AVANS Hogeschool, locatie Breda Opleiding: Croho: Varianten:
Communicatie; hbo-bachelor 34405 Deeltijd
Visitatiedatum:
15 oktober 2009
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2009
2/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Inhoud Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 8 9 11
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 17 28 30 32 37
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
39 40 45 49 51 55
3/55
4/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
5/55
6/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Communicatie van AVANS Hogeschool, locatie Breda heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in september 2009, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 15 oktober 2009. Het panel bestond uit: De heer D. de Joode (voorzitter, domeinpanellid); Mevrouw drs. P. Schep (domeinpanellid); Mevrouw M.N. de Bruin (studentpanellid); De heer drs. L.S. van der Veen (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Avans Hogeschool- verder in dit rapport aangeduid als Avans of de hogeschool- heeft verschillende vestigingen in Breda, Den Bosch en Tilburg. Hogeschool Avans is het resultaat van verschillende fusies die hebben plaatsgevonden. De hogeschool heeft negentien domeingerichte academies en heeft ruim 40 opleidingen. In het studiejaar 2006-2007 studeerden er aan Avans Hogeschool ongeveer 18.000 studenten en werd het onderwijs verzorgd door ruim 1800 medewerkers. Daarnaast heeft de hogeschool 18 lectoraten.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
7/55
Eén van de academies is de Academie voor Deeltijd (ADT) te Breda. De ADT verzorgt de deeltijdopleidingen Communicatie, Accountancy, Bedrijfseconomie, Commerciële Economie, Small Business & Retail Management, Management, Economie en Recht, Personeelsmanagement en Management in de Zorg. De academie onderscheidt zich binnen Avans Hogeschool en in de deeltijdmarkt van hoger economisch onderwijs op ondernemerschap en marketingbeleving. De academie voert een expliciet doelgroepenbeleid, om zo optimaal in te spelen op de veranderingen in de omgeving en de verwachtingen van de klant. De academie wil zich profileren als kennispartner voor de relevante omgeving. Bij de uitvoering van het onderwijs gaan de opleidingen uit van sociaalconstructivisme binnen het competentiegericht leren en opleiden. Met een thematische opbouw van het programma beoogt de opleiding een steeds complexer wordende context. Die context is mede de praktijkomgeving van de student. De opleiding Communicatie maakt onderdeel uit van het domein Communications en leidt haar studenten op tot allround communicatiedeskundigen. In 2008-2009 studeren binnen de deeltijdopleiding Communicatie Breda 79 studenten. Bij de opleiding zijn 20 docenten in deeltijd werkzaam. De totale docenteninzet bedraagt 1,6 fte. De docenten binnen de ADT hebben relatief kleine aanstellingen en hebben veelal elders een ‘hoofdwerkgever’ of zijn zelfstandig ondernemer. 1.3
Werkwijze
De opleiding is eerder gevisiteerd in oktober 2007 en het NQA-rapport van die visitatie dateert van december 2007. Bij besluit van 16 februari 2009 heeft de NVAO aangegeven om verschillende redenen niet tot accreditatie te kunnen overgaan. De opleiding is in staat gesteld binnen een jaar met een nieuwe aanvraag tot accreditatie te komen. Dit rapport is de weerslag van het sindsdien uitgevoerde hervisitatietraject De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode september - oktober 2009 inhoudelijk voor op het bezoek van 15 oktober 2009. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor.
8/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, en een vertegenwoordiging van de Onderwijsadviesraad. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in november 2009 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in december 2009 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2009. Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
9/55
Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport.
10/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet
Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Opleiding communicatie (dt)
Voldoende Goed Goed Positief Goed Goed Goed Goed Goed Voldaan Goed Goed Positief Goed Voldoende Goed Positief Goed Goed Positief Goed Goed Voldoende Positief Goed Voldoende Positief
11/55
Doelstellingen opleiding Facet 1.1 is beoordeeld als voldoende, de facetten 1.2 en 1.3 als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma De facetten 2.1 tot en met 2.5 en facet 2.7 en 2.8 zijn beoordeeld als goed. Facet 2.6 is voldaan Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel Facet 3.2 is beoordeeld als voldoende, de facetten 3.1 en 3.3 als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen De beide facetten zijn beoordeeld als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De facetten 5.1 en 5.2 zijn beoordeeld als goed, facet 5.3 als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Facet 6.1 is beoordeeld als goed, facet 6.2 als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
12/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
13/55
14/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Voldoende
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding Communicatie van de Academie voor Deeltijd sluit aan bij het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel voor de hbo-opleiding Communicatie (Het Profiel; Competentiebeschrijving HBO Communicatie, 2004). Het profiel is gebaseerd op de landelijke domeincompetenties van de Bachelor of Communications en op (internationale) ontwikkelingen binnen het domein. • Het landelijke competentieprofiel is opgesteld en geaccordeerd door het Landelijk Overleg Communicatieopleidingen (LOCO), onder meer op basis van de beroepsniveauprofielen Communicatiemanagement (2002) van de voormalige beroepsverenigingen BvC (beroepsvereniging voor Communicatie) en VVO (Vereniging van Overheidscommunicatie), die per 1 januari 2006 zijn opgegaan in de vereniging Logeion. Tevens is het competentieprofiel voorgelegd aan diverse vertegenwoordigers van het werkveld en aan de Onderwijs Adviesraad van de Beroepsvereniging voor Communicatie (BvC). Recentelijk is door het LOCO de Body of Knowledge and Skills (BoKS) (Body of Knowledge and Skills sector HEO 2008) meegenomen bij de uitwerking van de competenties. • Bij de ordening van de negen competenties van het LOCO is uitgegaan van de beleidscyclus. De beleidscyclus is opgebouwd uit probleemsignalering/formulering, beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en evaluatie. Daarnaast zijn aan iedere competentie generieke kernkwalificaties verbonden. De competenties weerspiegelen de breedte van de beroepspraktijk (Opleidingskader Communicatie, 2009). • In 2007 zijn de landelijke competenties door de opleiding in Breda nader gespecificeerd. Mede op advies van het beroepenveld is gekozen voor een brede opleiding met de nadruk op communicatie als strategisch instrument. De academie voor deeltijd wil zich binnen Avans Hogeschool en in de deeltijdmarkt van hoger economisch onderwijs onderscheiden op ondernemerschap en marketingbeleving (Kansrijk in deeltijd, 2009). • De competentieset van het LOCO is met name leidend geweest voor de totstandkoming van het curriculum van de opleiding. Bij de opbouw van het curriculum is rekening gehouden met de beroepsniveauprofielen communicatiemanagement van Logeion, de body of knowledge and skills en de eisen die NIMA stelt voor haar diploma’s Communicatie A en B. In competentiematrices in Opleidingskader Communicatie, 2009 heeft de opleiding de dekking in het curriculum van de competenties met de onderliggende niveau-indeling weergegeven (vergelijk 2.2).
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
15/55
•
•
•
De opleiding participeert in het Landelijk Overleg Communicatieopleidingen (LOCO), dat als doelstelling heeft het maken van gemeenschappelijke afspraken omtrent het beroepsprofiel en aanverwante onderwerpen, zoals de invulling van de landelijke opleidingskwalificaties. Binnen het LOCO is een werkgroep actief met als doel het actualiseren van de landelijke competenties. De werkgroep zal de te actualiseren set vergelijken met internationale ontwikkelingen. Een dergelijke vergelijking is tot nu toe niet gemaakt. De opleiding profileert zich als een brede opleiding met de nadruk op communicatie als strategisch instrument en als een praktijkgerichte opleiding, waarbij uitsluitend docenten uit de praktijk worden ingezet. De opleiding sluit naar het oordeel van het panel aan bij de domeinspecifieke eisen op het gebied van communicatie. Het feit dat de opleiding geen internationale vergelijking heeft gemaakt, is voor het panel reden tot een voldoende in plaats van goed.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft de eindkwalificaties in een matrix getoetst aan de Dublindescriptoren. Het panel heeft deze matrix gezien (Opleidingskader Communicatie 2009) en stelt op basis hiervan vast dat alle descriptoren gedekt zijn. • Uit de matrix blijkt dat de Dublin descriptoren ‘kennis en inzicht’, ‘toepassen van kennis en inzicht’ en ‘oordeelsvorming’ in alle eindkwalificaties (eindcompetenties) aan de orde komen. In de twee algemene eindcompetenties komen de Dublin descriptoren ‘communicatie’ en ‘leervaardigheden’ aan bod. • In de generieke kernkwalificaties hbo-bachelor die verbonden zijn aan iedere competentie uit de LOCO competentieset, zijn de Dublin-descriptoren eveneens opgenomen (Het Profiel: Competentiebeschrijvingen HBO Communicatie, 2009). • Op basis van de documenten stelt het panel vast dat de eindkwalificaties het hboniveau weerspiegelen.
16/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Voor dit facet gelden ook de argumenten bij facet 1.1 en 1.2. • De opleiding richt zich op de volle breedte van de communicatiebranche. De afgestudeerden kunnen vele kanten op. Ze kunnen werken bij specifieke communicatiegerichte ondernemingen, zoals reclamebureaus en adviesbureaus, ze kunnen werken in specifieke (staf)afdelingen communicatie bij grotere (profit en nonprofit) instellingen en ze kunnen werken als communicatiedeskundige bij MKBbedrijven (Opleidingskader Communicatie, 2009). • De start- en vervolgfuncties zijn in grote lijnen te verdelen in twee categorieën: functies met een organiserend, sturend karakter, zoals communicatieadviseur of communicatiemanager; en functies die gericht zijn op directe toepassingen, zoals persvoorlichter, public relations manager of medewerker interne communicatie. • De beroepsvereniging onderscheidt in het vak vier functieniveaus, te weten: assistent communicatiemedewerker (startfunctie); communicatiemedewerker/junior adviseur (startfunctie); senior communicatiemedewerker/senior adviseur (doorgroeifunctie); en communicatiemanager (doorgroeifunctie). • De opleiding is breed ingericht. Dit sluit aan op de behoefte van het regionale werkveld, dat voornamelijk bestaat uit kleinere MKB-organisaties. De competenties zijn ter instemming voorgelegd aan het regionale werkveld. Uit de gesprekken van het panel blijkt dat dit is gebeurd in bilaterale overleggen. • Van de competenties zijn beroepsproducten afgeleid. In Competenties en Beroepsproducten opleiding Communicatie (2007) is aangegeven welke beroepsproducten een afgestudeerde student communicatie moet opleveren.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
17/55
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleent studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De visie op onderwijs van de opleiding is gebaseerd op de onderwijsvisie van Avans. Daarin neemt het leren in een realistische context, door het werken in het relevante beroepenveld, een belangrijke plaats in (Opleidingskader Communicatie, 2009). • Studenten komen gedurende de gehele opleiding in aanraking met de beroepspraktijk. Doordat de docenten en de studenten zelf hun praktijkervaringen inbrengen, is er sprake van een continue interactie met de praktijk. Via relevante beroepsgerichte thema’s vindt aansturing van het leerproces plaats. Bij veel thema’s wordt daadwerkelijk een bedrijf betrokken. In de thema’s zijn veelal praktijkopdrachten geformuleerd, die bedoeld zijn om de theorie op de eigen werkplek toe te passen. • Beroepsvaardigheden komen aan de orde en worden geoefend in trainingen die een direct verband hebben met de thema's. Deze vaardigheden komen vooral in de thema’s van het tweede en vierde kwartaal van elk studiejaar aan de orde. Persoonsgebonden vaardigheden worden gedurende het hele curriculum aangeleerd. • Toegepast onderzoek komt tot uiting in het toepassingsgericht gebruiken van diverse onderzoeken en theorieën. In de thema’s BOM, CTG, CPG, CTM, CPC, CTV, CPV, CCT en in de afstudeeropdracht komt toegepast onderzoek aan bod. In het eerste jaar van de opleiding heeft de docent hierbij een grote sturende rol. Naarmate de opleiding vordert, neemt de sturing van de docent af. In de afstudeeropdracht maakt de student zelf de keuze voor de toegepaste methode. • Actuele ontwikkelingen worden in het programma aangebracht door middel van advisering betreffende de inhoud van het thema, het verzorgen van gastcolleges en het opzetten van collegeactiviteiten. Zo is onder andere de major Media Management ontwikkeld, die in studiejaar 2009-2010 van start gaat. Studenten en praktijkdocenten die zelf in de praktijk werkzaam zijn, signaleren actuele ontwikkelingen en de opleiding brengt deze in het onderwijsprogramma in. • Jaarlijks actualiseert de opleiding de thema’s, mede op basis van studentenenquêtes. Docenten die aan dat thema verbonden zijn, voeren de actualisatie uit die achtereenvolgens door de kerndocent en de opleidingscoördinator bekeken wordt.
18/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
•
•
•
•
De opleiding maakt voor kennisontwikkeling van de student gebruik van boeken en vaktijdschriften. Het panel heeft de literatuur bestudeerd en stelt vast dat deze van goed niveau en actueel is. Ieder jaar wordt bekeken of de literatuur van de thema's nog actueel is. Aan het eind van het eerste jaar moet de student aantonen dat hij aan de eisen van de maatschappelijke oriëntatie (12 EC) voldoet. In Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de deeltijdopleiding Communicatie is vastgelegd wat de werkervaringseis (maatschappelijke oriëntatie) inhoudt. De student moet tenminste over één jaar (minimaal 20 uur per week) en/of een totaal van 800 uur werkervaring beschikken. De student moet door middel van een werkgeversverklaring aantonen dat hij in deze periode sociale vaardigheden heeft ontwikkeld en het vermogen heeft om zelfstandig en in groepsverband te kunnen functioneren. Mocht de student hier niet aan kunnen voldoen, dan zal hij alsnog een stage moeten uitvoeren. De opleiding zet niet alle werkervaringsuren om in EC, aangezien niet alle werkervaring relevant is voor de opleiding. Studenten moeten dus meer uren werken dan de toegekende EC. In de postpropedeutische fase geldt tevens een werkervaringseis, waar studenten een stagevrijstelling voor kunnen aanvragen. De student moet dan aantonen dat hij minimaal 18 maanden (1200 uur) relevante en recente werkervaring bezit, waarvan minimaal 6 maanden op hbo-niveau (400 uur), zodat de student de opdrachten op het niveau van de opleiding kan uitvoeren. In het document Kansrijk in Deeltijd, 2008 en het Opleidingskader, 2008 zijn de eisen voor de stagevrijstelling opgenomen. De student moet de volgende documenten overleggen: - een curriculum vitae, - een kopie van de arbeidsovereenkomst, - een organisatieschema waaruit blijkt wat de plaats van de uitgeoefende functie is, geparafeerd door de leidinggevende, - een werkgeversverklaring, waarin een uitgebreide beschrijving van de werkzaamheden is opgenomen, geparafeerd door de leidinggevende. Uit de beschrijving moet blijken dat de student hbo-waardige werkzaamheden verricht, bijvoorbeeld het kunnen leidinggeven, het kunnen verstrekken van adviezen, kansen kunnen benutten in de organisatie en zelfstandig kunnen werken. Werkzaamheden kunnen niet alleen uitvoerend en opdrachtgevend van aard zijn. Het panel heeft het Formulier Stagevrijstelling bestudeerd en heeft voorbeelden van toegekende vrijstellingen ingezien. Het stelt vast dat de leidinggevende de student ook moet beoordelen op de tien generieke hbo-kwalificaties van de Commissie Franssen. Daarbij is een toelichting per kwalificatie opgenomen. De coördinator van de opleiding beoordeelt vervolgens of de vrijstelling verleend kan worden. Het panel is positief over de eisen die de opleiding stelt aan de werkervaring van de student en over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de vrijstellingsprocedure. Mocht de student niet aan de eisen kunnen voldoen, dan zal de student aanvullende stages moet lopen. Studenten krijgen binnen het curriculum te maken met internationalisering, met name in de vorm van trainingen in Engels. Daarnaast komt Engels ieder jaar in het programma terug in de vorm van Business English, gekoppeld aan diverse thema’s. Voorts zijn de eerste twee thema's van jaar 3, Communicatie Theorie Cultuur en
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
19/55
•
•
Communicatie Praktijk Cultuur, gericht op communicatie in een internationaal perspectief. Vanaf studiejaar 2008-2009 is het thema International Business (IBN) opgenomen in de propedeuse. De opleiding geeft aan dat studentenuitwisseling en bedrijfsbezoeken in het buitenland voor deeltijdstudenten nauwelijks zijn te realiseren. De Academie voor Deeltijd (ADT) participeert in diverse kenniskringen en netwerken op het gebied van onderwijs en kwaliteit en onderhoudt relaties met het werkveld om inhoud en opzet van de opleidingen aan te laten sluiten bij de wensen en behoeften van het (regionale) beroepenveld. Voorbeelden hiervan zijn beroeps- en brancheorganisaties zoals BZW, VOC en NIMA en landelijke opleidingsoverlegorganen waaronder het LOCO. Uit het Studenttevredenheidsondezoek 2009 en de Studentenenquête ADT 20082009 blijkt dat studenten de opleiding positief waarderen op de bovengenoemde aspecten. De gesprekken van het panel bevestigen dit.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert voor de inrichting van haar curriculum de landelijke competentieset uit Het Profiel: Competentiebeschrijving HBO Communicatie (2004). Deze competenties zijn vervolgens geïntegreerd in de formulering van de landelijke domeincompetenties van de bachelor of communications. • De indeling van de competenties in niveaus is gebaseerd op twee in de Academie voor Deeltijd gangbare indelingscriteria: complexiteit en ondernemerschap, daarmee aansluitend bij het advies van het Sectoraal Advies College en de Sectorraad Hoger Economisch Onderwijs. In de propedeuse worden de competenties op niveau 1 gerealiseerd en is de opleiding gericht op operationeel niveau. In de postpropedeuse worden de overige niveaus van de domeincompetenties gerealiseerd en is de opleiding meer gericht op managementniveau. Aan het einde van deze fase staat het organisatorische en strategische niveau plus de implementatie ervan centraal. • In twee competentiematrices laat de opleiding zien (Opleidingskader Communicatie, 2009) dat alle landelijke domeincompetenties communicatie en alle eindcompetenties van de opleiding, met alle niveaus, in het curriculum terugkomen. Tevens wordt vermeld in welk deel van het opleidingsprogramma de competenties gerealiseerd worden. Het panel stelt op basis van inzage van het materiaal vast dat in het
20/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
• •
•
•
studiemateriaal van de thema’s de competenties en leerdoelen waaraan gewerkt wordt staan vermeld. De opleidingscoördinator is verantwoordelijk voor de vorm en inhoud van het curriculum, zoals beschreven in Taakomschrijving Opleidingscoördinator. De opleiding Communicatie is opgebouwd volgens de major/minorstructuur conform de beleidskaders van Avans Hogeschool. De opleiding bestaat uit de major Communicatie Management en Media Management en de minor Communicatie en Multimedia Management. Het eerste half jaar van de opleiding heeft een gezamenlijk curriculum met de opleidingen Commerciële Economie en Small Business en Retailmanagement. Vanaf de tweede helft van de propedeuse tot en met het vierde jaar volgen uitsluitend thema’s die op communicatie zijn gericht. Vanaf studiejaar 2008-2009 zijn de thema’s één (MVH) en vier (INB) van de propedeuse gezamenlijk voor alle bachelors van de ADT. Daarna worden de thema’s communicatiespecifiek. In jaar twee vullen studenten de eigen keuzeruimte in met een minor van de academie. In totaal biedt de ADT acht minors aan. Uit het STO 2009 blijkt dat de studenten tevreden zijn over de inhoud van de opleiding en het niveau en de opbouw van de opleiding.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De deeltijdacademie heeft gekozen voor een onderwijsconcept in twee fasen, de propedeuse en de hoofdfase. Beide fasen zijn volledig geïntegreerd en thematisch ingericht. Alle onderwijsactiviteiten staan ten dienste van het thema. De thema’s in de propedeuse gaan in op de basis van het communicatievak en de thema’s van de hoofdfase bieden een verdere verdieping en verbreding. De onderdelen Engelse en Nederlandse taal en onderzoeksvaardigheden komen in oplopende moeilijkheidsgraad op meerdere plekken in het curriculum terug. De opleiding heeft de toenemende complexiteit beschreven in het Opleidingskader Communicatie 2009. • De propedeuse is beroepsoriënterend en breed ingericht. In de propedeuse richt de opleiding zich op het operationeel niveau. Het gaat daarbij om het uitvoeren van eenvoudige opdrachten, het beschrijven van eenvoudige praktijksituaties in termen van de theorie. Er wordt een begin gemaakt met de theoretische analyse van problemen. Na het behalen van de propedeuse heeft de student de domeincompetenties op niveau 1 gerealiseerd • De hoofdfase is beroepsvormend en bestaat uit jaar 2, 3 en 4, het voldoen aan de werkervaringeis en de afstudeeropdracht. De hoofdfase richt zich op het managementniveau. Studenten werken in collegeactiviteiten, cases en praktijkopdrachten met concrete praktijksituaties. Ze leren situaties aan de hand van
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
21/55
•
• •
•
de theorie te beschrijven en te analyseren om vervolgens verantwoorde keuzen te maken en deze om te zetten in een plan. Aan het einde van de hoofdfase staan het organisatorische en strategische niveau plus de implementatie daarvan centraal. Na afloop van de hoofdfase heeft de student de domeincompetenties op niveau 2 en 3 gerealiseerd. De acht thema's van de hoofdfase kennen een vaste indeling. Eerst een theoretisch gericht thema, direct gevolgd door een daarmee verwant meer op skills gericht thema in de vorm van een praktijkopdracht. Het bewaken van de horizontale en verticale samenhang in het opleidingsprogramma is de verantwoordelijkheid van de opleidingscoördinator. Het panel stelt op basis van materiaalbestudering en gesprekken vast dat de samenhang in het programma goed is vormgegeven en dat deze in de uitvoering goed uit de verf komt. De opbouw van het programma is goed doordacht en de onderwijseenheden worden binnen het thema goed op elkaar betrokken. De theorie en de praktijk worden binnen de thema’s met elkaar in verband gebracht. Uit het STO 2009 blijkt dat studenten tevreden zijn over de samenhang in het onderwijsprogramma
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Ieder studiejaar bestaat uit 42 weken, heeft een omvang van 60 studiepunten. Dit betekent 1680 studiebelastingsuren. Ieder studiejaar is onderverdeeld in vier kwartalen (thema's) van ieder 10 weken conform het jaarrooster van Avans. • In de verdeling van de studiepunten wordt de werkervaring expliciet meegenomen. Voor elk thema staat 12 EC. De minorthema's zijn elk 15 EC en de maatschappelijke oriëntatie kent 12 EC. De werkervaring in de hoofdfase levert 30 EC op en de afstudeeropdracht bedraagt 36 EC. De studielast voor de werkervaring in de hoofdfase en de afstudeeropdracht is in het nieuwe curriculum (vanaf 2008-2009) aangepast: de werkervaring is nu 24 EC en de afstudeeropdracht 30 EC. De opleiding heeft de verdeling van de studiepunten inzichtelijk gemaakt in het Opleidingskader Communicatie 2009. • De lesactiviteiten worden ingeroosterd op twee aaneengesloten dagdelen per week, een middag en een avond. Het aantal contacturen per week is 6 (klokuren). • Tijdens het gesprek met het panel geven studenten aan dat ze ongeveer 15 tot 20 uur per week aan de studie besteden. Dat betreft de colleges, het werken aan de praktijkopdrachten in de werksituatie en zelfstudie. Aan het begin en aan het eind van de studie besteden ze meer tijd.
22/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
•
•
•
•
•
•
•
• •
In de hoofdfase van de opleiding is sprake van volgordelijkheid tussen de thema's: telkens een meer theoretisch op kennis gericht thema (met tentamen), gevolgd door een meer praktisch op vaardigheden gericht thema (met praktijkopdracht). Desalniettemin is er geen vaste volgorde van tentamens voorgeschreven. Voor studenten die tussentijds instromen of die een vertraging van een half jaar hebben opgelopen doordat een of meer thema's met een onvoldoende resultaat zijn afgesloten, biedt de gespiegelde opbouw van het programma de mogelijkheid om een aangepaste leerroute te volgen. Vanaf studiejaar 2009-2010 biedt de opleiding ook de thema’s van de propedeuse gespiegeld aan. Dit betekent dat het reguliere programma ook vanaf februari aangeboden wordt. Bij elk thema is de kerndocent beschikbaar voor het bespreken van vragen en problemen die studenten hebben met betrekking tot een bepaald vak. Ook kunnen studenten eventueel buiten de colleges om contact opnemen met hun docenten of met de opleidingscoördinator. De studenten moeten voldoen aan een aantal voorwaarden voor toekenning van de bij de onderwijseenheden behorende studiepunten en voor de afronding van de propedeutische en de postpropedeutische fase. Deze voorwaarden worden beschreven in de ADT-OER-BCOMN (2008-2009) en voor de propedeuse tevens in de Studiegids ADT-COM 2008-2009. Jaarlijks worden er minimaal twee tentamenmogelijkheden aangeboden. De tentamens vinden plaats in de loop van of aan het einde van de studieperiode waarin de onderwijseenheid of het onderdeel wordt aangeboden en op een later moment in het studiejaar. Op deze wijze wordt er naar gestreefd dat studenten zo min mogelijk studievertraging oplopen. Een student kan verlenging van tentamentijd aanvragen via de decaan op grond van een handicap of medische oorzaken. Uiterlijk drie weken na afloop van de tentamenweken worden de behaalde resultaten via Osiris gepubliceerd. Studenten krijgen na één jaar studie een bindend negatief studieadvies wanneer zij minder dan 15 EC hebben behaald, afgezien van eventuele vrijstellingen. Zij dienen binnen twee jaar de propedeuse te behalen. Door middel van studentenenquêtes evalueert de opleiding de studielast. Naar aanleiding hiervan kunnen verbetermaatregelen getroffen worden om de studielast van een thema bij te stellen. Aangezien deze evaluatie heel algemeen is, wordt de studielast vanaf periode 4 van 2009 meer op detailniveau gemeten. Dit biedt de mogelijkheid om de studielast specifiek per thema bij te stellen. Uit het gesprek met de studenten zijn geen duidelijke struikelvakken naar voren gekomen. Uit het STO 2009 blijkt dat studenten tevreden zijn over het aantal wekelijkse contacturen en over de spreiding van de studielast. Dat laatste is een verbetering ten opzichte van 2007 en 2008.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
23/55
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Om toegelaten te worden tot de opleiding dient de student in het bezit te zijn van een havo, vwo, mbo of een hoger diploma. Indien de vooropleiding nog niet gebaseerd was op de tweede fase moet de bezitter van het diploma beschikken over één van de vakken wiskunde A, wiskunde B, economie, handelswetenschappen en recht. Voor de bezitter van een mbo-diploma zijn de vakkenpakketeisen: één van de vakken wiskunde, algemene economie, commerciële economie en calculatie, bedrijfseconomie en calculatie en bedrijfsadministratie. Indien de student niet voldoet aan de vakkenpakketeisen, kan hij toch worden toegelaten als hij met goed gevolg een toelatingsonderzoek aflegt, voorafgaand aan of tijdens het eerste jaar van inschrijving. Studenten vanaf 21 jaar en ouder kunnen op basis van een toelatingsonderzoek instromen in de opleidingen. Een student met NIMA Communicatie A krijgt vrijstelling voor het jaar 1 kwartaal 3 thema Basiscommunicatie (BOM). • Met elke potentiële student wordt een intakegesprek gevoerd. Het doel van dit gesprek is om heldere voorlichting te geven, gericht op het creëren van de juiste verwachtingen bij de student en het achterhalen van de motivatie van de student. • De academie kent een vrijstellingenbeleid dat is beschreven in Vrijstellingenbeleid ADT, 2008. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen: standaard vrijstellingen voor thema's op basis van getoonde diploma's/certificaten en voor stage op grond van de werkervaringeis (vergelijk 2.1). Daarnaast kent de opleiding maatwerkvrijstellingen voor thema's: op basis van de EVC-procedure en op basis van aangeleverde certificaten/literatuurlijsten. Het panel heeft tijdens de visitatie voorbeelden ingezien van toegekende vrijstellingen en stelt vast dat de procedures zorgvuldig worden gehanteerd. Dit geldt in het bijzonder voor de werkervaringseis in de propedeuse en de postpropedeuse (vergelijk 2.1). • In samenwerking met de diensteenheid Marketing, Communicatie en studentenzaken (DMCS) verzorgt de academie een aantal voorlichtingsactiviteiten voor aankomende studenten en toeleverende scholen om een goed beeld te schetsen van de opleiding communicatie. De academie verzorgt vijf opendagen/-avonden, een workshop management/leidinggeven, een workshop timemanagement, schriftelijke en digitale informatievoorziening. Verder kunnen aanstaande studenten voorlichting over de studie krijgen via het secretariaat en door middel van een dvd over de academie. Daarnaast neemt de hogeschool deel aan de Landelijke Studiebeurs.
24/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
•
•
•
De academie organiseert voor deeltijdopleidingen modulen Onderwijsondersteuning. Studenten die zelf een tekort ervaren op het gebied van ict, Nederlandse taal, Engelse taal, snellezen/mindmapping, studievaardigheden en rekenvaardigheden, kunnen op vrijwillige basis aan deze servicemodulen deelnemen. Uit een analyse van de studieresultaten, de enquêteresultaten en de gesprekken die de opleidingscoördinator voert met de individuele studenten blijkt dat eventuele aansluitingsproblemen in een vroeg stadium worden gesignaleerd. Avans heeft diverse onderzoeken laten uitvoeren om op de hoogte te blijven van haar positionering en het keuzegedrag van aankomende studenten met betrekking tot de instelling en de opleiding, inclusief communicatie. Een van de onderzoeken betreft een segmeteringsonderzoek door TNS NIPO met het volgenden resultaat: ADT (247) Idealisten Vakgeïntereseerden Zelfontplooiers Normatieven Statuszoekers
•
• •
COMN (28) 14% 39% 29% 4% 14%
11% 18% 27% 15% 30%
Het panel stelt op basis van materiaalbestudering en gesprekken vast dat het onderwijsprogramma qua inhoud en vorm inspeelt op de beginsituatie van de deeltijdstudenten. Het sluit aan bij het kennisniveau en de praktijksituatie van de studenten. De opleiding maakt gebruik van activerende werkvormen die aansluiten bij de behoefte van volwassenen die hun werk willen combineren met een deeltijdstudie. De gehanteerde werkvormen stimuleren het gebruik van werkervaring in het leerproces. Avans Hogescholen heeft met het oog op (eventuele) instroom van studenten uit het buitenland de Code of Conduct getekend. Uit het STO 2009 en een enquête van de ADT onder instromende studenten 20082009 blijkt, dat studenten de opleiding voldoende vinden aansluiten bij de vooropleiding.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding wordt verzorgd in de vorm van een deeltijdse opleidingsvariant en heeft een formele omvang van 240 EC. De opleiding biedt een verkort programma voor diverse instroomgroepen, op basis van vrijstellingen voor eerder verworven competenties.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
25/55
•
De opleiding heeft een omvang van 240 EC. Eén EC komt overeen met 28 studiebelastingsuren. De nominale studieduur is vier jaar. Een studiejaar bevat 42 weken, heeft een omvang van 60 EC (1680 studiebelastingsuren) en is onderverdeeld in 4 perioden.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De onderwijsconcept van de opleiding sluit aan op de onderwijsvisie van Avans en is beschreven in het Opleidingskader Communicatie (2009) en de notitie Kansrijk in deeltijd (2009). Het onderwijs wordt gekenmerkt door de volgende uitgangspunten: studentgericht, procesgericht, beroepsgericht, praktijkgericht en het bieden van een stimulerende en uitnodigende fysieke en sociale omgeving voor de student. • Op grond van deze onderwijsvisie heeft de academie gekozen voor een thematische geïntegreerde vormgeving van de opleidingsprogramma's. Daarbinnen wordt gebruik gemaakt van een mix van werkvormen die studenten uitdaagt en stimuleert tot actief en zelfstandig leren. Elk thema bevat hoor-, werk- en evaluatiecolleges. Voor toepassing van kennis in beroepsspecifieke situaties zijn deze gekoppeld aan praktijkopdrachten, die studenten individueel of in groepen dienen uit te voeren. Het panel stelt op basis van materiaalbestudering vast dat er voldoende variatie zit in de werkvormen die worden gebruikt en dat deze goed passen bij het gekozen onderwijsconcept. • De onderwijsvormen en de beroepsproducten die de student moet opleveren, variëren per opleidingsfase. De propedeuse is beroepsoriënterend en de hoofdfase is beroepsvormend. • In elk tweede en vierde kwartaal van de hoofdfase komen trainingen beroepsvaardigheden aan de orde alsmede de uitvoering van een praktijkproject. Het eerste en derde kwartaal is met name kennisgericht. • Studenten melden in het gesprek met het panel dat zij tevreden zijn over de wijze waarop het onderwijs wordt aangeboden. Zij ervaren voldoende vrijheid en zelfstandigheid in het aanbod, hoewel het soms als vrij schools wordt ervaren. • Uit het STO 2009 blijkt dat studenten positief zijn over de afwisseling in werkvormen. Studenten vinden dat de lessen en werkvormen het zelfstandig en actief studeren stimuleert.
26/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Goed
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het toetsbeleid staat beschreven in het Opleidingskader Communicatie (2009) en in de notitie Kansrijk in Deeltijd (2009). Centraal staat het toetsen van de competenties van de student. De beoordelingssystematiek wordt transparant gehouden door de inhoud en de wijze van toetsing en de beoordelingscriteria vooraf te publiceren. • De academie heeft voor alle thema’s de keuze uit twee toetsmogelijkheden, schriftelijke toetsen en praktijkopdrachten. In het Opleidingskader 2009 is opgenomen welke toetsvorm bij welk thema gehanteerd wordt. • De eindbeoordeling van een thema vindt plaats aan de hand van vaste beoordelingscriteria. Het panel heeft deze criteria ingezien en stelt vast dat deze relevant zijn voor de toetsen en de te behalen competenties. • Bij de beoordeling van praktijkopdrachten betrekt de opleiding soms de werkgever. Bij de beoordeling van het afstudeerproject wordt de werkgever altijd betrokken. • Uiterlijk drie weken na afloop van de tentamenweken worden de behaalde resultaten via Osiris gepubliceerd. Na elke tentamenperiode wordt een bijeenkomst belegd waarin studenten hun tentamenwerk ter inzage ontvangen en waarbij zij tevens de modeloplossing en het oorspronkelijke tentamen kunnen inzien. • De beoordeling van het afstuderen is gebaseerd op de afstudeerscriptie, de bedrijfspresentatie en het eindgesprek. De afstudeerscriptie wordt beoordeeld door twee examinatoren. Pas na goedkeuring van de afstudeerscriptie mag de student de bedrijfspresentatie houden. De werkgever wordt betrokken bij de beoordeling in de vorm van een advies. De opleiding houdt hierbij de eindverantwoordelijkheid. De afstudeeropdracht wordt afgesloten met een eindgesprek, dat de student voert met de begeleidende docent en de twee examinatoren. De opleiding heeft dit beschreven in Opleidingskader Communicatie, 2009 en ADT Draaiboek Afstudeeropdracht 0809. • De toetsen worden ontwikkeld en beoordeeld door de docenten van het betreffende onderdeel. De toetsen worden vooraf gecontroleerd door de kerndocent en de opleidingscoördinator. Achteraf vindt toetsbeoordeling plaats door middel van studentenenquêtes. • De examencommissie is verantwoordelijk voor het afnemen van examens en voor de organisatie en coördinatie van de tentamens. Taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het document Kaderregeling examencommissie (maart 2005). • Het panel heeft verschillende toetsen ingezien en stelt vast dat deze aansluiten op de leerstof en de leerdoelen. Ze zijn bovendien van voldoende niveau. De toetsing is afgestemd op de didactische principes van het curriculum en het onderwijsconcept. • Uit de evaluatiegegevens (STO 2009 en Studentenenquête ADT 2008-2009) blijkt dat de studenten tevreden zijn over het niveau en de wijze van beoordeling en toetsing.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
27/55
Dit wordt bevestigd in het gesprek van het panel met studenten. Zij zijn bovendien goed te spreken over de gekozen toetsvormen. Vaak is sprake van een casustoets waarin alle facetten van een module aan bod komen.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Uit de cv’s die het panel heeft ingezien, blijkt dat de docenten van de opleiding beschikken over actuele praktijkervaring. Naast hun lestaken voor ADT zijn nagenoeg alle docenten werkzaam in de beroepspraktijk. Dit is het beleid van ADT (Personeelsbeleidplan, 2009, Meerjarenformatieplan ADT 2009-2011, Kansrijk in Deeltijd, 2009). De academie selecteert haar docenten op inhoudelijke expertise, ruime praktijkervaring, werkzaamheid in de beroepspraktijk, scholing hbo en/of universitair niveau, praktijk en theorie kunnen verwerven en tot slot moet hij/zij beschikken over coachingscompetenties. Het panel stelt op basis van de cv’s vast dat de docenten aansluiten bij de eisen die door de academie zijn gesteld. • De opleiding participeert in diverse netwerken en heeft verschillende contacten met het werkveld (Opleidingskader Communicatie, 2009 en Businessplan, 2007-2010). Voorbeelden hiervan zijn onder andere het landelijke opleidingenoverleg en de beroepsvereniging Logeion. • De opleidingscoördinator en de kerndocenten zorgen voor de continuïteit in het onderwijs. De kerndocenten zijn verantwoordelijk voor een module. Voor de uitvoering van (onderdelen van) een module worden docenten uit de praktijk ingezet. De taken worden beschreven in het Personeelsbeleidsplan (2009) en in de taakomschrijving opleidingscoördinator en de taakomschrijving kerndocent. Het panel vindt deze werkwijze adequaat. • Uit het STO 2009 blijkt dat de docenten goed op de hoogte zijn van de beroepspraktijk. Het panel ziet dit bevestigd in de gesprekken met studenten en werkveldvertegenwoordigers.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
28/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De uitgangspunten voor de personeelsformatie staan beschreven in het Personeelsbeleidsplan (2009). De academie streeft naar een evenwichtige spreiding van de personeelsopbouw zowel naar leeftijd als naar geslacht. De academie streeft naar een docentenbestand dat grotendeels bestaat uit deeltijdse krachten van 0,2 fte of minder. De academie borgt de continuïteit door een groot commitment van de docent en door de participatie van kerndocenten (Personeelsbeleidsplan, 2009). • De directie komt jaarlijks in juni met een inzetvoorstel voor het nieuwe schooljaar. Op basis hiervan worden de roosters voor het nieuwe studiejaar gemaakt. Naast het geven van colleges worden de docenten ook ingezet voor de begeleiding van afstudeerders en voor het ontwikkelen van onderwijsthema’s. • De opleiding heeft 20 docenten in dienst, wat neerkomt op 1,6 fte. De opleiding heeft 79 ingeschreven studenten, dat betekent dat de docent student ratio 1:46 is. Deze ratio is zo hoog omdat de docenten alleen worden ingezet voor het verzorgen en ontwikkelen van het onderwijs en niet voor de begeleiding van studenten, bijvoorbeeld bij stage. Dit wordt gedeeltelijk door het ondersteunend personeel gedaan. Het OP wordt niet vakinhoudelijk ingezet, maar neemt alle administratieve en organisatorische taken over. Wanneer de taken van het onderwijsbeheers- en ondersteunend personeel ook meegerekend worden, komt de docent student ratio op 1:22. Voor de bepaling van de groepsgrootte en daarmee de inzetbehoefte met betrekking tot inroostering van de thema's wordt uitgegaan van een docent student ratio van 1:25 in de propedeuse en 1:20 in de hoofdfase (Personeelsbeleidsplan, 2009). Het panel vindt dit acceptabel. • Van juli 2008 tot en met maart 2009 bedroeg het verzuimpercentage 2%. • Uit het STO 2009 en het gesprek van het panel met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de bereikbaarheid van de docenten en het aantal wekelijkse contacturen. • Het panel vindt de student/fte ratio hoog. De uitvoering functioneert in de praktijk naar tevredenheid door de hoge inzet van de docenten met kleine aanstellingen. Dat is op zich kwetsbaar, omdat het afhankelijk is van het enthousiasme en de hoge inzet van de docenten. Het panel komt tot het oordeel voldoende.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De academie voert een competentiegericht personeelsbeleid. De kerntaak is studenten op te leiden tot competente beginnende beroepsbeoefenaars. De docent moet beschikken over de volgende kwalificaties. Ten eerste moet de docent inzicht hebben in de ontwikkelingen in het werkveld en daarin ook actief zijn. Ten tweede moet hij de ontwikkeling van de aanstaande beroepsbeoefenaars kunnen begeleiden
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
29/55
•
•
•
en tot slot moet hij ook de eigen ontwikkeling kunnen sturen (Personeelsbeleidsplan, 2009). Jaarlijks wordt met iedere medewerker die een aanstelling heeft van 0,2 fte of meer een functioneringsgesprek gevoerd. Tevens wordt jaarlijks een beoordelingsgesprek gevoerd als dat door de medewerker of de leidinggevende gewenst wordt. Gezien het grote aantal kleine aanstellingen is het aantal functioneringsgesprekken minimaal. Wanneer een individuele docent in de blokenquêtes beneden de norm van 3,0 scoort, wordt dat besproken in het functioneringsgesprek. Mogelijkheden zijn dan scholing, coaching, of, in het uiterste geval, beëindiging van het (tijdelijke) dienstverband. Docenten met minder dan 0,2 fte worden beoordeeld via directe contacten en via evaluaties. Als een docent niet goed functioneert, wordt het dienstverband beëindigd. Het panel heeft de cv’s van de docenten ingezien en stelt vast dat zij allemaal een kleine aanstelling hebben naast hun baan in het bedrijfsleven. De docenten beschikken over voldoende competenties, ervaring en vaardigheden. Van de 20 docenten hebben 12 docenten een wo-opleiding, 5 een hbo-opleiding en 3 docenten een andere opleiding (MBA-opleiding, middelmanagementopleiding). De academie maakt ten aanzien van de scholing van docenten een onderscheid in groepsgebonden en individuele scholing. Individuele scholing wordt deels door de docent bepaald, in overleg met het management naar aanleiding van de functionerings- en beoordelingsgesprekken. Nieuwe docenten zonder onderwijsbevoegdheid volgen de basiscursus Didactische Vaardigheid. Deze training wordt verzorgd door Professionaliseren@avans. Daarnaast worden er vervolgcursussen aangeboden, zoals leerstofontwikkeling en presentatie, collegiale coaching voor kerndocenten, de digitale leeromgeving en MS Office, toegepast in het onderwijs. Uit het STO 2009 blijkt dat de studenten hun docenten inspirerend vinden. Ze zijn tevreden over de didactische kwaliteiten en zeer tevreden over de inhoudelijke kwaliteiten. Ook op de Studentenenquête ADT scoort de kwaliteit van de docenten hoog. Dit wordt bevestigd in de gesprekken van het panel.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het faciliteitenbeleid van de opleiding wordt op hogeschoolniveau bepaald. De directie van ADT oefent invloed uit door middel van het locatieoverleg (voorheen huisvestingoverleg). Tevens vindt er maandelijks een overleg plaats tussen de directeuren van economische academies over operationele zaken en voorzieningen.
30/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
•
•
•
•
• •
Jaarlijks wordt er een inzetvoorstel opgesteld door de coördinatoren en de directie met betrekking tot het aantal benodigde lokalen, aantal klassen, inzetgegevens van de betrokken docenten en de verdeling van het aantal contacturen per klas over de weken. Standaard wordt uitgegaan van een 25 studenten per klas. De ADT beschikt over de volgende voorzieningen: diverse lokalen voor 25-30 studenten waaronder een aantal uitgerust met smartboard, ruimten voor het werken in zowel groepen als zelfstandig, hoorcollegezalen (50-200 studenten), talenpracticum, Xplora (moderne leeromgeving), computers en printers, draadloos internet en audiovisuele middelen voor zowel docenten als studenten. Xplora is een nieuwe werkomgeving waar studenten individueel of in groepen kunnen werken, al dan niet onder begeleiding van een docent. Er zijn werkplekken met computers en enkele met scanners ingericht en de student heeft in het gehele gebouw beschikking over draadloos internet. In Xplora is de mediatheek opgenomen en er zijn ruimtes met video opname-apparatuur aanwezig. Xplora is voor iedere student toegankelijk. Studenten kunnen werkplekken reserveren in Xplora. Informatieadviseurs adviseren bij het zoeken naar informatie voor studieopdrachten en multimediamedewerkers helpen bij het voorbereiden van presentaties en mogelijke andere producties. Alle drie de hoofdlocaties in Breda, Tilburg en ’s-Hertogenbosch beschikken over Xplora. De openingstijden zijn ruim: in Breda 8.00 tot 22.00 uur, ’s-Hertogenbosch 8.00 tot 20.30 en Tilburg tot 18.00 uur, één avond tot 21 uur. De opleiding maakt gebruik van de digitale leeromgeving Portal en Blackboard, waarop voor ieder onderwijsthema een course beschikbaar is met relevant studiemateriaal. De kerndocent van een thema is verantwoordelijk voor het actueel houden van de desbetreffende course op Blackboard. Daarnaast is het mogelijk voor studenten om te communiceren via Blackboard met medestudenten en docenten. BlackBoard is geïntegreerd in de leslokalen door middel van SmartBoards. Het panel heeft de voorzieningen bekeken en stelt vast dat deze van goede kwaliteit zijn en dat er voldoende ruimte beschikbaar is voor de opleiding. Uit het STO 2009 blijkt dat studenten zeer tevreden zijn over de huisvesting en de voorzieningen. Het panel ziet dit bevestigd in de gevoerde gesprekken.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Goed
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het beleid ten aanzien van studieloopbaanbegeleiding wordt beschreven in het Opleidingskader Communicatie (2009) en in de ADT OER-BCOMN (2008-2009) en in het Kwaliteitsplan ADT.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
31/55
•
•
•
•
Het systeem van studieloopbaanbegeleiding is gericht op het ondersteunen van de student bij het maken van studiekeuzes. De academie maakt onderscheid tussen studiebegeleiding en studentbegeleiding. Studiebegeleiding wordt verzorgd door de coördinator van de opleiding en vindt plaats op aanvraag van de student. Alleen bij tegenvallende resultaten kunnen de opleidingen het initiatief nemen voor een gesprek over de studievoortgang of specifieke situaties aangaande de studie. Volgens de academie ligt de eerste verantwoordelijkheid bij de student zelf, omdat het hier om mensen gaat die al volwassen zijn, een baan hebben et cetera. De studiebegeleiding is het meest intensief in de propedeuse vanwege de oriëntatiefunctie en de combinatie werk- privéstudie. Studentbegeleiding vormt de tweedelijnsbegeleiding. Deze wordt verzorgd door de studentendecaan. Deze is een onafhankelijk adviseur die de studenten helpt met informatie en adviezen over uiteenlopende zaken die betrekking hebben op de voortgang van de studie. Zij werkt vanuit een centrale voorziening voor meerdere academies. Ook kunnen het studentenpastoraat, de psycholoog en de vertrouwenspersoon een rol spelen bij studiebelemmerende problemen. De informatievoorziening naar studenten vindt plaats via Blackboard en Avans Portal. De studiegidsen, de onderwijs- en examenregeling, de jaaragenda, de jaarroosters, de themabeschrijvingen, (enquête-)formulieren en dergelijke zijn te vinden op Avans Portal. De inhoudelijke en organisatorische informatie betreffende een thema wordt geplaatst in de courses op Blackboard. Uiterlijk drie weken na afloop van de tentamenweken worden de behaalde resultaten via het studievoortgangsysteem Osiris bekendgemaakt. Volgens het STO 2009 en de Studentenenquête ADT zijn studenten tevreden over de studiebegeleiding en de informatievoorziening. Met betrekking tot dat laatste zijn de scores in het STO verbeterd ten opzichte van 2008. Ook uit het gesprek van het panel met studenten komt naar voren dat zij tevreden zijn over de studiebegeleiding en de informatievoorziening.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Avans Hogeschool gaat uit van een kwaliteitsaanpak die zowel de bestuurlijke processen, de onderwijsuitvoeringsprocessen als de voorzieningen omvat. Het beleid is neergelegd in twee documenten: de notities Kwaliteit is van iedereen en Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk. Als systeem is gekozen voor het INKmanagementmodel. Daarnaast wordt gewerkt met de Balanced Score Card (BSC).
32/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
•
•
•
•
•
•
• •
De daarin gehanteerde prestatie-indicatoren worden onderverdeeld in een financieel, een innovatie- een klant- en een intern perspectief. De BSC wordt met name gebruikt als rapportagemodel. De voortgang in de academies wordt gemonitord door middel van een kwartaalrapportage (MARAP) en in overleg daarover met de Raad van Bestuur. Het kwaliteitszorgsysteem maakt deel uit van de totale planning- en controlcyclus van de hogeschool, gebaseerd op strategische en jaarplannen. Bij de aansturing van de academies speelt de afdeling Beleidsevaluatie en Control (BE&C) een belangrijke ondersteunende rol. De regie op de kwaliteitszorg is in handen van de Stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg. De Academie voor Deeltijd sluit aan bij deze kwaliteitsaanpak. Van elke academie wordt verwacht dat deze beschikt over een eigen kwaliteitszorgbeleidsplan, een kwaliteitshandboek en een kwaliteitsplan (meerjaren en jaarlijks). Richtlijnen/uitgangspunten daarvoor staan in de notitie Avans Integrale Kwaliteitszorg. Eén daarvan is dat elke academie het accreditatiekader van de NVAO hanteert voor de inhoudelijke sturing en beoordeling van de opleidingen. Een gemeenschappelijke aanpak wordt gestimuleerd door het optreden van adviseurs van het Leer- en Innovatiecentrum, het beschikbaar stellen van formats en procedures. Alle relevante documenten zijn via het Platform Kwaliteitszorg op Blackboard voor gebruikers beschikbaar. Voor de implementatie van de kwaliteitszorgsystematiek is er een Implementatieplan Kwaliteitszorg Academies. Ten behoeve van de interne kwaliteitscontrole is er een audit op accreditatiewaardigheid ontwikkeld die dit jaar voor het eerst uitgevoerd wordt. De kwaliteitszorg van de ADT is beschreven in het Kwaliteitsplan ADT 2009. In het kwaliteitsplan staan de (geplande) activiteiten, doelen en de inrichting van het systeem. Het systeem dekt de onderdelen van het NVAO-kader en voldoet aan de hogeschoolkaders. De planning is opgenomen in de Kwaliteitsplanning 2009-2012. Een essentieel onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem wordt gevormd door de evaluaties. Hiervoor is een standaardprocedure ontwikkeld met de volgende stappen: doel van de evaluatie bepalen, gegevens verzamelen, gegevens verwerken, resultaten analyseren en verbeterplan opstellen. Op basis van de evaluatieresultaten worden kwartaalrapportages opgesteld. Elk thema wordt jaarlijks minimaal één maal geëvalueerd door middel van de Studentenenquête ADT. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het (jaarlijkse) het Avans Studententevredenheidsonderzoek (STO) en van een enquête over de studieuitval. De ADT heeft gekozen voor een streefnorm van 3,0 bij evaluaties met een 5-puntsschaal. De streefnorm voor scores die in percentages worden uitgedrukt is 70%. De ADT heeft een kwaliteitsfunctionaris, die zich bezighoudt met het kwaliteitsbeleid, de kwaliteitszorg en de kwaliteitsplannen. De opleidingscommissie adviseert de academiedirectie over onderwijs- en organisatiebeleid in relatie tot studentenactiviteiten (Kwaliteitsplan ADT, 2009). De commissie bestaat uit docenten en studenten.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
33/55
•
•
Het panel heeft het kwaliteitszorgsysteem bestudeerd en is hierover positief. De instrumenten zijn van goede kwaliteit en worden regelmatig ingezet. De kwartaalrapportages geven een goed overzicht van de evaluatieresultaten. Studenten vinden volgens het Studenttevredenheidsonderzoek (2009) dat er voldoende evaluaties plaatsvinden.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De academie hanteert een kwaliteitsbeleid dat permanent in het teken staat van het verbeteren van de kwaliteit van het primaire opleidingsproces en de ondersteuning daarvan. Zij hanteert hierbij de PDCA-cyclus. • Voor elk (sub)proces heeft de academie een gedetailleerde kwaliteitsprocedure ontwikkeld waarin is opgenomen: specificatie activiteiten, streefdoelen, indicator(en) en norm, evaluatiedocumenten en verbeterplannen. Ook heeft de opleiding gekozen voor relevante documenten. De kwaliteitsplanning bestaat uit een meerjarenplanning en een jaarplan 2008/2009. Het accent ligt hierbij op het uitvoeren van de kwaliteitsplanning conform de PDCA-cyclus. • De evaluatieresultaten en verbeteractiviteiten van de opleiding hebben met name betrekking op de verbetercyclus rondom de thema's. Deze procedure is nauwkeurig vastgelegd en geborgd in het kwaliteitsbeleid van de academie. Op basis van de studentenenquêtes van het onderwijs worden rapportages opgesteld met verbeterplannen. In deze rapportages worden verbeteracties geformuleerd naar aanleiding van de resultaten en evaluaties door de kerndocent en de opleidingscoördinator. De opleidingscoördinator is verantwoordelijk voor het aanpassen van de themabeschrijvingen en rapporteert via de kwartaalrapportages wijzigingen aan de kwaliteitsmanager. Deze actiepunten worden vervolgens in het academieoverleg vastgesteld. • Studenten noemen in het gesprek met het panel enkele voorbeelden van veranderingen naar aanleiding van evaluatie-uitkomsten. Zo zijn er verbeteringen aangebracht in de voorzieningen. Als een docent in evaluaties negatief wordt beoordeeld wordt deze volgens hen niet meer ingezet. Andere voorbeelden: Studiejaar 2007/2008 - Nieuw curriculum per kwartaal geëvalueerd. - Ontwikkelen van nieuw thema Internationalisering; invoering in studiejaar 2008/2009 - Docentenkorps is verder uitbreid. - Invoering digitaal portfolio vanaf de propedeuse. - Intakegesprekken zijn verbeterd.
34/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
•
• •
Studiejaar 2008/2009 - Nieuwe propedeuse thema’s: Managementvaardigheden (in plaats van Professioneel Bedrijfskunde) en International Business (in plaats van Professioneel Management). - Duitse en Franse lessen vervangen door (Business) English en Nederlandse taal. - Extra aandacht voor retentie en uitvalpreventie. Om de doorstroom binnen alle ADT-opleidingen te verbeteren zijn per 1 januari 2009 twee medewerkers (elk 0,2 FTE) ingezet als extra medewerker voor retentie en uitvalpreventie en is een psycholoog voor 0,2 fte ingezet voor studenten. Zij vormen het studieadviesteam (SAT). De opleiding is vóór 2007 niet eerder gevisiteerd. Uit de rapportage van de hervisitatie blijkt dat de opleiding vooruitgang heeft geboekt met name op de volgende punten: - Het curriculum is nu in zijn volledigheid ontwikkeld en beschreven. Ook is er nu een afstudeerprocedure inclusief beoordeling waarvan het panel een positieve indruk heeft gekregen. - De werkervaringeis is zowel voor de propedeuse- als de postpropedeutische fase aangescherpt en helder vastgelegd in een aantal documenten. Niet langer worden alle werkervaringsuren omgezet in EC. - De verdeling van de studiepunten over het totale curriculum is nu helder en zodanig dat niet meer van een te licht programma gesproken kan worden. Ook de wijzigingen t.a.v. de werkervaringeis spelen hierbij een positie rol. - De docent/studentratio is teruggebracht tot realistischer proporties hoewel het panel deze nog steeds aan de hoge kant vindt. Het aantal beschikbare fte is toegenomen. - De studentenbegeleiding is nu zodanig ingevoerd dat deze naar tevredenheid van de studenten functioneert. Dit geldt ook voor de informatievoorziening die ten tijde van de vorige visitatie net nieuw vorm had gekregen en nog wat kinderziektes kende. - De opleiding is inmiddels in de opleidingscommissie door een student vertegenwoordigd. De inbreng van het communicatiewerkveld in de OAR is vergroot maar kan in de ogen van het panel verder worden versterkt. De rendementscijfers zij nader gepreciseerd. De eerste resultaten van het propedeuserendement na de vorige visitatie zijn positief. Studenten vinden volgens het Studenttevredenheidsonderzoek (2009) dat de opleiding in voldoende mate reageert op klachten en problemen.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
35/55
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De studenten worden bij de kwaliteitszorg betrokken via evaluaties en via vertegenwoordiging in de opleidingscommissie en de academieraad. Een student Communicatie heeft zitting in de opleidingscommissie. • De docenten zijn betrokken bij de totstandkoming van het beleid via het academieoverleg en bij verbeteringen in het onderwijs naar aanleiding van evaluaties. De docenten zijn tevens vertegenwoordigd in de opleidingscommissie. Docenten met een aanstelling nemen vanaf het begin deel aan het Medewerkerstevredenheidsonderzoek van Avans Hogeschool. • Het werkveld participeert in de Onderwijsadviesraad/Opleidingsadviesraad (OAR). De OAR adviseert over het strategische en het onderwijsbeleid op academieniveau. De vergaderthema’s zijn volgens de leden die het panel heeft gesproken breed en gaan niet diepgaand in op de afzonderlijke opleidingen. De OAR bestaat uit twee personen per opleiding. In de OAR is één vertegenwoordiger van de opleiding Communicatie opgenomen. Het vergaderritme van de OAR is vier keer per jaar, in de praktijk is dat twee keer per jaar. Behalve via de OAR worden ontwikkelingen in het beroepenveld ingebracht doordat de docenten in de beroepspraktijk werkzaam zijn en door gastsprekers uit de beroepspraktijk. De opleiding voert vanaf 2010 een enquête onder werkgevers uit. • De opleiding heeft nog geen alumnibeleid of een alumninetwerk. Een beleidsnotitie is in ontwikkeling. De ADT voert enquêtes uit onder alumni van haar opleidingen. Voor de opleiding Communicatie is deze gezien het stadium waarin de opleiding verkeert nog niet afgenomen. • De uitslagen van de enquêtes en de daarop gebaseerde actiepunten worden naar de studenten teruggekoppeld door ze te publiceren op het Avans Portal. Uitslagen van het studenttevredenheidsonderzoek en de betreffende actiepunten, verspreidt de opleiding door middel van een brief aan studenten. • Studenten vinden volgens het Studenttevredenheidsonderzoek (2009) dat ze voldoende worden betrokken bij de verbetering van de opleiding, maar ze zijn niet tevreden over de mate waarin ze worden geïnformeerd over de uitkomsten van evaluaties. • Het panel is van oordeel dat de verschillende stakeholders in voldoende mate bij de kwaliteitszorg worden betrokken. De structurele betrokkenheid van het communicatieveld door middel van overleg en onderzoek kan echter worden versterkt. Het panel komt daarom tot het oordeel voldoende in plaats van goed.
36/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Goed
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Aan het eind van de opleiding voert de student individueel een afstudeeropdracht uit (proeve van bekwaamheid). Door deze opdracht moet de student laten zien dat hij beschikt over de kennis en vaardigheden om zelfstandig een praktijkprobleem te kunnen oplossen. Studenten mogen starten met afstuderen indien de propedeuse en vijf thema’s in de hoofdfase behaald zijn. De afstudeeropdracht is een complexe praktijkopdracht die studenten zelf aandragen, uitvoeren en oplossen. In het ADT Draaiboek afstudeeropdracht 2008-2009 is de procedure rondom afstuderen helder en uitgebreid beschreven. • De student voert de opdracht uit in het bedrijf waar hij werkzaam is. Hij houdt tijdens het afstuderen een logboek bij waarin de procesgang wordt bijgehouden. De bedrijfsbegeleider, de begeleidende docenten en de docenten van de examencommissie beoordelen de afstudeeropdracht. Hierbij beoordeelt de bedrijfsbegeleider de praktische kant van het product. De opleiding beoordeelt onder andere het bachelorniveau en de inhoud van het product. • De beoordelingscriteria van het afstuderen zijn in overeenstemming met de eindkwalificaties en gerelateerd aan de Dublin descriptoren. De concretisering hiervan is beschreven in ADT Draaiboek Afstudeeropdracht 0809 en Opleidingskader Communicatie. • Tijdens het afstuderen laat de student zien dat hij op niveau 3 van de competenties werkzaam is. De competenties 3 en 4 (analyseren van beleidsvraagstukken en leiding geven) worden in de onderwijsblokken voorafgaand aan het afstuderen al op niveau 3 getoetst. Dit gebeurt door middel van reguliere toetsing en praktijkopdrachten. • Op het moment van visitatie waren drie studenten bezig met de afronding van de afstudeerfase. Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek hun afstudeerproducten ingezien en heeft enkele weken daarna de beoordeling door de docentbegeleider en twee examinatoren gezien. Het panel is van mening dat de afstudeerproducten van voldoende tot goed niveau zijn. De vraagstellingen zijn relevant en sluiten aan bij de eindkwalificaties van de opleiding. Er worden voor de opleiding relevante methoden gebruikt en de conclusies zijn in het algemeen goed onderbouwd. Er wordt gebruik gemaakt van relevante literatuur en het taalgebruik is goed. De afstudeerproducten zijn zorgvuldig en streng beoordeeld. Een van de producten is door de opleiding als onvoldoende beoordeeld. De andere twee producten voldoen ruimschoots aan het bachelorniveau.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
37/55
•
•
Het panel heeft tevens andere werkstukken van de drie afstudeerders en van enkele andere studenten ingezien om de ontwikkeling van de studenten tijdens het opleidingstraject te kunnen vaststellen. Daaruit komt een consequente ontwikkelingslijn naar voren. De academie toetst of de beoogde eindkwalificaties van haar opleidingen worden gerealiseerd door deelname aan de HBO-Monitor en door eigen alumni- en werkveldonderzoek. Zodra dat relevant is zal zij dat ook doen voor de opleiding Communicatie.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het rendementsbeleid van de academie is vastgelegd in het Opleidingskader Communicatie (2009). • De academie streeft naar een rendement in de propedeuse van 50% per cohort in een tijdsbestek van twee jaar en in de hoofdfase van 70% per cohort in een tijdsbestek van vijf jaar. Uit cijfers van de opleiding blijkt dat 61% van de ingestroomde studenten in 20062007 de propedeuse binnen twee jaar heeft afgerond. Het propedeuserendement voldoet daarmee aan de streefnorm. Voor 2007/2008 geldt een percentage van 42%. Er is sprake van een lager rendement omdat studenten hun Maatschappelijke Oriëntatie (MOR, EC12 in de propedeuse) nog steeds niet ingediend hebben. • Gezien het stadium waarin de opleiding verkeert, zijn er nog geen gegevens beschikbaar over het opleidingsrendement na vijf jaar. • Uit eerste gegevens over de hoofdfase blijkt dat er na de propedeuse niet van verdere uitval sprake is. (Voorbeeld cohort 2006/2007: uitval na 2 jaar 48%, uitval na 3 jaar ook 48%). • Gezien het stadium waarin de opleiding verkeert, en er dus nog niet veel kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, komt het panel voor dit facet tot het oordeel voldoende.
38/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
39/55
Bijlage 1:
40/55
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
41/55
42/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
43/55
44/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid
Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: De heer drs. L.S. van der Veen
Panellid: Mevrouw drs. P. Schep
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student: Mevrouw M.N. de Bruin
Panellid: De heer D. de Joode
Deskundigheid conform Protocol VBI’s
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: De heer D. de Joode, De heer De Joode is voornamelijk ingezet als panellid vanwege zijn ervaring en zijn domeindeskundigheid. De heer De Joode heeft vanuit zijn werkervaring ruime kennis van de vakgebieden communicatie en journalistiek. Door zijn jarenlange ervaring in een eigen praktijk heeft hij een goed beeld van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied. De heer De Joode is voor deze visitatie door middel van de Handleiding voor Panelleden en een voorbereidende vergadering geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het Hoger Onderwijs en de werkwijze van NQA. Opleiding:
2005
Kandidaats Voorlichtingskunde LU Wageningen, 2de graads lesbevoegdheid Kandidaat Rechten met doctoraal keuzevakken gezondheidsrecht, ziekenhuiswetenschappen; scriptie over medisch beroepsgeheim; Basisdiploma PR; PAO communicatie; opleiding tot mediator; gecertificeerd mediator NMI
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
45/55
Werkervaring:
1990 – heden 2005 – heden
Journalistiek landelijk dagblad Hoofd pr multinational Hoofd pr en voorlichting VU ziekenhuis Hoofd pr landelijke specialistenvereniging Adjunct-directeur Benelux internationaal pr-bureau Parttime docent HBO en gastcolleges aan Universiteit en HBO 8 jaar docent SRM 5 jaar examinator mondeling PR t.b.v. bassisdiploma PR Eigen adviesbureau voor communicatie pr/pa Trainer, coach en mediator
Panellid mevrouw drs. P. Schep Mevrouw Schep is ingezet als panellid vanwege haar werkvelddeskundigheid alsmede vanwege haar onderwijsdeskundigheid die zij heeft opgedaan gedurende vele jaren docentschap en rollen als examinator en andere functies bij hogescholen en opleidingen. Mevrouw Schep heeft uit werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek in het hoger onderwijs en is daarnaast voor deze visitatie door middel van de Handleiding voor Panelleden en een voorbereidende vergadering aanvullend geïnstrueerd over het accreditatieproces in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1977 1977 – 1985 1987 – 1988 1990 – 2000
Werkervaring: 1981 – 1982 1982 – 1987 1987 – 1989 1988 – 1989 1989 – 1997 1989 – 1997 1990 – 1997 1997 – 2001 2001 – heden 2001 – heden 2003 – 2004 2005 – heden
Cours de civilisation française, La Sorbonne/Parijs Doctoraal studie Franse Taal- en Letterkunde Opleiding Tolk/Vertaler bij Wolters Noordhof Diverse seminars/trainingen op het gebied van management, marketing/pr en internationalisering
Docente Frans, Chr. Scholengemeenschap Angelus Merula, Spijkenisse Docente Frans, Chr. Scholengemeenschap Comenius, Capelle a/d IJssel Docente Frans, HES Rotterdam Part-time docent Nederlands, Université de Valenciennes, Frankrijk Voorzitter landelijk overleg EL-onderwijs Hoofd Economisch-Linguïstische opleiding, HES Rotterdam Coördinator Internationale Betrekkingen, HES Rotterdam Hoofd Externe Betrekkingen, HES Rotterdam Manager Communicatie, Stadsgewest Haaglanden, Den Haag Examinator Van der Hilst communicatieopleidingen Voorzitter visitatiecommissie Economie en Talen, HBO-raad Bestuurslid Stichting Ondernemersprijs Haaglanden
Panellid Student mevrouw M.N. de Bruin Student panellid mevrouw De Bruin is vierdejaarsstudent Communicatie aan de Hogeschool INHOLLAND. Mevrouw De Bruin beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen communicatie. Mevrouw De Bruin is qua leeftijd en vooropleiding representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding Communicatie. Zij is door middel van de Handleiding voor Panelleden en een voorbereidende
46/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
vergadering geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1996 – 2000 Mavo D niveau, Stedelijk College, Zoetermeer 2000 – 2003 MBO directiesecretaresse / managementassistent, ID College, Zoetermeer 2003 – heden HBO Communicatie, Hogeschool Inholland, Den Haag Werkervaring: 07-heden Marketing en backoffice coördinator, Qwery bv Stage 02/’07 – 05/’07 Theater Zwembad De Regentes Den Haag, afstudeeropdracht Imago onderzoek 02/’06 – 06’/06 Stadstheater Zoetermeer, afdeling Marketing 12/’04 – 04/’05 Project - Locals Only Den Haag, i.o.v. Stap, leerwerkbedrijf Inholland
Panellid NQA de heer drs. L.S. van der Veen De heer Van der Veen is ingezet als NQA-auditor. De heer Van der Veen heeft vele jaren ervaring met visiteren in het hoger onderwijs en heeft auditdeskundigheid op grond van deze werkervaring en op grond van auditcursussen gevolgd bij Lloyd’s. Opleiding: 1971 – 1980 1993 – 1997 Cursussen: 1988 – 2003
Sociale Wetenschappen, doctoraal Andragogie, Rijksuniversiteit Groningen Filosofie, Universiteit Utrecht
Diverse opleidingen en cursussen op het gebied van onderwijs, auditing, management en organisatie, informatica.
Werkervaring: 1976 – 1977 1978 – 1979 1979 – 1980 1980 – 1983
RUG: studentassistent Pedagogische en Andragogische Wetenschappen RUG: studentassistent Interdisciplinaire Onderwijskunde Gemeente Hoevelaken: beleidsmedewerker Provincie Zeeland: projectleider provinciaal samenwerkingsproject kunstzinnige vorming en amateuristische kunstbeoefening 1983 – 1985 Landelijk Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming: projectmedewerker PABO 1986 – 1990 Zeeuws Steunpunt Volwasseneneducatie: adviseur educatie en organisatie 1991 – 1994 Regionaal Educatief Centrum Zeeuwsch-Vlaanderen: adviseur educatie en organisatie 1995 – 1997 Regionaal Opleidingencentrum Westerschelde: stafmedewerker 2000 – 2003 HBO-raad: beleidsmedewerker kwaliteitszorg 2004 – heden NQA: auditor, accountmanager, adviseur.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
47/55
48/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
11.30 – 14.15 uur
Ontvangst Materiaalbestudering Werklunch (HF103) Rondleiding
Visitatiepanel Directeur Coördinator opleiding COM
14.15 – 15.00 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement: Directeur: Jan van Wijk Coördinator opleiding COM: Emese Albert, Sietske Smits Studentendecaan/-psycholoog: Marian Quaak Coördinator kwaliteitszorg: Emese Albert
15.00 - 15.45 uur
Gesprek met studenten
Representatieve groep studenten (max 10) Maria Heezen (J1), Saidou Blindenburg (J1), Mark Rill (J1), Geertje de Vries (J2), Susan Wevers (J2), Jayme Tol (2), Babs Hürxkens (J3), Laura van den Hof (J3), Joey Ermens (J4), Martijn Borsboom (J4, lid AR&OplCie), Sachiko van Veen (J4), Ineke Willemen (J4)
15.45 – 16.00 uur
Pauze
16.00 – 16.45 uur
Gesprek met docenten
Representatieve groep docenten: Joan van Beek (AR&OplCie) Peter Kal (Examencommissie) Hester Ebbers (Vrijstellingscommissie) Peter van den Bosch Rita te Grotenhuis Yvonne Cransveld
16.45 – 17.15 uur
Gesprek met werkveld: Opleidingsadviesraad
Fred de Heijde, voorzitter OAR
17.30 – 19.30 uur
Eventuele extra gesprekken Materiaal bestuderen Intern paneloverleg Maaltijd (HF103)
Visitatiepanel
19.30 – 20.00 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Opleidingsmanagement: Coördinator kwaliteitszorg
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
49/55
50/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding Document Landelijk Beroepsniveauprofielen Communicatiemanagement (2002) Domeincompetenties en Illustraties Communications (2005) Het Profiel; Competentiebeschrijving HBO Communicatie (2004) Map Notulen LOCO 2006-2007-2008-2009 ADT ADT Draaiboek afstudeeropdracht 0809 Kansrijk in deeltijd (2006) Kansrijk in Deeltijd (2009) Map Notulen Opleidingsadviesraad 2006-2007-2008-2009 Personeelsbeleidsplan (2009) Opleiding COM Bachelor of Communications: een marktmogelijkheid voor de Academie voor Deeltijd (2005) Beroepsproductenboek (2007) Curriculum vergelijking (2009) Competenties en Beroepsproducten opleiding Communicatie Map Notulen Opleidingsoverleg Communicatie 2006-2007 Opleidingskader Communicatie (2007) Opleidingskader Communicatie (2009) Projectplan Bachelor of Communications (2006) Reacties werkvelddeskundigen opzet opleiding Communicatie (2007) Toetsing projectplan Bachelor of Communications van ADT (2006)
Onderwerp 2 Programma Document Landelijk Domeincompetenties en Illustraties Communications (2005) Het Profiel; Competentiebeschrijving HBO Communicatie (2004) TKMST havo/vwo monitor 2005 Avans Beleidskader bacheloropleidingen (2005) Bijdrage DMCS aan accreditatie (2005) De positionering, keuze en instroom van de economische studies van Avans (2005) ADT Beoordelingsformulier collegeactiviteiten Beoordelingsformulier praktijkopdracht Brochure economie deeltijd 07-08/06-07 Brochure economie deeltijd 08-09 Concept Notitie Stagevrijstellingenbeleid (2008) Draaiboek afstudeeropdracht ADT 2007/2008 Draaiboek afstudeeropdracht ADT 2008/2009 DVO DMCS-ADT 2007 DVO DMCS-ADT 2009
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
51/55
Formulier Aanvraag stagevrijstelling ADT Formulier Advies Afstudeeropdracht Werkgever Formulier Advies Praktijkopdracht Werkgever Formulier Maatschappelijke Oriëntatie Formulier Stagevrijstelling Internationalisering in het deeltijdsonderwijs (2008) Kansrijk in deeltijd (2006) Kansrijk in deeltijd (2009) Korte samenvatting Enquête onder instromers 0809 Map Notulen Opleidingsadviesraad 2006-2007-2008-2009 Minors ADT 0809 Richtlijnen voor praktijkopdrachten ADT Studiegids ADT algemeen 0607 Studiegids ADT algemeen 0809 Taakomschrijving kerndocent Taakomschrijving opleidingscoördinator Vrijstellingen aanvragen op grond van Erkenning van verworven competenties (2006) Vrijstellingenbeleid ADT (2008) Vrijstellingen Beleid en Organisatie (2006) Opleiding COM ADT OER-BC 2006-2007 ADT OER-BCOMN 2008-2009 CV’s van docenten COM (2009) Formulier Intake Gespreksverslag BCOMN Kwartaalrapportage periode 1 tot en met 4 (2007) Literatuurlijst COM 06-07/07-08 Literatuurlijst COM 08-09 Map studentenenquêtes en kwartaalrapportages Opleidingskader Communicatie (2007) Opleidingskader Communicatie (2009) Studiegids ADT-COM 0607 Studiegids ADT-COM 0809 Themamappen 2006-2007-2008-2009 ADT Onderwerp 3 Inzet van personeel Document Avans Verzuimparameters Avans Hogeschool (2006) ADT Businessplan 2007-2010 Didactische Training ADT (2008) Docentenwegwijzer ADT 0607 Docentenwegwijzer ADT 0809 Jaarplan ADT september 2004 t/m 2007 inclusief ontwikkelingsplan 2004 t/m 2008 Kansrijk in deeltijd (2006) Kansrijk in deeltijd (2009) Marap 2007-1 Marap 2007-2 Marap’s
52/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Meerjarenformatieplan ADT 2009-2011 Personeelsbeleidsplan (2006) Personeelsbeleidsplan (2009) Taakomschrijving kerndocent Taakomschrijving opleidingscoördinator Opleiding COM CV’s van docenten COM (2007) CV’s van docenten COM (2009) Opleidingskader Communicatie (2007) Opleidingskader Communicatie (2009) DT Onderwerp 4 Voorzieningen Document Avans Avans Hogeschool Instellingsaudit (2007) Avans Hogescholen Instellingsaudit (2008) De besturing van de nieuwe organisatie van Avans Hogeschool (2004) Huisvestingsplan Avans Hogeschool 2006-2008 Inrichting van het Leercentrum (2005) Kaderstelling huisvesting (2004) Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie: Voorzieningen en Kwaliteitszorg (2007) Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie (2008) ADT De uitval te lijf (2008) DVO DIF-ADT 2007 DVO DIF-ADT 2009 DVO DMCS-ADT 2007 DVO DMCS-ADT 2009 DVO LIC-ADT 2007 DVO LIC-ADT 2009 Kwaliteitsplan ADT (2006) Notulen Avans Business School Breda, 2008-2009 Notulen Directeurenoverleg Breda 2008-2009 Personeelsbeleidsplan (2006) Personeelsbeleidsplan (2009) Studiegids ADT algemeen 0607 Studiegids ADT algemeen 0809 Opleiding COM ADT OER-BC 2006-2007 ADT OER-BCOMN 2008-2009 Opleidingskader Communicatie (2007) Opleidingskader Communicatie (2009) Studiegids ADT-COM 0607 Studiegids ADT-COM 0809
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
53/55
Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg Document Avans Avans Hogeschool Instellingsaudit (2007) Avans Hogescholen Instellingsaudit (2008) Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie: Voorzieningen en Kwaliteitszorg (2007) Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie (2008) ADT Aanzet tot concept Alumnibeleid (2008) Brief naar studenten n.a.v. STO resultaten (2008) Kwaliteitsplan ADT (2006) Taakomschrijving kerndocent Taakomschrijving opleidingscoördinator Opleiding COM Kwartaalrapportage periode 1 tot en met 4 (2007) Map Notulen Opleidingsoverleg Communicatie 2006-2007 Map studentenenquêtes en kwartaalrapportages DT Onderwerp 6 Resultaten Document ADT ADT Draaiboek afstudeeropdracht 0809 De uitval te lijf (2008) Enquête studie-uitval vertrekkers 0607 Marap 2007-3 Opleiding COM Map studentenenquêtes en kwartaalrapportages Opleidingskader Communicatie (2007) Opleidingskader Communicatie (2009)
Verder: Naast deze documenten zijn er de volgende documenten ter inzage gelegd: • een representatieve selectie van tentamens en werkstukken van jaar 1 t/m 4; • 3 afstudeeropdrachten; • alle werkstukken van de 3 afstudeerders; • selectie van boeken van jaar 1 t/m 4; • themamappen van elke thema van jaar 1 t/m 4, inclusief: - themabeschrijving - literatuurlijst - presentaties - tentamens incl. correctie model - hertentamens incl. correctie model - cijfers - evaluatie • kwartaalenquêtes en resultaten van studentenevaluaties.
54/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
Bijlage 5:
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl
De specifieke eindcompetenties voor de opleiding Communicatie zijn (1 t/m 9): Probleemsignalering /probleemformulering 1. Relevante signalen voor de organisatie systematisch opsporen en interpreteren en er gewicht aan toekennen binnen de gegeven communicatiebeleidskaders Beleidsontwikkeling 2 Naar aanleiding van een communicatievraagstuk een toegepast onderzoek kunnen ontwerpen, uitvoeren, analyseren en rapporteren 3 Het opstellen van een advies over a. Algemeen communicatiebeleid (strategisch) b. Vaststelling van de doelgroep c. De communicatie met in- en externe publieks- dan wel doelgroepen d. De positionering van een merk en/of een organisatie 4 Vertalen van organisatiestrategie in communicatiebeleid (tactisch) 5 Opstellen van een communicatieplan binnen het vastgestelde beleidsplan (opstellen budget, inzet communicatiemiddelen) (Operationeel) 6 Het ontwerpen van een campagne Beleidsuitvoering 7 Het realiseren van een communicatieproject 8 Het realiseren van communicatiemiddelen in vorm en inhoud 9 Representeren van de organisatie Evaluatie Is ondergebracht bij de procescriteria bij alle competenties. Algemene eindcompetenties (10 en 11): 10 11
Sociale en communicatieve competentie Zelfsturende competentie
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, Breda: hbo-bacheloropleiding Communicatie (dt)
55/55