az groeninge Kortrijk
Versie april 2012
1
Welkom
Het team van de afdeling intensieve zorg 3 – medium care heet je van harte welkom. Wij zullen ons best doen omdat jij je zo snel mogelijk thuis voelt in de groep. Deze brochure bied je een eerste kennismaking met onze afdeling. Op de volgende pagina’ s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlugge en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen of meer informatie wenst, kan je altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid. We wensen je alvast veel werkgenot en veel succes.
Voornaamste stelregel: Als je twijfelt, vraag dan hulp ! Doe dit beter te vroeg dan te laat !
2
Inhoudstafel 1. Voorstelling van de afdeling 1.1 Opbouw vande afdeling 1.2 Doelstellingen van de afdeling 1.3 Bezoekuren van de afdeling 1.4 Werken op intensieve zorg 3 – medium care 1.4.1 Werkuren 1.4.2 Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen 1.5 De artsen ende meest voorkomende pathologieën op onze afdeling 1.5.1 Artsen 1.5.2 Pathologieën 2. Een dag op de afdeling 3. Specifieke informatie 3.1 Algemene afspraken omtrent het toeren 3.2 Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling 4. Verpleegdossier 5. Registratie pijn – voeding – valrisico – geriatrisch zorgprofiel 6. Anamnese 7. Procedures 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
De meest voorkomende De meest voorkomende De meest voorkomende De meest voorkomende Klinisch pad CVA
onderzoeken ingrepen materialen technieken
3
8. Verpleegdossier 9.Patiëntenvoorlichting 10. Communicatie 6.1 6.2 6.3 6.4
Telefonie Informatica Buizenpost Interne communicatie
11. Personeelsinformatie 7.1 Dienstrooster 7.2 Overuren 7.3 Verlof 7.4 Ruilen van shift of verlofdagen 7.5 Ziekte 7.6 Vorming 7.7 Functioneringsgesprek 12. Aandachtspunten 8.1 Beademde patiënt 8.2 Opvang van patiënt en familie 8.3 Kenmerken CVA links / rechts 8.4 Correct invullen van het patiëntendossier 8.5 Dagelijkse controle van de apotheek 8.6 Identificatie van de patiënt 8.7 Opmaak vochtbalans 8.8 Assistentie op het cathlab 13. Persoonlijke notities 14. Studenten
4
1. Voorstelling van de afdeling a. Opbouw van de afdeling De afdeling intensieve zorg 3 - medium care ontwikkelde zich uit de voormalige afdeling CCU – Stroke Unit en de afdeling medium care pneumologie. De afdeling bevindt zich op de 2e verdieping, campus LS. In onze nabijheid vinden we het operatiekwartier en de dienst Intensieve Zorgen. De afdeling bestaat uit 16 bedden: 8 bedden IZ en 8 bedden medium care. Op de afdeling worden hoofdzakelijk cardio – neuro en pneumopatiënten gehospitaliseerd. Iedere kamer is voorzien van een patiëntenzuil met monitoring, aansluiting voor O2, perslucht, vacuüm, een beloproepsysteem, adequate verlichting, airco, radio en TV, werkblad met ingebouwde lavabo, infuushouders met spuit- en volumetrische pompen en een reanimatieknop. We beschikken tevens over een uitgebreide spoedkast en hebben de mogelijkheid om bloedgasanalyses uit te voeren. b. Doelstellingen van de afdeling Patiënten die op onze dienst worden opgenomen komen in een andere setting terecht dan bij een klassieke ziekenhuisopname. De manier van werken, de apparatuur, … kan bij de patiënt en zijn familie een grote impact met zich meebrengen. Hierbij wacht je als verpleegkundige een belangrijke taak. Wees steeds bedacht dat we op onze afdeling de patiënt (en zijn familie) centraal stellen. Je werkt binnen een multidisciplinair team om de patiënt een optimale fysische, psychische, sociale en morele zorg te bieden.
5
c. Bezoekuren van de afdeling Er zijn drie bezoekmomenten voorzien namelijk van 11.00 uur tot 11.30 uur, van 15.00 uur tot 15.30 uur en van 18.30 uur tot 19.00 uur. Als verpleegkundige ben je tijdens het bezoekuur bereikbaar om voor de nodige opvang te voorzien. Er worden maximaal 3 bezoekers toegelaten per patiënt, eventueel wordt er dan onderling afgewisseld. Op onze afdeling dragen de patiënten geen eigen nachtkledij maar een ziekenhuishemd. Het persoonlijk gerei wordt beperkt tot volgende items: -
beperkte hoeveelheid ondergoed pantoffels 1 pyjama – slaapkleed zeep, kam, scheer- en tandpoetsgerei eventueel persoonlijke lectuur
Juwelen worden zo snel mogelijk afgedaan en meegegeven met de familie, ook de SIS-kaart en identiteitskaart zijn hier niet nodig. Het is wel belangrijk te noteren in het verpleegdossier wat en met wie je iets hebt meegegeven (+ naam vermelden van een getuige vb een collega).
6
d. Werken op intensieve zorg 3 – medium care i. Werkuren De verschillende shiften zijn: Vroegdienst Dagdienst bureau: Dagdienst Avonddienst Nachtdienst
06:15 uur – 14:45 uur 07: 30 uur – 16:00 uur 08:15 uur – 16:45 uur 13:00 uur – 21:15 uur 20:45 uur – 06:45 uur
Minimale bezetting per shift (weekdagen): Vroegdienst: 4 verpleegkundigen Avonddienst: 4 verpleegkundigen Nachtdienst: 3 verpleegkundigen Dagdienst: 1 verpleegkundige Dagdienst bureau : 1 verpleegkundige Logistieke assistente: tijdens de week (07u30 – 14u00) Die zorgt voornamelijk voor ondersteuning (het aanvullen van boxen, linnen verzorgen, hulp bij transport, op- en afdienen maaltijden, …). Dit ontslaat de verpleegkundige niet om waar mogelijke ook logistieke ondersteuning te bieden. Er wordt gewerkt volgens het model van geïntergreerde verpleegkunde, dus met patiëntentoewijzing conform een evenredige werklast. Per shift is er 1 shiftverantwoordelijke die de taken van het afdelingshoofd overneemt wanneer deze niet aanwezig is.
7
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen Zorgmanager zorggroep Antoon Vanhoutte Tel. 056 63 176042 E-mail:
[email protected]
Hoofdverpleegkundige
Dieter Remmerie tel. 056 63 1745 E-mail:
[email protected]
Adjunct-hoofdverpleegkundige
Pascal Vanmeenen tel. 056 63 1740 E-mail:
[email protected] Weekendverantwoordelijke
Hilde Seynhaeve tel. 056 63 1740 E-mail:
[email protected]
8
Referentieverpleegkundigen
Hef ent til: Lieve Tanghe, Tine Theuninck en Roos Declercq Informatica: Palliatieve zorgen: Birgit Bonny, Sandra Staessens en Hanne Noppe Ziekenhuishygiëne: Katrien Lefevre en Annelies Deman Materiaal: Pascal Vanmeenen en Maria Verhoeven Geriatrie: Eveline Saelens, Stefanel Buysschaert Dienst zingeving: Lieve Verdonck BIPAP: Isabel Vandeputte en Birgit Bonny Externe PM: Nele Bouckaert IABP: Eveliene D’ Hallewin Apotheek: Pascal Vanmeenen Reanimatie: Griet Putman en Nele Bouckaert Wondzorg: Elien Mylle, Hanne Verschatse Pijn: Hanne Noppe
Stagementoren
Lieve Verdonck
Sandra Staessens
Logistieke assistente
Marjan Dewindt
9
Roos Declercq
Isabel Vandeputte
Nele Bouckaert
1.5
De artsen en meest voorkomende pathologieën op onze afdeling 1.5.1 Artsen Medisch coördinator CSM dr. Michiels Haerens tel. 056 63 3353 E-mail:
[email protected]
Pneumologie dr. René Deman, diensthoofd pneumologie tel. 056 63 3350 E-mail:
[email protected]
dr. S. Derijcke
dr. B. Gheysens
dr. M. Leys
dr. S. Maddens
10
dr. M. Haerens
Cardiologie dr. Antoon Weyne, diensthoofd cardiologie tel. 056 63 3120 E-mail:
[email protected]
dr. J.M. Bergen
dr. T. Boussy
dr. C. De Niel
dr. L. Dermauw
dr. I. Elegeert
dr. F. Renders
11
dr. Ph. Dejaegher
dr. M. Dumoulein
dr. J. Vandenbogaerde
Neurologie
dr. P. Bourgeois, diensthoofd neurologie tel. 056 63 34 30 E-mail:
[email protected]
dr. B. Bruneel
dr. D. Peeters
dr. L. Lastra
dr. P. Vanderdonckt
12
dr. G. Meersman
dr. F. Vanhee
1.5.2
Pathologieën
Cardiologie stemi en non-stemi myocardinfarct (instabiele) angor instabiel coronair syndroom: coronarografie, post PCI, post CABG hartdecompensatie – acuut longoedeem longembolen ritme – en geleidingsstoornissen: medicamenteuse behandeling, synchrone defibrillatie, uitlokkingstesten, PM-implantatie (in- of uitwendig) reanimatie pericarditis cardiogene shock – syncope ischemische cardiomyopathie sternumtrauma na verkeersongeval …
Neurologie cerebraal infarct (CVA – TIA) cerbrale bloeding meningitis – encephalitis epilepsie bewustzijnsstoornissen commotio of contusio cerebri Guillain Barré …
Pneumologie COPD – exacerbaties + respiratoire infecties Respiratoire insufficiëntie, hypoventilatie (nood aan nietinvasieve ventilatie) Pneumonie (+ sepsis) Longembolen (+ thrombolyse) Pneumothorax Wespendesensibilisatie Anafylactische shock Acuut longoedeem OSAS Post-extubatie 13
…
2. Een dag op de afdeling CSM Vroegdienst: 06u15 – 14u45 06u00 – 06u45 06u45 – 07u00 06u45 – 08u00
08u00
08u00 – 11u30
Overdracht nachtdienst naar vroegdienst Gezamelijke overdracht + invullen blad met werkverdeling + toewijzing dects - 1e toer van de patiënten (klinisch en monitoring) - Opstarten nieuw verpleegblad - Zo nodig EKG afnames (kan ook tijdens ochtendverzorging) - Start ochtendverzorging - Vanaf 07u30 haalt de logistieke hulp of vroegdienst de ontbijtkar + rode map - Elke vroegdienst staat in voor het opdienen van het ontbijt bij zijn/haar patiënten (eventueel met hulp) - Het ontbijt van patiënten die nuchter moeten blijven (onderzoek) wordt in de keuken geplaatst - Ontbijt afdienen (dienborden van vorige maaltijden uit keuken op kar plaatsen Korte briefing van vroegdiensten naar hoofdverpleegkundige Hoofdverpleegkunde (of vervanger) doet overdracht naar dagdienst/logistiek - De patiënten worden verder om de 2 uur getoerd of frequenter volgens noodzaak - Ochtendverzorging: men kan beroep doen op andere vroegdienst of dagdienst voor eventuele hulp - De logistieke hulp of dagdienst brengt ontbijtkar naar keuken - Na de verzorging staat iedereen in voor de opschik an het aanvullen van zijn/haar kamers - De logistieke hulp of verpleegkundige haalt de soep - Dagdienst vult het materiaal aan in de opbergkasten bureel (uit vol/leegsysteem) - Laboresultaten opvragen, nakijken, resultaten eventueel doorbellen en aanpassingen uitvoeren - Orders artsen uitvoeren
14
11u30
11u30 – 13u00
12u45
Logistieke hulp, dag- of vroegdienst haalt de maaltijdkar Iedere vroegdienst zorgt voor het middagmaal van zijn/haar patiënten - De vroegdiensten spreken onder elkaar af wie eerst gaat eten (korte overdracht naar andere vroegdiensten) - De overige vroegdiensten, dagdienst en hoofdverpleegkundige gaan eten met de 2e groep De logistieke of verpleegkundige brengt de maaltijdkar naar de keuken Alarmen overlopen en uitprinten -
Avonddienst: 13u00 – 21u15 13u00
13u45
14u45
15u30
17u30 18u00 19u30
Overdracht van vroegdienst naar avonddienst Toewijzen patiënten volgens hetzelfde principe Eerste controle van patiënten: klinisch en monitoring Logistieke hulp of vroegdienst haalt koffiekar en bedienen de patiënten (vanaf 14u00) - Dag- of vroegdienst bergen de medicatie weg (apotheek) en doen een stockcontrole - Einde shift vroegdiensten - Verpleegdossiers schrijven (zie ook later) - Labo-aanvragen via Cyberlab en andere onderzoeken (medische beeldvorming e.a.) klaarleggen - Korte onderlinge overdracht avonddiensten - Start namiddagverzorging (conform noden patiënt met minimale frictie, …) - Materiaal in kamers aanvullen volgens noodzaak - Avonddienst haalt de maaltijdkar - Iedere avonddienst zorgt voor het opdienen van zijn/haar patiënten Avonddienst brengt maaltijdkar naar keuken (dienborden uit afdelingskeuken meenemen) Alle aritmie-alarmen doornemen en belangrijkste uitprinten -
15
Nachtdienst: 20u45 – 06u45 20u45 – 21u15 21u15 – 06u15
6u15 – 06u45
- Toewijzing van de patiënten volgens dezelfde principes - Overdracht van avonddienst naar nachtdienst - Eerste controle patiënten: klinisch en monitoring - Verder toeren om de 2 uur of frequenter cfr. toestand patiënt(en) - Medicatie klaarleggen per patiënt - Proper linnen klaarleggen in de kamers voor de ochtendverzorging - Voorraad van verpleegmateriaal aanvullen - Eventuele stockartikelen aanvullen en bestellen - Dagelijkse controletest van de Accu Check glucosemeters - Dagelijkse uitprint van de 24uurs trend van alle patiënten - Controle van de reanimatiewagen - Alarmen overlopen en uitprinten - Bloedafname perifeer of arterieel - Vochtbalans opmaken (clearen) tijdens laatste toer Overdracht van nachtdienst naar vroegdienst
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken.
16
3. Specifieke informatie a. Algemene afspraken omtrent het toeren Controle van vitale en fysische parameters Volgende parameters worden altijd om de 2 uur genoteerd Bloeddruk Pols Interpretatie ritme (sin, VKF, SVT, PM, …) Zuurstofsaturatie en zuurstoftoediening Respiratie CVD, ICP (zo mogelijk) Urinedebiet (zo geen diurese, plaats je een /) Temperatuur Bij start van elke shift + vermelden (AX, rect, fem, …) GCS E 4 – M 6 – V 5 bij de start van de shift + zo vaak als nodig Controle en toedienen van medicatie en infusen Infusen Vermelden van infuussnelheid (ml/uur) bij de start van de shift + bij elke wijziging (in het rood) Packed cells of andere bloedderivaten noteren: OK vermelden Medicatie via zijinfuus wordt uitgedrukt in µ/kg/min, ml/uur
Medicatie + posologie correct noteren Zie later
Controle bloedafnames Dagprofiel 08u00: voor ontbijt of glycemie via perifere bloedafname (labo) 12u00: voor middagmaal 18u00: voor avondmaal 22u00
17
Ph controle Standaard uren: 08u00, 14u00, 20u00 en 4u00 of volgens noodzaak Voor verzorging (vb. middagmaal) Zuurstofdebiet of FiO2 vermelden Cave: bloedgassen afnemen voor aerosol (vertekend beeld) Controle van alle bedsite toestellen (monitoring, pompen, …) Controle van verbanden: allerlei katheters, aanprikplaats PCI’s, … Contactname met patiënten Observatie en schriftelijke rapportage na elke shift
b. Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling ABGW ABP AH AHT ALO AMI AV AV-block AVVZ BD / RR BIPAP BMS CABG CIPAP COPD/CARA CPR CVD DES DM DNR EKG EFO EPAP
Arteriële bloedgassen Arterial blood pressure (= arteriële bloeddruk) Ademhaling Arteriële hypertensie Acuut longoedeem Acuur myocardinfarct armvene Atrium-ventriculair block Arm aan verzadigde vetzuren Bloeddruk Bilevel positieve airway pressure Bare metal stent Coronary artery bypass grafting (= coronaire overbruggingen) Continuous positive airway pressure Chronic obstructieve pulmonary disease Chronische aspecifieke respiratoire aandoening Cardiopulmonaire reanimatie Centraal veneuze druk Drug eluting stent Diabetes mellitus Do not reanimatie (NTR= niet te reanimeren) Elektrocadiogram Elektrofysiologisch onderzoek Expiratoire positieve luchtwegdruk
18
ETT FiO2 FFP GCS IPAP LBTB M NB NRM NIBD OSAS PC PM PCI PTCA RBTB RSP (non) STEMI SVES SOPP TOE T° / temp VES VF VKF VT ZA
Endotracheale tube zuurstoffractie Fresh frozen plasma Glascow coma schaal Inspiratoire positieve luchtwegdruk Linker bundeltakblok masker Neusbril Non-rebreathing masker Niet-invasieve bloeddruk Obstructief slap apnoe syndroom Packed cells Pacemaker Percutane coronaire interventie Percutane transluminale coronaire angioplastie Rechter bundeltakblok Restrosternale pijn (non) ST-elevatie myocardinfarct Supraventriculaire extrasystolen Stabiele oplossing van plasmaproteïnen Transoesophagale echografie Temperatuur Ventrikulaire extrasystole Ventrikelfibrillatie Voorkamerfibrillatie ventrikeltachycardie zoutarm
19
4. Verpleegdossier Het verpleegdossier die gebruikt wordt is gelijk op alle kritieke diensten. De manier van werken is ook gelijklopend. Enkele topics: -
volgorde van noteren medicatie: 1: Hoofdinfuus 2: spuitpompen L1 = Lumen 1 = Distaal L2 = Lumen 2 = mediaal L3 = Lumen 3 = proximaal 3: antibiotica / antivirale medicatie 4: Ampulles IV 5: Ampulles SC 6: Ampulles IM 7 : Aërosol 8 : medicatie PO 9 : sondevoeding Bij de opmaak van de medicatielijst wordt preferentieel gebruik gemaakt van het Excell programma (op de Y schijf; vraag bijkomende uitleg aan collega’s). AANDACHT: Het is dus niet de bedoeling dat er mensen spontane aanpassingen aanbrengen. Lijnen toevoegen, medicatie knippen en plakken, … Dit zijn dingen die NOT DONE zijn. Ze ondermijnen de programmatie en dus ook de uniformiteit van het programma. Wanneer de medicatie schriftelijk in het dossier vermeld wordt, wordt er gebruik gemaakt van blauwe bic.
-
Aftekenen van een infuus in een pomp (vb vervanging) gebeurt door de vermelding van het cijfer “1” en paraaf op het betreffende uur.
-
Aftekenen van infuus, antibiotica, … die niet in een pomp zit gebeurt door de vermelding van het volume en paraaf op het betreffende uur (in kader van uitrekenen van de vochtbalans).
-
Vermelding vocht PO: er wordt gewerkt met kleine flesjes water; bij plaatsen van het flesje wordt de vermelding gemaakt vb 200 cc. Bij de opmaak van de vochtbalans wordt dit in rekening gebracht. Het vocht PO: fles water (200 ml) opschrijven bij wegdoen lege fles 1 beker soep = 190 ml , 1 tas koffie = 120 ml (vergeet dus niet rekening te houden met de koffie, soep,…)
20
-
Bij het noteren van vb maagvocht gelden volgende afspraken: o wanneer er een volume van 50 cc gemeten wordt en dit wordt niet geledigd: “(50)” o wanneer dit volume geledigd wordt: 50 ↑ (volumes met een pijl worden in de vochtbalans opgenomen)
-
Bij het noteren van het volume van een drain wordt bovenstaande methode ook toegepast. Bijkomend wordt er genoteerd of het vacuüm nog aanwezig is (via OK of NOK).
-
Bij aan of afwezigheid van stoelgang wordt dit minstens op het einde van elke shift genoteerd met “-“ of “+”.
-
Kleuren parameters: o T°: ROOD o CVD: GROEN + extra vermelding van de waarde o HF: ZWART o BD: BLAUW
-
Bij ontslag wordt ingevuld wie het ontslag gegeven heeft + bijkomende info: vb met tele
-
De parameters saturatie en AH frequentie worden bij elke toer ingevuld. Deze worden aangevuld met vermelding aantal liters zuurstof.
-
Basisritme wordt bij elke toer ingevuld.
-
Vervangen van leidingen van art, DVC, perifeer gebeurt volledig om de 4 dagen.
-
Invullen NORTON: 1 x dag
-
Onderzoeken die aangevraagd zijn maar niet doorgegaan staan in fluo met aanvraagdatum vermeld. Reeds gebeurde onderzoeken staat de datum van uitvoering vermeld na het onderzoek
-
Fixatie: om het halfuur visuele controle +aftekenen (eerste dag). Bij elke fixatie het registratieformulier “vrijheidsbeperkende maatregelen” invullen. Zie ook procedure.
-
Het noteren van de scores vb pijn gebeurt op de voorziene documenten (zie punt 5)
21
5. Registratie pijn – voeding – valrisico – geriatrisch zorgprofiel Bij elke patiënt dienen er verschillende registraties te gebeuren: PIJN: - in elke box bevindt zich een pijnschaal. - minstens 2 x per dag (8u – 14u) de pijn scoren en het resultaat noteren op het document VALRISICO - VOEDING - GRP - bij elke opname moet dit document binnen de 24u ingevuld worden. - het gele wordt in de voorziene ruimte gebracht en het wit blijft in het patiëtendossier . - cfr het verblijf wordt het witte document verder aangevuld
6. Anamnese Het anamnese document wordt bij voorkeur ingevuld op die dienst spoedpname. Zo nodig wordt het document verder aangevuld door ons. De anamnese moet in de eerste 24u na opname vervolledigd zijn.
7. Procedures Hieronder vind je een opsomming van de meest voorkomende relevante items van toepassing op onze afdeling. Voor de volledige inhoud van de procedures hieromtrent verwijzen we naar intranet – procedureboek en/of de diverse mappen op de afdeling. a. De meest voorkomende onderzoeken
RX – thorax RX – diversen CT – schedel en hersenen CT – thorax CT – halsvaten – cerebrale vaten CT – diversen Duplex onderste ledematen Duplex halsvaten DSA VQ scan
22
NMR ECG echocardiografie cardioconsult EEG Lumbaal punctie Longfunctietesten Bronchoscopie Pleurapunctie Allergietesten …
b. De meest voorkomende ingrepen
PM – implantatie (voorlopig en definitieve PM) Cardioversie Plaatsen thoraxdrain …
c. De meest voorkomende materialen
Centrale monitoring HP + printer op bureel Bedsite monitoring + modules (HP Viridia 24C – HP Viridia CMS – HP model 665) ECG NIBD ABP CVD O2 saturatie Temperatuur PAP CO Infuus- en spuitpompen Spuitpomp Braun perfusor compact Perfusor Braun FM (PCA/spuitpomp) Infusomat Braun Defibrillator Echo(cardio)toestel
23
ECG toestel Uitwendige PM 3 PC’ s in bureel + printer Buizenpost Manometers O2 Perslucht Vacuum Cuff Voedingspomp Flocare infinity IAB pomp monitoring 2 anti-decubitusmatrassen (alfa X cell) 4 BIPAP toestellen Bloedgasanalysetoestel Transportmonitor Gomco aspiratietoestel Aspiratie op basis van perslucht …
d. De meest voorkomende technieken
Arteriële katheter Voorbereiding van het materiaal Assistentie bij het plaatsen Bloedafname via arteriole catheter Ijken transducer Bepalen arteriole bloedgassen / glycemie / complet Centraal veneuse katheter Voorbereiding van het material Assistentie bij het plaatsen CVD – meting (continu of intermittent) Veneuze bloedafname Swan ganz catheter Voorbereiding van het material Assistentie bij het plaatsen Ijken transducer Continu AP meting
24
Continu CO meting Intermittent CO meting Wedge meten Afname gemengd veneuze bloedgassen
CPR Plaatsen mayocanule Hartmassage Beademen met beademingsballon Defibrilleren Hulp bij intubatie Beademing: hoofdzakelijk niet invasive Beademingstoestel klaarzetten Aflezen beademingstoestel Aspiratie via ETT en mond Steriele instillatie via ETT Mondtoilet Afname sputumcultuur via ETT Binnencanule reinigen Cuffmanometrie ETT verplaatsen van mondhoek Verversen beademingsslange Reinigen en desinfecteren beademingstoestel BIPAP beademing BIPAP – toestel + beademingscircuit voorbereiden Correcte maskerkeuze Instellen ventilatieparameters (na orde arts ofwel standaard starten) Ventilatie opvolgen + parameters aanpassen naargelang bloedgaswaarden Mondtoilet Maskerreiniging Assistentie bij Plaatsen externe PM Synchrone defibrillatie (= cardioversie) Plaatsen en controle thoraxdrain Dringende PCI cathlab Bronchoscopie Pleurapunctie 25
Lumbaal punctie
IABP Assistentie bij het plaatsen Observatie en opvolgen specifieke parameters
e. Klinisch pad CVA Het klinisch pad CVA is een multidisciplinair werkinstrument dat inzicht geeft in het pad welke de CVA-patiënt aflegt van opname in het ziekenhuis tot zijn ontslag uit het ziekenhuis. De behandeling, onderzoeken en zorg voor de CVA-patiënt zijn hierin opgenomen.
8. Patiëntenvoorlichting De afdeling vindt het belangrijk dat patiënten en familie goed zijn ingelicht. Hiervoor zijn verschillende patiëntenfolders beschikbaar. Let wel, een folder vervangt nooit de mondelinge uitleg van de arts of verpleegkundige.
Dienst voor hartbewaking, beroertezorg en acute longziekten Beroerte of CVA (cerebrovasculair accident) Stroke: CVA, beroerte, hersentrombose, herseninfarct, hersenbloeding Elektrische cardioversie Coronarografie Hartcatheterisatie Implantatie van een difinitieve pacemaker Cardiale revalidatie MRSA Veilig en humaan fixeren EFO Bronchoscopie … Volledige en begrijpbare informatie schept vertrouwen bij de patiënt.
26
9. Communicatie a. Telefonie Cardiologie
Artsen dr. dr. dr. dr. dr. dr. dr. dr. dr. dr.
J.M. Bergen T. Boussy C. De Niel Ph. Dejaegher L. Dermauw M. Dumolein I. Elegeert F. Renders J. Vandenbogaerde A. Weyne
consultatie cardiologie Hartfalen cath-lab cardiologie 4A cardiologie 4B
Artsen
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
3110 3111 3113 3112 3114 3119 3115 3116 3117 3120
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
3100 3125 3135 1400 1360
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
3430 3431 3432 3433 3434 3435 3436
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
3420 1100 1200 2460 1560
Neurologie dr. dr. dr. dr. dr. dr. dr.
P. Bourgeois B. Bruneel L. Lastra G. Meersman D. Peeters P. Vanderdonckt F. Vanhee
Consulatie neurologie Neurologie 1 KL Neurologie 2 KL Neurologie/neurochirurgie 2e v. LS Neurologie/neurochirurgie 3e v. LS 27
Pneumologie Artsen dr. dr. dr. dr. dr. dr.
R. Deman S. Derijcke B. Gheysens M. Haerens M. Leys S. Maddens
consultatie pneumologie pneumologie 3B1 LS pneumologie 3B2 LS
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
3350 3351 3352 3353 3355 3354
056/63 3340 056/63 1300 056/63 1330
Afdelingsgerelateerde afdelingen Spoedopname Medische beeldvorming NMR nieuw / oud CT scan Laboratorium
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
Noodnummers Brand Interne MUG Security
9977 9999 9966
6112 4000 4544 4070 4200
b. Informatica (IT) Binnen az groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste PC’ s en een laptop voor de hoofdverpleegkundige. De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Volgende IT toepassingen zijn in gebruik: EPD (= elektronisch patiëntendossier) Cyberlab (elektronisch labovoorschrift) Intranet Elektronische opnamegegevens patiënten CSM
28
c. Buizenpost De bedoeling is om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen waardoor er belangrijke stappen kunnen gespaard worden. Dit kan zijn: labostalen, onderzoeksaanvragen, voorschriften apotheek, … De lijst met nummers bevindt zich vooraan de buizenpost. Enkele aandachtspunten hierbij: Hulzen goed sluiten voor het verzenden Maximum 1 kg per huls Geen waardevolle voorwerpen (identiteitskaart, geld, sleutels, …) Geen vloeistoffen tenzij in daarvoor voorziene bescherming Alle stalen verzenden met nodige bescherming (plastiek zakje) Nooit stalen verzenden met mogelijks besmettingsgevaar (ontvanger niet altijd gekend) d. Interne communicatie Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar: Opnamemap patiënten Agenda CMS Verslagen dienstnota’ s Verslagen teamoverleg Verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen Boek verlofaanvragen Verschillende proceduremappen Lijst met contactgegevens personeel Twee infoborden in keuken: algemene informatie ziekenhuisgerelateerd + variabord Patiëntenoverdracht Bij aanvang van iedere shift Bij ontslag naar andere afdeling: mondelinge overdracht + dossier volgt de patiënt Bij ontslag naar ander ziekenhuis: transferblad Bij ontslag naar huis: ontslagformulier Intranet: ziekenhuisbreed
29
10.
Personeelsinformatie a. Dienstrooster Op onze afdeling werken we met een 16-wekensysteem (= roulement) dat telkenmale terugkomt. Bij de opmaak werd rekening gehouden met het gezond roosteren. Voor de verlofperiode (juli-augustus) kan hiervan ietwat afgeweken worden in overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundige(n). Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20e van iedere maand. b. Overuren De gemaakte overuren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten of uren, reden, handtekening collega). Dit wordt ook opnomen in de PEP-registratie. De overuren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de hoofdverpleegkundige en/of met de collega’ s die op dit moment op de afdeling aanwezig zijn. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
Overuren dienen verantwoord te zijn ! Wees eerlijk en collegiaal.
c. Verlof Je kan jouw verlofdagen aanvragen door deze te noteren in het wensenboek en dit tegen de 1e dag van de maand voor de maand erop (bvb. tegen 1 mei voor de maand juni). Verlofdagen kunnen enkel gegeven worden wanneer je ze vooraf hebt aangevraagd.
30
In de mate van het mogelijke zal met jouw wensen rekening gehouden worden. Wanneer dit niet lukt zal de hoofdverpleegkudnige dit vooraf met jou bespreken. Je mag natuurlijk ook afspreken met een collega om te ruilen. d. Ruilen van shift of verlofdagen Er mag steeds geruild worden van shift of verlofdag met een collega. Je dient wel de wijziging te noteren op het uurrooster en de hoofdverpleegkundige wordt ook op de hoogte gebracht. Ook de hoofdverpleegkundige kan je vragen om te wisselen van shift of verlofdag om de continuïteit op de afdeling te verzekeren (bvb. bij ziekte van een collega). Indien er ‘gezondigd’ wordt tegen het gezond roosteren moet een daartoe opgemaakt document ingevuld en ondertekend worden. e. Ziekte Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke. Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten. Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verwittigen, voor het einde van de eerste periode. Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
31
f. Vorming Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, enz. deel te nemen. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. Wie houder is van een bijzondere beroepstitel intensieve zorgen & spoedgevallenzorg dient 15 uur per kalenderjaar te volgen. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden.De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Hij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding bij elke medewerker. Hij stimuleert de medewerkers om het geleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofdverpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk - meerwaarde – geen meerwaarde’ is voor het goed functioneren op de afdeling. Geef zelf eerlijk aan of je een opleidingsbehoefte of andere begeleiding nodig hebt. De gehele procedure rond opleiding vindt U terug in het procedureboek.
g. Functioneringsgesprek Een functioneringsgesprek is een gesprek tussen jou en je hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, enz. kunnen besproken worden. Het is een opvolgingsgesprek dat je in staat stelt alle zaken aan de orde te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben. Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven.
32
In het functioneringsgesprek wordt geen oordeel uitgesproken, er worden wel afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder makkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd.
11.
Aandachtspunten a. Beademende patiënten De verzorging aan beademde patiënten vraagt een specifieke aandacht en kennis. Enerzijds wat betreft het gebruik van de beademingstoestellen maar ook wat betreft de dagelijkse totaalzorg. Hierbij wordt aandacht besteed aan de detailzorgen zoals het mondtoilet, oog- en neustoilet, wisselhouding, kiné, … Heel belangrijk is ook aandacht te besteden aan de communicatie met de beademde patiënt. b. Opvang van patiënt en familie Een opname op de afdeling gaat gepaard met emoties en gevoelens: angst, onzekerheid, onrust, verdriet, opstandigheid, kwaad zijn, … Verpleegkundigen op onze afdeling dienen veel aandacht te besteden aan dit aspect van de zorgverlening en moeten op een professionele manier kunnen omgang met deze gevoelens. Hiervoor kunnen we beroep doen op de ondersteuning van een multidisciplinair team zoals psychologen, sociaal verpleegkundigen, dienst zingeving en spiritualiteit, … Natuurlijk is het heel belangrijk dat we in moeilijke situaties ook kunnen terugvallen op de steun van je collega’ s.
33
c. Kenmerken CVA links/rechts Onderstaande heeft een algemeen beeld van de CVA kenmerken links/rechts. Weet dat elke patiënt individueel verschilt. Linkerhersenhelft beschadigd Rechterzijde verlamd Spraak + taalstoornis = afasie Sensorisch: patiënt begrijpt niet wat er gezegd wordt, wat hij zelf zegt Motorisch: patiënt kan geen structuur maken in zijn woorden maar kan wel alles begrijpen Geheugenstoornissen Gedrag: traag, voorzichtig Hemianopsie rechts = rechter waarneming gestoord
Rechterhersenhelft beschadigd Linkerzijde verlamd onvermogen om complexe handelingen uit te voeren = apraxie onvermogen om doelbewust te handelen geheugenstoornissen bij het uitvoeren van handelingen gedrag: snel, impulsief Hemianopsie links = linker waarneming gestoord Risico Pusher Syndroom Patiënt duwt zich in iedere positie naar hemi-zijde Grote weerstand bij het brengen van patiënt naar middellijn Slechte zelfstandigheids-prognose Heeft angst en grijpt zich steeds vast Praat veel en zoekt excuses Neglect Impulsief, ongeduldig, onrustig Waarnemingsstoornissen Wil altijd te vroeg gaan zitten
d. Identificatie van de patiënt -
De patiënt draagt steeds een identificatiebandje. Er kan altijd via het onthaal van spoed of de receptie een nieuw bandje aangevraagd worden.
-
het bed mag NIET worden geïdentificeerd
e. Opmaak vochtbalans De continue infusen worden op basis van het clearen van de pompen in de vochtbalans verrekend. De infusies van vb. augmentin, keppra, … worden vermeld in de vochtbalans en na toediening verrekend. Dit geldt ook voor packed cells, FFP, … .
34
f. Dagelijkse controle van de apotheek
Dagelijkse controle apotheek -
controle of de meegegeven medicatie klopt met de apotheeklijst
-
bij het wegsteken controle of de inhoud klopt met de maximale stock (cfr apotheekblad)
TE VEEL Te veel aan medicatie toe-eigenen aan de patiënt en terug aan apotheek (NIET terug in de spoedkast) TE WEINIG Iedere vpk doet een controle van zijn apotheekbladen op de desk en past waar nodig aan -
controle verdoving (bij een correcte maximale stock wordt een vol blad naar naar de apotheek gestuurd)
-
controle temperatuur (iedere maand nieuw formulier starten + opsturen naar apotheek formulier vorige maand)
-
om een goede controle mogelijk te maken noteren de nachtdiensten (bij het klaarzetten van de medicatie) alle medicatie op het blad die dezelfde ochtend naar de apotheek gestuurd wordt.
medicatie uit de spoedkast halen = aanrekenen op het algemeen apotheekblad (geel/blauw) medicatie bestellen = aanrekenen op het persoonlijk apotheekblad antibiotica bestellen = aanrekenen op het gele apotheekblad medicatie aanrekenen en niet uit de spoedkast halen moet vermeden worden; desnoods bestellen op naam
35
g. Assistentie Cathlab Wanneer een primaire PCI noodzakelijk is buiten de kantooruren voorziet de afdeling voor assistentie op het Cathlab. Het gaat vooral om een omloopfunctie. Tijdens de procedure kan U steeds rekenen op de begeleiding van de aanwezige cathlab vpk. Elke assitentie dient vermeld te worden in de desbetreffende map. Hieronder vindt U de instructies verleend door het Cathlab (versie 14 juni 2011): PROCEDURE KLAARZETTEN CORONARO – PCI 1.Aanzetten Toestellen
Opstarten toestellen
Bureau: - PC onder printer (groene knop onderaan) Ctrl+Alt+Del
‘cl’
- Integris: groene knop linker bovenhoek - beide zwarte PC
Ctrl+Alt+Del ‘cathlab/groen’
- PC rechts
OK
Zaal:
2. Klaarzetten tafel
Integris aan wand: groene knop links onderaan 2e knop rechts boven (RX uit) ACT toestel indien coro met dr Renders (knopje links achter) Steriele pack openleggen Sheath 6FR Abbott 3-wegkraan Voerdraad medtronic Spuit van 20 cc angiografiespuit 10cc LL 1 gietfles fys later aangeven Iso- betadine later aangeven Xylocaïne later aangeven Heparine optrekken in spuit van 5cc 1mg atropine/ 10 cc fysiologisch (op integris aan de wand )
36
3. Klaarleggen patiënt Armen uit schortje halen re EN li lies grondig scheren 4 electroden aanleggen ( rood en geel net boven de heupkam ) Handen onder de dijen Schortje terug op de patiënt ½ l NaCl aan staander van tafel 1 flacon ultravist aan staander van tafel 4. Electrocardiografische minitoring - Schwarzer: New examination Examin. nr. : eender welk nummer Pat. ident. : omgekeerde geboortedatum Naam + Voornaam Voornaam Geboortedatum OK 5.Indien PCI - GEGEVENS NOTEREN VAN PATIËNT: Gewicht Lengte Roken … ( cfr. vraagstelling cathlab vpk. ) OP MEDISCH ORDER: - Optrekken REO – PRO
( Word nu soms vervangen door INTEGRILLIN / ANGIOX )
- 50 cc fys in spuit van 50cc ( cfr. klaarzetten tafel ) - 3flacons REO – PRO ( koelkast ) in spuit van 20cc - Gele en groene filter
37
- Shot in spuit van 10 cc ( cfr. blad aan loodraam ) - Continu infuus bij 50cc fys met pomp aan 4.2 - Optrekken INTEGRILLIN
- Optrekken ANGIOX
( In de koelkast ) Navragen gewicht van de patiënt Toedienen van shot IV op medisch order (2 shots bij Dr Weyne, anders 1) o Cfr. blad aan loodraam Kleine flacon ( ander concentraat dan grote flacon ) Toedienen van continue infuus op medisch order o Cfr. blad aan loodraam Grote flacon ( ander concentraat dan kleine flacon ) Flacon ANGIOX in frigo Minibag 50cc fysiologisch 0.9% 5cc uit minibag in flacon Oplossing toevoegen aan minibag Begindosis (Bolus) van 0.75mg/kg lichaamsgewicht uit minibag nemen o Cfr. Blad aan loodraam Infusiesnelheid van 1.75mg/kg lichaamsgewicht/uur o Crf. Blad aan loodraam o Onmiddellijk volgend op begindosis o Tot maximaal 4 uur na PCI o !!!!! Dosis minder bij NI o
- Aangeven PCI materiaal Manometer Y – stukje Guiding Ballon en Stent ALLE VERPAKKINGEN EN KLEVERS BIJHOUDEN vanaf start PCI cfr ADMINISTRATIE
38
12.
Vragen
39
13.
Persoonlijke notities
40
14.
Studenten
41
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen , zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen. Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’ s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
42