Avans Hogeschool, Breda Opleiding: Management in de Zorg; hbo-bachelor Varianten: deeltijd Croho: 34538 Visitatiedatum: 26 september 2007
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007
2/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 8 9 10
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 27 29 32 36
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van Personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
39 40 45 49 50
3/55
4/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
5/55
6/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Management in de Zorg van Avans Hogeschool heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek had plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in juni 2007, het moment waarop de opleiding het informatiedossier bij NQA heeft laten bezorgen. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek was op woensdag 26 september 2007. Het panel bestond uit de volgende personen: mevrouw M. W. (Wil) Mulder-van der Stoel MA (dagvoorzitter en domeindeskundige) mevrouw L.G. (Laura) Jansen-de Ruijter (domeindeskundige) mevrouw M.S. (Sofie) Harmsen (student-lid) de heer drs. L. (Leen) Koekebakker (NQA-auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit facetrapport vormt de basis van het onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Avans Hogeschool is op 1 januari 2004 ontstaan door een fusie van Hogeschool Brabant en Hogeschool `s-Hertogenbosch. Verspreid over 40 bachelor- en masteropleidingen studeren bij Avans Hogeschool ongeveer 18.000 studenten. Er werken circa 1.800 medewerkers. Avans Hogeschool heeft de opleidingen organisatorisch ondergebracht in 18 academies. Naast de academies zijn er drie ondersteunende diensten.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
7/55
Avans Hogeschool profileert zich als een topinstituut dat toekomstige beroepsbeoefenaren opleidt tot excellente professionals, die zichzelf en hun beroep voortdurend blijven ontwikkelen. Daarnaast wil Avans voor specifieke bedrijven en organisaties een vanzelfsprekende partner zijn in het ontwikkelen en delen van kennis. De bacheloropleiding Management in de Zorg (MiZ) is met ingang van 1 september 2005 voortgekomen uit de toenmalige tweejarige Kaderopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. De opleiding MiZ maakt onderdeel uit van de Academie voor Gezondheidszorg (AGZ). De AGZ biedt naast de opleiding MiZ de opleidingen Fysiotherapie en Verpleegkunde aan. De opleiding Management in de Zorg is geplaatst binnen het domein Health. In september 2005 is de eerste groep studenten met de opleiding MiZ gestart en in de loop van het studiejaar 2007-2008 studeren zij af. Op basis van de geldende instroomeisen, die voor alle elf MiZ-opleidingen in Nederland gelijk zijn, krijgt een student vrijstelling van het eerste studiejaar. Hierdoor volgen studenten feitelijk een programma van drie jaar. Door middel van maatwerk is versnelling van maximaal een jaar mogelijk, waardoor het programma in twee jaar kan worden doorlopen. In het studiejaar 2006-2007 stonden bij de opleiding MiZ 229 studenten ingeschreven. De opleiding voert het studieprogramma op twee locaties uit. In Breda in één van de gebouwen van Avans Hogeschool en in Eindhoven in een gebouw van de Fontys Hogescholen. In het studiejaar 2006-2007 was het aantal studenten in Breda 98, in Eindhoven studeerden 131 studenten. Avans Hogeschool certificeert afgestudeerden met een getuigschrift van de opleiding Management in de Zorg als Bachelor of Health Administration. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding Management in de Zorg door het panel had plaats conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze is hieronder beschreven. De visitatie is uitgevoerd op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleidingen geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het informatiedossier gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Het informatiedossier bestond uit een positiedocument, een startdossier en bijlagen. Na de validatie bereidden de panelleden zich voor op het bezoek. Zij bestudeerden het dossier, formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vragen. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken, die op donderdag 6 september 2007 tijdens de
8/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
voorbereidende vergadering zijn besproken. Tijdens deze vergadering is het bezoek ook concreet voorbereid. Het bezoek was op woensdag 26 september 2007. De opleiding MiZ heeft in het startdossier kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijk beroeps- en opleidingsprofiel het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) zijn gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Er waren gesprekken met het opleidingsmanagement, docenten, studenten en met leden van de werkveldadviesraad. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-) oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek tijdens het tweede gesprek met het opleidingsmanagement heeft de dagvoorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Voorafgaand aan het bezoek was er op 1 maart 2007 een generieke instellingsaudit. De audit richtte zich op de onderwerpen: voorzieningen en kwaliteitszorg voor zover die op concernniveau gestalte krijgen. Over de instellingsaudit is een rapportage opgesteld die in dit rapport is verwerkt. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleidingen als geheel gegeven. De opleidingen hebben medio november 2007 een concept van beide rapporten voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. Het definitieve rapport is door het panel in december 2007 vastgesteld. Het visitatierapport is medio december 2007 ter beschikking gesteld aan de Hogeschool. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een centrale rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding MiZ legt en de domeinspecifieke kaders.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
9/55
In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten. De argumentatie is te vinden in het facetrapport. De opleiding MiZ wordt door Avans Hogeschool alleen in deeltijdse vorm uitgevoerd. 1.5
Oordelen per onderwerp
Overzicht oordelen over onderwerpen en facetten Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet
Opleiding Management in de Zorg
Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en Inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
10/55
Goed Goed Goed Positief Goed Goed Goed Goed Goed Voldaan Voldoende Goed Positief Goed Goed Goed Positief Goed Goed Positief Goed Goed Goed Positief Voldoende Voldoende Positief
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Doelstellingen opleiding Aan de drie facetten van dit onderwerp is het oordeel goed toegekend. Het oordeel op het onderwerp Doelstellingen opleiding is daarom positief. Programma Aan het facet Afstemming tussen vormgeving en inhoud is het oordeel voldoende toegekend. De overige facetten zijn goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp Programma is daarom positief. Inzet van personeel Het oordeel over de drie facetten bij dit onderwerp is goed. Het oordeel op het onderwerp Inzet van personeel is daarom positief. Voorzieningen De facetten Materiële voorzieningen en Studiebegeleiding en informatievoorziening zijn goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp Voorzieningen is daarom positief. Interne kwaliteitszorg Aan de drie facetten van het onderwerp Interne kwaliteitszorg heeft het panel het oordeel goed toegekend. Het oordeel op het onderwerp Interne kwaliteitszorg is daarom positief. Resultaten Het paneloordeel over de twee facetten bij dit onderwerp is voldoende. Het oordeel op het onderwerp Resultaten is daarom positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat aan de zes onderwerpen van het NVAO-beoordelingskader het oordeel positief is toegekend, en is de conclusie van het visitatiepanel dat het totaaloordeel over de opleiding Management in de Zorg van Avans Hogeschool positief is.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
11/55
12/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
13/55
14/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De bacheloropleiding Management in de Zorg (MiZ) van Avans Hogeschool is een deeltijdopleiding voor (toekomstig) leidinggevenden in de sectoren zorg en welzijn. Het programma dat de opleiding de studenten aanbiedt bestaat uit een voor alle studenten gemeenschappelijk deel, twee majors waarvan de studenten er één kiezen en twee minors. De majors zijn procesmanagement en middenmanagement. De minors kiezen de studenten uit het minoraanbod van de Hogeschool. Richtinggevend voor de inhoud en de vormgeving van het studieprogramma zijn elf competenties1. De opleiding ontleent deze competenties aan het in 2004 landelijk overeengekomen document Beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties Management in de Zorg. Dit document omvat twee delen, een beroepsdeel en een opleidingsdeel. In het beroepsdeel zijn de taakgebieden en de beroepskwalificaties van managers in de zorg beschreven. Het profiel gaat uit van vijf taakgebieden: resultaatgerichte processturing; veranderen; leren en ontwikkelen; persoonlijke effectiviteit; en beroepsontwikkeling. Bij elk taakgebied zijn beroepskwalificaties geformuleerd die in het opleidingsdeel zijn uitgewerkt in elf beroepscompetenties. Betrokkenen bij de totstandkoming van het profiel waren branche- en koepelorganisaties in zorg en welzijn en organisaties van werkgevers. Eindverantwoordelijke in het proces was het Landelijke Overlegorgaan Kaderopleidingen (LOK, nu Landelijk Overlegorgaan Opleidingen MiZ). Het document Beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties Management in de Zorg is in 2004 opgenomen in het register van de HBO-raad. Het wordt elke vijf jaar geactualiseerd. De opleiding MiZ heeft op basis van de elf competenties in het landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel twee competentieprofielen ontwikkeld, een profiel voor de major middenmanagement en een profiel voor de major procesmanagement. De opleiding heeft een eigen werkveldadviesraad (WAR). De doelstellingen van de WAR zijn borging van de actualiteit en de praktijk in het onderwijs, actualisering van de twee competentieprofielen en het curriculum, het signaleren van trends en ontwikkelingen in het werkveld en de toetsing. De taken en de werkwijze van de WAR zijn beschreven in het Reglement WAR MiZ.
1
Zie www.hbo-raad.nl
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
15/55
Tijdens het bezoek vertelden de aanwezige leden van de WAR het panel dat de adviesraad heeft ingestemd met de competentieprofielen die de opleiding voor de majors middenmanagement en procesmanagement heeft geformuleerd. De WAR vindt de profielen passend voor het MiZ-werkveld. Alle elementen die het beroep kenmerken zijn in de profielen terug te vinden. Het panel heeft in het informatiedossier geen vergelijking aangetroffen met de doelstellingen van soortgelijke opleidingen in het buitenland. Wel heeft het panel vastgesteld dat de opleiding heeft meegewerkt aan het project European Enhancement of Early Years Management Skills. Het doel van het project was het ontwikkelen van cursussen op het gebied van management in de kinder- en jeugdzorg. Dit doel is bereikt. Voorts is de opleiding een van de deelnemers van de landelijke werkgroep Internationalisering van het LOK. Deze werkgroep organiseert in 2008 een internationaal symposium over de Bachelor of Health Administration.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding MiZ leidt de studenten op tot leidinggevenden in de zorg- en welzijn. Het fundament voor de opleiding is het Beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties Management in de Zorg. Dit document is onder verantwoordelijkheid van het Landelijk Overleg Kaderopleidingen (LOK, nu Landelijk Overleg Opleidingen MiZ) en in samenspraak met relevante branche- en koepelorganisaties in 2004 ontwikkeld. Volgens het beroeps- en opleidingsprofiel zijn afgestudeerden van de opleiding MiZ breed inzetbaar. Ze kunnen in allerlei functies, in diverse arbeidsorganisaties, op operationeel en beleidsmatig niveau, hun werk verrichten. In het Beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties Management in de Zorg verantwoordt het LOK zich voor het bereiken van het hbo-niveau. Zij gebruikt daarvoor de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen. De opleiding MiZ verantwoordt zich ook zelf voor het hbo-niveau en daarnaast over het niveau bachelor. Zij doet dat in het Opleidingskader MiZ (2007) en in het Startdossier. De opleiding gebruikt de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen voor de verantwoording van het hbo-niveau. De vijf Dublin descriptoren gebruikt zij voor de verantwoording van het niveau bachelor. Bovendien heeft de opleiding in het Opleidingskader MiZ de Dublin descriptoren, de LOK-competenties en de generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen in schema s aan elkaar gekoppeld. De opleiding toont in genoemde documenten aan dat het onderwijs voldoet aan de Dublin descriptoren en de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen. De descriptor oordeelsvorming bijvoorbeeld komt overeen met de hbo-kernkwalificaties methodisch en reflectief denken en handelen en besef van maatschappelijke
16/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
verantwoordelijkheid. De Dublin descriptor oordeelsvorming en de twee hbokernkwalificaties worden afgedekt door relevante LOK competenties, waaronder het leveren van een actieve bijdrage aan het proces van leren en ontwikkelen binnen de organisatie, afgestemd op de omgeving en het initiëren, faciliteren, implementeren en sturen van veranderingsprocessen. Het panel concludeert dat de opleiding afdoende aantoont dat de beoogde LOK competenties aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel over dit facet is goed.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding MiZ van Avans Hogeschool leidt haar studenten op tot startbekwame leidinggevenden in de sectoren welzijn en zorg. Startbekwaam houdt volgens de opleiding in dat de afgestudeerden in staat zijn om binnen de twee sectoren leiding te geven aan teams in de directe uitvoering, projecten op te zetten en uit te voeren en processen te stroomlijnen. Ze kunnen diverse complexe beroepstaken uitvoeren en zichzelf verder professionaliseren. Voorbeelden van beroepstaken zijn budgetbeheer, afstemming tussen vraag en aanbod, initiëren van veranderingsprocessen, middelen- en informatiebeheer, en borging van de benodigde kwaliteitssystemen. Afgestudeerden van de opleiding MiZ zijn breed inzetbaar. Voorbeelden van organisaties waar zij werken, zijn ziekenhuizen, verzorgingsinstellingen en verpleeghuizen. Voorbeelden van functies zijn middenmanager en procesmanager. De opleiding gebruikt de 11 competenties in het landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel als uitgangspunt voor inhoud en vormgeving van het curriculum. Op basis van het landelijke profiel heeft de opleiding MiZ voor de majors middenmanagement en procesmanagement eigen competentieprofielen ontwikkeld. De opleiding heeft de elf landelijk overeengekomen competenties en de competentieprofielen voor de majors middenmanagement en procesmanagement voorgelegd aan haar eigen werkveldadviesraad. Leden van de WAR vertelden het panel tijdens het bezoek dat de raad met de competenties heeft ingestemd, omdat de competenties het niveau van de manager in de zorg weerspiegelen. Afgestudeerden van de opleiding MiZ die de competenties hebben verworven, kunnen volgens de WAR functioneren op de kerntaakgebieden die het LOK noemt in het Beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties Management in de Zorg. Daarbij kunnen ze de taken uitvoeren die tot deze taakgebieden worden gerekend. Dit zijn volgens de WAR taken die het uitvoerend en procedureel karakter ontstijgen en waarvoor hbo-niveau vereist is.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
17/55
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Goed
Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via communicatie over en weer met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding MiZ van Avans Hogeschool is een deeltijdse bacheloropleiding. Bij de instroom dienen studenten te beschikken over voldoende praktijkervaring en een relevante werkplek. De werkplek moet zo ingericht zijn (of worden naarmate het programma vordert), dat er geleerd kan worden vanuit dezelfde principes en doelen als van de opleiding. Een belangrijk kenmerk van het studieprogramma dat de studenten doorlopen, is dat het thematisch is opgezet. Een studiejaar bestaat uit vier perioden en aan elke periode is een thema gekoppeld. Deze thema s verwijzen naar herkenbare onderdelen uit de beroepspraktijk van de manager. Voorbeelden van thema s zijn personeel, organisatie, kwaliteit en veranderen, personeelsmanagement, financiële beheersing en verandermanagement. In iedere onderwijsperiode ontwikkelen de studenten beroepsproducten, lossen zij beroepsproblemen op en oefenen ze beroepstaken van de manager. Het panel oordeelt positief over deze aanpak. Volgens het panel passen de producten, problemen en taken binnen de thema s. Ze zijn actueel en ontleend aan de beroepswerkelijkheid van de manager. In elke periode zijn het verwerven en toepassen van beroepsgerichte kennis steeds terugkerende elementen in de competentieontwikkeling van de studenten. Kennisverwerving gebeurt vooral door de bestudering van beroepsgerichte literatuur. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding bij alle onderwijseenheden literatuur voorschrijft. Daarnaast worden de studenten aangemoedigd om ook zelf literatuur te vinden en te selecteren. De voorgeschreven literatuur is volgens het panel overwegend nationaal maar actueel en toereikend. De studenten komen door de literatuur in aanraking met alle aspecten van hun toekomstige beroep. De praktijk waarin de student werkt, speelt gedurende de gehele opleiding een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de competenties. In verband hiermee heeft de opleiding recent de werkplekscan ontwikkeld. De studenten onderzoeken met behulp van de scan of de werkplek voldoet aan de eisen die de opleiding daaraan stelt. Het panel heeft niet kunnen vaststellen of de werkplekscan de kwaliteit van de werkplek voldoende borgt. Daarvoor is de scan nog te kort in gebruik.
18/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Op de werkplek worden de studenten begeleid door een praktijkcoach. De opleiding verwacht van praktijkcoaches dat zij beschikken over een hbo werk- en denkniveau, begeleidingsgesprekken kunnen voeren en in staat zijn om studenten feedback te geven op hun functioneren. Twee keer per jaar organiseert de opleiding een bijeenkomst voor praktijkcoaches. Tijdens deze bijeenkomsten biedt de opleiding onder meer deskundigheidsbevordering aan in de vorm van workshops. De onderzoeksvaardigheden die de studenten tijdens hun studie verwerven, zijn informatie verzamelen, analyseren en verwerken en het formuleren van conclusies en aanbevelingen. De opleiding schakelt in elk studiejaar gastdocenten in. Onderwerpen die in het studiejaar 2006-2007 tijdens gastcolleges aan de orde kwamen, waren onder meer: organisatieverandering, human resources management, evidence based practice in een gezondheidsorganisatie, resultaatgericht personeelsbeleid, de WMO en managementconsequenties voor gemeenten en zorgpartners. Het aantal uren dat gastdocenten worden ingezet is afhankelijk van hun expertise. De studenten oordelen positief over de inzet van gastdocenten, zo bleek tijdens het bezoek. De gastdocenten belichten volgens de studenten de beroepswerkelijkheid vanuit een specifieke invalshoek en vertellen over actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. De opleiding evalueert regelmatig met studenten de aansluiting van het studieprogramma op de beroepspraktijk. Hiervoor gebruikt zij het Avans studenttevredenheidsonderzoek en de eigen evaluaties. In alle evaluaties oordelen de studenten positief over de gebruikte vakliteratuur, de aansluiting van de studie op de beroepspraktijk en de betrokkenheid van vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk bij het onderwijs. Het panel merkt op dat de respons op het studenttevredenheidsonderzoek laag is.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het studieprogramma dat de opleiding MiZ de studenten aanbiedt, is gespreid over twee fasen, een propedeutische fase van een jaar en een postpropedeutische fase van drie jaar. Door de geldende instroomeisen die voor alle elf MiZ-opleidingen in Nederland gelijk zijn, krijgen alle studenten vrijstelling van het eerste studiejaar. Hierdoor volgen zij feitelijk een programma van drie jaar.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
19/55
Elk studiejaar is onderverdeeld in onderwijsperiodes van tien weken. Aan iedere periode is een thema gekoppeld, dat verwijst naar een relevant onderdeel van de beroepspraktijk. Het studieprogramma is opgebouwd volgens de major-minor structuur. De postpropedeutische fase start met een jaar dat voor alle studenten gelijk is. In het tweede jaar van de hoofdfase kiezen de studenten een major. Er zijn twee majors: procesmanagement en middenmanagement. In het laatste jaar van de postpropedeuse is er voor studenten ruimte voor individuele profilering. De studenten kiezen twee minorprogramma s, van elk dertig studiepunten. Voorbeelden van minors zijn projectmanagement, gerontologie, buitenlandstage en procesmanagement. Door deze minors verdiepen of verbreden de studenten competenties die zij in het begin van de opleiding hebben verworven. De studenten kunnen in een minor ook doorstroomkwalificaties ontwikkelen, waardoor zij na de bacheloropleiding kunnen doorstromen naar een masteropleiding. De MiZ studenten kunnen met ingang van het studiejaar 2008-2009 ook kiezen voor de Avansbrede minor ondernemerschap. Tijdens het bezoek was dit nog niet mogelijk. Basis voor het studieprogramma is een set van elf landelijk overeengekomen competenties. De opleiding MiZ heeft deze competenties uitgewerkt in leerdoelen en vervolgens verdeeld over de studiejaren en daarna over de onderwijsperioden van tien weken. De opleiding volgt niet louter de landelijk overeengekomen competenties. Zij legt ook eigen accenten. De eigen profilering komt tot uitdrukking in de aandacht in het studieprogramma voor persoonlijk leiderschap en persoonlijke effectiviteit. In het hele tweede en derde studiejaar is de werkplaats van de manager voor een belangrijk deel aan deze onderwerpen gewijd. Per onderwijsperiode is voor de studenten een onderwijsmap beschikbaar. Hierin zijn vastgelegd het thema, de te verwerven competenties, de leerdoelen, de rol waarin de student zich tijdens de betreffende periode dient te verplaatsen, de context, de situatie, de op te leveren beroepsproducten inclusief specificaties, de leerdoelen, de toetsing en de organisatie. Het panel heeft de onderwijsmappen bestudeerd en geconstateerd dat competenties, leerdoelen, opdrachten en producten onderling samenhangen. Het programma biedt de studenten volgens het panel de mogelijkheid de beoogde competenties te bereiken. De studenten laten zich in de onderwijsevaluaties positief uit over de inhoud en de opzet van de onderwijsperioden, de doelstellingen van het onderwijs en de realiteit van de leertaken. In gesprek met het panel vertelden de studenten desgevraagd dat zij de competenties en de leerdoelen in de onderwijsmappen duidelijk vinden. De omschrijvingen zijn zo gekozen dat zij weten wat van hen wordt verwacht, zij kunnen hun studieactiviteiten daarop afstemmen. De studenten vertelden verder dat de door de opleiding gekozen inhouden, opdrachten en literatuur goed aansluiten bij de geformuleerde leerdoelen en competenties.
20/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criterium: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het visitatiepanel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de opleiding MiZ haar studenten een samenhangend programma biedt. De samenhang wordt door de opleiding vanuit drie perspectieven bewaakt. Het eerste perspectief is het beroepsperspectief. Uitgangspunt voor de opleiding is dat de studenten zich ontwikkelen tot leidinggevenden in de sectoren zorg en welzijn door in elke onderwijsperiode aan de praktijk ontleende beroepsproblemen op te lossen, beroepsproducten te ontwikkelen en deeltaken te oefenen. Iedere periode vormt een samenhangende eenheid, omdat het thema van de periode, de beoogde competenties, leerdoelen en onderwijsactiviteiten op elkaar zijn afgestemd. Het tweede perspectief heeft betrekking op de logische opbouw van het programma. Doordat het studieprogramma van elke student bestaat uit een gemeenschappelijk tweede jaar, een majordifferentiatie en twee vrij te kiezen minorprogramma s die volgtijdelijk zijn geprogrammeerd, waarborgt de opleiding de verticale samenhang. Het derde perspectief is de afstemming tussen het leren op school en het leren op de werkplek. De studenten moeten aan het begin van elk studiejaar in hun persoonlijk ontwikkelplan beschrijven welke activiteiten zij in het betreffende studiejaar willen uitvoeren. Over de vorderingen die de studenten boeken in de praktijk leggen zij verantwoording af in de werkplaats en in hun portfolio (zie facet 4.2). Uit evaluaties van de opleiding en het studenttevredenheidsonderzoek die het panel tijdens het bezoek heeft ingezien, blijkt dat de studenten tevreden zijn over de samenhang in het studieprogramma.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criterium: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het studieprogramma van de opleiding MiZ is gespreid over twee fasen: een propedeutische fase van een jaar en een postpropedeutische fase van drie jaar. Doordat alle studenten vrijstelling krijgen van het eerste jaar, volgen zij een programma van drie jaar.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
21/55
Om een efficiënte leerroute van studenten te bevorderen heeft de opleiding de studiejaren onderverdeeld in perioden van tien weken. In elke periode is ruimte voor colleges, vaardigheidstrainingen, het uitvoeren van deeltaken, toetsing en studieloopbaanbegeleiding. Een onderwijsperiode van tien weken heeft een studielast van 15 studiepunten. De onderwijsonderdelen hebben een vooraf genormeerde studielast van 2, 4, 6, 12 of 15 studiepunten. Het aantal wekelijkse contacturen is acht. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding na iedere periode onderzoekt of de gerealiseerde studielast overeenkomt met de begrote studielast en actie onderneemt actie als daartoe aanleiding bestaat. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de opleidingsspecifieke kwaliteitscommissie. Tijdens het bezoek werd duidelijk dat ook signalen uit de examencommissie en de opleidingscommissie waarin studenten vertegenwoordigd zijn, voor de kwaliteitscommissie soms aanleiding zijn om de studielast aan te passen. Uit evaluaties van de opleiding blijkt dat de studenten de studielast en de studielastspreiding over het algemeen in orde vinden. Ditzelfde beeld komt naar voren in het studenttevredenheidsonderzoek 2006. Struikelvakken zijn er niet. De opleiding heeft in het programma drie drempels gelegd die een evenwichtige leerweg van de studenten moeten bevorderen. Door de drie drempels moeten de studenten drie keer tijdens hun studie (aan het eind van het eerste, tweede en derde jaar) een proeve van bekwaamheid afleggen. In deze proeven toetst de opleiding de competentieontwikkeling van de studenten. Dit gebeurt onafhankelijk van de onderwijseenheden. De studenten worden tijdens hun studie begeleid door een studieloopbaanbegeleider. Eén van de doelen van de studieloopbaanbegeleiding is het voorkomen van studieproblemen en het bieden van ondersteuning bij het oplossen ervan. Tijdens het bezoek heeft het panel geconstateerd, dat de opleiding in deze opzet slaagt. De studenten oordelen positief over de begeleiding die de opleiding hun biedt. De studenten kunnen hun studieresultaten en studievoortgang volgen via Internet. Voor de registratie van de studieresultaten gebruikt de opleiding het programma ProGRESS.
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criterium: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voor aspirant studenten die de opleiding MiZ van Avans Hogeschool willen instromen, gelden de landelijk afgesproken instroomeisen. De opleiding heeft deze eisen vastgelegd in het Opleidingskader MiZ en in de Onderwijs- en examenregeling. Conform de instroomeisen worden alleen studenten toegelaten die in het bezit zijn van een mbo-4-diploma. Bovendien moeten zij ten minste 20 uur per week werken in een
22/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
passende functie in de sector zorg of welzijn en twee jaar werkervaring hebben in een relevante werksetting. Studenten die aan deze eisen voldoen, beginnen in het tweede studiejaar. Zij krijgen vrijstelling van 58 van de 60 propedeusepunten. In de loop van het tweede jaar dienen zij de proeve van bekwaamheid propedeuse af te leggen. Slagen zij hiervoor, dan krijgen zij in ruil daarvoor de twee resterende propedeusepunten en een propedeuseverklaring. Studenten met een diploma van een verwante hogere beroepsopleiding krijgen behalve vrijstelling voor de propedeuse ook een vrijstelling voor één van de twee minors. Studenten van 21 jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen kunnen meedoen aan een toelatingsonderzoek. Het doel van het toelatingsonderzoek is om vast te stellen dat de student de opleiding met succes kan doorlopen en kan afronden. Belangrijke beoordelingscriteria in het toelatingsonderzoek zijn het vermogen tot abstract denken, probleemoplossend analyseren en handelen en logisch redeneren. De opleiding MiZ kent alleen de collectieve vrijstelling voor de propedeuse. Andere collectieve vrijstellingen zijn er niet. Op basis van elders verworven competenties (EVC) is het voor studenten wel mogelijk individuele vrijstellingen te krijgen waardoor zij de opleiding in minder dan drie jaar kunnen afronden. In verband hiermee kunnen alle studenten bij het begin van hun studie mee doen aan het Insights 360 graden feedbackinstrument. Als zij na afloop aanspraak willen maken op vrijstellingen in het programma, kunnen zij een verzoek indienen bij de examencommissie, die hierover een besluit neemt. De EVC procedure is beschreven in de Onderwijs- en examenregeling. In het studiejaar 2006-2007 stroomden 157 studenten de opleiding MiZ binnen. Alle studenten voldeden aan de instroomeisen en startten in het tweede jaar, 38 van hen (!5 in Breda en 23 in Eindhoven) deden mee aan het Insights 360 graden feedbackinstrument. Zestien studenten (7 in Breda en 9 in Eindhoven dienden een verzoek in voor vrijstelling van bepaalde onderwijseenheden. Van 9 studenten (4 in Breda en 5 in Eindhoven) is dit verzoek gehonoreerd. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat het EVC-beleid van de opleiding transparant is en consequent wordt toegepast. De criteria die de opleiding gebruikt in de EVC-procedure sluiten goed aan bij de instroomeisen. Hierdoor zijn volgens het panel de kwaliteit en het niveau van de maatwerktrajecten, die met studenten worden overeengekomen, gewaarborgd. De studenten vinden het EVC-beleid van de opleiding streng, maar rechtvaardig, zo bleek tijdens het bezoek. Om vast te stellen of de aspirant studenten beschikken over een werkplek waar zij de door de opleiding beoogde competenties kunnen ontwikkelen, vult de student sinds het studiejaar 2006-2007 een werkplekscan in. In de werkplekscan zijn de eisen per studiejaar beschreven. De studenten waarmee het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, oordeelden positief over de aansluiting van de opleiding MiZ op hun werkervaring. De werkvormen die de opleiding gebruikt, vinden zij afwisselend en uitdagend. Door de didactische aanpak van de opleiding vertonen de leersituaties gelijkenis met beroepssituaties. De studenten voeren opdrachten uit, die ontleend zijn aan de beroepspraktijk. Ze overleggen met
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
23/55
elkaar, leggen resultaten vast, maken beroepsproducten en presenteren en verdedigen die, waarvoor overtuigingskracht vereist is. Voor de voorlichting aan aspirant-studenten organiseert de opleiding verschillende activiteiten, zoals open dagen, open avonden en informatiebijeenkomsten. Zittende studenten assisteren hierbij en beantwoorden vragen. De studenten vertelden het panel tijdens het bezoek dat de voorlichting van de opleiding goed is. De werkelijkheid in de opleiding en de gewekte verwachtingen tijdens de voorlichting komen met elkaar overeen. Eenzelfde beeld komt naar voren in het studenttevredenheidsonderzoek 2006.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criterium: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding Management in de Zorg van Avans Hogeschool heeft de studieduur uitgedrukt in studiebelastingsuren en de studielast in European credits (EC). De studielast is 240 EC. Een EC staat voor 28 studie-uren, zodat de totale studieduur uitkomt op 6720 uur. De opleiding voldoet hiermee aan de formele eisen over de duur van het curriculum. De opleiding bestaat uit een voor alle studenten gelijk deel (het eerste en tweede leerjaar), een major en twee door de studenten te kiezen minors. De studielast van het algemene deel is 120 EC, van de major is de studielast 60 EC en van elk van de twee minors is de studielast 30 EC. De totale studielast van 240 EC is door de opleiding gelijkmatig verdeeld over vier studiejaren. De studiepunten zijn per studiejaar, onderwijsperiode en onderwijseenheid verantwoord in artikel 42 van de Onderwijs- en Examenregeling en in de onderwijsmappen voor de studenten. Het uit de studielast voortvloeiende tijdsbeslag wordt regelmatig gewogen. Door de geldende instroomeisen die voor alle elf MiZ-opleidingen in Nederland gelijk zijn, krijgen de studenten die voldoen aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden, vrijstelling van het eerste studiejaar. Hierdoor volgen zij feitelijk een programma met een studielast van 180 EC.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Voldoende
Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.
24/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding biedt de studenten een programma dat bestaat uit een gemeenschappelijk deel, een major en twee differentiatieminors. Voor de vormgeving van het studieprogramma heeft de opleiding gekozen voor het 4componentenmodel. De componenten zijn: leertaken, just-in-time informatie, ondersteunende informatie en deeltaakoefening. Het 4-componentenmodel stoelt op de constructivistische opvatting over leren. Volgens deze opvatting moeten de studenten tijdens hun studie voortdurend heen en weer pendelen tussen wat zij al weten, wat zij leren in de Hogeschool en wat zij leren op hun eigen werkplek. Pas dan komt integratie van het geleerde tot stand. Door integratie verbinden de studenten het geleerde uit de theorie en het geleerde uit de praktijk met de competenties die zij hebben ontwikkeld. Een eis voor het slagen van de visie is dat het in de opleiding geleerde door de studenten wordt ervaren als relevant en direct toepasbaar in de beroepspraktijk. Het visitatiepanel heeft tijdens het bezoek in gesprekken met de betrokkenen van de opleiding vastgesteld dat het 4-componentenmodel en de achterliggende visie op leren herkenbaar in de onderwijspraktijk aanwezig zijn. In de lijn van de visie en het 4-componentenmodel lokt de opleiding de competentieontwikkeling van de studenten uit door hen deeltaken aan te bieden aan de hand waarvan zij authentieke beroepsproblemen oplossen. Bij de uitvoering van de deeltaken leren de studenten conceptuele kennis toepassen in beroepsgerichte situaties. Zij krijgen een beeld van wat in de beroepspraktijk van hen wordt verwacht in termen van probleemoplossend vermogen en samenwerking, van de competenties waarover zij moeten beschikken en van de context waarin zij deze competenties moeten gebruiken. Het panel heeft vastgesteld dat naarmate de opleiding vordert de focus van de deeltaken verandert. In het begin van de opleiding ligt de nadruk vooral op het oplossen van concrete vraagstukken, maar gaandeweg verschuift de aandacht naar het oplossen van complexe managementvraagstukken. Het resultaat van een opgelost vraagstuk is altijd een beroepsproduct. Richtinggevend voor de vraagstukken die de studenten oplossen zijn de elf door de opleiding beoogde competenties, de daarvan afgeleide leerdoelen en de beroepstaken van de manager. De competentieontwikkeling van de studenten wordt ondersteund door ondersteunende informatie en just-in-time informatie. Hierdoor verwerven de studenten kennis en vaardigheden die toepasbaar zijn bij het uitvoeren van de deeltaken. Dominante werkvormen hier zijn hoor- en werkcolleges, workshops en trainingen. Bij de uitvoering van de deeltaken staan begeleiding en coaching voorop. Uit evaluaties van de opleiding blijkt dat de studenten deze aanpak van de opleiding waarderen. Vooral van de deeltaken die de opleiding verstrekt en de daaraan gekoppelde beroepsproblemen, gaat volgens hen een stimulerende werking uit. Voor elke onderwijseenheid heeft de opleiding een onderwijsmap samengesteld. Het panel heeft de mappen tijdens het bezoek bestudeerd en geconstateerd dat de sturing vanuit de opleiding gedurende de duur van de studie nauwelijks afneemt maar vrijwel gelijk blijft. De onderwijsmappen zijn uitgebreid en voorschrijvend, waardoor het beroep dat de opleiding doet op het zelflerend vermogen van de studenten, tamelijk gering is.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
25/55
Tijdens het bezoek bleek dat de aanwezige leden van de WAR deze opvatting met het panel delen. De WAR adviseerde de opleiding eerder: niet meer structuur dan nodig en niet minder structuur dan verantwoord. In verband met deze kanttekening heeft het panel aan dit facet het oordeel voldoende toegekend.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Goed
Criterium: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Avans Hogeschool heeft het toetsbeleid vastgelegd in het Avans document Toetsen in een competentiegerichte leeromgeving (2003). Het beleid is door de opleiding uitgewerkt in de notitie Toetsbeleid Academie Gezondheidszorg, Management in de Zorg (maart, 2004). In het toetsbeleid is beschreven wat de doelen zijn van de toetsing in de opleiding, wat de kwaliteitscriteria zijn waaraan de toetsen moeten voldoen en de procedures voor de organisatie van de toetsing. De toetsing in de opleiding MiZ dient vier doelen: (1) kwalificatie: voldoet de student aan de vastgestelde doelen? (2) motivatie: het geven van prikkels om studiegedrag positief te beïnvloeden (3) feedback: terugkoppeling op het leerproces en (4) evaluatie: het beoordelen van de kwaliteit van het geboden onderwijs. Uitgangspunten zijn dat de toetsen zoveel mogelijk in een beroepsmatige context worden geplaatst en elke onderwijseenheid aan het eind van de onderwijsperiode wordt afgesloten met een toets en iedere toets leidt tot een beoordeling waaraan studiepunten worden toegekend. De opleiding heeft in het startdossier een overzicht opgenomen van alle toetsen die de studenten moeten doorlopen. Er zijn drie soorten toetsen: (1) de periodetoets die betrekking heeft op de in de betreffende periode gemaakte deeltaken en bestudeerde studiestof, (2) het portfoliogesprek en (3) de proeve van bekwaamheid, die aan het eind van het eerste, tweede en derde studiejaar de competentieontwikkeling van de studenten toetst, onafhankelijk van de onderwijseenheden. In de Onderwijs- en examenregeling (OER) heeft de opleiding vastgelegd hoe het studieprogramma is opgebouwd, wat de inhoud is en hoe de toetsen zijn ingericht en hoeveel studiepunten met de toetsen kunnen worden behaald. Verder zijn in de Onderwijs- en examenregeling de procedures beschreven op grond waarvan vrijstellingen worden verleend en bezwaarschriften worden afgehandeld. De examencommissie bewaakt de uitvoering van het OER. De kwaliteit van de toetsen wordt bewaakt door de commissie kwaliteitszorg. Taken en werkwijze van de examencommissie zijn vastgelegd in het Opleidingskader MIZ (2007), van de commissie kwaliteitszorg in het Protocol Kwaliteitszorg MiZ (januari 2007).
26/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
De opleiding had tijdens het bezoek een aantal toetsen ter inzage gelegd. Het visitatiepanel heeft deze toetsen bestudeerd en vastgesteld dat de toetsen die zij heeft ingezien van voldoende niveau zijn en aansluiten bij het onderwijs. Positief is dat de opleiding toetsen afzonderlijk beoordeelt en alle gemaakte toetsen tot een individuele beoordeling leiden op basis van vooraf vastgestelde criteria. Deze criteria zijn concreet geformuleerd. Door de individuele beoordeling van gemaakte toetsen is meeliften niet mogelijk. Wanneer bij open vragen twijfel bestaat over de beoordeling kunnen studenten een tweede docent raadplegen. In evaluaties van de opleiding en in de studenttevredenheidsonderzoeken zeggen de studenten dat zij over het algemeen tevreden zijn over het toetsbeleid en de toetsvormen. De beoordeling vinden de studenten rechtvaardig en passend.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van Personeel
Eisen HBO
Goed
Criterium: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding MiZ voert het studieprogramma op twee locaties uit, in Breda en in Eindhoven. Per locatie is een docententeam actief, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van het studieprogramma. Eindverantwoordelijk voor het studieprogramma is Avans Hogeschool. De docenten in Breda zijn rechtspositioneel verbonden aan Avans Hogeschool, in Eindhoven aan Fontys Hogescholen. In de teams van Breda en Eindhoven werken docenten met verschillende achtergronden. Uit de gegevens die door de opleiding aan het visitatiepanel zijn verstrekt, blijkt dat negen van de vijftien docenten die in het studiejaar 2006-2007 aan de opleiding waren verbonden, hun loopbaan zijn gestart in de zorg- of welzijnssector, in het primaire proces als verpleegkundige, anesthesiemedewerker, activiteitenbegeleider, of als beleidsmedewerker, adviseur, directeur kinderdagcentra en psycholoog. Elf van de vijftien docenten zijn universitair geschoold (6 in Eindhoven en 5 in Breda), de anderen hebben een relevante hogere beroepsopleiding. Uitgangspunt in het personeelsbeleid op beide locaties is dat de docenten zich blijvend dienen te informeren over de ontwikkelingen in de beroepspraktijk, zodat er parallellen ontstaan tussen hoe studenten het vak leren aan de ene kant en hoe docenten studenten begeleiden aan de andere kant. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de docenten uiteenlopende contacten onderhouden met de beroepspraktijk. De contacten zijn breed gespreid en op meer doelen gericht. Er zijn contacten met gastdocenten, de WAR, externe deskundigen die
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
27/55
aanwezig zijn bij de toetsing, het landelijk overleg van de MiZ-opleidingen in Nederland en de alumni tijdens de alumnidagen die de opleiding organiseert. Verder voeren docenten contractactiviteiten uit in instellingen en bedrijven, zoals trainingen op het gebied van coaching, functioneringsgesprekken en teambuilding. Vier docenten hebben een eigen bedrijf. Twee docenten voeren een promotieonderzoek uit, twee docenten zijn betrokken bij het lectoraat Gerontologie en één docent is betrokken bij het lectoraat Vermaatschappelijking in de Zorg. Voor alle contacten en werkzaamheden geldt dat ze bruikbare informatie opleveren voor het onderwijs. De studenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, lieten zich overwegend positief uit over de beroepsgerichtheid van de docenten. Het panel zag de uitspraken van de studenten bevestigd in de evaluaties van de opleiding en in de studentenenquêtes.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criterium: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Tijdens de visitatieperiode studeerden bij de opleiding MiZ 196 studenten, 84 in Breda en 112 in Eindhoven. In Breda werkten 7 docenten (4,15 fte), in Eindhoven 7 (3,5 fte). De docent-student ratio op beide locaties was 1:32. Het ziekteverzuim is laag. Het verzuimpercentage op beide locaties schommelt al enige jaren rond 4%. In Breda was het verzuim in 2006 enige tijd hoger door langdurige ziekte van een van de docenten. Een zieke docent wordt altijd vervangen. Uit evaluaties in Eindhoven en in Breda en uit de tevredenheidsonderzoeken die Avans en Fontys elke twee jaar uitvoeren, blijkt dat de studenten positief oordelen over de manier waarop ze door de docenten worden bejegend. Ze zijn tevreden over de bereikbaarheid van hun docenten. Zij kunnen altijd een beroep op hen doen en vragen worden tijdig en adequaat beantwoord. De docenten vertelden het panel tijdens het bezoek dat de werkdruk in de opleiding hoog is, maar dat ze genoeg tijd hebben voor hun werk. Het panel constateert dat de opleiding voldoende personeel inzet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te realiseren.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criterium: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
28/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het doel van de opleiding MiZ is dat op beide locaties een docententeam actief is dat beschikt over de juiste inhoudelijke, didactische en organisatorische competenties om goed onderwijs te verzorgen, dat studentvriendelijk is en een inspirerende leeromgeving mogelijk maakt. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding in deze opzet slaagt. Tijdens het bezoek uitten de studenten van beide locaties hun tevredenheid over de kwaliteit van de docenten, niet alleen op vakinhoudelijk maar ook op didactisch terrein. De docenten zijn volgens de studenten bovendien voldoende op de hoogte van de gang van zaken en de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Het positieve oordeel van de studenten over de docenten komt ook naar voren in de evaluaties van de opleiding en de studenttevredenheidsonderzoeken van Avans Hogeschool en Fontys Hogescholen. Alle docenten komen in aanmerking voor scholing en deskundigheidsbevordering. In Eindhoven worden afspraken over deskundigheidsbevordering en scholing gemaakt tijdens de contracteringsgesprekken die jaarlijks worden gevoerd. Uitgangspunt in de contracteringsgesprekken is het teamprofiel waarin de beoogde domeindeskundigheid en de pedagogische en didactische deskundigheid van de docenten zijn beschreven. Op elk contracteringsgesprek volgen na enige tijd een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek waarin de balans wordt opgemaakt. De docenten presenteren zich in de beoordelingsgesprekken aan de hand van een zogeheten docentenportfolio. Hierin zijn een curriculum vitae en een overzicht van specifieke scholingsactiviteiten opgenomen. In Breda voeren docenten met hun leidinggevende eenmaal per jaar een functioneringsgesprek. Tijdens dit gesprek komen het functioneren, de ontwikkelingsdoelstellingen, loopbaanwensen, werkdruk en inzetwensen van de betrokken docent aan de orde. Leidend in het gesprek is het persoonlijk ontwikkelingsplan van de docent. Na enige tijd volgt een beoordelingsgesprek. De opleiding organiseert regelmatig scholingsbijeenkomsten voor alle docenten. Onderwerpen waaraan in de achterliggende jaren aandacht is besteed, zijn onder meer teamontwikkeling met Eindhoven, competentiegericht onderwijs en het concept van resultaatverantwoordelijke teams dat in Breda is ingevoerd. De opleiding stimuleert docentstages. Deze hebben vooral plaats in de vorm van werkplekstages en externe opdrachten in het werkveld.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criterium: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
29/55
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding MiZ voert het studieprogramma op twee locaties uit. In Breda in één van de gebouwen van Avans Hogeschool en in Eindhoven in een gebouw van de Fontys Hogescholen. Breda Avans Hogeschool heeft gebouwen in Breda, s-Hertogenbosch en Tilburg. In Breda is de opleiding gehuisvest in het gedeeltelijk nieuw gebouwde en deels verbouwde gebouw aan de Hogeschoollaan. In het gebouw heeft de academie voor Gezondheidszorg een eigen vleugel. Het panel heeft tijdens een rondleiding door het gebouw vastgesteld dat de huisvesting en de materiële voorzieningen die de opleiding de studenten en medewerkers biedt, toereikend zijn om het studieprogramma te realiseren. Er zijn in het gebouw: o voorzieningen ten behoeve van het onderwijs, zoals onderwijsruimtes van gangbaar formaat en kwaliteit, theorieruimten die zijn voorzien van conventionele en/of digitale projectieapparatuur, projectkamers, PC-lokalen en practica; o voorzieningen die het leren van studenten ondersteunen, zoals ict-voorzieningen, audiovisuele middelen en Xplora; o voorzieningen voor communicatie en informatie, zoals het informatieblad, Internet, intranet en Blackboard; en o voorzieningen voor sociale borging, zoals BREss, de BREdase Studenten Sportstichting. Xplora is de nieuwe leer- en werkomgeving van Avans Hogeschool. Het concept Xplora is uitgedacht in verband met de invoering van de onderwijsvisie van de Hogeschool. In deze visie staan leren-leren en competentiegericht onderwijs centraal. In Breda is Xplora ondergebracht in een drie etages tellend transparant en druppelvormig gebouw. De opening was in oktober 2007. De officiële openingshandeling is verricht door de voorzitter van de HBO-raad. In Xplora vinden de studenten onder meer de mediatheek, een televisiestudio, een internetcafé en een ontspannings- en ontmoetingsruimte. Verder vinden de studenten er individuele en groepswerkplekken, stilteplekken en vergaderplaatsen. In Breda biedt Xplora plaats aan 1200 studenten. De openingstijden zijn ruim, Xplora is dagelijks in bedrijf, van maandag tot en met zaterdag. De mediatheek is uitgerust met een ruime hoeveelheid informatiedragers, zoals boeken, tijdschriften, scripties, digitale bestanden en audio visuele materialen. Bovendien beschikt de mediatheek over internetverbindingen met diverse universiteitsbibliotheken en literatuur-, kranten- en tijdschriftenbestanden in binnen- en buitenland. Tijdens het bezoek vertelde een medewerker van de mediatheek dat studenten en medewerkers in toenemende mate gebruik maken van deze digitale informatie. Selectie, aanschaf, ontsluiting en beschikbaarstelling van informatiebronnen gebeurt in nauw overleg met de academies en de opleidingen. Docenten nemen een actieve plaats in binnen Xplora en kunnen ter plekke groepjes studenten begeleiden. Informatieadviseurs adviseren bij het zoeken naar informatie voor
30/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
studieopdrachten en multimediamedewerkers helpen bij het voorbereiden van presentaties en mogelijke andere producties. Avans biedt de studenten PC-werkplekken aan in een verhouding van 1 pc op 8,6 studenten (landelijk 1:9,6). Het softwareaanbod bestaat uit de algemene kantoor- en internetapplicaties en circa 600 onderwijsgerelateerde applicaties. De Hogeschool beschikt over een eigen Intranet en voor afstandsleren over het Blackboard system. In verband met de verhuizing naar het nieuwe gebouw zijn er nog geen evaluatieresultaten waaruit opgemaakt kan worden hoe de MiZ-studenten oordelen over de faciliteiten in de nieuwe huisvesting en over Xplora. Uit het Avans Studententevredenheidsonderzoek 2006 blijkt dat studenten overwegend tevreden zijn met huisvesting, ict en overige voorzieningen in het oude gebouw. Eindhoven In Eindhoven wordt de opleiding MiZ uitgevoerd in een gebouw aan de Ds. Theodoor Fliednerstraat. Het gebouw beschikt over grote en kleine onderwijsruimten, collegezalen, ruimten voor vaardigheidstrainingen en kantoren voor de docenten Uit evaluaties van de opleiding en de Fontys Studentenenquête blijkt dat de studenten de huisvesting en de voorzieningen waarderen. Er zijn voldoende computers.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Goed
Criterium: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het beleid over de studieloopbaanbegeleiding in de opleiding MiZ is vastgelegd in de notitie Studieloopbaanbegeleiding binnen de faculteit Gamma (2003). Het beleid is uitgewerkt in het Opleidingskader MiZ, de praktijk is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling. De studieloopbaanbegeleiding die de opleiding haar studenten biedt, heeft vier functies: het bevorderen van de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de studenten, het registreren en bespoedigen van de studievoortgang, het begeleiden van individuele problemen en het ondersteunen van het leerklimaat. Uitgangspunt bij de begeleiding is dat studenten de beoogde competenties actief verwerven. Op school door het uitvoeren van deel- en leertaken, deelname aan colleges en trainingen en door het maken van beroepsproducten. In de beroepspraktijk door het werk dat zij doen en het uitvoeren van leeractiviteiten. De studenten beschrijven aan het begin van elk studiejaar in een persoonlijk ontwikkelingsplan welke leeractiviteiten zij in hun werkpraktijk willen ondernemen. Zij bespreken dit plan met de studieloopbaanbegeleider en de praktijkcoach.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
31/55
Praktijkcoaches begeleiden de studenten in de praktijk. Een praktijkcoach kan de direct leidinggevende zijn van de student, maar ook een andere functionaris. De student zoekt zelf een praktijkcoach. De opleiding verstrekt informatie over de rol van de praktijkcoach en organiseert jaarlijks twee informatie- en scholingsbijeenkomsten voor de coaches. Uit evaluaties naar aanleiding van deze bijeenkomsten blijkt dat de coaches tevreden zijn over het rendement van deze bijeenkomsten. Aan het eind van elke periode van tien weken bespreken de studenten in de werkplaats hun voortgang in de studie en hun competentieontwikkeling. In hun portfolio verzamelen de studenten daarvan de bewijzen. In de werkplaats werken de studenten deze bewijzen uit. De groepsdocent helpt de studenten zelfreflectie en evaluatieresultaten om te zetten in actief studiegedrag. De studenten met wie het panel tijdens het visitatiebezoek heeft gesproken, lieten zich positief uit over de begeleiding die zij krijgen. De grootste waarde van de begeleiding schuilt voor hen in de vraag van de docenten om in de werkplaats te reflecteren op studie- en beroepservaringen en daar betekenis aan te geven. Zij vinden dat de werkplaats hun ontwikkeling stimuleert. Eenzelfde beeld komt naar voren in de evaluaties van de opleiding en in het Avans studenttevredenheidsonderzoek 2006. Bij studiebelemmerende problemen die niet passen binnen het kader van de reguliere studieloopbaanbegeleiding kunnen de studenten een beroep doen op de studentendecaan, de studentenpastor en/of de Avans vertrouwenspersoon. Tijdens iedere onderwijsperiode kunnen de studenten voor hulp bij het uitvoeren van de leertaken een beroep doen op de vakdocenten. De vakdocenten coachen de studenten, geven feedback op gemaakt werk en individuele taakvervulling. De informatie die de studenten nodig hebben om hun studie probleemloos te doorlopen, is opgeslagen in diverse documenten, zoals de onderwijsmappen, de onderwijs- en examenregeling en de studiegids. De studenten kunnen deze documenten via Blackboard ophalen en kopiëren. Ook mededelingen, inschrijfformulieren voor toetsen en herkansingen, uitslagen van toetsen, beoordelingen en roosterwijzigingen worden via Blackboard verspreid. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat Blackboard goed loopt. Het programma is toegankelijk en up-to-date.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criterium: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Avans Hogeschool heeft het kwaliteitsbeleid vastgelegd in twee documenten: Kwaliteit is van iedereen (2004) en Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2004). Het beleid
32/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
strekt zich uit over de bestuurlijke processen, de onderwijsuitvoeringsprocessen en de voorzieningen Als systeem is gekozen voor het INK-managementmodel. Daarnaast wordt gewerkt met de Balanced Score Card (BSC). De daarin gehanteerde prestatieindicatoren worden onderverdeeld in een financieel, een innovatie- een klant- en een intern perspectief. De BSC wordt vooral gebruikt als rapportagemodel. De voortgang in de academies wordt gevolgd door kwartaalrapportages aan de raad van bestuur. Het kwaliteitszorgsysteem maakt deel uit van de totale planning- en controlcyclus van de hogeschool, gebaseerd op strategische en jaarplannen. Bij de aansturing van de academies speelt de afdeling Beleidsevaluatie en Control (BE&C) een ondersteunende rol. De regie op de kwaliteitszorg is in handen van de Stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg. Avans verwacht van de academies dat deze beschikken over een eigen kwaliteitszorgbeleidsplan, een kwaliteitshandboek en kwaliteitsplannen per opleiding (meerjaren en jaarlijks). Richtlijnen en uitgangspunten daarvoor staan in de notitie Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk. De academie Gezondheidszorg heeft in 2004 het Kwaliteitsbeleidsplan AGZ opgesteld. Op basis van dit beleidsplan stelt de opleiding MiZ jaarlijks een Kwaliteitsjaarplan op. Verantwoordelijk voor de opzet en de uitvoering van het kwaliteitsjaarplan is de opleidingsspecifieke commissie kwaliteitszorg. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de opleiding MiZ beschikt over een adequaat en goed werkend systeem van interne kwaliteitszorg. Zij voert op gezette tijden evaluaties uit over het studieprogramma en de organisatie, zoals evaluaties onder studenten van onderwijseenheden en van de werkplaats. Daarnaast zijn er specifieke metingen, zoals het alumnionderzoek en metingen die Avans Hogeschool uitvoert, zoals het studenttevredenheidsonderzoek, het onderzoek betreffende werkgeversaantrekkelijkheid en accreditatiemetingen, zoals audits en systematische controles op de aanwezigheid van documenten. De tevredenheidsonderzoeken onder medewerkers en studenten worden elke twee jaar uitgevoerd. De opleiding richt zich niet alleen op uitkomsten van eigen en hogeschoolbrede metingen, maar doet ook mee aan de HBO-Monitor. In het Kwaliteitsjaarplan 2006-2007 dat tijdens het bezoek ter inzage lag, beschrijft de opleiding per evaluatie wanneer deze wordt uitgevoerd, wat de doelen zijn en de te meten indicatoren, wie de doelgroep is, wie verantwoordelijk is voor de uitvoering en hoe de verbetercycli zijn ingericht. Voor de eigen evaluaties gebruikt de opleiding gesloten vragen, voor de beantwoording gebruikt zij vijfpuntsschalen. Algemene streefnorm is een gemiddelde score van 3,0 of hoger. Een gemiddelde score lager dan 3,0 of een opvallende trendbreuk, bijvoorbeeld een terugval van 4,2 naar 3,2 is aanleiding voor nadere analyse en aandacht. Aan het eind van het studiejaar, als alle metingen zijn uitgevoerd en de resultaten binnen zijn, schrijft de MiZ-kwaliteitscommissie een kwaliteitsjaarverslag. Eventuele verbeteracties worden opgenomen in het jaarplan van het volgende jaar. Het visitatiepanel heeft tijdens het bezoek de ter inzage gelegde kwaliteitsjaarplannen, evaluatie-instrumenten, kwaliteitsjaarverslagen bestudeerd en vastgesteld dat de opleiding het door de academie AGZ geformuleerde kwaliteitsbeleid methodologisch verantwoord uitvoert. De metingen die worden uitgevoerd leveren volgens het panel
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
33/55
voldoende representatieve en betrouwbare gegevens op, waardoor gericht verbeterbeleid mogelijk is. Het oordeel is goed.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criterium: - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De uitkomsten van de hogeschoolbrede tevredenheidsonderzoeken, de HBO-Monitor, audits, visitaties en evaluaties leiden waar nodig tot verbetermaatregelen. De lijnen waarlangs verbeteringen worden doorgevoerd zijn vastgelegd in het Kwaliteitsbeleidsplan AGZ (2004) en worden door de opleiding MiZ uitgewerkt in kwaliteitsjaarplannen. Over de jaarplannen praat de opleiding met de studenten, de medewerkers en de directie van de academie voor Gezondheidszorg. De opleiding onderscheidt kort cyclische en lang cyclische verbeteracties. Verbeteringen op basis van evaluaties in het kader van de kortlopende cyclus worden meestal in het volgende studiejaar uitgevoerd. In het Startdossier staat een overzicht van kort cyclische verbeteractiviteiten, die in de achterliggende jaren zijn gerealiseerd. Hierin is vermeld om welke verbeteringen het gaat, waar verbeterresultaten zijn te vinden, indien die al zichtbaar zijn en wie betrokken waren bij de verbeteringen. Het panel heeft enkele verbeteringen bekeken en geconstateerd dat de achterliggende gegevens traceerbaar zijn. Voorbeelden van kort cyclische verbeteringen zijn: een studiedag over toetsen en beoordelen, in het verlengde daarvan de bijstelling van toetsen en onderwijseenheden en verbetering van de feedback; uitbreiding van de WAR en van het aantal gastsprekers; de revisie van het takenboek en verbetering van de inhoudelijke samenhang binnen het studieprogramma. Een voorbeeld van een langcyclische verbeteractie is de uitvoering van de aanbevelingen uit de visitatie van de kaderopleiding in 2001. De kaderopleiding, de voorloper van de opleiding MiZ, is in 2002 gevisiteerd. Een door de HBO-raad ingestelde commissie bezocht alle hogescholen met een kaderopleiding, sprak met betrokkenen, beoordeelde de kwaliteit en legde het oordeel vast in het rapport Met zorg gewogen (2002). De opleiding geeft in het Startdossier een overzicht van de aanbevelingen van de visitatiecommissie, de acties die men heeft ondernomen en wat de uitkomsten ervan zijn. Voorbeelden zijn: de systematisering van de studieloopbaanbegeleiding, aanscherping van het toetsbeleid, verbetering van de ict-voorzieningen, uitbreiding van de beroepsgerichte literatuur in de mediatheek en regelmatige herhaling van het onderzoek onder afgestudeerden. Een ander voorbeeld van een langcyclische verbeteractie is de evaluatie van de opleiding MiZ. De opleiding MiZ is in september 2005 ingevoerd. De opleiding onderzoekt sindsdien systematisch of het programma en de organisatie voldoen aan de vooraf gestelde eisen. Zij organiseert verbeteracties als blijkt dat dit niet zo is. Voorbeelden van op gang gebrachte verbeteringen zijn: bijstelling van de minorcatalogus; ontwikkeling van
34/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
een minor die studenten doorstroommogelijkheden verschaft naar een verwante master en verbreding van instroommogelijkheden voor studenten zonder zorgervaring en/of zorgachtergrond. Tijdens het bezoek bleek dat de opleiding in januari 2008 tijdens een studiedag praat over de toekomstige manager in de zorg. De uitkomsten van deze studiedag zijn de basis voor de te ontwikkelen Toekomstvisie MiZ 2012. Aanwezig tijdens de studiedag zijn docenten, studenten en leden van de werkveldadviesraad.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Goed
Criterium: - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat studenten, medewerkers, alumni en het afnemende werkveld actief bij de interne kwaliteitszorg zijn betrokken. De medewerkers van de opleiding zijn direct betrokken bij de kwaliteitszorg door middel van teamvergaderingen, vergaderingen van de medezeggenschapsraad, interne audits van de Hogeschool, de examencommissie, functioneringsgesprekken met de directie en personeelsenquêtes. De opleiding betrekt de studenten bij haar interne kwaliteitszorg door middel van diverse steeds terugkerende evaluaties over het onderwijs, de organisatie en de voorzieningen, door deelname aan vergaderingen van de opleidingscommissie en het Avans studenttevredenheidsonderzoek. Uitslagen van evaluaties kunnen de studenten inzien via Blackboard. Het panel merkt op dat de respons op het tevredenheidsonderzoek van Avans Hogeschool onder studenten erg laag is. Het afnemende werkveld is betrokken bij de interne kwaliteitszorg via de WAR en door de aanwezigheid als externe deskundige bij de toetsing. De WAR bestaat uit leden die afkomstig zijn uit werkterreinen waarop afgestudeerden van de opleiding actief zijn, zoals de AGZ, de thuiszorg, de GGZ en de kinderopvang. Gezocht wordt nog naar vertegenwoordigers van zorgverzekeraars en de jeugdhulpverlening. Het panel oordeelt positief over de samenstelling van de WAR. Alle relevante werkvelden zijn erin vertegenwoordigd. Bovendien is in de WAR naast praktische denkkracht ook strategische denkkracht aanwezig. De afgestudeerden worden betrokken bij de interne kwaliteitszorg via de tweejaarlijkse alumni-enquêtes en de jaarlijkse terugkomdag van alumni. Oud studenten worden door de opleiding ook gevraagd om als gastspreker op te treden. Het panel stelt vast dat de opleiding zich inspant relevante doelgroepen actief te betrekken bij de interne kwaliteitszorg. Het oordeel is goed.
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
35/55
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Voldoende
Criterium: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De bacheloropleiding Management in de Zorg leidt studenten op tot startbekwame leidinggevenden in de zorg, welzijn en dienstverlening. Avans Hogeschool voert de opleiding MiZ in één variant uit: deeltijd. De vierjarige bacheloropleiding is in 2005 gestart als opvolger van de vroegere tweejarige middenmanagement opleiding gezondheidszorg. Voor de opleiding MiZ is een nieuw studieprogramma ontwikkeld dat vanaf 2005 jaar na jaar wordt ingevoerd. De eerste afgestudeerden die het nieuwe programma volledig hebben doorlopen, melden zich in de loop van het studiejaar 2007-2008 op de arbeidsmarkt. Het studieprogramma van de opleiding MiZ bestaat uit een basaal deel, een major en twee door de studenten te kiezen minors. De minors zijn in het laatste studiejaar gelegen. Uitgangspunt voor de inhoud en de vormgeving van het nieuwe studieprogramma zijn elf landelijk overeengekomen competenties. De opleiding MiZ van Avans Hogeschool heeft nog geen afgestudeerden. Hierdoor zijn er nog geen oordelen van afgestudeerden en hun werkgevers over het tijdens de opleiding gerealiseerde kwalificatieniveau. In verband hiermee heeft het panel gekeken naar de beroepsproducten die de zittende studenten in de achterliggende jaren hebben gerealiseerd en de wijze waarop de opleiding borgt dat de studenten de elf beoogde competenties kunnen verwerven. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de opleiding voor de borging van het kwalificatieniveau vier instrumenten inzet: (1) een inzichtelijk proces van onderwijsontwikkeling, (2) de toetsing en de beoordeling van door de studenten tijdens hun studie gerealiseerde beroepsproducten en andere geleverde prestaties, (3) deelname van de studenten aan de werkplaats, waarin zij reflecteren op hun werkzaamheden in de beroepspraktijk en de invloed daarvan op hun competentieontwikkeling en (4) de onderzoeken en evaluaties waarin studenten, praktijkcoaches, leden van de werkveldadviesraad en medewerkers hun oordelen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs. Het panel vindt de beroepsproducten van tweede- en derdejaars studenten die zij heeft bestudeerd van voldoende kwaliteit. De opleiding heeft deze producten enkele weken voor het bezoek ter inzage gegeven. Voorbeelden van beroepsproducten zijn beleidsnotities, analyses, aanbevelingen en implementatieplannen. De producten zijn volgens het panel goed bruikbaar in de praktijk.
36/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Het panel heeft ook de door de opleiding bij het bezoek ter inzage gelegde portfolio s bestudeerd. In de portfolio s bespreken de studenten de ontwikkeling van hun leidinggevende vaardigheden. Het panel vindt de portfolio s duidelijk en functioneel. Het panel concludeert dat de opleiding ernaar streeft dat de eindkwalificaties die de studenten bereiken in overeenstemming zijn met de beoogde eindkwalificaties. De opleiding zet daarvoor de vier hierboven genoemde instrumenten in. De producten die de studenten tot nu toe hebben gerealiseerd, zijn van voldoende kwaliteit en bruikbaar in de beroepspraktijk. Het panel beoordeelt dit facet voldoende.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De deeltijdse bacheloropleiding MiZ van Avans Hogeschool is in 2005 officieel uit de startblokken gekomen. De opleiding heeft de volgende kwantitatieve beleidsdoelstellingen geformuleerd: o de gemiddelde studieduur van geslaagden is < 48 maanden; o uitvallers hebben een gemiddelde verblijfsduur van < 1 jaar; o aantal geslaagden uit postpropedeuse >75% binnen vier jaar; >85% binnen vijf jaar. De opleiding sluit met deze streefcijfers aan bij de streefnormen van de academie voor Gezondheidszorg. Het panel vindt de cijfers duidelijk, maar niet ambitieus. Tussen september 2005 en september 2007 zijn vijf groepen met de opleiding begonnen. De opleiding beschikt door de betrekkelijk korte duur die zij bestaat over weinig rendementsgegevens. De beschikbare gegevens zijn hieronder in een schema samengevat. o MiZ Deeltijd Maand/jaar Instroom Breda Studie gestaakt sept 2005 24 2 (8%) febr 2006 18 5 (28%) sept 2006 41 9 (22%) febr 2007 19 1 (5%) sept 2007 43 0 (0%) Maand/jaar sept 2005 febr 2006 sept 2006 febr 2007 sept 2007
Instroom Eindhoven 57 23 58 39 40
Studie gestaakt 9 (16%) 3 (13%) 13 (22%) 7 (18%) 1 (3%)
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
37/55
Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de opleiding instroom- en uitstroomgegevens verzamelt en registreert. Het panel beoordeelt het facet voldoende.
38/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
39/55
Bijlage 1:
40/55
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
41/55
42/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
43/55
44/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: De heer drs. L. Koekebakker
Panellid student: Mevrouw M.S. Harmsen
Panellid domein: Mevrouw L.G. Jansen-de Ruijter
Panellid domein: Mevrouw drs. M.W. Mulder -van der Stoel MA
Deskundigheid cf. Protocol VBI s; 22 augustus 2005
X X
X
X
X
De panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Panellid mevrouw M.W. Mulder-Van der Stoel MA Mevrouw Mulder is ingezet vanwege haar werkvelddeskundigheid. Zij heeft reeds 35 jaar ervaring binnen het domein Management in de Zorg. Mevrouw Mulder heeft eerder deelgenomen aan visitatiecommissies en heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek. Zij is daarnaast voor deze visitatie aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1968 1972 1984 1986 1987 1988 1989 1990 1990 1991 1998 2000
A-verpleegkundige Opleiding docent verpleegkunde Kaderopleiding gezondheidszorg Tweedegraads lerarenopleiding Verpleegkunde Eerstegraads lerarenopleiding Master in Educational Management
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
45/55
Werkervaring: 1972 1976 1976 1985 1985 1993 1993 2000 2001 2005 2005 heden
Leidster-docente kraamcentrum Verpleegkundige obstetrie/gynaecologie Cursusleidster specialistisch verpleegkundige opleiding Hoofd opleidingen verplegingsdienst in alg. ziekenhuis Trainer/adviseur bij bureau G&D, innovatie, advies en training Hoofd afdeling Zwangeren en polikliniek Gynaec
Panellid Mevrouw L.G. Jansen-de Ruijter Mevrouw Jansen is ingezet vanwege haar expertise op het gebied van opleiden en leren in de gezondheidszorg, waarbinnen zij een functie als manager opleiding en ontwikkeling bekleedt. Daarnaast heeft zij ervaring met het opzetten en ontwikkelen van een HBO-V en een inservice opleiding voor radiodiagnostisch laborant. Mevrouw Jansen heeft uit opleiding en werkervaring kennis van het accreditatiesysteem. Voor deze visitatie is mevrouw Jansen aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1976 1982 1982 1984 1984 1988 1990 1991 1996 1998 1998 2000 2002 2003 2004 2005 - 2007
MAVO/HAVO Fysiotherapie Inservice verpleegkunde Management voor Middenkader 2e graads Lerarenopleiding Verpleegkunde 1e graads Docentenopleiding Gezondheidszorg Propedeuse Toegepaste Onderwijskunde Management Development Leergang Trainer Sociale en Communicatieve vaardigheden NLP practitioner, master en mastercoach
Werkervaring: 1984 1990 1990 1992 1992 1996 1996 1999 1999 2002 2002 2006 2006 2004
Verpleegkundige Verpleegkundig teamleider Gespecialiseerd verpleegkundige Opleider/docent Opleidingsadviseur Manager Beroepsopleidingen (Inservice opleidingen Medisch Ondersteunende Beroepen) heden Manager Opleiding & Ontwikkeling heden Trainer & Coach
Student panellid mevrouw M.S. Harmsen Mevrouw Harmsen is ingezet als studentpanellid. Zij studeert post bachelor Zorgmanagement en heeft naast haar studie al enige werkervaring opgedaan. Mevrouw Harmsen beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij zorgmanagement. Mevrouw Harmsen is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
46/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Opleiding: 1990 1994 1994 1997 1997 2001 2007 2008
MAVO HAVO HBO-V Post-bachelor zorgmanagement
Werkervaring: 2002 2005 2005 2006 05/06 07/06 08/06 03/07 03/07 heden
Altrecht, verpleegkundige Centrum Maliebaan, coördinerend verpleegkundige Stichting Rivierduinen, coördinerend verpleegkundige Altrecht, verpleegkundige SBWU, persoonlijk begeleider
Panellid de heer drs. L. Koekebakker De heer Koekebakker is voornamelijk ingezet vanwege zijn onderwijsdeskundigheid, op grond van zijn opleiding en zijn ervaring als docent en onderwijskundige bij Saxion Hogescholen. Op grond van zijn opleiding en zijn werkervaring, alsmede door zijn veelvuldige inzet bij visitatietrajecten, heeft de heer Koekebakker visitatiedeskundigheid bij uitstek. De heer Koekebakker heeft bovendien deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Opleiding: 1961 1966 1977 1984 1990
Mulo Volledig bevoegd onderwijzer MO-A pedagogiek MO-B pedagogiek Doctoraal onderwijskunde
Werkervaring: 1967 1970 1970 1974 1974 1981 1981 1991 1991 2001 2001 heden 2005 2006
Onderwijzer lager onderwijs in Amsterdam Leraar lager beroepsonderwijs in Amsterdam Leraar middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam Leerplanontwikkelaar, Instituut voor Leerplanontwikkeling (SLO) in Enschede Docent en Onderwijskundige bij diverse opleidingen van Saxion Hogescholen Auditor bij HBO-raad en NQA Onderwijskundige bij Saxion Hogescholen, bij diverse opleidingen
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
47/55
48/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
08.30
11.00 uur
Aankomst panel en ontvangst Materiaalbestudering en paneloverleg
visitatiepanel
11.00
11.45 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
opleidingsmanagement
11.45
12.45 uur
Gesprek met studenten
representatieve groep studenten, verspreid over studiejaren
12.45
13.15 uur
Lunch en paneloverleg
13.15
13.45 uur
Rondleiding
visitatiepanel
13.45
14.45 uur
Gesprek met docenten
representatieve groep docenten, verspreid over vakken en specifieke taken
14.45
15.45 uur
Gesprek met werkveld
leden WAR
15.45
17.00 uur
Materiaalbestudering en paneloverleg
visitatiepanel
17.00
17.30 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement
opleidingsmanagement
17.30
17.45 uur
Afsluitend paneloverleg Vertrek
visitatiepanel
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
49/55
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Materiaal bij het Positiedocument In alfabetische volgorde per onderwerp. Onderwerp 1 Doelstellingen Businessplan 2006 AGZ, 2005 Convenant van samenwerking Avans-Fontys inzake de gezondheidszorgopleidingen, 10 maart 2006 FOCUS op Onderwijs en Kwaliteit, 2002 Management in de Zorg en Dienstverlening, Beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties, 2004 Meerjarenbeleidsplan Avans Hogeschool 2003-2006, 2003 Meerjarenbeleidsplan Avans Hogeschool 2007-2010, 2006 Ontwikkelingsplan AGZ 2005-2008/Jaarplan 2005 Strategisch Beleid Faculteit Gamma 2001-2004, 2001 Onderwerp 2 Programma Avans Hogeschool verbindt mensen, creëert kennis, 2007 De HWB beweegt! Dienstverleningsconcepten/productencatalogus LIC FOCUS op Onderwijs en Kwaliteit, 2002 Meerjarenbeleidsplan Avans Hogeschool 2003-2006, 2003 Notitie Beleidskader bacheloropleidingen, 2004 Onderwijsvisie Avans Hogeschool, 2003 Opleidingskader Management in de Zorg, 2006-2007 en 2007-2008 Strategisch Beleid Faculteit Gamma 2001-2004, 2001 Onderwerp 3 Inzet van Personeel Meerjarenbeleidsplan Avans Hogeschool 2003-2006, 2003 Meerjarenformatieplan 2006-2009 Personeelsbeleid Fontys Hogeschool Verpleegkunde 2004-2009, 2004 Personeelsbeleidsplan 2005-2008 AGZ Breda, 2005 Onderwerp 4 Voorzieningen (Meer) ruimte voor onderwijs?, 1999 Beleidskader bacheloropleidingen, 2004 Bestuurlijk kader huisvesting De dialoog als fundament , 1999 Businessplan 2006 AGZ, 2005 Businessplan 2007 AGZ, 2006 Businessplan Leer- en Innovatiecentrum 2006-2009, 2005 Faculteit Gamma Beleidsdoelstellingen 2003, Rapportage realisering tot november 2003, 2003
50/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Faculteit Gamma Beleidsdoelstellingen, 2003 Inrichting van het leercentrum, 2005 Meerjarenbeleidsplan Avans Hogeschool 2003-2006, 2003 Notitie van de portefeuillehouder Huisvesting, 2000 Onderwijsvisie Avans Hogeschool, 2003 Ontwikkelingsplan 2005-2008 AGZ/Activiteitenplan 2005, 2004 Opleidingskader Management in de Zorg Product- en Dienst Catalogus, 2005 Producten- en Dienstencatalogus DIF Programma van eisen Rapportage realisering tot november 2003 Strategisch Beleid Faculteit Gamma 2001-2004, 2001 Studieloopbaanbegeleiding in een competentiegerichte leeromgeving, 2003 Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie, Voorzieningen & Kwaliteitszorg, 2007 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg Businessplannen AGZ De besturing van de nieuwe organisatie van Avans Hogeschool - Besturingsmodel, 2004 Kaderbrief 2007 Kwaliteit is van iedereen Kwaliteitsbeleidsplan AGZ, 2004 Kwaliteitsjaarplannen Kwaliteitsjaarverslagen Managementrapportages AGZ (Marap s) Plan van Aanpak stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie, Voorzieningen & Kwaliteitszorg, 2007 Onderwerp 6 Resultaten Businessplannen AGZ De besturing van de nieuwe organisatie van Avans Hogeschool - Besturingsmodel, 2004 Kwaliteitsjaarplannen AGZ/MiZ Ontwikkelingsplan 2005-2008/Jaarplan 2005
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
51/55
Materiaal bij het Startdossier Onderwerp 1 Doelstellingen (Inter)nationaal Management in de Zorg en Dienstverlening, Beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties, 2004 Notitie LOK Symposium Bachelor of Health, 2007 Notulen LOK, overleg met branches, 2004 tot en met 2006 Onderzoek Hobéon Management Consult, 2003 Statuut LOK, 17 april 2007 MiZ Competentieprofiel procesmanagement Informatie over onderdeel 'De Werkplaats' Informatie over verdiepingscursus 'Persoonlijk management', Griekenland Internationalisering, a4-tje EEYMS, www.eeeyms.org Naar een leerplan voor de major Procesmanagement, 2004 Notulen Werkveldadviesraad MiZ Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleiding 2006-2007 Opleidingskader Management in de Zorg Studiegids 2006-2007 Verslag Regio-onderzoek Avans Onderwerp 2 Programma (Inter)nationaal LOK: generieke vrijstelling eerste studiejaar, 2007 Avans Beleidskader bacheloropleidingen, 2005 Meerjarenbeleidsplan Avans Hogeschool 2003-2006, 2003 AGZ/FHV Beleidskader PR&V Faculteit Gamma 2000 Businessplan 2006, AGZ Ontwikkelingsplan 2005-2008, Jaarplan 2005, AGZ Organisatorische kaders academie voor gezondheidszorg Toetsen in een competentiegerichte leeromgeving, 2003 Werving docenten en expertisebureau, 2004 MiZ Behaalde studentresultaten www.progress.nl Bijdrage DMCS aan accreditatie, 2005 Brief examencommissie ten aanzien van Proeve van Bekwaamheid propedeuse Competentieprofiel procesmanagement (Opleidingskader) Curriculumblauwdruk, 2004 Didactisch model binnen het competentiegerichte curriculum Document Praktijkcoaches
52/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Informatie Alumnidagen Informatie EVC-project Informatie leerstijlentest Informatie Praktijkcomponent Insights 360 graden feedbackinstrument Instructie simulatiemedewerkers Jaarplan 2005-2006 Lectoraat Vermaatschappelijking in de Zorg Lectoraat Gerontologie, 2004 Literatuurlijst 2005/2006/2007 Materiaal Studiedagen toetsing, 2005, 2007 Notitie Toetsbeleid Academie Gezondheidszorg, Management in Zorg, 2004 Onderwijsmateriaal Onderwijs- en Examenregeling, 2006-2007 Opleidingskader MiZ Overzicht Beoordelaars Overzicht Bezochte Instellingen Overzicht Gastsprekers Procedure Insights navigator Protocol Kwaliteitszorg Management in de Zorg Protocol toelatingsonderzoek Management in de Zorg Redeneren vanuit en over toetsen, 2004 Studiegids 2006-2007 en 2007-2008 Teammanifest RVE-3, 2006 Voorlichtingsbrochure 2006-2007 Werkplan 2004 Lectoraat Vermaatschappelijking in de Zorg Werkplan 2005 Lectoraat Gerontologie Werkplekscan Onderwerp 3 Personeel (Inter)nationaal Notulen LOK Avans Onderzoek Aantrekkelijke Werkgever, 2005 AGZ/FHV AGZ Businessplan 2006 (AGZ) Brief directie 2 juni 2005 (AGZ) FHV competentieprofielen (FHV) FHV gemeenschappelijke scholingsactiviteiten: EBP, PD, ALS (FHV) Informatie Interne didactische scholing (FHV) MARAP's (AGZ) Materiaal samenwerking SMART (FHV) Personeelsbeleidsplan (FHV) Personeelsbeleidsplan AGZ, 2005-2008 (AGZ)
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
53/55
MiZ Curriculum vitae teamleden Groeinotitie 2006 Nota Normen voor diverse onderwijstaken Notulen Werkveldadviesraad MiZ Overzicht Externe deskundigen Overzicht Gastsprekers Projectplan Associate Degree, 2006 Onderwerp 4 Voorzieningen Avans Sportprogramma 2006-2007 Studentenstatuut 2006-2007 Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie, Voorzieningen en kwaliteitszorg AGZ/FHV Bouwtekening nieuwbouw Faculteit Gamma Beleidsdoelstellingen, 2003 Rapportage realisering tot november 2003 Studieloopbaanbegeleiding binnen de Faculteit Gamma, 2003 Uitdagende leeromgeving, 2003 MiZ Begrotingsaanvraag 2007 Informatie Praktijkcoaches Onderwijs- en Examenregeling, 2006-2007 Opleidingskader MiZ Onderwerp 5 Kwaliteitszorg Avans Kwaliteit is van iedereen, 2004 Zelfevaluatierapport Instellingsaccreditatie, Voorzieningen en kwaliteitszorg AGZ/FHV Kwaliteitsbeleidsplan AGZ, 2004 Kwaliteitsjaarplan 2004-2005 AGZ, 2004 Kwaliteitsjaarplan 2005-2006 AGZ, 2005 Kwaliteitsjaarverslag 2004-2005 AGZ Procedure COP-gesprekken (FHV) Procedure POP-gesprekken, 2004 (AGZ) Taken commissie Kwaliteitszorg, 2005 (AGZ) MiZ Kwaliteitsjaarplan 2006-2007 MiZ, 2006 Materiaal OEH 6 (met bijstellen) Notulen werkveldadviesraad MiZ WAR Programma en verslagen studiedagen toetsing
54/55
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
Protocol Kwaliteitszorg MiZ Verslagen kwaliteitscommissie onder andere alumnionderzoek Visitatierapport Overzicht gebruikte evaluatie-instrumenten Alumnionderzoek 2002, 2004, 2006 Enquêtes opendag/infobijeenkomsten Evaluatieformulieren MiZ 2006/2007 Evaluatievragen extern deskundigen bij toetsen Fontys personeelsenquête Fontys Studentenenquête, 2004 Onderzoek oud studenten, vergelijking onderzoek 2004-2006, 2007 Resultatenbladen: Breda+Eindhoven, Breda, Eindhoven Studenttevredenheidsonderzoeken (STO), 2006 Visitatierapport, 2001 Onderwerp 6 Resultaten Avans AGZ Businessplan 2006 - streefdoelen MiZ Verslagen examenvergaderingen
© NQA - visitatie AVANS Hogeschool, bacheloropleiding Management in de Zorg (dt)
55/55