Bacheloropleiding Educatie & kennismanagement groene sector De deeltijdopleiding tot tweedegraads docent
• • •
Studie afgestemd op vooropleiding en werkervaring Aansluiting op nieuwste ontwikkelingen Keuze uit verschillende studierichtingen
Bent u op zoek naar een deeltijd hbo-opleiding waarin groene vakkennis, deze kennis leren overbrengen en prettig werken met mensen gecombineerd worden? Dan is de deeltijd bacheloropleiding ‘Educatie en kennismanagement groene sector’ van Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool iets voor u. Deze opleiding draait om kennisoverdracht in de groene sector, zowel toepasbaar in onderwijs- als in bedrijfssituaties. U behaalt de onderwijsbevoegdheid om les te mogen geven in het vmbo (en in het ‘groene’ mbo en hbo).
Meer informatie over deze bevoegdheid kunt u vinden op onze site: www.stoasvilentum.nl/bevoegdheid-ekm
De inhoud en duur van de opleiding wordt aangepast aan uw persoonlijke situatie. De opleiding is opgebouwd uit zogenaamde beroepssituaties. Dit zijn werkelijk in het beroep voorkomende situaties met taken en rollen die u als docent of kennismanager kunt tegenkomen. Bij het vaststellen van uw studietraject kijken we naar vooropleiding en werkervaring. Als blijkt dat u voor bepaalde beroepssituaties al voldoende bent gekwalificeerd, erkennen wij de reeds verworven competenties (vrijstellingen). Samen met een van onze medewerkers kunt u uw opleidingswensen en mogelijkheden bespreken.
Studiekeuzegesprek
Wanneer is een opleiding in deeltijd voor u interessant? De deeltijdopleiding wordt gevolgd door mensen met verschillende achtergronden en verschillende doelstellingen. Gemeenschappelijk hebben ze in ieder geval interesse in het overdragen van kennis, het omgaan met groepen en het werken met mensen. Deeltijdstudenten hebben doorgaans een baan in de groene sector, in het (groene) onderwijs of ambiëren een functie daarin. Stoas Wageningen-studenten zijn vaak op zoek naar mogelijkheden om zichzelf meer te bekwamen in aspecten van communicatie en kennisoverdracht, nauw samenhangend met de groene sector waarin zij werkzaam (willen) zijn.
Hbo-diploma / Onderwijsbevoegdheid
Mocht u besluiten om voortijdig met de opleiding te stoppen, dan is het toch mogelijk gecertificeerd uit te stromen. Afhankelijk van uw vooropleiding en studieresultaten heeft u de mogelijkheid om uit te stromen met het Ad Onderwijs diploma, waarmee u aan het werk kunt als onderwijsondersteuner.
In een persoonlijk studiekeuzegesprek stellen we vast of u toelaatbaar bent voor de opleiding. Tevens bekijken we uw eerder verworven kwalificaties en krijgt u op basis daarvan een indicatie van studieduur. Daarnaast geeft dit gesprek de mogelijkheid tot het stellen van vragen. Een studiekeuzegesprek is vrijblijvend maar voor eventuele aanmelding wel verplicht. Ter voorbereiding op het studiekeuzegesprek verzoeken wij u een uitgebreid curriculum vitae en kopieën van relevante diploma’s en cijferlijsten mee te nemen. Op basis hiervan worden uw vrijstellingen ingeschat. Verderop in deze brochure staan de voorwaarden voor vrijstelling per beroepssituatie vermeld.
Studieduur De lengte van uw studie hangt af van drie elementen: • Uw vooropleiding en werkervaring. Aan de hand hiervan worden uw vrijstellingen voor bepaalde beroepssituaties bepaald. • Uw werksituatie. Als u al werkzaam bent als (groen)docent of instructeur, kunt u een belangrijk deel van de opleiding binnen uw eigen werkplek uitvoeren. • Uw studietempo; het aantal uren dat u per week wilt en kunt besteden aan studie en stage.
Het getuigschrift ‘Educatie & kennismanagement groene sector’ geeft een tweedegraads onderwijsbevoegdheid waarmee een afgestudeerde bevoegd is om les te geven in de vakken binnen de afdeling ‘Landbouw en Natuurlijke Omgeving’, inclusief de ondersteunende vakken, in het beroepsonderwijs (incl. het praktijkonderwijs). ‘Landbouw en Natuurlijke Omgeving’ omvat alle groene vakken zoals die worden aangeboden binnen het groene onderwijs. Daarnaast bent u benoembaar als docent in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs (het mbo en het hbo kent geen bevoegdheden regeling). Of u daartoe ook bekwaam bent, kan bijvoorbeeld bepaald worden op basis van uw opgebouwde portfolio.
2
Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
Toelatingseisen Om te kunnen starten met de deeltijdopleiding heeft u minimaal één van deze vooropleidingen nodig: • Diploma havo of vwo (alle profielen) • Diploma middelbaar agrarisch onderwijs niveau 4 • Een ander mbo-diploma niveau 4 Aanvullende toelatingseis Heeft u een havo-, vwo- of mbo-diploma, dan geldt voor de deeltijdopleiding de aanvullende toelatingseis van minimaal drie jaar werkervaring in de sector op mbo-niveau 4 na het behalen van het diploma. Heeft u een hbo-propedeuse of -diploma in de groene sector, of een diploma van een andere lerarenopleiding, dan is de werkervaring geen aanvullende eis. De toelatingscommissie kan in incidentele gevallen afwijkend (positief) besluiten op grond van uw CV. Ouder dan 21 Wanneer u ouder bent dan 21 jaar en niet in het bezit van een van de bovenstaande diploma’s, dan bent u wellicht toch toelaatbaar op grond van uw vooropleiding (minimaal mboniveau 3 in de sector) en uw werkervaring in de sector (minimaal drie jaar op mbo-niveau 4 na behalen mbo). De toelatingscommissie bepaalt of u alsnog toelaatbaar bent.
Studiebelasting/uitvoering De deeltijdopleiding is gebaseerd op een gemiddelde studiebelasting van twintig uur per week. Ongeveer zes uur hiervan wordt besteed aan contactonderwijs (lessen). De overige uren worden ingevuld met zelfstudie en stage- of werkactiviteiten. Wij adviseren deeltijdstudenten minimaal één (werk)dag per week te reserveren voor deze studie. In het geval u niet werkzaam bent in een educatieve setting, is het raadzaam een extra dag per week te reserveren voor stage. In principe gaat u een vaste dag per week naar school. De dag waarop u onderwijs volgt is afhankelijk van uw vooropleiding.
Structuur en keuzes binnen de opleiding De onderwijsstructuur van Stoas Wageningen is gestoeld op het zogenaamde ervaringsleren en op de daadwerkelijke beroepspraktijk. Hieronder zetten we in het kort uiteen hoe onze opleiding is gestructureerd. Studierichtingen Allereerst kunt u een keuze maken voor een van de studierichtingen. De studierichtingen die Stoas Wageningen binnen deze bacheloropleiding aanbiedt, zijn: • Agrotechniek en Kennismanagement • Bloemsierkunst • Groen Zorg en Onderwijs • Natuur & Communicatie • Paardensector • Recreatie- & Gezelschapsdieren • Tuin & Landschap • Tuinbouw/Akkerbouw • Veehouderij en Kennismanagement • Voeding & Communicatie Beroepsprofielen Daarnaast onderscheidt Stoas binnen deze bacheloropleiding drie beroepsprofielen: • docent vmbo • docent mbo • kennismanager U kunt bij het beroepsprofiel ‘docent vmbo’ ook denken aan werken in het praktijkonderwijs, bij een zorgboerderij of een sociale werkplaats. Bij het beroepsprofiel ‘docent mbo’ kunt u ook denken aan werken als bedrijfsopleider of cursusleider. De kennismanager kan binnen het bedrijfsleven of de overheid werken in functies waarbij kennisoverdracht belangrijk is en/of waar aspecten van leren en groen een rol spelen. Bijvoorbeeld een functie als voorlichter of projectleider.
In het onderwijsprogramma dat Stoas Wageningen aanbiedt, is het mogelijk om vier beroepssituaties per studiejaar te behalen. We hebben het dan over een hoog studietempo met een hoge studielast. Gemiddeld gezien is de volledige afronding van drie beroepssituaties per studiejaar echter meer realistisch. Uiteraard is uw studietempo sterk afhankelijk van de mogelijkheden op uw werkplek, uw studievaardigheden en vooral uw beschikbare tijd. Op onze site vindt u een document dat een indicatie geeft van studie-omvang en reële studieduur op basis van uw vooropleiding en werkervaring. Dit kunt u vinden op: www.stoasvilentum.nl/studieduur-ekm-deeltijd.
3 Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
KERNDEEL GEMEENSCHAPPELIJKE BEROEPSSITUATIES (INCLUSIEF BASISEENHEDEN) BEROEPSSITUATIE KEUZEDEEL PROFIEL DOCENT VMBO
BEROEPSSITUATIE KEUZEDEEL PROFIEL DOCENT MBO
BEROEPSSITUATIE KEUZEDEEL PROFIEL KENNISMANAGER
Beroepssituaties Elk beroepsprofiel is beschreven in een aantal herkenbare beroepssituaties. Deze staan verderop in deze brochure vermeld. Stoas Wageningen onderscheidt beroepssituaties en basiseenheden. Los van uw keuze voor een van de beroepsprofielen bestaat er een gemeenschappelijke kern van beroepssituaties die u altijd dient af te ronden. Dit noemen we het kerndeel van de opleiding. Het kerndeel betaat uit twee basiseenheden en tien kern-beroepssituaties. Een basiseenheid wordt beschouwd als benodigde algemene voorkennis en wordt niet of minder contextgebonden uitgevoerd. Als u uit wilt stromen als tweedegraads bevoegd docent, dient u alle onderdelen die binnen het kerndeel vallen te behalen.
Het verzamelen van bewijslast doet u op twee manieren:
Uw specialisatie kunt u zelf samenstellen door te kiezen uit een aantal specialistische beroepssituaties. Dit noemen we het keuzedeel van de opleiding. Uit het keuzedeel kunt u een aantal beroepssituaties kiezen en daarmee een eigen profiel vorm geven. Welke beroepssituaties u hieruit kiest, is afhankelijk van uw leerdoelen en eigen ontwikkeling. Uiteraard speelt uw (gewenste) werkplek een belangrijke rol in het maken van deze keuze.
Begeleiding
Voor het behalen van de onderwijsbevoegdheid dienen in totaal zestien beroepssituaties (inclusief de eventuele vrijstellingen) te worden afgerond. Voor alle duidelijkheid; welke studierichting en beroepsprofiel u binnen deze bacheloropleiding ook kiest, de bevoegdheden van het diploma zijn altijd dezelfde.
Behalen van beroepssituaties: competentie en assessment De beroepssituaties zijn het centrale uitgangspunt binnen de opleiding. Elke beroepssituatie omvat een aantal competenties. Een competentie is een geïntegreerd geheel van kennis, houding en vaardigheden. Per beroepssituatie dient u te ‘bewijzen’ dat u hierbinnen voldoende kunt functioneren. Na het afronden van een aantal beroepssituaties volgt een afsluitend zogenaamd fase-assessment.
Werkplekleren (WPL) Dit houdt in dat u bewijzen verzamelt uit het daadwerkelijk functioneren in de beroepssituatie op uw werkplek, stageplaats of binnen een gesimuleerde omgeving. Flankerend Onderwijs (FLO) FLO is georganiseerde leertijd gericht op het opdoen van kennis en vaardigheden. Het bestaat uit lessen, aangevuld met verwerkingsopdrachten en huiswerk. FLO kan directe bewijslast opleveren, maar kan ook als opgedane kennis en vaardigheden gebruikt worden om bewijslast in het WPL te verzamelen.
Bij aanvang van het studiejaar krijgt u een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Op basis van de gegevens uit het studiekeuzegesprek maakt u, samen met uw studieloopbaanbegeleider, een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hierin worden de (leer)doelen en de programmaonderdelen die u dient te volgen, vastgelegd.
Start van de opleiding De deeltijdopleiding start elk jaar rond 1 september.
Kosten De hoogte van het collegegeld wordt jaarlijks in het najaar vastgesteld voor het daaropvolgende studiejaar en is dan te vinden op onze website. Daarnaast dient u rekening te houden met de kosten voor aanschaf van boeken, dictaten en studiematerialen. Deze kosten bedragen tussen de € 300,- en € 500,- per studiejaar. Indien u eerder een bachelor- of masteropleiding heeft afgerond op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg, geldt voor u het instellingscollegegeld.
4
Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
Tegemoetkoming leraren De meeste deeltijdstudenten hebben geen recht op studiefinanciering. Het is als deeltijdstudent van Stoas Wageningen echter wel mogelijk een tegemoetkoming in de studiekosten aan te vragen bij de dienst uitvoering onderwijs (DUO). Of u een tegemoetkoming ontvangt, hangt af van uw opleiding, inkomen en nationaliteit.
Deze tegemoetkoming voor leraren is onafhankelijk van het inkomen van uw eventuele partner. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van DUO: www.duo.nl.
Beroepssituaties KERNDEEL
Pag.
BE1CA
Basiseenheid 1 Communicatie en Analyse
6
BE1Vak
Basiseenheid 1 Vak
6
BE2Vak
Basiseenheid 2 Vak
6
BS01
Beroepssituatie 1:
Situaties rond vakinhoudelijke deskundigheidsontwikkeling
7
BS02
Beroepssituatie 2:
Leersituaties met praktische instructie
7
BS03
Beroepssituatie 3:
Leersituaties met een activerende didactiek
7
BS04
Beroepssituatie 4:
Organiseren en begeleiden van leren in leergroepen
8
BS05
Beroepssituatie 5:
Begeleidingssituaties van leerlingen
8
BS06
Beroepssituatie 6:
Onderzoek- en adviessituaties in de groene sector
8
BS07
Beroepssituatie 7:
Situaties rond organiseren en samenwerken
8
BS08
Beroepssituatie 8:
Situaties rond brede professionalisering in de studierichting
9
BS09
Beroepssituatie 9:
Ontwikkelsituaties in het onderwijs / bedrijf
9
BS10
Beroepssituatie 10:
Situaties rond persoonlijk functioneren
9
Beroepssituaties KEUZEDEEL
BS11
Beroepssituatie 11:
Beoordelingssituaties
9
BS12
Beroepssituatie 12:
Leersituaties met leer- en gedragsproblemen
10
BS13
Beroepssituatie 13:
Opleidingssituaties in bedrijven en organisaties
10
BS14
Beroepssituatie 14:
Marketing- en communicatiesituaties in de groene sector
10
BS15
Beroepssituatie 15:
Bestuurlijke- en beleidssituaties in de groene sector
10
BS16
Beroepssituatie 16:
Kwaliteit en logistieke situaties in de groene sector
10
BS17
Beroepssituatie 17:
Managementsituaties in de groene sector
11
BS18
Beroepssituatie 18:
Beroepsbegeleidende situaties in de groene sector
11
BS19
Beroepssituatie 19:
Ontwerp- en vormgevingssituaties
11
BS20
Beroepssituatie 20:
Beroepsoriënterende situaties
11
BS21
Beroepssituatie 21:
Blanco cheque
11
Pag.
5 Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
Beroepssituaties
Basiseenheid 1 VAK
De beroepssituaties staan in het schema op de vorige pagina en worden hierna elk kort beschreven. Naar aanleiding van het studiekeuzegesprek meten we uw behaalde kwalificaties die samen met uw werkervaring kunnen leiden tot een rechtstreekse vrijstelling voor een beroepssituatie. U ontvangt een formeel studiecontract tijdens het eerste jaar van inschrijving, met daarin uw vrijstellingen vermeld.
Een professional in een educatief beroep moet z’n mannetje staan binnen het vakgebied waarin hij opereert. Het kunnen uitvoeren van praktische handelingen uit het vakgebied en het beheersen van de bijbehorende theoretische basiskennis is een must. Daarbij hoort ook een gedegen kennis van de levende en dode materialen die in het betreffende vakgebied gebruikt worden. Uitgangspunt van deze basiseenheid is het kunnen functioneren in het vakgebied op niveau 4. Als basis voor de inhoud wordt mede gebruik gemaakt van de competentiestandaarden beschreven in het CKS van het mbo.
De basiseenheden Er bestaan twee basiseenheden. Basiseenheid 1 is opgesplitst in twee delen. Afhankelijk van uw vooropleiding volgt u of Basiseenheid 1 Communicatie en Analyse of Basiseenheid 1 Vak. Ook een combinatie is mogelijk. Basiseenheid 2 Vak maakt altijd onderdeel uit van uw studieplan.
• •
Basiseenheid 1 Communicatie en Analyse Communiceren en analyseren zijn belangrijke basisvaardigheden voor mensen die werken in het onderwijs en andere (midden) kaderfuncties. In deze basiseenheid wordt door aanbod van kennis, inzichten en een actieve training van vaardigheden, een brede basis gelegd voor het toekomstig functioneren van de student binnen de opleiding en later het beroep. Het gaat hier om de vakgebieden: Nederlands, Engels, wiskunde, scheikunde, natuurkunde, biologie en basis onderzoeks- en rapportagevaardigheden. In de basiseenheid Communicatie en Analyse heeft de student de gelegenheid deficiënties in deze kennis en vaardigheden weg te werken. De uitvoering van deze basiseenheid is niet gerelateerd aan werk- of stageplek en wordt afgerond met schriftelijke toetsen en/of opdrachten.
• • • •
Vrijstelling: Havo/vwo-diploma (met wiskunde, biologie, natuurkunde, scheikunde, Nederlands en Engels) Of Hbo-diploma Of Propedeuse-verklaring Of Mbo-diploma met doorstroomvakken wiskunde, biologie, natuurkunde, scheikunde, Nederlands en Engels
Vrijstelling: Mbo-diploma niveau 4 met aansluitende studierichting Of Mbo-diploma niveau 3 met aansluitende studierichting En Minimaal 3 jaar werkervaring op Mbo-niveau in de sector
Basiseenheid 2 VAK Een professional in een educatief beroep moet z’n mannetje staan binnen het vakgebied waarin hij opereert. Werkvoorbereiding, werkplanning, calculatie en inzet van de juiste materialen zijn belangrijke aspecten van het werk van de professional. Operationeel bedrijfsmanagement staat dan ook centraal. Ondernemersvaardigheden worden in ieder bedrijf ingezet om de doelstellingen van het bedrijf te realiseren. Een goed geschreven ondernemingsplan verwoordt hoe mensen en middelen op operationeel niveau moeten worden ingezet om de bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Naast het operationeel bedrijfsmanagement vormt ook het contact met klanten, toeleveranciers en personeel een onderdeel van deze basiseenheid. • •
Vrijstelling: Mbo-diploma niveau 4 met aansluitende studierichting en managen in het pakket Of Mbo-diploma niveau 3 met aansluitende studierichting En Minimaal 3 jaar werkervaring op mbo-niveau in de sector
Ook toekenning van vrijstellingen op onderdelen is mogelijk
6
Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
De kerndelen
•
Beroepssituatie 1 Situaties rond vakinhoudelijke deskundigheidsontwikkeling Binnen deze beroepssituatie staat het verwerven van nieuwe (vak)informatie en het overdragen van deze informatie aan anderen centraal. Werken in een educatief beroep met (groene) kennisoverdracht vereist een gedegen vakkennis, vakvaardigheid en vakervaring maar vooral ook een continu verbreding en verdieping daarvan, waardoor het mogelijk wordt om anderen op operationeel niveau aan te sturen. • •
Vrijstelling: Hao-diploma Of Mbo-diploma niveau 3 of 4 met aansluitende studierichting En Minimaal 3 jaar brede werkervaring op Mbo-(KF)-niveau in de sector
Beroepssituatie 2 Leersituaties met praktische instructie Een praktische leersituatie is een situatie waarin een motorische handeling uit het groene vak wordt aangeleerd op een gestructureerde, docentgestuurde manier. Om een praktische leersituatie te kunnen voorbereiden en uitvoeren dient een docent kennis te hebben van de leeromgeving, de groene beroepspraktijk, vakkennis en de te gebruiken didactische modellen. Daarnaast moet hij in staat zijn een praktische leersituatie te organiseren waarin de leerling zijn vakkennis en vakvaardigheid vergroot. De docent biedt ruimte aan de verschillen tussen leerlingen. De docent creëert een pedagogisch klimaat waarbij in een veilige en ordelijke omgeving geleerd wordt. Ook het opbouwen en onderhouden van contacten met leer- en werkbedrijven buiten de school behoren tot deze beroepssituatie.
• • • •
Vrijstelling: Nederlandse onderwijsbevoegdheid Of Pedagogisch Didactische Aantekening Of Mbo instructeursopleiding Of Instructeur Allround 3 KNHS Of Mbo niveau 4 instructeur paardensport
Beroepssituatie 3 Leersituaties met een activerende didactiek Bij een leersituatie met een activerende didactiek kan de docent een volledig didactisch concept voorbereiden, vanuit gedeelde sturing, waar de activiteit van de leerling voorop staat. Bij de voorbereiding van de les gebruikt de docent creatieve oplossingen om de leerling een uitdagende lesinhoud en leeromgeving te bieden. De docent houdt rekening met de mogelijkheden van de school, de les past binnen de visie van de school en de docent overlegt met anderen (directe collegae, leidinggevende en andere betrokkenen) over de te geven les. De docent geeft bij het begin van de les aan wat het doel van de les is, geeft de geldende regels aan voor de les, de activiteit van de leerling, de manier waarop de leerling sturing krijgt en hoe de leerling beoordeeld wordt op het einde van de les. Ook wordt er teruggekeken naar het leerproces waarin de leerling gezeten heeft. De docent heeft een totaal beeld van de les en van het verloop hiervan, weet op de juiste momenten de les te sturen, in te grijpen daar waar gewenst is en leerlingen bewust te laten zijn van hun eigen leerproces. De les kan op verschillende manieren worden vormgegeven: individuele opdrachten, groepsopdrachten en praktijklessen. Hierbij wordt de meest ideale omgeving gezocht: het lokaal, een praktijkruimte, een locatie buiten de school etc. Daarnaast houdt de docent zich bezig met het evalueren van de resultaten, zowel van het product (de leerdoelen) als van het (leer) proces. • •
Vrijstelling: Nederlandse onderwijsbevoegdheid Of Recent behaalde Pedagogisch Didactische Aantekening met werkervaring als docent
7 Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
Beroepssituatie 4 Organiseren en begeleiden van leren in leergroepen
Beroepssituatie 6 Onderzoek- en adviessituaties in de groene sector
De inzichten in leerprocessen en de rollen en taken van een docent veranderen. Van traditionele ‘kennisoverdrager’ verschuift de rol van docent naar begeleider en coach. Naast het geven van een ‘traditionele klassikale les’ bevindt de docent zich nu deels of soms zelfs compleet in werksituaties waarin hij te maken heeft met zelfstandig leren, werkplekleren, projectgestuurd onderwijs en natuurlijk leren. Dit vereist specifieke kennis en eigenschappen. Om leerlingen zelfstandig te laten leren dient een docent een leeromgeving te kunnen organiseren waarin dat kan plaatsvinden. Leerlingen dienen in die omgeving zelfstandig, op hun eigen niveau en werkwijze te kunnen werken en dienen daarbij het beoogde einddoel duidelijk voor ogen te hebben. De begeleidende docent zoekt de balans tussen loslaten en sturen, begeleidt leerlingen in hun leerproces en lost samen met de leerlingen eventuele (groeps)problemen op. Dit alles vergt van de docent een flexibele, open houding waarbij vooraf vastgestelde uitkomsten van het leerproces niet altijd aan de orde zijn. De nieuwe docent moet op vormen van nieuw leren kritisch kunnen reflecteren en daar verantwoorde keuzes in kunnen maken.
Onderzoeken en adviseren zijn belangrijke vaardigheden voor mensen die werken in een ‘groen’ educatief beroep. Onderzoeksvaardigheden kunnen bij uiteenlopende situaties worden ingezet om te komen tot een objectief en afgewogen oordeel en advies. Daarom richten we ons binnen deze beroepssituatie op onderzoek en advies in complexe vakrelevante situaties binnen de groene sector. De natuurwetenschappelijke basis van het vakgebied staat daarbij centraal. De professional in een educatief (groen) beroep is uiteraard in staat relevante (natuurwetenschappelijke) vakliteratuur daarbij te gebruiken en zijn onderzoeksresultaten te verwerken in een adviesrapport.
•
Vrijstelling: Nederlandse onderwijsbevoegdheid
Beroepssituatie 5 Begeleidingssituaties van leerlingen Het begeleiden van leerlingen vindt plaats binnen twee hoofdgebieden: sociaal-emotionele begeleiding en keuzebegeleiding. Om sociaal-emotionele begeleiding te kunnen geven dient een docent onder andere kennis te hebben van de ontwikkeling die een adolescent doormaakt, gespreksvaardig te zijn en een vertrouwensband te kunnen opbouwen. Tegelijk moet hij duidelijke grenzen kunnen stellen en een professionele afstand kunnen bewaren. Daarnaast dient de docent model te staan daar waar het gaat over een open en respectvolle houding ten opzichte van culturele verschillen.
•
Vrijstelling: Nederlandse onderwijsbevoegdheid
•
Vrijstelling: Hao-diploma
Beroepssituatie 7 Situaties rond organiseren en samenwerken Werken in een educatieve setting betekent werken binnen een steeds veranderende omgeving. Dit continu ‘spel der veranderingen’ stelt hoge eisen aan de organisatietalenten en de wil tot samenwerken van de medewerkers. Het kunnen organiseren van werksituaties voor zichzelf en/of een team (al dan niet projectmatig) vereist betrokkenheid, motivatie, communicatieve vaardigheden en vaak een dosis creativiteit. Samenwerken betekent teamwerk: collega’s die elkaars rol accepteren, gebruik maken van elkaars expertise, zich houden aan afspraken (arbeidsethiek) en elkaar ondersteunen en stimuleren zodat er een gemeenschappelijk gedragen product of dienst wordt opgeleverd op het met elkaar afgesproken moment.
• •
Vrijstelling: Hbo-diploma Of Mbo-diploma niveau 3 of 4 met aansluitende studierichting En Minimaal 3 jaar brede werkervaring op mbo-(KF)-niveau in de sector
8
Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
Beroepssituatie 8 Situaties rond brede professionalisering in de studierichting
Beroepssituatie 10 Situaties rond persoonlijk functioneren
Een professional in de groene vakrichting moet in staat zijn om zijn verworven kennis en ervaring te delen en uit te wisselen met gelijkwaardige gesprekspartners binnen de sector. De leergierige professional is voortdurend op zoek naar nieuwe inzichten, trends en ontwikkelingen, maakt deze zich snel eigen, weet ze op hun waarde te schatten en weet ze waar nodig toe te passen.
• •
Vrijstelling: Hao-diploma Of Aanvullende, ruime vakopleidingen na mbo-diploma niveau 4 En Aantoonbaar recent functioneren op hbo-niveau (minimaal 2 jaar) in de studierichting
Beroepssituatie 9 Ontwikkelsituaties in het onderwijs / bedrijf Ontwikkelen is onlosmakelijk verbonden met het werken in een educatieve setting. Het ontwikkelen kan daarbij vele vormen aannemen: ontwikkelen van leermateriaal, ontwikkelen van de invoering van een onderwijsvernieuwing maar ook het ontwikkelen van een vernieuwing binnen een bedrijf of bedrijfstak kan aan de orde zijn. Welk type ontwikkelsituatie je ook bekijkt, deze zullen vaak worden ondersteund door een leertraject waarbij betrokkenen worden geschoold. Daarbij is sprake van minimaal twee doelgroepen: de lerenden en hun begeleiders. Deelnemen aan of projectleider zijn van een ontwikkelproject vergt het vermogen om planmatig te werken. Om daarbij relevant en actueel te zijn dient de ontwikkelaar kennis te hebben van en te kunnen inspelen op zaken die op dat moment in het beroepsveld spelen. Creativiteit komt om de hoek kijken op het moment dat er ontwerpen worden gemaakt en naar oplossingen moet worden gezocht. Wanneer het product eenmaal klaar is volgt wellicht wel het moeilijkste deel van het ontwikkeltraject: het implementeren van het product of de verandering. Uiteraard vergt het werken als ontwikkelaar een uitstekende schrijf- en uitdrukkingsvaardigheid.
•
Vrijstelling: Gerelateerde ruime werkervaring op hbo-niveau aangevuld met opleidingen en/of cursussen
Werken als professioneel docent of kennismanager vereist inzet en initiatief. De professional moet zicht hebben op zowel het micro-, meso- als macroniveau van zijn werkomgeving. Gebaseerd daarop moet hij zich continu blijven ontwikkelen op vak- en persoonlijk gebied en dient hij zonodig zijn functioneren daarop aan te passen. Hij moet verantwoord kunnen omgaan met beroepsdilemma’s, rekening houdend met morele waarden en gebaseerd op een breed mensbeeld. Communicatie met alle lagen van de werkorganisatie is standaard onderdeel van de professie, leiding geven en delegeren van werkzaamheden kunnen daar ook bij horen. Een brede inzetbaarheid, veranderingsbereidheid en het kunnen omgaan met eigen werkdruk zijn onontbeerlijk in de professionele uitoefening van het vak docent of kennismanager.
•
Vrijstelling: Niet van toepassing
De keuzedelen Iedere student kiest vier beroepssituaties uit het keuzedeel. Voor deze beroepssituaties staan in deze brochure geen vrijstellingvoorwaarden vermeld. Eventuele vrijstellingen worden op basis van uw dossier in het eerste jaar van inschrijving vastgesteld.
Beroepssituatie 11 Beoordelingssituaties Leren en beoordelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De manier van beoordelen heeft invloed op het leergedrag van de kandidaat. Daarom is het van belang veel aandacht te besteden aan de inrichting van beoordelingssituaties en de manier van beoordelen. Beoordelen kan worden ingezet om te bepalen wat er nog geleerd moet worden en/of kan worden ingezet om de kandidaat te kwalificeren. Uitgangspunt is de gekozen visie op onderwijs. Om aan te kunnen sluiten op de gekozen visie is het noodzakelijk competenties te verwerven die je in staat stellen de juiste keuzes te maken ten aanzien van beoordelingsmethoden. Binnen het vmbo en het mbo neemt het authentiek beoordelen steeds meer een belangrijke plaats in. De beoordelaar kan een assessment/authentieke beoordeling ontwikkelen, afnemen en evalueren met relevante beoordelingsmethoden. Vervolgens moet de beoordelaar op basis van het eindresultaat en het proces een gefundeerd oordeel kunnen geven over de competenties van de kandidaat. Na het beoordelen worden zowel kandidaten als opdrachtgevers op de juiste wijze van feedback voorzien, zodat de kwaliteit van het leerproces van kandidaat en organisatie kunnen verbeteren.
Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
9
Beroepssituatie 12 Leersituaties met leer- en gedragsproblemen
Beroepssituatie 14 Marketing- en communicatiesituaties in de groene sector
Werken als docent in het leerwegondersteunend- of praktijkonderwijs betekent werken met leerlingen die leer- en/of gedragsproblemen kunnen vertonen. Aanvullend aan de ‘normale’ docentvaardigheden stelt deze doelgroep specifieke eisen aan de begeleidend docent. Het bewust didactisch en pedagogisch handelen om deze leerlingen ruimte en structuur te bieden staat in deze beroepssituatie centraal. Daarbij is ook het vermogen om te kunnen omgaan met emotionele- en conflictsituaties èn het vermogen om daarbij je eigen gedrag te relativeren van belang. De docent raadpleegt of adviseert zijn collega’s daarbij en stelt zonodig een handelingsplan op.
Zowel commerciële bedrijven als opleidingsinstituten werken tegenwoordig sterk klantgericht. Met deze beroepssituatie richten we ons op het werken in functies met een sterk communicatief karakter; voorlichting, public relations of marketing binnen de groene sector. Het (her)kennen van de publieksgroep en het daarvoor specifiek ontwikkelen van teksten of informatie is daarbij essentieel. Daarnaast moet een professionele voorlichter, inkoper of verkoper ook een communicatieplan en marketingplan kunnen samenstellen. Het kunnen opbouwen en onderhouden van relaties en een netwerk zijn hierbij onmisbare eigenschappen.
Beroepssituatie 13 Opleidingssituaties in bedrijven en organisaties De term ‘een leven lang leren’ is inmiddels gemeengoed geworden in onze maatschappij. Mensen worden binnen of buiten hun werkomgeving continu bij- of omgeschoold. Het verzorgen, ontwikkelen en vermarkten van deze opleidingen of cursussen gebeurt vaak door commerciële opleidingsorganisaties, maar ook door interne afdelingen (HRD-afdeling of als onderdeel van Personeelszaken) in middelgrote en grote organisaties. Werken als ‘bedrijfsopleider’ betekent vooral rekening houden met de opleidingsvraag van bedrijf of individu. Tevens kan het vergroten van het leervermogen van de organisatie onderdeel zijn van de taak, met als doel het snel integreren van nieuwe kennis. Daarnaast is het steeds weer ontwikkelen, actualiseren en optimaliseren van cursussen noodzakelijk om klanten zowel commercieel als inhoudelijk een aantrekkelijk aanbod te kunnen doen.
Beroepssituatie 15 Bestuurlijke- en beleidssituaties in de groene sector In deze beroepssituatie staat het vertalen van beleid in praktisch uitvoerbare plannen centraal. De professional die werkt in een rol als beleidsmedewerker of consultant binnen de groene sector is betrokken bij het ontwikkelen van beleidsadviezen. Daarbij dient hij rekening te houden met onder andere geldende regelgeving maar met name ook met de uitvoerbaarheid. Beleid dient daarbij ‘vertaald’ te worden naar concrete activiteiten in uitvoeringsplannen. Daarnaast is hij in staat te communiceren over de beleidsvoornemens met betrokken doelgroepen en kan hij veranderingsprocessen begeleiden zodat vooraf gestelde doelen kunnen worden bereikt.
Beroepssituatie 16 Kwaliteit en logistieke situaties in de groene sector De groene sector werkt overwegend met verse en levende producten. Kwaliteitsbeheersing en ook logistieke zaken zoals doorlooptijd, opslag en transport zijn daarbij van groot belang. Werken binnen dat deel van de sector vereist een uitstekende kennis van logistieke processen en kwaliteitsbeheer. Het opstellen van plannen daarvoor moet immers leiden tot het behalen van de commerciële doelstellingen van een bedrijf. Veranderingen in logistiek of kwaliteit vinden zelden alleen op één plek plaats. Daarom maakt ook het inzicht in ketenbeheersing en het aansturen van veranderingsprocessen binnen die keten onderdeel uit van deze beroepssituatie.
10
Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
Beroepssituatie 17 Managementsituaties in de groene sector
Esthetisch ontwerpen richt zich op het ontwerpen van grote versieringen, aankleding van gebouwen, het inrichten van landschappen en het ontwerpen van tuinen. Methodisch ontwerpen richt zich op het functioneel ontwerpen van ruimten en objecten.
De taken van een (assistent)manager in de groene sector bestaan voor een deel uit leidinggeven en voor een deel uit inhoudelijk (technisch) management. Binnen deze beroepssituatie richten wij ons op het laatste. De professionele (assistent)manager is in staat een bedrijf te analyseren, om vervolgens keuzes te kunnen maken rekening houdend met technische ontwikkelingen en economische, maatschappelijke en ecologische aspecten van de onderneming. De balans vinden tussen bedrijfsaspecten enerzijds en maatschappelijke ontwikkelingen anderzijds, kortom duurzaam ondernemen, staat daarbij centraal.
Beroepssituatie 18 Beroepsbegeleidende situaties in de groene sector Als werkbegeleider werkend in de groene zorgsector (bijvoorbeeld zorgboerderij of sociale werkplaats) werk je met mensen met fysieke, verstandelijke en/of psychische beperkingen. Rekening houden met beperkingen en tegelijk mogelijkheden zien voor passende (werk)activiteiten is de kern van deze beroepssituatie. Werken als leidinggevende in het spanningsveld tussen verlenen van zorg enerzijds en de bedrijfsbelangen anderzijds hoort daar ook bij. De professionele werkbegeleider zet daarvoor methodisch handelen in en is gericht op de ontwikkeling en het welbevinden van zijn medewerkers of cliënten.
Beroepssituatie 19 Ontwerp- en vormgevingssituaties Binnen de groene sector kan het ontwerpen en vormgeven van leefomgeving, werkomgeving of leeromgeving onderdeel van het werk zijn. In deze beroepssituatie staat het creatief of methodisch vormgeven van ruimten en objecten centraal. Te denken valt aan functies waarin ontwerpen van (plantaardige) versiering, landschapsinrichting, houderijsystemen of technische systemen aan de orde zijn. Ook het ontwikkelen van educatieve omgevingen of objecten, zoals tentoonstellingen, kinderboerderij enz., kan onderdeel uitmaken van deze beroepssituatie.
Beroepssituatie 20 Beroepsoriënterende situaties Kinderen hebben brede interesses en weten in hun tienerjaren vaak niet wat ze later willen worden en welke vervolgopleiding daarbij te kiezen. Met name binnen het vmbo en het praktijkonderwijs vindt een beroepsoriëntatie plaats waarbij kinderen snuffelen aan verschillende beroepen. Ook in het mbo gaat deze loopbaanoriëntatie door. Werken als docent of begeleider in deze beroepsoriënterende fase stelt specifieke eisen. Uiteraard dient hij zelf goed op de hoogte te zijn van het werken binnen de verschillende sectoren waarop de leerling zich oriënteert. Daarnaast dient hij leeractiviteiten uit te zetten die geschikt zijn voor de leerling en die tegelijk representatief zijn voor de bedrijfstak of sector. Het beoordelen van werkplekken of leerbedrijven op geschiktheid en het daarmee samenhangend onderhouden van de relaties met deze bedrijven maakt ook onderdeel uit van deze beroepssituatie.
Beroepssituatie 21 Blanco cheque Deze beroepssituatie uit het keuzedeel kunt u inzetten wanneer u in een taak of rol functioneert (of wilt gaan functioneren) die niet is opgenomen in de lijst van beroepssituaties, maar wel past bij één van de door Stoas Wageningen benoemde beroepsprofielen:
Vmbo-docent: Een ‘groene’ docent met een belangrijk accent in begeleidingstaken. Mbo-docent: Een ‘groene’ docent met een belangrijk accent in vakexpertise. Kennismanager: Een ‘groene’ deskundige met een functie in een ‘groene’ kennisoverdrachtsituatie. Het kunnen inzetten van beroepssituatie 21 binnen uw opleiding kunt u niet zelf besluiten, daarvoor dient u een aanvraag in bij de BS-coördinator. Beroepssituatie 21 kent geen vrijstellingsmogelijkheden, het gaat altijd om een nog uit te voeren studietraject.
Stoas kent voor deze beroepssituatie twee uitvoeringsvormen; esthetisch en methodisch ontwerpen.
11 Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool
Belangstelling en informatie
Overige opleidingen
Om een goed beeld van onze faculteit en de opleiding te krijgen, raden wij u aan één van de voorlichtingsdagen in Wageningen te bezoeken. Kijk voor data en aanmelding op: www.stoasvilentum.nl/voorlichting U kunt ook telefonisch uw vragen stellen via: tel.nr. 088 - 020 6700 of
[email protected]. Door een studiekeuzegesprek kunt u erachter komen wat het volgen van de opleiding voor u betekent.
Naast deze bacheloropleiding in deeltijd, biedt Stoas Wageningen meer opleidingsmogelijkheden. Deze bacheloropleiding kunt u bijvoorbeeld ook in voltijdstudie volgen. Daarnaast bieden we de volgende opleidingen: • Kopopleiding (na hao onderwijsbevoegdheid halen, voltijd) • Associate degree Onderwijs (deeltijd) • Associate degree Bloemsierkunst (voltijd en deeltijd) • Masteropleiding Leren en Innoveren in het beroepsonderwijs (deeltijd) • Bachelor Docent Consumptieve techniek (deeltijd) • Associate degree Onderwijsondersteuner Consumptieve techniek (deeltijd) Op onze website vindt u over al deze opleidingen meer informatie en u kunt er foldermateriaal aanvragen.
De informatie in deze brochure is onder voorbehoud van wijzigingen
juni 2015
Mansholtlaan 18 | 6708 PA Wageningen | tel. 088 – 020 6700
[email protected] | www.stoasvilentum.nl Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool is onderdeel van
