Avans Hogeschool, Breda Opleiding: Croho: Varianten:
Communication & Multimedia Design, hbo-bachelor 34092 voltijd
Visitatiedatum: 27 september 2007
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007
2/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Inhoud Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp
5 7 7 9 11 12
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
15 17 20 31 34 36 40
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijalge 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door opleiding ter inzage gelegd materiaal Eindkwalificaties
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
43 44 51 55 57 59
3/61
4/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
5/61
6/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het NQA-panel dat de opleiding Communication & Multimedia Design van Avans Hogeschool, locatie Breda heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Dit onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek begon in juni 2007 toen de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA aanleverde. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding op 27 september 2007 gevisiteerd. Het panel bestond uit: De heer A.W. Mulder (voorzitter en domeinpanellid) De heer drs. P.J. Bogaards (domeinpanellid) De heer J.A. Schelling (studentpanellid) De heer drs. R.V. van der Dussen (NQA-auditor) Mevrouw Y. Griffioen-Kingma (NQA-junior-auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent), conform het voorschrift van de NVAO. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Avans Hogeschool is ontstaan in 2002 na een fusie van de Hogeschool s-Hertogenbosch en Hogeschool Brabant, met als vestigingsplaatsen Tilburg, s-Hertogenbosch en Breda. De instelling bestaat officieel onder deze naam sinds 1 januari 2004; eerder werd de gefuseerde instelling aangeduid als Stichting Brabantse Hogescholen (SBH). Ook vóór de fusie waren er diverse samenwerkingsverbanden tussen de oorspronkelijke instellingen. Avans Hogeschool had per 1 oktober 2006 ruim 17.000 studenten en 661 docenten. In het vervolg van dit rapport wordt de instelling aangeduid als Avans.
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
7/61
De bestuursstructuur van Avans heeft twee lagen: een hogeschoolbreed opererende Raad van Bestuur en negentien Academies, elk geleid door een academiedirecteur. Elke academie verzorgt een aantal bacheloropleidingen. De Raad van Bestuur wordt ondersteund door een aantal focusmanagers die zorg dragen voor contacten met en tussen academies over essentiële thema s. Naast de academies is er een afzonderlijk instituut, Avans+, voor contractactiviteiten en masteropleidingen. De opleiding Communication & Multimedia Design is in 2002 gestart vanuit een samenwerkingsverband tussen de Academie voor ICT en Management (in 2004 is deze naam gewijzigd in Academie voor ICT en Media) en de Academie voor Kunst en Vormgeving/St. Joost. Sinds 2006 vormt de opleiding een regulier onderdeel van de Academie voor ICT en Media (AIM) Sinds de oprichting van CMD is er een stuurgroep geweest bestaande uit de directie AKV|St. Joost, directie AIM en coördinator CMD. De opleiding wordt, ook in het beroepsprofiel, duidelijk gepositioneerd als een ICT-/Managementopleiding en dus niet als een kunstopleiding. Kernwoorden zijn: communicatie en media (Notulen stuurgroep: o.a. d.d. 25 oktober 2005). Na de overgang van CMD naar AIM in 2005 zijn de activiteiten van de stuurgroep geleidelijk afgebouwd en is de aansturing van CMD belegd bij de AIM. De geplande activiteiten en gerealiseerde activiteiten zijn vermeld in de Jaarplannen CMD. Passend bij de behoeften uit de beroepspraktijk, profileert de opleiding zich tegenwoordig als een opleiding op het gebied van nieuwe media en minder als een managementopleiding. Onderwijsvisie Avans Hogeschool (2003 2006) In het Meerjarenbeleidsplan (2003) is bepaald dat de hogeschool: streeft naar flexibel en vraaggestuurd onderwijs; curricula heeft die zijn gebaseerd op competenties en met een sterke relatie met de beroepspraktijk; breed opgeleide en breed inzetbare beroepsbeoefenaren opleidt, die naast de beroepscompetenties beschikken over de competentie om te leren en te blijven leren. In de Onderwijsvisie kiest Avans Hogeschool voor het sociaal constructivisme als onderwijsfilosofische basis. Hierin wordt leren beschouwd als een actief proces dat plaatsvindt in een context en samen met anderen. Het beroepenveld vraagt om beroepsbeoefenaren die breed inzetbaar zijn en beschikken over de competentie om te (blijven) leren. Voor de visie op onderwijs betekent dit de keuze voor competentiegericht leren en opleiden, waarin een sterke relatie met de beroepspraktijk voorwaardelijk is (Notitie Beleidskader Bacheloropleidingen, 2004). Onderwijsvisie Avans Hogeschool (2006 2010) Passend bij de cyclus van het Meerjarenbeleidsplan is de onderwijsvisie van Avans herijkt. Kernbegrippen van deze herijkte visie zijn verbinden, diversiteit en creëren van kennis. De visie wordt gepresenteerd in zowel woord als beeld (Avans Hogeschool verbindt mensen, creëert kennis, 2007).
8/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Het Leer- en InnovatieCentrum (LIC) initieert onderwijskundige ontwikkelingen en ondersteunt Avans Hogeschool bij het verbreden en toepassen van de onderwijsvisie en onderwijskundige innovaties (Dienstverleningsconcept LIC). Bij de opleiding staan 514 bekostigde studenten ingeschreven en zijn er 50 medewerkers werkzaam (22,0 fte), waarvan 31 (62%) met een arbeidsovereenkomst. De overige 19 medewerkers zijn aan de opleiding verbonden op basis van een overeenkomst tot opdracht (OTO). De opleiding heeft uitsluitend een voltijd variant. Aangezien het om een nog jonge opleiding gaat, is het voor de eerste keer dat zij is gevisiteerd. 1.3
Werkwijze
Generieke audit In het kader van de visitatie van de te accrediteren opleidingen van Avans Hogeschool heeft op 1 maart 2007 een zogenoemde generieke instellingsaudit plaats gehad. De audit richtte zich op de onderwerpen: voorzieningen en kwaliteitszorg voor zover die op concernniveau gestalte krijgen. De audit, die plaatsvond op locatie Breda, had als uitgangspunt een Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie met bijlagen en bestond uit een materiaalbestudering en een aantal gesprekken. Gesprek met Frans van Kalmthout, lid Raad van Bestuur. Gesprek over voorzieningen. Deelnemers vanuit Avans: Ad Vogels, directeur DIF Leo Jansson, programmamanager huisvesting Carel Geenen, directeur LIC Ellen Simons, lid directie LIC. Gesprek over Kwaliteitszorg Avans. Deelnemers vanuit Avans: Henri Vossen, controller en plv. Voorzitter stuurgroep IKZ Annemieke Voets, coördinator accreditaties en secretaris stuurgroep IKZ. Het panel bestond uit: de heren dr. E.V. Schalkwijk en drs. J.H. Boerke. De instelling bevond zich op het moment van visitatie wat betreft de huisvesting in een overgangsfase waarbij allerlei (vernieuw)bouw en verhuizingsprocessen nog moesten worden afgerond.
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
9/61
Beoordeling op opleidingsniveau De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA (2006). Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. In de maanden augustus en september 2007 bereidden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek, dat plaatsvond op 27 september 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQAauditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering op 14 september 2007 is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in november 2007 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden
10/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in december 2007 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2007 en ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In paragraaf 1.5 wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices . In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport.
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
11/61
1.5
Oordelen per onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
12/61
Oordeel goed goed goed positief voldoende goed goed goed goed voldaan goed goed positief goed goed goed positief goed voldoende positief goed goed goed positief goed voldoende positief
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de facetten 1.1 Domeinspecifieke eisen, 1.2 Niveau bachelor en 1.3 Oriëntatie HBO bachelor met een goed. Het oordeel over onderwerp 1: Doelstelling van de opleiding is derhalve positief. Programma Het panel beoordeelt het facet 2.1 Eisen HBO met een voldoende, de facetten 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma, 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma, 2.4 Studielast, 2.5 Instroom, 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud, 2.8 Beoordeling en toetsing met een goed. En aan de criteria van facet 2.6 Duur is voldaan. Het oordeel over onderwerp 2: Programma is derhalve positief. Inzet van personeel Het panel beoordeelt de facetten 3.1 Eisen HBO, 3.2 Kwantiteit personeel en 3.3 Kwaliteit personeel met een goed. Het oordeel over onderwerp 3: Inzet van personeel is derhalve positief. Voorzieningen Het panel beoordeelt het facet 4.1 Materiële voorzieningen met een goed en 4.2 Studiebegeleiding met een voldoende. Het oordeel over onderwerp 4: Voorzieningen is derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt de facetten 5.1 Evaluatieresultaten, 5.2 Maatregelen tot verbetering en het facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld met een goed. Het oordeel over onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg is derhalve positief. Resultaten Het panel beoordeelt het facet 6.1 Gerealiseerd niveau met een goed en het facet 6.2 Onderwijsrendement met een voldoende. Het oordeel over onderwerp 6: Resultaten is derhalve positief.
Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
13/61
14/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
15/61
16/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding neemt deel aan het landelijk overleg van CMD opleidingen en levert input voor het opstellen van het landelijke profiel en de landelijke positionering vanuit de ontwikkeling van haar eigen beroepsprofiel en competentiebeschrijvingen. De opleiding valt op landelijk niveau binnen het huidige domein Techniek (Bachelor of ICT). De opleiding streeft ernaar om op termijn via het landelijk overleg een eigen Bachelor of Communication & Multimedia Design te krijgen. Het landelijk platform CMD is bezig met de oprichting van een landelijke werkveldadviesraad. Het beroepsprofiel CMD Breda is mede gebaseerd op het landelijk beroeps/opleidingsprofiel en op (internationale) ontwikkelingen binnen het domein. Van het Landelijk beroeps- en competentieprofiel 2005, versie 1.0 is in 2005 een eerste concept gepubliceerd. Deze versie heeft een redactionele bewerking ondergaan en versie 2.2 zal in het najaar van 2007 door de landelijke beroepenveldcommissie worden vastgesteld. De doelstelling van de opleiding is om professionals op te leiden die in de maatschappij functies kunnen vervullen binnen het brede gebied van communicatie en multimedia design. De beroepsomgeving vraagt om creatieve, innovatieve en communicatieve hbo ers die beschikken over de vereiste competenties om in de beroepspraktijk te kunnen functioneren. De opleiding wil studenten opleiden die aan deze eisen voldoen. Zij legt dan ook de nadruk op integratie van het creatieve denken van een ontwerper en het analytisch/procesmatig denken van de ICT er. Een CMD er weet vormgeving en techniek doeltreffend in te zetten voor het realiseren van interactieve multimediatoepassingen ten behoeve van effectieve communicatie. Deze toepassingen komen tegemoet aan de wensen en behoeften van opdrachtgevers en eindgebruikers uit alle maatschappelijke sectoren. Uit gesprekken die het panel met een delegatie van het werkveld heeft gevoerd, blijkt dat het beroepenveld tevreden is over afgestudeerden van de opleiding CMD Breda. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding zich positioneert op het terrein van het conceptueel denken, dit staat centraal in de doelstellingen en dient als uitgangspunt. Het Beroepsprofiel CMD Breda (2005) bevat naast een beschrijving van de historie en beroepenveldcontext ook de kenmerken van het nieuwe media product en het functioneren van de professional binnen een multidisciplinair team. De opleiding kent acht competenties: vier competenties gericht op het product en het ontwikkelproces (analyse, concept, ontwerp en creatie) en vier competenties
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
17/61
specifiek voor de ontwikkeling van de student als beginnend beroepsbeoefenaar (met nadruk op reflectie, teamwerk en functioneren als professional). De competenties zijn geformuleerd op het niveau van de beginnende beroepsprofessional. A. De product- en procescompetenties zijn (vermogen tot): analyse en interpretatie; conceptualiseren; ontwerpen; creatie. De competenties gericht op de houding als professional zijn: B. Team: organiseren en regisseren; samenwerken. C. Professional: externe oriëntatie/omgevingsgerichtheid, en reflectie en persoonlijke ontwikkeling. Deze competenties zijn beschreven in het document Competenties CMD Breda 2005.
Facet 1.2
Niveau bachelor
goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding hanteert de Dublin-descriptoren als uitgangspunt voor het hbobachelorniveau. In het document Relatie Dublin Descriptoren en Competenties CMD Breda is door middel van een schema de samenhang tussen Dublin-descriptoren, generieke kernkwalificaties hbo-bachelor (commissie Franssen) en CMD beroepscompetenties weergegeven. Dublin-descriptor Kennis en inzicht bijvoorbeeld komt tot uiting in de CMD beroepscompetentie vermogen tot reflectie en persoonlijke ontwikkeling. Toepassen van kennis en inzicht bijvoorbeeld in vermogen tot conceptualiseren. Van de student wordt gevraagd om actieve reflectie en een creatieve oplossingsgerichte werkwijze. Oordeelsvorming zoals in de Dublindescriptoren beschreven staat, is de kern van het professioneel handelen dat CMD bij studenten wil bevorderen. In feite is de gehele opbouw van de opleiding gericht op de versterking van dit oordeelsvermogen. Communicatie komt tot uiting in vermogen tot samenwerken. In deze competentie is vastgelegd dat een afgestudeerde in staat is anderen te kunnen instrueren. Leervaardigheden komt tot uiting in reflectie en persoonlijke ontwikkeling. De afgestudeerde is in staat zelf kennis te kunnen en willen vinden, soms het zelf ontwikkelen ervan, het zelfstandig kunnen onderzoeken en het vanzelfsprekend in verschillende contexten kunnen opereren. De acht beroepscompetenties CMD zijn verder doorvertaald in een aantal indicatoren gericht op product, team en professionaliteit. De opleiding ziet als essentie van het hbo-
18/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
niveau de beroepsgerichtheid van de opleiding en het kritisch en zelfstandig kunnen werken in complexe werkomgevingen die onlosmakelijk verbonden zijn aan het werkveld van nieuwe media. Bij het opstellen van zowel het landelijke als het opleidingsberoepsprofiel is zorggedragen voor de dekking van Dublin-descriptoren en hbo-kwalificaties. Op basis van de matrix van Dublin-descriptoren en hbo-kwalificaties met landelijk en eigen beroeps- en opleidingsprofiel stelt het panel vast dat de opleidingscompetenties het hbo-niveau weerspiegelen.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het document Beroepsprofiel CMD Breda 2005 wordt een omschrijving van het beroepenveld gegeven. Bedrijven en organisaties waar afgestudeerde CMD ers kunnen gaan werken, kunnen ingedeeld worden in twee categorieën. De eerste categorie bestaat uit organisaties die het ontwikkelen van nieuwe media oplossingen of daaraan gerelateerde diensten als kernactiviteit hebben: de creatieve industrie. De tweede categorie wordt gevormd door bedrijven en organisaties waar nieuwe media ondersteunend zijn aan de kernactiviteit. De afgestudeerde kan daar gaan werken op afdelingen die o.a. communicatie, marketing of specifiek nieuwe media gerelateerd zijn. CMD Breda kent vier verdiepingsprofielen die zijn gebaseerd op de beroepsrollen. o Creative Technology: Een Creative Technologist bedenkt creatieve nieuwe media oplossingen en kan deze technisch realiseren, waarbij de wensen en behoeftes van opdrachtgever en eindgebruikers centraal staan. Wanneer de realisatie overgedragen wordt aan een IT-specialist is het de verantwoording van de CT er om het proces rondom concept, ontwerp en realisatie te bewaken; o Multimediale Vormgeving: Een multimedia vormgever creëert de verschijningsvorm en beleving van een nieuwe media oplossing, waarbij de wensen en behoeftes van opdrachtgever en eindgebruikers centraal staan. Dit vereist overleg met andere professionals zowel tijdens het ontwerp, de uitwerking, bouw, productie en/of implementatie van de nieuwe media oplossing; o Informatie & Interactie Een informatie-/interactieontwerper maakt complexe informatie toegankelijk door deze logisch en inzichtelijk te structureren in een informatiearchitectuur
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
19/61
en een creatief concept te vertalen naar gedrag en beleving en dit tevens vorm te geven. De ontwerper heeft inzicht in diverse platformen, media en kanalen en weet de inhoud af te stemmen op de doelgroep; o Interactie Strategie Interactie Strategie leert toekomstige communicatieprofessionals de communicatieproblematiek van opdrachtgevers te koppelen aan doelgroepkennis en hier met nieuwe media trefzekere communicatiestrategieën en -middelen voor te ontwikkelen. De eerste afgestudeerden kwamen in 2006 van de opleiding. Het overgrote deel vond kort na het afstuderen werk op hbo-niveau binnen het vakgebied van CMD. Dit blijkt uit een eigen alumni-onderzoek gehouden in maart 2007. Opvallend is dat multimediale vormgevers regelmatig in dienst treden als grafisch ontwerper (binnen de reclamebranche). Voor een bepaling van het hbo-niveau geldt dat de afgestudeerde geacht wordt de beschreven taken uit te kunnen voeren in de eerste vijf jaar na de opleiding. Voor eenvoudige projecten of onder niet al te complexe omstandigheden moet hij dit zelfstandig kunnen; in complexere situaties wordt er van hem verwacht dat hij een bijdrage levert als medewerker in een (project-)team of onder directe leiding. In kleine bedrijven of als zelfstandige zal een afgestudeerde eerder zelfstandig functioneren dan in grote bedrijven. Uit de Vragenlijst beroepsprofiel en competenties (Verslag werkveldenquête 2006) blijkt dat het beroepsprofiel en de competenties goed aansluiten bij hetgeen in de beroepspraktijk gevraagd wordt. Dit geldt ook voor de geformuleerde verdiepingsprofielen. De beroepspraktijk wordt regelmatig betrokken bij de inhoudelijke kant van het onderwijs en zorgt er zo voor dat de laatste technologische ontwikkelingen binnen het onderwijsprogramma worden opgenomen. De opleiding is alert op ontwikkelingen in de markt o.a. via een eigen marktonderzoek: Aanbod en vraag in de arbeidsmarkt voor CMD Breda (2005).
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
voldoende
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk.
20/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De verplichte vakliteratuur is opgenomen in het Literatuuroverzicht CMD 2007. Hierin is alle voorgeschreven en aanbevolen literatuur opgenomen. Bovendien wordt gebruik gemaakt van digitale documenten, bronnen en tutorials. Het theoretisch kader van de opleiding is gebaseerd op vakliteratuur. De opleiding kent een onderzoeksworkshop en een scriptie, waarin literatuuronderzoek en bronnenonderzoek relevante onderdelen vormen. Het panel heeft de voorgeschreven en aanbevolen literatuur zorgvuldig bestudeerd en komt tot de conclusie dat het studiemateriaal adequaat is, ondanks dat de keuze (zoals ook aangetroffen in de mediatheek) niet erg innovatief is, meer technisch georiënteerd en beperkt in reikwijdte is. De beroepspraktijk en ontwikkelingen binnen de discipline en de beroepspraktijk staan centraal binnen het opleidingsprogramma. Het programma heeft een relatie met de beroepspraktijk. Beroepssituaties vormen de basis voor de invulling van het onderwijs, mede door de projecten, stage en afstuderen. Doordat het merendeel van de docenten zelf werkzaam is binnen de beroepspraktijk worden de actuele ontwikkelingen nauw gevolgd en worden deze verwerkt in de uit te voeren projecten. De opleiding heeft structurele contacten met de beroepspraktijk: o Werkveldadviesraad; o stagebegeleiders en projectbegeleiders gaan minimaal 1 x per stage/project op bezoek bij het bedrijf; o bijna zeventig procent van de docenten is zelf werkzaam binnen de beroepspraktijk; o de opleiding maakt gebruik van gastdocenten uit de beroepspraktijk. Het onderwijs wordt aangeboden vanuit de beroepscontext: kennis en vaardigheden worden verworven via concrete toepassingen en het laten zien van het vereiste professionele gedrag in een beroepssituatie. Het projectonderwijs stimuleert actief leren, stimuleert de ontwikkeling naar zelfverantwoordelijk leren en biedt een realistische, beroepsgerichte leeromgeving. Het panel heeft dit onder meer gezien tijdens het bezoek aan de Xplora waar een nieuw ingerichte opnamestudio ter beschikking van de studenten is ingericht. In alle studiefasen krijgen studenten direct te maken met de beroepspraktijk. Zo zijn er onder meer: Beroepsoriënterende en beroepsvormende fase: o Excursies in periode 1 van jaar 1; o Tijdens de kick-offs van periodes zijn er inleiders uit het beroepenveld; o Tijdens de Free Space, twee weken waarin de studenten vrij aan een thema kunnen werken, worden er lezingen georganiseerd in het kader van beroepsoriëntatie. Beroepsvoorbereidende fase: o Gastlessen, stage en gebonden project. De opdrachten voor de gebonden projecten zijn afkomstig uit de beroepspraktijk; o Naast de direct aan de beroepspraktijk gelieerde projecten voert de student in jaar 4 een vrij project uit. Bij het vrije project staan innovativiteit en autonoom
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
21/61
denken centraal. Het hbo-niveau en de zelfstandigheid van de student wordt benadrukt. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding meer aandacht moet besteden aan het Nederlands van de studenten, vooral het onderdeel spelling vertoont veel manco s. Het panel realiseert zich dat het niveau van de Nederlandse taalvaardigheid van de studenten een opleidingsoverstijgend probleem is. Hier wordt inmiddels aan gewerkt door zowel voor Nederlands als Engels instaptoetsen en remedial teaching in het propedeusejaar aan te bieden. Wel wordt veel aandacht besteed aan het zich leren presenteren. Het programma waarborgt de ontwikkeling van de verschillende beroepsvaardigheden. Tijdens de opleiding verwerft de student kennis van en leert de student inzicht te ontwikkelen in de principes, relaties en methoden binnen het vakgebied. In de loop van de studie leert de student de verworven kennis in toenemende mate toe te passen op diverse multimediatoepassingen. Aan het begin van de studie leert de student eenvoudige problemen te analyseren en op te lossen. Aan het eind is de student in staat oplossingen voor complexe problemen te vinden en uit te werken. Tijdens de stage wordt de student in staat gesteld de aangeleerde beroepsvaardigheden in de praktijk toe te passen. Tijdens de opleiding en ook in het beroepenveld zijn internationale invloeden duidelijk merkbaar. Het opleidingsmanagement is zich er dan ook van bewust dat studenten hun kennis tijdens de opleiding ook internationaal moeten kunnen uitbreiden en biedt de mogelijkheid tot stage in het buitenland of het vervullen van het gebonden project in het buitenland. Uit gesprekken tijdens het visitatiebezoek blijkt dat hier nog weinig gebruik van wordt gemaakt. Ook de werkveldcommissie benadrukt het belang van internationalisering door middel van buitenland stages, Engelstalige literatuur en het benaderen van de leerstof vanuit multiculturele perspectieven. Tijdens de visitatie heeft het panel signalen opgevangen vanuit de werkveldcommissie dat dit tekortkomingen in de praktijk kan opleveren. Het opleidingsmanagement zegt toe in de nabije toekomst hieraan te gaan werken. Het panel komt tot het oordeel voldoende in plaats van goed vanwege de getoonde literatuur, het materiaal in de bibliotheek en het niveau van de Nederlandse taalvaardigheid van de studenten. Bovendien is aan internationalisering in de competenties tot nu toe nog weinig aandacht besteed. Het opleidingsmanagement heeft prioriteit gegeven aan het goed opzetten van de opleiding die de laatste jaren een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.
22/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Met opmaak: Lettertype: Niet Vet
-
De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het programma kent vijf kennisgebieden. Eén gebied bevat de theorie en reflectie / professionele vaardigheden en vier gebieden zijn gericht op de verschillende rollen/domeinen van de CMD-beroepsbeoefenaar: multimediale vormgeving, informatie & interactie, creative technology en interactie strategie. De eerste twee studiejaren zijn vooral gericht op de breedte van de CMD er. Jaar drie en vier zijn verdiepend. Gedurende een halfjaar volgt de student een verdiepingsprofiel gebaseerd op één van de vier hierboven genoemde gebieden. De competenties zijn opgenomen in een competentiematrix. Deze matrix geeft aan welke competenties in welk programmaonderdeel terugkomen en op welk niveau. De opleiding kent voor de opbouw en invulling van het onderwijsprogramma een drietal beheersniveaus van de competenties. Deze beheersniveaus zijn gekoppeld aan de drie fasen binnen de opleiding: 1. beroepsoriënterende fase gewenst niveau van de competenties aan einde propedeuse: alle competenties op basaal niveau en toepassing binnen laag complexe situaties en eenduidige context; 2. beroepsvormende fase gewenst niveau van de competenties halverwege derde studiejaar: alle competenties maar nu meer complex, diversiteit in methodieken, beroepsmatig handelen kunnen legitimeren, meer onderlinge samenhang; 3. beroepsvoorbereidende fase de eindcompetenties dat wil zeggen het gewenste eindniveau: verdere verdieping van alle competenties, hanteren complexe beroepsvraagstukken, eigen standpuntbepaling en legitimering van gemaakte keuzes. De indeling van de niveaus is gebaseerd op twee criteria: 1. complexiteit van taak en context; 2. mate van zelfstandigheid en begeleiding. Per niveau zijn karakteristieke typeringen en indicatoren voor het functioneren van de student beschreven. Door te werken met deze niveau-indeling biedt het programma voor de studenten de mogelijkheid om de eindkwalificaties te bereiken. Het verschil in de niveaus komt tot uiting in de opdracht/projectomschrijving, bijvoorbeeld in de bepaling van de leerdoelen: in het eerste jaar bepaalt de opleiding de leerdoelen, in de hogere jaren werkt de student ze zelf uit. Het panel heeft vastgesteld dat de meetbare leerdoelen zoals omschreven in de studiegids, aangeven welke kennis en vaardigheden studenten dienen te beheersen bijvoorbeeld gedurende de beroepsoriënterende fase (propedeuse) is de doelstelling: oriëntatie op de opleiding, het beroep en de competenties / selectie. Deze wordt gerealiseerd door middel van o overdracht van de doelstelling en eisen van het onderwijsconcept; o inzicht in perspectieven en eisen vanuit het beroepenveld;
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
23/61
groeps- en individuele begeleiding op het verwerven van competenties in het eerste jaar; o bewaking van de studievoortgang; o voorlopig advies; o adviesgesprek studievoortzetting. Zowel uit gesprekken met de docenten als de studenten komt naar voren dat sterk de nadruk gelegd wordt op het werken vanuit het conceptueel denken. o
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het opleidingsprogramma kent zowel horizontale samenhang door de inhoudelijke ordening van de onderwerpen (thematisch) als door het gehanteerde didactische principe (verticale samenhang). Voor de beroepsoriënterende fase en de beroepsvormende fase geldt: o In ieder kwartaal staat een beroepsproduct centraal. Voor CMD wordt onder beroepsproducten verstaan: nieuwe media oplossingen in de ruimste zin van het woord; o Binnen de beroepsoriënterende fase geldt als subindeling dat in ieder kwartaal de focus ligt op één van de fasen uit het ontwikkelproces (analyse, concept, ontwerp en realisatie). De fasen zijn in omgekeerde volgorde aan de kwartalen gekoppeld: van concreet naar abstract; o Binnen de beroepsvormende fase gelden de leefstijldomeinen als subindeling passend bij de maatschappelijke scope en gebruikersgerichtheid van de opleiding. Voor de beroepsvoorbereidende fase geldt: alle fasen van het ontwikkelproces en alle competenties komen binnen de afzonderlijke onderdelen opnieuw aan bod, maar nu in de daadwerkelijke beroepspraktijk en op een hoger niveau. (concentrische benadering). Om de verticale samenhang van de opleiding te waarborgen en tevens de toenemende zelfstandigheid van de student te realiseren zijn binnen de opleiding vier leerlijnen te herkennen. Deze leerlijnen zijn in het onderwijsprogramma uitgewerkt via de onderwijslijnen, dit zijn de programmatische lijnen binnen het curriculum: o Integrale leerlijn De integrale leerlijn is gericht op het ontwikkelen van realistische beroepsproducten met een praktische en theoretische verantwoording. Dit wordt gedaan met projecten en in de eindstudie; o Kennisleerlijn In de kennisleerlijn wordt een theoretisch kader aangeboden gebaseerd op het beroepsprofiel;
24/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Vaardighedenleerlijn De vaardighedenleerlijn richt zich op de ontwikkeling van de algemene communicatieve, sociale en creatieve vaardigheden van de student en op het leren werken met binnen het vakgebied veel gebruikte tools; o Ervarings-reflectielijn Binnen de ervarings-reflectielijn bestaat aandacht voor de voortgang van het leren, het leerproces en de oriëntatie op het beroep door middel van studieloopbaanbegeleiding. Studenten werken gedurende het grootste deel van de opleiding in projecten in groepen van 6-7 studenten, waarin zij in verschillende soorten werkvormen (practica, werkcolleges, hoorcolleges, groepsgesprek, presentatie) de aangeboden leerstof naar de praktijk verwerken door middel van bovenstaande leerlijnen. o
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het curriculumoverzicht 2006 en in de Studiegids2006/2007 en 2007/2008 is duidelijk aangegeven hoe de geplande studielast is verdeeld over de programmaonderdelen, waarbij het aantal te behalen studiepunten per kwartaal per onderdeel staat aangegeven. Ieder kwartaal kent een project, waarin de studenten in kleine groepen een beroepsgerelateerd product ontwikkelen. Het project wordt ondersteund door inhoudelijk aansluitende modulen. Indien nodig worden individuele vaardigheden in assessments getoetst. De totale studielast van 240 studiepunten is gelijk verdeeld over de vier studiejaren: 60 studiepunten per jaar. Voor de verdeling van de kwartalen over het jaar wordt het Avans indelingsmodel gehanteerd van vier perioden van ieder tien weken per jaar, de kwartalen. Voor de beroepsoriënterende en beroepsvormende fase kent de opleiding per kwartaal een vaste studiepuntenverdeling (sp) per onderwijslijn: o Project en ondersteunende modulen: 8 sp o Theorie en reflectie: 2 sp o Professionele vaardigheden: 2 sp o Tools: 1 sp o Studieloopbaanbegeleiding: 1 sp. Daarnaast zijn per studiejaar/fase 2 sp toegekend aan Free Space/beroepsoriëntatie en 2 sp aan een afrondend assessment. De studiepunten voor de beroepsvoorbereidende fase staan in de studiepuntentabel in Toetskader CMD 2007.
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
25/61
Studenten hebben gemiddeld zestien contacturen per week, met daarnaast werkgroepoverleg (dit is in het rooster vastgelegd). Uit gesprekken met studenten bleek dat er geen studiebelemmerende factoren c.q. struikelvakken zijn. Het programma heeft volgens de studenten voldoende zwaarte (studenttevredenheidsonderzoek (STO) rond 3,5). Doordat het programma tijdens de eerste twee jaar zo breed is opgezet, biedt het veel mogelijkheden aan studenten om zich daarna te verdiepen. Ook zijn de studenten tevreden over het tentamenrooster en de toetsmogelijkheden (STO scores tussen 3,0 en 4,0). De spreiding van de studielast kan nog verbeteren. Inmiddels zijn met ingang van het studiejaar 2006/2007 wijzigingen aangebracht in het toetssysteem, maar het panel heeft nog geen zicht gekregen op de resultaten hiervan. In de Keuzegids staan scores van ruim 7,5 vermeld bij de studeerbaarheid.
Facet 2.5
Instroom
goed
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Studenten kunnen instromen met een havo-, vwo- of mbo-diploma. Er worden geen speciale eisen gesteld aan de vooropleiding c.q. profielen. Mbo'ers kunnen gerichte vrijstellingen krijgen. Algemene procedure voor het verkrijgen van vrijstellingen is vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. De vrijstellingen voor mbo ers zijn vastgelegd in de documenten voer het studieonderdeel Tools . In 2002 was een instroom van 96 studenten, in 2003 109, in 2004 141 en na het loslaten van de numerus fixus in 2005 groeide de instroom explosief naar 242. Na een kleine teruggang in 2006 tot 153 is ook dit studiejaar weer een groei te zien: ruim 200 studenten. Avans Hogeschool heeft de code of conduct getekend. Na het loslaten van de numerus fixus in 2005 heeft de opleiding een eigen intake ontwikkeld. Deze bestaat vanaf cohort 2007 uit: presenteren van een portfolio, uitwerken van (thuis)opdrachten, schrijven van een motivatiebrief en voeren van een oriënterend intakegesprek. Op basis hiervan krijgt de aankomend student een vrijblijvend advies over de geschiktheid voor de opleiding. De opleiding kent diverse voorlichtingsactiviteiten: informatievoorziening op scholen, voorlichting op open dagen en oriëntatiedagen (= proefstudiedagen) In juli 2006 is de eerste eindexamenexpositie CMD georganiseerd. Deze expositie is zeer informatief voor toekomstige studenten. De opleiding blijft op de hoogte van ontwikkelingen in de vooropleiding via participatie op AIM-niveau in de hogeschoolbrede netwerken: VO-HBO en MBO-HBO.
26/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Een examencommissie kan op grond van elders verworven competenties vrijstellingen toekennen. Een voorwaarde is dat de opleiding competentiegericht is ingericht. Uit enquêtes gehouden tijdens open dagen van CMD Breda blijken de bezoekende studenten ruim tevreden over de informatievoorziening. In 2006 gaven de studenten zelfs een waardering van 7,9. Uit de evaluaties blijkt dat de studenten tevreden zijn over de aansluiting op de vooropleiding (STO > 3,0; Elsevier: 6,6 tegen 6,3 landelijk). Tijdens gesprekken met studenten gedurende de visitatiedag werd dit beeld bevestigd.
Facet 2.6
Duur
voldaan
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Uit de Studiegids en de OER (Onderwijs- en Examenregeling) blijkt dat de totale omvang van de opleiding 240 European Credits (EC) bedraagt. De opleiding voldoet daarmee aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. De totale studie omvat 240 EC verdeeld over vier jaar van ieder 60 EC. Eén EC staat voor 28 studiebelastingsuren. Het programma is beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en in de Studiegids. De nominale studieduur is vier jaar.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het didactisch concept van de opleiding (Onderwijsconcept CMD 2006) staan de volgende uitgangspunten centraal: o Competentiegericht: Het onderwijsmodel richt zich op beroeps- en competentiegericht opleiden. Uitgangspunt daarbij is de hedendaagse en toekomstige beroepspraktijk; De competenties die beschreven staan in het beroepsprofiel zijn leidend voor de inhoudelijke inrichting van het onderwijs. o Studentgericht: De werkvormen dagen uit tot actief leren;
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
27/61
Studenten en hun leerproces zijn uitgangspunt voor de inrichting van de onderwijsprogramma s; Er wordt rekening gehouden met de persoonlijke leerstijl en aanvangsniveau van de studenten door de mogelijkheid tot individuele keuzes in het programma; De leerprocessen zijn doelmatig ingericht (studeerbaar programma) om onnodige vertraging te voorkomen; Er sprake is van toenemende zelfstandigheid (zelfsturing) van de student. o (leer)procesgericht: Het leren leren staat centraal: leren is niet alleen het zich eigen maken van inhoudelijke kennis en vaardigheden, maar ook het leren en ontwikkelen hoe (eigen) onderzoeksmethoden en leer- en probleemoplossingsprocessen gestuurd en gerealiseerd kunnen worden (attitude). Dit betekent dat onderwijs: meer gericht is op het toepassen van kennis dan op reproduceren van kennis; meer gericht is op overstijgende methodieken dan op kennis eigen maken; gericht is op doelgericht en begrijpend leren (betekenis- en toepassingsgericht leren); ondersteuning biedt in de vorm van begeleiding die qua intensiteit afneemt naarmate de opleiding vordert. o en omgevingsgericht: De fysieke en sociale omgeving stimuleert en ondersteunt het leren. CMD doet dit door het aanbieden van een: Inspirerende omgeving waarin de student: het heft in eigen handen leert te nemen; de motivatie ontwikkelt om competent te worden; zelfstandig leert, van anderen en met anderen; uitgedaagd wordt om te excelleren. Rijke leeromgeving die: uitdagend en veilig is; ruimte biedt voor zelfsturing van de kant van de student; e-learning mogelijkheden biedt. Krachtige leeromgeving door: de actuele beroepspraktijk als inspiratie voor onderwijs en leren te gebruiken; de praktijkcomponent een prominente plaats te geven in de leeromgeving. Het panel heeft geconstateerd dat het curriculum en de werkvormen hierop aansluiten. De acht kerncompetenties (zie 2.2) vormen de basis van het onderwijs. Iedere periode (kwartaal) wordt één of meer competenties benadrukt. Begonnen wordt met de nadruk op iedere (product)competentie afzonderlijk, overgaand op een hele taakbenadering waarbij de competenties gezamenlijk worden ingezet. Bij de invulling van het onderwijs vormt de beroepspraktijk het uitgangspunt. Er wordt met concrete opdrachten uit het beroepenveld gewerkt bij projectopdrachten van het
28/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
gebonden project in de beroepsvoorbereidende fase. Voor de stage en de projectopdrachten in deze fase kunnen studenten deze invullen met eigen ontwikkelingswensen. Het curriculum is ingericht in drie fasen: beroepsoriënterende fase, beroepsvormende fase en beroepsvoorbereidende fase, met elk een eigen competentieniveau. De onderwijsvormen en de eindproducten die de student moet opleveren, variëren per opleidingsfase en spelen zo in op de fase waarin de student zich bevindt. De opleiding kent de volgende leerlijnen: o project en ondersteunende modulen (integrale leerlijn en deels kennis leerlijn); o theorie en reflectie/professionele vaardigheden (kennis leerlijn); o professionele vaardigheden/tools (vaardigheden leerlijn); o studieloopbaanbegeleiding (ervarings-reflectie leerlijn). Aansluitend op de compentiegerichtheid en de opzet met onderwijslijnen wordt gewerkt in projecten. Verder wordt gebruik gemaakt van een gevarieerde mix van werkvormen: practica, werkcolleges, hoorcolleges, groepsgesprek, presentatie. Aan het einde van de beroepsoriënterende fase en aan het eind van de beroepsvormende fase vindt een assessment plaats, waarin aan de hand van het portfolio de ontwikkeling (het bereikte niveau van competenties) wordt getoetst. Aan het eind van het tweede jaar is er een diagnostisch assessment gericht op de keuze van een verdiepingsprofiel. Ook binnen het eindstudieplan is aandacht voor de (competentie)ontwikkeling. Op basis van deze ontwikkeling moeten de studenten een eigen afstudeerproject samenstellen.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
goed
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Begin 2006-2007 is een nieuw toetssysteem ingevoerd. De opzet en uitvoering van de toetsing vanaf 2006/2007 is beschreven in het document Toetskader CMD (2007). Het aantal losse toetsen per studieonderdeel in de beroepsoriënterende en beroepsvormende fase is daarmee sterk teruggebracht. De vormgeving van de toetsing sluit aan bij de opbouw van het curriculum. In de oriënterende en beroepsvormende fase (propedeuse) worden per kwartaal meerdere toetsen afgenomen. Deze zijn gekoppeld aan de leer- en onderwijslijnen binnen het curriculum. Er wordt gewerkt met een vaste studiepuntenverdeling per kwartaal. In de beroepsvoorbereidende fase (1e leerjaar) wordt per periode (kwartaal) één toets afgenomen. De opleiding kent een vijftal toetsvormen voor de selectieve toetsing. Het gebruik van een bepaalde toetsvorm is gekoppeld aan de CMD-leerlijnen: o projecttoetsing: project en toepassingscomponent van ondersteunende modulen;
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
29/61
kennistoetsen: algemene theorie en kenniscomponenten vanuit ondersteunende modulen en professionele vaardigheden; o vaardigheidstoetsen: tools en professionele vaardigheden; o eindstudie: afhankelijk van het onderdeel van de eindstudie; o assessment: individuele vaardigheidscomponent ondersteunende modulen en portfolio. Het panel heeft tijdens het bezoek een analyse gemaakt van de verschillende soorten van toetsen. Over het algemeen is het panel van mening dat de toetsen van voldoende niveau zijn en de vastgestelde leerdoelen hiermee aangetoond kunnen worden. Het panel is van mening dat wat betreft de kennistoetsen meerdere open vragen met de mogelijkheid tot redenatie op basis van kennis meer aan bod mogen komen. Een totaaloverzicht van de te hanteren toetsvorm is per onderwijsonderdeel en per studiejaar benoemd (Toetskader CMD 2007) Naast selectieve toetsing kent de opleiding een continue vorm van diagnostische toetsing. Deze vorm van toetsing is te beschouwen als een middel om de student inzicht te geven in de vorderingen ten aanzien van de competentieverwerving of van onderdelen daarvan. Hoewel aan de diagnostische toetsing geen studiepunten toegekend worden, kan de diagnostische toetsing wel als voorwaardelijk worden gesteld aan de selecterende toetsing. Studenten beoordelen de beoordeling en toetsing positief. Na invoering van het nieuwe toetssysteem begin studiejaar 2006-2007, waarbij de informatie niet optimaal was, liep de waardering terug. Deze gaf in de loop van het jaar een stijgende lijn te zien. De belangrijkste wijzigingen in het nieuwe toetssysteem zijn: o Het aantal toetsen is verminderd; o Er is een meer logische samenhang aangebracht tussen toetsvormen en doelstellingen van de onderdelen (project, modulen, en dergelijke); o Herkansingen zijn meer gespreid (aan het einde van het volgende kwartaal herkansing van de onderdelen uit het vorige kwartaal). In het nieuwe systeem zijn de modulen verdeeld onder verschillende leerlijnen: o De modulen in de integrale leerlijn worden nu qua toepassing van vaardigheden integraal in het project beoordeeld en qua theorie in een gezamenlijke kennistoets, beide met cijfers (1-10, 5.5 is voldoende); o Daarnaast worden modulen in de leerlijnen professionele vaardigheden en theorie & reflectie afzonderlijk beoordeeld, met een cijfer (1-10). Per leerlijn moet het gemiddelde 5.5 of hoger zijn, en mag er geen 4 of lager voor een van de modulen gehaald zijn; o De studiepunten voor tools en studieloopbaanbegeleiding worden op het einde van het jaar toegekend, alle opdrachten moeten voldoende zijn afgesloten. In de beroepsvormende fase (tweede jaar en de eerste helft van het derde jaar van de opleiding) wordt per kwartaal met thema's gewerkt, deze worden getoetst door o
30/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
middel van toetsen, opdrachten, producten, verslagen en presentaties. Daarnaast wordt een portfolio opgebouwd. De beroepsvoorbereidende fase (eindstudie) start met stage en het gebonden project. De studie wordt afgesloten met een scriptie en een vrij project, die worden gezien als 'meesterproef'. Het afstudeerwerk wordt getoond tijdens een tentoonstelling en in een bijbehorende publicatie. De eindstudie kan ook in het buitenland gedaan worden. Bij de uitvoering en controle van de toetsing zijn vijf groepen betrokken: o Examencommissie, formeel verantwoordelijk voor de (controle op de) uitvoering van de toetsing volgens de afspraken zoals beschreven in de Onderwijs- en regeling. De examencommissie wordt ingesteld door de Academiedirectie en is belast met de organisatie en coördinatie van de examens. De Academiedirecteur benoemt de leden van de examencommissie uit het personeel dat is belast met het verzorgen van onderwijs in de desbetreffende opleiding; o Toetscommissie, onderdeel van de examencommissie en heeft een formele functie: inhoudelijke controle en advies over toetsvormen en beoordelingscriteria; o Studieleider, in samenspraak met de onderwijscoördinatoren, verantwoordelijk voor de organisatie/operationele uitvoering van de toetsing van de betrokken periode en operationeel verantwoordelijk voor de toetsen; o Docenten verantwoordelijk voor inhoudelijke en operationele invulling van de toetsing van de onderwijslijnen; o Externe deskundigen hebben een rol in de beoordeling van het niveau van de toetsing.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Avans Hogeschool streeft ernaar een topinstituut te zijn dat toekomstige beroepsbeoefenaren opleidt tot excellente professionals, die zichzelf en hun beroep voortdurend blijven ontwikkelen. Zij kan dit alleen realiseren met goed gekwalificeerd en gemotiveerd personeel. Uit de bestudering van de CV's blijkt dat het merendeel van de docenten (68%) werkzaam is binnen de beroepspraktijk van CMD. Docenten komen als stage- en projectbegeleider regelmatig bij de bedrijven. Naast de betrokkenheid van de eigen
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
31/61
docenten bij het werkveld, worden regelmatig gastdocenten uit de beroepspraktijk ingezet. Tevens worden docenten ingezet die een zogenaamde overeenkomst tot opdracht (OTO) hebben. Deze overeenkomst wordt in de praktijk vooral gebruikt om specialistische expertise vanuit het beroepenveld voor een korte periode in te kunnen huren. De onderwijsprojecten zijn ontwikkeld door ontwikkelteams van docenten die werkzaam zijn in het beroepenveld, waardoor actuele veranderingen gelijk kunnen worden doorgevoerd.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
goed
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Per 1 februari 2007 heeft de opleiding CMD 50 medewerkers in dienst, waarvan 31 medewerkers (19,7 fte) een arbeidsovereenkomst hebben. 19 medewerkers (3,1 fte) hebben een zogenaamde overeenkomst tot opdracht (OTO). CMD heeft op 1 februari 2007 514 bekostigde studenten. De ratio onderwijzend personeel (OP)-student is 1 : 22,5. De afgelopen jaren is de opleiding CMD snel gegroeid, waardoor het aanname- en inzetbeleid voor het OP deels gebaseerd is geweest op ad hoc beslissingen. Ook was er geen professioneel inzetsysteem aanwezig. In 2007 heeft de academie zo'n inzetsysteem in gebruik genomen. Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van het formatieplan, waarin de formatieplanning over een periode van meerdere jaren is opgenomen. In 2007 is binnen de opleiding een taakbelastingsmodel vastgesteld. De werkdruk en taakbelasting van de docenten kan hiermee beter gevolgd worden. Er wordt met het introduceren van het nieuwe inzetsysteem gestreefd naar een aantrekkelijke variatie in taken en een evenwichtige verdeling over de kwartalen. De docenten geven tijdens het gesprek met het panel aan dat de werkdruk en taakbelasting in evenwicht is. In 2005 na de grote instroom is sprake geweest van een toenemende werkdruk, maar deze is nu door goede organisatorische maatregelen waaronder de invoering van het taakbelastingsmodel beheersbaar. Het ziekteverzuim binnen CMD (5,6%) ligt iets boven het Avans gemiddelde (5%), maar onder dat van de Academie totaal (7,5%), cijfers van 2006. Uit gesprekken met de studenten bleek dat zij zeer tevreden zijn over de bereikbaarheid van de individuele docenten (via mobiele telefoongesprekken en smsberichten zijn zij vrijwel altijd rechtstreeks benaderbaar).
32/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
goed
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding CMD opereert in een zich snel ontwikkelend en veranderend beroepenveld, waardoor ook de docenten zich constant moeten blijven bezighouden met veranderingen en nieuwe ontwikkelingen in hun richting. Zij moeten zich hiervoor continue blijven scholen en laten voeden vanuit het werkveld, veelal hun eigen praktijk of gevoed worden vanuit de kernteams. Daarnaast kent de opleiding scholingsplannen, aansluitend bij de onderwijsontwikkeling en -uitvoering van het programma. De nadruk ligt hierbij op de training voor specifieke docentrollen (projectbegeleider en studieloopbaanbegeleider) en op de generieke ontwikkeling van de docent als onderwijsprofessional. Scholing en ontwikkeling van de individuele medewerker en het team heeft een hoge prioriteit en de organisatie is bereid daarin te investeren. Dit is absoluut noodzakelijk voor een opleiding als CMD die opereert in een zich snel ontwikkelend en veranderend beroepenveld. De opleiding moet net zo flexibel, actueel en wendbaar zijn als haar personeelsleden. De inhoudelijke deskundigheidsbevordering vindt vooral plaats binnen de kennisdomeinteams: Multimediale Vormgeving, Informatie en Interactie, Creative Technology, Interactie Strategie en Theorie & Reflectie/Professionele Vaardigheden. Elke docent is verbonden aan een van deze kennisdomeinteams. Deze teams komen twee tot vier maal per jaar bijeen. Naast de inhoudelijke scholing van de docenten vindt ook scholing en ontwikkeling plaats op het gebied van organisatorische aspecten: de studieleider heeft deelgenomen aan een Avansbreed management development (MD-)traject, studieleider en coördinatoren worden gecoacht bij de omvorming van CMD als pioniersorganisatie naar een volwassen organisatie. Voor scholing en ontwikkeling van de medewerkers maakt CMD gebruik van de (functionerings)gesprekkencyclus, persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) en teamontwikkelingsplannen (TOP) en een gericht juniorenbeleid. In het voorjaar wordt het jaargesprek gehouden, dit is een combinatie van een POP- en een functioneringsgesprek. In het najaar wordt het (jaarlijkse) beoordelingsgesprek gehouden. Het beoordelingsgesprek kan rechtspositionele gevolgen hebben. Het beoordelingsgesprek heeft anno 2007 nog het karakter van een pilot. Via het formatiebeleid wordt gestuurd op een blijvend goede kwaliteit van het personeel, ook voor de toekomst. Uit het studenttevredenheidsonderzoek (STO) blijkt dat de studenten zeer tevreden zijn over de kwaliteiten van de docenten (alle aspecten hoger dan 3,5 en boven Avansgemiddelde). Ook in de landelijke onderzoeken scoort de inhoudelijke
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
33/61
deskundigheid, bekwaamheid en inzet zeer hoog (Keuzegids: 8,0; Elsevier: 7,3; significant hoger dan 6,5 landelijk). Ook tijdens het gesprek met het panel viel de hoge mate van tevredenheid over de kwaliteiten en de bereikbaarheid van de docenten op. Volgens de alumni is de kwaliteit van de docenten een sterk punt van de opleiding (voor 65% van de respondenten goed of zeer goed ).
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding CMD is gehuisvest in het gebouw aan de Lovensdijkstraat in Breda. Met ingang van het cursusjaar 2007 worden alle lessen voor alle leerjaren hier gevolgd. Begin 2007 is de Xplora van Breda in gebruik genomen. Xplora maakt deel uit van het Leer- en Innovatiecentrum (LIC). Het LIC ondersteunt bij de onderwijsontwikkelingen van Avans. Studenten vinden in Xplora verschillende soorten werkplekken: individuele en groepswerkplekken, stilteplekken en vergaderplaatsen. Door het draadloze netwerk in het hele gebouw kunnen ze ook overal met de eigen laptop werken. Er is ook een grote variatie aan andere voorzieningen, zoals een internetcafé, multimediaondersteuning, boeken, tijdschriften, databanken en zelfs een televisieopnamestudio. Docenten nemen een actieve plaats in binnen Xplora en kunnen ter plekke groepjes studenten begeleiden. Informatie-adviseurs adviseren bij het zoeken naar informatie voor studieopdrachten en multimedia-medewerkers helpen bij het voorbereiden van presentaties en mogelijke andere producties. De openingstijden zijn ruim:ze zijn dagelijks in bedrijf van 8:00 tot 21:30 uur (vrijdags tot 17:00 uur) en zijn ook op zaterdag open. Xplora is op 2 oktober 2007 officieel geopend. Tijdens het visitatiebezoek bleek dat de CMDstudenten de weg naar Xplora nog niet hadden gevonden. Hier zal na de opening extra aandacht voor komen. Naast Xplora zijn er onderwijsruimtes van gangbaar formaat en kwaliteit: grotere en kleinere theorieruimten, projectkamers, PC-lokalen en practica. Ze zijn voorzien van conventionele projectieapparatuur en/of digitale (beamers). De opleiding beschikt over computerlabs en ICT-voorzieningen (draadloos internet, printers - kleur en zwart-wit, A4 tot afficheformaat). Voor 514 studenten zijn 233 computers specifiek voor CMD beschikbaar (verhouding 1:2,2 computers per student). Iedere student heeft de beschikking over 4Gb opslagruimte voor bestanden, portfolio's en het hosten van eigen websites.
34/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Er zijn uitleenvoorzieningen met een uitgebreide verzameling en grote diversiteit aan onder andere audio-, video- en computerapparatuur. Studenten kunnen benodigde apparatuur reserveren. De studenten waren hierover zeer te spreken. Er is een audio- en videomontageset, bovendien is er een werkplaats met hout-, plastic- en metaalbewerkingsgereedschap. De opleiding beschikt over een CAVE (Computer Aided Virtual Environment). Dit is een ruimte van 3x3x3m waarin door middel van door computers aangestuurde projecties 3D-simulaties kunnen worden uitgevoerd. Na de zomer van 2007 is een usabilitylab opengesteld. Uit gegevens van het hogeschoolbrede Studenttevredenheidsonderzoek 2006 blijkt dat studenten overwegend tevreden zijn met huisvesting, ICT en overige voorzieningen. Een aantal lagere scores wordt in sterke mate bepaald door de overlast in verband met (ver)nieuwbouw en (her)huisvesting. Het panel heeft tijdens de generieke audit (1 maart 2007) het pas geopende Xplora in Breda kunnen bekijken. Ook het panel heeft tijdens de visitatiedag op 27 september 2007 Xplora bezocht en was onder de indruk van de vele mogelijkheden en aanwezige apparatuur. Uit gesprekken met studenten tijdens het visitatiebezoek bleek dat zij zeer tevreden zijn dat de hele opleiding nu op één locatie gehuisvest is.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
voldoende
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Studieloopbaanbegeleiding (SLB) vormt een integraal onderdeel van de opleiding. Het doel van SLB is het stimuleren van de persoonlijke professionele ontwikkeling van de student door begeleiding bij de voortgang van de studie (studiebegeleiding), bij de keuzes en beslissingen tijdens de opleiding (studie- en loopbaanbegeleiding) en bij de voorbereiding op de loopbaan buiten de onderwijsorganisatie (loopbaanbegeleiding). Centraal hierbij staan: o individuele leerontwikkeling van de student (gericht op studievoortgang); o beroepsvormende ontwikkeling (gericht op loopbaanontwikkeling). De SLB is ingebed in het competentiegerichte onderwijsconcept van CMD. Centraal staat de competentie 'vermogen tot reflectie en persoonlijke ontwikkeling' gekoppeld aan de ervarings-reflectielijn. Naast de studieloopbaanbegeleiding kent de opleiding ook vakinhoudelijke begeleiding en begeleiding bij persoonlijke problemen. In de loop van de studie wordt een steeds grotere mate van zelfsturing van de student verwacht. In de opbouw van de activiteiten vindt een verschuiving plaats van groepsopdrachten naar individuele opdrachten. De intensiteit van
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
35/61
studieloopbaanbegeleiding neemt met de toename van zelfsturing van de student af en verandert van sturing in monitoring. In een portfolio dient de student voor SLB aan te tonen op welke wijze hij aan zijn persoonlijke leerontwikkeling en zijn beroepsvorming heeft gewerkt. De inhoud van het portfolio wordt ingebracht tijdens de assessments van de opleiding. Naast de studieloopbaanbegeleiding binnen de opleiding kan een beroep worden gedaan op tweedelijns begeleiding via decanen, het studentenpastoraat en een vertrouwenspersoon bij eventuele studiebelemmerende problemen. De studenten zijn tevreden over de begeleiding die ze van de docenten krijgen, evenals over de kwaliteit van de docenten (STO rond 3,5). Gegevens over de studievoortang (cijferoverzichten) zijn continu beschikbaar via Blackboard. Ook de roostergegevens staan vermeld op Blackboard. Studenten bleken tijdens de visitatie niet erg tevreden over de toegankelijkheid en duidelijkheid van Blackboard. Officiële informatie over de studievoortgang ontvangt de student in de vorm van een studieadvies halverwege jaar 1, eind jaar 1 en eind jaar 2. De studenten zijn tevreden over de studieloopbaanbegeleiding, maar de informatievoorziening kan zowel volgens de studenten als de opleiding beter. Aan verbetering wordt gewerkt via het uitwerken van de organisatie-inrichting. Het panel komt tot het oordeel voldoende in plaats van goed omdat de communicatie via Blackboard nog te wensen overlaat. Studenten geven aan dat directe communicatie met de docenten goed verloopt, echter algemene communicatie vanuit de opleiding verloopt moeizaam. Als voorbeeld noemen zij dat roosters een dag voor invoering bekend worden gemaakt. De docenten laten weten dat de verslechtering van de communicatie is veroorzaakt door de grote groei en de overgang naar Blackboard. Zij geven aan dat het inmiddels verbeterd is en dat er afgelopen jaar minder commentaar is geweest. Er is sprake van een zogenaamd na-ijleffect. Een positief neveneffect van de invoering van Blackboard is dat een van de collegadocenten nu expert voor Nederland hierin is geworden.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
goed
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Avans Hogeschool gaat uit van een kwaliteitsaanpak die zowel de bestuurlijke processen, de onderwijsuitvoeringsprocessen als de voorzieningen omvat. Het beleid is neergelegd in twee documenten: de notities Kwaliteit is van iedereen 2005/2006 en
36/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk 2006. Als systeem is gekozen voor het INK-managementmodel. Daarnaast wordt gewerkt met de Balanced Score Card (BSC). De daarin gehanteerde prestatie-indicatoren worden onderverdeeld in een financieel, een innovatie-, een klant- en een intern perspectief. De BSC wordt met name gebruikt als rapportagemodel. De voortgang in de Academies wordt gemonitord door middel van een kwartaalrapportage (MARAP) en in overleg daarover met de Raad van Bestuur. Het kwaliteitszorgsysteem maakt deel uit van de totale planningen controlcyclus van de hogeschool, gebaseerd op strategische en jaarplannen. Bij de aansturing van de Academies speelt de afdeling Beleidsevaluatie en Control (BE&C) een belangrijke ondersteunende rol. De regie op de kwaliteitszorg is in handen van de Stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg. Van elke Academie wordt verwacht dat deze beschikt over een eigen kwaliteitszorgbeleidsplan, een kwaliteitshandboek en een kwaliteitsplan (meerjaren en jaarlijks). Richtlijnen/uitgangspunten daarvoor staan in de notitie Avans Integrale Kwaliteitszorg 2006. Eén daarvan is dat elke Academie het accreditatiekader van de NVAO hanteert voor de inhoudelijke sturing en beoordeling van de opleidingen. Een gemeenschappelijke aanpak wordt gestimuleerd door het optreden van adviseurs van het Leer- en Innovatiecentrum, het beschikbaar stellen van formats en procedures. Alle relevante documenten zijn via het Platform Kwaliteitszorg op Blackboard voor gebruikers beschikbaar. Voor de implementatie van de kwaliteitszorgsystematiek is er een Implementatieplan Kwaliteitszorg Academies. Ten behoeve van de interne kwaliteitscontrole is er een audit op accreditatiewaardigheid ontwikkeld die dit jaar voor het eerst uitgevoerd wordt. Staande praktijk is dat in elk geval de volgende evaluaties uitgevoerd worden: o Het tweejaarlijkse studenttevredenheidsonderzoek (2002, 2004, 2006); o De blok- of kwartaalevaluatie (inclusief evaluatie van stage- en afstudeerperioden); o Het onderzoek inzake werkgeversaantrekkelijkheid (éénmaal uitgevoerd, besluit inzake periodiciteit nog niet genomen); o Jaarlijks onderzoek onder alumni (in het algemeen de HBO-Monitor); o Bespreking van de eindcompetenties met een werkveldadviescommissie; o Docentenevaluaties; o Werkgeversonderzoeken / Evaluaties van de voorzieningen op het gebied van ICT. Op opleidingsniveau wordt er geen apart kwaliteitszorgplan gevraagd, De opleiding werkt binnen de kaders van de Academie en maakt op grond daarvan een Jaarplan waarin zijn opgenomen de metingen die op opleidingsniveau worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld de blokevaluaties en de voorgenomen verbeteractiviteiten. Voor de opleidingen is met betrekking tot hun kwaliteitszorg het accreditatiekader van de NVAO richtinggevend. De opleiding hanteert als streefdoel dat op elk item minimaal een 3,0 wordt gescoord op een vijfpuntsschaal. Een score lager dan 3,0 is een verbeterpunt, waarop actie ondernomen moet worden. Een score van hoger dan 3,5 wordt gekwalificeerd als
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
37/61
goed . Voor nader te bepalen kwaliteitsobjecten kan de studieleider een ander/hoger streefdoel vaststellen.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
goed
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding CMD streeft naar handhaven en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en van de opleiding en alle aspecten die daarop van invloed zijn. CMD ziet dit dan ook als een opdracht voor alle medewerkers binnen de opleiding. Er wordt gewerkt volgens de PDCA-cyclus. Ieder kwartaal wordt een kwartaalrapportage opgesteld van de uitkomsten van de evaluaties. De resultaten verwerkt de studieleider in overleg met de directie in het jaarlijkse verbeterplan c.q. opleidingsplan volgens een vast format. In dat plan wordt beschreven: o wat dat jaar uitgevoerd, ontwikkeld en/of verbeterd moet worden; o wie wat moet doen; o wanneer dat moet gebeuren; o wanneer de resultaten in welke vorm voor wie beschikbaar moeten zijn; o aan welke randvoorwaarden voldaan moet zijn om die verbeteringen te realiseren. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat prioriteit wordt gegeven aan de uitkomsten van de kwartaalrapportages, wat inhoudt dat aanbevelingen met voorrang worden doorgevoerd, indien mogelijk in de loop van hetzelfde studiejaar. Na uitvoering van het vastgestelde jaarplan wordt opnieuw de kwaliteit van de diverse kwaliteitsrubrieken vastgesteld door middel van een nieuwe evaluatiecyclus en de daarin betrokken actoren. Sinds de start is de opleiding altijd al bezig geweest met de verbetering van haar kwaliteit. De nadruk van de verbeteractiviteiten is tot nu toe gericht op de onderwijsontwikkeling (product-kwaliteit). De aanpak is terug te zien in de jaarplannen en scholingsplannen (Jaarplannen 2005/2006 en 2006/2007; Scholingsplannen in Personeelsplan CMD 2007). Voorbeelden van gerichte evaluatie- en verbeteractiviteiten zijn: o De volgorde van de eindstudie is bijgesteld om zowel inhoudelijke als organisatorische redenen. Stage en gebonden project vormen nu het eerste onderdeel van de eindstudie om de student eerder in contact te brengen met de beroepspraktijk. Daarna volgen de minors (twee kwartalen), zodat de student (door externe oriëntatie in de stage) een meer bewuste keuze kan maken waarin hij zich verder wil verdiepen. Tot slot doet de student het vrij project en schrijft een scriptie. Deze onderdelen staan aan het eind zodat de
38/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
student zijn competentieontwikkeling op een hoger niveau heeft voor deze belangrijke afsluitende onderdelen. o De kennisverwerving binnen curriculum is versterkt door het instellen van een kennistoets. In deze kennistoets worden de kenniscomponenten van de modulen uit de projectonderwijslijn door middel van een meerkeuzetoets beoordeeld. o Het toetssysteem is qua hoofdlijnen op drie punten grondig gewijzigd: Vermindering aantal toetsen; Meer logische samenhang tussen toetsvormen en doelstelling van de onderdelen (project, modulen, en dergelijke); Spreiding herkansingen. Naast de verbetering van de onderwijskwaliteit wordt gericht gewerkt aan de kwaliteit van de organisatie o.a. weergegeven in de notities Organisatieplan Opleiding CMDAIM 2007, Kwaliteitszorg bij de opleiding CMD 2007 en Personeelsplan Opleiding CMD-AIM 2007.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
goed
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de zelfevaluatie maakt de opleiding duidelijk bij welke evaluaties medewerkers, studenten, alumni en het werkveld betrokken worden en met welke frequentie. Uit de opsomming bij facet 5.1 (evaluatie resultaten) is op te maken dat alle door de NVAO genoemde stakeholders in elk geval door middel van evaluatie bij de interne kwaliteitszorg zijn betrokken. De hogeschool heeft in het Meerjarenbeleidsplan 2007-2010 aangegeven dat deze de samenwerking met het beroepenveld gaat versterken. De studenten zijn formeel betrokken via schriftelijke evaluaties, panelgesprekken en de studenttevredenheidsonderzoeken. Daarnaast kunnen ze deelnemen aan de opleidingscommissie en academieraad. Ook wordt de mening van de studenten gevraagd via het landelijk onderzoek voor de Keuzegids en Elsevier. De opleiding kent korte lijnen tussen studenten en docenten en tussen docenten en directie wat de informele betrokkenheid ten goede komt. Alumni, waarvan de eerste lichting studenten medio 2006 is afgestudeerd, nemen deel aan panelgesprekken en een alumnionderzoek (in de toekomst HBO-Monitor, nu nog een eigen onderzoek van de opleiding). Het werkveld is vertegenwoordigd als werkveldadviesraad. De werkveldadviesraad is een onafhankelijk orgaan, bestaande uit minimaal zeven representanten uit het werkveld. Deze adviesraad adviseert gevraagd en ongevraagd over de inrichting en het curriculum van de opleiding, met als doel een zo goed mogelijke aansluiting
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
39/61
tussen opleiding en werkveld te realiseren. Alumni maken deel uit van de werkveldadviesraad. De werkveldadviesraad vergadert minimaal drie maal per jaar. De studieleider en de kennisdomeincoördinatoren CMD zijn bij het overleg van de werkveldadviesraad aanwezig. De docenten nemen deel aan het medewerkerstevredenheidsonderzoek en aan de functioneringsgesprekken. Ook geven medewerkers input via teamoverleg, kennisdomeinoverleg en deelname aan de opleidingscommissie. De studenten zijn zeer positief over de aandacht die er is voor de kwaliteit van het onderwijs (STO hoger dan 3,5). Ook vinden de studenten dat ze door de opleiding voldoende serieus worden genomen (STO ook hoger dan 3,5). De mate waarop ze invloed kunnen uitoefenen en de wijze waarop de hogeschool omgaat met klachten voldoen nog aan de norm, maar is flink gedaald (STO 2006 CMD: 3,1; dit was in 2004 3,9. De opleiding is in 2002 gestart. Er heeft dan ook nog geen eerdere visitatie plaatsgevonden.
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
goed
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding toetst of de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd en of ze aansluiten bij de eisen die vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan afgestudeerden op hbo-niveau. Dit toetsen gebeurt als volgt: o onderzoek onder alumni (Rapport enquête alumni coh0203, maart 2007); o betrekken van stagebedrijven en opdrachtgevers bij beoordeling van de eindstudie (Beoordelingsformulieren); o uitgebreid monitoren van de eindstudie (Evaluatie externe examinatoren 2006); o controle op toetsing van alle onderwerpen/competenties binnen de opleiding (Toetsoverzicht 2006/2007 en 2007/2008). De alumni zijn positief over de opleiding als geheel, deze wordt door het overgrote deel van de studenten als 'goed' (62%) aangeduid. Het grootste deel van de studenten (89%) is achteraf zeer tevreden over hun keuze voor de opleiding CMD Breda (alumni-enquête 2007). Uit de beoordelingsformulieren van de bedrijven volgt: o waardering over de vakkennis van de studenten, en
40/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
waardering voor de professionaliteit en praktische inzetbaarheid van de studenten. De samenwerking tussen bedrijf en student wordt vaak voortgezet in een freelanceof dienstverband (Beoordelingsformulieren coh0203 en coh0304 opgenomen in Overzicht ontwikkeling Eindstudie 2007). Externe examinatoren stellen (Evaluatie externe examinatoren, juni 2006) dat het eindniveau en de diversiteit van de afgestudeerden goed is. De procedure van het eindexamen is in orde, al kunnen de criteria op het beoordelingsformulier nog beter (namelijk zowel gericht op het werk als op de presentatie). Ook zou de opleiding de ambitie moeten hebben het niveau van de scripties te verhogen. Uit evaluaties onder bedrijfsbegeleiders van stage en afstuderen blijkt dat zij tevreden zijn over het niveau van de studenten (opgenomen in Overzicht ontwikkeling eindstudie 2007). Dit werd bevestigd in gesprekken die het panel had met het werkveld. Hierin kwam tevens naar voren dat studenten vanuit CMD Breda door hun brede opleiding in de praktijk meer crossmediale oplossingen kunnen bedenken, ook doordat veel nadruk tijdens de studie ligt op het conceptueel denken. Alumni gaven aan in de praktijk na hun afstuderen profijt te hebben van hun brede opleiding. Het afstudeertraject bestaat uit zowel een vrij project als een scriptie. In het vrije project kiest de student voor een eigen medium, proces, vorm en inhoud en maakt een werkplan. Belangrijk hierbij is dat het niet vanuit een externe opdrachtgever wordt aangereikt, maar ontstaat vanuit het eigen initiatief van de student. In de scriptie laat de student zien dat hij/zij een relevante vraagstelling op het vakgebied van CMD kan verwoorden op basis van eigen onderzoek. Over het algemeen is het panel het eens met de beoordeling van de scripties door de docenten. Uit eigen beoordeling heeft het panel kunnen vaststellen dat de scripties van een gemiddeld hbo-niveau zijn. Zij stelt dit vast op basis van de door de opleiding geformuleerde competenties en de Dublin-descriptoren. Tijdens de visitatiedag heeft het panel een tentoonstelling van werkstukken van studenten uit de vier verschillende jaren bezichtigd, waaronder eindwerkstukken. Het panel was onder de indruk van de resultaten. o
Facet 6.2
Onderwijsrendement
voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding CMD hanteert de volgende streefnormen: o een propedeuserendement na twee jaar van 75%; o een gemiddelde studieduur van 1,35 jaar voor studenten die zonder getuigschrift de opleiding verlaten; o een diplomarendement van 70%;
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
41/61
een gemiddelde studieduur van 4,5 jaar voor studenten die met getuigschrift de opleiding verlaten. Sinds de start van de opleiding is de instroom van CMD met een factor 2,5 toegenomen: van 96 studenten in 2002 tot 242 in 2005. In 2002 en 2003 gold een numerus fixus van 100 instromers. In 2005 is de numerus fixus vervallen. Met een instroom van meer dan 200 heeft de opleiding de grens bereikt van wat met de huidige onderwijs- en organisatiestructuur nog haalbaar is. Het propedeuserendement na 2 jaar varieert rond de 70% en het aantal studiestakers (dus) rond de 30%, waarvan meer dan 20% uitvalt in het eerste studiejaar. De meeste studiestakers vertrekken binnen het eerste jaar, dit valt binnen de norm van 1,35 jaar. Het propedeuserendement na 1 jaar vertoont een dalende lijn, dit geldt voor alle instroomtypen. De daling in het propedeuserendement loopt synchroon met de (grote) toename van de instromers, met name cohort 2005. Van cohort 2002 zijn de eerste studenten afgestudeerd in 2006. Na 4 jaar heeft ruim 30% het diploma behaald. De nieuwe aanpak van de studieloopbaanbegeleiding vanaf 2006/2007, een betere spreiding van de herkansingen, een strakkere tijdsbewaking van het vrije en het gebonden project en een andere opzet van de eindstudie moet een verbetering van het diplomarendement en de gemiddelde studieduur leveren. Het panel komt tot het oordeel voldoende in plaats van goed omdat het behaalde rendement van het eerste cohort (2002) relatief laag is (30%), hiermee wordt het eigen streefdoel niet gehaald. Bovendien zijn er nog weinig afgestudeerden en dientengevolge valt er nog niet veel over het opleidingsrendement te zeggen. o
42/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
43/61
Bijlage 1:
44/61
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
45/61
46/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
47/61
48/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
49/61
50/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
Studentgebonden deskundigheid
Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: Mevrouw Y. Griffioen-Kingma
X
Panellid NQA: De heer drs. R.V. van der Dussen
X
Panellid student: De heer J.A. Schelling
Domeinpanellid: De heer drs. P.J. Bogaards
Relevante werkvelddeskundigheid
Voorzitter en domeinpanellid: De heer A.W. Mulder
Deskundigheid cf. Protocol VBI s; 22 augustus 2005
X
X
X
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: De heer A.W. Mulder (voorzitter en domeinpanellid) De heer Mulder is ingezet als panellid vanwege zijn domeindeskundigheid op het gebied van communicatie en multimediadesign en vanwege zijn internationale en onderwijsdeskundigheid in dit werkveld. Hij is oprichter geweest en partner van De InformatieWerkPlaats in Den Haag en daarnaast lector Informatie, Technologie en Samenleving aan de Haagse Hogeschool en docent aan diverse opleidingsinstituten. De heer Mulder heeft diverse masterclasses op het gebied van kunst en media en informatiesamenleving verzorgd, zowel nationaal als internationaal. Hij heeft talloze publicaties op het gebied van praktische toepassing van ICT op zijn naam staan en vele presentaties op conferenties en congressen in binnen- en buitenland. De heer Mulder heeft een grote expertise op het gebied van ICT en communicatie en voorwaarden voor gebruik van multimedia. Vanaf 1987 heeft de heer Mulder zitting gehad in diverse besturen en heeft vanaf 2004 zitting in verschillende jury s, onder meer voor
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
51/61
de Nederlandse Design Prijzen, het Nederlands Kampioenschap Informatie Architectuur en voor het International Contest ICT in Public Space . Opleiding: 1970 1976 1989
HBS-A, Thorbecke Scholengemeenschap, Zwolle Kandidaats psychologie, Rijksuniversiteit Groningen Master Futurologie, International University Lugano
Werkervaring: 1984 1993 Veronica Omroep Organisatie, Hilversum; Hoofd automatisering (1988 - 1993), Medewerker automatisering (1984 1988) 1993 1998 VOTA Consultancy, Bussum; Zelfstandig gevestigd adviseur nieuwe media en ICT 1998 2001 Tweede Kamer der Staten Generaal, Den Haag; Informatieadviseur 2001 heden De InformatieWerkPlaats, Den Haag; Oprichter en partner 2002 heden Haagse Hogeschool, Den Haag; Lector Informatie Technologie en Samenleving
De heer drs. P.J. Bogaards (domeinpanellid) De heer Bogaards is ingezet vanwege zijn expertise op het gebied van informatieontwerp en -architectuur en gebruikersgericht ontwerpen. Zijn bijdragen aan het vakgebied van informatieontwerp en architectuur worden internationaal erkend. Voor de oprichting van BogieLand was de heer Bogaards hoofd van de InfoDesign & Usability Group van Razorfish Europe en informatie- en interfaceontwerper bij Informaat. Hij was (mede)verantwoordelijk voor het ontwerp van de gebruikersinterface, site-architecturen, de navigatie en algehele bruikbaarheid van diverse toepassingen bij opdrachtgevers, zoals eBay, Elsevier Science, IBM, Nissan, Nokia en Vodafone. Sedert 2006 is de heer Bogaards betrokken bij een initiatief de beroepspraktijk en het vakgebied van user experience design in Nederland te stimuleren. Opleiding: 1976 Pedagogische academie te Den Haag 1989 Universiteit van Amsterdam (Toegepaste taalwetenschappen) 1989 Universiteit van Amsterdam (Instructietechnologie) - cum laude Werkervaring: 1980 1995 Leraar Tweedetaalverwerving - Amsterdamse School voor Volwassenen 1985 1988 Ontwerper en ontwikkelaar van geautomatiseerde testsystemen voor tweede taalverwerving 1988 1990 Interaction Manager - Institute for Interaction Management (een initiatief van Philips, Sony, NFTVA, Enter Training, en de Universiteit van Amsterdam) 1990 1997 Informatieontwerper en documentatie-ingenieur - Informaat 1997 2000 Architect Webtoepassingen/B2B e-Commerce adviseur- SRC Caledon Business Technologies 2000 2001 Hoofd Informatieontwerp - Razorfish Amsterdam 2001 2003 Informatieontwerper/Projectleider - Razorfish Europe (Amsterdam) 2003 Oprichter van BogieLand: Informatieontwerp & informatiearchitectuur 2006 heden Projectleider Design for digital User eXperience (DdUX.org) - Informaat
52/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
De heer J.A. Schelling (student panellid De heer Schelling is ingezet als studentlid van het panel. Hij is recent afgestudeerd als student Communicatie & Multimedia Design aan de Hogeshool Rotterdam. Hij beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein Interactieve media. Tijdens zijn studie is de heer Schelling student-assistent geweest. Voor deze visitatie is de heer Schelling individueel geïnstrueerd over het visitatie- en accreditatieproces in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1994 09/99 12/99 09/00 06/03 09/03 07/07
HAVO, Thuredrecht College, Dordrecht Informatie Dienstverlening en -Management, Haagse Hogeschool (HHS) Multimedia Vormgeven, Grafisch Lyceum Rotterdam. Communication & Multimedia Design, Willem de Kooning Academie/Hogeschool Rotterdam, Engelse Stroming.
Werkervaring: Jan jun 02 Arco Iris Audiovisuele Projecten B.V., stage Sep dec 02 Infolook B.V., stage Multimedia Vormgeving Jan 03 jul 04 Arco Iris Audiovisuele Projecten B.V., part-time multimedia/av ontwerper aug 04 heden Freelance interaction en motion graphic designer, projecten gerealiseerd voor Bright Magazine, Vrumona, Studio Dumbar, Media Business Press en Rendement Uitgeverij. sep 05 jan 06 Studio Dumbar B.V., stage feb 06 feb 07 Studio Dumbar B.V., tijdelijk part-time dienstverband als Junior Interaction Designer feb 07 jun 07 Scholz & Volkmer Intermediales Design GmbH, Afstudeerstage te Wiesbaden. conceptontwikkeling en research naar visuele social network interfaces binnen UndDu.de, opdrachtgever van Scholz & Volkmer
De heer drs. R.V. van der Dussen (panellid NQA) De heer Van der Dussen is ingezet als NQA panellid. Hij heeft ervaring met onderwijs- en onderzoeksvisitaties in verschillende domeinen binnen het HO, zoals Rechtsgeleerdheid, Economie, Communicatiewetenschap en Criminologie. Hij bezit auditorkwaliteiten vanwege visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij het Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden (IVLOS). Opleiding 1996 2003
Doctoraal Psychologie, specialisatie Organisatiepsychologie, Universiteit Utrecht
Cursussen 2004 2005 2006
Auditkwaliteit, IVLOS Onderwijskunde voor het Hoger Onderwijs, IVLOS
Werkervaring 1996 2004 2004 2005 2007
Diverse betrekkingen en (afstudeer)stages binnen organisatieadviesbureaus omtrent kennismanagement Medewerker afdeling Kwaliteitszorg Vereniging van Universiteiten (VSNU) heden Projectleider kwaliteitszorg wetenschappelijk onderwijs Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) heden Vanuit QANU gedetacheerd bij Netherlands Quality Agency (NQA)
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
53/61
Mevrouw Y. Griffioen-Kingma (panellid NQA) Mevrouw Griffioen is ingezet als NQA panellid. Zij heeft onderwijsdeskundigheid door haar jarenlange ervaring als docente op verschillende niveaus. Naast haar onderwijservaring beschikt mevrouw Griffioen over een uitgebreide ervaring in de praktijk van de VBI. Voor deze visitatie is mevrouw Griffioen individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1963 1968 1968 1969 1991 1993 1996 1997
HBS-A Schoevers; directiesecretaresse Leraar Machineschrijven/tekstverwerken Lerarenopleiding Secretariaatsvakken Office 97
Werkervaring: 1970 1988 Directiesecretaresse/office manager bij diverse bedrijven 1988 1999 Docente secretaresseopleiding, Instituut Scheidegger, Venlo 1991 1998 Docente machineschrijven/tekstverwerken/kantoorpraktijk/informatica Oosterlicht College, Vianen (VMBO) 1998 2002 Docente Informatica, Schoevers Opleidingen, Utrecht (MBO-HBO) 2002 2003 Projectsecretaresse e-learning en BVE, Wolters-Noordhoff, Houten 2003 2005 Docente S(ecretarieel)-team, ROC ASA Christelijk College Abstede, Utrecht (MBO) 2005 heden Netherlands Quality Agency - Utrecht
54/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Visitatie CMD 27 september 2007 Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
08.30
10.30 uur
Ontvangst Materiaalbestudering
(Visitatiepanel)
10.30
11.15 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement
11.15
12.00 uur
Gesprek met studenten
representatieve groep studenten, verspreid over opleidingen (in geval van cluster), studiejaren, varianten, vooropleiding
12.00
12.45 uur
Lunchpauze
12.45
13.30 uur
Gesprek met docenten
representatieve groep docenten: verspreid over opleidingen (in geval van cluster), vakken, specifieke taken (bijv. begeleiding / stagebegeleiding), varianten etc.
13.30
14.15 uur
Gesprek met werkveld en afgestudeerden
- leden werkveldcie. - Stagebegeleiders - Werkgevers afgestudeerden - Recent afgestudeerden (max. 3 jaar)
14.15
17.00 uur
Rondleiding/tentoonstelling Eventuele extra gesprekken Materiaal bestuderen Intern paneloverleg
(Visitatiepanel)
17.00
17.30 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Opleidingsmanagement
17.30
18.00 uur
Afsluitend paneloverleg
(Visitatiepanel)
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
55/61
56/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door opleiding ter inzage gelegd materiaal
Documenten visitatie opleiding Communication & Multimedia Design Onderwijsmappen Kwartaalmappen jaar 1 en 2: J1K1 J1K2 J1K3 J1K4 J2K1 J2K2 J2K3 J2K4
Print Media Crossmediale Expressie Crossmediale Beleving Mixed Media Productie Smart Object Media Strategie Advies Serious Game Haptic Toepassing
Kwartaalmappen jaar 3, kwartaal 1 en 2 Verdiepingsprofiel Creative Technology Verdiepingsprofiel Informatie en Interactie Verdiepingsprofiel Interactie Strategie Verdiepingsprofiel Multimediale Vormgeving Project Interactive Media Channel Mappen eindstudie Eindstudie Minors Stage Gebonden Project Scriptie Vrij Project Mappen algemene onderwijslijnen Professionele vaardigheden Tools Studieloopbaanbegeleiding Theorie en Reflectie Free Space / Beroepsoriëntatie Materiaal studenten Eindwerkstukken cohort 0203
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
57/61
Mappen Documenten Documentatie Accreditatie Documentatie Startdossier + Positiedocument Ontwikkeling Eindstudie Ontwikkeling Studieloopbaanbegeleiding Ontwikkeling Curriculum Ontwikkeling Beroepsprofiel en Contact Werkveld Ontwikkeling Opleidingsplannen Overzicht evaluaties Notulen overleggremia
58/61
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Bijlage 5:
Eindkwalificaties
Beroepscompetenties CMD met bijbehorende indicatoren Competentie (beschrijving van gedrag op HBO niveau) A. Product 1. Vermogen tot analyse en interpretatie: De student kan een vraagstuk ontleden, structureren, verduidelijken en verklaren
2. Vermogen tot conceptualiseren: De student kan vanuit analyse, interpretatie en eigen visie een concept ontwikkelen voor nieuwe media oplossingen
3. Vermogen tot ontwerpen: De student kan nieuwe media oplossingen ontwerpen vanuit een concept van communicatie, vormgeving, interactie en technologie 4. Vermogen tot creatie: De student kan een ontwerpoplossing technisch, creatief en gebruikersgericht realiseren
Indicator (beschrijving van gedrag in niveaus)
a. het kunnen uitvoeren van gebruikers-, markt- en doelgroepanalyses, b. het kunnen bevragen van, inleven in en interpreteren van informatie van opdrachtgevers en eindgebruikers c. in staat een (communicatie)vraagstuk helder te definiëren en methodisch verantwoord te analyseren en te structureren d. beschikken over vaardigheden en kennis op het gebied van communicatie, vormgeving, interactie en technologie om (delen van) communicatievraagstukken te analyseren en interpreteren e. het experimenterend kunnen onderzoeken van voor de opdracht relevante aspecten van communicatievraagstukken a. op basis van wensen en behoeften van opdrachtgevers en doelgroepen, een (communicatie)concept kunnen ontwikkelen, verwoorden en visualiseren b. het inzicht kunnen geven in mogelijke en effectieve (communicatie) oplossingsrichtingen c. kunnen meedenken over en ontwikkelen van creatieve en innovatieve nieuwe mediaoplossingen d. beschikken over een visie op communicatie, vormgeving en technologie in relatie tot het conceptualiseren e. beschikken over vaardigheden op het gebied van communicatie, vormgeving interactie en technologie om (delen van) concepten voor nieuwe media oplossingen te (laten) ontwikkelen a. op basis van wensen en behoeften van opdrachtgevers en doelgroepen een concept kunnen interpreteren en beoordelen b. een ontwerp kunnen maken, beschrijven en visualiseren c. innoverend en grensverleggend kunnen denken met betrekking tot het ontwerpen van nieuwe media oplossingen d. het onderzoekend kunnen experimenteren met mogelijke ontwerpen voor nieuwe media oplossingen a. beschikken over vaardigheden en kennis op het gebied van communicatie, vormgeving, interactie en technologie om nieuwe media oplossingen op basis van concept en ontwerp te kunnen (laten) produceren b. het kunnen creëren van prototypes c. kunnen testen van ieder deelproduct bij eindgebruikers en of opdrachtgevers
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
59/61
B. Team 5. Vermogen tot organiseren en regisseren: De student kan een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf opzetten en in stand houden
6. Vermogen tot samenwerken: De student kan in een samenwerkingsverband een actieve bijdrage leveren aan de totstandkoming van een product of proces
60/61
a. het kunnen plannen, uitvoeren, controleren en beheren van de ontwikkeling en productie van nieuwe media oplossingen b. in staat zijn de eigen werkprocessen te organiseren c. vakkennis gebruiken om, met het oog op het verwachtte eindresultaat, procesmatige sturing aan het team te kunnen geven in termen van mensen, tijd, geld (procesmanagement) d. vakkennis gebruiken om, met het oog op het verwachtte eindresultaat, inhoudelijke sturing aan het team te kunnen geven (kwaliteitsmanagement) e. het kunnen samenbrengen van verschillende disciplines binnen ontwikkelprocessen f. het kunnen onderhouden van contacten met bedrijfsrelaties, toeleveranciers en netwerkpartners g. in staat zijn om ideeën, oplossingen en processen zowel mondeling, schriftelijk als visueel over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten h. het kunnen verwerven en interpreteren van opdrachten, en erover kunnen onderhandelen met opdrachtgevers en andere betrokkenen a. verantwoordelijkheid kunnen nemen binnen een team door het zelfstandig en resultaatgericht uitvoeren van taken b. het collegiaal kunnen samenwerken in multidisciplinaire en interdisciplinaire groepen c. kunnen opereren op verschillende niveaus binnen een organisatie d. op een empathische, respectvolle en open wijze kunnen communiceren e. de bijdrage van anderen aan het proces kunnen onderkennen, toelaten en stimuleren f. het kunnen instrueren van anderen en taken delegeren (leidinggeven in beroepssituatie- of context) g. het ontvankelijk kunnen zijn voor leiding, taken en collegiale feedback
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
C. Professional 7. Vermogen tot externe oriëntatie/omgevingsgerichtheid: de student is in staat om verbanden te leggen tussen het eigen werk, het werk van anderen en de buitenwereld: opdrachtgever, gebruiker en processen 8. Vermogen tot reflectie en persoonlijke ontwikkeling: De student kan het vakmanschap en de persoonlijke invulling van de beroepssituatie verder ontwikkelen en verdiepen
a. vanuit eigen vakmatige en/of persoonlijke visie commercieel en gebruikersgericht kunnen denken en handelen b. in de beroepspraktijk in staat zijn tot sociale, maatschappelijke, economische en wetenschappelijke oriëntatie c. in staat de voorwaarden en consequenties van implementatie van een nieuwe media oplossing te doorgronden d. in staat zijn tot interactie met de buitenwereld
a. in staat zijn het eigen werk te beschouwen, analyseren, duiden en beoordelen b. het beschikken over, ontwikkelen en bijhouden van relevante (theoretisch wetenschappelijke) vakinhoudelijke kennis en vaardigheden op gebied van communicatie, vormgeving, interactie en technologie c. het toepassen van vakinhoudelijke kennis op het gebied van communicatie vormgeving, interactie en technologie. d. het beschikken over een eigen visie met betrekking tot ontwikkelingen in het beroepsdomein e. het nemen van verantwoordelijkheid voor eigen professioneel handelen en hierover kritisch nadenken f. het vermogen zichzelf te kunnen bijsturen en reguleren ten aanzien van leren, resultaatgerichtheid, flexibiliteit, nieuwsgierigheid en proactief werken g. het ontwikkelen van een beroepshouding die getuigt van respect voor anderen en besef van ethische en maatschappelijke aspecten bij het beroepsmatig handelen h. het leveren van een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het beroepsdomein
© NQA - visitatie Avans Hogeschool, hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
61/61