ICT de groene motor Voorstudie ICT-sector 2030
Colofon Titel
Rapport ICT de groene motor, Voorstudie ICT-sector 2030
Auteur
ICT~Office
Versie en datum
Definitief – 29 april 2011
Voor u ligt de voorstudie ICT, dit document beschrijft de visie van de ICT-sector op 2030 en het plan van aanpak voor de Routekaart. Het MJA-bureau van ICT~Office ziet in het programma Routekaart ICT een uitgelezen kans voor de ICT-sector om innovatie een duurzame impuls te geven, met name omdat het niet alleen energieefficiency adresseert maar omdat het programma goed aansluit op één van de belangrijkste thema‟s op dit moment: duurzaamheid in combinatie met de markt. De brede blik van dit programma en de uitwerking daarvan in concrete kansen voor de ICT-sector zorgen voor draagvlak binnen en buiten de sector. Het Routekaart ICT-programma sluit goed aan bij bestaande beleidsprogramma‟s zoals de Nationale ICT Agenda, Taskforce Smart Grids en de Innovatie Agenda Energie en maakt gebruik van recent afgeronde studies zoals ICT 2020. Onderdeel van de aanpak is dan ook zoveel mogelijk synergetisch voordeel te behalen door constructief samen te werken met bestaande initiatieven. In de bestuursvergadering van ICT~Office op 11 november 2010 is commitment verkregen voor de routekaart door de portefeuillehouder MVO en Duurzaamheid, Theo Rinsema, General Manager Microsoft Nederland. Vrijgegeven door ICT~Office Mevr. Sylvia Roelofs
In samenwerking met Atos Consulting
2
Managementsamenvatting Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) stimuleert innovatie middels de Meerjarenafspraken (MJA). Onderdeel hiervan vormen de Routekaart-programma‟s. De ICT-sector is een belangrijke aanjager van innovatie en economische groei. Het bijzondere van de Routekaart voor de ICT-sector is dat zij niet alleen innovaties op het gebied van energie-efficiëntie in de eigen sector stimuleert, maar zich bovendien richt op duurzaamheid in andere sectoren. De Routekaart moet inhoud en richting geven aan de strategische sectorvisie en laat zien welke wegen bewandeld kunnen worden om de energie-efficiency in 2030 met vijftig procent te verbeteren ten opzichte van 2005. De voorstudie voor deze Routekaart omvat een eerste verkenning van de sector, de markten, de maatschappelijke ontwikkelingen en trends op hoofdlijnen. ICT~Office heeft samen met AgentschapNL de mogelijkheden verkend die de ICT-sector tot haar beschikking heeft om significante
energiebesparing
te
realiseren
en
een
kwantitatieve
inschatting
van
het
besparingspotentieel gegeven. ICT de groene motor Het gebruik van ICT door consumenten en bedrijven neemt steeds meer toe, en daarmee het energieverbruik. De rol van ICT als middel om het energieverbruik te verminderen staat echter nog bescheiden in de aandacht, maar is cruciaal om energie-efficiency te verbeteren, uitstoot te verminderen en duurzaamheid te vergroten. Het Wereld Natuur Fonds heeft berekend dat met de twee procent die de ICT-sector zelf aan CO2 uitstoot, de overige achtennegentig procent kan worden aangepakt. ICT is dé groene motor voor duurzaamheid, innovatie en economie. Dankzij de innoverende kracht is ICT bij uitstek in staat om andere sectoren te verduurzamen. Het gaat dan over paradigma-shifts in de toepassing van ICT, zoals het leveren van diensten en functionaliteit vanuit de cloud; het digitaliseren, virtualiseren en vervangen van fysieke processen (bv. mobiliteit en papier), etc. Visie en Prestatiegebieden In 2030 is de Nederlandse ICT-sector de groene, energie-efficiënte motor van de BV Nederland, met een duurzaam ingerichte bedrijfsvoering die haar ketenpartners innovatieve besparingsoplossingen biedt. De ICT-sector geeft in 2030 aan andere sectoren het goede voorbeeld door volledig CO 2 neutraal te zijn. Deze visie geeft aan dat de sector zelf gaat verduurzamen, maar dat er ook kansen zijn in besparingsoplossingen voor de markt. Dit wordt ook wel greening of IT en greening by IT genoemd. Naast de ICT-sector zelf, zijn er drie sectoren geselecteerd die het hoogste besparingspotentieel bevatten, gebaseerd op het Nederlands energieverbruik. Besparingen in de ICT-sector zelf liggen met name in maatregelen rondom procesefficiency en maatregelen op het gebied van duurzame energie, zoals de inkoop van groene stroom en het gebruik van (eigen opgewekte) duurzame energie. Doordat de grootste bedrijven zijn toegetreden tot de MJA3, en ook al een Energie Efficiency Plan (EEP) hebben opgesteld, is de ambitie met betrekking tot duurzaamheid duidelijk merkbaar. De sector gebouwde omgeving omvat het energieverbruik in en rond gebouwen die gebruikt worden ten behoeve van huisvesting van mensen. De grote energieverliezen zitten in de omzetting van primaire brandstof naar elektriciteit en warmte. Vergroening van de energiesector is ook voor de ICT sector belangrijk. Daarom wordt gekeken hoe de ICT sector een bijdrage kan leveren aan de innovatie ambitie van de Topsector Energie.
3
Er is behoefte aan een smart grid, waarin energiebronnen en energiegebruikers op een intelligente wijze aan elkaar zijn gekoppeld zodat een goede aansluiting tussen vraag en aanbod wordt gerealiseerd. Dit kan een besparing van vijftien procent opleveren. De invloed van ICT op de logistieke sector kan de huidige verkeers- en vervoerspatronen ingrijpend veranderen. Communicatie tussen gebruikers, voertuigen, bedrijven en wegbeheer zal leiden tot coöperatieve systemen met perspectieven op veiliger, vlotter en schoner vervoer. Daarnaast is elektrisch rijden een mogelijkheid om tot significante energiebesparing te komen. Binnen deze sector wordt een besparing van twintig procent verwacht. De sector dienstverlening is de economische sector waarin bedrijven met de verkoop van hun diensten winst willen maken. Hierbinnen wordt veel verwacht van Het Nieuwe Werken, met daarin als belangrijkste besparingsmaatregel het beperken van woon-werkverkeer door meer thuis te werken en de omvang van kantoren als gevolg daarvan te reduceren. Door toepassing van ICT kan ook de energiehuishouding van deze kantoren efficiënter worden geregeld. Alleen al met deze twee concepten voorziet de ICT-sector een besparingspotentieel van vijftien procent. In onderstaande tabel wordt samengevat wat de potentiële energiebesparingen per sector zijn als gevolg van het gebruik van ICT. Sector
Potentiële energiebesparing
ICT-sector
PJ
%
4
30 %
Gebouwde omgeving
60
15 %
(energie-opwekking en -transport)
52
12 %
Logistiek
80
11 - 20 %
60
15 %
Diensten Totaal
256 PJ
Op basis van bovenstaande sectoren is een aantal doelstellingen geïdentificeerd die bijdragen aan het realiseren van de visie; de zogenaamde prestatie-eisen. Hiermee wil de ICT-sector die onderwerpen oppakken, die haar omgeving in de breedste manier raakt, zodat op verschillende gebieden, door diverse organisaties, de vruchten worden geplukt van slimme inzet van innovatieve, energie-efficiënte ICT-toepassingen. De prestatie-eisen zijn: 1. Elektrisch rijden / Smart Grids 2. Versnelling innovatie Topsector Energie 3. CO2-neutrale ICT-sector 4. Reverse Logistics Veel van de activiteiten om de CO2 footprint van de eigen sector te verkleinen lopen reeds in het kader van de MJA. De verwachting is dat daar al een zekere reductie van dertig tot vijftig procent is te behalen. De doelstelling om daadwerkelijk CO2-neutraal te worden heeft echter een langere horizon dan de MJA en vergt verder onderzoek. Ook voor de besparingen in andere sectoren is verder onderzoek nodig. Hier is de routekaart essentieel in. Plan van Aanpak Zodra de goedkeuring voor het routekaarttraject is ontvangen, zal worden gestart met de voorbereidingen van het traject. Conform de prestatie-eisen zullen er vier werkgroepen worden gevormd. Deze werkgroepen bestaan uit leden van ICT~Office en mogelijk externe experts. Zij 4
zullen, via onderzoek en workshops, voor 31 maart 2012 een visie en businessplan opstellen en daarnaast met een activiteitenplan voor de komende jaren komen. De
werkgroepen
zullen
worden
aangestuurd
door
de
projectleider.
Zijn
voornaamste
verantwoordelijkheid is de tijdige oplevering van de vooraf vastgestelde producten. Het Algemeen Bestuur van ICT~Office wordt gezien als stuurgroep van dit traject. Het is gebleken dat het Algemeen Bestuur honderd procent achter het Routekaarttraject staat en hiermee haar commitment en mandaat heeft gegeven aan de uitvoering ervan. Daarnaast heeft zij voldoende daadkracht om beslissingen te kunnen nemen die vanuit de werkgroepen worden geëscaleerd.
5
Inhoudsopgave
Managementsamenvatting ............................................................................................... 3 Inhoudsopgave ................................................................................................................. 6 1
Inleiding .................................................................................................................... 8
1.1 Voorstudie en Routekaarttraject .......................................................................................... 8 1.2 Aanpak van de Voorstudie .................................................................................................... 8 1.3 Leeswijzer .............................................................................................................................. 9 2
De ICT-sector in Nederland .......................................................................................10
2.1 Inleiding ............................................................................................................................... 10 2.2 Verkenning van de ICT-markt .............................................................................................. 10 2.3 Verkenning van de ICT-sector ............................................................................................. 11 2.4 ICT en duurzaamheid .......................................................................................................... 11 2.5 Ontwikkelingen met impact op de ICT-sector: Trendanalyse ............................................. 14 2.5.1 Maatschappelijke trends ................................................................................................... 15 2.5.2 Technologische trends ....................................................................................................... 16 2.5.3 Trendanalyse ...................................................................................................................... 17 2.5.4 Kansen en bedreigingen voor de ICT-sector ...................................................................... 18 2.6 Rol van ICT~Office ............................................................................................................... 19 3
Visie en Prestatiegebieden .......................................................................................21
3.1 Inleiding ............................................................................................................................... 21 3.2 Visie op 2030 ICT-sector ...................................................................................................... 21 3.3 Visie nader bekeken ............................................................................................................ 21 3.4 Realiseren van de visie ........................................................................................................ 21 3.4.1 Greening of IT .................................................................................................................... 22 3.4.2 Greening by IT .................................................................................................................... 23 3.4.3 Sectoren samengevat ........................................................................................................ 26 3.5 Prestatiegebieden ............................................................................................................... 26 3.5.1 Prestatiegebied 1 – ICT-sector ........................................................................................... 26 3.5.2 Prestatiegebied 2 – Gebouwde omgeving......................................................................... 27 3.5.3 Prestatiegebied 3 – Logistiek ............................................................................................. 27 3.5.4 Prestatiegebied 4 – Diensten ............................................................................................. 27 6
3.6 Selectie onderwerpen voor de Routekaart: de prestatie-eisen.......................................... 28 4
Conclusies Routekaarttraject ....................................................................................29
4.1 Analyse nut, noodzaak en haalbaarheid Routekaarttraject ............................................... 29 4.2 Ambitie ICT-sector ............................................................................................................... 30 4.2.1 Relatie met Energie-efficiencyplannen (EEP’s) .................................................................. 30 4.3 Commitment en haalbaarheid ............................................................................................ 30 4.4 Conclusie ............................................................................................................................. 31 5
Plan van aanpak Routekaart ICT-sector .....................................................................32
5.1 Projectorganisatie ............................................................................................................... 34 5.2 Kader voor communicatie ................................................................................................... 41 5.3 Begroting ............................................................................................................................. 42 Bijlage 1...........................................................................................................................44 Bijlage 2...........................................................................................................................47 Studie ICT 2020_4 Scenario Stories ............................................................................................. 47 Studie Corporate Sustainability in the boardroom ..................................................................... 48 Studie A New Era of Sustainability .............................................................................................. 49 Studie Four futures of Europe ..................................................................................................... 49
7
1
Inleiding
1.1 Voorstudie en Routekaarttraject In het meerjarenafspraak Energie-efficiency (MJA3) hebben de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven afgesproken te streven naar 30% energie-efficiënte verbetering in 2020, ten opzichte van 2005. Een belangrijk hulpmiddel bij het realiseren hiervan zijn de voorstudies en de routekaarten. ICT~Office is in 2008 toegetreden tot de MJA3. De Voorstudie is de eerste fase van een Routekaart. De toekomstvisie uit de Voorstudie helpt ondernemers in de ICT-sector hun strategie te bepalen om hun ondernemingsdoelstellingen te halen, gekoppeld aan de ambitie om zelf duurzame doelstellingen in de eigen bedrijfsvoering te realiseren. Een compleet Routekaarttraject omvat een Voorstudie en een uitgewerkte Routekaart, wat resulteert in een actieprogramma dat zelfstandig door de sector kan worden uitgevoerd, ná de uitvoering van de Routekaart. Het doel van een routekaart is een slagvaardige sector die goed voorbereid is op de toekomst en concurrentievoordeel ontwikkelt. De routekaart geeft daar richting aan. Bovendien laat de routekaart zien welke wegen bewandeld kunnen worden om de energie-efficiency in 2030 met 50% te verbeteren ten opzichte van 2005. De routekaart maakt inzichtelijk welke technologische en niet-technologische aspecten mogelijk invulling kunnen geven aan de strategische sectorvisie over de periode 2005-2030. Hierbij wordt uiteraard aandacht besteed aan de ambitiewerkhypothese van 50% verbetering van de energieefficiency, zowel binnen het bedrijf, als in de keten hoe deze aspecten omgezet kunnen worden in acties.
1.2 Aanpak van de Voorstudie De Voorstudie is tot stand gekomen door het afnemen van interviews met betrokkenen, het organiseren van expertpanels en het bijwonen van een aantal druk bezochte netwerkbijeenkomsten, waar ICT~Office organisator was, dan wel spreker. Daarnaast heeft de projectgroep gebruik gemaakt van vijf scenariostudies en onderzoeken: 1. ICT 2020: 4 Scenario Studies – Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2. Corporate responsibility in the boardroom – Atos Consulting Trends Institute 3. A new era of Sustainability – Accenture 4. Four futures of Europe – Centraal Planbureau 5. Analyse Sectoroverstijgende thema’s, voorstudie – KPMG Door de combinatie van deze activiteiten heeft de projectgroep vervolgens een goed beeld gekregen van de mogelijkheden op het gebied van energie-efficiëntie voor de ICT-sector en heeft deze uitgewerkt tot prestatiegebieden en –eisen. De projectgroep, bestaande
uit een vertegenwoordiging van ICT~Office, AgentschapNL en
Atos Consulting, heeft besloten een tweedeling te maken in de Voorstudie: enerzijds mogelijkheden tot energie-efficiëntie in de ICT-sector zelf (greening of IT) en anderzijds mogelijkheden tot energie-
8
efficiëntie door middel van ICT-toepassingen in andere sectoren (klanten en consumenten van de ICT-sector) (greening by IT). Er is gedurende het Voorstudie traject veel aandacht gegeven aan communicatie voor het creëren van draagvlak. Er zijn presentaties gehouden bij het bestuur van ICT~Office, de bedrijven (bedrijvendag), beleidsmedewerkers van het ministerie van EL&I, en het AgentschapNl. Tevens is voor verkrijgen van betrokkenheid en draagvlak een virtuele community opgezet
voor de
vertegenwoordigers van de sector zoals ICT voor Energie en Klimaat (www.ictgaatvoorgroen.nl).
1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de ICT-sector, zowel de bedrijven en de markt waarbinnen de ICT-sector opereert. Daarnaast zet hoofdstuk 2 een aantal trends en thema‟s uiteen die impact hebben op de sector. Hoofdstuk 3 bespreekt de visie van de ICT-sector op 2030 en geeft inzicht in de mogelijkheden die de ICT-sector heeft ten aanzien van energie-efficiëntie, vertaald naar prestatiegebieden en –eisen. Daarnaast laat het hoofdstuk zien welke prestatiegebieden en –eisen prioriteit genieten en moeten worden opgenomen in een Routekaarttraject. Hoofdstuk 4 laat zien waarom een Routekaart nodig is en welke commitment hiervoor nodig is (en reeds is gegeven) vanuit de sector. Dit hoofdstuk eindigt met de conclusie dat de ICT-sector het uitvoeren door middel van een Routekaart nastreeft. Hoofdstuk 5 ten slotte bevat het Plan van Aanpak voor de Routekaart.
9
2 De ICT-sector in Nederland 2.1 Inleiding De afgelopen 50 jaar is het belang van ICT voor de maatschappij explosief toegenomen. ICT is doorgedrongen tot in de haarvaten van de huidige samenleving. Vandaag de dag kan zonder ICT geen overheid behoorlijk functioneren, geen ziekenhuis of fabriek doelmatig werken, loopt al het verkeer vast, kan geen mens meer telefoneren, geen loon worden uitbetaald. Het is evident dat ICT een sleutelrol speelt in de moderne samenleving. ICT kan en moet daarom een belangrijke bijdrage leveren in het oplossen van de verschillende grote maatschappelijke uitdagingen om onze samenleving welvarend, internationaal concurrerend, gezond en veilig te maken en te houden1. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de ICT-sector en wordt de markt, waarbinnen de ICTsector opereert, verkend. Daarnaast geeft dit hoofdstuk inzicht in de eerste verkenning van de toekomst door trendanalyse en welke impact deze trends hebben op de ICT-sector.
2.2 Verkenning van de ICT-markt De ICT-markt heeft zich in 2010 goed hersteld van de economische crisis. In 2011 zullen de wereldwijde ICT-bestedingen verder groeien met 4,4 %. Het zijn de opkomende economieën, voornamelijk de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), die de vraag in de wereldwijde ICTmarkt laten groeien. De ICT-markt zal in de BRIC-landen in 2011 met gemiddeld 13 % toenemen tot een totaal van ongeveer 431 miljard euro. Absolute koploper van dit viertal is India met een verwachte groei van 26 % in de ICT-markt in 2011. Op Europees gebied is ook weer groei in de ICT-markt zichtbaar, met name voor de landen die eerder uitgestelde ICT-uitbestedingen weer proberen in te halen. In Europa groeit de omzet uit cloud computing met maar liefst 20 % per jaar. In 2009 was de omzet uit dit segment nog 4 miljard euro, in 2012 zal dit toenemen tot 7 miljard euro. Tabel 1 Omvang ICT-bestedingen in Nederland. Bron: ICT~Marktmonitor 2011 van ICT~Office
1
ICT Manifest 2010-2014, Nationale agenda voor de groei van Nederland, beschikbaar op http://www.ictoffice.nl/Files/TER/ICT%20Manifest.pdf 10
In Nederland wordt de ICT-markt verdeeld naar de sectoren IT-Hardware & Kantoortechnologie, Software & Services en Telecom & Internet. In 2010 groeiden de ICT-bestedingen met 1,1 % (29,4 miljard euro) waarbij het accent lag op de tweede helft van het jaar. Juist in het segment met een belangrijk aandeel voor het MKB, de softwaresector, was de groei zelfs bovengemiddeld. De verwachting is dat de ICT-markt in 2011 met 2 % verder zal groeien. De bestedingen in de sector Telecom & Internet bedragen een kleine 54 % van de totale bestedingen; de IT-bestedingen (hardware en kantoortechnologie, en software) bedragen ruim 46 % van het totaal (zie tabel 1). Koploper in de ICT-bestedingen is nog altijd de overheid. Van alle instanties binnen de semioverheid en overheid geeft 22 % aan ICT-bestedingen te hebben met een waarde van meer dan 1 miljoen euro2.
2.3 Verkenning van de ICT-sector De Nederlandse ICT-sector is een belangrijke sector voor de Nederlandse economie, met een omzet van 29,4 miljard euro in 2010 (5% van het BBP). Daarnaast is ICT verantwoordelijk voor ruim 20% van de economische groei in Nederland en is 70-80% van alle innovaties in Nederland ICTgerelateerd. De ICT-sector bestaat uit bedrijven in hardware, kantoortechnologie, software, dienstverlening en telecommunicatie. De softwaresector is van groot belang voor de Nederlandse economie. De sector alleen al is goed voor toegevoegde waarde van 17,3 miljard euro (2,8%) aan de Nederlandse economie. Het aantal bedrijven dat in de softwaresector actief is bedraagt 24.370. Deze bedrijven zijn over heel Nederland verspreid. Nederland telde begin 2011 een kleine 30.000 ICT-bedrijven, met ongeveer 250.000 medewerkers. Hiervan bestaat tweederde, ongeveer 20.000 bedrijven, uit slechts 1 werknemer. Daarentegen tellen slechts 170 ICT-bedrijven meer dan 100 werknemers. Dit is een kleine 0,6 % van alle ICT-bedrijven. Veel van deze eenpersoonsbedrijven zijn „Zelfstandige Zonder Personeel‟ (ZZP). In Nederland zijn kenniswerkers, met name ICT‟ers, een snel groeiende groep binnen de ZZP‟ers. Standaardisatie en digitalisering van processen maakt nieuwe vormen van samenwerken mogelijk en in veel gevallen is de zelfstandige concurrerend door lage transactiekosten. Ondanks het feit dat de ICT-sector weer meer starters aantrekt, heeft de sector nog steeds te maken met onvoldoende aanwas van nieuwe, talentvolle ICT‟ers. Het tekort loopt vanaf 2011 langzaam op tot 10.000 hoogopgeleide ICT‟ers in 2015. De ontwikkeling van de instroomcijfers van studenten voor ICT-opleidingen laat tevens een grillig beeld zien. Van de bedrijven met meer dan 100 werknemers is van circa 50% het hoofdkwartier in Nederland gevestigd. Voor bedrijven met 10 tot 100 werknemers is dat rond de 80%. Voor de ondernemers met minder dan 10 werknemers is dat ongeveer 95%. Bedrijven met het hoofdkwartier in Nederland hebben meer invloed op de productontwikkeling. Marketing en Sales van internationale organisaties zijn vaak gericht op het land waarin zij opereren.
2.4 ICT en duurzaamheid Het belang van een duurzame samenleving is inmiddels evident. Om tot een duurzame samenleving te komen, is het nodig om de uitstoot van milieubelastende stoffen, zoals CO 2, te reduceren en het beslag op eindige voorraden van grondstoffen te verminderen. De huidige economische crisis maakt
2
Bron ICT Markt Monitor 2011, ICT~Office 11
eens te meer duidelijk dat er slimmer, groener en sneller geacteerd moet worden. ICT heeft een cruciale rol om energie efficiëntie te verbeteren, uitstoot te verminderen en duurzaamheid te vergroten. De rol van ICT als middel om het energieverbruik te verminderen, staat nog bescheiden in de aandacht. Met de inzet van ICT ontstaat er echter een window of opportunity. Het Wereld Natuur Fonds heeft berekend dat met de 2 % die de ICT-branche aan CO2-uitstoot produceert, de overige 98 % kan worden aangepakt3. Het energieverbruik van de sector bedroeg in 2009 circa 13.000 TJ. Dit bestond grotendeels uit elektriciteit. Het aandeel van de ICT-sector in het totale Nederlandse elektriciteitsgebruik is 2%. Huishoudens en kantoren gebruiken voor ICT-toepassingen nog eens 5%4. Ten aanzien van de energiehuishouding van ICT-bedrijven geldt dat servers, PC‟s en monitoren de meeste energie verbruiken5. De ICT-sector geeft op concrete wijze invulling aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheden door onder andere toetreding tot het MeerJaren Afspraak Energie Efficiency (MJA3). Figuur 1 geeft weer welke bedrijven op dit moment deelnemen aan de MJA3. Deze 35 bedrijven vertegenwoordigen 80% van het energiegebruik, maken meer dan 80% van de omzet en bieden 80% van de werkgelegenheid in de sector.
Figuur 1 Deelnemende MJA3-bedrijven ICT-sector. Bron: ICT~Office presentatie 20101111 Mededelingen MVO Duurzaamheid voor AB
Met betrekking tot de energiehuishouding kent de sector twee deelnemers in de MJA3: grootverbruikers, zoals telecombedrijven en datacenters, en ICT-bedrijven die dankzij hun producten verduurzaming in andere sectoren mogelijk maken. Alle deelnemers zijn inmiddels begonnen met het implementeren van hun energie-efficiëntieplannen (EEP) voor de periode tot en met 2012. Deze EEP‟s kunnen maatregelen bevatten om de ICT-infrastructuur te vergroenen (greening of IT) en/of
3
ICT Manifest 2010-2014, Nationale agenda voor de groei van Nederland, beschikbaar op http://www.ictoffice.nl/Files/TER/ICT%20Manifest.pdf 4
Meerjarenafspraak Energie-Efficientie MJA3 Resultaten 2009, oktober 2010, beschikbaar op www.rijksoverheid.nl/.../meerjarenafspraak-energie-efficientie-mja3-resultaten-2009/38dw2010g237-70.pdf 5
Bron: Gartner – IT Vendors, Service Providers and Users Can Lighten IT‟s Environmental Footprint, December 2007 12
processen in andere sectoren te vergroenen dankzij extra ICT (greening by IT)6. De ICT-sector presenteert in 2011 de eerste resultaten aan de hand van de EEP‟s. Voorbeelden van energie besparing door inzet van ICT ICT speelt een grote rol in de innovatie van Nederland. Niet voor niets wordt de ICT sector in de Erasmus Concurrentie Monitor betiteld als de meest innovatieve sector van Nederland. 7 De toepassing van ICT is niet altijd even zichtbaar, maar zowel op de voor- als de achtergrond speelt ICT een belangrijke rol in alle topsectoren. Een aantal voorbeelden van duurzame ICT oplossingen die in de economische topsectoren gebruikt worden:
Agrofood Sensornetwerken die het vochtgehalte van het gewas meten en zorgen voor een optimaal gebruik (en dus besparing) van water;
Kastuinbouw Kassen zijn soms volledig ICT gestuurd. Qua gewasproces, klimaatbeheersing, energiegebruik en energietransitie;
High Tech Systemen & Materialen Embedded software is een integraal onderdeel van nieuwe technologieën, bijvoorbeeld om apparaten met elkaar te laten communiceren via internet;
Logistiek Elektronische vrachtbrieven zorgen voor grote efficiency winst en enorme kostenbesparing; Slimme software kan de beladingsgraad van vrachtwagens verhogen en routeoptimalisatie berekenen;
Energie Het smart grid is essentieel voor nieuwe ontwikkelingen zoals elektrisch rijden. Het smart grid is een groot ICT-project met afrekensystemen en complexe rekenmodellen voor het efficiënt gebruik van het energienetwerk;
Chemie Slimme software kan het energiebeheer in chemische (productie)processen optimaliseren; RFID kan helpen om zeldzame grondstoffen uit afgedankt spullen te lokaliseren en terug te winnen;
Water ICT kan zorgen voor een betere kwaliteit van het water, software om kwaliteit van water te meten en te filteren; Sensoren kunnen de kwaliteit van dijken beter bewaken dan het blote oog;
6
Meerjarenafspraak Energie-Efficientie MJA3 Resultaten 2009, oktober 2010, beschikbaar op www.rijksoverheid.nl/.../meerjarenafspraak-energie-efficientie-mja3-resultaten-2009/38dw2010g237-70.pdf 7
http://webwereld.nl/nieuws/105994/ict-innovatiefste-sector-van-nederland-.html 13
Life Sciences ICT speelt een zeer grote rol in het onderzoek, in slimme software die analyses maakt, en in sterke rekencapaciteit die onderzoeken snel uitvoert;
Creatieve Industrie Gaming is een van de pilaren van de Creatieve Industrie. Serious gaming kan in onderwijs en opleidingen veel realistischer leren mogelijk maken.
Een aantal concrete voorbeelden8 van de impact van ICT ten aanzien van energie-efficiëntie worden hieronder beschreven. Deze voorbeelden geven duidelijk weer dat toepassing van ICT-oplossingen effect heeft op de energiehuishouding van een organisatie, maar tevens vele positieve neveneffecten veroorzaken, zoals vermindering van CO2 uitstoot, etc. Voorbeeld 1 Naam Type bedrijf ICT toepassing Duur Resultaat Neveneffecten
Due Torri S.p.a. Italie Logistieke dienstverlening Implementatie logistieke software Uitrol 6 maanden 25% reductie brandstofverbruik en CO2 equivalenten 20% toename productiviteit door efficiëntere procedures, 10% afname interne kosten, delivery on time is 99,4%.
Voorbeeld 2 Naam Type bedrijf ICT toepassing Duur Resultaat Neveneffecten
Corus Rail Frankrijk (onderdeel van Corus Group en Tata Steel) Producent van spoorwegmateriaal Implementatie ICT-systeem, optimaliseren processen, productie Uitrol 12 maanden 11% reductie energieverbruik over een periode van 4 jaar Ruim 10% afname uitval productieproces, 14% reductie CO2 uitstoot.
2.5 Ontwikkelingen met impact op de ICT-sector: Trendanalyse Trends zijn ontwikkelingen die in de toekomst impact kunnen hebben op de ICT-sector, zowel positief (kansen) als negatief (bedreigingen). Het is belangrijk om inzicht te hebben in deze trends om een helder beeld te kunnen scheppen van verwachte kansen en bedreigingen in de toekomst. Aan de hand van deze kansen en bedreigingen weet de sector zich optimaal voor te bereiden voor de toekomst, door gericht onderwerpen te formuleren, waarop de sector wil en moet presteren in de toekomst. Deze onderwerpen worden in de Routekaart opgenomen. 8
Bron:http://ec.europa.eu/enterprise/archives/e-business-watch/studies/special_topics/2009/documents/FR012009_EII.pdf
14
Er
zijn
tijdens
de
analysefase
in
het
Voorstudietraject
diverse
trends
geconstateerd.
Maatschappelijke trends, en trends die specifiek impact hebben op de ICT-sector zelf, als ook trends die
impact
hebben
op
de
verschillende
markten
waarbinnen
de
ICT-sector
opereert.
De
geïdentificeerde trends worden achtereenvolgens besproken. De ICT-sector heeft gebruik gemaakt van de volgende onderzoeken om de trends te identificeren en wereldbeelden (scenario‟s) te verkennen (zie ook bijlage 2): 1. ICT 2020: 4 Scenario Studies – Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2. Corporate responsibility in the boardroom – Atos Consulting Trends Institute 3. A new era of Sustainability – Accenture 4. Four futures of Europe – Centraal Planbureau 5. Analyse Sectoroverstijgende thema’s, voorstudie – KPMG
2.5.1 Maatschappelijke trends Onze welvaart wordt bepaald door arbeidsparticipatie, productiviteit, en creativiteit in nieuwe producten en diensten. Door vergrijzing, globalisering en de opkomst van de kenniseconomie komen de grenzen van dit beleid in zicht. Om de welvaart te behouden moet de productiviteit verhoogd worden.
Dit
vereist
innoverende
oplossingen,
nieuwe
en
verbeterde
producten,
diensten,
bedrijfsprocessen, infrastructuren, etc. We moeten niet zozeer harder werken; wel slimmer. Meer produceren met minder. Vergrijzing - omgaan met de demografische veranderingen Een vergrijzende samenleving met daarbij een krimpende beroepsbevolking wordt één van de belangrijkste sociale en economische uitdagingen voor de toekomst. Met de hulp van een goed opgeleide en e-vaardige beroepsbevolking leidt ICT tot productiviteitsverhoging en kan daarmee de economische kwesties rond de demografische veranderingen oplossen. ICT biedt ook oplossingen voor de sociale implicaties van de demografische veranderingen; bijvoorbeeld door het verstrekken van essentiële diensten voor senioren, met name op het gebied van e-working, e-leren, e-overheid en e-gezondheidszorg. De vergrijzing zal ook een effect hebben op de arbeidsmarkt, waar de „war on talent‟ steeds zichtbaarder zal worden. Productiviteitstoename door het gebruik van ICT moet zorgen dat het tekort aan arbeidskrachten de economische groei niet zal remmen. Een duurzame samenleving Het belang van een duurzame samenleving is inmiddels evident. Om tot een duurzame samenleving te komen, is het nodig om de uitstoot van milieubelastende stoffen, zoals CO 2, te reduceren en het beslag op eindige voorraden van grondstoffen te verminderen. ICT is een grootverbruiker van energie. Het energieverbruik van ICT-systemen moet omlaag om een realistische groei van het gebruik van ICT mogelijk te maken. Hier is de sector zich ten volle van bewust en ontwikkelingen om het energiegebruik van ICT te reduceren zijn in volle gang. ICT kan ook worden ingezet om energiebesparing te realiseren door bijvoorbeeld de flexibiliteit van het energiesysteem te vergroten. Een slimme en gerichte inzet van ICT kan het gebruik van energie uit eindige (fossiele) bronnen, maar ook de energievoorziening uit hernieuwbare bronnen doelmatiger maken. Er is behoefte aan een „smart grid‟ waarin bronnen en verbruikers van energie op een intelligente wijze zijn gekoppeld zodat een goede aansluiting tussen vraag en aanbod wordt gerealiseerd. 15
Een ander belangrijk thema is het hergebruik van grondstoffen. Met een toenemende vraag en een afnemend aanbod van grondstoffen wordt het steeds belangrijker om door middel van recycling grondstoffen te herwinnen en te hergebruiken. Dit „urban mining‟ moet zorgen voor een gesloten keten van grondstoffen. Producten en diensten worden steeds meer via internet gekocht. Positieve referenties in sociale netwerken worden kopersmotieven; een positief imago van de dienst is cruciaal. Goederen worden aan huis geleverd. Er is alleen nog fun shopping; om te kijken, niet om te kopen. De relatief welvarende oudere generatie heeft veel geld over voor een goede gezondheid en gemaksdiensten. Technische producten worden heel eenvoudig te bedienen. Reverse logistics zorgt er voor dat consumenten diensten afnemen, niet langer gekoppeld aan producten. Als een leverancier een nieuwere, zuiniger versie van bijvoorbeeld een koelkast heeft, dan zal het netwerk een signaal geven dat de oude koelkast zal worden opgehaald en vervangen door de zuiniger variant. De oude koelkast zal dan worden verwerkt en de grondstoffen hergebruikt. Huizen en appliances in huizen worden dus steeds intelligenter. Het smart grid zorgt er voor dat decentrale energieopwekking met het energienet wordt gedeeld en verrekend. Ook elektrisch rijden en de bijbehorende afrekensystemen zijn afhankelijk van een slim energienet. Het thema „Energie‟ loopt als een rode draad door alle ontwikkelingen heen. ICT~Office volgt dan ook met grote interesse de ontwikkelingen in de nieuw benoemde Topsector Energie. Gesprekken met betrokkenen leiden tot de conclusie dat ICT daar een essentiële rol in speelt. Hoewel de agenda van de topsector nog niet is bepaald, sluit de ontwikkeling goed aan bij de ambities van de ICT sector.
2.5.2 Technologische trends In de ICT-sector is een aantal branchespecifieke ontwikkelingen te benoemen. Ontwikkelingen die in een snel tempo opkomen en geabsorbeerd worden door de samenleving (online video‟s kijken via youtube bestaat nog maar vijf jaar, Facebook sinds 2004) of na een snelle groei weer wegzakken (Second Life). Onderzoeksbureau Gartner maakt gebruik van de zogenaamde Hype Cycle (zie figuur 2). Hierin worden
technologische
ontwikkelingen
afgezet
tegen
een
aantal
fases,
waarbij
oplopende
verwachtingen worden afgewisseld met getemperde verwachtingen, om uiteindelijk bij succes uit te komen in een main stream gebruiksfase.
16
Figuur 2 Gartner Hypecycle, augustus 2010
De Hypecycle laat zien dat er een enorme ontwikkeling is aan technologieën. Zelfs op een termijn van 10 jaar valt erg moeilijk vast te stellen wat de succesvolle en dominante technologie zal zijn. Buiten de technologie kunnen wel een aantal ontwikkelingen en trends gesignaleerd worden. In 2010 publiceerde het Ministerie van Economische Zaken een scenario studie. Binnen deze studie werden een aantal ontwikkelingen9 gesignaleerd, die impact hebben op de ICT sector:
Exponentiële groei in prijs/prestatie;
Sterke groei Cloud Computing: genetwerkte, schaalbare intelligentie;
Virtualisatie van datacenters zal de capaciteit doen toenemen maar het energiegebruik doen dalen
Data explosie, Analytics en Intelligente Interfaces: hoe vind je de juiste informatie?
Integratie van Virtueel and Werkelijkheid: sociale en virtuele netwerken
Sensoren and the Internet of Things;
Sustainability, Energie and Green Computing;
Digital Lifestyles, gaming ter lering en vermaak, consument wordt prosument;
Mobiele, draagbare en implanteerbare Computing;
2.5.3 Trendanalyse De vraag is nu welke impact deze trends hebben op de sector en welke marktsegmenten zullen worden geraakt door deze trends. Wat zijn de kansen en bedreigingen? Vanuit de genoemde trends kan een aantal thema‟s worden benoemd, die als een rode lijn door de trends heen lopen:
9
Bron: ICT 2020_4 Scenario Stories - Hidden Assumptions and Future Challenges (EZ, 2010) 17
Transparantie en vertrouwen – In de maatschappij en bedrijfsleven is transparantie belangrijk voor compliancy, besturing, kostenreductie, stakeholder rapportages etc. voor alle soorten organisaties. Informatie-voorziening door de keten heen wordt de grote uitdaging. Ook consumenten eisen inzichtelijkheid, en straffen organisaties (publiek en privaat) af die bijvoorbeeld privacy niet respecteren. Productiviteit – slimmer werken wordt niet alleen binnen het bedrijfsleven een concurrentie kracht, maar ook binnen de publieke sectoren essentieel om kosten en arbeid te besparen. Cloud computing zal hierbij een essentiële rol spelen. Closing the loop – Voor productiebedrijven zal, mede door de stijgende grondstoffen prijzen, een reverse logistics keten ingericht worden die nu nog niet bestaat. In die keten zitten hele nieuwe spelers. Het verdienmodel is nog onbekend. Mobiliteit –Nieuwe manieren van werken met nieuwe devices worden van groot belang. ICT draagt bij aan de oplossing van file problemen. Ook de relatie tussen werknemers en werkgevers verandert. Wordt 50% van de workforce zzp‟er? Kostenreductie – Processen automatiseren, dematerialisatie (papier vervangen door e-workflow). Duurzaamheid – De CO2-uitstoot dient onder controle te komen en een nieuwe klimaattop zal concrete doelen stellen voor reductie. Overstap naar andere energiebronnen is noodzakelijk. Decentrale energie-opwekking kan belangrijk bijdragen. Deze thema‟s spelen een rol in de keuzes die uiteindelijk vanuit de Voorstudie richting de Routekaart gemaakt gaan worden.
2.5.4 Kansen en bedreigingen voor de ICT-sector Gedurende het Voorstudietraject zijn er verschillende trends geïdentificeerd die een positieve dan wel negatieve impact zullen hebben op de Nederlandse ICT-sector. Ondanks het feit dat deze trends impact hebben op de sector zelf of op de markten waarbinnen de ICT-sector actief is, geldt dat er terugkerende
kansen
en
bedreigingen
waarneembaar
zijn.
Deze
terugkerende
kansen
en
bedreigingen bieden handvatten voor de ICT-sector om zich optimaal te kunnen voorbereiden op de toekomst, vanwege het feit dat zij gebaseerd zijn op huidige ontwikkelingen en trends. De terugkerende kansen waarneembaar uit de trends zijn: a. Toename van gebruik van ICT-toepassingen door alle lagen van de samenleving en de economie. ICT is een echte Innovatie-As. b. Toenemende behoefte van op maat gemaakte diensten voor bedrijfsleven en de (oudere) consument. c.
Toenemende mogelijkheden voor inzet van ICT-oplossingen ten aanzien van duurzaamheid en klimaatvraagstukken (vergroten transparantie, verbeteren energie-efficiëntie, voorkomen uitstoot CO2 door slimme ICT-toepassingen).
18
De terugkerende bedreigingen waarneembaar uit de trends zijn: a. Verschuiving van de Nederlandse concurrentie positie op de wereldmarkt (in 2011 gezakt van de 9e naar de 11e plaats op de ranglijst van het World Economic Forum). b. Veiligheid en vertrouwen van ICT staat introductie van bepaalde innovaties in de weg. c.
Krapte op de arbeidsmarkt voor hoog gekwalificeerd personeel (toename concurrentie en vergrijzing)
De ICT-sector pakt de genoemde kansen en bedreigingen op door ze te verwerken in de gedefinieerde prestatiegebieden en –eisen die op korte termijn kunnen worden uitgewerkt in een Routekaart naar verbetering van de energie-efficiency. Op deze manier laat de ICT-sector zien dat zij geïdentificeerde trends en ontwikkelingen met beide handen aangrijpt om in de toekomst haar positie als succesvolle, gewaardeerde en innovatieve sector te blijven behouden.
2.6 Rol van ICT~Office ICT~Office heeft als brancheorganisatie een brede rol om alle aspecten die de ICT bedrijven in Nederland raken mee te nemen in haar acties. Voor de komende jaren zijn de volgende drie prioriteiten gesteld: Mensen, Kennis en Business. Vanuit deze drie hoofdthema‟s worden een aantal kernprogramma‟s uitgevoerd, gericht op het verbeteren van de relatie met de overheid, de wetenschap, het onderwijs, ICT gebruikende sectoren en de duurzame relatie met de maatschappij.
Figuur 3 Focusgebieden ICT~Office
Vanuit het thema Business wordt Duurzame groei met ICT gezien als één van de speerpunten van de sector.
Duurzaamheid
door
zelf
efficiënter
en
slimmer
te
werken
(kostenreductie
en
productiviteitstijging) en duurzaamheid door in andere sectoren energie te besparen. Vanuit die gedachte wordt de Voorstudie ingezet om een aantal doelstellingen te benoemen en uit te werken.
19
ICT als (duurzame) Innovatie As ICT is een belangrijke enabler, maar ook transformator, binnen andere sectoren. Het Ministerie van EL&I heeft ICT dan ook tot Innovatie As benoemd, die door de Topsectoren heen loopt. ICT is daarbij betiteld als een onmisbare innovatie kracht.
Figuur 4 ICT als innovatie-as voor diverse sectoren. Bron ICT~Office
De Innovatie As stimuleert innovatie in andere sectoren.
De ICT sector innoveert zelf ook. Een
doorsnede van de Innovatie As laat zien dat er verschillende randvoorwaarden zijn die belangrijk zijn om de Innovatie As optimaal te laten functioneren. Een van die randvoorwaarden is duurzaamheid. Deelname aan de MJA en de Routekaart maken daar een belangrijk onderdeel van uit.
Figuur 5 Doorsnede Innovatie As
20
3 Visie en Prestatiegebieden 3.1 Inleiding Met betrekking tot een duurzame toekomst heeft de ICT-sector een visie op 2030 gevormd. Daarbinnen heeft zij een aantal doelstellingen geïdentificeerd die bijdragen aan het realiseren van de visie, de zogenaamde prestatiegebieden. Hiermee gaat de ICT-sector voorbereid de toekomst in. Dit hoofdstuk zal de visie uiteenzetten, en achtereenvolgens de prestatiegebieden toelichten.
3.2 Visie op 2030 ICT-sector In 2030 is de Nederlandse ICT-sector de groene, energie-efficiënte motor van de BV Nederland, met een duurzaam ingerichte bedrijfsvoering die haar ketenpartners innovatieve besparingsoplossingen biedt. De ICT sector geeft in 2030 aan andere sectoren het goede voorbeeld door volledig CO2 neutraal te zijn.
3.3 Visie nader bekeken Het gebruik van ICT door consumenten en bedrijven neemt steeds meer toe, en daarmee het energieverbruik. Binnen de ICT-branche zijn bedrijven actief die zelf veel energie verbruiken. Tegelijkertijd zijn er ICT-bedrijven die innovatieve toepassingen ontwikkelen waarmee andere bedrijven energie kunnen besparen en hun duurzaamheid kunnen verhogen. Deze potentie voor energiebesparing is enorm omdat ICT invloed heeft op alle sectoren, zoals blijkt uit het rapport A letter to IT-users: a window of 98% opportunity van het Wereld Natuur Fonds. De visie geeft aan dat de ICT-sector zelf gaat verduurzamen, maar dat er ook kansen zijn in besparingsoplossingen voor de markt. Dit wordt ook wel greening of IT en greening by IT genoemd. Voor de ICT sector zitten er verschillende elementen aan de verduurzaming. Enerzijds is de maatschappelijk verantwoorde rol die een innovatieve sector als de ICT sector speelt. Anderzijds is het ook een business benadering. Ook daarin spelen twee aspecten. Ten eerste kostenreductie en ten tweede het verkopen van duurzame oplossingen in andere sectoren. Door zelf als sector CO2 neutraal te worden kunnen de tools en technieken die daarbij worden ontwikkeld worden gebruikt om andere sectoren ook CO2 te maken. De ICT sector wordt hierbij gedefinieerd als de aangesloten leden van ICT~Office.
3.4 Realiseren van de visie De BV Nederland kende in 2008 een energieverbruik van 3336 PJ. Uitgaande van het primair energieverbruik in Nederland laat figuur 6 de verdeling zien over het Nederlandse energieverbruik.
21
Tijdens een expertsessie op 18 maart 2011 zijn, naast de ICT-sector zelf, drie sectoren geïdentificeerd die volgens experts10 het hoogste besparingspotentieel bevatten, gebaseerd op het Nederlands energieverbruik. Deze indeling naar sectoren is afkomstig van CBS en IEA.
Primary energy consumption NL, 2008 Industry 15%
Non-energy use 18%
Electricity & heat plants 13% Refinery & Coke plants 11%
Agriculture, Fishing & Forestry 4%
Commercial & Public services 12%
Transport 15%
Residential 12%
Figuur 6 Verdeling primair energieverbruik Nederland (2008). Bron: EnergyGO
De drie sectoren die uiteindelijk zijn geselecteerd zijn: Gebouwde omgeving; Logistiek en Diensten (in figuur 4 genoemd als Residential, Transport en Commercial & Public services). Hieronder wordt per sector, inclusief de ICT-sector, een toelichting gegeven, inclusief de verwachte energiebesparing (% en PJ) door toepassing van efficiënte ICT-oplossingen.
3.4.1 Greening of IT De ICT-sector omvat bedrijven in hardware, software, kantoortechnologie, telecommunicatie en dienstverlening en heeft een gezamenlijke energiehuishouding van ruim 13 PJ. Gebaseerd op de eerste, voorlopige, resultaten afkomstig uit de EEP‟s van 19 deelnemende MJA3 bedrijven, zijn in totaal 370 maatregelen in kaart gebracht die tot en met 2012 kunnen worden ingezet. Dit zijn maatregelen ten aanzien van procesefficiency (met een verwachte energiebesparing van 13,6% t.o.v. 2008) en duurzame energie (met een verwachte energie besparing van 24,7% t.o.v. 2008). Ook zal de inkoop van duurzame energie in de vorm van „groene stroom‟ sterk toenemen over de periode tot 2012. Deze deelnemende 19 bedrijven vertegenwoordigen 12,3 PJ van de ICT-sector (van in totaal 13 PJ). Ondanks het feit dat de ICT-sector een gefaseerde toetreding tot de MJA3 kent, is de ambitie van de sector merkbaar door onder andere het groot aantal maatregelen dat genomen wordt in relatief korte tijd door de individuele bedrijven op gebied van energie-efficiëntie. De sector maakt hiervoor gebruik van de tools die worden aangereikt door instanties als ICT~Office en AgentschapNL. Voor de langere termijn wordt op strategisch niveau ook gekeken naar het verbeteren van de energie10
Dit panel heeft op 18 maart 2011 plaatsgevonden. Adviesbureau Arcadis heeft haar expertise verleend ten aanzien van de sector Transport. Adviesbureau TNO heeft gekeken naar de dienstensector en hier inschattingen voor gemaakt. Adviesbureau ECN ten slotte heeft haar expertise gegeven ten aanzien van wonen / utilities. Alle genoemde cijfers, inschattingen en definities moeten dan ook in dit licht worden gezien. 22
efficiëntie, door bijvoorbeeld de vervanging van oude telecom-apparatuur door nieuwe apparatuur met huidige stand der techniek en energie-efficiency verbetering van eigen datacenters. De ambitie met betrekking tot duurzaamheid is duidelijk merkbaar. De grootste bedrijven zijn reeds toegetreden tot de MJA3 en hebben ook al een EEP opgesteld. Door het verduurzamen van eigen bedrijfsvoering werkt de ICT-sector hard aan de invulling van greening of IT.
3.4.2 Greening by IT Sector Gebouwde Omgeving De sector Gebouwde Omgeving omvat het energieverbruik in en rond gebouwen die gebruikt worden ten behoeve van huisvesting van mensen. Het primair energiegebruik is voornamelijk toe te kennen aan twee aspecten: het verwarmen (en eventueel koelen) van het gebouw en het gebruik van elektriciteit. In totaal omvat deze sector 12% van het totale primaire energiegebruik in Nederland. Het grootste aandeel hierin is gas, zowel direct (verwarming door middel van HR-ketels), alsmede indirect door het gebruik van elektriciteit. De grote energieverliezen zitten in de omzetting van primaire brandstoffen in elektriciteit en warmte door externe installaties zoals een kolencentrale of een warmtekrachtkoppeling. Ook gaat op dit moment 57% van de energie verloren in het transport naar het stopcontact. In de toekomst zal deze vorm van klassieke, centrale energieopwekking aan belang verliezen. Kleinere, slimmere en decentrale energie-opwekkers, die stroom terug kunnen leveren aan het netwerk, winnen aan belang. Er is behoefte aan een smart grid, waarin energiebronnen en energiegebruikers op een intelligente wijze aan elkaar zijn gekoppeld zodat een goede aansluiting tussen vraag en aanbod wordt gerealiseerd. ICT kan op een aantal vlakken voor besparing zorgen. Smart grids zorgen onder andere voor een optimale benutting van de energieopwekkers door de omzettingsefficiëntie zo hoog mogelijk te houden. Dit kan bijvoorbeeld door een betere balanshandhaving van vraag en aanbod, waardoor centrales minder hoeven bij te regelen. Ook kan het energiegebruik door middel van slimme meters en energiedisplays real-time aan de gebruiker inzichtelijk worden gemaakt. Tenslotte kan er binnen deze sector bespaard worden door gebruik te maken van een gebouw- of energiebeheersysteem en de ICT-apparatuur in huishoudens zelf efficiënter te maken, denk hierbij aan televisies of PC‟s.
Figuur 7 Voorbeeld van een smart grid. Bron: ICT~Office, beschikbaar op http://www.ictoffice.nl/Files/TER/ICT%20en%20TOPSECTOREN%20-%20ICT%20als%20Innovatie%20As.pdf 23
Het besparingspotentieel van efficiëntere energie-opwekking en –transport wordt geschat op 12%, dit komt overeen met ongeveer 52 PJ. Het besparingspotentieel in de gebouwde omgeving komt op 15%, waarbij is aangenomen dat de verschillende maatregelen nog weinig correlatie hebben. De besparing van 15% komt neer op ruim 60 PJ. In totaal is dat een besparingspotentieel van 112 PJ. Het valt te verwachten dat de Topsector Energie, die in juni haar innovatie ambitie zal publiceren, projecten of onderzoek zal ontwikkelen die voor de ICT sector zeer interessant zullen zijn. Vanuit de rol van greening by IT wil de ICT sector dan ook een actieve rol spelen in het behalen van de ambities van de energie sector. Sector Logistiek Onder het energiegebruik voor verkeer en vervoer wordt verstaan: het verbruik van fossiele brandstoffen (benzine, diesel, LPG) voor wegverkeer, overig verkeer en mobiele werktuigen. ICT zal de komende jaren een zeer sterke stempel drukken op de mobiliteit van Nederlanders. Door de invloed van ICT op logistieke processen en activiteitenpatronen (zoals telewerken) kan de sector innoveren en kunnen verkeers- en vervoerspatronen ingrijpend veranderen. Op het gebied van het wegverkeer zijn er persoonlijke informatiediensten (in-car), en met elkaar (car to car) en met de weg (car to road) pratende auto‟s. Communicatie tussen gebruikers, voertuigen, bedrijven en wegbeheerder zal leiden tot coöperatieve systemen met perspectieven op veiliger, vlotter en schoner verkeer en vervoer. Daarnaast kan ICT helpen om efficiënter te rijden. Meer dan de helft van de vrachtauto‟s op de weg is leeg, de transportefficiëntie is 43 %. De gemiddelde beladingsgraad van vrachtauto‟s in de binnensteden is nog lager: slechts 20 %. ICT speelt een cruciale rol bij een efficiënte belading en capaciteitsplanning. Het energieverbruik door verkeer en vervoer, inclusief mobiele werktuigen, is in de periode 19902009 met een derde toegenomen. In 2009 kwam bijna 48% van het totale motorbrandstoffenverbruik voor rekening van personenauto's (zie ook tabel 2). Benzine heeft hierin het grootste aandeel met 66%, gevold door diesel 30% en LPG 4%. Het aandeel van bedrijfsauto's is bijna 30%. Het verbruik van wegvoertuigen per kilometer is in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Motoren zijn in de regel wel zuiniger geworden, maar het effect daarvan is tenietgedaan door het toegenomen voertuiggewicht, de toepassing van zwaardere motoren en het gebruik van airconditioners. Omschrijving
Energiegebruik (PJ)
Wegverkeer personenauto's lichte bedrijfsvoertuigen zware bedrijfsvoertuigen motor- en bromfietsen
425
76%
267
48%
60
11%
93
17%
5
1%
Scheepvaart
86
15%
Mobiele werktuigen
39
7%
Overig verkeer
10
2%
Totaal
561
100%
Tabel 2 Energieverbruik sector transport. Bron: Arcadis 24
Een van de mogelijkheden om tot significante energiebesparing te komen is elektrisch rijden. Door toepassing van ICT in smart grids kan het aandeel elektrisch rijden in 2030 in plaats van 5% maar liefst 80% worden. Hierdoor kan in de transportsector per jaar 55 PJ bespaard worden. Daar staat tegenover dat bij elektriciteitscentrales 7 PJ energie meer gebruikt. Het netto besparingspotentieel is dus 48 PJ per jaar. Dit zou een besparing van circa 11% betekenen van het energiegebruik in het wegverkeer (met een energieverbruik van 425 PJ). Binnen dit onderwerp verwacht de ICT-sector een besparing van 20% te kunnen behalen, ongeveer 80 PJ. Een andere mogelijkheid om tot energiebesparing te komen is Reverse Logistics. Reverse Logistics (RL) is een onderdeel van logistiek dat zich bezighoudt met logistieke processen voor bedrijven, waarbij een product wordt teruggezonden voor reparatie, herinzet of (milieuvriendelijke) verwerking in een (nieuwe) markt. Met name die producten komen tot nog toe in aanmerking die na herstel of verwerking een hoge waarde hebben en de kosten van logistiek overstijgen. De trend is dat grondstofprijzen steeds hoger worden en reverse logistics voor steeds meer producten lonend zal zijn. Onderzocht zal moeten worden welke energie-efficiëntie kan worden bereikt door deze manier van sluiten van materialenkringloop. Sector Dienstverlening De sector Dienstverlening is de economische sector waarin bedrijven met de verkoop van hun diensten winst willen maken. Tot deze sector behoren onder andere: winkels, horeca, theaters, kappers,
zakelijke
dienstverleners,
advocaten,
ICT
bedrijven,
ziekenhuizen
en
andere
dienstverleners. Transport valt hier eigenlijk ook onder, maar is door de grootte ervan als een aparte sector benoemd. Energieverbruik van de Dienstverlening (exclusief transport) in 2008 bedroeg 404 PJ wat gelijk staat aan 16% van het totale energieverbruik van Nederland (3336 PJ). De grootste afnemer van energie in deze sector vindt haar oorsprong in gebouw gerelateerde energieverbruik, hoofdzakelijk energie voor verwarming, verlichting en koeling van kantoorgebouwen, scholen, winkels en ziekenhuizen. Veel wordt verwacht van Het Nieuwe Werken met daarin als belangrijke besparingsmaatregel het beperken van woon-werk verkeer door thuiswerken en het reduceren van de omvang van kantoren als gevolg daarvan. Aangezien transport hier niet tot de dienstensector wordt gerekend wordt dit aspect deels meegenomen. Een besparing van 20-30% lijkt mogelijk te zijn. Toepassing van ICT in de energiehuishouding van kantoren kan door EnergieManagement. EnergieManagement staat voor het inzichtelijk maken van de energiestromen in een utiliteitsgebouw, en deze vervolgens te controleren, met als doel om optimaal gebruik te maken van beschikbare (energie)bronnen. Gevolg is energiebesparing. Het besparingspotentieel geschat op 10 a 20%. Met name voor bestaande gebouwen hoger dan voor nieuwe gebouwen. Alleen al als er wordt gekeken naar de concepten Het Nieuwe Werken en Slimme Gebouwen voorziet de ICT-sector een energiebesparingpotentieel van bijna 15% (60 PJ) als gevolg van gebruik van ICT. Daarnaast zijn er nog andere mogelijkheden om binnen deze sector besparingen te realiseren, zoals:
invoering van energiezuinige ICT systemen en computerschermen;
verbetering en invoering van powermanagement van computersystemen;
dematerialisatie van papieren werkprocessen
Deze zijn niet nader uitgewerkt tot % besparingspotentieel, omdat dit veelal maatregelen die door individuele bedrijven kunnen worden genomen in de EEP.
25
3.4.3 Sectoren samengevat In
onderstaande
tabel
worden
samenvattend
de
potentiële
energiebesparingen
per
sector
weergegeven. De tabel laat zien dat er verschillende mogelijkheden zijn om tot 50% energieefficiëntieverbetering te komen in 2030 indien de MJA3 doelstelling van 30% in 2020 door de sector zelf wordt behaald. Duidelijk is dat de potentiële besparingen alleen behaald kunnen worden in samenwerking met de andere sectoren. Belangrijk zal zijn dat alle betrokken actoren rond deze acties commitment tonen. Sector
Potentiële
Opmerkingen
energiebesparing ICT-sector
PJ
%
4
30%
2% per jaar tot 2020 overeenkomstig MJA3 (in totaal 30%)
Gebouwde
omgeving
60
15%
52
12%
80
11-20%
Smart grid heeft effect op energiehuishouding in andere sectoren
Energieopwekking
en
indien geïmplementeerd, zoals transport
–transport Logistiek
Smart grid is tevens onderdeel van te realiseren energiebesparingen (voor elektrisch rijden)
Diensten
60
15%
Valt deels samen met de gebouwde omgeving
Totaal
256
Tabel 3 Samenvatting potentiële energiebesparing in PJ door greening of IT en greening by IT
3.5 Prestatiegebieden Aan de hand van de input van de experts zijn per sector een aantal gebieden geformuleerd die kunnen bijdragen aan het behalen van het genoemde besparingspotentieel per sector. Met deze prestatiegebieden wil de ICT-sector die onderwerpen oppakken die haar omgeving in de breedste manier raakt, zodat op verschillende gebieden door diverse organisaties de vruchten kunnen worden geplukt van slimme inzet van innovatieve energie efficiënte ICT-oplossingen. In de Routekaart worden vervolgens bij ieder onderwerp de meest interessante mogelijkheden verder gekwalificeerd en uitgewerkt tot concrete maatregelen die de ICT-sector uitwerkt na de Routekaart, in het zogenaamde Actieprogramma. Per prestatiegebied is een doelstelling geformuleerd. Daarnaast is er een invulling gegeven aan mogelijkheden die bijdragen tot het behalen van de geformuleerde doelstelling.
3.5.1 Prestatiegebied 1 – ICT-sector De ICT-sector is in 2030 toonaangevend richting andere sector op het gebied van CO 2-neutraliteit. Het biedt innovatieve oplossingen voor haar ketenpartners en wordt erkend door stakeholders als een belangrijke sector met betrekking tot haar bijdrage aan de maatschappij als enabling partner en als gewilde werkgever.
26
In 2030 kan de Nederlandse ICT-sector zich CO2-neutraal noemen;
De ICT-sector zorgt voor het vergroten van de samenwerking in eigen sector, door kennis te delen ten aanzien van energie en duurzaamheid;
De ICT-sector versterkt haar rol als enabling partner op het gebied van op maat gemaakte, innovatieve ICT-oplossingen wereldwijd.
3.5.2 Prestatiegebied 2 – Gebouwde omgeving Doelstelling: Door toepassing van innovatieve smart buildings zal de ICT-sector een significante bijdrage (15%) leveren aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving en de gebruikers hiervan bewust maken door gedrag en consequenties inzichtelijk te maken.
De ICT-sector zal in 2030 innovatieve ICT-oplossingen aanbieden aan de energie sector die energie besparen en CO2 uitstoot zal verminderen;
De ICT-sector zal in 2030 innovatieve ICT-oplossingen aanbieden aan huiseigenaren met betrekking tot een optimaal en transparant energiebeheer van de Nederlandse gebouwde omgeving.
De ICT-sector draagt bij aan de ontwikkeling van smart grid oplossingen.
3.5.3 Prestatiegebied 3 – Logistiek Doelstelling: Door de ontwikkeling van smart mobility systems zal de ICT-sector in 2030 een significante bijdrage (11%) leveren aan het verduurzamen van de transportsector.
De ICT-sector zal innovatieve ICT-oplossingen aan de Nederlandse werkgevers en –nemers aanbieden, die een significante bijdrage leveren aan het reduceren van het woon-werk verkeer en zakelijke kilometers;
De ICT-sector heeft slimme ICT-oplossingen ontwikkeld voor de transportmarkt, zoals in-car, car-to-car en car-to-road toepassingen om de logistieke dienstverlening te optimaliseren en de materialenkringloop te sluiten.
3.5.4 Prestatiegebied 4 – Diensten Doelstelling: Door toepassing van innovatieve ICT-oplossingen zal de ICT-sector een significante bijdrage (15%) leveren aan het verduurzamen van de dienstensector.
In 2030 biedt de Nederlandse ICT-sector binnen de Europese markt de meest duurzame green datacenter aan haar klanten aan;
Door e-commerce diensten, waarbij verder virtualisatie en centralisatie wordt toegepast, kan de Nederlandse dienstverlening op maat gemaakte, goedkopere en duurzame diensten aanbieden aan haar klanten;
In 2030 heeft de ICT-sector een significante bijdrage geleverd aan duurzame diensteninnovatie.
27
3.6 Selectie onderwerpen voor de Routekaart: de prestatie-eisen Om effectief mens en middelen in te zetten en het beschikbare budget zo optimaal en succesvol te besteden heeft de ICT-sector uit de prestatiegebieden een aantal onderwerpen gedestilleerd om verder op te pakken in het Routekaarttraject. Dit gebeurde op basis van onderstaande criteria:
de impact van de prestatiegebieden in de keten is groot;
de bijdrage van ICT op korte en lange termijn is reëel;
de business case voor de markt is gezond;
de prestatie-eisen zijn precompetetief, hebben een reëel rendement in een grote markt en wordt door de markt (h)erkend als kans;
de geselecteerde prestatie-eisen sluiten aan bij de positie die de ICT-sector ambieert als innovatie-as voor diverse sectoren, waaronder de sector logistiek en energie;
de onderwerpen sluiten aan bij de onderkende thema‟s (zie 2.5.3).
De vier onderwerpen (ook wel prestatie-eisen genoemd) die hieruit zijn gekomen, worden meegenomen in het Routekaarttraject (inclusief doelstelling): 1. Smart grid / elektrisch rijden: Doelstelling is om in 2030 een energie- en emissieneutraal verkeerssysteem in gebruik te hebben en te zorgen dat het bestaande energienetwerk intelligent is, zodat er een evenwichtige balans tussen vraag en aanbod bestaat en het energienetwerk optimaal wordt gebruikt. 2. De Topsector Energie: Vanuit de ICT sector zal, samen met de Topsector Energie, een visie worden ontwikkeld en een concreet voorstel worden gedaan om de Topsector Energie te ondersteunen in haar innovatie doelstellingen, waarbij verlaging van de CO2-uitstoot en kostenreductie door energiebesparing centraal staan. Ook de Green Deal zal hierbij een rol spelen. 3. CO2-neutrale ICT-sector: In 2030 is de ICT-sector volledig CO2-neutraal. De tools, technieken en diensten die hier voor ontwikkeld worden zullen ook in andere sectoren toepasbaar zijn. 4. Reverse Logistics: In 2030 heeft de ICT-sector de logistieke keten geoptimaliseerd door een volledig gesloten keten te hebben van grondstof tot vervanging en hergebruik van verouderde producten. In de Routekaart worden deze onderwerpen verder gekwalificeerd en uitgewerkt tot concrete maatregelen die de ICT-sector na de Routekaart, in het zogenaamde Actieprogramma, oppakt. Alle sectoren,
die
door
de
experts
als
relevant
worden
geacht
ten
aanzien
van
energie-
efficiëntieverbetering, worden meegenomen in de Routekaart. De onderwerpen die niet in de Routekaart worden meegenomen, zijn op basis van de hierboven genoemde criteria afgevallen. Deze onderwerpen hebben minder impact op de potentiële energie-efficiëntieverbetering of liggen in de competitieve sfeer, met dus verminderde kans op slagen indien dit onderwerp in een Routekaart zou worden opgenomen.
28
4 Conclusies Routekaarttraject 4.1 Analyse nut, noodzaak en haalbaarheid Routekaarttraject Iedere groot of klein ICT-bedrijf kent zijn eigen marktbenadering met zijn eigen producten. Er is nog geen gemeenschappelijke visie op ontwikkelingen in andere sectoren. Zo is de initiële ontwikkeling van smart grid-oplossingen eigenlijk gemist door de Nederlandse ICT-sector door gebrek aan inzicht en samenwerking, waardoor nu buitenlandse spelers zich beter gepositioneerd hebben op deze strategische markt. Een Routekaart zorgt voor meer synergie in de ICT-sector en draagt bij aan de efficiënte toepassing van innovaties, maar ook efficiënte inzet van middelen. Er wordt op dit moment niet of onvoldoende door de sector samengewerkt in innovatieve, lange termijn projecten. De Routekaart ondersteunt de ICT-sector als geheel in het creëren van een gemeenschappelijk toekomstbeeld waardoor synergetisch aan de versterking van de sector gewerkt kan worden. De innovatiekracht van de ICT-sector is, mede door de financiële crisis, afgenomen de laatste jaren. Dit is ook geconstateerd in een vergadering (19 oktober 2010) met enkele medewerkers van het Directoraat-Generaal voor Energie, Telecom en Markten/ Directie ICT en Toepassing van het Ministerie van Economische Zaken. Ook in de sector zelf is dit besef aanwezig. De nieuwe initiatieven in de Routekaart worden door de ICT-sector als stimulerend ervaren, zo bleek ook op de MJA bedrijvendag
3
november
2010,
en
geeft
nieuwe
energie
om
in
deze
vorm
(met
o.a.
(brancheorganisaties van) klanten) bedrijfs- en sectoroverstijgende oplossingen (precompetitief) te bedenken. Daarnaast wil de branchevereniging ICT~Office de Routekaart resultaten gebruiken in haar ambitie om een bindende en stimulerende rol te spelen voor de bedrijven in de ICT-sector en precompetitief voor thema‟s te kunnen lobbyen. De uitkomsten van de Routekaart biedt de overheid de mogelijkheid om concreet invulling te geven aan stimulerende maatregelen en prioriteiten in het economisch beleid vast te stellen. Het is belangrijk voor de ICT-sector om na te blijven denken over het efficiënt gebruiken van energie. Energiebesparing is niet slechts een idealistisch streven om het milieu voor volgende generaties te behouden, maar een noodzaak voor bedrijven om economisch mee te kunnen blijven doen. De steeds hogere energiekosten beginnen hun tol te eisen op de operationele kosten van bijvoorbeeld datacenters. Energie- en koelingskosten vertegenwoordigen veertig procent van de datacenter
TCO
(Total
Cost
of
Ownership)11.
Energiezuinige
apparatuur
kan
haar
hogere
aanschafprijs hier ruimschoots compenseren. Daarbij is groene technologie een belangrijke onderscheidende factor geworden tussen leveranciers, business partners en dienstenaanbieders. Veel organisaties selecteren hun leveranciers op basis van hun groene status. De overstap naar duurzaamheid wordt dus niet alleen vanwege de lagere kosten van de concurrentie of vanwege ideologische en maatschappelijke redenen gedaan, maar ook en vooral vanwege de garantie op continuïteit. Een goede business case is hier onontbeerlijk.
11
Het belang van groene ICT in Nederland, december 2008 29
4.2 Ambitie ICT-sector De ICT-sector wil een proactieve, innovatieve houding ontwikkelen om de meest innovatieve sector van Nederland te blijven, en de groene innovatiemotor te worden. De ontwikkeling van nieuwe ICT toepassingen maakt Nederland een interessante vestigingsplaats voor bedrijven en is daarmee een belangrijke stimulans voor innovatie in het Nederlandse bedrijfsleven. De ICT-sector wil vooral werken aan ICT als groene motor om haar bestaansrecht te rechtvaardigen. De Routekaart creëert een voldoende lange termijn perspectief om strategische innovatie op te starten. ICT heeft voor innovatie, economische groei en energie-efficiency een hefboomeffect dat maximaal benut moet worden. Door samenwerking met ketenpartners in werkgroepen wordt deze hefboom zichtbaar gemaakt, zodat dat niet alleen efficiency in de eigen keten doch ook juist in die van klanten bereikt kan worden. Alle ICT-bedrijven zijn in beweging en ICT~Office kan met behulp van de resultaten van de Routekaart
bijdragen
aan
de
ontwikkeling
van
een
gezamenlijke
richting
waardoor
de
concurrentiekracht van de sector en de BV Nederland versterkt worden.
4.2.1 Relatie met Energie-efficiencyplannen (EEP’s) De ICT-bedrijven die deelnemen aan de meerjarenafspraken energie-efficiency zijn verplicht om vierjaarlijks een energie-efficiencyplan (EEP) op te stellen. Hierin staan de plannen rondom de energiebesparende maatregelen binnen de eigen sector. Dit is een traject dat tegelijkertijd met de routekaart loopt en om die reden werken we deze maatregelen niet uit in de Routekaart zelf. Het zijn immers autonome processen die al lopen en zodoende zal de routekaart daar geen extra stimulerende werking op hebben. Er zijn drie categorieën maatregelen te onderscheiden binnen de EEP‟s, te weten maatregelen voor gebouw, installatie of apparaten (zoals good housekeeping, aanpassing verlichting, vervanging van oude apparatuur, etc.), maatregelen op het gebied van duurzame energie (inkoop groene stroom, gebruik van (eigen opgewekte) duurzame energie) en maatregelen op het gebied van energiewinst buiten
het
eigen
bedrijf
(materiaalbesparing
of
vermindering
energieverbruik
tijdens
productgebruik). Zie voor een nadere toelichting met percentages energie-efficiëntieverbetering hoofdstuk 3.3.1. Een tabel met een overzicht van alle maatregelen uit de EEP‟s is te vinden in bijlage 1.
4.3 Commitment en haalbaarheid In het eerste deel van het Voorstudie traject is erg veel tijd en energie besteed aan het creëren van draagvlak in de sector, omdat die periode immers de MJA in de hele sector nog moest opstarten en dáár vooral de aandacht naar uit ging. Tijdens het congres An Innovative Truth d.d. 15 september 2010 over innovatie met ICT, is het plan voor de Routekaart en de aanpak voor het eerst gepresenteerd. Key Note sprekers waren hier Hans Vijlbrief, Directeur-Generaal ETM Ministerie van Economische Zaken, John Doyle, Sustainable Development Policy Co-ordinator Europese Commissie en Prof. Ton Backx, Decaan faculteit Electrical Engineering Technische Universiteit Eindhoven. Tijdens de parallel workshops presenteerden ICT~Office en AgentschapNL het plan voor de Routekaart. De respons uit de zaal was zonder meer positief. Tijdens de MJA-bedrijvendag in 2010 meldden zich ook deelnemers aan voor deelname aan de werkgroepen.
30
Op diverse andere bijeenkomsten en vergaderingen in de sector is aandacht geweest voor de voorstudie én routekaart. De methodiek is goed ontvangen en het feit dat er gestructureerd aan ‟precompetitieve onderwerpen‟ wordt gewerkt, wordt door de sector gezien als een kans om innovatie een impuls te geven, met name ook vanwege duurzaamheid als actuele, rode draad. Het bestuur van de ICT-sector heeft zich achter het plan geschaard en is bereid het te sponsoren omdat het belang van de sector door deze innovatie onderkend is. Daarmee komen dan ook de resources beschikbaar om de werkgroepen te bemensen.
4.4 Conclusie De ICT-sector heeft de ambitie om niet alleen de eigen sector te vergroenen, maar ook andere sectoren te verduurzamen. Veel van de activiteiten om de CO 2-footprint en energie-efficiëntie van de eigen sector te behalen lopen reeds in het kader van de MJA . De verwachting is dat daar voor de sector al zeker een reductie van 30 tot 50 procent is te behalen. Maar de doelstelling om daadwerkelijk CO2-neutraal te worden heeft een langere horizon dan de MJA, en vergt dan ook verder onderzoek. De routekaart is daar een goed middel in. Ook voor de besparingen die te behalen zijn in andere sectoren dan de ICT sector is verder onderzoek nodig. Ook daar is de Routekaart essentieel voor.
31
5 Plan van aanpak Routekaart ICT-sector Zodra de goedkeuring voor het Routekaarttraject is ontvangen, zal er worden gestart met de voorbereiding van het traject, zoals het nader invullen van de planning, het vormen van verschillende werkgroepen en toekennen van budgetten per werkgroep. De werkgroepen worden gevormd aan de hand van de thema‟s. Er zullen (minimaal) vier werkgroepen worden gevormd, met ieder een eigen onderwerp: Elektrisch rijden/Smart Grid; Topsector Energie; CO2-neutrale ICT-sector en Reverse Logistics. De werkgroepen zullen hun aandacht besteden aan het SMART (Specific, Measurable, Attainable, Realistic and Timely) formuleren van de verschillende onderwerpen of deelprojecten. Hieronder is de projectplanning weergegeven, waarbij ervoor wordt gekozen om verschillende meetpunten in de Routekaart op te nemen (fasering). Bij ieder van deze meetpunten of fasen wordt beoordeeld of de voortgang van de deelprojecten in lijn is met de initiële opzet. Indien deze afwijkt, zal het management van de projectorganisatie (zie paragraaf hieronder) beslissen welke acties er nodig zijn om de voortgang op niveau te brengen (bijvoorbeeld meer ondersteuning of budget). Bij iedere fase wordt vervolgens gekeken naar de oplevering van verschillende (tussen)producten en (tussen)rapportages. Voorafgaand aan iedere fase zal tevens, in samenwerking met de werkgroepen, afspraken worden gemaakt voor de aankomende fase (denk aan voortgang, aanpassen planning of budget). Op deze wijze kan het proces nauwkeurig worden aangestuurd.
De fasen worden hieronder kort toegelicht in termen van activiteiten en resultaten.
32
1. Voorbereiding Activiteiten
Eerste projectbijeenkomst projectteam
Communicatie PvA naar sector
Samenstellen werkgroepen
Voorbereiding en organiseren kick-off sessies
Resultaat
Projectteam en werkgroepen klaar om te starten met uitvoering fase 2
met projectteam en werkgroepen
2. Aanscherpen thema’s en plan van aanpak Activiteiten
Verdiepen markt- en sectoranalyse
Start van de werkgroepen met aanscherping van de thema‟s tot SMART geformuleerde doelstellingen
Verder uitwerken van de trajecten
Resultaat
SMART geformuleerde doelstellingen
Aangescherpt PvA per werkgroep
(deelplanning) per werkgroep (bijv. concrete activiteiten, taakverdeling, etc.)
3. Inventarisatie / specificatie maatregelen Activiteiten
Resultaat
Identificeren maatregelen en hun bijdrage aan het halen van de doelstellingen (per werkgroep verschillend). Hierbij kan er voor worden gekozen om (een deel van) een onderzoek uit te besteden aan een extern bureau of dat
Per werkgroep overzicht van maatregelen met impact op het thema.
expertise vanuit (eigen) bedrijfsleven wordt verkregen, door bijvoorbeeld uitvoeren interviews of het uitnodigen van een expert tijdens een sessie
4. Selectie maatregelen en visualisatie Routekaart Activiteiten
Resultaat
33
Opstellen van geïntegreerd overzicht van thema‟s en maatregelen die hieraan bijdragen. Hierin worden de randvoorwaarden en benodigde resources opgenomen. Eveneens wordt bekeken of er wellicht maatregelen zijn
Routekaart voor de sector
Concept actieprogramma
die onderling verband hebben met of impact hebben op meerdere thema‟s.
5. Rapportage en afronding Activiteiten
Resultaat
Het actieprogramma en de Routekaart worden ter accordering aan de Stuurgroep voorgelegd
Er wordt een definitieve versie opgesteld van de Routekaart en actieprogramma
Het Routekaartrapport wordt opgesteld
Decharge
Actieprogramma
Routekaartrapport
5.1 Projectorganisatie In de figuur hieronder is weergegeven hoe de projectorganisatie er uit zal zien in de Routekaart.
Stuurgroep Algemeen bestuur ICT~Office
Besturen
Managen
Projectleider ICT~Office
Secretaris AgentschapNL
Procesbegeleider 2 adviseurs van Atos Consulting
Uitvoeren
Werkgroep 1 Elektrisch rijden / Smart Grids
Werkgroep 2 Topsector Energie
Werkgroep 3 CO2 neutrale ICT-sector
Werkgroep 4 Reverse Logistics (RL)
Figuur Projectorganisatie
34
Binnen de gehele projectorganisatie worden de volgende onderdelen erkend:
Stuurgroep Algemeen Bestuur (besturen);
Projectteam met projectleider vanuit ICT~Office, secretaris van AgentschapNL en procesbegeleiders van Atos Consulting (managen);
Werkgroepen (oplevering en uitvoering);
Externe advisering naast procesbegeleiding (oplevering en uitvoering) (niet in projectorganisatie weergegeven).
De volgende rollen met bijbehorende projectteam leden zijn geïdentificeerd:
Projectleider: ICT~Office
Secretaris: Vertegenwoordiger van AgentschapNL
Programma begeleiding: Procesbegeleider (twee adviseurs van Atos Consulting)
Iedere rol binnen het Routekaarttraject zal verschillende verantwoordelijkheden en taken met zich mee brengen. Een rolbeschrijving per onderdeel van de organisatie, met waar mogelijk vermelding van kerncompetenties, kan er als volgt uit zien: (N.B. ook hier geldt dat het vaststellen van definitieve taken en verantwoordelijkheden onderdeel uitmaken van het eerste gedeelte van de Routekaart: aanscherpen Plan van Aanpak):
De Stuurgroep Het Algemeen bestuur van ICT~Office wordt gezien als de Stuurgroep van dit traject. De verantwoordelijkheden die hierbij horen zijn onder andere:
Goedkeuren van de toleranties in tijd en geld per onderwerp (deelproject) en per fase van het traject;
Continue verantwoordelijkheid voor vaststellen van de levensvatbaarheid en relevantie van de verschillende deelprojecten die tijdens de Voorstudie zijn geïdentificeerd;
Nemen van besluiten ten aanzien van deelprojecten en/of fasen die door het projectteam worden geëscaleerd;
Goedkeuren van de deliverables die per deelproject en fase worden opgeleverd;
Communicatie met alle belanghebbenden;
Bevestigen van de acceptatie van de eindproducten van het Routekaarttraject;
Eindverantwoordelijkheid voor het afronden van het Routekaarttraject, zoals openstaande issues overdragen (aanbevelingen), overdragen van de eindproducten naar de sector en het aankondigen van de afsluiting van het Routekaarttraject aan alle belanghebbenden.
Deze verantwoordelijkheden brengen een aantal kerncompetenties met zich mee, dat in de Stuurgroep moet worden geborgd, wil de Stuurgroep haar verantwoordelijkheden correct en efficiënt uitvoeren. Dit zijn onder andere:
Goede weerspiegeling te geven van alle belanghebbenden in het Routekaarttraject; 35
Voldoende autoriteit hebben om beslissingen te kunnen nemen, en om mensen en middelen in te zetten;
Voldoende commitment te hebben gedurende het gehele traject.
Gebleken is dat het Algemeen Bestuur honderd procent achter het Routekaarttraject staat en hiermee haar commitment en mandaat heeft gegeven aan de uitvoering van het Routekaarttraject. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur voldoende daadkracht om beslissingen te kunnen nemen, die vanuit het projectteam worden geëscaleerd naar het Bestuur.
Projectleider De projectleider is verantwoordelijk voor de (dagelijkse) leiding van het Routekaarttraject. Zijn voornaamste verantwoordelijkheid is de oplevering van de vooraf vastgestelde producten, conform de
gestelde
eisen en
toleranties,
zodat
de
ICT-sector
na
oplevering
de
baten
van
het
Routekaarttraject kan implementeren. De projectleider heeft verschillende verantwoordelijkheden:
Voorzitter van projectteambesprekingen en aanspreekpunt voor projectteam (bottom-up) en voor de Stuurgroep richting de werkgroepen (top-down);
Agenderen van belangrijke onderwerpen voor de ICT-sector;
Zorgt er voor dat de verschillende producten, plannen en strategieën worden opgesteld aan de start van het Routekaarttraject;
Zorgt er voor dat de beheersmaatregelen voor het project zijn ingericht;
Zorgt er voor dat het projectteam adequaat wordt aangestuurd;
Bewaakt de voortgang van het traject en zorgt voor afstemming van communicatie tussen projectteam en Stuurgroep, tussen de werkgroepen en de Stuurgroep en tussen de projectgroep en de werkgroepen;
Aansturing van de procesbegeleiders, in overleg met de secretaris;
Zorgt voor een gedegen afsluiting van het project, zodat de Stuurgroep op basis van volledige informatie het Routekaarttraject kan afronden en in het bedrijfsleven kan implementeren (denk bijvoorbeeld aan het opstellen van de eindrapportage en het maken van aanbevelingen).
De uitwerking van de voorstudie in een routekaart vindt plaats onder de verantwoording van het Algemeen Bestuur van ICT~Office. Gebleken bij andere Routekaarten is, dat gedegen invulling van de projectleidersrol van cruciaal belang is bij de totstandkoming van een ambitieuze en gedragen routekaart.
De
projectleider
uit
de
Voorstudie
is
inmiddels
niet
meer
werkzaam
bij
de
branchevereniging ICT~Office. De positie van projectleider is vacant en een geschikte vervanging wordt gezocht. Tijdelijk vervullen twee beleidsmedewerkers van ICT~Office de rol van projectleider totdat vervanging is geregeld. Kerncompetenties van de projectleider moeten zijn: draagvlak hebben als projectleider binnen de sector, kennis van de sector, klanten, leveranciers en andere (overheids)partners, gedegen kennis van project- of programmamanagement, beschikbaarheid gedurende het Routekaarttraject 36
(in verband met continuïteit), relevant netwerk binnen en buiten de ICT-sector en affiniteit met innovatie en energie. Projectteam Het projectteam bestaat uit projectleider, secretaris en procesbegeleiders. Als geheel draagt het projectteam zorg voor de aansturing van de verschillende deelprojecten, die door de werkgroepen worden uitgevoerd (zie hieronder) en de communicatie richting de Stuurgroep. Algemene taken van het projectteam zijn:
Het leveren van input voor managementproducten, zoals het (aangescherpte) Plan van Aanpak en de (tussen)rapportages;
Het reviewen van de rapportages;
Het creëren van draagvlak bij de Stuurgroep en de achterban (bedrijven).
Korte toelichting van de rollen in een projectteam:
Projectleider: Zie hierboven
Secretaris: De secretaris is de belangenbehartiger van AgentschapNL en fungeert als de rechterhand van het projectteam. De secretaris is hoofdverantwoordelijk voor het beheer van het budget en levert, indien gewenst en mogelijk binnen het budget van de secretaris, de (operationele) ondersteuning van het projectteam (denk aan het (mede met de procesbegeleider) organiseren van bijeenkomsten, dossierbeheer en versiebeheer van de verschillende producten op ViaDesk en bewaken van de scope van het traject) en biedt (in overleg met procesbegeleiders) advies ten aanzien van projectmanagement aan project- en werkgroepleiders. Nogmaals, het budget en inzet van AgentschapNL zal beperkt zijn gedurende het Routekaarttraject. Deze beperking wordt mede opgevangen door inzet vanuit de procesbegeleider.
Procesbegeleider: Procesbegeleiding wordt verzorgd door twee adviseurs van Atos Consulting. De procesbegeleiders participeren en begeleiden projectteambijeenkomsten, dragen zorg voor rapportage (inclusief managementproducten zoals het definitieve plan van aanpak) en is verantwoordelijk voor afstemming tussen werkgroepen en projectteam in de vorm van rapportages en communicatie. Daarnaast verzorgt de procesbegeleider de verschillende communicaties tussen werkgroepen, projectteam en Stuurgroepen. De procesbegeleider is tevens voorzitter bij kwaliteitsreviews van (tussen)producten van de werkgroepen. Hierbij zorgt de procesbegeleider er voor dat de juiste belanghebbenden de producten beoordelen en opvolging van de review door de betreffende werkgroepleider en/of projectleider. Daarnaast draagt de procesbegeleider zorg voor het beheersen van planning en budget, in overleg met de projectleider.
Werkgroepen Er worden vier werkgroepen opgericht om de thema‟s uit te werken en maatregelen te identificeren en selecteren om de eis te behalen. Zoals eerder aangegeven, worden de thema‟s in fase 2 SMART geformuleerd. Afhankelijk van deze formulering plus capaciteit van de bedrijven om deelnemers te leveren, zal een werkgroep de geïdentificeerde thema‟s onderzoeken.
37
Het voorstel is om per werkgroep een eerste aanspreekpunt aan te wijzen, die contact onderhoudt met de projectleider. Dit aanspreekpunt is de manager van de werkgroep en zal direct rapporteren aan de projectleider. Hij zal samen met het projectteam een planning opstellen voor zijn deelproject en, indien noodzakelijk, per fase. Daarnaast kan de werkgroepleider worden gevraagd de (tussen)uitkomsten van de werkgroep te presenteren aan het projectteam en/of de Stuurgroep. De werkgroepleider is verantwoordelijk voor het volgende:
Plannen, bewaken en beheersen van de deelprojecten, in overeenstemming met de projectleider en projectteam;
Communicatie met het projectteam en projectleider over voortgang van het deelproject;
Kwaliteit van de op te leveren producten en overdracht van de eindproducten aan de projectleider / projectteam.
De leden van de werkgroepen zullen afkomstig zijn vanuit de ICT-sector, waarbij er per werkgroep zal worden beoordeeld welke achtergronden / expertise relevant zullen zijn. De werkgroepleider moet dezelfde competenties beheersen als een projectleider, al zal de werkgroepleider meer vanuit het operationele aspect zijn werkgroepleden aansturen. Deze werkgroepen bestaan uit leden van ICT~Office en mogelijk externe experts (leveranciers van de sector). De exacte samenstelling van de werkgroepen zal afhankelijk zijn van de nadere invulling van de prestatie-eisen gedurende de eerste fase van een Routekaart. Hieronder zijn kort de activiteiten van de werkgroepen beschreven.
Werkgroep 1 Betrokken bedrijven
Doelstelling
Elektrisch rijden / smart grid
IBM
>5 leveranciers
Doelstelling
is
om
in
2030
een
energie-
en
emissieneutraal
verkeerssysteem in gebruik te hebben en te zorgen dat het bestaande energienetwerk intelligent is, zodat er een evenwichtige balans tussen vraag en aanbod bestaat en het energienetwerk optimaal wordt gebruikt. Resultaten
Kader om te komen tot succesvolle implementatie van elektrisch rijden;
Business case met besparing in CO2 en kostenbesparing met ICT in het smart grid.
Activiteiten
Planning
Vier workshops organiseren met leveranciers;
Onderzoek uit laten voeren naar besparingsmogelijkheden;
Opstellen Business Case.
Start 1 juli 2011 – afronding 31 maart 2012 1. Startbijeenkomst (opstellen doelstelling, aanscherpen prestatieeisen en plan van aanpak) 2. Formuleren onderzoeksopdracht (eventueel in samenwerking 38
met extern adviesbureau Arcadis) 3. Uitvoeren onderzoek 4. Bespreken concept rapportage 5. Bespreken
eindrapportage
en
identificeren
maatregelen,
randvoorwaarden en resources 6. Evaluatie maatregelen, visualisering en opstellen activiteiten plan
Werkgroep 2 Betrokken bedrijven
Doelstelling
Topsector Energie
Microsoft
>5 leveranciers
Vanuit de ICT sector zal een visie worden ontwikkeld en een concreet voorstel worden gedaan om de Topsector Energie te ondersteunen in haar innovatie doelstellingen, waarbij verlaging van de CO2-uitstoot en kostenreductie door energiebesparing centraal staan.
Resultaten
Gezamenlijke visie ontwikkelen hoe de ICT-sector kan bijdragen aan de doelstellingen van de Topsector Energie;
Business Case ontwikkelen voor toepassing ICT binnen de Topsector Energie.
Activiteiten
Vier workshops organiseren met leveranciers;
Kennisuitwisseling
organiseren
tussen
belanghebbende
marktpartijen, waarvan minimaal één bijeenkomst met de Topsector Energie;
Onderzoek uit laten voeren naar besparingsmogelijkheden door middel van ICT;
Planning
Opstellen Business Case.
Start 1 juli 2011 – afronding 31 maart 2012 1. Startbijeenkomst (opstellen doelstelling, aanscherpen prestatieeisen en plan van aanpak) 2. Formuleren onderzoeksopdracht (eventueel in samenwerking met extern adviesbureau, bijvoorbeeld EnergyGo) 3. Bespreken concept rapportage 4. Bespreken
eindrapportage
en
identificeren
maatregelen,
randvoorwaarden en resources 5. Evaluatie maatregelen, visualisering en opstellen activiteiten plan
39
Werkgroep 3 Betrokken bedrijven
Doelstelling Resultaten
CO2-neutrale ICT-sector
Oracle
>5 leveranciers
In 2030 is de ICT-sector volledig CO2-neutraal
Een routekaart die het tijdspad, kaders en inspanning weergeeft richting een CO2-neutrale sector in 2030;
Businessplan om middels ICT andere sectoren te helpen CO 2neutraal te worden.
Activiteiten
Vier workshops organiseren;
Scan naar CO2-verlagende activiteiten binnen de huidige EEP‟s;
Best practices analyseren en opschaalbaar maken;
Onderzoek uit laten voeren naar meetbare resultaten CO2neutrale aanpak;
Planning
Businessplan opstellen.
Start 1 juli 2011 – afronding 31 maart 2012 1. Startbijeenkomst (opstellen doelstelling, aanscherpen prestatieeisen en plan van aanpak) 2. Formuleren onderzoeksopdracht (eventueel in samenwerking met extern adviesbureau) 3. Bespreken concept rapportage 4. Bespreken
eindrapportage
en
identificeren
maatregelen,
randvoorwaarden en resources 5. Evaluatie maatregelen, visualisering en opstellen activiteiten plan
Werkgroep 4 Betrokken bedrijven
Doelstelling
Reverse Logistics
Cisco
>5 leveranciers
In 2030 heeft de ICT-sector de logistieke keten geoptimaliseerd door een volledig gesloten keten te hebben van grondstof tot vervanging en hergebruik van verouderde producten.
Resultaten
Visie ontwikkelen hoe de ICT-sector kan bijdragen aan reverse logistics;
Potentieel
van
reverse
logistics
uitwerken,
businessplan 40
opstellen. Activiteiten
Vier workshops organiseren met de deelnemende bedrijven;
Onderzoek laten uitvoeren naar een meetbare systeem van reverse logistics;
Planning
Businessplan opstellen.
Start 1 juli 2011 – afronding 31 maart 2012 1. Startbijeenkomst (opstellen doelstelling, aanscherpen prestatieeisen en plan van aanpak) 2. Formuleren onderzoeksopdracht (eventueel in samenwerking met extern adviesbureau, bijvoorbeeld Arcadis) 3. Bespreken concept rapportage 4. Bespreken
eindrapportage
en
identificeren
maatregelen,
randvoorwaarden en resources 5. Evaluatie maatregelen, visualisering en opstellen activiteiten plan Externe advisering Als laatste geldt dat op naast advisering ten aanzien van procesbegeleiding er ook gedurende het traject advisering nodig zal zijn ten aanzien van de onderwerpen. De ICT-sector heeft reeds jarenlange ervaring met technische bureaus, die hen van advies voorzien. Zij zullen in het Routekaarttraject worden gevraagd de sector van ondersteuning te voorzien door middel van onderzoeksopdrachten. Inzet van deze advisering zal worden gedaan op aangeven van de verschillende werkgroepen. Zij kunnen vanuit hun expertise een goede inschatting maken in welke hoedanigheid zij advisering of ondersteuning nodig hebben. Het projectteam zal op basis van het gehele budget deze gewenste advisering toekennen. Overigens geldt dat toekenning van budget aan de verschillende werkgroepen zal worden gecommuniceerd aan de Stuurgroep, waarvoor het mandaat reeds van de projectleider is gegeven. Externe adviseurs werken nauw samen met het projectteam en dienen als objectieve partij deel te nemen aan het traject door op basis van de output van het traject als geheel advies en expertise in te brengen. In paragraaf 6.4 is aangegeven welk budget er nodig zou zijn voor externe advisering.
5.2 Kader voor communicatie Het Routekaarttraject is een ambitieus en belangrijk traject voor de ICT-sector. Mits succesvol bieden de baten van de Routekaart immers veel perspectief voor de sector. De projectorganisatie is dan ook vanuit dit oogpunt opgezet: voldoende inbreng van expertise en creëren van draagvlak. Een risico is echter dat het proces te stroperig wordt door de verschillende platformen, die invloed en zeggenschap hebben op de (deel)producten en daarmee de voortgang. Om dit te voorkomen is het van belang dat de geïdentificeerde platformen ten alle tijden worden geïnformeerd, maar met de juiste inhoud en timing. Concreet betekent dit het volgende:
41
De Stuurgroep wordt regelmatig geïnformeerd over de voortgang van het traject, over oplevering per werkgroep en tenminste bij iedere faseovergang. Indien er door de projectgroep een probleem of zorg wordt geëscaleerd, moet dit op korte termijn worden behandeld door de Stuurgroep. Afhankelijk van het type probleem kan dit telefonisch, via een webapplicatie, via mailwisseling of in uiterste geval middels een extra bijeenkomst (naast de reguliere bijeenkomsten). Of een probleem wel of niet wordt geëscaleerd, wordt gedaan aan de hand van vastgestelde toleranties. Deze toleranties worden tijdens de eerste fase aangeleverd door de Stuurgroep, op basis van advies van het projectteam en projectborging.
Het projectteam komt op reguliere en frequente momenten bijeen om de voortgang van de werkgroepen en het gehele traject te bespreken, waarbij gestreefd wordt binnen 2 weken afstemming te verkrijgen.
De werkgroepen komen bijeen naar gelang dit gewenst is en afhankelijk van noodzaak en prioriteit. Er moet per werkgroep en deelproject worden bekeken met welke frequentie en op welke wijze de bijeenkomsten worden georganiseerd. Dit gebeurt in overleg met het projectteam en de werkgroepleider.
Een nadere uitwerking van communicatie tussen de verschillende belanghebbenden zal desgewenst worden vastgelegd in de vorm van een communicatiestrategie. Deze wordt opgesteld door de procesbegeleider, gevalideerd door het projectteam en uiteindelijk door de Stuurgroep. Zoals eerder aangegeven zal een communicatiestrategie tijdens de eerste fase van een Routekaart verder worden ingevuld. Dit zal de communicatie omvatten tussen de werkgroepen onderling, tussen de werkgroepen en het projectteam en tussen het projectteam en de Stuurgroep. Als algemeen communicatiekader naar de achterban geldt dat er reeds een virtuele community is opgezet
voor de vertegenwoordigers van de sector zoals ICT voor Energie en Klimaat
(www.ictgaatvoorgroen.nl). Dit platform kan worden gebruikt voor communicatie naar de achterban. Daarnaast zal ICT~Office haar eigen site en nieuwsbrief gebruiken om op frequente wijze te communiceren naar haar achterban. Met name de website is bij uitstek geschikt om tot op dagelijkse frequentie
te
communiceren over behaalde
producten en voortgang
van de
verschillende
werkgroepen.
5.3 Begroting
Nr.
Werkgroep
Geschatte kosten
1
Elektrisch rijden / Smart Grid
€ 25.000
2
Topsector Energie
€ 25.000
3
CO2-neutrale ICT-sector
€ 25.000
4
Reverse Logistics
€ 25.000
Inhuur procesbegeleider
€ 186.500
Totaal budget
€ 286.500
42
Tabel 7 Begroting
De geschatte kosten voor de genoemde prestatie-eisen betreffen de inhuur van expertise en/of het uitbesteden van onderzoek naar derden. Inzet personen
Stuurgroep
Mandagen / uren Minimaal 20 uur persoon (5 fasen * 4 uur), in totaal 160 uur
Kosten voor
VNG Bestuur
Projectleiding
Minimaal 360 uur (45 mandagen)
AgentschapNL
Secretaris
Minimaal 280 uur (35 mandagen)
AgentschapNL
Procesbegeleiding
1400 uur
AgentschapNL
Werkgroep 1
Werkgroep 2
Werkgroep 3
Werkgroep 4
Maximaal 210 uur in totaal (30 uur per maand x 7 maanden) Maximaal 210 uur in totaal (30 uur per maand x 7 maanden) Maximaal 210 uur in totaal (30 uur per maand x 7 maanden) Maximaal 210 uur in totaal (30 uur per maand x 7 maanden)
Sector
Sector
Sector
Sector
Tabel 8 Inzet personen
43
Bijlage 1
Totale besparing 2009-2012 per categorie en kwalificatie van de besparingsmaatregelen Som van totaal (GJ)
Onzeker
Voorwaardelijk
Zeker
Eindtotaal
Procesefficiency (PE)
263.237
761.778
923.519
1.948.534
Strategische projecten
171.000
8.442
339.421
518.863
Utilities en gebouwen
86.482
251.475
296.352
634.309
4.684
412.251
229.703
646.639
Processen2 Good housekeeping2
1.071
89.609
58.043
148.723
Duurzame Energie (DE)
3.255
1.398.598
1.646.973
3.048.827
1.388.745
1.646.934
3.035.679
2.700
40
Inkoop: duurzame elektriciteit Windenergie Eigen opwek omgevingswarmte Eigen opwek zonnestroom
3.183
2.740
6.951
10.134
72
203
248.247
1.507
111.837
361.591
51.246
0
46
51.292
Optimalisatie distributie
2.734
1.327
37.833
41.894
Samenwerking op locatie
1.667
56.448
58.114
Ketenefficiency (KE) Materiaalbesparing
Vermindering energiegebruik tijdens productgebruik Optimalisatie functievervulling Eindtotaal
275
189.000
189.000
3.600
180
17.511
21.291
514.739
2.161.883
2.682.330
5.358.952
Aantal maatregelen 2009-2012 per categorie en kwalificatie van de besparingsmaatregelen Aantal van totaal Procesefficiency (PE)
Onzeker
Voorwaardelijk
Zeker
Eindtotaal
51
60
204
315
Strategische projecten
2
1
9
12
Utilities en gebouwen
27
31
91
149
3
22
29
54
Processen2 Good housekeeping2
19
6
75
100
Duurzame Energie (DE)
5
6
8
19
Inkoop: duurzame elektriciteit
3
7
10
Windenergie
1
1
2
Eigen opwek omgevingswarmte Eigen opwek zonnestroom
2
1
3
3
1
13
6
17
36
Materiaalbesparing
2
1
1
4
Optimalisatie distributie
5
4
10
19
Samenwerking op locatie
2
1
3
Ketenefficiency (KE)
4
44
Vermindering energiegebruik tijdens productgebruik Optimalisatie functievervulling Eindtotaal
2
2
2
1
5
8
69
72
229
370
Totale CO2-emissiereductie 2009-2012 per categorie en kwalificatie van de besparingsmaatregelen Som van CO2 (ton)
Onzeker
Voorwaardelijk
Zeker
Eindtotaal
Procesefficiency (PE)
19.554
56.576
68.209
144.339
Strategische projecten
12.757
630
25.055
38.441
Utilities en gebouwen
6.368
18.719
21.915
47.002
349
30.567
16.922
47.839
80
6.660
4.317
11.057
243
104.253
122.864
227.360
103.600
122.861
226.462
201
3
204
Processen2 Good housekeeping2 Duurzame Energie (DE) Inkoop: duurzame elektriciteit Windenergie Eigen opwek omgevingswarmte Eigen opwek zonnestroom Ketenefficiency (KE) Materiaalbesparing
237
436
5
15
18.506
109
674 20 4.032
22.648
3.823
0
3
3.826
Optimalisatie distributie
197
96
2.724
3.016
Samenwerking op locatie
119
0
119
Vermindering energiegebruik tijdens productgebruik Optimalisatie functievervulling Eindtotaal
14.099
14.099
269
13
1.305
1.587
38.303
160.938
195.106
394.347
Percentuele besparing 2009-2012 per categorie en kwalificatie van de besparingsmaatregelen Categorie
Onzeker
Voorwaardelijk
Zeker
Eindtotaal
Procesefficiency (PE)
2,1%
6,2%
7,5%
15,8%
Strategische projecten
1,4%
0,1%
2,7%
4,2%
Utilities en gebouwen
0,7%
2,0%
2,4%
5,1%
Processen2
0,0%
3,3%
1,9%
5,2%
Good housekeeping2
0,0%
0,7%
0,5%
1,2%
Duurzame Energie (DE)
0,0%
11,3%
13,3%
24,7%
Inkoop: duurzame elektriciteit
0,0%
11,2%
13,3%
24,6%
Windenergie
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Eigen opwek omgevingswarmte
0,0%
0,1%
0,0%
0,1%
Eigen opwek zonnestroom
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Ketenefficiency (KE)
2,0%
0,0%
0,9%
2,9%
Materiaalbesparing
0,4%
0,0%
0,0%
0,4%
Optimalisatie distributie
0,0%
0,0%
0,3%
0,3%
Samenwerking op locatie
0,0%
0,0%
0,5%
0,5%
Vermindering energiegebruik tijdens
1,5%
0,0%
0,0%
1,5% 45
productgebruik Optimalisatie functievervulling
0,0%
0,0%
0,1%
0,2%
Eindtotaal
4,2%
17,5%
21,7%
43,4%
19 bedrijven, 14 nog niet
PEV2008 vd 19 bedrijven = 12,3 PJ
370 maatregelen waarvan 261 gekwantificeerd
46
Bijlage 2 Drie van de vier gekozen scenario studies zijn door de ICT-sector zelf ontwikkeld in 2010 en dienen in de sector als bron voor duurzame innovatie. De Routekaart verbindt het gedachtegoed van de verschillende studies en versterkt de boodschap naar de ICT-sector leden en naar de verschillende branches in de markt. Hieronder worden de vier studies besproken.
Studie ICT 2020_4 Scenario Stories In opdracht van (opdrachtgever EZ, Sander Ruiter) is in 2010 een onderzoek uitgevoerd naar fundamentele onderzekerheden en dominante trends in de ICT. Het rapport, “ICT 2020_4 Scenario Stories” is in mei 2010 verschenen. De studie is gebaseerd op 30 interviews met internationaal befaamde experts in het ICT domein en uitgevoerd door DtN, Daniël Erasmus. In dit project beschouwen wij deze scenariostudie als die met een ICT-perspectief. Een visualisering van de vier scenario‟s:
Efficient ICT
Als deze crisis voort duurt en er steeds nieuwe crises dreigen en plaatsvinden, dan zal efficiency in alle bedrijfstakken aan de orde blijven. ICT zal in dit scenario vooral bijdragen aan verbetering van processen. ICT-producten zullen zeer (energie)efficiënt moeten zijn en de levenscyclus wordt verlengd.
Big is beautiful In dit scenario gaat men er van uit, dat de overheid grote investeringsprojecten zal (blijven) financieren. Vóór dit scenario spreekt de afslanking van de overheid (lees bezuiniging) met behulp van een zeer vergaande invoering van de digitale overheid (e-Government), automatisering van processen en bijvoorbeeld sterke reductie van papierstromen tussen overheden onderling en naar burgers en bedrijven. 47
Internet islands Door voortschrijdende inperking van vrijheden in handel en informatie zal het internet zich vormen naar de grenzen van continenten en landen. Vrije flow van informatie bestaat niet meer. De nieuwe, mobiele toepassingen zullen dit versterken omdat dit als een bedreiging wordt gezien.
New frontiers De huidige ontwikkeling kan daarentegen doorzetten en er kan werkelijk een vrij mondiaal netwerk ontstaat waarin vaste en vooral mobiele devices actief worden. Bovendien zullen vrijwel alle elektrische apparaten online komen.
Studie Corporate Sustainability in the boardroom Het Atos Consulting Trends Institute voerde een onderzoek uit naar de corporate strategie voor duurzaamheid bij een aantal Nederlandse koplopers op dit gebied. De resultaten van dit onderzoek zullen mede worden gebruikt voor het ontwikkelen van scenario‟s. De publicatie van “Corporate Sustainability in the boardroom” dateert van augustus 2010. Deze trends leveren input voor het project vanuit Duurzaam perspectief. De vier belangrijkste thema‟s zijn:
Climate change De toename van CO2 uitstoot als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen is verantwoordelijk een verandering van het klimaat. Belangrijkste doelstelling wereldwijd is : 1. Andere productiemethoden zoeken die geen of minder CO2 veroorzaken 2. Productiemethoden aanpassen en CO2 uitstoot reduceren 3. Compenseren van CO2 uitstoot CO2 uitstoot moet gemonitord en gemanaged worden. De doelstellingen voor CO 2 reductie zijn behoorlijk ambitieus: 50% reductie in 10 jaar. Dat betekent voor veel productieprocessen een fundamentele verandering.
Closing the loop Productiebedrijven gebruiken steeds nieuwe grondstoffen om hun producten te maken. De dreigende schaarste aan grondstoffen en de daardoor stijgende prijzen, maakt recycling aantrekkelijker. Het nieuwe business model wordt zo ingericht dat producten verhuurd worden aan gebruikers en geupgrade worden als er een betere versie beschikbaar bij inlevering van het oude product. Deze reverse logistics keten is niet of nauwelijks ingericht en zal zeker veel schakels bevatten voor inzameling, verwerking, logistiek en financiën en sterk ondersteund wordt door ICT.
Transparency Ten behoeve van de besturing van de eigen organisatie, de aansturing van de keten en rapportages naar diverse stakeholders is er een sterk groeiende behoefte aan informatie die ook steeds een real time karakter zal krijgen om adequaat te reageren op snelle veranderingen. Dit vraagt om andere architecturen en integratie van ICT-ketens.
Mobility Ontgroening en vergrijzing, fileproblemen, Generatie Y en toenemende behoefte aan flexibiliteit zijn van invloed op de wijze waarop professionals hun werkomgeving inrichten. De relatie tussen werkgever en werknemer zal opnieuw gedefinieerd worden. Er is grote behoefte aan nieuwe collaboration tools, ondersteund met mobiele apparaten en een goede infrastructuur. 48
Studie A New Era of Sustainability De UN Global Compact heeft in 2010, samen met Accenture, onderzocht in hoeverre organisaties hun strategie op duurzame wijze bijstellen op basis van globale trends. In totaal leverden 850 organisaties input, waardonder 50 top-CEO‟s. De resultaten van het onderzoek “A New Era of Sustainability” zullen mede gebruikt worden in de Voorstudie ICT. We zullen trends inzetten als Business perspectief. De vier belangrijkste thema‟s zijn:
Brand, trust and reputation Bedrijven, en soms hele sectoren, kunnen beschadigd raken door onzorgvuldig handelen en daardoor grote schade oplopen. Voorbeelden van verlies van vertrouwen zijn: Shell – Brentspar, United Colors of Bennetton – kinderarbeid, BP – Mexicaanse Golf, Toyota – remmen, Foxconn – zelfmoorden, Sanlu (China) – giftig melkpoeder, Enron – boekhoudschandaal, Bankensector – financiële crisis. De waarde van deze bedrijven daalde in korte tijd vele miljarden dollars omdat de bedrijfsvoering niet integer was en men er (daarom) niet transparant over kon zijn. Verantwoord bestuur en risicomanagement is alleen mogelijk met een goede informatie-voorziening over de keten.
Cost reduction De combinatie van efficiency en duurzaamheid stimuleert verdere kostenreductie in alle typen organisaties: overheid en bedrijfsleven. Bovendien zal de concurrentiedruk uit de BRIC landen ondernemers in Europa dwingen meer te mechaniseren, automatiseren en informatiseren.
Education Opleiding wordt door CEO‟s beschouwd als cruciale factor voor de verdere, duurzame ontwikkeling van hun bedrijf. De aanwas van jong talent is daarbij een noodzakelijke factor. Aandacht voor onderwijs, stimulering van samenwerking met universiteiten en lobby bij de overheid, zijn taken voor de HR manager. Ontwikkeling van medewerkers met nieuwe methoden zoals Blended leren, e-learning, en inspelen op internationalisatie en flexibilisering van het werknemersbestand met nieuwe vormen van kennisdeling.
Influence of consumers and employees Consumenten krijgen een steeds grotere invloed op de bedrijfsvoering. Zij organiseren zich in diverse netwerken en communiceren over positieve en negatieve zaken in een zeer hoog tempo. De impact van de mening van de massa kan enorm zijn en tot kopersstaking of hype leiden. Facebook had in 2010 profielen van 50% van alle PC bezitters: 500 miljoen mensen. De kennis van consumenten kan ook gebruikt worden bij productontwikkeling: crowd sourcing.
Studie Four futures of Europe Het Centraal Plan Bureau stelde een scenarioset op genaamd “ Four futures of Europe”. Deze scenario‟s zijn verder uitgewerkt en toegespitst, in maart 2009, op aspecten die van belang zijn voor het ontwikkelen van sectorscenario‟s en een sectorvisie. Hiervoor is inspiratie opgedaan bij een aantal andere trend- en scenariostudies, de Innovatieagenda Energie en in enkele gesprekken met technologie-experts van toen nog SenterNovem, nu AgentschapNL. Deze meer algemene scenario‟s zullen het ontwikkelen van de visie ondersteunen vanuit Socio-economisch perspectief. De vier belangrijkste thema‟s zijn:
49
Mondiale markt Deze wereld staat in het teken van marktwerking en concurrentie. De wereld is een grote marktplaats. Handelsbarrières zijn afgebroken. Ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen plukken daar beiden de vruchten van. Concurrentie tussen landen, mensen en bedrijven is goed voor iedereen. Individuele verantwoordelijkheid en zelfontplooiing staan centraal. Bedrijven concurreren vooral op productinnovatie en maatwerk. Een snelle inzet van nieuwe technologieën en een korte time to market van nieuwe producten is essentieel. De toenemende economische globalisering, de snelle technologische ontwikkelingen en de terugtrekkende overheid brengen fikse economische groei met zich mee. Motto‟s: The winner takes it all; Kleren maken de man; Keeping up with the Jones; Wie dan leeft, die dan zorgt. De informatiemaatschappij richt zich op individuen en het maximaliseren van (digitaal) comfort.
Mondiale solidariteit In deze wereld staan samenwerking en solidariteit centraal. Onder druk van en met medewerking van burgers en bedrijfsleven is een slagvaardige Europese overheid ontstaan. Er is sprake van een succesvolle internationale samenwerking op economisch, sociaal en ecologisch gebied tussen de Europese Unie, andere handelsblokken en internationale organisaties als de Wereldhandelsorganisatie en de Verenigde Naties. Binnen de Europese Unie hebben individuele lidstaten veel ruimte. Organisaties onderscheiden zich van elkaar door duurzame vernieuwingen in producten en productieprocessen. De technologische ontwikkelingen in de Europese Unie gaan niet zo snel als in de Verenigde Staten en Japan. De zorg voor veiligheid staat een versnelling in de weg. Er is sprake van een stabiele, gematigde economische groei. Eerlijke verdeling en een goed leefmilieu zijn net zo belangrijk als economische groei. Burgers, werknemers en werkgevers en overheid hebben wel veel (collectieve) plichten. Motto‟s: Samen sterk; Verandering van spijs doet eten; Let's live together in our global village. Sociale netwerken ondersteunen de maatschappij. ICT ondersteunt vooral welbevinden.
Zorgzame regio Zorgzame regio is een wereld waar verantwoordelijkheid en zorgzaamheid centraal staan. Burgers vinden dat de materiële welvaart en de globalisering te ver zijn doorgeschoten. Ze zijn sterk op hun eigen directe sociale leefomgeving (familie en buurt) ingesteld. Ze lossen de problemen met elkaar en de lokale overheid op. Mensen spreken elkaar aan op hun gedrag; er is veel sociale controle. Het hoeft helemaal niet verder, uitdagender, meer en sneller. Er wordt selectief geïnvesteerd in technologieën. Technologieën die de kwaliteit van het leven verbeteren doen het goed (life science, duurzame energie). Bedrijven concurreren op (lokaal) maatschappelijk nut. Er is sprake van grote solidariteit tussen generaties, have en haven‟t etc: we moeten en willen het samen doen. Motto‟s: Verbeter de wereld en begin bij jezelf; Small is beautiful; Een goede buur is beter dan een verre vriend. ICT is faciliterend en ondersteunt sociale processen maar geen must have en ondersteunt vooral gezondheid en bijvoorbeeld de globale logistiek voor een eerlijke voedselverdeling.
Transatlantische regio Deze wereld wordt gekenmerkt door een kritische houding van mensen, organisaties en landen ten opzichte van elkaar. Burgers en consumenten zijn conservatief en behoudend. Bedrijven die eenvoudige functionele producten leveren en het de klanten gemakkelijk maken, doen het goed. Het streven naar veiligheid, voorkomen van risico‟s en onafhankelijkheid bepaalt ons doen en laten. Goed voedsel, gegarandeerde levering van water en energie zijn een groot goed. Voorzieningszekerheid is een belangrijk onderwerp voor bedrijven, consumenten en overheid. De overheid heeft zich teruggetrokken en beschermt vooral de belangen van het eigen land. Politie en terrorismebestrijding zijn wel Europese aangelegenheden. Motto‟s: Huis en haard; Respect; Loon naar werken; I♥Nederland; Botsende beschavingen (Clashes of civilizations); Survival of the fittest. Domitica maakt het leven thuis veilig en aangenaam. ICT doet veel voor veiligheid.
50
*Voor een uitgebreide beschrijving van dit scenario wordt verwezen naar Scenarioset voor voorstudies en routekaarten Vier generieke visies voor 2030. Klik hier.
51