnsburg wordt samengewerkt met één en dezelfde leerplichtambtenaar die studenten uit alle gemeenten oproept. Deze ambtenaar heeft ook gesprekken met 18+ studenten. De leerplichtambtenaar controleert of ouders en studenten de leerplicht naleven. Ook geeft hij voorlichting over waarom het belangrijk is om naar school te gaan en wat de gevolgen zijn als studenten en ouders de leerplichtwet overtreden. Daarnaast zoekt de leerplichtambtenaar samen met de school, student en ouders naar een oplossing bij problemen met schoolbezoek. De leerplichtambtenaar kan dus ook een begeleidende en verwijzende rol hebben.4

Pedagogisch didactisch klimaat Het pedagogisch didactisch klimaat bij Wellant geeft studenten het vertrouwen om succesvol te zijn in (verdere) studie, op de arbeidsmarkt en in maatschappelijk functioneren. Het onderwijs bij Wellant is activerend ingericht. We willen graag dat leren en ontwikkelen samenkomen en streven naar een maximale verbinding van theorie en praktijk. Studenten worden met een variatie aan aantrekkelijke werkvormen en leerbronnen uitgedaagd om samen met anderen in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Schoolklimaat / sociale veiligheid We willen graag dat iedereen zich prettig voelt en zichzelf kan zijn. Daarom zorgen coaches en docenten voor respectvolle omgangsvormen, duidelijkheid en een sfeer waar gewerkt kan worden. Zo helpen we onze studenten in hun ontwikkeling tot evenwichtige personen. Dit wordt nog eens versterkt door het feit dat we een kleine school zijn, waarin medewerkers en studenten elkaar goed kennen. De sociale controle is groot en onze medewerkers dienen als extra ogen en oren en zorgen voor rust en veiligheid.

4

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerplicht/vraag-en-antwoord/wie-houdt-toezicht-op-deleerplicht.html


6. Bijlagen

Bijlage

Middel / instrument

Vindplaats / uitleg

1a

WAT-formulier

G-schrijf: map zorgplan Noordzeelant

2

Externe hulpverlening


3

Procedure en verantwoording SMW

Intranet – Onderwijs & Kwaliteit, formats & formulieren 2012-2013

4

Verdieping passend onderwijs

5

Handelingsplan LGF - mbo

Intranet / G-schrijf: map zorgplan Noordzeelant Met de invoering van passend onderwijs in augustus 2014 wijzigen een aantal regelingen voor het mbo. G-schrijf: map zorgplan Noordzeelant

6a

Special needs special


6b

Simea slechthorenden


6c

Formulier aanpassing examen


7

Privacy protocol ZAT

Coördinator onderwijsondersteuning


7. Verzuim en Voortijdig Schoolverlaten

-

Wat doet Wellantcollege Noordzeelant bij ongeoorloofd verzuim Vroegtijdige signalering en melding Wat doet Wellantcollege Noordzeelant bij veelvuldig verzuim

Jongeren zijn door de wet verplicht om naar school te gaan. In ieder geval tot 18 jaar, of tot 23 jaar zolang ze nog geen startkwalificatie hebben behaald. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal HAVO of mbo 2 niveau. Ze zijn verplicht een volledig onderwijsprogramma te volgen. Dat betekent dat ze aanwezig moeten zijn bij al het onderwijs: (praktijk)lessen, instructies en projecten, maar ook excursies en BPV. Als ze er niet zijn, verzuimen ze. Er zijn 2 soorten verzuim: - Ongeoorloofd verzuim: verzuim zonder geldige reden (spijbelen of te laat komen) - Geoorloofd verzuim: verzuim na afmelding met een geldige reden (ziek of verlof). Het volledige verzuimprotocol van het Wellantcollege Noordzeelant is te vinden in de Onderwijsgids 2013-2014 (bijlage 1). Wat doet Wellantcollege Noordzeelant bij ongeoorloofd verzuim? Docenten vullen iedere les de absenties / te laatkomers in het leerlingvolgsysteem (Trajectplanner) in. De coach signaleert verzuim en confronteert de betreffende student . In dit gesprek vraagt de coach naar redenen voor het verzuim en stelt vervolgacties op. Ook informeert de coach ouders/verzorgers van studenten die jonger zijn dan 18 jaar. De coach zet een kort gespreksverslag in Trajectplanner nadat hij/zij de student over het verzuim heeft gesproken. Indien er sprake is van 16 uur ongeoorloofd verzuim binnen vier weken dan informeert de coach de coördinator onderwijsondersteuning, zodat deze de student kan melden bij leerplicht of het RMC. (bijlage 2a - Meldprotocol regio Haaglanden / bijlage 2b – meldprotocol regio Holland Rijnland). Ouders/verzorgers van studenten onder de 18 jaar dienen op de hoogte te worden gesteld van de leerplichtmelding. De leerplichtambtenaar kan er voor kiezen een waarschuwingsbrief te sturen, maar kan de student met ouders/verzorgers ook oproepen voor een gesprek om concrete afspraken te maken. Indien het verzuim niet stopt kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal en/of bijvoorbeeld kiezen om de kinderbijslag stop te zetten. School kan ook een leercontract (bijlage 3) met de student opstellen. Langdurig ongeoorloofd verzuim kan leiden tot uitschrijving (bijlage 4).


Wellant Rijswijk - VSVgesprek Studenten van 18 jaar of ouder, woonachtig in regio Haaglanden5, worden opgeroepen voor een gesprek met de casemanager van Voortijdig School Verlaten (VSV). Dit wordt een VSVgesprek genoemd en vindt plaats op het Wellantcollege, maar er kan ook gekozen worden om een gesprek te voeren op het gemeentekantoor. (zie bijlage 5a en 5b voor de procedure en het aanmeldformulier preventief verzuim gesprek). Studenten woonachtig buiten regio Haaglanden komen niet in aanmerking voor een VSV- gesprek, maar worden uiteraard wel gemeld bij het RMC. De gemeente waarin de student woonachtig onderneemt dan actie. Verzuim is een terugkerend onderwerp van gesprek tijdens de studentbespreking en het reflectiegesprek. In beide gevallen dient de coach er voor te zorgen dat hij/zij de meest recente informatie voor handen heeft om de collega’s te kunnen informeren en de deelnemer te kunnen confronteren. De coördinator onderwijsondersteuning (van beide vestigingen) neemt klassen door met coaches en zet, zo nodig, acties uit. Wellant Rijnsburg – extra begeleiding beroepscompetenties Naast de bestaande begeleidingsstructuur, door de coach, is ingezet op extra begeleiding voor de beroepscompetenties. Op dit moment vindt een pilot plaats waar gekozen is om de student te coachen op begeleidingsstijl n.a.v. de AMN test. Dit gebeurt in het portfolio-uur, waar de student werkt aan zijn beroepscompetenties (CHILL + ontwikkelportfolio). Er is gezocht naar een match tussen student en begeleidingsstijlcoach. Studenten van de diverse studierichtingen zitten bij elkaar tijdens het portfolio-uur. De groepen zijn samengesteld op de vier begeleidingsstijlen: sturend, overleggend, begeleidend op afstand en ondersteunend. Daarnaast heeft Wellantcollege, in het kader van passend onderwijs, een intern begeleider aangenomen om de studenten daar waar nodig is te ondersteunen in de BPV en school. In het kader van deskundigheidsbevordering vindt een aantal keren per jaar een bijeenkomst plaats waarin scholing plaats vindt. Vroegtijdige signalering en melding Dit schooljaar is het Wellantcollege gestart met vroegtijdige signalering en melding van verzuim. Coaches krijgen automatisch een melding via het leerlingvolgsysteem op het moment dat studenten 12 uur ongeoorloofd verzuim in vier weken hebben opgebouwd. Coaches moeten op dat moment al in gesprek gaan met de student. Klopt het verzuim? Zo ja, wat is de reden van het verzuim? Is er sprake van ongeoorloofd verzuim dan volgt er een waarschuwingsbrief (Bijlagen 6a en 6b) die wordt verstuurd door de administratie op verzoek van de coach. Van dit gesprek moet een verslag worden gezet in Trajectplanner en de brief wordt in TP geüpload.

5

Den Haag, Zoetermeer, Westland, Delft, Leidschendam- Voorburg, Pijnacker- Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Midden- Delfland.


In de volgende gevallen wordt een bericht gestuurd naar de coach en coördinator onderwijsondersteuning: - melding 12 uur ongeoorloofd binnen 4 weken als waarschuwing vóór leerplicht/RMC melding. Melding wordt door de administratie doorgestuurd naar de coach. Daarnaast kan er een waarschuwingsbrief verstuurd worden naar student en/of ouders - melding bij 16 uur ongeoorloofd binnen 4 weken. Melding wordt door de administratie doorgestuurd naar de coach en coördinator onderwijsondersteuning. De coördinator onderwijsondersteuning kan de leerling melden bij leerplicht of het RMC.

Wat doet Wellantcollege Noordzeelant bij veelvuldig ziekteverzuim? Iedereen is wel eens ziek, maar op het moment dat ziekteverzuim hoog oploopt, of er bijvoorbeeld een opvallend patroon in zit (alleen op stagedagen of op maandagen) dan trekt school aan de bel. De student wordt uitgenodigd voor een gesprek met de coach en eventueel coördinator onderwijsondersteuning. Er kan tijdens dit gesprek besloten worden een melding te doen bij de jeugdgezondheidszorg, JGZ. De coördinator onderwijsondersteuning vult een aanmeldformulier in (bijlage 7) en stuurt de verzuimstaat mee. De student wordt vervolgens opgeroepen voor een gesprek met de schoolarts. De schoolarts kan beoordelen wat er aan de hand is en of het ziekteverzuim ‘verklaarbaar’ is en of de leerling volledig, of deels, deel kan nemen aan het onderwijs programma. De coördinator onderwijsondersteuning krijgt na het gesprek een terugkoppeling van de arts.


7. Bijlagen

Bijlage

Middel / instrument

Vindplaats / uitleg

1

Verzuimprotocol

G-schijf: zorgplan Noordzeelant schoolgids - verzuimprotocol

2a

Meldprotocol Regio Haaglanden

G-schijf: zorgplan Noordzeelant / Website gemeente Den Haag

2b

Meldprotocol Regio Holland Rijnland

G-schijf: zorgplan Noordzeelant / Website rbl-hollandrijnland

3

Leercontract


4

Exit formulier

Administratie

5a

Procedure VSV gesprekken - Rijswijk


5b

Formulier VSV gesprekken - Rijswijk


6a

Waarschuwingsbrief verzuim 18studenten

Administratie

6b

Waarschuwingsbrief verzuim 18+ studenten Aanmeldformulier JGZ (voor studenten met veelvuldig ziekteverzuim)

Administratie

7



Gedurende de gehele procedure



Van intake tot passende begeleiding studenten mbo Studenten - niveau 2, 3 en 4 De AMN Intaketest geeft inzicht in de capaciteiten en persoonlijkheid van een student en geeft advies over de gewenste begeleidingsstijl van de studenten én groepen. Door de koppeling aan de competentiesleutel is eenvoudig vast te stellen voor welke competenties de deelnemer meer of minder aanleg heeft. Daarnaast levert de Intaketest ook informatie op over de begeleidingsstijl die het beste bij een deelnemer past. Door hier tijdens de opleiding rekening mee te houden, is de kans op het succesvol doorlopen en afronden van de opleiding toegenomen. Eerste jaars studenten worden in kleine groepen, tijdens het coach-uur, studierichting doorbrekend, (max. 10 personen) gecoacht, op hun begeleidingsstijl door een docent/coach met de zelfde voorkeur voor die begeleidingsstijl.


Wellantcollege mbo Rijnsburg Ellen der Nederlanden-Hofman [email protected]

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

- Samenvatting project Van intake tot passende begeleiding Wellantcollege Rijnsburg mbo

Samenvatting project – van intake tot passende begeleiding

Pagina 2


Inleiding Voor u ligt een samenvatting van het project ter verbetering van het intake-, begeleidings- en coachingsbeleid voor docenten en studenten van het Wellantcollege mbo Rijnsburg. In het projectplan ‘Van intake tot passende begeleiding’ werden in augustus 2014 voorstellen gedaan die moesten leiden tot extra ondersteuning aan docenten en studenten op het gebied van intake, begeleiding en coaching. Te beginnen met het interpreteren van de AMN intaketest en daaruit voortvloeiend het koppelen van de juiste coach aan de juiste student, het vaststellen van ideaalprofielen per aangeboden opleiding, en het in kaart brengen welke ondersteuning daarnaast nog meer nodig is. Gedurende het gehele cursusjaar 2014 – 2015 is hier door een enthousiast team docenten/coaches aan gewerkt met soms verbluffende resultaten voor zowel docenten als studenten. Ik wens u veel leesplezier en inspiratie om ook uw studenten en collega’s uit te dagen. (Begeleiding = Is dit voor mij wel de juiste school? Past het werk dat ik doe wel echt bij mij? Wat wil ik (waar ligt werkelijk mijn hart)? Wat kan ik (wat zijn mijn kwaliteiten en competenties)? Hoe realiseer ik wat ik wil? Coaching = de juiste vragen stellen die betrekking hebben op de werksituatie, het eigen professioneel handelen van de student daarin en de wens hier verandering in te brengen).

Ellen der Nederlanden-Hofman Zorgcoördinator/docent Wellantcollege mbo Rijnsburg


Pagina 3


1. Aanleiding project van intake tot passende begeleiding Wellantcollege mbo Rijnsburg gebruikt sinds 2012 de AMN intaketest. Deze test geeft inzicht in de capaciteiten en persoonlijkheid van een aspirant deelnemer en geeft een advies over de gewenste begeleidingsstijl. Op dit moment worden de uitslagen van deze test op de vestiging Rijnsburg gebruikt als leidraad bij het intakegesprek. Het is de bedoeling hier verandering in te brengen en de gegevens optimaal in te gaan zetten. Intaketest • • • •

persoonlijkheid capaciteiten taaltoets rekentoets

intakegesprek

archief

• volgens Wellant begeleidingsplan

• geen actie

2. Doel Met de invoering van passend onderwijs in het mbo is het noodzakelijk maatwerk voor studenten te leveren. Studenten met een extra ondersteuningsbehoefte moeten integreren in het ‘reguliere’ onderwijs en de juiste begeleiding krijgen op school en op de BPV. Het toepassen van de juiste passende begeleidingsstijl is hierbij zeer waardevol.  De coach kan zijn/haar tijd efficiënt inzetten en de student zal gebaat zijn wanneer hij of zij op de juiste manier wordt begeleid.  Door het inzetten van de juiste begeleiding hoeft Wellantcollege zich niet meer alleen te richten op de individuele vraag van een student, maar kan het kijken of er meer studenten zijn met een vergelijkbare begeleidings- en/of ondersteuningsvraag.  Naast de juiste begeleiding is het van belang dat de specifieke deskundigheid van ambulante begeleiders meer gemeengoed wordt van alle docenten op het mbo. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Passend onderwijs vraagt om een investering in verdere professionalisering van het Wellantcollege mbo-team.  De lessen in het coach-uur kunnen ‘op maat’ ingevuld worden. Vanuit de intaketest weten we waar de voorkeur van de student ligt als het om begeleiding gaat. Het ligt voor de hand dat een coach van het type ‘uitdagen’ op een andere manier met de studenten omgaat dan een coach die studenten begeleidt met de stijl ‘structuur’.  Passende begeleiding doorbreekt de vakrichtingstructuur.

Deskundigheid die noodzakelijk is voor passend onderwijs is al in meer of mindere mate voorhanden bij Wellantcollege, omdat er al (externe) deskundigen (smw, ambulante dienstverlener) binnen de opleiding werken of omdat bepaalde opleidingen al ervaringen hebben met studenten met een extra ondersteuningsbehoefte. Het is van belang dat Wellantcollege mbo aandacht besteedt aan het mobiliseren van die kennis en deskundigheid binnen het team en binnen de rest van de instelling. Tevens is het van belang dat docenten de ruimte krijgen voor kennisuitwisseling, klassenbezoek en consultatie. Ook het teamoverleg en studentbespreking bieden de mogelijkheid om kennis uit te wisselen over hoe docenten met bepaalde ondersteunings- en/of begeleidingsvragen kunnen omgaan. (http://www.passendonderwijs.nl/mbo/voor-professionals-in-het-mbo)


Pagina 4


3. Afbakening van het projectresultaat Voor dit project is er door het team gebrainstormd over wat succesvol passend onderwijs voor de vestiging Rijnsburg betekent. Via de ontwikkelbenadering is er gekozen voor vier deelprojecten binnen het project ‘Van intake tot begeleiding’. 1. Invulling coachlessen 2. Vaststellen begeleidingsstijl docenten 3. Ideaalprofiel per studierichting vaststellen, als leidraad voor de intakers 4. Matchen student met coach 4. De effecten (positief, negatief, gewenst, ongewenst) van het project De coaches die met een groep werken moeten goed op de hoogte zijn van de kenmerken van een begeleidingsstijl en die kunnen toepassen. De opleiding moet bereid zijn meer maatwerk te gaan leveren en dus te differentiëren. Klassengroottes (en lestabellen) kunnen variëren, evenals de duur van de opleiding. Als dat gebeurt zal niet alleen de kwaliteit van het onderwijs toenemen maar zullen de studenten ook ervaren dat er recht wordt gedaan aan hun specifieke kenmerken. Er zijn ook bezwaren tegen deze manier van werken. Deze zijn meestal van organisatorische aard. Bijvoorbeeld een kleine opleiding die maar één lesgroep heeft. In dit geval zal de differentiatie binnen de groep moeten plaatsvinden en dit is vaak lastiger, maar gebeurt wel in Rijnsburg. Het grootste bezwaar komt uit de hoek van mensen die deze manier van werken een slechte voorbereiding vinden op het ‘echte leven’. In de praktijk moeten mensen met gemengde voorkeuren voor begeleidingsstijlen ook samenwerken. Natuurlijk is dat zo, maar dat is niet de eerste prioriteit voor een opleiding. Dat is: de student binnen redelijke tijd aan een diploma helpen waar hij wat aan heeft (werk of vervolgopleiding). De ervaring in het samenwerken met mensen van divers(e) pluimage komt ook in de BPV aan de orde, in het baantje dat de student heeft, binnen zijn sportteam, etc. Aangezien Wellantcollege Rijnsburg een kleine school is, waar al met heterogene groepen gewerkt wordt, zetten we in op begeleiding op maat. Door middel van deze pilot is er ervaring opgedaan met een nieuwe manier van begeleiden en willen we de resultaten en ervaringen graag met u delen. 5. De gebruikers van het resultaat Door het toepassen van de juiste begeleidingsstijl voelen studenten zich erkend. Er wordt recht gedaan aan hun specifieke kenmerken. Ook docenten voelen zich erkend, want hoewel zij met iedereen kunnen omgaan wordt ook aan hun specifieke kenmerken gehoor gegeven.

6. Randvoorwaarden - beschikbaarheid van tijd voor teamvergaderingen en trainingen - beschikbaarheid van lokalen (kleinere groepen vs. grote groepen) - beschikbaarheid van externe trainers om het team te scholen - beschikbaarheid van extra uren voor coaching in het studentenrooster - beschikbaar van geld voor activiteiten (training) 7. Relatie van het project met andere projecten Dit project sluit aan bij het ICT project (ELO), het ontwikkelen van studiewijzers en maatregel 3 (beroepscompetenties) en 5 (VSV voorkomen) van de werkgroep VSV, regio 026.


Pagina 5


8. Fasering en activiteitenplan (volgens de ontwikkelbenadering)

invulling coachlessen

passende begeleiding

• • • • •

1. voedingskracht (zij-kant - sturen) CHILL (competent, houding, inzicht, leren en leven) ontwikkelportfolio bewijzenportfolio BPV-informatiemap

• 2. persoonlijke kracht (ik-kant - bijdragen) • onderzoeken begeleidingsstijl docenten/coaches • begeleidingsstijl coaches vaststellen

• 3. samenwerkingskracht (wij-kant - aangaan) • ideaalprofiel per opleiding vaststellen door vakgroepen en bedrijfsleven professionalisering • training: interpretatie AMN intaketest + begeleidingsstijl docenten

ideaalprofiel docenten

• • • •

4. vormkracht (het-kant - neerzetten) studenten matchen met coaches kennis vergaren eigen begeleidingsstijl toepassen van eigen begeleidingsstijl

.

De aanpak zal resulteren in: 1. Invulling coachlessen: - Voorbereiding op volwaardig burgerschap en het beroep. - Coaching op gebied van beroepshouding en ontwikkeling. - Samenwerking tussen ROC Leiden, ROC Mondriaan, Hogeschool Leiden en Wellantcollege Rijnsburg mbo - CHILL 2. -

Passende begeleiding: De coach kan zijn/haar tijd efficiënt inzetten. Student georiënteerde aanpak van begeleiding. Op management niveau kunnen groepen worden samengesteld op basis van de begeleidingsstijl en kan daar vervolgens een begeleider aan worden gekoppeld met diezelfde begeleidingsstijl.


Pagina 6


3. Professionalisering: - Ideaalprofiel voor elke opleiding vastgesteld. - Samenwerking tussen vaktechnische commissies en onderwijs om tot een juist ideaalprofiel te komen. - De student heeft een juist beroepsbeeld van de werkzaamheden en competenties die hij/zij in het beroep moet uitvoeren. - De student is gemotiveerd voor de beroepsactiviteiten, omdat hij/zij weet waaraan hij/zij begint of maakt een keuze voor een andere opleiding. - De docent heeft inzicht in de persoonlijkheid en capaciteiten van de student en kan hier professioneel mee omgaan. - De docent heeft concrete gespreksonderwerpen bij de reflectiegesprekken. - Resultaten intaketest bieden (objectieve) aanknopingspunten voor een gesprek. 4. Vaststellen ideaalprofiel: - Er is consensus binnen het team over de gewenste scores. - Snel kunnen controleren middels de volledige rapportage of een deelnemer aan het gewenste profiel voldoet. - Elke docent/coach kan in principe een intakegesprek voeren (op dit moment doet alleen de vakdocent dit). - Het aannamebeleid kan niet verschillen per locatie binnen de regio, omdat de verschillende locaties samen het ideaalprofiel hebben vastgesteld. Dit betekent dat in juni 2015 het volgende is gerealiseerd: 1. De inhoud/lessen van de twee coach-uren zijn bekend en zijn ingevuld op een studiewijzer. 2. Docenten hebben middels een training inzicht in hun eigen begeleidingsstijl en coachen studenten die matchen. 3. In samenwerking met de vaktechnische commissies plant/handel en bloem/indoor is er een juist ideaalprofiel vastgesteld. De student kent de in- en outs van de opleiding waar hij/zij aan begint. 4. De student krijgt tijdens zijn opleiding een juiste, bij hem passende, begeleidingsstijl.


Pagina 7



Coach-boek (in ontwikkeling) – begeleiding van studenten Docenten mbo Docenten mbo De begeleiding van studenten wordt vaak direct aan het onderwijs en daarmee aan de te behalen onderwijsdoelen gekoppeld: het afleveren van goed gekwalificeerde beginnende beroepsbeoefenaars. Het uitgangspunt is het optimaliseren van opleidingskansen voor studenten en het leveren van een bijdrage aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. De taak van het onderwijsteam (coach en docenten) is dan ook niet alleen het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs, maar ook het bieden van daarop afgestemde adequate coaching en begeleiding. Dit betekent voor loopbaanontwikkeling en begeleiding dat er een centrale (regie) rol is weggelegd voor de coach. Ter ondersteuning van de coach is het coachboek ontwikkeld. Het coachboek biedt korte uitleg bij de verschillende taken van de coach en verwijst naar hulpmiddelen en achtergrondinformatie.


Wellantcollege mbo Rijnsburg Ellen der Nederlanden-Hofman [email protected]


3. Begeleiding studenten We willen iedere student begeleiding bieden, gericht op het optimaliseren van zijn of haar opleidingskansen. We leveren daarmee een bijdrage aan het terugdringen van risico’s voor voortijdig schoolverlaten. Dit doet de coach door:

3.1 Groepsbegeleiding (werken aan ontwikkelingsportfolio) Elke week begeleidt de “begeleidingsstijlcoach” het portfolio-uur. Deze coachgroep is samengesteld uit eerste jaars BOL studenten uit alle studierichtingen die een zelfde begeleidingsstijl vragen. In dit uur gaat men aan de slag met o.a. de volgende onderwerpen:  Ontwikkelingsportfolio.  Stand van zaken verzuim, houding/gedrag, evt. versnellen/vertragen en leerresultaten (incl. BPV).  Studieloopbaanbegeleiding (o.a. over schoolzaken zoals schoolregels, TP, OER, voortgang op BPV, klachtenprocedure, plannen en organiseren, samenwerken en voorbereiding op examinering).  Signaleren van mogelijke leerbelemmeringen en doorverwijzen naar extra begeleiding in overleg met coach. Hulpmiddelen:  Ontwikkelingsportfolio  Trajectplanner  Studiegids. In de studiegids staan allerlei praktische zaken zoals lesroosters, vakanties, schoolregels, diploma-eisen, kosten van de opleiding, ziekte, verzuim, verlof, regelingen etc.  Tips om beter te leren, etc.

3.2 Individuele begeleiding (werken aan bewijzenportfolio) Naast de groepsbegeleiding werkt een student ook één lesuur, met alle studenten van zijn/haar eigen studierichting, aan het verzamelen van bewijzen voor zijn/haar portfolio. Dit gebeurt onder leiding van zijn/haar coach. Deze heeft immers het meeste inzicht wat er voor de PvB nodig is en wat er in het KD gevraagd wordt. Daarnaast voert de coach minimaal drie keer per jaar met elke student een coachgesprek. In dit gesprek komen de volgende onderwerpen aan bod:  Verzuim, houding/gedrag, leerresultaten en loopbaanbegeleiding.  Signaleren van mogelijke leerbelemmeringen en doorverwijzen naar extra begeleiding in overleg met “begeleidingsstijlcoach”.  Contact met begeleidingsstijlcoach, collega’s o.a. in studentbespreking, met praktijkbegeleider, met ouders (o.a. ouderavond) en met eventuele hulpverleners. Hulpmiddelen:  Bewijzen portfolio  Gespreksformulier coachgesprek. De student bereidt hiermee het coachgesprek voor. De coach gebruikt dit formulier voor de verslaglegging in Trajectplanner.  Op/afstroomformulier. Met dit formulier vraagt de coach aan de teamleiders om


   

een student op- of af te laten stromen. Versnel formulier. Met dit formulier vraag de coach aan de teamleider om een student zijn opleiding te laten versnellen. Gesprekstechnieken. Uitleg over de vorm van een coachgesprek en de vaardigheden die de coach daarbij in kan zetten. SMART doelen. Methode om doelen te formuleren. STARR methode. Methode om een duidelijk beeld te krijgen van ondernomen acties van de student.

3.2.1 Verzuim Uitgangspunt is het optimaliseren van de opleidingskansen en het minimaliseren van het risico op VSV. Elke week staat onder leiding van de coach het coach uur op het rooster, waarin de coachgroep aan de slag gaat met onder andere aanwezigheid en verzuim met als doel het voorkomen van VSV (voortijdig schoolverlaten). Spijbelen en verzuim zijn vaak een voorbode van voortijdige uitval. Door de student de juiste begeleiding te bieden, willen we voortijdig schoolverlaten voorkomen. Er zijn twee soorten verzuim:  Ongeoorloofd verzuim: verzuim zonder geldige reden (spijbelen of te laat komen).  Geoorloofd verzuim: verzuim na afmelding met een geldige reden (ziek of verlof). Wettelijke verplichtingen:  Jongeren zijn door de wet verplicht naar school te gaan. In ieder geval tot 18 jaar, of tot 23 jaar zolang ze nog geen startkwalificatie hebben behaald. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal Havo of mbo 2 niveau. Op school zijn ze verplicht een volledig onderwijsprogramma te volgen. Dat betekent dat ze aanwezig moeten zijn bij al het onderwijs: (praktijk) lessen, instructies en projecten, maar ook excursies en BPV. Als ze er niet zijn, verzuimen ze. Let op: leerplicht kan een boete of HALT-straf opleggen of de kinderbijslag laten intrekken als studenten ongeoorloofd verzuimen. Ook kan de studiefinanciering kan worden stopgezet bij studenten BOL entree en niveau 2. Informatie over leerplicht en kwalificatieplicht op www.leerplicht.net.  I.v.m. voldoende ingeplande én gerealiseerde onderwijstijd dienen we een sluitend en controleerbaar systeem van aan- en afwezigheidsregistratie te hebben. Daarvoor is het nodig dat alle docenten de presentie in Trajectplanner registreren.  Langdurig ongeoorloofd verzuim moeten we, op tijd, melden bij het digitaal verzuimloket van DUO. De coach meldt daarom na 10 uur absentie of eerder als verzuim niet duidelijk is, de student aan bij het spreekuur van de leerplichtambtenaar Mariska van der Zande via Ellen der Nederlanden.  We hebben de wettelijke opdracht tot het minimaliseren van VSV, waardoor we een procedure voor controle op langdurige afwezigheid dienen te hebben.  Ook de 18+er met startkwalificatie is verplicht in alle lessen aanwezig te zijn. Zie daarvoor artikel 5 Inspanningsverplichting van de onderwijsovereenkomst: …In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk aan lessen en andere activiteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht. Als de student zich stelselmatig niet aan deze voorwaarde houdt, kunnen we de OOK verbreken. Bespreek deze optie altijd met de zorgcoördinator en teamleider.


Vroege vogel – de uitzondering op de regel Reist de student met het openbaar vervoer en moet hij vóór 07:00 uur thuis de deur uit? En als hij één trein/bus later neemt, komt hij maar een paar minuten te laat? Dan mag de student op advies van de coach aan de teamleider toestemming vragen om structureel te laat te komen bij het eerste lesuur. Dit geldt dan alleen voor dat 1e uur op die ochtend in de week.

Hulpmiddelen:  Verzuimaanpak in Trajectplanner Rol in Trajectplanner: mentor/coach  Verzuimaanpak Wellant Rijnsburg mbo  Hand-out Verzuimregistratie in Trajectplanner

3.2.2 Dossiers op orde De coach heeft een grote rol in het op orde krijgen van de studentendossiers. De dossiers dienen op 1 oktober in orde te zijn. Dit i.v.m. wettelijke verplichtingen en de bekostiging van het onderwijs, waarop we na 1 oktober door de accountant gecontroleerd worden. Als er documenten ontbreken, bijvoorbeeld de ondertekende OOK of POK, dan ontvangt Wellant geen bekostiging voor de student. Een student is pas een student op onze school als alle dossiers op orde zijn. Inhoud studentendossier:  Intakeformulier Ondertekend door teamleider en intaker(s). Hiermee tonen we aan dat de intaker de naam, geboortedatum, nationaliteit, geldigheid en echtheid van ID én rechtmatig verblijf in Nederland heeft gecontroleerd tijdens intakegesprek, voorafgaand aan de inschrijving.  OOK (onderwijsovereenkomst) Getekend door alle betrokkenen. Bij minderjarigheid van de student ook getekend door wettelijk vertegenwoordigers. Ondertekening namens de school door de teamleider. Datering van ondertekening is bij alle partijen ingevuld. Op tijd ondertekend, dus voor aanvang van de opleiding, op 1 augustus van het jaar waarin de student start bij Wellantcollege. Uitzondering hierop zijn de studenten die later dan 1 oktober starten. Hier geldt dat ondertekend moet zijn voor start van de opleiding. Dus als een student op 1 november instroomt, moet de OOK voor die datum ondertekend zijn.  POK (praktijkovereenkomst) Getekend door alle betrokkenen. Bij minderjarigheid deelnemer ook getekend door wettelijk vertegenwoordigers. Ondertekend door het leerbedrijf. Ondertekening namens de school door de teamleider. Datering van ondertekening bij alle partijen ingevuld. Op tijd ondertekend (dus uiterlijk twee weken na aanvang BPV) door alle partijen.  OEB (overeenkomst extra begeleiding i.g.v. Passend Onderwijs) Met studenten die naast basisbegeleiding, ook aanspraak maken op extra begeleiding gaan we deze overeenkomst aan. De OEB is getekend door alle betrokkenen. Bij minderjarigheid van de student ook getekend door wettelijk vertegenwoordigers. Ondertekening namens de school door de teamleider. Datering van ondertekening is bij alle partijen ingevuld.


3.2.3 Verwijzen naar extra begeleiding

Zodra de coach aan de grenzen van zijn rol komt, schakelt hij via de studentbespreking of na advies van collega’s intern advies en hulp in van interne begeleiders, voor zichzelf, de docent en/of de student. Ook kan de coach de student doorverwijzen naar extra begeleiding op het gebied van leerresultaten (Karin Stoop), verzuim en houding/gedrag (Ellen der Nederlanden). Hiervoor is vanaf 2014-2015 één formulier beschikbaar. Bij extra begeleiding houdt de coach in de gaten of de begeleiding steeds adequaat en toereikend is. Het extra begeleidingsaanbod is hierna opgenomen.

Procedure verwijzen naar extra begeleiding

1. Coach

2. Zorgcoördinator

• coach signaleert mogelijk probleem • coach vult formulier 'verwijzing naar externe begeleiding' in • coach mailt/geeft formulier aan zorgcoördinator

• Zorgcoördinator verzamelt formulieren en voegt zonodig extra benodigde informatie uit TP toe. Zoals bij teruglopende resultaten het cijferoverzicht en bij verzuimproblematiek de verzuimstaat

• Teamleider/zorgcoordinator brengt alle betrokkenen op de hoogte: • ouders en student via TP, per e-mail of brief. • coach via TP. 3. Teamleider/ Zorgcoördinator • hulpverleners (docent steunles, externe hulpverleners) via mail.


3.2.4 Passend Onderwijs en extra begeleiding Heeft de student naast de basisbegeleiding recht op extra begeleiding in het kader van Passend Onderwijs? Dan stellen we met de student een aparte overeenkomst op: Overeenkomst extra begeleiding 2014-2015. Daarmee leggen we, op hoofdlijnen, de extra begeleiding vast. De begeleidingsafspraken zijn uitgewerkt terug te vinden in TP (net als nu al vereist), bijvoorbeeld de wijze en data van evaluatie. Deze overeenkomst is zowel in het dossier als in TP terug te vinden. Het opstellen van de overeenkomst met de student gebeurt over het algemeen al in de intakeperiode. Aanbod extra begeleiding op het gebied van leerresultaten: Bijles / Steunles Tijdelijk maatwerktraject dat focust op het inlopen van leerachterstanden of het bieden van extra didactische ondersteuning bij moeite met leren en werken. Doel: wegnemen van risico’s op studievertraging of VSV op het gebied van leerresultaten die het succesvol afronden van de opleiding mogelijk in de weg staan. Voor wie: studenten met een leerachterstand of leerbelemmering waardoor de resultaten achter blijven of teruglopen. Lessen plannen & organiseren Tijdelijk maatwerktraject dat focust op het managen van de eigen opleiding. Doel: het vergroten van de studievaardigheden van de student waardoor de kans op studiesucces wordt geoptimaliseerd. Voor wie: studenten met een leerbelemmering waardoor ze moeite hebben met discipline en motivatie en onvoldoende studievaardigheden. Decaan Studenten en coaches kunnen bij de decaan terecht met vragen en advies over doorstroommogelijkheden en wisselen van opleiding. Doel: de student in de opleiding die het beste bij hem past, zodat de kans op studiesucces optimaal is. Voor wie: studenten en coaches met vragen en twijfels over hun ingeslagen studieloopbaan.

Aanbod extra begeleiding op het gebied van verzuim: Spreekuur Jeugdarts (i.s.m. vmbo) De jeugdarts bespreekt klachten en oorzaken van ziekteverzuim met de student. Dit leidt tot een advies voor school met uitspraken over de consequenties van de ziekte/of klachten voor het volgen van het lesprogramma1. Doel: afname ziekteverzuim (geoorloofd verzuim), afname oneigenlijk ziekteverzuim, vroegtijdig signaleren en doorverwijzen i.v.m. achterliggende problematiek. Voor wie: studenten die veel of vaak ziek zijn en studenten waar we ons zorgen over maken, waar het hun gezondheid betreft, waardoor mogelijk studievertraging of VSVdreiging ontstaat. Spreekuur leerplicht De leerplichtambtenaar bespreekt problemen en oorzaken met de student als er sprake is van ongeoorloofd verzuim (te laat komen en spijbelen) en zoekt – in overleg met school en ouders – naar een oplossing. De leerplichtambtenaar controleert of de leerplicht wordt nageleefd. Doel: afname ongeoorloofd verzuim (spijbelen en te laat komen), vroegtijdig signaleren en doorverwijzen i.v.m. achterliggende problematiek en voldoen aan de wettelijk afspraken omtrent melden van ongeoorloofd verzuim en VSV. 6 You created this PDF from an application that is not licensed to print to novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Voor wie: studenten die > 6 x te laat of > 10 uur ongeoorloofd afwezig zijn in 4 weken, studenten waar we ons zorgen over maken, waar het hun verzuim betreft (signaalmelding) waardoor mogelijk studievertraging of VSV-dreiging ontstaat. Een studenten tot 23 jaar zonder startkwalificatie die aangeven te willen stoppen met de opleiding zonder inschrijving bij vervolgstudie.

Aanbod extra begeleiding op het gebied van houding/gedrag/BPV: Schoolmaatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werk is de schakel tussen zorg in school en zorg buiten school voor studenten met problemen op didactisch en/of sociaal emotioneel gebied. Doel: het wegnemen of leren omgaan met zorgelijk gedrag, zorgelijke houding of stoornis, zodat het succesvol afronden van de opleiding mogelijk is. Voor wie: studenten met problemen op school en/of thuis die hun ontwikkeling op didactisch en/of sociaal emotioneel gebied belemmeren of nadelig beïnvloeden. Studenten waar we ons zorgen over maken, waar het betreft hun privé situatie. Training Leiderschap (niveau 3) Cursus voor studenten met een laag zelfbeeld en/of faalangst waardoor ze worden belemmerd. Doel: het wegnemen of leren omgaan met zorgelijk gedrag, zorgelijke houding of stoornis, zodat het succesvol afronden van de opleiding mogelijk is. Voor wie: studenten met problemen op school en/of thuis die hun ontwikkeling op didactisch en/of sociaal emotioneel gebied belemmeren of nadelig beïnvloeden. Pluscoach (Regio 26: Zuid Holland Noord) Dit is een individueel traject op maat bij multiproblematiek. Doel: Het wegnemen of leren omgaan met zorgelijk gedrag, zorgelijke houding of stoornis, zodat het succesvol afronden van de opleiding mogelijk is. Voor wie: studenten met multiproblematiek. Dat wil zeggen studenten met meervoudige problemen, zowel op school als thuis die hun ontwikkeling op didactisch en sociaal emotioneel gebied belemmeren of nadelig beïnvloeden en dus ook een negatief effect hebben op de studieloopbaan.

Hulpmiddelen:  Formulier ‘Verwijzing Extra Begeleiding’  Jaarkalender Begeleiding  Presentatie extra begeleiding

3.2.5 Contact met docenten Drie à vier keer per schooljaar vindt er een aparte studentenbespreking plaats (zie jaarplanner). Alle studenten komen aan bod. Resultaten, functioneren op school en BPV en verzuim worden besproken. Is er reden om de student extra begeleiding te bieden, loopt de coach tegen zijn grenzen aan, dan doet de coach een verzoek tot extra begeleiding. Afspraken over deze extra begeleiding worden vastgelegd in Trajectplanner.


Hulpmiddelen:  Studentbesprekingen (gespreksformulier coach). Dit formulier gebruikt de coach om het resultaat van de studentbespreking vast te leggen.  Studentbesprekingen (formulier aanleveren informatie aan coach). Dit formulier gebruiken docenten om informatie aan de coach aan te leveren, indien zij niet bij de studentbespreking aanwezig kunnen zijn. 3.2.6 Contact met ouders In het eerste leerjaar is er een introductieavond voor ouders en is er een avond met 20 minuten gesprekken in januari. In de hogere leerjaren bieden we de mogelijkheid voor 20 minuten gesprekken. Deze zijn niet verplicht. Studenten krijgen een brief thuisgestuurd waarop de coach kan aangeven dat hij/zij de ouders graag wil spreken of waar ouders op kunnen aangeven dat zij graag de coach willen spreken. Ouders sturen/mailen de brief terug of geven de brief mee aan de student. Deze kan de brief bij de administratie inleveren. De administratie verwerkt de brieven en de coach ontvangt een schema met de gesprekken in zijn postvak. Na een oudergesprek maakt de coach een verslag van het gesprek in Trajectplanner. In dat verslag staat een korte omschrijving met de gemaakte afspraken. Tot dat de student 18 jaar is, zijn we wettelijk verplicht ouders te informeren over de voortgang van de student.


Inhoud CHILL Leerjaar 1: eerste tien weken: - Competent - Houding - Inzicht - Leven - Leren

Inhoud ontwikkelingsportfolio Leerjaar 1: - Ik en de opleiding - Zelfbeeld en zingeving - Groepsdynamica - Sociale vaardigheden Leerjaar 2: - Gespreksvaardigheden - Waarden en normen - Met beide benen in de praktijk - Problemen en conflicthantering

Inhoud bewijzenportfolio (student is verantwoordelijk) -

Deelnemerskaart Onderwijsovereenkomst Praktijkovereenkomst BPV beoordelingen BPV urenregistratie BPV aanvullende bewijzen BPV logboek AVO bewijzen: Nederlands, Engels, rekenen, evt. tweede vreemde taal Burgerschap




Ontwikkel-portfolio studenten mbo Studenten – niveau 2 Studenten – niveau 3 en 4 Het onderwijs heeft de taak een student voor te bereiden op volwaardig burgerschap in een ingewikkelde samenleving. Dit betekent dat de student kennis en vaardigheden op het gebied van het beroep moet ontwikkelen. Als aankomend beroepsbeoefenaar is niet alleen de vakkennis belangrijk, maar ook een juiste beroepshouding. Door inzicht in zijn/haar eigen ontwikkeling te krijgen, op het gebied van sociale vaardigheden en reflectievermogen, ontwikkelt de student zich tot een volwaardige (vakbekwaam)medewerker/manager. Wellantcollege mbo Rijnsburg Ellen der Nederlanden-Hofman [email protected]


Wellantcollege mbo Rijnsburg (niveau 2)

(Ontwikkel) Portfolio Naam: ……………………………………………….. Klas:……………………………….

2014/2015


Inleiding

Je bent onlangs gestart met een middelbare beroepsopleiding. Binnen deze opleiding sta jij als aankomend beroepsbeoefenaar en als burger centraal. Daarbij gaat het er niet alleen om je vakkennis bij te brengen, maar ook om je beroepshouding. Binnen dit portfolio geef je inzicht in jou ontwikkeling op het gebied van sociale vaardigheden en reflectievermogen. Het onderwijs heeft de taak jou voor te bereiden op het volwaardig burgerschap in een ingewikkelde samenleving. Dit betekent dat het onderwijs competentiegericht moet zijn, dat wil zeggen dat je kennis en vaardigheden (competenties) op het gebied van je beroep, het leren en burgerschap moet ontwikkelen. Onze school gaat er van uit dat je competenties het beste kunt ontwikkelen in een combinatie van leren en werken/stage. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:   

In de praktijk leer je de competenties. Kennis ondersteunt de praktijk. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces

Kwalificatiedossier Uiteraard worden aan de opleiding eisen gesteld met betrekking tot het uitvoeren van het beroep. De eisen die aan jou worden gesteld om in een bepaald beroep aan de slag te kunnen, staan vermeld in het kwalificatiedossier. In dit kwalificatiedossier staan de kerntaken vermeld. Kerntaken zijn taken die in een bepaald beroep voorkomen. Om deze kerntaken goed onder de knie te krijgen, moet je werkprocessen uitvoeren en beroepscompetenties ontwikkelen.


Persoonlijke gegevens

A. Gegevens deelnemer Familienaam Voornamen Roepnaam Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer vast Telefoonnummer mobiel E-mail Geboortedatum Sofinummer Bijzonderheden

B. Gegevens ouder(s) / verzorger(s) Achternaam ouder

m/v

Voorletter(s) Adres Postcode Woonplaats Bijzonderheden

C. Opleiding


Naam school Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Coach e-mail

D. Inlogcodes School Inlogcode school Wachtwoord

Site Inlogcode studiemeter Wachtwoord

Site Inlogcode uitgever Wachtwoord

Site Inlogcode Wachtwoord


Leerjaar 1 In het eerste jaar zal je de volgende modules volgen: Ik en de opleiding Zelfbeeld en zingeving Groepsdynamica Sociale vaardigheden De portfolio opdrachten kunnen gemaakt worden aan de hand van de lessen die tijdens de modules worden gegeven. Bij de opdrachten worden aangegeven hoeveel tijd de opdracht ongeveer in beslag zal nemen, welke benodigdheden nodig zijn, wat het doel is en of de opdracht thuis moet worden gemaakt of dat er ruimte wordt gemaakt binnen de les. Per module is er aangegeven wat er van jou verwacht wordt om de module met een voldoende af te sluiten. Tijdens het eerste jaar werk je aan de volgende beroepscompetenties: Aandacht en begrip tonen Aansturen Begeleiden Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en verantwoord handelen Relaties bouwen en netwerken Samenwerken en overleggen Bij onduidelijkheden over het portfolio in het algemeen of inhoudelijk over de opdrachten raden wij aan dit aan te geven tijdens de lessen. Succes!


Module 1. Ik en de opleiding Leerjaar: 1 Blok: 1 In de eerste module ‘Ik en de opleiding’ staat de start van de opleiding centraal. Dit houdt in dat binnen de module handvatten worden geboden om je voor te bereiden op de opleiding. Binnen deze module wordt het portfolio besproken en is er nog veel ruimte voor vragen. De toets bestaat uit een individuele presentatie over jezelf als persoon en als beroepskracht. De theorie behorende bij de opdrachten wordt behandeld tijdens de lessen omgangskunde. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 1.1 Leerdoelen opstellen Opdracht 1.2 Groepsrol Belbin Opdracht 1.3 Leerstijlentest van Kolb Presentatie is voldaan (beoordelingsformulier en hand-out zijn opgenomen in portfolio)


Opdracht 1.1 Leerdoel opstellen Beroepscompetentie: Beslissen en activiteiten initiëren Tijdsduur: 60 minuten Waar: Thuis (aan de hand van les) Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan een leerdoel opstellen volgens de smartmethode In je portfolio geef je jouw ontwikkeling weer. Het is dan ook belangrijk dat je van te voren leerdoelen opstelt, waarin je aan geeft wat je dit jaar wil leren. Dit leerdoel kan weergeven wat je wil leren op school of wat je wil kunnen leren om toe te passen op stage. Tijdens de les heb je geleerd hoe je een leerdoel smart formuleert, dus: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden. Aan de leerdoelen ga je werken tijdens het gehele eerste jaar, daarom formuleer je een leerdoel voor langere periode. Formuleer twee leerdoelen waar je dit studiejaar wil werken (éen voor op school en één voor in de praktijk: Leerdoel 1 Specifiek

Wees zo specifiek (concreet) mogelijk in de formulering van je leerdoel. Zeg precies wat je wilt behalen en noem dit zo duidelijk mogelijk.

Meetbaar

Waaraan kun je zien dat je jouw doel hebt behaald?

Acceptabel

Is het doel haalbaar die je jezelf stelt voor jezelf en voor je omgeving?

Realistisch

Ga na of je doel haalbaar is binnen het tijdsbestek dat je jezelf geeft.

Tijdsgebonden

Bepaal voor jezelf binnen welk tijdsbestek je het doel wilt behalen

Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Leerdoel 2 Specifiek


Meetbaar


Acceptabel


Realistisch


Tijdsgebonden


Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Opdracht 1.2 Groepsrol Belbin Beroepscompetentie: Beslissen en activiteiten initiëren Tijdsduur: 45 minuten Waar: School Extra benodigdheden: Internet Doel: De leerling kan aan de hand van de belbintest weergeven wat de sterke en zwakke punten zijn van zijn groepsrol Maak de belbintest op internet van Thesis: http://www.thesis.nl/thesis15/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=1& Itemid=2 Schrijf aan de hand van de uitkomst een verslag van een halve pagina over de sterke en zwakke punten van de groepsrol. Vergelijk deze punten met jezelf en benoem de overeenkomsten en verschillen. Groepsrol: ………………………………………………………………………………………………………………..…………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vormvereisten: - 0,5 A4 - Geschreven in eigen woorden - Geschreven in correct Nederlands Beoordelingscriteria: - De Belbin test is geïmplementeerd - De sterke en zwakke punten van de groepsrol zijn beschreven - De overeenkomsten en verschillen zijn beschreven aan de hand van praktijkvoorbeelden


Opdracht 1.3 Leerstijltest van Kolb Beroepscompetentie: Beslissen en activiteiten initiëren Tijdsduur: 45 minuten Waar: School Extra benodigdheden: Internet Doel: De leerling kan aan de hand van de leerstijltest van Kolb zijn leerstijl beschrijven Maak de Kolbtest op internet van Thesis: http://www.123test.nl/leerstijl/ Schrijf aan de hand van de uitkomst een verslag over jouw leerstijl. Beschrijf hoe je deze informatie kan inzetten tijdens je opleiding. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vormvereisten: - 0,5 A4 - Geschreven in eigen woorden - Geschreven in correct Nederlands Beoordelingscriteria: - De leerstijl is beschreven - Er is beschreven hoe deze informatie kan helpen bij het leren


Toetsopdracht Tijdsduur: 120 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: Powerpoint Doel: De leerling kan aan de hand van een presentatie inzicht geven over zichzelf als persoon en als toekomstige beroepskracht volgens de richtlijnen. Cesuur: Bij 2 of meer ontbrekende richtlijnen heb je een onvoldoende

Bereidt een presentatie voor aan de hand van onderstaande richtlijnen. De presentatie moet 10 minuten duren waarin alle richtlijnen zijn opgenomen. Het doel van de presentatie is dat je jouw medestudenten en docent inzicht geeft in jou als persoon en als toekomstige beroepskracht. Richtlijnen voor de presentatie:

Kennismaking: Wat is je volledige naam? Wanneer en waar ben je geboren? Waar woon je nu? Wat kun je vertellen over jouw kwaliteiten? Wat kun je vertellen over jouw karakter, wat voor type ben jij?

Maak gebruik van de Belbintest Maak gebruik van de Kolbtest

De opleiding Welke opleidingen heb je gedaan? Waarom heb je voor deze opleiding gekozen? Wat wil je met de opleiding gaan doen? Waar loop je stage? Wat zijn je leerdoelen?

Maak gebruik van je smartdoelen

Afsluiter Sluit creatief af! Laat aan de hand van een filmpje/muziek/tekening/gedicht etc. in het kort zien waar jij voor staat.

In de laatste lessen wordt de presentatie voorgedragen aan je klasgenoten, aanwezigheid is hierbij verplicht voor het afronden van deze module. Aan de hand van de presentatie krijg je een beoordelingsformulier van je docent, voeg deze samen met een hand-out van je presentatie als bewijsstuk in je portfolio.


Module 2. Zelfbeeld en zingeving Leerjaar: 1 Blok: 2 In de module ‘Zelfbeeld en zingeving’ sta jij als persoon centraal. In deze module gaan we ons zelfbeeld onder de loep nemen. Er wordt stil gestaan bij de invloeden van buitenaf en je eigen kwaliteiten. Aan de hand van het kernkwaliteitenkwadrant leer je hoe je op zowel kwaliteiten als valkuilen kan inspelen. De bestaat uit het maken van een collage waarin je een beeld geeft over jezelf en daarin inzicht geeft in aspecten die jou zin geven. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 2.1 Zelfbeeld Opdracht 2.2 Kernkwaliteitenkwadrant Opdracht 2.3 Levenslijn maken Collage is voldaan (beoordelingsformulier en collage is opgenomen in portfolio)


Opdracht 2.1 Zelfbeeld Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis (aan de hand van de les) Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de behandelde theorie in de les eigen zelfbeeld illustreren volgens de vastgestelde richtlijnen Beschrijf in eigen woorden op 1 A4 jouw zelfbeeld en betrek hierbij de invloed van jouw omgeving. Maak gebruik van de theorie uit de lessen. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vormvereisten: - 1 A4 - Geschreven in eigen woorden - Geschreven in correct Nederlands


Opdracht 2.2 Kernkwaliteitenkwadrant Beroepscompetentie: Ethisch en verantwoord handelen Tijdsduur: 20 minuten Waar: School Extra benodigdheden: N.v.t Doel: De leerling kan aan de hand van eigen kwaliteiten zijn valkuilen, uitdagingen en allergieën weergeven volgens het kernkwaliteitenkwadrant van Olm Tijdens de les wordt er stil gestaan bij het gebruiken van het kernkwaliteitenkwadrant. Leg aan de hand van de les uit wat het doel is van het inzetten van het kernkwaliteitenkwadrant. Vul hierna twee modellen in aan de hand van twee kwaliteiten van jezelf. Het doel van het inzetten van een kwaliteitenkwadrant:…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 2.3 Levenslijn maken Beroepscompetentie: Ethisch en verantwoord handelen Tijdsduur: 90 minuten Waar: Thuis (zelfstudie) Extra benodigdheden: internet Doel: De leerling kan aan de hand van het levenspanorama eigen levenslijn weergeven

Een autobiografie is een zelfgeschreven levensverhaal. Een variatie op het schrijven van een autobiografie is het maken van een levenslijn. Een levenslijn is meer dan alleen letters en cijfers. Het is een uitbeelding van een verhaal. Een uitbeelding van jou leven. De opdracht is om een levenslijn te maken. Bekijk de volgende presentatie om te zien hoe je een levenslijn maakt: http://prezi.com/zyev8c5pshss/hoe-maak-je-een-levenslijn/ Wat kan je met een levenslijn? Wanneer je de keuze maakt om je levenslijn bij te houden is dit leuk om na te laten aan je kinderen en kleinkinderen. Zo weten ze hoe jouw leven eruit heeft gezien, ze leren jou echt kennen en ze kunnen eventueel leren van alles wat jij meegemaakt hebt. Zover zijn wij nog niet, dus wat hebben we eraan? Een levenslijn kan je helpen inzicht te krijgen in wie jij bent en waarom je bepaalde dingen doet en voelt. Jouw verleden heeft je namelijk gemaakt tot wie je nu bent. Je kunt er dus veel informatie over jezelf vinden. Met dit inzicht kun je aan de slag gaan en de dingen die je wilt veranderen, veranderen! Daarnaast is het een mooie aanvulling in je portfolio!

Levenspanorama Leeftijd

Soort moment

Symbool

Uitleg


Δ Ο □ Χ … --___

crisis/overgangsfase mijlpalen bijzondere gebeurtenissen kruispunten biologische levenslijn psychologische levenslijn scholing-werklijn

Levenslijn


Toetsopdracht Tijdsduur: 60 minuten Waar: School Extra benodigdheden: Internet, tijdschriften, stiften, A4, schaar, lijm. Doel: De leerling kan aan de hand van de module een collage maken over het beeld van een medestudent volgens de toetsrichtlijnen De opdracht is om een mini-collage te maken van een medestudent. Hierbij kan je gebruik maken van je eigen creativiteit , inspiratie uit tijdschriften en/of het internet. Het doel is dat jouw medestudent vanuit de collage kan zien wat voor indruk hij/zij op jou achterlaat. De volgende punten zijn op de collage terug te vinden: - Een quote/spreuk dat volgens jouw bij deze persoon past. - Een vergelijking met een dier. (Als de medestudent een dier zou zijn, welke dier zou dat dan zijn?) - Een ingevulde kernkwaliteitenkwadrant aan de hand van een kwaliteit dat bij dit persoon hoort. - Een moment in de klas dat je altijd zal herinneren (waar desbetreffende persoon bij was). - Minimaal drie positieve eigenschappen van desbetreffende persoon. - Plek over? Je mag natuurlijk nog zelf leuke dingen erbij bedenken.

TIPS * Je hoeft je hersens niet te breken, internet staat vol met quoten/spreuken! * Het is misschien fijn om te weten wat het idee is achter de keuze van een dier, bespreek dit na of noteer dit erbij. *Even geen idee hoe het ook alweer werkte met het kernkwaliteitenkwadrant? Vraag het binnen je groepje! * Misschien een leuke toevoeging voor in je portfolio! Aan de hand van de collage laat je onderstaande box aftekenen door je docent, voeg de de collage die voor jou is gemaakt als bewijsstuk in je portfolio. Cesuur: bij 2 of meer ontbrekende richtlijnen heb je een onvoldoende Voldaan/niet voldaan Datum: …………………………………….. Handtekening


Module 3. Groepsdynamica Leerjaar: 1 Blok: 3 Dit is de derde module van het vak Omgangskunde uit het eerste jaar. Deze module gaat over Groepsdynamica. Hierbij ontdek je welke rol/positie jij aanneemt in groepen. Dit is belangrijk om te weten, omdat je jezelf dan beter kan bewegen in een groep. In je beroepsleven zal je vaker in groepsverband en in teams moeten werken. Deze module zal je in de toekomst helpen groepsfasen te herkennen en er op een juiste manier mee om te gaan. De hoofdpunten in deze module zijn: Groepsprocessen, Belbin & de roos van Leary. Deze module is afgesloten na het maken van een schriftelijke toets over groepsdynamica. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

-

80% aanwezigheid Opdracht 3.1 Samenvatting Opdracht 3.2 PowerPointpresentatie (groepsopdracht) Opdracht 3.3 Verslag maken Schriftelijke toets Groepsdynamica


Opdracht 3.1 Samenvatting groepsprocessen

Beroepscompetentie: Kennis/inzicht Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuisopdracht Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan de vijf ontwikkelingsstadia van het ‘groepsproces’ onderscheiden van elkaar Uitleg van de opdracht Schrijf aan de hand van de lesstof een samenvatting. Dit mag in je eigen woorden, maar de 5 fasen van het groepsproces moeten hierin wel verwerkt worden. Maximaal 1 A4 Vormvereiste: -

Maximaal 1 A4. De samenvatting is in correct Nederlands geschreven.

Beoordelingscriteria: -

Het verslag is in je eigen woorden geschreven De vijf fasen van groepsprocessen zijn verwerkt in de samenvatting

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.2 Presentatie (groep) De presentatie heeft als eis om een PowerPoint te maken waarin je een evenwichtig team samenstelt aan de hand van de uitslagen van de Belbin-test. Je bedenkt hiervoor een fictief samenwerkingsproject bijv. het organiseren van een schoolfeest. Iedereen in het team heeft hierbij een bepaalde rol. Je moet aan de hand van jouw testresultaat kunnen uitleggen wat jouw taak zal zijn in het project. Let op: In een evenwichtig team moeten zoveel mogelijk verschillende ‘rollen’ zijn. In het reflectieverslag dient er een samenvatting geschreven te zijn over de inhoud van de presentatie. Tip: Wat je wilt zeggen in de presentatie kun je (deels) overnemen voor je samenvatting en in je reflectieverslag doen! Vormvereiste: -

Powerpoint presentatie. In correct Nederlands geschreven. De uitslag van de test is bijgevoegd. Er zijn (digitale) foto’s van de teamleden toegevoegd


Iedereen komt aan het woord Je hebt een fictief project bedacht, waarin iedereen (aan de hand van de testresultaten) een taak heeft. Deze taak wordt door elk groepslid duidelijk omschreven. Het team is ‘evenwichtig’ dat wil zeggen; minimaal 6 verschillende rollen. Er is een handout in het portfolio opgenomen.

Maak je presentatie. Zorg ervoor dat er een duidelijke inleiding, kern en afsluiting is.


Opdracht 3.3 Verslag maken (Roos van Leary) Beroepscompetentie: Relaties bouwen & netwerken Tijdsduur: 45 min Waar: School & Thuis Extra benodigdheden: resultaten Roos van Leary test Doel: De leerling kan aan de hand van de Roos van Leary beschrijven hoe hij/zij zich opstelt in sociale relaties Uitleg van de opdracht Maak een verslag over de Roos van Leary. Hierin leg je uit hoe jij je opstelt in sociale relaties. Gebruik hiervoor de testresultaten uit de les. Het verslag schrijf je vanuit drie verschillende invalshoeken. 1. Hoe gedraag jij je op school? 2. Hoe gedraag jij je bij je vrienden? 3. Hoe gedraag jij je op de werkvloer?

Vormvereiste: -

Lengte: Minimaal 1 A4 – Maximaal 2 A4 Er is geschreven in correct Nederlands


Het verslag is geschreven vanuit de drie bovenstaande invalshoeken De testresultaten zijn verwerkt in het verslag

Cesuur: -

Bij meer dan 1 ontbrekende criteria heb je een onvoldoende

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Module 4. Sociale Vaardigheden Leerjaar: 1 Blok: 4 Dit is de laatste module van het vak Omgangskunde uit het eerste jaar. Deze module gaat over Sociale Vaardigheden. Hierbij komt aan bod hoe je met klanten omgaat, maar ook hoe je samenwerkt, aandacht hebt voor de ander en begrip toont. Bij deze module is er 1 afsluitende opdracht, die je maakt in een groepje. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 4.1 Film Opdracht 4.2 Reflecteren op leerdoelen


Opdracht 4.1 Film Beroepscompetentie: Samenwerken en overleggen, aandacht en begrip tonen, begeleiden. Tijdsduur: 50 minuten. Waar: Op school. Extra benodigdheden: Smartphone of camera, computer. Doel: De leerling kan functioneel samenwerken en overleg voeren, rekening houdend met de groepsrollen van Belbin De leerling kan aan de hand van situatiegegevens feedback geven volgens de 4G methode De leerling kan het verkoopproces demonstreren aan de hand van de gegeven richtlijnen De opdracht: Stap 1, de film: Vorm groepjes van 3 personen. Jullie gaan een filmpje met je groepje maken, hoe je op een goede manier met een klant omgaat. Een van jullie is de klant, de ander is de verkoper en de laatste filmt. Verkoper: voor jou is het van belang dat je de klant goed helpt. Wees vriendelijk, bied je hulp aan. Klant: je komt in bijvoorbeeld een bloemenwinkel en bent opzoek naar een mooi bosje bloemen. Vraag wat dingen aan de verkoper, zorg dat de verkoper echt wat te doen heeft (dus niet zelf wat uitzoeken en snel afrekenen). Filmer: jij mag het allemaal filmen. Houd er rekening mee dat het goed verstaanbaar moet zijn, dat het beeld duidelijk is en dat iedereen te zien is. Alle punten uit de voorgaande lessen moeten naar voren komen in de film, dus: -

Er moet zelfvertrouwen te zien zijn. Er moet assertief gereageerd worden. Er moet feedback gegeven worden. Er moet gebruik gemaakt worden van de basis gespreksvoering.

Maar, voordat je kan filmen, ga je natuurlijk eerst bedenken wat er gefilmd gaat worden. Bespreek de volgende punten: -

Wie gaat wat doen? Wie is waar goed in (denk aan je Belbin rol!) In wat voor een winkel gaat de klant iets kopen (bloemenwinkel, ranzijn..etc.) Schrijf de situatie uit. Wie zegt wat? Waar gaan jullie filmen? Met welk middel filmen jullie, heeft er iemand een smartphone?

Eisen aan de film: -

De film duurt minimaal 1 minuut, maximaal 5 minuten. Ieder heeft een eigen rol. De één filmt, de tweede is de klant en de laatste is verkoper.

Stap 2, facebook: Als de film gemaakt is zetten jullie het filmpje op de gedeelde facebook-pagina van de klas. Upload je filmpje. Vervolgens geef je op twee andere filmpjes individueel feedback. Alle drie geven jullie dus twee keer feedback. Doe dit volgens de regels van 4G.


Wanneer je de filmopdracht hebt gedaan én je feedback hebt gegeven op twee andere filmpjes, laat je dit aftekenen door de docent! Stap 3, verslag over de samenwerking: Schrijf na dit gedaan te hebben nog een verslag over de samenwerking. Gedragsindicatoren • • • • •  • • • • • • • • • • • • •

Ik overleg in groep over de taken. Ik kom gemaakte afspraken na. Ik geef relevante informatie aan de groep. Ik stel gerichte vragen aan medestudenten om relevante informatie te verkrijgen. Ik houd rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken en communiceren. Ik houd medestudenten op de hoogte van de stand van zaken van mijn deeltaak. Ik houd medestudenten op de hoogte van mijn manier van werken. Ik luister naar de mening van medestudenten. Ik vraag naar de evaluatie van mijn deeltaak. Ik stimuleer en help medestudenten als de situatie daarom vraagt. Ik geef aan wanneer en waarom ik niet meer optimaal kan functioneren. Ik draag zorg voor anderen als zij niet optimaal kunnen functioneren. Ik reageer flexibel door mijn werkwijze te wijzigen indien nodig. Ik stem mijn werkzaamheden af op die van mijn medestudenten. Ik neem als teamlid mijn verantwoordelijkheid op voor het eindresultaat. Ik neem verantwoordelijkheid voor de hulp die ik bied. Ik stel het gemeenschappelijke resultaat van het team centraal. Ik draag bij aan een positieve werksfeer.

Vormvereiste: -

Minimaal 0,5 A4 – maximaal 1 A4. Er is geschreven in correct Nederlands.

In het verslag worden de volgende punten behandeld: -

3 Punten uit de gedragsindicatoren voor samenwerken. Er is gereflecteerd volgens het STAR-model (les 1). Denk aan je eigen Belbin groepsrol, hoe is deze naar voren gekomen in de samenwerking? Je bent bijvoorbeeld een monitor, bleek dit ook in deze samenwerking of niet? Waarom wel/niet. Leg dit punt uit in minimaal 5 zinnen.

Cesuur:

-

Bij meer dan 1 of meer ontbrekende criteria heb je een onvoldoende

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 4.2 Reflecteren op leerdoelen Tijdsduur: 30 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de leerdoelen opgesteld bij opdracht 1.1 reflecteren op eigen handelen Aan het begin van het jaar heb je twee leerdoelen opgesteld voor dit jaar. Beschrijf kort hoe aan je leerdoelen hebt gewerkt en en hoe je dit terug ziet in jou handelen. Leerdoel 1: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Leerdoel 2: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Formuleer twee nieuwe leerdoelen voor in de praktijk voor volgend jaar: Leerdoel 1 Specifiek


Meetbaar


Acceptabel


Realistisch


Tijdsgebonden


Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………



Meetbaar


Acceptabel


Realistisch


Tijdsgebonden



Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Leerjaar 2 In het tweede jaar zal je de volgende modules volgen: Gespreksvaardigheden Waarden en normen Met beide benen in de praktijk Problemen en conflicthantering De portfolio opdrachten kunnen gemaakt worden aan de hand van de lessen die tijdens de modules worden gegeven. Bij de opdrachten worden aangegeven hoeveel tijd de opdracht ongeveer in beslag zal nemen, welke benodigdheden nodig zijn en of de opdracht thuis moet worden gemaakt of dat er ruimte wordt gemaakt binnen de les. Per module is er aangegeven wat er van jou verwacht wordt om de module met een voldoende af te sluiten. Tijdens het tweede jaar werk je aan de volgende beroepscompetenties: Analyseren Creëren en innoveren Formuleren en rapporteren Materialen en middelen inzetten Onderzoeken Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Vakdeskundigheid toepassen Bij onduidelijkheden over het portfolio in het algemeen of inhoudelijk over de opdrachten raden wij aan dit aan te geven tijdens de lessen. Succes!


Module 1: Basis gespreksvaardigen Leerjaar: 2 Blok: 1 In de eerste module van leerjaar 2 staat gespreksvaardigheden centraal. Dit houdt in dat binnen de module handvatten worden geboden om je voor te bereiden voor de arbeidsmarkt (stage/werk). Binnen deze module wordt het portfolio besproken en is er nog veel ruimte voor vragen. De toets bestaat uit een rollenspel (sollicitatiegesprek). Jij voert een sollicitatie gesprek als beroepskracht. Tot slot wordt er gekeken hoe jij de basisvaardigheden zou kunnen toepassen in de praktijk. De theorie behorende bij de opdrachten wordt behandeld tijdens de lessen. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 1.1 Sollicitatiegesprek voorbereiden Opdracht 1.2 Sollicitatiebrief en CV Opdracht 1.3 Basisgespreksvaardigheden oefenen Opdracht 1.4 Toets Rollenspel


Opdracht 1.1 Sollicitatiegesprek voorbereiden Beroepscompetentie: gespreksvaardigheden, overtuigen en zelfkennis Tijdsduur: 60 minuten Waar: Thuis (aan de hand van les) Extra benodigdheden: internet Doel: De leerling kan aan de hand van situatiegegevens een sollicitatiegesprek voorbereiden volgens de richtlijnen Het is altijd spannend wanneer je gaat solliciteren of het nu voor een stage, bijbaan of fulltime baan is. Een goede voorbereiding is dan ook het halve werk. Het is goed om van te voren na te denken wat je wilt bereiken met de baan en waarom. Het is ook slim om eerst de website van te voren te bekijken en daarnaast enkele vragen op te stellen. Zo zorg je ervoor dat je ontspannen en zelfverzekerd overkomt tijdens het gesprek. Opdracht Bekijk dit filmpje van een sollicitatie op Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=Ma1RzpgrQU8 Welke punten in het sollicitatiegesprek doet de sollicitant goed? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Welke punten zouden beter kunnen en waarom? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Je hebt binnenkort een ‘sollicitatiegesprek’ bij de Gamma. Het is belangrijk dat je goed voorbereid bent voordat je het gesprek aan gaat. Gebruik bij de volgende opdracht de website Gamma.nl Vacature: Hulpkracht Waarom spreekt de vacature jou aan? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zijn de werkzaamheden van de functie “Hulpkracht” …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Wat zouden jouw sterke punten zijn binnen deze functie? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zouden jou zwakke punten zijn binnen deze functie? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Waarom zouden ze jou moeten aannemen (Wat maakt jouw uniek)? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………….... …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Welke vragen verwacht je van te voren te krijgen op een sollicitatiegesprek? Vraag 1: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ..……………………….………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Opdracht 1.2 CV en Sollicitatiebrief schrijven Beroepscompetentie: creatief denken en omgaan met details Tijdsduur: 120 minuten Waar: thuis Doel: De leerling kan aan de hand van situatiegegevens een curriculum vitae en sollicitatiebrief opstellen volgens de richtlijnen

CV uitwerken:

Naam: PERSONALIA     

Burgerlijke staat: Nationaliteit: Geboortedatum: Geboorteplaats: Sofinummer::

…………………………………………………………. ………………………………………………………… ………………………………………………………… ……………………………………………………….. ……………………………………………………….

OPLEIDINGEN Jaartal

Opleiding

diploma

…………………….. …………………….. …………………….. …………………….. ……………………..

………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………

………………….. …………………… ………………….. …………………… …………………..

WERKERVARING __________________________________________________________________________

Stage ervaringen Jaartal

Organisatie

…………………….. …………………….. …………………….. …………………….. ……………………..

…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………..

Jaartal

Cursussen

certificaten

……………………..

……………………………………………………………………………….

…………………..


…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..

………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………

…………………… ………………….. …………………… …………………..

Werkervaring Jaartal

Organisatie/ werkzaamheden

…………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….

…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………..

Talenkennis

goed/matig/vloeiend

…………………………………………... ………………………………………….. ………………………………………….. ………………………………………….. ………………………………………….

…………………………………………………. ………………………………………………… …………………………………………………. ………………………………………………….. ………………………………………………….

Hobby’s …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Rijbewijs …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Sollicitatie Brief Je laat jezelf zien doormiddel van een sollicitatiebrief. Hierin beschrijf je je kwaliteiten en waarom jij juist geschikt bent voor de functie. In de vorige opdracht (cv maken) heb je gelezen dat je cv formeel is. Je sollicitatiebrief is altijd persoonlijker dan je cv. Je hebt meer vrijheid om je karakter te laten spreken. Geachte mevrouw/meneer ………………………., Hierbij solliciteer ik graag naar de functie ……………… (naam functie) bij …………….(naam organisatie invullen). …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Mijn cv en sollicitatiebrief kunt u vinden in de bijlagen. In afwachting van uw reactie en met vriendelijke groet, ………………………………………………………………………….

(Je eigen naam invullen).


Opdracht 1.3 Gespreksvaardigheden Beroepscompetentie: gespreksvaardigheden en zelfkennis Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis (aan de hand van les) Extra benodigdheden: Internet Doel: De leerling kan de basisgespreksvaardigheden onderscheiden volgens de richtlijnen In je portfolio geef je jouw ontwikkeling weer. In een gesprek is het belangrijk dat je soms vragen stelt, een andere keer confronterend zijn en op een volgend moment zeg je helemaal niets, dan luister je slechts. Een gesprek voeren, welk model je ook volgt, vergt al deze vaardigheden. De meeste kun je oefenen. Dus, wie van nature geen makkelijke prater is, kan uitgroeien tot een zelfverzekerde gesprekspartner. Tijdens de les heb je geleerd wat de basis gespreksvaardigheden zijn. Je noteert op papier de basisgespreksvaardigheden wat je hebt onthouden van de les, daarnaast leg je uit wat je doet tijdens een gespreksvaardigheid. Je mag gebruik maken van je internet. Benoem 10 basisgespreksvaardigheden en leg uit wat je doet: Basisgesprekvaardigheid

Leg uit wat je doet

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Bij effectieve gesprekstechnieken gaat het in de basis om drie kernwoorden: Benoem deze en leg uit waarom je dit doet:

1

Gesprekstechniek L…………..

2

S……………

3

D…………..

Uitleg


Opdracht 1.4 Toetsopdracht Rollenspel sollicitatiegesprek Beroepscompetentie: gesprek voeren en overtuigen Tijdsduur: 45 minuten Waar: school Doel: De leerling kan aan de hand van een sollicitatiegesprek reflecteren op eigen handelen volgens de richtlijnen Toelichting Jullie gaan een rollenspel sollicitatie gesprek uitvoeren in de klas en in 3 delen een gesprek uitvoeren. De een vervult de rol van een sollicitant die solliciteert op de functie en bij de organisatie die je in je eigen sollicitatiebrief genoemd heb. Een deelnemer observeert. De laatste deelnemer speelt de rol van manager. Geef hem/haar ter informatie jouw brief en CV . Situatie Jullie gaan met elkaar in gesprek. De sollicitant komt op gesprek voor de vacature: Hulpkracht bij de Gamma. De sollicitatieprocedure is uitgelegd en de vacature wordt besproken. De Manager van de Gamma stelt een aantal vragen waarop jij probeert zo helder en bondig mogelijk probeert te antwoorden. De observatoren (docent en 1 leerling) luisteren of alle beoordelingspunten worden benoemd, daarna wordt de evaluatiepunten in het kort besproken met de sollicitant. Speel dit uit in een scene van max. 10 min. Evaluatiepunten (observator):    

Wat valt er te zeggen over non-verbale communicatie van de sollicitant? Sluiten antwoorden en reacties aan op de gestelde vragen? Zijn de antwoorden helder, bondig, overtuigend / geloofwaardig? Hoe reageert de sollicitant op lastige / onverwachte vragen?


Beoordelingsformulier bij het sollicitatiegesprek Naam:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Functie: . . . . . . . . . . . . . . . Heeft betrekking op eerste:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beoordeeld door:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. Datum:. . . . . . . . . . Eerste indruk

◘ negatief

◘ neutraal

◘ positief

◘ zeer positief

Presentatie/voorkomen

◘ slordig

◘ redelijk

◘ boven het gemiddelde

◘ uitstekend verzorgd

Vriendelijkheid

◘ terughoudend ◘vriendelijk Beleefd

◘ innemend

◘ zeer vriendelijk

Evenwichtigheid

◘ nerveus

◘ gemiddeld

◘ zelfverzekerd ◘ zeer evenwichtig

Manier van uitdrukken

◘ slecht

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer goed

Begripsvermogen

◘ langzaam

◘ redelijk

◘ vlot

◘ zeer vlot

Klantgerichtheid

◘ matig

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer goed

Stressbestendigheid

◘ laag

◘ redelijk

◘ normaal

◘ sterk

Praktische zin/daadkracht

◘ weinig

◘ gemiddeld

◘ goed

◘ zeer goed

Branche- en productkennis

◘ weinig

◘ gemiddeld

◘ goed

◘ zeer goed

Ervaring

◘ gering

◘ redelijk

◘ voldoende

◘ veel

Beschikbaarheid/inzetbaarheid

◘ matig

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer goed

Motivatie voor functie

◘ gering

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer gemotiveerd

Sterke punten van de sollicitant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... ...................................................................................... Leerpunten voor de sollicitant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... ...................................................................................... Algemeen beeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... ...................................................................................... Cesuur: - Bij 2 of meer ontbrekende richtlijnen heb je een onvoldoende Aftekenen door docent: Voldaan/niet voldaan


Evaluatie: Hoe is de houding / reactie van de sollicitant: geschrokken, verdedigend, boos, aanvallend, neutraal, assertief, ontwijkend etc.…?  Is de reactie van de sollicitant inhoudelijk voldoende (niet te weinig of te veel informatie);  Lukt het de sollicitant een positieve draai aan het gesprek te geven? Bijvoorbeeld door oplossingen aan te reiken, mogelijkheden te benoemen. Wanneer je de rollenspel “Sollicitatiegesprek” hebt gedaan én je feedback hebt gegeven op je gesprek, laat je dit aftekenen door de docent! 

Stap 1, voorbereiding: Schrijf na dit gedaan te hebben nog een verslag over hoe jij het gesprek hebt voorbereid. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Stap2, Uitvoering: Hoe heb jij je sollicitatie gesprek uitgevoerd. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Stap 3, Evaluatie/leerpunten Wat zijn je leerpunten. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Vormvereiste: -

Minimaal 0,5 A4 – maximaal 1 A4. Er is geschreven in correct Nederlands Er is gereflecteerd volgens het STAR-model (les 1).


Module 2. Normen en waarden Leerjaar: 2 Blok: 2 In de tweede module ‘ Waarden en normen’ sta jij als persoon centraal. Dit houdt in dat binnen de module wordt gekeken wat jouw normen en waarden zijn en hoe deze vertaald worden in de praktijk. Je gaat je eigen normen en waarden onderzoeken en verklaren hoe deze tot stand zijn gekomen. De toets bestaat uit een individuele presentatie en een reflectieopdracht. De theorie behorende bij de opdrachten wordt behandeld tijdens de lessen omgangskunde. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 2.1 presenteren waarden en normen Opdracht 2.2 reflectieverslag De opdrachten dienen met een voldoende te zijn beoordeeld


2.1 Presentatie Opdracht: Voorbereiden presentatie Beroepscompetentie: Onderzoeken en analyseren Tijdsduur: 90 min Waar: school en thuis Extra benodigdheden: laptop/computer, internetverbinding. Doel: De leerling kan zijn (cultuurgebonden) normen en waarden benoemen en verklaren hoe deze zich verhouden met elkaar. Voor de klas ga je een presentatie houden over waar jouw waarden en normen vandaan komen. De presentatie moet minimaal 4 en mag maximaal 6 minuten duren. Om de presentatie goed uit te kunnen voeren dienen deze opdrachten vooraf gemaakt te worden. De opdrachten geven ondersteuning bij het maken van je presentatie. Opdracht 1: Tijdens de lessen zijn de begrippen waarden en normen behandeld. Schrijf in je eigen woorden op wat de begrippen waarden en normen betekenen. a)Waarden:………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………........................................................................................... b)Normen: ………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 2: Vanuit verschillende posities kun je ergens voor staan. In de les heb je het waarden en normenspel gespeeld. Vanuit daar heb je gekeken wat jij persoonlijk belangrijk vindt, welke waarden en normen vanuit de opvoeding zijn aangeleerd (familiewaarden) en wat jij belangrijk vindt in groepsverband. a)Wat zijn jouw persoonlijke waarden? En waarom vind jij dat belangrijk?............................................ …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b)Wat zijn jouw familiewaarden? En waar komen deze vandaan? (cultuur/geloof)……………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. c)Wat zijn jouw groepswaarden? ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… De waarden en normen die je hebt uiten zich in hoe je denkt, doet (handelt) en praat (communiceert). Dit gaat vanzelfsprekend waarbij je niet direct stil staat. De situaties waarbij voor ons gevoel alles vanzelfsprekend verloopt sluiten aan bij de normen en waarden die je hebt. Wanneer de situatie door jouw anders wordt ervaren en het vragen bij jouw oproept of waarbij je, je niet prettig voelt, dan is er sprake van dat de situatie afwijkt van jouw waarden en normen. Ieder mens gaat hier anders mee om en het ligt aan de situatie hoe je daarop reageert en mee omgaat. Opdracht 3)Schrijf je 5 belangrijkste waarden op: 1………………………………………………… 3……………………………………… 2………………………………………………… 4………………………………………

5……………………………………….

Opdracht 4)Aan waarden zitten normen verbonden. De normen komen voort uit de waarden en bepalen hoe jij je gedraagt in de maatschappij. Beschrijf bij jouw belangrijkste waarden in de maatschappij hoe jij gedraagt (jouw normen). 1………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 2………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 3………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 4………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 5………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..


Opdracht 5: De presentatie heeft als eis om een PowerPoint, Prezi, collage of poster te maken waarin je onder andere vertelt wat jouw waarden en normen zijn. Bij het reflectieverslag dient er een samenvatting geschreven te zijn over de inhoud van de presentatie. Tip: Wat je wilt zeggen in de presentatie kun je (deels) overnemen voor je samenvatting en in je reflectieverslag doen! Maak je presentatie. Zorg ervoor dat er een duidelijke inleiding, kern en afsluiting is. Voorbereiden presentatie: Inleiding:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Kern:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Afsluiting:…………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..


2.2 Reflectieverslag (toets) Opdracht: Voorbereiden reflectieverslag Beroepscompetentie: Onderzoeken en analyseren Tijdsduur: 90 min Waar: school en thuis Extra benodigdheden: laptop/computer, internetverbinding. Doel: De leerling kan zijn normen en waarden vertalen naar de organisatie waarin hij/zij werkt.

Cesuur: Bij 2 of meer ontbrekende criteria heb je een onvoldoende. (zie de eisen die hieronder zijn uitgelegd). Het reflectieverslag is de toets die gemaakt dient te worden voor de module Waarden en normen. Het reflectieverslag bestaat uit een samenvatting van de presentatie en een reflectie over jouw waarden en normen in de praktijk. Door de opdrachten te maken en deze te bundelen werk je aan onderdeel 2 van het reflectieverslag. In de praktijk heb je te maken regels van het bedrijf en wat het bedrijf wilt uitstralen. Dit wordt ook wel de missie en visie genoemd. Opdracht 1: Tijdens de lessen zijn de begrippen missie en visie behandeld. Beschrijf in je eigen woorden wat de betekenis is van een missie en visie.

a)Missie:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………... b)Visie: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Opdracht 2: Beschrijf de missie en visie van jouw stage praktijk in eigen woorden. a)Beschrijf de missie van jouw stage: ……………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Beschrijf de visie van jouw stage: ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..


Als stagiaire weet je nu wat de missie en visie is van het bedrijf waar je stage loopt. Vanuit opdracht 2.1 presenteren weet je ook wat jouw waarden en normen zijn en waar je voor staat. Opdracht 3: Beschrijf welke waarden en normen overeenkomen met die van jouw die van de praktijk. …………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 4: Beschrijf welke verschillen er zijn met betrekking tot de waarden en normen van jouw en die van de praktijk. ……………………………………………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Hoe ga je met deze verschillen om? Houd je deze voor je? Praat je er met iemand over? Zo ja, met wie? Zo nee, waarom niet? ……………………………………………………………………………………………………………… .............................................................................................................................................................. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………….…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Opdracht 5: Je weet nu wat jouw waarden en normen zijn, waar deze vandaan komen welke invloed dat heeft op je gedrag/houding. a)Hoe zet je jouw waarden en normen (waar je voor staat) in, in de praktijk? …………………………………… .............................................................................................................................................................. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. b) Hoe zet je jouw waarden en normen in, in de praktijk, aansluitend bij de missie en visie van het bedrijf? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. .............................................................................................................................................................. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Module 3. Met beide benen in de praktijk Lesjaar: 2 Blok: 3 Dit is de derde module van het vak omgangskunde. Het zal je opvallen dat binnen deze module veel herhaald wordt. De theorieën zijn al in eerdere modules behandeld echter wordt er binnen deze module een link gelegd naar de praktijk. Dit zal ook in de portfolio opdrachten te zien zijn doordat de opdrachten veelal in de praktijk moeten worden uitgevoerd. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 3.1 Reflecteren op leerdoelen Opdracht 3.2 Roos van Leary Opdracht 3.3 Observatie Opdracht 3.4 Functioneringsgesprek Opdracht 3.5 Feedback Opdracht 3.6 Conflicthantering


Opdracht 3.1 Reflecteren op leerdoelen Tijdsduur: 20 minuten Waar: School Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de leerdoelen opgesteld bij opdracht 4.3 reflecteren op eigen handelen Aan het einde van het tweede jaar heb je twee leerdoelen opgesteld voor dit jaar. Beschrijf hoe je aan je leerdoelen hebt gewerkt en hoe je hier nog aan gaat werken in de laatste periode. In je beschrijving geef je antwoord op de volgende vragen: - Waarom heb je het leerdoel opgesteld? - Wat heb je tot nu toe gedaan om het leerdoel te behalen? - Wat zou je nog kunnen doen om het leerdoel te behalen? - Waarom is dit leerdoel belangrijk om te behalen?

Leerdoel 1: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Leerdoel 2: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.2 Verslag (Roos van Leary) Beroepscompetentie: Kennis/inzicht Tijdsduur: zelf te bepalen Waar: Stage opdracht Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: Aan de hand van de Roos van Leary beschrijven hoe hij/zij zich opstelt in sociale relaties Uitleg van de opdracht Vraag minimaal twee collega’s om de Roos van Leary test af te nemen. Ga vervolgens in gesprek met deze collega’s. Wat valt jullie op? Zijn jullie totaal verschillende types? Hebben jullie daar in de praktijk iets van gemerkt? Wat zou een verbeterpunt kunnen zijn in de omgang met elkaar? Vormvereiste: -

Maximaal 1 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven.


Het verslag is in je eigen woorden geschreven De resultaten van minimaal twee collega’s zijn in het verslag verwerkt.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.3 Observeer een collega Beroepscompetentie: Kennis en inzicht/begeleiden Tijdsduur: 50 minuten Waar: Op stage Extra benodigdheden: Computer. Doel: De leerling kan aan de hand van de vijf wetten van klantvriendelijkheid een collega observeren en een oordeel geven over de mate van klantvriendelijkheid volgens de richtlijnen Uitleg van de opdracht Observeer een collega op het gebied van klantvriendelijkheid. De collega moet dus een klant aan het helpen zijn. Houd een kladblokje bij de hand en observeer de collega op de vijf wetten van klantvriendelijkheid: 1. Helpen verschilt per klant. (Waar kan ik u mee helpen?) 2. Helpen is niet hetzelfde als doen wat een klant vraagt. (Mag ik eerst nog even weten…?) 3. Helpen is ook hulp bieden als je nee moet zeggen. (Zal ik kijken of ik u op een andere manier kan helpen?) 4. Helpen is ook ongevraagd advies geven en hulp bieden. (Mag ik u een goed advies geven?) 5. Helpen kan altijd weer beter. (Bent u tevreden over de wijze waarop u geholpen bent?) Schrijf per punt op hoe jij vindt dat de collega gehandeld heeft. Heeft de collega dit benoemt of niet, zo ja, hoe heeft de collega dit benoemt en hoe is het helpen van de klant verlopen?

Vormvereiste: -

Minimaal 0,5 A4 – Maximaal 1 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven. De vijf wetten zijn teruggekomen in het verslag


Uit het verslag komt naar voren hoe de collega de klant heeft geholpen. De vijf wetten worden ieder apart benoemt. Er komt duidelijk naar voren hoe het klantgesprek verliep en hoe de stagiair dit vond gaan.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.4 Functioneringsgesprek Beroepscompetentie: overleggen, aandacht en begrip tonen, feedback ontvangen. Tijdsduur: 30 minuten. Waar: Op Stage. Extra benodigdheden: n.v.t. Doel: De leerling kan een functioneringsgesprek voeren volgens de richtlijnen van school. De leerling kan aan de hand van situatiegegevens feedback geven en ontvangen volgens de 4G methode

Inleiding Gedurende de opleiding wil iedere leerling weten of de opleiding en de overige werkzaamheden volgens de leermeester of praktijkbegeleider naar tevredenheid verlopen. Jij gaat een voortgang gesprek voeren met je praktijkbegeleider. Voortgangsgesprek is een tweegesprek tussen de praktijkopleider en de leerling over ontwikkeling van de leerling. Ook bespreekpunten die de leerling zelf aanreikt komen ter sprake. Opdracht Voor deze opdracht ga jij punten bedenken en opschrijven die jij tijdens het gesprek wilt bespreken. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:     

Wat verwacht praktijkopleider van mij? Ben ik duidelijk in mijn rol Bespreek de punten die voor jou nog onduidelijk zijn Vertel wat jij tot nu toe heb geleerd Vertel wat je nog wilt leren (voor jezelf en stage) Vraag een tip en top

Vraag 1 ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2 ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3 ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Na het gesprek bespreekt de praktijkbegeleider jou op de volgende punten:    

Wat valt er te zeggen over non-verbale communicatie van de stagiaire? Sluiten antwoorden en reacties aan op de gestelde vragen? Zijn de antwoorden helder, bondig, overtuigend / geloofwaardig? Hoe reageert de stagiaire op lastige / onverwachte vragen?


Wanneer jij de functioneringsgesprek hebt gedaan met jouw praktijkbegeleider én je feedback hebt gegeven op je gesprek, laat je dit aftekenen door de praktijkbegeleider!

Interactie

Uitspraak

Vloeiendheid

Grammatica

Woordenschat

Naam: ………………………………………………….

Klas: ………...

1–3

4-6

7-9

Zoekt naar woorden door gebrek aan complexere woordenschat

Kent net de juiste woorden om een gesprek of discussie gaande te houden waarin ook meningen gegeven worden

Kan praten over alle dingen die hij wil zeggen en hoeft niet naar woorden te zoeken tijdens een discussie over gevarieerde onderwerpen

1–2

3-4

5-6

Kan geen complexere zinnen maken Maakt te veel grammaticale fouten om een discussie te kunnen voeren

Praat in redelijk complexe zinnen met verbindingswoorden; maakt nog grammaticale fouten, maar kan zich herstellen en begrijpelijk over allerlei onderwerpen discussiëren

Praat in goed lopende, complexere zinnen waarin nauwelijks grammaticale fouten voorkomen en kan volwaardig deelnemen aan discussies. Kan de verbindingswoorden gemakkelijk gebruiken.

1

2

3

Praat nog met te veel aarzelingen, onderbrekingen en herformuleringen

Praat redelijk vlot door met af en toe een aarzeling

Praat vlot door, zonder aarzelingen

1

2

3

Heeft geen duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie

Heeft meestal een duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie

Heeft een duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie

1–3

4-6

7-9

Praat over de meeste onderwerpen moeizaam en kan niet echt meedoen aan een discussie

Praat over de meeste onderwerpen redelijk mee en kan in beperkte mate meedoen aan een discussie

Praat over de meest uiteenlopende onderwerpen spontaan mee en kan volwaardig meedoen aan een gesprek op niveau of discussie

Totaal Cesuur: Bij meer dan 2 ontbrekende criteria (zie beoordelingsformulier) heb je een onvoldoende. Datum:…………………………………………………………………………………………………………… Het gesprek is onvoldoende of voldoende gevoerd:…………………………………….. Beoordeeld door:………………………………………………………………………………………….


Opdracht: reflectie functioneringsgesprek Stap 1, voorbereiding: Schrijf na dit gedaan te hebben nog een verslag over hoe jij het gesprek of vragen hebt voorbereid. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Stap2, Uitvoering: Welke punten zijn aanbod gekomen tijdens jouw functioneringsgesprek …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zijn jouw kwaliteiten en valkuilen tijdens jouw functioneren. Lig dit toe? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Heb jij negatief feedback gekregen. Zo ja, hoe ben jij hiermee om gegaan. Lig dit toe? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Stap 3, Evaluatie/leerpunten Wat zijn je leerpunten. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Vormvereiste: -



Opdracht 3.5 Feedback geven aan een collega Beroepscompetentie: Kennis en inzicht/begeleiden Tijdsduur: 30 minuten Waar: Op stage Extra benodigdheden: Computer. Doel: De leerling kan aan de hand van de observatie feedback geven volgens de richtlijnen Aan de hand van opdracht ? Observeer een collega ga je de geobserveerde collega feedback geven volgens de richtlijnen die zijn behandeld in de les. Als voorbereiding schrijf je op wat je tegen die collega gaat zeggen aan de hand van de observatiepunten. Daarin neem je de volgende punten mee: - Beschrijf concreet gedrag (geef daarbij feiten) - Gebruik ik-boodschappen (zeg wat jij ervan vindt en hoe je daarbij voelt) - Geef feedback op het gedrag en zo kort mogelijk na de gebeurtenis - Feedback moet gaan over gedrag wat iemand KAN veranderen - Geef niet te veel feedback ineens - Geef de ander de ruimte om te reageren Aan de hand van de voorbereiding hoe je de feedback gaat geven ga je in gesprek met de bewuste collega en ga je daadwerkelijk jouw bevindingen volgens de richtlijn zeggen. Aan de hand daarvan schrijf je een korte reflectie verslag van het verloop van het gesprek. Voorbereiding feedback geven: Vormvereiste: - Minimaal 0,5 A4 – Maximaal 1 A4. - Het verslag is in correct Nederlands geschreven. Beoordelingscriteria: - De sandwich methode is toegepast (top-tip-top) - De regels van feedback geven worden gehanteerd. - er wordt in ik-vorm gesproken - het concrete gedrag wordt beschreven (feiten) - de feedback is gericht op het gedrag en niet op de persoon …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Reflectieverslag feedback geven: Vormvereiste: - Minimaal 1 A4 – Maximaal 1,5 A4. - Het verslag is in correct Nederlands geschreven. - Er is een samenvatting van het gesprek weergegeven in minimaal 15 zinnen en maximaal 25 zinnen. Beoordelingscriteria: - De student beschrijft of zij zich aan de sandwichmethode heeft gehouden. - De student beschrijft of zij zich aan de regels van feedback geven heeft gehouden. - De student beschrijft drie concrete punten wat goed gegaan is aan het gesprek. - De student beschrijft drie aandachtspunten die extra aandacht verdienen de volgende keer vanuit de literatuur. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.6 Conflicten op stage Beroepscompetentie: Kennis en inzicht Tijdsduur: 45 minuten Waar: Op stage/thuis Extra benodigdheden: Computer. Doel: De leerling kan aan de hand van het STAR-model een conflictsituatie van stage beschrijven Uitleg van de opdracht De volgende module gaat over problemen en conflicten. Deze portfolio opdracht dient als voorbereiding op les 8, ‘ problemen en conflicten’. In deze les gaan jullie een intervisie bijeenkomst houden. Voor deze bijeenkomst dienen alle leerlingen een casus mee te nemen. Die casus ga je hier voorbereiden. Ga even terug naar je stage. Bedenk een probleem of een conflict die jij hebt gehad op je stage. Dit kan zijn met een klant, met een collega, met je praktijkbegeleider of misschien zelfs de directeur. Schrijf hieronder het conflict uit volgens het STAR-model. Het STAR-model is eerder behandeld in de module ‘sociale vaardigheden’. Hieronder de een tabel:


Vormvereiste: -

Minimaal 0,5 A4 – Maximaal 1 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven. Bij het beschrijven van de casus is de STAR-methode gehanteerd.


Uit het verslag komt naar voren wat het probleem of conflict is, die zich heeft voorgedaan op stage. Er wordt benoemd wat er verwacht werd van de stagiair in de situatie (bv. Het helpen van een klant). Er wordt benoemd hoe de stagiair heeft gehandeld. Er wordt benoemd wat het resultaat hier van was.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Module 4. Problemen en conflicten Lesjaar: 2 Blok: 4 Dit is de vierde en laatste module van het vak Omgangskunde voor het tweede leerjaar. Het onderwerp is ‘problemen en conflicten’. Je kan problemen en conflicten overal tegenkomen. Op school, op je werk, op je stage, noem maar op. Nu is de kunst hoe je het best om kan gaan met die conflicten en hoe je kan reageren. Jullie gaan in deze module een test maken, en kijken naar de verschillende manieren hoe je om kan gaan met conflicten, ook wel genoemd: conflicthantering. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 4.1 Test jezelf Opdracht 4.2 Casus conflicten


Opdracht 4.1 Test jezelf Beroepscompetentie: Kennis en inzicht. Tijdsduur: 60 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: Computer Doel: De leerling kan aan de hand van de zelftest zijn eigen conflicthanteringstijl verantwoorden De opdracht: Ga naar http://www.123test.nl/conflict/ en maak de test. Als de test is voltooid, komt de uitslag naar voren: op welke manier ga jij om met een conflict. Print deze uitslag uit. Schrijf aan de hand van de test een verslag over hoe jij omgaat met conflicten. Vormvereiste: -

Minimaal 1 A4 – Maximaal 2 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven. De uitslag van de test is bijgevoegd.


Uit het verslag komt naar voren welke conflicthanteringstijl uit de test is gekomen. Er is een beschrijving aanwezig van de conflicthanteringstijl die uit de test is gekomen. Er zijn vier punten benoemd wat je vindt van de uitslag. Ben je het er mee eens of niet, en waarom? Geef vier punten. Er is een conflictsituatie beschreven die jij zelf hebt meegemaakt. Beschrijf hierin: wat was het voor een conflict, waar ging het over, hoe heb jij in de conflict gehandeld en hoe heeft de andere partij gehandeld.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 4.2 Casus conflicten Beroepscompetentie: Overtuigen en beïnvloeden Tijdsduur: 120 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: n.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van een casus een oplossing creëren op een conflict volgens de verschillende conflicthanteringstijlen De opdracht: Hieronder is een casus beschreven, waarin een conflict naar voren komt. Geef aan de hand van deze casus antwoord op de volgende vragen. Casus: Jij en je collega werken bij bloemenwinkel ‘flower’. Jouw collega werkt daar nu een half jaar en jij al twee. Op dit moment ben jij degene die er het langst werkt. Elke dag als jullie moeten beginnen komt je collega te laat. De afgesproken tijd is half 9 daar zijn, dan kan de winkel om 9 uur open. Jouw collega komt alleen altijd pas om 9 uur aan. Tijdens de lunch eten jullie om de beurt. Je collega mag altijd eerst, daarna mag jij. Je collega komt alleen altijd te laat weer terug, ze blijft langer weg dan het halfuurtje wat jullie hebben als pauze. Ook maakt ze er in het kleine keukentje een enorme rotzooi van. Je hebt jouw collega wel eens aangesproken op het te laat komen en de rommel die ze achter laat, waarop zij antwoordde dat het heus wel mee valt, komt goed, als jij zelf ook maar wat netter zou zijn. Ondertussen heb jij eigenlijk geen zin meer om samen met haar te werken, omdat je het vervelend vindt hoe zij zich gedraagt. 1. Wat is hier het conflict? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Is het conflict nuttig of niet? En waarom? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3. Hoe zou dit conflict opgelost kunnen worden? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. Volgens welke conflicthanteringstijl kan dit gedaan worden? Leg uit. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 5. Wat zou het gevolg kunnen zijn als dit conflict niet opgelost wordt? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Wellantcollege mbo Rijnsburg (niveau 3/4)

(Ontwikkel) Portfolio Naam: ……………………………………………….. Klas:……………………………….

2014/2015


Inleiding

Je bent onlangs gestart met een middelbare beroepsopleiding. Binnen deze opleiding sta jij als aankomend beroepsbeoefenaar en als burger centraal. Daarbij gaat het er niet alleen om je vakkennis bij te brengen, maar ook om je beroepshouding. Binnen dit portfolio geef je inzicht in jou ontwikkeling op het gebied van sociale vaardigheden en reflectievermogen. Het onderwijs heeft de taak jou voor te bereiden op het volwaardig burgerschap in een ingewikkelde samenleving. Dit betekent dat het onderwijs competentiegericht moet zijn, dat wil zeggen dat je kennis en vaardigheden (competenties) op het gebied van je beroep, het leren en burgerschap moet ontwikkelen. Onze school gaat er van uit dat je competenties het beste kunt ontwikkelen in een combinatie van leren en werken/stage. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:   

In de praktijk leer je de competenties. Kennis ondersteunt de praktijk. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces

Kwalificatiedossier Uiteraard worden aan de opleiding eisen gesteld met betrekking tot het uitvoeren van het beroep. De eisen die aan jou worden gesteld om in een bepaald beroep aan de slag te kunnen, staan vermeld in het kwalificatiedossier. In dit kwalificatiedossier staan de kerntaken vermeld. Kerntaken zijn taken die in een bepaald beroep voorkomen. Om deze kerntaken goed onder de knie te krijgen, moet je werkprocessen uitvoeren en beroepscompetenties ontwikkelen.


Persoonlijke gegevens

A. Gegevens deelnemer Familienaam Voornamen Roepnaam Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer vast Telefoonnummer mobiel E-mail Geboortedatum Sofinummer Bijzonderheden

B. Gegevens ouder(s) / verzorger(s) Achternaam ouder

m/v

Voorletter(s) Adres Postcode Woonplaats Bijzonderheden

C. Opleiding


Naam school Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Coach e-mail

D. Inlogcodes School Inlogcode school Wachtwoord

Site Inlogcode studiemeter Wachtwoord

Site Inlogcode uitgever Wachtwoord

Site Inlogcode Wachtwoord


Leerjaar 1 In het eerste jaar zal je de volgende modules volgen: Ik en de opleiding Zelfbeeld en zingeving Groepsdynamica Sociale vaardigheden De portfolio opdrachten kunnen gemaakt worden aan de hand van de lessen die tijdens de modules worden gegeven. Bij de opdrachten worden aangegeven hoeveel tijd de opdracht ongeveer in beslag zal nemen, welke benodigdheden nodig zijn, wat het doel is en of de opdracht thuis moet worden gemaakt of dat er ruimte wordt gemaakt binnen de les. Per module is er aangegeven wat er van jou verwacht wordt om de module met een voldoende af te sluiten. Tijdens het eerste jaar werk je aan de volgende beroepscompetenties: Aandacht en begrip tonen Aansturen Begeleiden Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en verantwoord handelen Relaties bouwen en netwerken Samenwerken en overleggen Bij onduidelijkheden over het portfolio in het algemeen of inhoudelijk over de opdrachten raden wij aan dit aan te geven tijdens de lessen. Succes!


Module 1. Ik en de opleiding Leerjaar: 1 Blok: 1 In de eerste module ‘Ik en de opleiding’ staat de start van de opleiding centraal. Dit houdt in dat binnen de module handvatten worden geboden om je voor te bereiden op de opleiding. Binnen deze module wordt het portfolio besproken en is er nog veel ruimte voor vragen. De toets bestaat uit een individuele presentatie over jezelf als persoon en als beroepskracht. De theorie behorende bij de opdrachten wordt behandeld tijdens de lessen omgangskunde. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 1.1 Leerdoelen opstellen Opdracht 1.2 Groepsrol Belbin Opdracht 1.3 Leerstijlentest van Kolb Opdracht 1.4 Reflectieverslag Presentatie is voldaan (beoordelingsformulier en hand-out zijn opgenomen in portfolio)


Opdracht 1.1 Leerdoel opstellen Beroepscompetentie: Beslissen en activiteiten initiëren Tijdsduur: 60 minuten Waar: Thuis (aan de hand van les) Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan een leerdoel opstellen volgens de smartmethode In je portfolio geef je jouw ontwikkeling weer. Het is dan ook belangrijk dat je van te voren leerdoelen opstelt, waarin je aan geeft wat je dit jaar wil leren. Dit leerdoel kan weergeven wat je wil leren op school of wat je wil kunnen leren om toe te passen op stage. Tijdens de les heb je geleerd hoe je een leerdoel smart formuleert, dus: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden. Aan de leerdoelen ga je werken tijdens het gehele eerste jaar, daarom formuleer je een leerdoel voor langere periode. Formuleer twee leerdoelen waar je dit studiejaar wil werken (éen voor op school en één voor in de praktijk: Leerdoel 1 Specifiek


Meetbaar


Acceptabel


Realistisch


Tijdsgebonden


Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………




Meetbaar


Acceptabel


Realistisch


Tijdsgebonden


Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Opdracht 1.2 Groepsrol Belbin Beroepscompetentie: Beslissen en activiteiten initiëren Tijdsduur: 45 minuten Waar: School Extra benodigdheden: Internet Doel: De leerling kan aan de hand van de belbintest weergeven wat de sterke en zwakke punten zijn van zijn groepsrol Maak de belbintest op internet van Thesis: http://www.thesis.nl/thesis15/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=1& Itemid=2 Schrijf aan de hand van de uitkomst een verslag van een halve pagina over de sterke en zwakke punten van de groepsrol. Vergelijk deze punten met jezelf en benoem de overeenkomsten en verschillen. Groepsrol: ……………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vormvereisten: - 0,5 A4 - Geschreven in eigen woorden - Geschreven in correct Nederlands Beoordelingscriteria: - De Belbin test is geïmplementeerd - De sterke en zwakke punten van de groepsrol zijn beschreven - De overeenkomsten en verschillen zijn beschreven aan de hand van praktijkvoorbeelden


Opdracht 1.3 Leerstijltest van Kolb Beroepscompetentie: Beslissen en activiteiten initiëren Tijdsduur: 45 minuten Waar: School Extra benodigdheden: Internet Doel: De leerling kan aan de hand van de leerstijltest van Kolb zijn leerstijl beschrijven Maak de Kolbtest op internet van Thesis: http://www.123test.nl/leerstijl/ Schrijf aan de hand van de uitkomst een verslag over jouw leerstijl. Beschrijf hoe je deze informatie kan inzetten tijdens je opleiding. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vormvereisten: - 0,5 A4 - Geschreven in eigen woorden - Geschreven in correct Nederlands Beoordelingscriteria: - De leerstijl is beschreven - Er is beschreven hoe deze informatie kan helpen bij het leren


Opdracht 1.4 Reflectieverslag Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de module reflecteren op eigen ontwikkeling volgens het reflectiemodel uit bijlage 1 Cesuur: Bij meer dan 2 ontbrekende onderdelen (zie opdrachten) heb je een onvoldoende.

Schrijf aan de hand van de module een reflectieverslag. In het reflectieverslag wordt beschreven wat je van de module heb geleerd en hoe je dit zou kunnen toepassen in de praktijk. Maak gebruik van bijlage 1 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Toetsopdracht Tijdsduur: 120 minuten Waar: Thuis


Extra benodigdheden: Powerpoint Doel: De leerling kan aan de hand van een presentatie inzicht geven over zichzelf als persoon en als toekomstige beroepskracht volgens de richtlijnen. Cesuur: bij 3 of meer ontbrekende onderdelen is een onvoldoende Bereidt een presentatie voor aan de hand van onderstaande richtlijnen. De presentatie moet 10 minuten duren waarin alle richtlijnen zijn opgenomen. Het doel van de presentatie is dat je jouw medestudenten en docent inzicht geeft in jou als persoon en als toekomstige beroepskracht. Richtlijnen voor de presentatie:

Kennismaking: Wat is je volledige naam? Wanneer en waar ben je geboren? Waar woon je nu? Wat kun je vertellen over jouw kwaliteiten? Wat kun je vertellen over jouw karakter, wat voor type ben jij?

Maak gebruik van de Belbintest Maak gebruik van de Kolbtest

De opleiding Welke opleidingen heb je gedaan? Waarom heb je voor deze opleiding gekozen? Wat wil je met de opleiding gaan doen? Waar loop je stage? Wat zijn je leerdoelen?

Maak gebruik van je smartdoelen

Afsluiter Sluit creatief af! Laat aan de hand van een filmpje/muziek/tekening/gedicht etc. in het kort zien waar jij voor staat.

In de laatste lessen wordt de presentatie voorgedragen aan je klasgenoten, aanwezigheid is hierbij verplicht voor het afronden van deze module. Aan de hand van de presentatie krijg je een beoordelingsformulier van je docent, voeg deze samen met een hand-out van je presentatie als bewijsstuk in je portfolio.

Module 2. Zelfbeeld en zingeving Leerjaar: 1 Blok: 2


In de module ‘Zelfbeeld en zingeving’ sta jij als persoon centraal. In deze module gaan we ons zelfbeeld onder de loep nemen. Er wordt stil gestaan bij de invloeden van buitenaf en je eigen kwaliteiten. Aan de hand van het kernkwaliteitenkwadrant leer je hoe je op zowel kwaliteiten als valkuilen kan inspelen. De bestaat uit het maken van een collage waarin je een beeld geeft over jezelf en daarin inzicht geeft in aspecten die jou zin geven. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 2.1 Zelfbeeld Opdracht 2.2 Kernkwaliteitenkwadrant Opdracht 1.3 Levenslijn maken Opdracht 1.4 Reflectieverslag Collage is voldaan (beoordelingsformulier en collage is opgenomen in portfolio)


Opdracht 2.1 Zelfbeeld Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis (aan de hand van de les) Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de behandelde theorie in de les eigen zelfbeeld illustreren volgens de vastgestelde richtlijnen Beschrijf in eigen woorden op 1 A4 jouw zelfbeeld en betrek hierbij de invloed van jouw omgeving. Maak gebruik van de theorie uit de lessen. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vormvereisten: - 1 A4 - Geschreven in eigen woorden - Geschreven in correct Nederlands


Opdracht 2.2 Kernkwaliteitenkwadrant Beroepscompetentie: Ethisch en verantwoord handelen Tijdsduur: 20 minuten Waar: School Extra benodigdheden: N.v.t Doel: De leerling kan aan de hand van eigen kwaliteiten zijn valkuilen, uitdagingen en allergieën weergeven volgens het kernkwaliteitenkwadrant van Olm Tijdens de les wordt er stil gestaan bij het gebruiken van het kernkwaliteitenkwadrant. Leg aan de hand van de les uit wat het doel is van het inzetten van het kernkwaliteitenkwadrant. Vul hierna twee modellen in aan de hand van twee kwaliteiten van jezelf. Het doel van het inzetten van een kwaliteitenkwadrant:…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 2.3 Levenslijn maken Beroepscompetentie: Ethisch en verantwoord handelen Tijdsduur: 90 minuten Waar: Thuis (zelfstudie) Extra benodigdheden: internet Doel: De leerling kan aan de hand van het levenspanorama eigen levenslijn weergeven

Een autobiografie is een zelfgeschreven levensverhaal. Een variatie op het schrijven van een autobiografie is het maken van een levenslijn. Een levenslijn is meer dan alleen letters en cijfers. Het is een uitbeelding van een verhaal. Een uitbeelding van jou leven. De opdracht is om een levenslijn te maken. Bekijk de volgende presentatie om te zien hoe je een levenslijn maakt: http://prezi.com/zyev8c5pshss/hoe-maak-je-een-levenslijn/ Wat kan je met een levenslijn? Wanneer je de keuze maakt om je levenslijn bij te houden is dit leuk om na te laten aan je kinderen en kleinkinderen. Zo weten ze hoe jouw leven eruit heeft gezien, ze leren jou echt kennen en ze kunnen eventueel leren van alles wat jij meegemaakt hebt. Zover zijn wij nog niet, dus wat hebben we eraan? Een levenslijn kan je helpen inzicht te krijgen in wie jij bent en waarom je bepaalde dingen doet en voelt. Jouw verleden heeft je namelijk gemaakt tot wie je nu bent. Je kunt er dus veel informatie over jezelf vinden. Met dit inzicht kun je aan de slag gaan en de dingen die je wilt veranderen, veranderen! Daarnaast is het een mooie aanvulling in je portfolio!

Levenspanorama Leeftijd

Soort moment

Symbool

Uitleg


Δ Ο □ Χ … --___

crisis/overgangsfase mijlpalen bijzondere gebeurtenissen kruispunten biologische levenslijn psychologische levenslijn scholing-werklijn

Levenslijn


Opdracht 2.4 Reflectieverslag Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de module reflecteren op eigen ontwikkeling volgens het reflectiemodel uit bijlage 1 Schrijf aan de hand van de module een reflectieverslag. In het reflectieverslag wordt beschreven wat je van de module heb geleerd en hoe je dit zou kunnen toepassen in de praktijk. Maak gebruik van bijlage 1 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Toetsopdracht Tijdsduur: 60 minuten Waar: School Extra benodigdheden: Internet, tijdschriften, stiften, A4, schaar, lijm. Doel: De leerling kan aan de hand van de module een collage maken over het beeld van een medestudent volgens de toetsrichtlijnen

De opdracht is om een mini-collage te maken van een medestudent. Hierbij kan je gebruik maken van je eigen creativiteit , inspiratie uit tijdschriften en/of het internet. Het doel is dat jouw medestudent vanuit de collage kan zien wat voor indruk hij/zij op jou achterlaat. De volgende punten zijn op de collage terug te vinden: - Een quote/spreuk dat volgens jouw bij deze persoon past. - Een vergelijking met een dier. (Als de medestudent een dier zou zijn, welke dier zou dat dan zijn?) - Een ingevulde kernkwaliteitenkwadrant aan de hand van een kwaliteit dat bij dit persoon hoort. - Een moment in de klas dat je altijd zal herinneren (waar desbetreffende persoon bij was). - Minimaal drie positieve eigenschappen van desbetreffende persoon. - Plek over? Je mag natuurlijk nog zelf leuke dingen erbij bedenken.

TIPS * Je hoeft je hersens niet te breken, internet staat vol met quoten/spreuken! * Het is misschien fijn om te weten wat het idee is achter de keuze van een dier, bespreek dit na of noteer dit erbij. *Even geen idee hoe het ook alweer werkte met het kernkwaliteitenkwadrant? Vraag het binnen je groepje! * Misschien een leuke toevoeging voor in je portfolio! Aan de hand van de collage laat je onderstaande box aftekenen door je docent, voeg de de collage die voor jou is gemaakt als bewijsstuk in je portfolio.

Cesuur: bij 2 of meer ontbrekende richtlijnen heb je een onvoldoende Voldaan/niet voldaan Datum: …………………………………….. Handtekening



Module 3. Groepsdynamica Leerjaar: 1 Blok: 3 Dit is de derde module van het vak Omgangskunde uit het eerste jaar. Deze module gaat over Groepsdynamica. Hierbij ontdek je welke rol/positie jij aanneemt in groepen. Dit is belangrijk om te weten, omdat je jezelf dan beter kan bewegen in een groep. In je beroepsleven zal je vaker in groepsverband en in teams moeten werken. Deze module zal je in de toekomst helpen groepsfasen te herkennen en er op een juiste manier mee om te gaan. De hoofdpunten in deze module zijn: Groepsprocessen, Belbin & de roos van Leary. Deze module is afgesloten na het maken van een schriftelijke toets over groepsdynamica. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

-

80% aanwezigheid Opdracht 3.1 Samenvatting Opdracht 3.2 PowerPointpresentatie (groepsopdracht) Opdracht 3.3 Verslag maken Opdracht 3.4 Reflectieverslag Schriftelijke toets Groepsdynamica


Opdracht 3.1 Samenvatting groepsprocessen

Beroepscompetentie: Kennis/inzicht Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuisopdracht Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan de vijf ontwikkelingsstadia van het ‘groepsproces’ onderscheiden van elkaar Uitleg van de opdracht Schrijf aan de hand van de lesstof een samenvatting. Dit mag in je eigen woorden, maar de 5 fasen van het groepsproces moeten hierin wel verwerkt worden. Maximaal 1 A4 Vormvereiste: -

Maximaal 1 A4. De samenvatting is in correct Nederlands geschreven.


Het verslag is in je eigen woorden geschreven De vijf fasen van groepsprocessen zijn verwerkt in de samenvatting

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.2 Presentatie (groep) De presentatie heeft als eis om een PowerPoint te maken waarin je een evenwichtig team samenstelt aan de hand van de uitslagen van de Belbin-test. Je bedenkt hiervoor een fictief samenwerkingsproject bijv. het organiseren van een schoolfeest. Iedereen in het team heeft hierbij een bepaalde rol. Je moet aan de hand van jouw testresultaat kunnen uitleggen wat jouw taak zal zijn in het project. Let op: In een evenwichtig team moeten zoveel mogelijk verschillende ‘rollen’ zijn. In het reflectieverslag dient er een samenvatting geschreven te zijn over de inhoud van de presentatie. Tip: Wat je wilt zeggen in de presentatie kun je (deels) overnemen voor je samenvatting en in je reflectieverslag doen! Vormvereiste: -

Powerpoint presentatie. In correct Nederlands geschreven. De uitslag van de test is bijgevoegd. Er zijn (digitale) foto’s van de teamleden toegevoegd


Iedereen komt aan het woord Je hebt een fictief project bedacht, waarin iedereen (aan de hand van de testresultaten) een taak heeft. Deze taak wordt door elk groepslid duidelijk omschreven. Het team is ‘evenwichtig’ dat wil zeggen; minimaal 6 verschillende rollen. Er is een handout in het portfolio opgenomen.

Maak je presentatie. Zorg ervoor dat er een duidelijke inleiding, kern en afsluiting is.


Opdracht 3.3 Verslag maken (Roos van Leary) Beroepscompetentie: Relaties bouwen & netwerken Tijdsduur: 45 min Waar: School & Thuis Extra benodigdheden: resultaten Roos van Leary test Doel: De leerling kan aan de hand van de Roos van Leary beschrijven hoe hij/zij zich opstelt in sociale relaties Uitleg van de opdracht Maak een verslag over de Roos van Leary. Hierin leg je uit hoe jij je opstelt in sociale relaties. Gebruik hiervoor de testresultaten uit de les. Het verslag schrijf je vanuit drie verschillende invalshoeken. 1. Hoe gedraag jij je op school? 2. Hoe gedraag jij je bij je vrienden? 3. Hoe gedraag jij je op de werkvloer?

Vormvereiste: -

Lengte: Minimaal 1 A4 – Maximaal 2 A4 Er is geschreven in correct Nederlands


Het verslag is geschreven vanuit de drie bovenstaande invalshoeken De testresultaten zijn verwerkt in het verslag

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.4 Reflectieverslag Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Cesuur: Bij 2 of meer ontbrekende richtlijnen heb je een onvoldoende Schrijf aan de hand van de module een reflectieverslag. In het reflectieverslag wordt beschreven wat je van de module heb geleerd en hoe je dit zou kunnen toepassen in de praktijk. Maak gebruik van bijlage 1 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Module 4. Sociale Vaardigheden Leerjaar: 1 Blok: 4 Dit is de laatste module van het vak Omgangskunde uit het eerste jaar. Deze module gaat over Sociale Vaardigheden. Hierbij komt aan bod hoe je met klanten omgaat, maar ook hoe je samenwerkt, aandacht hebt voor de ander en begrip toont. Bij deze module is er 1 afsluitende opdracht, die je maakt in een groepje. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 4.1 Film Opdracht 4.2 Reflectieverslag Opdracht 4.3 Reflecteren op leerdoelen


Opdracht 4.1 Film Beroepscompetentie: Samenwerken en overleggen, aandacht en begrip tonen, begeleiden. Tijdsduur: 50 minuten. Waar: Op school. Extra benodigdheden: Smartphone of camera, computer. Doel: De leerling kan functioneel samenwerken en overleg voeren, rekening houdend met de groepsrollen van Belbin De leerling kan aan de hand van situatiegegevens feedback geven volgens de 4G methode De leerling kan het verkoopproces demonstreren aan de hand van de gegeven richtlijnen De opdracht: Stap 1, de film: Vorm groepjes van 3 personen. Jullie gaan een filmpje met je groepje maken, hoe je op een goede manier met een klant omgaat. Een van jullie is de klant, de ander is de verkoper en de laatste filmt. Verkoper: voor jou is het van belang dat je de klant goed helpt. Wees vriendelijk, bied je hulp aan. Klant: je komt in bijvoorbeeld een bloemenwinkel en bent opzoek naar een mooi bosje bloemen. Vraag wat dingen aan de verkoper, zorg dat de verkoper echt wat te doen heeft (dus niet zelf wat uitzoeken en snel afrekenen). Filmer: jij mag het allemaal filmen. Houd er rekening mee dat het goed verstaanbaar moet zijn, dat het beeld duidelijk is en dat iedereen te zien is. Alle punten uit de voorgaande lessen moeten naar voren komen in de film, dus: -

Er moet zelfvertrouwen te zien zijn. Er moet assertief gereageerd worden. Er moet feedback gegeven worden. Er moet gebruik gemaakt worden van de basis gespreksvoering.

Maar, voordat je kan filmen, ga je natuurlijk eerst bedenken wat er gefilmd gaat worden. Bespreek de volgende punten: -

Wie gaat wat doen? Wie is waar goed in (denk aan je Belbin rol!) In wat voor een winkel gaat de klant iets kopen (bloemenwinkel, ranzijn..etc.) Schrijf de situatie uit. Wie zegt wat? Waar gaan jullie filmen? Met welk middel filmen jullie, heeft er iemand een smartphone?

Eisen aan de film: -

De film duurt minimaal 1 minuut, maximaal 5 minuten. Ieder heeft een eigen rol. De één filmt, de tweede is de klant en de laatste is verkoper.

Stap 2, facebook: Als de film gemaakt is zetten jullie het filmpje op de gedeelde facebook-pagina van de klas. Upload je filmpje. Vervolgens geef je op twee andere filmpjes individueel feedback. Alle drie geven jullie dus twee keer feedback. Doe dit volgens de regels van 4G.


Wanneer je de filmopdracht hebt gedaan én je feedback hebt gegeven op twee andere filmpjes, laat je dit aftekenen door de docent! Stap 3, verslag over de samenwerking: Schrijf na dit gedaan te hebben nog een verslag over de samenwerking. Gedragsindicatoren • • • • •  • • • • • • • • • • • • •

Ik overleg in groep over de taken. Ik kom gemaakte afspraken na. Ik geef relevante informatie aan de groep. Ik stel gerichte vragen aan medestudenten om relevante informatie te verkrijgen. Ik houd rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken en communiceren. Ik houd medestudenten op de hoogte van de stand van zaken van mijn deeltaak. Ik houd medestudenten op de hoogte van mijn manier van werken. Ik luister naar de mening van medestudenten. Ik vraag naar de evaluatie van mijn deeltaak. Ik stimuleer en help medestudenten als de situatie daarom vraagt. Ik geef aan wanneer en waarom ik niet meer optimaal kan functioneren. Ik draag zorg voor anderen als zij niet optimaal kunnen functioneren. Ik reageer flexibel door mijn werkwijze te wijzigen indien nodig. Ik stem mijn werkzaamheden af op die van mijn medestudenten. Ik neem als teamlid mijn verantwoordelijkheid op voor het eindresultaat. Ik neem verantwoordelijkheid voor de hulp die ik bied. Ik stel het gemeenschappelijke resultaat van het team centraal. Ik draag bij aan een positieve werksfeer.

Vormvereiste: -

Minimaal 0,5 A4 – maximaal 1 A4. Er is geschreven in correct Nederlands.

In het verslag worden de volgende punten behandeld: -

3 Punten uit de gedragsindicatoren voor samenwerken. Er is gereflecteerd volgens het STAR-model (les 1). Denk aan je eigen Belbin groepsrol, hoe is deze naar voren gekomen in de samenwerking? Je bent bijvoorbeeld een monitor, bleek dit ook in deze samenwerking of niet? Waarom wel/niet. Leg dit punt uit in minimaal 5 zinnen.

Cesuur: Bij 1 of meer ontbrekende richtlijnen heb je een onvoldoende

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 4.2 Reflectieverslag Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de module reflecteren op eigen ontwikkeling volgens het reflectiemodel uit bijlage 1 Schrijf aan de hand van de module een reflectieverslag. In het reflectieverslag wordt beschreven wat je van de module heb geleerd en hoe je dit zou kunnen toepassen in de praktijk. Maak gebruik van bijlage 1 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 4.3 Reflecteren op leerdoelen Tijdsduur: 30 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de leerdoelen opgesteld bij opdracht 1.1 reflecteren op eigen handelen Aan het begin van het jaar heb je twee leerdoelen opgesteld voor dit jaar. Beschrijf kort hoe aan je leerdoelen hebt gewerkt en en hoe je dit terug ziet in jou handelen. Leerdoel 1: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Leerdoel 2: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Formuleer twee nieuwe leerdoelen voor in de praktijk voor volgend jaar: Leerdoel 1 Specifiek


Meetbaar


Acceptabel


Realistisch


Tijdsgebonden


Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………



Meetbaar


Acceptabel


Realistisch


Tijdsgebonden



Leerdoel:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Leerjaar 2 In het tweede jaar zal je de volgende modules volgen: Gespreksvaardigheden Waarden en normen Met beide benen in de praktijk Problemen en conflicthantering De portfolio opdrachten kunnen gemaakt worden aan de hand van de lessen die tijdens de modules worden gegeven. Bij de opdrachten worden aangegeven hoeveel tijd de opdracht ongeveer in beslag zal nemen, welke benodigdheden nodig zijn en of de opdracht thuis moet worden gemaakt of dat er ruimte wordt gemaakt binnen de les. Per module is er aangegeven wat er van jou verwacht wordt om de module met een voldoende af te sluiten. Tijdens het tweede jaar werk je aan de volgende beroepscompetenties: Analyseren Creëren en innoveren Formuleren en rapporteren Materialen en middelen inzetten Onderzoeken Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Vakdeskundigheid toepassen Bij onduidelijkheden over het portfolio in het algemeen of inhoudelijk over de opdrachten raden wij aan dit aan te geven tijdens de lessen. Succes!


Module 1: Basis gespreksvaardigen Leerjaar: 2 Blok: 1 In de eerste module van leerjaar 2 staat gespreksvaardigheden centraal. Dit houdt in dat binnen de module handvatten worden geboden om je voor te bereiden voor de arbeidsmarkt (stage/werk). Binnen deze module wordt het portfolio besproken en is er nog veel ruimte voor vragen. De toets bestaat uit een rollenspel (sollicitatiegesprek). Jij voert een sollicitatie gesprek als beroepskracht. Tot slot wordt er gekeken hoe jij de basisvaardigheden zou kunnen toepassen in de praktijk. De theorie behorende bij de opdrachten wordt behandeld tijdens de lessen. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 1.1 Sollicitatiegesprek voorbereiden Opdracht 1.2 Sollicitatiebrief en CV Opdracht 1.3 Basisgespreksvaardigheden oefenen Opdracht 1.4 Toets Rollenspel Opdracht 1.5 reflectieverslag


Opdracht 1.1 Sollicitatiegesprek voorbereiden Beroepscompetentie: gespreksvaardigheden, overtuigen en zelfkennis Tijdsduur: 60 minuten Waar: Thuis (aan de hand van les) Extra benodigdheden: internet Doel: De leerling kan aan de hand van situatiegegevens een sollicitatiegesprek voorbereiden volgens de richtlijnen Het is altijd spannend wanneer je gaat solliciteren of het nu voor een stage, bijbaan of fulltime baan is. Een goede voorbereiding is dan ook het halve werk. Het is goed om van te voren na te denken wat je wilt bereiken met de baan en waarom. Het is ook slim om eerst de website van te voren te bekijken en daarnaast enkele vragen op te stellen. Zo zorg je ervoor dat je ontspannen en zelfverzekerd overkomt tijdens het gesprek. Opdracht Bekijk dit filmpje van een sollicitatie op Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=Ma1RzpgrQU8 Welke punten in het sollicitatiegesprek doet de sollicitant goed? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Welke punten zouden beter kunnen en waarom? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Je hebt binnenkort een ‘sollicitatiegesprek’ bij de Gamma. Het is belangrijk dat je goed voorbereid bent voordat je het gesprek aan gaat. Gebruik bij de volgende opdracht de website Gamma.nl Vacature: Hulpkracht Waarom spreekt de vacature jou aan? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zijn de werkzaamheden van de functie “Hulpkracht” …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Wat zouden jouw sterke punten zijn binnen deze functie? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zouden jou zwakke punten zijn binnen deze functie? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Waarom zouden ze jou moeten aannemen (Wat maakt jouw uniek)? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………….... …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Welke vragen verwacht je van te voren te krijgen op een sollicitatiegesprek? Vraag 1: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ..……………………….………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Opdracht 1.2 CV en Sollicitatiebrief schrijven Beroepscompetentie: creatief denken en omgaan met details Tijdsduur: 120 minuten Waar: thuis Doel: De leerling kan aan de hand van situatiegegevens een curriculum vitae en sollicitatiebrief opstellen volgens de richtlijnen

CV uitwerken:

Naam: PERSONALIA     

Burgerlijke staat: Nationaliteit: Geboortedatum: Geboorteplaats: Sofinummer::

…………………………………………………………. ………………………………………………………… ………………………………………………………… ……………………………………………………….. ……………………………………………………….

OPLEIDINGEN Jaartal

Opleiding

diploma

…………………….. …………………….. …………………….. …………………….. ……………………..

………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………

………………….. …………………… ………………….. …………………… …………………..

WERKERVARING __________________________________________________________________________

Stage ervaringen Jaartal

Organisatie

…………………….. …………………….. …………………….. …………………….. ……………………..

…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………..

Jaartal

Cursussen

certificaten

……………………..

……………………………………………………………………………….

…………………..


…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..

………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………

…………………… ………………….. …………………… …………………..

Werkervaring Jaartal

Organisatie/ werkzaamheden

…………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….

…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………..

Talenkennis

goed/matig/vloeiend

…………………………………………... ………………………………………….. ………………………………………….. ………………………………………….. ………………………………………….

…………………………………………………. ………………………………………………… …………………………………………………. ………………………………………………….. ………………………………………………….

Hobby’s …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Rijbewijs …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Sollicitatie Brief Je laat jezelf zien doormiddel van een sollicitatiebrief. Hierin beschrijf je je kwaliteiten en waarom jij juist geschikt bent voor de functie. In de vorige opdracht (cv maken) heb je gelezen dat je cv formeel is. Je sollicitatiebrief is altijd persoonlijker dan je cv. Je hebt meer vrijheid om je karakter te laten spreken. Geachte mevrouw/meneer ………………………., Hierbij solliciteer ik graag naar de functie ……………… (naam functie) bij …………….(naam organisatie invullen). …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Mijn cv en sollicitatiebrief kunt u vinden in de bijlagen. In afwachting van uw reactie en met vriendelijke groet, ………………………………………………………………………….

(Je eigen naam invullen).


Opdracht 1.3 Gespreksvaardigheden Beroepscompetentie: gespreksvaardigheden en zelfkennis Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis (aan de hand van les) Extra benodigdheden: Internet Doel: De leerling kan de basisgespreksvaardigheden onderscheiden volgens de richtlijnen In je portfolio geef je jouw ontwikkeling weer. In een gesprek is het belangrijk dat je soms vragen stelt, een andere keer confronterend zijn en op een volgend moment zeg je helemaal niets, dan luister je slechts. Een gesprek voeren, welk model je ook volgt, vergt al deze vaardigheden. De meeste kun je oefenen. Dus, wie van nature geen makkelijke prater is, kan uitgroeien tot een zelfverzekerde gesprekspartner. Tijdens de les heb je geleerd wat de basis gespreksvaardigheden zijn. Je noteert op papier de basisgespreksvaardigheden wat je hebt onthouden van de les, daarnaast leg je uit wat je doet tijdens een gespreksvaardigheid. Je mag gebruik maken van je internet. Benoem 10 basisgespreksvaardigheden en leg uit wat je doet: Basisgesprekvaardigheid

Leg uit wat je doet

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Bij effectieve gesprekstechnieken gaat het in de basis om drie kernwoorden: Benoem deze en leg uit waarom je dit doet:

1

Gesprekstechniek L…………..

2

S……………

3

D…………..

Uitleg


Opdracht 1.4 Toetsopdracht Rollenspel sollicitatiegesprek Beroepscompetentie: gesprek voeren en overtuigen Tijdsduur: 45 minuten Waar: school Doel: De leerling kan aan de hand van een sollicitatiegesprek reflecteren op eigen handelen volgens de richtlijnen Toelichting Jullie gaan een rollenspel sollicitatie gesprek uitvoeren in de klas en in 3 delen een gesprek uitvoeren. De een vervult de rol van een sollicitant die solliciteert op de functie en bij de organisatie die je in je eigen sollicitatiebrief genoemd heb. Een deelnemer observeert. De laatste deelnemer speelt de rol van manager. Geef hem/haar ter informatie jouw brief en CV . Situatie Jullie gaan met elkaar in gesprek. De sollicitant komt op gesprek voor de vacature: Hulpkracht bij de Gamma. De sollicitatieprocedure is uitgelegd en de vacature wordt besproken. De Manager van de Gamma stelt een aantal vragen waarop jij probeert zo helder en bondig mogelijk probeert te antwoorden. De observatoren (docent en 1 leerling) luisteren of alle beoordelingspunten worden benoemd, daarna wordt de evaluatiepunten in het kort besproken met de sollicitant. Speel dit uit in een scene van max. 10 min. Evaluatiepunten (observator):    

Wat valt er te zeggen over non-verbale communicatie van de sollicitant? Sluiten antwoorden en reacties aan op de gestelde vragen? Zijn de antwoorden helder, bondig, overtuigend / geloofwaardig? Hoe reageert de sollicitant op lastige / onverwachte vragen?


Beoordelingsformulier bij het sollicitatiegesprek Naam:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Functie: . . . . . . . . . . . . . . . Heeft betrekking op eerste:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beoordeeld door:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. Datum:. . . . . . . . . . Eerste indruk

◘ negatief

◘ neutraal

◘ positief

◘ zeer positief

Presentatie/voorkomen

◘ slordig

◘ redelijk

◘ boven het gemiddelde

◘ uitstekend verzorgd

Vriendelijkheid

◘ terughoudend ◘vriendelijk Beleefd

◘ innemend

◘ zeer vriendelijk

Evenwichtigheid

◘ nerveus

◘ gemiddeld

◘ zelfverzekerd ◘ zeer evenwichtig

Manier van uitdrukken

◘ slecht

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer goed

Begripsvermogen

◘ langzaam

◘ redelijk

◘ vlot

◘ zeer vlot

Klantgerichtheid

◘ matig

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer goed

Stressbestendigheid

◘ laag

◘ redelijk

◘ normaal

◘ sterk

Praktische zin/daadkracht

◘ weinig

◘ gemiddeld

◘ goed

◘ zeer goed

Branche- en productkennis

◘ weinig

◘ gemiddeld

◘ goed

◘ zeer goed

Ervaring

◘ gering

◘ redelijk

◘ voldoende

◘ veel

Beschikbaarheid/inzetbaarheid

◘ matig

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer goed

Motivatie voor functie

◘ gering

◘ redelijk

◘ goed

◘ zeer gemotiveerd

Cesuur: Bij 2 of meer ontbrekende criteria heb je een onvoldoende. Sterke punten van de sollicitant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... ...................................................................................... Leerpunten voor de sollicitant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... ...................................................................................... Algemeen beeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... ......................................................................................

Aftekenen door docent: Voldaan/niet voldaan


Evaluatie: Hoe is de houding / reactie van de sollicitant: geschrokken, verdedigend, boos, aanvallend, neutraal, assertief, ontwijkend etc.…?  Is de reactie van de sollicitant inhoudelijk voldoende (niet te weinig of te veel informatie);  Lukt het de sollicitant een positieve draai aan het gesprek te geven? Bijvoorbeeld door oplossingen aan te reiken, mogelijkheden te benoemen. Wanneer je de rollenspel “Sollicitatiegesprek” hebt gedaan én je feedback hebt gegeven op je gesprek, laat je dit aftekenen door de docent! 

Stap 1, voorbereiding: Schrijf na dit gedaan te hebben nog een verslag over hoe jij het gesprek hebt voorbereid. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Stap2, Uitvoering: Hoe heb jij je sollicitatie gesprek uitgevoerd. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Stap 3, Evaluatie/leerpunten Wat zijn je leerpunten. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Vormvereiste: -



Opdracht 1.5 Reflectieverslag Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de module gespreksvaardigheden reflecteren op eigen ontwikkeling volgens het reflectiemodel uit bijlage 1 Schrijf aan de hand van de module een reflectieverslag. In het reflectieverslag wordt beschreven wat je van de module heb geleerd en hoe je dit zou kunnen toepassen in de praktijk. Maak gebruik van bijlage 1 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Module 2. Normen en waarden Leerjaar: 2 Blok: 2 In de tweede module ‘ Waarden en normen’ sta jij als persoon centraal. Dit houdt in dat binnen de module wordt gekeken wat jouw normen en waarden zijn en hoe deze vertaald worden in de praktijk. Je gaat je eigen normen en waarden onderzoeken en verklaren hoe deze tot stand zijn gekomen. De toets bestaat uit een individuele presentatie en een reflectieopdracht. De theorie behorende bij de opdrachten wordt behandeld tijdens de lessen omgangskunde. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 2.1 presenteren waarden en normen Opdracht 2.2 reflectieverslag De opdrachten dienen met een voldoende te zijn beoordeeld


2.1 Presentatie Opdracht: Voorbereiden presentatie Beroepscompetentie: Onderzoeken en analyseren Tijdsduur: 90 min Waar: school en thuis Extra benodigdheden: laptop/computer, internetverbinding. Doel: De leerling kan zijn (cultuurgebonden) normen en waarden benoemen en verklaren hoe deze zich verhouden met elkaar. Voor de klas ga je een presentatie houden over waar jouw waarden en normen vandaan komen. De presentatie moet minimaal 4 en mag maximaal 6 minuten duren. Om de presentatie goed uit te kunnen voeren dienen deze opdrachten vooraf gemaakt te worden. De opdrachten geven ondersteuning bij het maken van je presentatie. Opdracht 1: Tijdens de lessen zijn de begrippen waarden en normen behandeld. Schrijf in je eigen woorden op wat de begrippen waarden en normen betekenen. a)Waarden:………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………........................................................................................... b)Normen: ………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 2: Vanuit verschillende posities kun je ergens voor staan. In de les heb je het waarden en normenspel gespeeld. Vanuit daar heb je gekeken wat jij persoonlijk belangrijk vindt, welke waarden en normen vanuit de opvoeding zijn aangeleerd (familiewaarden) en wat jij belangrijk vindt in groepsverband. a)Wat zijn jouw persoonlijke waarden? En waarom vind jij dat belangrijk?............................................ …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b)Wat zijn jouw familiewaarden? En waar komen deze vandaan? (cultuur/geloof)……………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. c)Wat zijn jouw groepswaarden? ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… De waarden en normen die je hebt uiten zich in hoe je denkt, doet (handelt) en praat (communiceert). Dit gaat vanzelfsprekend waarbij je niet direct stil staat. De situaties waarbij voor ons gevoel alles vanzelfsprekend verloopt sluiten aan bij de normen en waarden die je hebt. Wanneer de situatie door jouw anders wordt ervaren en het vragen bij jouw oproept of waarbij je, je niet prettig voelt, dan is er sprake van dat de situatie afwijkt van jouw waarden en normen. Ieder mens gaat hier anders mee om en het ligt aan de situatie hoe je daarop reageert en mee omgaat. Opdracht 3)Schrijf je 5 belangrijkste waarden op: 1………………………………………………… 3……………………………………… 2………………………………………………… 4………………………………………

5……………………………………….

Opdracht 4)Aan waarden zitten normen verbonden. De normen komen voort uit de waarden en bepalen hoe jij je gedraagt in de maatschappij. Beschrijf bij jouw belangrijkste waarden in de maatschappij hoe jij gedraagt (jouw normen). 1………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 2………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 3………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 4………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 5………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..


Opdracht 5: De presentatie heeft als eis om een PowerPoint, Prezi, collage of poster te maken waarin je onder andere vertelt wat jouw waarden en normen zijn. Bij het reflectieverslag dient er een samenvatting geschreven te zijn over de inhoud van de presentatie. Tip: Wat je wilt zeggen in de presentatie kun je (deels) overnemen voor je samenvatting en in je reflectieverslag doen! Maak je presentatie. Zorg ervoor dat er een duidelijke inleiding, kern en afsluiting is. Voorbereiden presentatie: Inleiding:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Kern:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Afsluiting:…………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..


2.2 Reflectieverslag (toets) Opdracht: Voorbereiden reflectieverslag Beroepscompetentie: Onderzoeken en analyseren Tijdsduur: 90 min Waar: school en thuis Extra benodigdheden: laptop/computer, internetverbinding. Doel: De leerling kan zijn normen en waarden vertalen naar de organisatie waarin hij/zij werkt.

Cesuur: Bij 2 of meer ontbrekende criteria heb je een onvoldoende. (zie de eisen die hieronder zijn uitgelegd). Het reflectieverslag is de toets die gemaakt dient te worden voor de module Waarden en normen. Het reflectieverslag bestaat uit een samenvatting van de presentatie en een reflectie over jouw waarden en normen in de praktijk. Door de opdrachten te maken en deze te bundelen werk je aan onderdeel 2 van het reflectieverslag. In de praktijk heb je te maken regels van het bedrijf en wat het bedrijf wilt uitstralen. Dit wordt ook wel de missie en visie genoemd. Opdracht 1: Tijdens de lessen zijn de begrippen missie en visie behandeld. Beschrijf in je eigen woorden wat de betekenis is van een missie en visie. a)Missie:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………... b)Visie: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Opdracht 2: Beschrijf de missie en visie van jouw stage praktijk in eigen woorden. a)Beschrijf de missie van jouw stage: ……………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b) Beschrijf de visie van jouw stage: ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..


Als stagiaire weet je nu wat de missie en visie is van het bedrijf waar je stage loopt. Vanuit opdracht 2.1 presenteren weet je ook wat jouw waarden en normen zijn en waar je voor staat. Opdracht 3: Beschrijf welke waarden en normen overeenkomen met die van jouw die van de praktijk. …………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 4: Beschrijf welke verschillen er zijn met betrekking tot de waarden en normen van jouw en die van de praktijk. ……………………………………………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Hoe ga je met deze verschillen om? Houd je deze voor je? Praat je er met iemand over? Zo ja, met wie? Zo nee, waarom niet? ……………………………………………………………………………………………………………… .............................................................................................................................................................. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………….…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


Opdracht 5: Je weet nu wat jouw waarden en normen zijn, waar deze vandaan komen welke invloed dat heeft op je gedrag/houding. a)Hoe zet je jouw waarden en normen (waar je voor staat) in, in de praktijk? …………………………………… .............................................................................................................................................................. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. b) Hoe zet je jouw waarden en normen in, in de praktijk, aansluitend bij de missie en visie van het bedrijf? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. .............................................................................................................................................................. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….




Module 3. Met beide benen in de praktijk Lesjaar: 2 Blok: 3 Dit is de derde module van het vak omgangskunde. Het zal je opvallen dat binnen deze module veel herhaald wordt. De theorieën zijn al in eerdere modules behandeld echter wordt er binnen deze module een link gelegd naar de praktijk. Dit zal ook in de portfolio opdrachten te zien zijn doordat de opdrachten veelal in de praktijk moeten worden uitgevoerd. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 3.1 Reflecteren op leerdoelen Opdracht 3.2 Roos van Leary Opdracht 3.3 Observatie Opdracht 3.4 Functioneringsgesprek Opdracht 3.5 Feedback Opdracht 3.6 Conflicthantering Opdracht 3.7 Reflectieverslag


Opdracht 3.1 Reflecteren op leerdoelen Tijdsduur: 20 minuten Waar: School Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de leerdoelen opgesteld bij opdracht 4.3 reflecteren op eigen handelen Aan het einde van het tweede jaar heb je twee leerdoelen opgesteld voor dit jaar. Beschrijf hoe je aan je leerdoelen hebt gewerkt en hoe je hier nog aan gaat werken in de laatste periode. In je beschrijving geef je antwoord op de volgende vragen: - Waarom heb je het leerdoel opgesteld? - Wat heb je tot nu toe gedaan om het leerdoel te behalen? - Wat zou je nog kunnen doen om het leerdoel te behalen? - Waarom is dit leerdoel belangrijk om te behalen?

Leerdoel 1: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Leerdoel 2: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.2 Verslag (Roos van Leary) Beroepscompetentie: Kennis/inzicht Tijdsduur: zelf te bepalen Waar: Stage opdracht Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: Aan de hand van de Roos van Leary beschrijven hoe hij/zij zich opstelt in sociale relaties Uitleg van de opdracht Vraag minimaal twee collega’s om de Roos van Leary test af te nemen. Ga vervolgens in gesprek met deze collega’s. Wat valt jullie op? Zijn jullie totaal verschillende types? Hebben jullie daar in de praktijk iets van gemerkt? Wat zou een verbeterpunt kunnen zijn in de omgang met elkaar? Vormvereiste: -

Maximaal 1 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven.


Het verslag is in je eigen woorden geschreven De resultaten van minimaal twee collega’s zijn in het verslag verwerkt.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.3 Observeer een collega Beroepscompetentie: Kennis en inzicht/begeleiden Tijdsduur: 50 minuten Waar: Op stage Extra benodigdheden: Computer. Doel: De leerling kan aan de hand van de vijf wetten van klantvriendelijkheid een collega observeren en een oordeel geven over de mate van klantvriendelijkheid volgens de richtlijnen Uitleg van de opdracht Observeer een collega op het gebied van klantvriendelijkheid. De collega moet dus een klant aan het helpen zijn. Houd een kladblokje bij de hand en observeer de collega op de vijf wetten van klantvriendelijkheid: 1. Helpen verschilt per klant. (Waar kan ik u mee helpen?) 2. Helpen is niet hetzelfde als doen wat een klant vraagt. (Mag ik eerst nog even weten…?) 3. Helpen is ook hulp bieden als je nee moet zeggen. (Zal ik kijken of ik u op een andere manier kan helpen?) 4. Helpen is ook ongevraagd advies geven en hulp bieden. (Mag ik u een goed advies geven?) 5. Helpen kan altijd weer beter. (Bent u tevreden over de wijze waarop u geholpen bent?) Schrijf per punt op hoe jij vindt dat de collega gehandeld heeft. Heeft de collega dit benoemt of niet, zo ja, hoe heeft de collega dit benoemt en hoe is het helpen van de klant verlopen?

Vormvereiste: -

Minimaal 0,5 A4 – Maximaal 1 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven. De vijf wetten zijn teruggekomen in het verslag


Uit het verslag komt naar voren hoe de collega de klant heeft geholpen. De vijf wetten worden ieder apart benoemt. Er komt duidelijk naar voren hoe het klantgesprek verliep en hoe de stagiair dit vond gaan.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.4 Functioneringsgesprek Beroepscompetentie: overleggen, aandacht en begrip tonen, feedback ontvangen. Tijdsduur: 30 minuten. Waar: Op Stage. Extra benodigdheden: n.v.t. Doel: De leerling kan een functioneringsgesprek voeren volgens de richtlijnen van school. De leerling kan aan de hand van situatiegegevens feedback geven en ontvangen volgens de 4G methode

Inleiding Gedurende de opleiding wil iedere leerling weten of de opleiding en de overige werkzaamheden volgens de leermeester of praktijkbegeleider naar tevredenheid verlopen. Jij gaat een voortgang gesprek voeren met je praktijkbegeleider. Voortgangsgesprek is een tweegesprek tussen de praktijkopleider en de leerling over ontwikkeling van de leerling. Ook bespreekpunten die de leerling zelf aanreikt komen ter sprake. Opdracht Voor deze opdracht ga jij punten bedenken en opschrijven die jij tijdens het gesprek wilt bespreken. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:     

Wat verwacht praktijkopleider van mij? Ben ik duidelijk in mijn rol Bespreek de punten die voor jou nog onduidelijk zijn Vertel wat jij tot nu toe heb geleerd Vertel wat je nog wilt leren (voor jezelf en stage) Vraag een tip en top

Vraag 1 ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2 ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3 ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Na het gesprek bespreekt de praktijkbegeleider jou op de volgende punten:    

Wat valt er te zeggen over non-verbale communicatie van de stagiaire? Sluiten antwoorden en reacties aan op de gestelde vragen? Zijn de antwoorden helder, bondig, overtuigend / geloofwaardig? Hoe reageert de stagiaire op lastige / onverwachte vragen?


Wanneer jij de functioneringsgesprek hebt gedaan met jouw praktijkbegeleider én je feedback hebt gegeven op je gesprek, laat je dit aftekenen door de praktijkbegeleider!

Interactie

Uitspraak

Vloeiendheid

Grammatica

Woordenschat

Naam: ………………………………………………….

Klas: ………...

1-3

4-6

7-9

Zoekt naar woorden door gebrek aan complexere woordenschat

Kent net de juiste woorden om een gesprek of discussie gaande te houden waarin ook meningen gegeven worden

Kan praten over alle dingen die hij wil zeggen en hoeft niet naar woorden te zoeken tijdens een discussie over gevarieerde onderwerpen

1-2

3-4

5-6

Kan geen complexere zinnen maken Maakt te veel grammaticale fouten om een discussie te kunnen voeren

Praat in redelijk complexe zinnen met verbindingswoorden; maakt nog grammaticale fouten, maar kan zich herstellen en begrijpelijk over allerlei onderwerpen discussiëren

Praat in goed lopende, complexere zinnen waarin nauwelijks grammaticale fouten voorkomen en kan volwaardig deelnemen aan discussies. Kan de verbindingswoorden gemakkelijk gebruiken.

1

2

3

Praat nog met te veel aarzelingen, onderbrekingen en herformuleringen

Praat redelijk vlot door met af en toe een aarzeling

Praat vlot door, zonder aarzelingen

1

2

3

Heeft geen duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie

Heeft meestal een duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie

Heeft een duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie

1-3

4-6

7-9

Praat over de meeste onderwerpen moeizaam en kan niet echt meedoen aan een discussie

Praat over de meeste onderwerpen redelijk mee en kan in beperkte mate meedoen aan een discussie

Praat over de meest uiteenlopende onderwerpen spontaan mee en kan volwaardig meedoen aan een gesprek op niveau of discussie

Totaal Cesuur: Bij meer dan 2 ontbrekende criteria (zie beoordelingsformulier) heb je een onvoldoende. Datum:…………………………………………………………………………………………………………… Het gesprek is onvoldoende of voldoende gevoerd:…………………………………….. Beoordeeld door:………………………………………………………………………………………….


Opdracht: reflectie functioneringsgesprek Stap 1, voorbereiding: Schrijf na dit gedaan te hebben nog een verslag over hoe jij het gesprek of vragen hebt voorbereid. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Stap2, Uitvoering: Welke punten zijn aanbod gekomen tijdens jouw functioneringsgesprek …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zijn jouw kwaliteiten en valkuilen tijdens jouw functioneren. Lig dit toe? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Heb jij negatief feedback gekregen. Zo ja, hoe ben jij hiermee om gegaan. Lig dit toe? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Stap 3, Evaluatie/leerpunten Wat zijn je leerpunten. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Vormvereiste: -



Opdracht 3.5 Feedback geven aan een collega Beroepscompetentie: Kennis en inzicht/begeleiden Tijdsduur: 30 minuten Waar: Op stage Extra benodigdheden: Computer. Doel: De leerling kan aan de hand van de observatie feedback geven volgens de richtlijnen Aan de hand van opdracht ? Observeer een collega ga je de geobserveerde collega feedback geven volgens de richtlijnen die zijn behandeld in de les. Als voorbereiding schrijf je op wat je tegen die collega gaat zeggen aan de hand van de observatiepunten. Daarin neem je de volgende punten mee: - Beschrijf concreet gedrag (geef daarbij feiten) - Gebruik ik-boodschappen (zeg wat jij ervan vindt en hoe je daarbij voelt) - Geef feedback op het gedrag en zo kort mogelijk na de gebeurtenis - Feedback moet gaan over gedrag wat iemand KAN veranderen - Geef niet te veel feedback ineens - Geef de ander de ruimte om te reageren Aan de hand van de voorbereiding hoe je de feedback gaat geven ga je in gesprek met de bewuste collega en ga je daadwerkelijk jouw bevindingen volgens de richtlijn zeggen. Aan de hand daarvan schrijf je een korte reflectie verslag van het verloop van het gesprek. Voorbereiding feedback geven: Vormvereiste: - Minimaal 0,5 A4 – Maximaal 1 A4. - Het verslag is in correct Nederlands geschreven. Beoordelingscriteria: - De sandwich methode is toegepast (top-tip-top) - De regels van feedback geven worden gehanteerd. - er wordt in ik-vorm gesproken - het concrete gedrag wordt beschreven (feiten) - de feedback is gericht op het gedrag en niet op de persoon …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Reflectieverslag feedback geven: Vormvereiste: - Minimaal 1 A4 – Maximaal 1,5 A4. - Het verslag is in correct Nederlands geschreven. - Er is een samenvatting van het gesprek weergegeven in minimaal 15 zinnen en maximaal 25 zinnen. Beoordelingscriteria: - De student beschrijft of zij zich aan de sandwichmethode heeft gehouden. - De student beschrijft of zij zich aan de regels van feedback geven heeft gehouden. - De student beschrijft drie concrete punten wat goed gegaan is aan het gesprek. - De student beschrijft drie aandachtspunten die extra aandacht verdienen de volgende keer vanuit de literatuur. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.6 Conflicten op stage Beroepscompetentie: Kennis en inzicht Tijdsduur: 45 minuten Waar: Op stage/thuis Extra benodigdheden: Computer. Doel: De leerling kan Aan de hand van het STAR-model een conflictsituatie van stage beschrijven Uitleg van de opdracht De volgende module gaat over problemen en conflicten. Deze portfolio opdracht dient als voorbereiding op les 8, ‘ problemen en conflicten’. In deze les gaan jullie een intervisie bijeenkomst houden. Voor deze bijeenkomst dienen alle leerlingen een casus mee te nemen. Die casus ga je hier voorbereiden. Ga even terug naar je stage. Bedenk een probleem of een conflict die jij hebt gehad op je stage. Dit kan zijn met een klant, met een collega, met je praktijkbegeleider of misschien zelfs de directeur. Schrijf hieronder het conflict uit volgens het STAR-model. Het STAR-model is eerder behandeld in de module ‘sociale vaardigheden’. Hieronder de een tabel:


Vormvereiste: -

Minimaal 0,5 A4 – Maximaal 1 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven. Bij het beschrijven van de casus is de STAR-methode gehanteerd.


Uit het verslag komt naar voren wat het probleem of conflict is, die zich heeft voorgedaan op stage. Er wordt benoemd wat er verwacht werd van de stagiair in de situatie (bv. Het helpen van een klant). Er wordt benoemd hoe de stagiair heeft gehandeld. Er wordt benoemd wat het resultaat hier van was.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 3.7 Reflectieverslag Tijdsduur: 45 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: N.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van de module reflecteren op eigen ontwikkeling volgens het reflectiemodel uit bijlage 1 Cesuur: Bij meer dan 2 ontbrekende onderdelen (zie opdrachten) heb je een onvoldoende.

Schrijf aan de hand van de module een reflectieverslag. In het reflectieverslag wordt beschreven wat je van de module heb geleerd en hoe je dit zou kunnen toepassen in de praktijk. Maak gebruik van bijlage 1 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Module 4. Problemen en conflicten Lesjaar: 2 Blok: 4 Dit is de vierde en laatste module van het vak Omgangskunde voor het tweede leerjaar. Het onderwerp is ‘problemen en conflicten’. Je kan problemen en conflicten overal tegenkomen. Op school, op je werk, op je stage, noem maar op. Nu is de kunst hoe je het best om kan gaan met die conflicten en hoe je kan reageren. Jullie gaan in deze module een test maken, en kijken naar de verschillende manieren hoe je om kan gaan met conflicten, ook wel genoemd: conflicthantering. Deze module is afgesloten wanneer is voldaan aan de volgende eisen: -

80% aanwezigheid Opdracht 4.1 Test jezelf Opdracht 4.2 Casus conflicten Opdracht 4.3 Reflectieverslag


Opdracht 4.1 Test jezelf Beroepscompetentie: Kennis en inzicht. Tijdsduur: 60 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: Computer Doel: De leerling kan aan de hand van de zelftest zijn eigen conflicthanteringstijl verantwoorden De opdracht: Ga naar http://www.123test.nl/conflict/ en maak de test. Als de test is voltooid, komt de uitslag naar voren: op welke manier ga jij om met een conflict. Print deze uitslag uit. Schrijf aan de hand van de test een verslag over hoe jij omgaat met conflicten. Vormvereiste: -

Minimaal 1 A4 – Maximaal 2 A4. Het verslag is in correct Nederlands geschreven. De uitslag van de test is bijgevoegd.


Uit het verslag komt naar voren welke conflicthanteringstijl uit de test is gekomen. Er is een beschrijving aanwezig van de conflicthanteringstijl die uit de test is gekomen. Er zijn vier punten benoemd wat je vindt van de uitslag. Ben je het er mee eens of niet, en waarom? Geef vier punten. Er is een conflictsituatie beschreven die jij zelf hebt meegemaakt. Beschrijf hierin: wat was het voor een conflict, waar ging het over, hoe heb jij in de conflict gehandeld en hoe heeft de andere partij gehandeld.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht 4.2 Casus conflicten Beroepscompetentie: Overtuigen en beïnvloeden Tijdsduur: 120 minuten Waar: Thuis Extra benodigdheden: n.v.t. Doel: De leerling kan aan de hand van een casus een oplossing creëren op een conflict volgens de verschillende conflicthanteringstijlen De opdracht: Hieronder is een casus beschreven, waarin een conflict naar voren komt. Geef aan de hand van deze casus antwoord op de volgende vragen. Casus: Jij en je collega werken bij bloemenwinkel ‘flower’. Jouw collega werkt daar nu een half jaar en jij al twee. Op dit moment ben jij degene die er het langst werkt. Elke dag als jullie moeten beginnen komt je collega te laat. De afgesproken tijd is half 9 daar zijn, dan kan de winkel om 9 uur open. Jouw collega komt alleen altijd pas om 9 uur aan. Tijdens de lunch eten jullie om de beurt. Je collega mag altijd eerst, daarna mag jij. Je collega komt alleen altijd te laat weer terug, ze blijft langer weg dan het halfuurtje wat jullie hebben als pauze. Ook maakt ze er in het kleine keukentje een enorme rotzooi van. Je hebt jouw collega wel eens aangesproken op het te laat komen en de rommel die ze achter laat, waarop zij antwoordde dat het heus wel mee valt, komt goed, als jij zelf ook maar wat netter zou zijn. Ondertussen heb jij eigenlijk geen zin meer om samen met haar te werken, omdat je het vervelend vindt hoe zij zich gedraagt. 1. Wat is hier het conflict? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Is het conflict nuttig of niet? En waarom? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3. Hoe zou dit conflict opgelost kunnen worden? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. Volgens welke conflicthanteringstijl kan dit gedaan worden? Leg uit. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 5. Wat zou het gevolg kunnen zijn als dit conflict niet opgelost wordt? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………




Bijlage 1 punten ter reflectie Na elke module van Omgangskunde wordt er gevraagd naar een reflectieverslag over de desbetreffende module. Jij schrijft een verslag wat je van de module hebt geleerd, wat vond je interessant en wat vond je minder interessant, en wat neem je bijvoorbeeld mee in je stage/werk. In deze bijlage staan de vormvereiste beschreven en de punten die in ieder geval terug moeten komen. Vormvereiste: -

Lengte: 1 A4 Er is geschreven in correct Nederlands


Beschrijf je algemene opvatting over deze module. Benoem vijf punten die je interessant vond. Leg uit waarom. Benoem vijf punten die je minder interessant vond. Leg uit waarom. Beschrijf wat je hebt geleerd. Benoem drie aspecten die je meeneemt naar de praktijk. Licht toe. Formuleer een Top (wat ging er goed), een Tip (wat kan er beter), en eindig met een Top.

Cesuur: -

Bij meer dan 2 ontbrekende onderdelen (zie opdrachten) heb je een onvoldoende.


Begeleidingsplan Noordzeelant

Recommend Documents