AZLPE RSPEC TIEF 3
Magazine voor relaties van AZL jaargang 24 september 2015
Foto voorpagina Arnoud Vossen, hoofd toezicht grote pensioenfondsen bij De Nederlandsche Bank.
Profiel AZL Wij verzorgen de administratie van ruim zestig pensioen fondsen met in totaal meer dan 1 miljoen deelnemers. Alles wat wij doen heeft direct of indirect te maken met de pensioenen van die deelnemers. De deelnemer krijgt van ons duidelijkheid over zijn pensioen, en vindt in AZL een pensioenuitvoerder die bereikbaar, deskundig, en behulpzaam is. Bestuurders van de pensioenfondsen ontvangen bij ons ook de best mogelijke steun. Om hun fonds goed te kunnen besturen moeten zij kunnen beschikken over actuele en correcte cijfers, toeganke lijke prognoses en duidelijke adviezen. Daarom bieden wij niet alleen een administratie die perfect op orde is, maar ook bestuursadvies, communicatieadvies en actuariële dienst verlening. Fondsen kiezen uit dit pakket de dienstverlening, integraal óf modulair. Dankzij onze maatwerk dienstverlening kunnen bestuurders zich richten op hun kerntaak: het besturen van het fonds. Wij hebben een hoofdvestiging in Heerlen en een kantoor in Utrecht waar in totaal ruim vierhonderd betrokken en deskundige medewerkers werken. Als pensioenuitvoerder zijn wij onderdeel van de NN Group en het administratieplatform voor de Nationale-Nederlanden PPI (Essentie Pensioen).
Colofon Uitgever AZL N.V. / Postbus 4471 / 6401 CZ Heerlen T 088 - 116 2000 / E
[email protected] / I www.azl.eu
Redactie Harry Lindelauf (hoofdredacteur), Ans Slangen (eindredacteur), Rob Könings, Monique van Run, Ricus Buist. Vormgeving Marion Kramer. Tekst Pastoor Tekst BV, AZL Marketing & Communicatie. Fotografie Annemiek Mommers. Disclaimer Hoewel deze editie van AZL Perspectief uiterst zorgvuldig is samengesteld, kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Auteursrecht Overname van artikelen is toegestaan met bronvermelding.
2 / AZL Perspectief # drie
IN HO UD 4 ‘Zet een stip op de horizon’ Arnoud Vossen (DNB) wil dat pensioenfondsen hun verandervermogen aanboren: ‘Veranderen is liefst iets van alledag, en niet van morgen.’
‘Deze koers, niets minder’ Drie deskundigen uit Tweede Kamer, van CNV Jongeren en van werkgeversorganisatie VNO-NCW recenseren de Hoofdlijnennota van staatssecretaris Klijnsma.
7
10
16
Huis van de toekomst
‘Altijd bezig met uitleggen’
Het algemeen pensioenfonds komt uit de startblokken. Sako Zeverijn verklaart de motieven van 4 samenwerkende fondsen en bouwheer Maarten van der Tuin presenteert het APF van AZL en NNIP.
In het Portret staan bestuurders van pensioenfondsen centraal. Als tweede in deze serie Mariëtte van de Lustgraaf (links), SPOA: ‘Vier keer verlagen, daar maak je geen vrienden mee.’
Puzzelen met professionals Bpf voor de Banden- en Wielenbranche komt naar AZL. Bestuursleden Ruud Spuijbroek (rechts) en Co Dwarsraad: ‘Wij hebben een lastige puzzel te leggen.’
14
20 ‘Vertrouwen? Controle!’ AZL beschikt over een ISAE 3000rapportage. Esmiralda Thieme, risk manager on a mission: ‘Mooi. Nog mooier is dat medewerkers kwaliteit willen en dat zij vragen om controles.’
13 Kort nieuws
19 Opinie Gijs Cremers
22 Digitaal is deelnemer- en kostengericht Digitaal communiceren is in opmars. Raimond Schikhof (foto) van Flexsecurity en Dirk Neuhaus van Pensioenfonds Capgemini delen hun ervaringen.
AZL Perspectief # drie
/3
Arnoud Vossen (DNB) over verandervermogen aanboren
‘Zet een stip op de horizon’ Anticiperen fondsbestuurders voldoende op ontwikkelingen in regelgeving, financiële wereld en maatschappij? Of blijft het bij reageren, waardoor voor hen elke verandering een opgave zal blijken? Arnoud Vossen van De Nederlandsche Bank vindt dat het verandervermogen van pensioenfondsen hoog op de agenda moet. ‘Raak niet opgeslorpt.’ Zijn ontvangst in De Nederlandsche Bank (DNB) is hartelijk. Voor hij van wal steekt, geeft Arnoud Vossen een korte rondleiding langs de moderne overlegen lunchruimtes. Hij toont daarna de conferentiezaal, waarin hij regelmatig van gedachten wisselt met pensioenfondsbestuurders. De vormgeving van het interieur is bij de tijd, fris en transparant. Vriendelijk én zakelijk, net als de gastheer zelf. Hoe aimabel Vossen ook is, zijn boodschap als toezicht houder is indringend: het is hoog tijd dat fondsen hun verandervermogen aanboren. Zodat ze in hun organisatie, processen en techniek in staat zijn om in te spelen op veranderingen, zonder eigen doel en strategie uit het oog te verliezen.
Gerichter aan de slag ‘Pensioenfondsen moeten veel gerichter met hun toekomst aan de slag. Ik zie dat veel bestuurders erg bezig zijn met wat op hen afkomt, de veranderingen van het moment. Menig bestuurder is hierop gespitst. Daarbij is de valkuil dat je wordt opgeslorpt door het heden. Dan ontbreekt het vermogen om strategische risico’s te doorzien. Als dat voortdurend zo is, kun je je afvragen of je verder moet. Bestuurders lossen dan hooguit slechts delen van hun problemen op, zien niet altijd het grote geheel. Daarmee zijn ze niet voorbereid op de
4 / AZL Perspectief # drie
veranderingen van morgen en over morgen. Zo maak je geen toekomst.’ De recente geschiedenis leert dat er voor sommige pensioenfondsen helemaal geen toekomst is: ze besluiten tot liquidatie. Het aantal fondsen neemt gestaag af. ‘Nu al bedient de top tien in de pen sioensector zeventig procent van alle deelnemers’, zegt Vossen. Hij voorspelt dat de trend van concentratie en con solidatie, als gevolg van fusies en overnames in het bedrijfsleven en door stijgende kosten en regeldruk, zal doorzetten.
Levensvatbaar ‘Heb als pensioenfonds die ontwikkelingen goed op je netvlies en bepaal als pensioenfondsbestuur hoe je hiermee om zult gaan. De veranderingen van nu zijn een indicator voor veranderingen in de toekomst.’ Liquidatie is voor DNB geen doel op zich, wil Vossen benadrukken. ‘Maar laten we reëel zijn: het kan de uitkomst zijn als een fondsbestuur zich bezint op de toekomst. Als een fonds zich heroriënteert en het blijkt kantje boord of het in de toekomst levensvatbaar is, dan is liquideren een serieuze optie.’ Als er wel een toekomst is, hoe maak je die dan? Vossen: ‘Zorg dat je een duidelijk beeld hebt van je ambitie en mogelijkheden. Zet een stip op de horizon. Zie hoe je daar kunt komen en welke risico’s er onderweg zijn voor financiën, bestuur en uitvoering. Kijk wat je betekent voor je deelnemers, waar je goed in bent als fonds. Maak hier geen abstracte bespiegelingen van, maar maak het concreet. Een goede fondsbestuurder pakte deze zomer bijvoorbeeld meteen na verschijning de Hoofdlijnennota van staatssecretaris Klijnsma erbij, en vroeg zich af: wat betekent deze voorgestelde
koers voor mijn fonds? Dat vind ik verstandig. Wacht niet tot 2020, als het kabinet daadwerkelijk maatregelen doorvoert.’
Steeds complexer Het speelveld verandert voortdurend voor bestuurders. Meer en sneller dan tien, vijftien jaar geleden, zegt Vossen begripvol. ‘In korte tijd moesten ze aan de slag met nieuwe wetten en regels voor versterking van besturen, het financieel toetsingskader, herstel plannen, haalbaarheidstoetsen, risicoprofielen, communicatie en fiscale wijzigingen. In de samenleving is veel meer aandacht voor pensioenen, denk aan de roep om transparantie en openheid en maatschappelijk verantwoord beleggen. Uitvoeringskosten nemen toe, werkgevers kijken anders naar de risico’s die zij dragen, bijvoorbeeld in de premie die zij bijdragen. En tenslotte is voor menig fonds de doorsnee deel nemer een andere dan in voorbije decennia, door ontwikkelingen als de flexibilisering van arbeid. ‘Dat zijn zo al vier majeure tendensen waar bestuurders elke dag mee te maken hebben. Veranderen is voor hen iets van alledag, en niet van morgen.
‘Zorg dat je anticipeert en niet alleen reageert’
AZL Perspectief # drie
/5
Het is dus niet zo dat bestuurders stil staan’, zegt Vossen. ‘Als ik discussieer met pensioenfondsbestuurders, onderstrepen ze dat ze veranderen echt ook belangrijk vinden. Ik zie dat veel van hen er daadwerkelijk druk mee bezig zijn. Ik ben nu vier jaar in touw als hoofd Pensioentoezicht. Ik zie dat fondsen veel meer kostenbewust opereren, de belangrijke parameters hebben ze heus in het vizier. De maatschappelijke discussie over pensioenen maakt bestuurders aware. Ze denken meer in producten en vanuit de deel nemer. Ik zie ook dat kleine fondsen na een heroriëntatie zeggen: het is beter om op te gaan in een groter fonds. Bestuurders zijn dus al meer bezig met de toekomst. Dat is goed’, zegt hij.
Met meer visie Toch heeft Vossen de indruk dat het inspelen op ontwikkelingen bewuster kan, met meer visie. Om toekomst bestendig te blijven, draait alles om verandervermogen, stelt hij. ‘Zorg dat je anticipeert, en niet alleen reageert op veranderingen. Want hoe beter je anticipeert, hoe eerder je klaar bent voor de volgende verandering, en die daarna.’ Het verandervermogen van een fonds vaststellen is niet eenvoudig. Vossen schetst de analyse die bestuurders kunnen maken. ‘Je begint met het evalueren van je huidige bedrijfsmodel. Wat is de financiële positie van het fonds, over welk kostenniveau hebben we het, wat zijn de trends in aantallen deelnemers en premie-inkomsten? Wat zijn de verplichtingen nu en over vijf, tien, vijftien jaar? Hoe steekt de organisatie in elkaar, biedt het huidige bestuur genoeg kwaliteit, zijn er de komende jaren genoeg goede nieuwe bestuurders te vinden? Is de uitvoering nu en in de toekomst goed geregeld? Kan de IT nieuwe ontwikkelingen aan? Hoe zit het met het draagvlak onder deelnemers?’ De toezichthouder wil niet hét recept voorschrijven hoe fondsen in de toekomst gezond kunnen blijven. Vossen: ‘Er is niet één recept voor alle problemen. Omgaan met alle veranderingen is iets dat ze zelf moeten doen. Wel spreek ik hen aan op de mate waarin ze daarin slagen. Een toezichthouder komt in beeld als blijkt dat verandervermogen echt ontbreekt en er bestuurlijke of financiële problemen
ontstaan. Maar we zitten nu in de fase: ben je bewust van de veranderingen en dat ze niet stoppen.’
In dialoog Vossen doet ook geen uitspraken over hoeveel fondsen onvoldoende verandervermogen hebben. ‘Ik vind het te vroeg om percentages te geven. Het belangrijkste is om dit onderwerp hoog op de agenda te krijgen. Daarover moeten we in de volle breedte van de pensioen sector over in dialoog blijven. DNB gaat daarom de komende tijd verder in gesprek met de sector. Onder meer tijdens het pensioenseminar van DNB in september bogen fonds bestuurders zich over het onderwerp. ‘Fondsen gaan zelf over hun visie en hoe ze beter kunnen anticiperen. Maar we helpen graag bij dit proces’, zegt Vossen. ‘We geven voorbeelden van wat die stip op de horizon kan zijn. We bespreken waar ze volgens ons nu staan. En of dat rijmt met hun eigen beeld. Dat zijn mooie startpunten om samen te onderzoeken wat de roadmap kan zijn om er te komen. We merken dat het erg waardevol is voor bestuurders om dat concreet te maken. De stip bereik je misschien niet altijd. Maar als je de organisatie erop afstemt, kun je toch met gerust hart de toekomst tegemoet. Ga je na rijp beraad niet naar rechts, dan kun je toch naar links. Waar je ook uitkomt, ga in elk geval voorbereid op reis.’ ■
Curriculum Vitae Arnoud Vossen (1963) 2011 - 2015: DNB, hoofd toezicht grote pensioenfondsen 2008 - 2011: secretaris-generaal Europese Banken Autoriteit / Comité van Europese Banken Toezichthouders 2004 - 2008: DNB, hoofd cross- sectoraal toezichtsbeleid 2003 - 2004: DNB, hoofd toezicht beleid
Reacties op de Hoofdlijnennota
‘Deze koers, niets minder’ Deze zomer kwam staatssecretaris Klijnsma met de Hoofdlijnennota, een vooruitblik op de kabinets plannen voor vernieuwing van het pensioenstelsel na 2020. Snijdt haar nota hout? Wij v roegen het Ap Fraterman, secretaris pensioen beleid VNO-NCW en MKB Nederland, Michiel Hietkamp, voorzitter CNV Jongeren en lid van PensioenLab, en Pieter Omtzigt, CDA-Tweede Kamerlid.
ernieuwingen. Klijnsma laat mooi zien v dat de fundamenten van ons stelsel goed zijn, en dat je daar een nieuw huis op kunt bouwen. Naar mijn gevoel is dat ook precies hoe jongeren erover denken. Ik hoop alleen niet dat de voornemens afgezwakt eindigen. We moeten voor deze koers gaan, en voor niets minder.’
Omtzigt: ‘Te laat en te weinig concreet, dat is mijn eerste reactie. Weer loopt een belangrijk onderdeel uit het pensioendossier vertraging op. Want de nota kwam later dan beloofd. Bovendien schuift de staatssecretaris de echte veranderingen door naar 2020, oftewel naar een volgend kabinet. Raar voor een ambitieuze bewindspersoon.
Op hoofdlijnen Fraterman: ‘In de nota staat niets om je over op te winden, in die zin waardeer ik ‘m. De staatssecretaris geeft een goede analyse van de waarden van ons toekomstige stelsel, zoals solidariteit, maatwerk, transparantie en vertrouwen. Die herken ik allemaal. Wel is het grotendeels een erg algemeen verhaal. Natuurlijk willen we weer een vertrouwenwekkend stelsel, maar hoe komen we daar? Er blijven veel uitvoerings vragen liggen en dat zijn allemaal lastige klussen. De duivel zal schuilen in de details.’ Hietkamp: ‘Ook ik ben in het algemeen positief. Vooral over de afschaffing van de doorsneesystematiek en de gang naar degressieve pensioenopbouw. Goed ook dat de staatssecretaris richtingen aangeeft voor maatwerk, die passen bij de nieuwe arbeidsmarkt. Geen loopbaan is meer hetzelfde en dat vraagt om
‘De duivel zal schuilen in de details’ Ap Fraterman
AZL Perspectief # drie
/7
En jammer, het stelsel veranderen is heel hard nodig. De waardeoverdracht piept en kraakt. De Europese dimensie wordt in de nota volstrekt onderschat. Hierdoor zou het kunnen gebeuren dat Europese regels het hele Nederlandse pensioenstelsel opnieuw vorm geven. Hier moet de staatssecretaris snel mee aan de slag.’
Af van de doorsneepremie Hietkamp: ‘Zeker voor het vertrouwen van jongeren is het afschaffen van de doorsneesystematiek het belangrijkste punt in de hoofdlijnennota. Dat is een grote verschuiving. Voor de sociale partners betekent het nogal wat, want de overgang naar een nieuw systeem gaat financieel pijn doen. En hoe verdeel je die pijn? Daarom is het sympathiek dat de staatssecretaris de SociaalEconomische Raad de ruimte geeft om met nader uitgewerkte voorstellen te komen. Zo hebben bonden en werk gevers de kans er in een vroeg stadium bovenop te zitten.’
Fraterman: ‘Ik zie zeker de bezwaren van de huidige systematiek, die gelden ook voor werkgeverspremies, maar afschaffing geeft een geweldig grote transitielast. De generatie tussen 35 en 45 komt met een enorm pensioengat te zitten, die mensen moet je compen seren. Voor pensioenfondsen is dit niet goed op te lossen zonder veel kosten te maken. En dat moet allemaal worden opgebracht. Werkgevers betalen nu al
veel, zij staan niet te springen om nog meer te betalen. Ik reken daarom op de Rijksoverheid. Tot mijn vreugde sloot Klijnsma bij de verschijning van de nota niet uit dat het Rijk financieel zal bijspringen.’
‘Te laat en te weinig
Omtzigt: ‘De afschaffing van de doorsnee-opbouw is een lastig vraagstuk. Ik voorspel nog een lange discussie over de overgangsperikelen. Ik wijs de afschaffing op zich niet af. Nu de rente nog laag is, zullen de kosten lager zijn. Dat is een goed argument om vaart te maken met de doorsneesystematiek.’
concreet’
Meer maatwerk
Pieter Omtzigt
Omtzigt: ‘Over meer keuzevrijheid in pensioenregelingen is al veel gezegd. Ook de staatssecretaris heeft het erover, maar ze vult het niet in. Het zou mooi zijn om de ingangsdatum van pen sioenen vrij te geven. Maar we moeten waken voor een volstrekt onoverzichtelijk en onuitvoerbaar stelsel.’ Fraterman: ‘Ik vind meer maatwerk erg belangrijk, sta volledig achter het mogelijk maken van nieuwe varianten voor pensioenfondsen. Dan kunnen partijen zoals fondsen en sociale partners zelf kiezen welke van de nieuwe smaken ze prettig vinden. Maar: het ontwikkelen en aanbieden van keuzemogelijkheden is niet gratis. Er is daarom ook een natuurlijke grens aan het aanbieden van maatwerk.’ Hietkamp: ‘Individueel waar het moet, collectief waar het kan, dat was lang de tendens in de discussie over het toekomstig stelsel. Dat is in de Hoofdlijnennota gelukkig omgedraaid: collectief waar het moet, individueel waar het kan. Het fundament blijft: verplichtstelling, risicodelen, een goed pensioen voor iedereen. Ik vraag me wel af of Klijnsma op dit punt genoeg rekening houdt met de internationale dimensie. Er is nog niet genoeg nagedacht over hoe het bijvoorbeeld moet als je in het buitenland gaat werken en hoe je in die periode fatsoenlijk pensioen kunt opbouwen.’
Wachten tot 2020? Hietkamp: ‘Afschaffing van de doorsneesystematiek na 2020 is veel te laat, dat is niet goed voor het draagvlak onder jongeren. Het voelt alsof we weer vijf jaar moeten wachten tot de volgende stap. De neuzen staan al de goede
8 / AZL Perspectief # drie
kant op, dus doe het nu. Het zou goed zijn als overheid, sociale partners en pensioensector samen laten zien welke stappen ze de komende jaren zetten. Maak helder wat je aan het veranderen bent.’ Fraterman: ‘Zelf ben ik een beetje onthaast als het gaat om de vernieuwingen in pensioenland. Het gaat om ingewikkelde en ingrijpende veranderingen. De invoering van het de laatste tijd zo geprezen Zweedse pensioensysteem
heeft bijna 20 jaar geduurd! En over het pensioenakkoord is ook jaren en jaren gepraat. Als de doorsneepremie verdwijnt, kan de overgangsperiode volgens het CPB wel 25 jaar gaan duren. Voor zulke grote operaties is het belangrijk dat er goed overleg komt. Met name tussen de sociale partners. De pensioenregeling is en blijft primair hun verantwoordelijkheid. Reken maar op een hoop politieke discussie de komende paar jaar. Zulk debat is alleen maar goed.’ ■
Maarten van der Tuin:
‘Meer maatwerk deels prima’ ‘De nota is concreter dan ik had verwacht. Dat zegt waarschijnlijk meer over mijn lage verwachtingen na het doorlopen proces. Concreet is natuurlijk vooral het kleur beken nen over de doorsneesystematiek en het erkennen dat er nog nuancering en studie nodig zal zijn voor de transitie. Spannend vind ik de gedachte dat er in het toekomstige stelsel veel meer maatwerk mogelijk zal zijn. In elk geval op één punt is maatwerk niet het walhalla: vermogensopbouw moeten we collectief blijven doen. Uitgebreide individuele keuzes in beleggen maakt een stelsel onnodig complex, en is ook geen breed gedragen wens van deelnemers. Daarbij lopen we het risico dat deel nemers verkeerde beslissingen nemen. Collectief beleggen brengt substantieel meer op dan indivi dueel beleggen. Ook qua uitvoering is het loslaten van collectiviteit een complexe en dure optie. De belang rijkste pijler voor een betaalbaar systeem is groot inkopen.
‘Afschaffen van de
Maatwerk is een prima uitgangspunt voor betere communicatie met deel nemers. Ook is het goed om veel meer individuele keuzevrijheid mogelijk te maken rond de pen sioenleeftijd en in hoe mensen hun pensioen willen benutten. Willen mensen bijvoorbeeld tijdelijk meer of minder pensioen uitgekeerd krijgen? Het is logisch en goed als fondsen hier flexibeler op kunnen inspelen. Met ons systeem hebben wij de organisatorische slagkracht om zulk maatwerk te bieden.’
doorsnee systematiek is het belangrijkste punt’ Michiel Hietkamp
AZL Perspectief # drie
/9
Fondsen en AZL volop aan de slag met APF Negen van de tien fondsbesturen noemden eerder dit jaar in een onderzoek het APF ‘een verrijking’ voor de Nederlandse pensioenmarkt. De wetgeving voor het algemeen pensioenfonds (APF) is nog in de maak maar vier fondsen in de financiële sector en de combinatie AZL en NNIP wachten niet af en zijn volop aan de slag.
‘De kosten moeten omlaag, de bestuurlijke druk ook’ Sako Zeverijn van Pensioenfonds Van Lanschot werkt samen met bestuurders van drie andere f ondsen in de financiële sector achter de schermen hard aan de oprichting van een gezamenlijke APF. Hij is enthousiast over de nieuwe mogelijkheden. Vanwaar de keuze voor een APF? ‘Op de lange termijn hebben we baat bij schaalvergroting. Met drie collegafondsen kwamen we min of meer gelijktijdig op de gedachte om met een APF aan de slag te gaan. De uitdagingen die Maarten schetst (zie pagina 12 - red.), herken ik. Kunnen we op termijn de kosten beheersen? En kunnen we in de toekomst de bestuurlijke drukte aan met de mensen die we hebben? We voorzien inderdaad dat het steeds lastiger wordt om kandidaten te vinden voor onze besturen, overvolle agenda’s en schaarse vrije tijd zijn overal in de samenleving een probleem. Daarom zochten we een oplossing waarbij we de voordelen van een pensioenfonds, zoals collectiviteit, konden koppelen aan lagere kosten en meer bestuurlijke slagkracht.’
besturen werkgroepen in te stellen die op onderdelen uitzoeken hoe we het APF vorm geven. Zo is het allemaal te managen.’
Een pensioenfonds zegt zijn eigen identiteit deels vaarwel als het opgaat in een APF. ‘De eigen identiteit is voor ons van secundair belang. Het is waar dat een fonds iets meedraagt van de onder neming waar het bij hoort. Maar dat is geen reden om heel behoudend te zijn. De kosten moeten omlaag, de bestuurlijke druk ook. Dat staat voorop. Waarbij het overigens een groot voordeel is dat we er als bestuurders vanaf het begin bij zijn. We beslissen samen hoe we het APF inrichten. Een fonds dat later aanhaakt, heeft die invloed niet.’
Wat is nu de stand van zaken? ‘We zijn nu bezig met de eerste vergunningaanvraag. Daarin beschrijf je heel precies hoe het fonds eruit komt te zien. In zo’n procedure leg je als aanvrager je hele ziel en zaligheid: welke bestuursvorm je kiest, hoe je het bestuur vervolgens inricht, wat je beleggings-, vermogens- en risicobeleid zal zijn, dat
we de uitvoering bij AZL leggen, het actuariaat, de communicatie. We zijn op dit moment volop bezig met de rollen, taken en functiebeschrijvingen van het nieuwe bestuur.’
Liefst vier besturen moeten het eens zijn. ‘Klopt. Daarom hebben we vooraf afgesproken geen toeters en bellen in te bouwen. De opzet van het APF moet eenvoud hebben. Dat is het principe waar we ons als oprichters alle vier aan houden. En dat lukt tot nu toe.’
Hoe vervelend is de vertraging die de wetgeving oploopt? ‘Dat maakt alles wel weer complexer. Nu duurt het weer langer voor de Eerste Kamer het wetsvoorstel goedkeurt, 1 januari 2016 zal waarschijnlijk niet gehaald worden. Dat maakt het voor ons iets ingewikkelder plannen. Het is ook handig als een regeling als ingangsdatum 1 januari heeft, maar aan de andere kant valt overal een mouw aan te passen. Het is niet anders. Er zit rek in ons tijdschema. We houden rekening met oprichting van het fonds in de loop van 2016.’
Wanneer begon de zoektocht? ‘Eind 2013. We zijn hier dus al een hele tijd mee bezig. Het oprichten van een APF komt naast het dagelijkse werk voor een pensioenfondsbestuur. Daar hebben we vanaf het begin rekening mee gehouden, door vanuit de vier
10 / AZL Perspectief # drie
AZL Communicatie ondersteunt APF Financiële sector De fondsen van het APF Financiële sector laten zich door AZL Communicatie begeleiden voor het communicatiebeleid rond een mogelijke transitie. Na een uitgebreid offertetraject met drie partijen bleek AZL Communicatie de beste partij.
AZL Perspectief # drie
/ 11
‘Maak het flexibel en helder, dat is de vraag aan ons’ AZL gaat het APF van de financiële sector administreren. Tegelijk bundelen AZL en NN investment partners hun kennis en ervaring en richten zelf een APF op. Maarten van der Tuin, CEO van AZL: ‘Veel fondsen en werkgevers zoeken een nieuwe toekomst voor hun pensioen regeling. Je ziet dat het besturen van een fonds in hoog tempo complexer en intensiever wordt en het steeds moei lijker is om bestuurders te vinden. Om de kosten verder omlaag te dringen is er vooral bij de kleinere fondsen behoefte om te profiteren van gezamenlijk bestuur en schaalgrootte. Ook aan werkgeverskant spelen lagere kosten een rol plus de aversie tegen onverwachte extra kosten.’
En is het APF in staat daar een antwoord op te bieden? ‘In onze visie wel. In één APF kun je meerdere pensioenregelingen uitvoeren met behoud van eigenheid en er is ook medezeggenschap mogelijk. De samenwerking van meerdere partijen in één APF levert door het schaalvoordeel lagere kosten op. Het APF-bestuur van onafhankelijke professionals neemt de bestuurlijke last weg maar wie dat wil, kan deelnemen aan het belanghebbendenorgaan en heeft zo medezeggenschap.’
Zijn bestuurders en werkgevers het met uw analyse eens? ‘Ja want ons beeld is mede gebaseerd op de vele gesprekken gevoerd in de markt. We ontmoeten veel belangstelling. Veel besturen zijn serieus met de toekomst bezig en zijn nieuwsgierig naar het APF en naar de manier waarop AZL en NNIP dat invullen. De verwachtingen zijn hoog.’
En hoe is die invulling? ‘Wij kiezen op basis van al die gesprekken voor een faire pensioenvoorziening met flexibiliteit en de transparantie als ankers. Wij staan voor alle soorten pensioenregelingen en dat wij een pensioenmenu presenteren. Als werkgever of fondsbestuur kies je uit dat menu je eigen pensioenregeling. Ons cafetariamodel voorkomt dat een bestaande regeling moet worden
12 / AZL Perspectief # drie
omgebouwd tot een eenheidsworst. En in onze opzet is er invloed mogelijk op de beleggingen van een collectiviteitsring via het belanghebbendenorgaan. Transparantie betekent dat wij full service afspreken tegen een eerlijke, duidelijke prijs. Er ligt exact vast wat we voor de afgesproken prijs doen en we maken in onze rapportages absoluut helder hoe het gaat. Maak het flexibel en helder, dat is de vraag aan ons.’
Wat zijn de andere kenmerken van het APF van NNIP en AZL? ‘Achter ons initiatief staan twee partijen boordevol ervaring met het admini streren van pensioenregelingen en beleggen voor pensioenfondsen. Het is ten slotte ons dagelijks werk. Al die kennis en ervaring vind je terug in ons APF. Dat gaan we bewijzen met een goede klantgerichte service, begrijpelijke communicatie vanuit de beleving van de deelnemers. Bij vermogens beheer combineren we professioneel advies over de beleggingsstrategie en de selectie van de best presterende fondsen met lage kosten.’
Zien besturen niet op tegen de overstap naar een APF? ‘Een verhuizing betekent werk aan de winkel maar het levert ook een nieuwe
toekomst op voor de pensioenregeling tegen lagere kosten en met een faire premie. Dat is goed voor de deelnemers. Buiten het APF hebben wij al veel fondsen en werkgevers begeleid bij transities. Er staat dus een ervaren transitieteam klaar met een eigen transitiemanager die de regie voert en die als enig aanspreekpunt met de klant afstemt. Al direct vanaf het besluit denken wij mee, signaleren aandachtspunten en regelen oplossingen. Wij adviseren bijvoorbeeld de communicatie over de transitie goed te regelen. Het is ook een uitgelezen kans om afscheid te nemen van exotische en daarmee dure regelingen. Wij weten hoe en wij weten dat dit veel kosten bespaart. Combineer een helicopterview met kritisch kijken, het transitiemoment vraagt er om.’
De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog bespreken en De Nederlandsche Bank moet de vergunningen verlenen. Wordt het wel 1 januari 2016? ‘Uit gesprekken met de DNB blijkt dat het vrijwel onmogelijk is dat er per 1 januari volgend jaar ook maar één partij is die een vergunning heeft voor een APF. Wij zoeken tussenoplossingen voor regelingen die door een latere startdatum voor het APF in de knel komen.’ ■
K O RT
Paul Rosenmöller leidt RvT van AFM Paul Rosenmöller is sinds 15 juli de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht van de Autoriteit Financiële Markten. Met ingang van dezelfde datum zijn Annemarie van Gaal, Rob Becker en Bart Koolstra benoemd als leden. Voor alle benoemingen geldt een termijn van vier jaar. Waarnemend voorzitter Diana van Everdingen was en blijft vicevoorzitter. Haar benoeming geldt tot 2017. De benoemingen moeten volgens de AFM voorzien in een RvT die dankzij ‘diversiteit in kennis en ervaring profes sioneel en kritisch intern toezicht kan bieden over het hele spectrum van het financiële gedragstoezicht.’
ABTN vaak nog niet in lijn met nieuw toetsingskader
Past informatie over koopkracht bij beleid? Eind dit jaar of begin 2016 start de AFM een onderzoek naar de consistentie tussen informatie over het toeslag beleid en het feitelijke fondsbeleid. Afgelopen jaar is dat onderzocht bij vijf bedrijfstakpensioenfondsen. De resultaten van dat onderzoek zijn nu voor de AFM aan leiding om het onderzoek uit te breiden. Met het onderzoek ‘Realistische Ambities’ wil de AFM bereiken dat de ambities over de pensioenuitkomst passen bij het pensioenresultaat dat mag worden verwacht.
‘Er is nog steeds weinig vertrouwen’ De reacties op berichten over dekkingsgraden, herstel plannen en tv-uitzendingen geven aan dat er nog steeds weinig vertrouwen is in pensioenfondsen en het pensioen stelsel. Maar als pensioenfondsbestuurders de regie nemen, duurzame keuzes durven maken en het eerlijke verhaal vertellen, dan zal dat het vertrouwen in hoge mate ten goede komen. Dat advies had Frank Elderson 10 september tijdens zijn toespraak op het Pensioenseminar van De Nederlandsche Bank. ‘Boze mailtjes en telefoontjes van Nederlanders; ook wij hebben ze gehad. We hadden en hebben met zijn allen een boel uit te leggen’, aldus de DNB-bestuurder.
De actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) van veel pensioenfondsen is nog niet in lijn met het nieuwe Financieel Toetsingskader. Dat stelt De Nederlandsche Bank na analyse van 247 self-assessments, die de fondsen hebben ingeleverd. De fondsen moesten uiterlijk op 1 juli 2015 de ABTN hebben aangepast aan het nieuwe FTK. DNB beoordeelde op de volgende beleidsonderwerpen: premie, toeslagen, beleggingen, uitbesteding en integriteit. De meeste tekortkomingen waren te vinden bij het integri teitsbeleid, het premiebeleid en het uitbestedingsbeleid.
SCP-rapport: 40% kiest collectieve pensioenopbouw Zou een keuze mogelijk zijn, dan kiest bijna 40% van alle werkenden voor collectieve pensioenopbouw, bijna 20% kiest voor een individuele regeling en iets meer dan 30% opteert voor een combinatie tussen individueel en collec tief. De meeste aanhang voor collectief is te vinden in de groep 35-64 jarigen en mensen met een inkomen tot 1,5 keer modaal. Dit schrijft het Sociaal Cultureel Planbureau in het rapport ‘Pensioenen: solidariteit en keuzevrijheid’. In het kader van de Nationale Pensioendialoog vroeg het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het SCP het draagvlak voor solidariteit in de aanvullende pensioenen te onderzoeken. Het SCP meldt ook dat deelnemers vooral behoefte hebben aan zekerheid over hun pensioen. De gevolgen van de financiële crisis en de vergrijzing voor de pensioenen zijn goed bekend bij deelnemers.
AZL Perspectief # drie
/ 13
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche kiest voor AZL
‘Wij hebben een lastige puzzel te leggen’ Vanaf 1 januari 2016 wordt AZL de uitvoerder van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche. De twee bestuursvoorzitters Ruud Spuijbroek (werkgevers) en Co Dwarswaard (werknemers) vertellen voor welke strategische uitdaging zij staan en hoe AZL hen ervan heeft overtuigd die aan te kunnen. Wat is er bijzonder aan dit pensioenfonds? Ruud Spuijbroek: ‘Het bedrijfstak pensioenfonds vertegenwoordigt de complete bedrijfskolom: de industrie, de groothandel, de bandenspecialisten, de bandenverwerkingsbedrijven, maar ook aparte sectoren als landbouw banden en grondverzet. En daarnaast: alles wat er aan wielen wordt gemaakt. Werkgevers in deze branche zijn verplicht hun medewerkers bij dit pen sioenfonds aan te sluiten en zijn daar over het algemeen blij mee. Het zijn ondernemers met een enorme handelsgeest. Zij willen dat alles goed geregeld is voor hun werknemers en verder geen sores. Onze lijnen met de deelnemers zijn heel kort. Er waren zelfs tijden dat ze ons uit bed belden als er iets niet in orde was.’
beleggingscommissie, waar ik ook in zit, houdt strikt in de gaten of de ver mogensbeheerder daarbinnen blijft. Zodra dat niet lukt, nemen we actie. Omdat we zo’n klein fonds zijn, kunnen we snel reageren op marktontwikkelingen en daardoor rol je beter door een crisis. Dat hebben wij absoluut voor op grotere fondsen; die zijn minder wendbaar. Wij hebben sinds kort ons eigen risicomanagementtool, dus los van de pensioenuitvoerder. Bestuurders kunnen nu vanaf elke plek realtime zien of we nog in control zijn. Vroeger kregen we iedere week een mail met de dekkingsgraad en moesten we wachten op een telefoontje van de account manager van de vermogensbeheerder als we buiten de bandbreedte waren gekomen.’
Hebben jullie een innovatief pensioenfonds? Spuijbroek: ‘De risicomanagementtool is wel innovatief. Als het om de centen gaat, zijn wij echter behoudend. Vroeger waren wij nog wel eens de eerste met een bijzondere regeling, maar de ervaring heeft geleerd dat wij als klein fonds beter een positie in het peloton in kunnen nemen.’
Hoe vaart het fonds door de crisis?
Waarom gingen jullie op zoek naar een andere uitvoerder?
Co Dwarswaard: ‘Wij doen het eigenlijk heel goed. Onze dekkingsgraad is op orde en wij hebben de pensioenen niet hoeven te verlagen. We hebben een goede naam bij DNB.’ Spuijbroek: ‘Wij kiezen primair voor veiligheid. We hebben bewust geen exotische producten, geen private equities of hedgefunds en geen vastgoed. Zo konden we steeds op cruciale momenten de dekkingsgraad aan de goede kant houden.’ Dwarswaard: ‘Daarbij hebben we veiligheidsmarges afgesproken. De
Spuijbroek: ‘Het bestuur zit op dit moment in een strategische discussie. Is het verstandig om op te gaan in een groter pensioenfonds of moeten we zelf de lead blijven houden? De plannen van mevrouw Klijnsma om de doorsnee premie af te schaffen vragen veel van pensioenfondsen en ook daar moet het bestuur beslissingen over nemen. Een ander punt van zorg is ons bestuurs model: dit is een samenraapsel van verschillende modellen en we zoeken een nieuw model. Wij hebben dus een
14 / AZL Perspectief # drie
l astige puzzel te leggen en wij zochten een uitvoerder die ons daarbij kan ondersteunen. Die hebben wij gevonden in de professionals van AZL.’ Dwarswaard: ‘Het was het totaalplaatje: de professionals, de visie, het kostenplaatje en zeker ook de ervaring met de groothandel, die in onze bedrijfskolom ook breed vertegenwoordigd is.’ Spuijbroek: ‘Onze administratie van pensioenen is niet zo spannend. Maar vooral de dingen die in de toekomst staan te gebeuren: inspelen op de plannen van mevrouw Klijnsma, en over die ingewikkelde dingen glas helder communiceren met werkgevers en deelnemers. Dat kunnen ze bij AZL beter dan wij.’
Hoe verloopt zo’n overstap? Dwarswaard: ‘Dat is wel een gedoe hoor. Er moeten ruim 6.000 deelnemers over, 700 gepensioneerden en 8.500 slapers. Alle bestanden moeten zonder fouten naar AZL. Gelukkig hebben wij onze bestanden de afgelopen maanden uitvoerig gecontroleerd. Voor de overstap hebben we een begeleidingscommissie. Er is ook een “bruggenbouwer”, een gedelegeerde vanuit het bestuur die veel ervaring heeft en beide uitvoerders goed kent. We gaan op 1 oktober al bestanden overhevelen en dan draaien we drie maanden met een schaduwadministratie.’
Waar zitten jullie over vijf jaar? Spuijbroek: ‘Nou ik hoop eindelijk met pensioen!’ Dwarswaard: ‘Ik ben al zeventig hè. Elk jaar overleg ik in oktober met mijn vrouw of ik nog een jaartje langer door zal gaan. Ik ervaar de samenstelling van het bestuur wel als een zorg, omdat er geen opvolgers voor ons zijn. Een opvolger wordt door de mangel gehaald door DNB. Dat is misschien een reden om wèl op te gaan in een groter fonds.’ ■
‘Wij kiezen primair voor veiligheid’ Ruud Spuijbroek (rechts)
AZL Perspectief # drie
/ 15
PO R TRET
‘Ik ben altijd bezig met uitleggen’ Het afgelopen jaar genoot Mariëtte van de Lustgraaf van haar sabbatical. En werkte ze harder voor het pensioenfonds dan ooit tevoren. Pratend over haar werkende leven valt iets op: welke functie ze in een apotheek of bestuur ook had, altijd legde ze de nadruk op transparantie. Voor patiënten, voor c ollega’s en voor de deelnemers in het pensioenfonds. Tot een jaar geleden werkte Mariëtte nog in haar apotheek. Ze was inmiddels 25 jaar actief als apotheker en besloot toen dat het tijd was om een sabbatical te nemen. Ze droeg haar aandelen over aan haar collega’s en stopte met haar werk als apotheker. Als bestuurder werd ze juist actiever: ‘Het was sowieso niet mijn intentie om een jaar niets te doen. Het gebeurde een beetje per ongeluk dat ik uiteindelijk in drie bestuurs commissies actief ben.’
Lastige materie Ze begon als bestuurslid van SPOA in 2011. Toen was al duidelijk dat er voor pensioenfondsen zwaar weer op komst was. Mariëtte: ‘Dat was precies de reden dat ik zitting nam in de communicatiecommissie. Ik voelde de noodzaak om juist in lastige tijden te werken aan de relatie met de deelnemers. Omdat ik zelf tot dan toe ook weinig met het onderwerp pensioen had, snapte ik dat het een hele kluif zou zijn om deze bijzonder lastige materie uit te leggen aan mensen die er niet in geïnteresseerd zijn.’ Inmiddels heeft SPOA vier keer de pensioenen moeten verlagen. Mariëtte: ‘Daar maak je natuurlijk geen vrienden mee. De twijfel bij onze achterban is logisch, deelnemers vragen zich af of
wij het wel goed doen. We zijn serieus aan de slag gegaan met transparante communicatie. We hebben nu een gedegen communicatieplan, een nieuwe website en een digitale nieuwsbrief. We hebben alles in stelling gebracht om snel te reageren als dat nodig is, we zijn vindbaar en toegankelijk en we zijn altijd actueel. Op dit moment gaat de communicatie vooral over de nieuwe regeling die we sinds 1 januari hebben. En de nieuwe wet Pensioencommunicatie vraagt ook voor de komende tijd om allerlei aanpassingen. Het blijft een uitdaging om deel nemers te prikkelen om actief naar hun pensioen te kijken.’
Vol bord ‘Heel eerlijk? Het viel me in eerste instantie best tegen om in de pensioenmaterie thuis te raken. Het is een ingewikkeld vakgebied dat nogal wat deskundigheid vraagt. Bovenop die inhoudelijke uitdaging komt de enorme verantwoordelijkheid die je als bestuur hebt. Je beheert veel geld dat belangrijk is voor de toekomst van mensen. En dan moet je bovendien verstand hebben van algemene zaken. Van communicatie en governance in mijn geval, omdat ik in die commissies zit. Er ligt dus nogal wat op het bord van een bestuurder.’
‘Vier keer verlagen, daar maak je geen vrienden mee’
Verantwoording afleggen ‘Door het plotseling overlijden van een collega afgelopen jaar vul ik op dit moment ook nog een plek in de pen sioencommissie op. Ook daar ben ik wéér bezig met duidelijkheid: we hebben een nieuw reglement opgesteld en vele officiële fondsdocumenten zijn herschreven. Voortdurend toetsend: hoe staat het er? Is het begrijpelijk? Dat levert interessante discussies op met juristen en actuarissen. Nu we er zo over praten, zie ik daarin een rode draad: voor mij is integriteit en transparantie nooit bijzaak. Ik ben altijd bezig met uitleggen en inzicht geven. Hoe dat komt? Geen idee. Ik help mijn kinderen ook graag met hun huiswerk en voel me uitgedaagd om de uitleg te vinden waardoor ze de stof goed begrijpen. Het zit dus kennelijk in
Portret van een pensioenfondsbestuurder In deze rubriek portretteren we elke keer een pensioenfondsbestuurder. Op zoek naar wat hem of haar beweegt. Dit keer spraken we met Mariëtte van de Lustgraaf, apotheker en bestuurslid van Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers (SPOA).
AZL Perspectief # drie
/ 17
mijn aard, maar ik vind het ook gewoon de belangrijkste taak van een goed bestuur.’
Commissariaat Na haar sabbatical wil Mariëtte als commissaris aan de slag. Waar is nog niet duidelijk, wat haar aandachts gebied gaat zijn, spreekt voor zich. Dat ze bestuurslid blijft van SPOA staat buiten kijf. Voorlopig is daar voldoende te doen. ■
Curriculum Vitae Mariëtte van de Lustgraaf Huidige functie: bestuurslid Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers (sinds 2011) voorzitter Nederlands Kenniscentrum Farmacotherapie bij Kinderen (NKFK) (sinds 2013)
Eerdere functies: apotheker in diverse gezondheids centra (1986 - 1989) beherend openbare apotheker (1989 - 1994) mede-eigenaar openbare apotheek (1994 - 2010) lid hoofdbestuur beroepsorganisatie van apothekers KNMP (2004 - 2007) mede-eigenaar consortium apotheken (2010 - 2014)
Opleiding: Universiteit Utrecht (1986) Twee jarige post-HBO management opleiding te Utrecht (1989) Manager Plus Programma Maas assessment & Development/ PowerCTA (2007) Commissarissencyclus Nyenrode, leergang 27 (2013)
Kent u een bijzondere pensioenfonds bestuurder die op deze plek anderen kan inspireren? Laat het weten aan de redactie:
[email protected].
18 / AZL Perspectief # drie
O PI NIE
Gijs Cremers
Guur en nat of nazomer-zon? Tegen de tijd dat u deze column leest, zit u waarschijnlijk thuis warm bij de haard en is het buiten nat en guur herfstweer. Een voorspelling, want terwijl ik dit opinie stukje tik, laat de augustuszon het kwik behoorlijk oplopen. Om u het natte herfstweer te doen vergeten, neem ik u alvast mee naar de zomerse sferen van juli 2016 en waag ik me nog aan een tweede voorspelling: er komt examenstress. Nee, ik heb het hier niet over middelbare scholieren die, na talloze klachten bij het LAKS, nagelbijtend op het verlossende telefoontje zitten te wachten, alvorens op de bus naar Salou te stappen. Ook pensioenfondsen leggen volgend jaar juli namelijk examen af, onder de noemer van de haalbaarheidstoets. De allereerste toets is welis waar al 1 oktober 2015, maar in deze aanvangshaalbaar heidstoets worden de maatstaven dusdanig gekozen dat ieder fonds slaagt. Juli 2016 is de eerste keer dat fondsen echt aan de gekozen ondergrenzen worden getoetst ... en dus kunnen zakken. Pensioenresultaat De toets bestaat uit het meten van het verwachte pen sioenresultaat met een drietal startpunten. Voor diegene die iets minder in de materie zit: pensioenresultaat is een percentage, waarin het daadwerkelijk verwachte pensioen (inclusief financiële meevallers en tegenvallers), wordt afgezet tegen een pensioen dat jaarlijks met de prijsinfla tie wordt verhoogd (een koopkracht bestendig pensioen). Hoe hoger dit percentage, hoe hoger de uiteindelijke koopkracht van het pensioen voor de deelnemers in een fonds. Om te slagen zijn pensioenfondsen niet gebonden aan een vijfeneenhalf: fondsbestuurders mogen zelf de onder grens kiezen. Hoe zouden de reisorganisaties in Salou floreren als middelbare scholieren zelf mochten aangeven welk cijfer zij voldoende vinden om te slagen. Zo’n onder
grens leggen fondsen vast voor de komende jaren: het is dus een kwestie van enerzijds genoeg ruimte om de toets naar verwachting te kunnen halen en anderzijds niet dus danig ruim dat er vragen van DNB komen. Sticker van de juf Voor fondsen die slagen is er niets aan de hand. Wie weet, deelt de toezichthouder net als mijn basisschooljuf wel stickers uit voor fondsen die het goed doen. Haalt een fonds de toets niet dan wordt het fondsbeleid (denk aan beleggingen, premies, indexaties ect) waar nodig aan gepast alvorens te herkansen. Bovendien moeten deel nemers over de resultaten worden geïnformeerd. En daar zit mijn kritiek. Leuk zo’n haalbaarheidstoets. Voor DNB, om pensioen fondsen te vergelijken. Voor adviseurs, om eens flink te kunnen rekenen. Voor fondsbestuurders, als second opinion op een ALM of om generatie effecten inzichtelijk te maken (overigens verschillen bestuurders sterk van mening over het nut van de toets). Maar niet leuk voor deelnemers. Zij krijgen straks bericht dat hun pensioen fonds een ‘pensioenresultaat van 78%’ verwacht. Met als vervolgzin: ‘dit is minder dan we gehoopt hadden’. Onrust Communicatieadviseurs, maak je borst maar nat, want de term pensioenresultaat komt niet voor in het Jip en Janneke woordenboek. Mijn vrees is dat deelnemers er weinig van snappen, niets mee kunnen, en dat het com municeren van de resultaten uit de haalbaarheidstoets alleen maar tot onrust leidt. Temeer omdat er nogal wat kanttekeningen en nuances zijn, waarmee een dergelijk resultaat van 78% moet worden geïnterpreteerd. Want het is en blijft een statistische voorspelling, en die komen lang niet altijd uit. Want wie weet, leest u dit stuk wel buiten op het terras onder een aangenaam nazomer-zonnetje.
AZL Perspectief # drie
/ 19
Riskmanagement AZL behaalt ISAE 3000
‘Vertrouwen is goed, controle is altijd beter’
20 / AZL Perspectief # drie
AZL is een van de weinige pensioen uitvoerders die beschikt over een ISAE 3000-rapportage*. ‘Mooi’, vindt Esmiralda Thieme, manager Risk, Compliance en Internal Audit bij AZL, ‘maar de echte winst is als medewerkers kwaliteit willen en daarom ook controles belangrijk vinden.’ Esmiralda Thieme is een ‘risk manager on a mission’. En zij niet alleen. ‘We zijn met ons hele bedrijf “on a mission”. Op weg naar de hoogst haalbare certificaten, die laten zien dat AZL ook daadwerkelijk aantoonbaar in control is. We stellen de hoogste eisen aan onze processen en applicaties en kunnen dat ook laten zien.’ Zij ziet dat klanten bij AZL fondsspecifieke audits vragen: ‘We voeren die steeds vaker voor klanten uit. Prima, want vertrouwen is goed, controle is altijd beter. Die uitdaging durf ik wel aan. Natuurlijk hebben we al onze rapportages als bewijs, maar misschien wil een klant zelf komen kijken. Dat moet kunnen, vind ik.’
‘Iedereen moet zich afvragen: is dit de kwaliteit die ik wil bieden?’
In 2014 hebben we ook die processen laten auditen, zodat we nu zelfs ISAE 3000-waardig zijn. Er zijn niet veel uitvoerders die dat hebben. Dit jaar hebben we bovendien cashmanagement aan ISAE 3000 toegevoegd. Dat is een zeer complex proces, omdat verschillende afdelingen verantwoordelijk zijn voor de output. En zo bepalen we jaarlijks welke processen we toevoegen aan ons In Control Statement (ISAE 3000).’
Bewustwording allerbelangrijkste
Volwassen volgens DNB
Een ander voorbeeld: we hebben ons incidentenbeleid aangescherpt. Daarmee verplichten we de hele orga nisatie alle operationele kwesties te melden die de dagelijkse gang verstoren. Collega’s begrijpen dat en werken mee. Iedereen vraagt zich af: is dit de kwaliteit die ik wil bieden? Omdat we de beste willen worden. Met zijn allen.’
AZL stelt eisen aan zichzelf, maar ook externe partijen zoals De Nederlandsche Bank (DNB) leggen hun standaard op. Esmiralda: ‘DNB hanteert bijvoorbeeld een normenkader voor informatiebeveiliging. Elk jaar voer je als pensioenuitvoerder een assessment uit dat aan DNB je volwassenheid toont als het gaat om informatiebeveiliging. Verleden jaar scoorden wij op alle onderdelen volwassenheidsniveau 3. Dat betekent dat je aan alle normen voldoet. Recent heeft DNB het normenkader verzwaard en moeten we voor bepaalde controls het hoogste volwassenheidsniveau 4 halen. Sinds 1 juli voldoen we ook hieraan. Je moet niet alleen het niveau aantonen, maar je moet het ook periodiek evalueren. AZL hecht ook enorm veel waarde aan datakwaliteit en aantoonbaarheid. Maar wij willen verder gaan dan de Quinto-P van DNB. Daarom hebben we een controleprogramma ontwikkeld waarbij Quinto-P wel het uitgangspunt is, maar ons programma veel verder gaat dan de vijf risicogebieden van DNB.’
‘Collega’s komen nu naar ons toe: “We hebben iets veranderd, wil je een audit komen doen? Wil je een risk assessment komen uitvoeren?” Kijk, dát is wat je wilt. Veranderingen realiseer je niet met een druk op de knop. Daar kunnen maanden, soms jaren overheen gaan. Maar de bewustwording is er en dat vind ik persoonlijk het allerbelangrijkste.
Acht maanden In 2010 nam AZL 15 processen op in het In Control Statement (ICS). Esmiralda: ‘We doen uiteraard alles wat we contractueel verplicht zijn. Dat zit allemaal in ISAE 3402. Maar we plussen elk jaar bij en hebben inmiddels 40 processen volledig in control in onze ISAE 3000-rapportage. We zijn er acht maanden van het jaar mee bezig om de stempels ISAE 3402 en nu zelfs ISAE 3000 te krijgen. Het is heel, heel erg veel werk. Of we doorslaan nu we acht maanden van het jaar nodig hebben om dit hoogst haalbare stempel te krijgen? Misschien. Maar we doen het toch.’ ■
Op seizoen en op kleur Van 3402 naar 3000 Esmiralda: ‘Als je voldoet aan de internationale norm ISAE 3402 voldoen alle backoffice-processen aan de strengste eisen. Dat zijn allemaal processen die met de pensioenadministratie of jaarrekening samenhangen: waardeoverdracht, UPO, alle applicaties, maar ook je IT-beleid en informatiebeveiliging, dat soort zaken. Wij vinden dat ook processen van de afdelingen Communicatie, Actuariaat en Bestuursadvisering vlekkeloos moeten verlopen. Die hebben we dus bij ons In Control Statement (ICS) gevoegd.
Ook Esmiralda zelf is altijd ‘aantoonbaar in control’. Je zou haar de ultieme control freak kunnen noemen. Dat is ze ook, vindt ze. Thuis hangen de witte blouses, shirts, broeken en pakken op seizoen en op kleur in de kast. ‘Niet altijd leuk voor je partner’, geeft ze lachend toe. Op haar werk kan ze haar controlerende aard echter naar hartenlust botvieren. ‘Hier wordt van mij verwacht dat ik overal bovenop zit. Maar veel belangrijker is dat alle AZLmedewerkers ervan overtuigd raken dat wijzelf én onze klanten er beter van worden dat wij zo uitermate in control zijn. En op dat punt zijn we nu. Dat vind ik de grootste verdienste van onze afdeling.’
* ISAE 3000 is het zusje van de ISAE 3402-rapportage. In ISAE 3000 worden alle processen uit het ‘In Control Statement’ volledig ge-audit door een onafhankelijke auditor.
AZL Perspectief # drie
/ 21
Handen uit de mouwen voor communicatie op maat
Digitaal is deelnemer- De wet Pensioencommunicatie maakt meer digitale communicatie mogelijk. Op slim ingerichte web sites en via portalen zijn d eelnemers slechts enkele muisklikken verwijderd van wat ze willen weten over of regelen voor hun pensioen. Bestuurders van pensioenfondsen Capgemini en Flexsecurity houden met een goede basis grip op de inhoud, ‘maar onderschat het werk aan een website niet.’ De uitnodiging is niet te missen, op de nieuwe homepage van Pensioenfonds Capgemini. ‘Weet u hoeveel pensioen u hebt opgebouwd? U bent 3 klikken verwijderd van uw pensioenoverzicht’, staat in het tekstblok dat na luttele seconden van links over het scherm schuift. ‘We willen onze deelnemers sneller brengen waar ze moeten zijn’, zegt bestuurslid Dirk Neuhaus (rechts).
‘Bezoekers van onze website, of het nu werknemers, gepensioneerden of oudwerknemers zijn, bedienen we bovendien met teksten die sterk op de doelgroep zijn toegesneden. Inloggen in het Deelnemersportaal “Mijn Pensioencijfers” gaat op de nieuwe site heel makkelijk: met DigiD. Daarnaast is de vormgeving vergeleken met de vorige website frisser en herkenbaarder. Met foto’s waar onze eigen deelnemers op staan en het nieuwe hoofdgebouw van Capgemini in Leidsche Rijn. De nieuwe website past echt bij ons fonds.’ Pensioenfonds Capgemini verzendt ook geregeld digitale nieuwsbrieven, zodat de website sneller en vaker bezocht wordt.
Vol aan de slag Ook Flexsecurity, het ondernemingspensioenfonds voor de flexwerkers van Randstad Groep Nederland, heeft sinds deze zomer een nieuwe website. Het Deelnemersportaal ‘Mijn Pensioencijfers’ had het fonds al. Voorzitter Raimond Schikhof is enthousiast over de mogelijkheden. ‘Dankzij de wet Pensioencommunicatie kunnen we nu vol aan de slag met digitale communicatie. Voormalige deelnemers konden afkoop al volledig geautomatiseerd regelen in “Mijn Pensioencijfers” en nu willen we zo snel mogelijk van de startbrief af en overschakelen op het aanbieden van gelaagde informatie via Pensioen 1-2-3. Met de nieuwe website en het Deelnemersportaal ligt de infrastructuur er.’
Digitalisering in fases De wet Pensioencommunicatie maakt meer digitale communicatie mogelijk. Voorwaarde is dat pensioenfondsen hun deelnemers eerst schriftelijk op papier laten weten dat zij digitaal gaan communiceren. Deelnemers moeten daarbij de mogelijkheid krijgen om bezwaar te maken. Website en Deelnemersportaal “Mijn Pensioencijfers” zijn belangrijk in de digitale mix. Digitale communicatie met deelnemers gaat echter verder dan dat. AZL werkt gestaag aan gedigitaliseerde communicatie bij de administratieve processen.
22 / AZL Perspectief # drie
en kostengericht Aan digitaal communiceren zitten twee kanten, stelt Schikhof. ‘De deelnemer kun je veel beter bedienen, maar voor onszelf betekent digitale communicatie natuurlijk ook kostenbeheersing. We voeren regelingen uit voor een kleine 300.000 deelnemers. Dat zijn pallets vol brieven, als we alles per post zouden doen. Het is veel handiger en goedkoper als mensen digitaal bij de juiste informatie kunnen komen. Uiteindelijk willen we iedere deelnemer en gewezen deelnemer op ieder moment zijn opgebouwde kapitaal kunnen tonen. Dat kost wel tijd: we moeten 300.000 log-ins mogelijk maken.’
Deadlines Beide fondsen maakten gebruik van de diensten voor online communicatie zoals AZL die ontwikkeld heeft. Voor websites biedt AZL een stramien dat elk fonds zelf naar behoeven kan aanpassen. Maatwerk is ook mogelijk. Een fonds dat een nieuwe website laat bouwen, moet rekening houden met huiswerk. Het controleren van voor lopige ontwerpen en teksten bijvoorbeeld. ‘De mensen van AZL haalden hun deadlines keurig, wijzelf niet altijd’, grinnikt Schikhof. ‘Onderschat inderdaad de inspanning niet, het is geen simpele keuze tussen site A, B of C’, vult Neuhaus aan. ‘AZL schreef de teksten voor de nieuwe website. Elke doelgroep heeft eigen pagina’s, met bijvoorbeeld op maat gemaakte teksten over onze regeling. Met her en der tal van verschillen tussen werkenden, oud-werknemers en gepensioneerden. Per doelgroep is het veel werk om al die teksten te checken. ‘
Scherp je visie Het fonds van Capgemini nodigde medewerkers uit voor een testpanel, waarvoor zes mensen zich aanmeldden. ‘Het leuke was dat deze panelleden thuis zijn in de digitale wereld, er zaten communicatiespecialisten en bouwers van websites bij. Dat is een plus: we konden gebruik maken van de kijk van de panelleden als eindgebruikers, en tegelijk profiteren van hun kennis. Al doende scherpten we onze visie op wat we willen uitstralen.’ Nu hun websites online zijn, is het werk niet af. Schikhof: ‘AZL wil en kan alles voor ons regelen, maar als bestuurders willen we grip houden op de vulling van de site. Een voorbeeld: het plaatsen van nieuwsberichten kan via het AZLsysteem automatisch, maar niet elk bericht is op onze doelgroep of ons fonds van toepassing. AZL legt ons dus elke maand een nieuwe set nieuws berichten voor, zodat we ze wel of niet kunnen laten plaatsen. Een bericht over aanpassing van de UFR-rekenrente is voor onze deelnemers bijvoorbeeld weinig relevant, het zou eerder onnodige vragen kunnen oproepen. Over dit soort inrichtingsvraagstukken hebben we goed nagedacht.’ Bij Capgemini geldt vanaf 2016 een nieuwe regeling. ‘We passen de website dan weer aan’, zegt Neuhaus. ‘Ik heb er vertrouwen in dat we in korte tijd leesbare, relevante teksten beschikbaar zullen hebben. Gelukkig heeft de nieuwe website prima mogelijkheden om onze deelnemers goed en trans parant te informeren. Ze zijn gebaat met de snelheid waarmee we kunnen communiceren, en de lagere kosten waarmee dat kan. Ja, ik word heel blij van onze nieuwe website!’ ■
AZL Perspectief # drie
/ 23
IN BE ELD
Relatiedag 2015
‘Interessant dankzij Arnoud Boot, Johan de Groot en Arnoud Vossen en hilarisch dankzij Armand Schreurs.’