AGL Fase 1, leerjaar 1 en 2
Leertijd;
Materialen: werkboek :
Basisarrangement
Groep:
Vak:
Mens, Natuur & Techniek
2 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. 8 uur praktijkles volgens het lesrooster
hoe zie ik er uit, technische proefjes bouw en functie van het lichaam plant en dier zorg voor het milieu veilig handelen op school seksuele voorlichting. Praktijkvakken
Kerndoelen 1. De leerling leert over zorg en leert te zorgen voor een gezonde voeding, voor de woon- en leefomgeving en voor de persoonlijke verzorging en presentatie (nvt). Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: het bereiden van gezonde voeding; persoonlijke verzorging en presentatie; gebruikmaken van de gezondheidszorg; het schoonmaken van en zorgen voor de woon- en leefomgeving. 2. De leerling leert over aspecten van hygiëne en leert hygiënisch te handelen in de eigen school-, leef- en werkomgeving. (hoe zie ik er uit ) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: persoonlijke hygiëne en verzorging, persoonlijke presentatie; woon-/werkplek hygiëne, schoonmaken en opruimen; leren zorgen voor de eigen woon- en leefomgeving. 3. De leerling leert hoofdzaken van bouw en functie van het menselijk lichaam en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling; en leert zorg te dragen voor de eigen lichamelijke, seksuele en psychische gezondheid. (bouw en functie van het lichaam, seksuele voorlichting) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: functioneren van het menselijk lichaam en de lichamelijke ontwikkeling naar volwassenheid; geestelijke ontwikkeling en het vinden van een balans tussen inspanning, ontspanning en rust; besef van eigen functioneren en gezondheid en gebruikmaken van de gezondheidszorg; basiskennis seksuele ontwikkeling; voorlichting over (voorkoming van) zwangerschap; voorlichting over (voorkoming van) geslachtsziekten; seksuele veiligheid en weerbaarheid, het stellen van eigen grenzen en deze bewaken; respectvol en weerbaar omgaan met verschillen in seksuele geaardheid. 4. De leerling leert te zorgen voor planten en dieren in de eigen leefomgeving, en leert veel voorkomende planten en dieren in de eigen leefomgeving te onderscheiden. (plant en dier, ) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: leren zorgen voor planten en dieren thuis en in de ruimere leefomgeving; herkennen en benoemen van planten en dieren in de eigen leefomgeving; leren over de bouw, de vorm en de functie van organismen, zoals planten en dieren. 5. De leerling leert over aspecten van duurzaamheid en leert met zorg omgaan met het milieu. (zorg voor het milieu) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: toepassen van afvalscheiding; juist gebruik en opslag van reinigingsmiddelen en oplosmiddelen; energiebesparing in huis, vermijden van verspilling; zuinig gebruik van materialen, schoonmaakmiddelen en dergelijke. 6. De leerling leert aan de hand van toepassingen uit het dagelijks leven technische en natuurkundige principes te herkennen. (technische proefjes, praktijk) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: bij de fiets: omzetting van energie; bij de keukenmixer: omzetting van energie; bij de warmwater voorziening/CV in huis: productie en transport van energie(bronnen). 7. De leerling leert technische toepassingen herkennen en gebruiken, mede om de eigen redzaamheid te vergroten. ( technische proefjes) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: gebruik van ondersteunende technische hulpmiddelen; gebruik van huishoudelijke apparatuur; gebruik van gereedschap en apparatuur bij klussen en activiteiten; klein onderhoud aan materialen en middelen plegen. 8. De leerling leert eenvoudig technisch onderhoud in de eigen leef- en woonomgeving uit te voeren. Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: inrichting eigen woonruimte; onderhoud fiets; eenvoudig schilderwerk, stoffeerwerk; afvoer ontstoppen; batterijen vervangen; storingen signaleren en hulp vragen bij storingen. 9. De leerling leert over veiligheidsaspecten en leert zorg te dragen voor veiligheid voor zichzelf en anderen op school, thuis en op de werkplek. (veilig handelen op school) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: zorgen voor een veilige en geordende woon-/werkomgeving; bewustzijn van bronnen van gevaar en veilig daarmee omgaan, zoals vuur, hitte, stoffen, lucht, elektriciteit; voorkomen van ongelukken, nemen van voorzorgsmaatregelen voor zichzelf en voor anderen; handelen bij ongelukken en calamiteiten, hulp inroepen of oplossen bij bijvoorbeeld materiële schade, klein of groot letsel, brand; onveilige situaties en gebeurtenissen herkennen en melden bij verantwoordelijke. Lesmodel: Instructievaardigheden: klassikaal en uitvoerend Oriëntatie: Verwijzen naar de vorige Nederlandse les. Instructie: lesdoel benoemen aan het begin van de Nederlandse les. Begeleide in-oefening: verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement Verwerking tussentijdse feedback geven aan individuele leerlingen Afsluiting: leerlingen leveren individueel het werk in. Streven naar: Januari: Cijfer hoger dan 7 voor de methodegebonden toetsen van het werkboek: hoe zie ik er uit, technische proefjes en bouw en functie van het lichaam. Mei/juni: Cijfer hoger dan 7 voor de methodegebonden toetsen van het werkboek : plant en dier, zorg voor het milieu, veilig handelen op school en seksuele voorlichting.
Drechtster College AGL arrangement Mens, Natuur en Techniek 2013-2014
Groep:
AGL Fase 1, leerjaar 1 en 2
Vak:
Mens, Natuur & Techniek
Extra aanvullend op het basisarrangement: Leertijd: 5 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. Na de klassikale instructie tenminste een verlengde instructie van 10 minuten aanbieden. Extra aandacht voor de leerstofdoelen: Alle leerstofdoelen dienen extra aandacht te krijgen. Materialen: werkboek :
Intensief arrangement
hoe zie ik er uit, technische proefjes en bouw en functie van het lichaam, plant en dier, zorg voor het milieu, veilig handelen op school en seksuele voorlichting.
Onderwijsbehoeften: Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel opschrijven. Voordoen, nadoen. Vergroten van zelfvertrouwen door veel complimenten. sommige opdrachten in subgroep met intensief arrangement gezamenlijk doorlopen. Verlengde instructie aan instructietafel Streven naar: Januari: Cijfer hoger dan 6 voor de methodegebonden toetsen van het werkboek: hoe zie ik er uit, technische proefjes en bouw en functie van het lichaam. Mei/juni: Cijfer hoger dan 6 voor de methodegebonden toetsen van het werkboek : plant en dier, zorg voor het milieu, veilig handelen op school en seksuele voorlichting. Leertijd; 2 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Leerstofdoelen: Op redelijk zelfstandige basis behalen van de basisdoelen voor mens, natuur en techniek Materialen: werkboek :
Verdiepend arrangement
hoe zie ik er uit, technische proefjes en bouw en functie van het lichaam, plant en dier, zorg voor het milieu, veilig handelen op school en seksuele voorlichting.
Onderwijsbehoeften: Weinig tot geen instructie Zelfstandige verwerking Complexere opgaven Streven naar: Januari: Cijfer hoger dan 8 voor de methodegebonden toetsen van het werkboek: hoe zie ik er uit, technische proefjes en bouw en functie van het lichaam. Mei/juni: Cijfer hoger dan 8 voor de methodegebonden toetsen van het werkboek : plant en dier, zorg voor het milieu, veilig handelen op school en seksuele voorlichting.
Drechtster College AGL arrangement Mens, Natuur en Techniek 2013-2014
Basisarrangement
Groep: AGL fase 2 leerjaar 3 en 4
Vak:
Leertijd;
2 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. 8 uur praktijk in leerjaar 3 6 uur praktijk en 6 uur BIS in leerjaar 4
Materialen:
WeVa 3 en 4 Praktijkvakken BIS
Mens, Natuur en Techniek
Kerndoelen 1. De leerling leert over zorg en leert te zorgen voor een gezonde voeding, voor de woon- en leefomgeving en voor de persoonlijke verzorging en presentatie. (praktijklessen, WeVa en BIS) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: het bereiden van gezonde voeding; persoonlijke verzorging en presentatie; gebruikmaken van de gezondheidszorg; het schoonmaken van en zorgen voor de woon- en leefomgeving. 2. De leerling leert over aspecten van hygiëne en leert hygiënisch te handelen in de eigen school-, leef- en werkomgeving (praktijklessen koken, WeVa en BIS). Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: persoonlijke hygiëne en verzorging, persoonlijke presentatie; woon-/werkplek hygiëne, schoonmaken en opruimen; leren zorgen voor de eigen woon- en leefomgeving. 3. De leerling leert hoofdzaken van bouw en functie van het menselijk lichaam en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling; en leert zorg te dragen voor de eigen lichamelijke, seksuele en psychische gezondheid. (praktijklessen koken, WeVa en BIS). Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: functioneren van het menselijk lichaam en de lichamelijke ontwikkeling naar volwassenheid; geestelijke ontwikkeling en het vinden van een balans tussen inspanning, ontspanning en rust; besef van eigen functioneren en gezondheid en gebruikmaken van de gezondheidszorg; basiskennis seksuele ontwikkeling; voorlichting over (voorkoming van) zwangerschap; voorlichting over (voorkoming van) geslachtsziekten; seksuele veiligheid en weerbaarheid, het stellen van eigen grenzen en deze bewaken; respectvol en weerbaar omgaan met verschillen in seksuele geaardheid. 4. De leerling leert te zorgen voor planten en dieren in de eigen leefomgeving, en leert veel voorkomende planten en dieren in de eigen leefomgeving te onderscheiden. ( praktijk tuin, BIS ) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: leren zorgen voor planten en dieren thuis en in de ruimere leefomgeving; herkennen en benoemen van planten en dieren in de eigen leefomgeving; leren over de bouw, de vorm en de functie van organismen, zoals planten en dieren. 5. De leerling leert over aspecten van duurzaamheid en leert met zorg omgaan met het milieu. (Praktijk tuin, koken en BIS) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: toepassen van afvalscheiding; juist gebruik en opslag van reinigingsmiddelen en oplosmiddelen; energiebesparing in huis, vermijden van verspilling; zuinig gebruik van materialen, schoonmaakmiddelen en dergelijke. 6. De leerling leert aan de hand van toepassingen uit het dagelijks leven technische en natuurkundige principes te herkennen. (praktijk fiets en hout, BIS) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: bij de fiets: omzetting van energie; bij de keukenmixer: omzetting van energie; bij de warmwater voorziening/CV in huis: productie en transport van energie(bronnen). 7. De leerling leert technische toepassingen herkennen en gebruiken, mede om de eigen redzaamheid te vergroten. ( praktijk fiets, hout, tuin en koken, BIS) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: gebruik van ondersteunende technische hulpmiddelen; gebruik van huishoudelijke apparatuur; gebruik van gereedschap en apparatuur bij klussen en activiteiten; klein onderhoud aan materialen en middelen plegen. 8. De leerling leert eenvoudig technisch onderhoud in de eigen leef- en woonomgeving uit te voeren. (praktijk fiets, hout, tuin en koken, BIS) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: inrichting eigen woonruimte; onderhoud fiets; eenvoudig schilderwerk, stoffeerwerk; afvoer ontstoppen; batterijen vervangen; storingen signaleren en hulp vragen bij storingen. 9. De leerling leert over veiligheidsaspecten en leert zorg te dragen voor veiligheid voor zichzelf en anderen op school, thuis en op de werkplek. (praktijklessen hout, fiets, koken, tuin & BIS) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: zorgen voor een veilige en geordende woon-/werkomgeving; bewustzijn van bronnen van gevaar en veilig daarmee omgaan, zoals vuur, hitte, stoffen, lucht, elektriciteit; voorkomen van ongelukken, nemen van voorzorgsmaatregelen voor zichzelf en voor anderen; handelen bij ongelukken en calamiteiten, hulp inroepen of oplossen bij bijvoorbeeld materiële schade, klein of groot letsel, brand; onveilige situaties en gebeurtenissen herkennen en melden bij verantwoordelijke. Lesmodel: Instructievaardigheden: Oriëntatie: Instructie: Begeleide in-oefening: Verwerking: Afsluiting:
klassikaal en uitvoerend Verwijzen naar de vorige les. lesdoel benoemen aan het begin van de les verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement tussentijdse feedback geven aan individuele leerlingen leerlingen leveren individueel het werk in.
Streven naar: Januari: Cijfer hoger dan 7 Mei/juni: Cijfer hoger dan 7
Drechtster College AGL arrangement Mens, Natuur en Techniek 2013-2014
Groep: AGL fase 2 leerjaar 3 en 4
Verdiepend arrangement
Vak:
Mens, Natuur en Techniek
Leertijd; 2 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Leerstofdoelen: Op redelijk zelfstandige basis behalen van de basisdoelen voor mens, natuur en techniek Materialen:
WeVa 3 en 4 Praktijkvakken BIS
Onderwijsbehoeften: Weinig tot geen instructie Zelfstandige verwerking Complexere opgaven Streven naar: Januari: Cijfer hoger dan 8
Intensief arrangement
Mei/juni: Cijfer hoger dan 8 Extra aanvullend op het basisarrangement: Leertijd: 5 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. Na de klassikale instructie tenminste een verlengde instructie van 10 minuten aanbieden. Extra aandacht voor de leerstofdoelen: Alle leerstofdoelen dienen extra aandacht te krijgen. Materialen:
WeVa 3 en 4 Praktijkvakken BIS
Onderwijsbehoeften: Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel opschrijven. Voordoen, nadoen. Vergroten van zelfvertrouwen door veel complimenten. sommige opdrachten in subgroep met intensief arrangement gezamenlijk doorlopen. Verlengde instructie aan instructietafel Streven naar: Januari: Cijfer hoger dan 6 Mei/juni: Cijfer hoger dan 6
Drechtster College AGL arrangement Mens, Natuur en Techniek 2013-2014
Groep: AGL fase 3
leerjaar 5 en 6
Vak:
Mens, Natuur en Techniek
Leertijd:
Dit leergebied wordt verweven binnen de stage en WEVA, als mede de VCA en beroepsgerichte theorie lessen (zie lesrooster).
Materialen:
ICT, digibord, methode VCA en WEVA
Kerndoelen 1.
2.
3.
4.
Basisarrangement
5.
6.
7.
8.
9.
De leerling leert over zorg en leert te zorgen voor een gezonde voeding, voor de woon- en leefomgeving en voor de persoonlijke verzorging en presentatie. (WeVa, VCA, beroepstheorie en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: het bereiden van gezonde voeding; persoonlijke verzorging en presentatie; gebruikmaken van de gezondheidszorg; het schoonmaken van en zorgen voor de woon- en leefomgeving. De leerling leert over aspecten van hygiëne en leert hygiënisch te handelen in de eigen school-, leef- en werkomgeving (WeVa, VCA, beroepstheorie en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: persoonlijke hygiëne en verzorging, persoonlijke presentatie; woon-/werkplek hygiëne, schoonmaken en opruimen; leren zorgen voor de eigen woon- en leefomgeving. De leerling leert hoofdzaken van bouw en functie van het menselijk lichaam en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling; en leert zorg te dragen voor de eigen lichamelijke, seksuele en psychische gezondheid. (WeVa, beroepstheorie en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: functioneren van het menselijk lichaam en de lichamelijke ontwikkeling naar volwassenheid; geestelijke ontwikkeling en het vinden van een balans tussen inspanning, ontspanning en rust; besef van eigen functioneren en gezondheid en gebruikmaken van de gezondheidszorg; basiskennis seksuele ontwikkeling; voorlichting over (voorkoming van) zwangerschap; voorlichting over (voorkoming van) geslachtsziekten; seksuele veiligheid en weerbaarheid, het stellen van eigen grenzen en deze bewaken; respectvol en weerbaar omgaan met verschillen in seksuele geaardheid. De leerling leert te zorgen voor planten en dieren in de eigen leefomgeving, en leert veel voorkomende planten en dieren in de eigen leefomgeving te onderscheiden. (Beroepstheorie en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: leren zorgen voor planten en dieren thuis en in de ruimere leefomgeving; herkennen en benoemen van planten en dieren in de eigen leefomgeving; leren over de bouw, de vorm en de functie van organismen, zoals planten en dieren. De leerling leert over aspecten van duurzaamheid en leert met zorg omgaan met het milieu. (Beroepstheorie, VCA en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: toepassen van afvalscheiding; juist gebruik en opslag van reinigingsmiddelen en oplosmiddelen; energiebesparing in huis, vermijden van verspilling; zuinig gebruik van materialen, schoonmaakmiddelen en dergelijke. De leerling leert aan de hand van toepassingen uit het dagelijks leven technische en natuurkundige principes te herkennen. (Beroepstheorie en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: bij de fiets: omzetting van energie; bij de keukenmixer: omzetting van energie; bij de warmwater voorziening/CV in huis: productie en transport van energie(bronnen). De leerling leert technische toepassingen herkennen en gebruiken, mede om de eigen redzaamheid te vergroten. (Beroepstheorie en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: gebruik van ondersteunende technische hulpmiddelen; gebruik van huishoudelijke apparatuur; gebruik van gereedschap en apparatuur bij klussen en activiteiten; klein onderhoud aan materialen en middelen plegen. De leerling leert eenvoudig technisch onderhoud in de eigen leef- en woonomgeving uit te voeren. (Beroepstheorie en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: inrichting eigen woonruimte; onderhoud fiets; eenvoudig schilderwerk, stoffeerwerk; afvoer ontstoppen; batterijen vervangen; storingen signaleren en hulp vragen bij storingen. De leerling leert over veiligheidsaspecten en leert zorg te dragen voor veiligheid voor zichzelf en anderen op school, thuis en op de werkplek. (Beroepstheorie, VCA en ZES) Hierbij kan men denken aan vaardigheden met betrekking tot: zorgen voor een veilige en geordende woon-/werkomgeving; bewustzijn van bronnen van gevaar en veilig daarmee omgaan, zoals vuur, hitte, stoffen, lucht, elektriciteit; voorkomen van ongelukken, nemen van voorzorgsmaatregelen voor zichzelf en voor anderen; handelen bij ongelukken en calamiteiten, hulp inroepen of oplossen bij bijvoorbeeld materiële schade, klein of groot letsel, brand; onveilige situaties en gebeurtenissen herkennen en melden bij verantwoordelijke.
Streven naar:
De kerndoelen verwijzen naar activiteiten die de leerling in de basis en oriëntatiefase binnen de school aangeboden heeft gekregen binnen de praktijklessen en de interne stage. Voor de fase 3 is het streven gericht op het toepassen binnen de ZES, als onderdeel van de Werknemersvaardigheden. Het veilig, hygiënisch en duurzaam omgaan met materialen, machines op de werkplek krijgt expliciet aandacht binnen de lessen VCA.
B-VCA lessen; 1 uur per week Lesmodel: DAIM 45 min: Instructievaardigheden:
klassikaal en uitvoerend met gebruik van Digibord
3 min Oriëntatie: 2 min Instructie: 10 min gezamenlijk lezen: 20 min verwerking: (IA) Begeleid verwerking: 10 min Afsluiting:
herhalen vorige les VCA doel benoemen aan het begin van de les de leerlingen lezen gezamenlijk de tekst van het hoofdstuk de leerlingen maken de opdrachten behorende bij het hoofdstuk verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief arrangement nabespreking en feedback
Streven naar:
2 maal per jaar kunnen leerlingen opgaan voor het examen VCA bij een externe examen instantie. Hiertoe moeten de leerlingen de leerstof volledig hebben verwerkt en bij de proefexamens (3 x) een voldoende hebben behaald.
Drechtster College AGL arrangement Mens, Natuur en Techniek 2013-2014
Groep: AGL fase 3
leerjaar 5 en 6
Vak:
Mens, Natuur en Techniek
Extra aanvullend op het basisarrangement: (stapelen) leertijd: De leerling ontvangt bij het verwerken van de opdrachten opmaken van het portfolio extra ondersteuning.
Intensief arrangement
Leertijd:
10 min van de verwerking is begeleid door de docent aan de instructietafel.
Doel:
de leerling is in staat de verwerking zelfstandig verder op te pakken.
Materialen:
VCA methode, extra VCA visualiseringmateriaal
Onderwijsbehoeften:Vergroten van zelfvertrouwen door het geven van complimenten Voorbeelden en mondelinge verwerking in plaats van schriftelijke verwerking
Verdiepend arrangement
Streven naar: Leertijd:
De leerling behaalt aan het eind van het schooljaar het VCA diploma. Als in basisarrangement
Materialen:
VCA vol materiaal
Leerstofdoelen:
De leerlingen die over het B-VCA diploma beschikken leren voor het VCA-VOL diploma.
Onderwijsbehoeften:Korte instructie Zelfstandig stille verwerking Complexere materialen Streven naar:
De leerling behaalt aan het einde van het schooljaar het VCA-VOL diploma.
Drechtster College AGL arrangement Mens, Natuur en Techniek 2013-2014