AVANS Hogeschool HBO-Bachelor Informatica Locatie Breda
Beperkte opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) September 2011
2/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Inleiding
Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo- bacheloropleiding Informatica Breda van AVANS Hogeschool. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel, dat door NQA in opdracht van AVANS Hogeschool is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding tot stand gekomen en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (6 december 2010) en het NQA Protocol 2011 voor de beperkte opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 9 juni 2011. Het visitatiepanel bestond uit: De heer dr. ir. J. van den Berg (voorzitter, domeindeskundige) De heer G.C.J.M. Nogarede, RON RI CIN (domeindeskundige) De heer drs. G.P. Bakema (domeindeskundige) De heer T.M.G.J. Bour (student panellid) Mevrouw drs. M.E. Voorthuis (auditor van NQA), trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2011. Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden. Utrecht, september 2011 Panelvoorzitter
Panelsecretaris
De heer dr.ir. J. van den Berg
Mevrouw drs. M.E. Voorthuis
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
3/55
4/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Samenvatting
Deze samenvatting beschrijft de belangrijkste bevindingen, overwegingen en conclusies over de beperkte opleidingsbeoordeling van de voltijd- en deeltijdvariant van de hbo-bachelor opleiding Informatica van Hogeschool Avans, locatie Breda. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties De voltijd- en de deeltijdvariant van de opleiding Informatica van de Academie voor ICT & Business (AIB) te Breda maken gebruik van het competentieprofiel voor de Bachelor of ICT, dat is opgesteld en vastgesteld door de landelijke Stichting HBO-I. Deze stichting participeert in Europese netwerken. Deelname hieraan heeft geresulteerd in een Europese standaard voor HBO-I competenties. Het zogeheten dimensiemodel van het HBO-I sluit aan bij het European e-Competence framework. De opleiding leidt studenten op tot Bachelor of ICT. De opleiding onderscheidt in aansluiting op het landelijke profiel de vijf domeincompetenties ‘analyse’, ‘advies’, ‘ontwerp’, ‘realisatie’ en ‘beheer’. Zij heeft deze competenties gerelateerd aan de Dublin descriptoren en aan vier architectuurlagen ‘gebruikersinteractie’, ‘bedrijfsprocessen’, ‘software’ en ‘infrastructuur’. De opleiding maakt geen gebruik van de vijfde architectuurlaag ‘hardware interfacing’. De architectuurlaag ‘bedrijfsprocessen’ krijgt (te) weinig aandacht. Het panel is van mening dat de beroepspraktijk kennis hiervan wenselijk vindt. Naast de domeincompetenties onderscheidt de opleiding vijf persoonlijke en ontwikkelingscompetenties, de zogeheten P&OC competenties: ‘samenwerken’, ‘communiceren’, ‘projectmatig werken’, ‘analyseren en oordeelsvorming’ en ‘omgevingsbewust denken en handelen’. De P&OC competenties lopen door het hele curriculum heen. Het meest expliciet worden deze competenties verworven in de P&OC training. De opleiding onderhoudt goede relaties met het werkveld. Zij overlegt regelmatig met de Raad van Advies over de actualiteit van de competenties en het afstudeerniveau. Het panel komt voor de voltijd- en de deeltijdvariant tot het oordeel voldoende op deze standaard. Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Het panel is positief over het competentiegerichte onderwijs en de vormgeving van het programma langs leerlijnen. Het onderscheid, dat in de opleiding wordt gemaakt tussen de beroeps- en de individuele profilering, draagt bij aan een duidelijke structuur. De opleiding wil zich profileren ten opzichte van andere Informatica opleidingen in Nederland door haar focus te leggen op softwareontwikkeling binnen administratieve- en bedrijfsprocessen. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding veel aandacht besteedt aan softwareontwikkeling, maar weinig of geen aandacht aan softwareontwikkeling in relatie tot
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
5/55
bedrijfsprocessen. Het panel vindt dit een gemis in het programma, gelet op de behoefte die hier volgens het panel in de beroepspraktijk aan is. Ook vindt het panel dat de opleiding (te) weinig aandacht besteedt aan onderzoeksvaardigheden, alsmede aan het vak metadatabeheer. De opleiding heeft haar curriculum in de afgelopen jaren vergeleken met Informatica opleidingen binnen en buiten Nederland, name met opleidingen in Duitsland en Frankrijk. Opvallende kenmerken van deze buitenlandse opleidingen zijn dat deze economischer en technischer zijn georiënteerd. Ook zijn deze opleidingen academischer dan de opleiding van Avans. Een ander opvallend verschil is dat de buitenlandse opleidingen hun eindkwalificaties niet hebben geformuleerd in competenties, zoals dat bij de opleiding van Avans het geval is. De opleiding zorgt er volgens het panel voor dat studenten zo weinig mogelijk belemmeringen ondervinden bij hun studievoortgang. Het systeem van studiebegeleiding werkt goed, met name door het onderscheid dat de opleiding maakt tussen inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij de persoonlijke ontwikkeling en studieloopbaanbegeleiding. Over de kwaliteiten van de docenten is het panel positief. Zij zijn inhoudelijk deskundig en didactisch voldoende onderlegd. De hogeschool en het instituut bieden voldoende bijscholingsmogelijkheden, bijvoorbeeld op het terrein van onderzoeksvaardigheden en het Engels. Docenten zouden in het kader van hun deskundigheidsbevordering meer betrokkenheid kunnen en moeten tonen bij het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden en de gang van zaken rond de ontwikkeling van de university of applied sciences. De opleiding beschikt volgens het panel over kwalitatief goede opleidingsspecifieke voorzieningen. Het panel komt voor de voltijd- en de deeltijdvariant tot het oordeel voldoende op deze standaard. Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten Het toetsbeleid van de opleiding is gebaseerd op dat van het instituut AIB. Dit beleid is begin 2011 herzien. Aanleiding hiervoor waren de onlangs doorgevoerde wetswijziging van de WHW en het feit dat vanaf september 2011 de hogeschool onder één instellingsbestuur is gebracht met één brinnummer. Voor de opleiding Informatica heeft dit tot gevolg gehad dat de Informatica-opleidingen in Den Bosch en Breda één OER en één examencommissie krijgen, die scherper zal toezien op de toetscriteria. Naast de examencommissie oefenen ook de onderwijscommissie en de opleidingscommissie controle uit op de kwaliteit van de toetsen en het eindniveau. De opleidingscommissie adviseert de directie over de toetsen en de opleidingscommissie controleert onder andere jaarlijks het OER en stelt momenteel normen op om aan het afstuderen te mogen beginnen. Het panel is tevreden over de wijze waarop de opleiding het toetsbeleid uitvoert en over de kwaliteit van de toetsen. Het management zorgt er volgens het panel voor dat de kwaliteit
6/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
van de toetsen in voldoende mate wordt gewaarborgd, onder andere doordat de examen-, de opleidings- en de onderwijscommissie nauw betrokken zijn bij de bewaking ervan. Het panel is in grote lijnen positief over de kwaliteit van de afstudeerproducten, maar plaatst hierbij wel enkele kanttekeningen. De eerste opmerking is, dat in de meeste werkstukken is gekozen voor een (puur) technische uitwerking van de opdracht. Weinig tot geen aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van software in relatie tot bedrijfsprocessen. Ook verantwoorden de studenten zich in de afstudeerverslagen te weinig voor de inhoudelijke keuzes die zij maken, zo heeft het panel vastgesteld. Het panel is van mening dat de opleiding bij de opzet en uitvoering van de opdrachten meer op deze aspecten zou moeten sturen. Ondanks deze kanttekeningen is het panel van mening dat studenten er blijk van geven dat zij de technische aspecten van het vak van softwareontwikkelaar goed beheersen. Op een enkele uitzondering na vindt het panel de producten van een hbo-bachelorniveau. Het panel vindt de aan de producten toegekende cijfers aan de hoge kant. Het panel komt voor de voltijd- en de deeltijdvariant tot het oordeel voldoende op deze standaard.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
7/55
8/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Inhoudsopgave
1
Basisgegevens van de opleiding
11
2
Beoordeling
15
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
15
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
17
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde resultaten
24
3
Eindoordeel over de opleiding
31
4
Aanbevelingen
33
5
Bijlagen
35
Bijlage 1:
Eindkwalificaties van de opleiding
37
Bijlage 2:
Overzicht opleidingsprogramma
39
Bijlage 3:
Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris
43
Bijlage 4:
Bezoekprogramma
48
Bijlage 5:
Bestudeerde documenten
50
Bijlage 6:
Overzicht bestudeerde afstudeerwerken
53
Bijlage 7:
Verklaring van correctheid en volledigheid van de informatie
55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
9/55
10/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Naam opleiding in CROHO Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichting Varianten Locatie
Informatica 34479 hbo bachelor 240 N.v.t. Voltijd en deeltijd Breda
Administratieve gegevens van de instelling 8. Naam instelling 9. Status instelling 10. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
AVANS Hogeschool Bekostigd De instellingsaccreditatie staat gepland voor het voorjaar 2013.
Inhoudelijke informatie over de opleiding Inhoudelijk profiel opleiding De bacheloropleiding Informatica is gericht op het ontwikkelen van bedrijfsproces ondersteunende software. Het betreft hier voornamelijk administratieve systemen. Deze software kan groot en complex van aard zijn. Het omvat een breed spectrum aan applicaties: stand-alone, webbased, mobiel en deze applicaties kunnen geïnstalleerd zijn op meerdere platformen. Om aan de wensen van de opdrachtgever te voldoen is het van belang dat er inzicht bestaat over de business. Op deze wijze sluit het informatiesysteem aan op de bedrijfsprocessen. Door goede communicatie met de klant worden de requirements eenduidig gedefinieerd. In een projectteam en gebruikmakend van een ontwikkelomgeving met bestaande software frameworks wordt de software gebouwd. Goede samenwerking is hierbij van belang. Hierbij worden elementaire software architecturen toegepast. Bij dit alles is er aandacht voor de gebruikersinteractie. De te gebruiken ontwikkelmethode en casetool sluiten aan bij de aard van het software project en er wordt een keuze gemaakt uit bestaande methoden, technieken en casetools. Beoogd werkveld alumni De meeste afgestudeerden van de opleiding Informatica werken in functies als ICT-consultant, informatieanalist, mediaspecialist, systeemontwikkelaar, applicatieontwikkelaar, implementatieconsultant, ICT service manager, testconsultant en webdeveloper. Werkzaamheden bestaan vooral uit het ontwerpen en ontwikkelen van software; afgestudeerden kunnen daarbij werkzaam zijn in alle fasen van een project.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
11/55
Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool Avans Hogeschool kent negentien academies en vijf ondersteunende diensten onder leiding van de Raad van Bestuur. De Academie voor ICT & Business verzorgt de opleidingen Bedrijfskundige Informatica en Informatica (voltijd en deeltijd) in Breda. In Den Bosch wordt tevens de opleiding Informatica (voltijd) aangeboden door de Academie voor Industrie & Informatica. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie De academie AIB komt voort uit een opsplitsing in 2008 van de Academie voor ICT en Media (AIM). De aanleiding voor de opsplitsing van AIM was onder meer dat de synergie tussen de opleidingen van de academie geringer was dan verwacht. Ontwikkelingen en wijzigingen die sinds de inrichting van de AIB zijn doorgevoerd zijn: • op orde brengen van personele formatie en investeren in de kwaliteit van personeel; • doorvoeren van een onderwijsvernieuwingtraject; • doorlichten van interne werkwijzen; • opzetten van kwaliteitsbeleid en borging daarvan; • verbeteren van studieloopbaanbegeleiding; • aanstellen van een studieadviseur; • investeren in het netwerk met het beroepenveld en alumni; • instellen van onderwijscommissie; • inrichten van examencommissie; • regelmatige studiedagen opleiding; • opstellen van de competentiematrix; • invoeren leerlijnen en invullen leerlijnmatrix; • aanscherping afstudeercriteria. Kwantitatieve gegevens over de opleiding Het totale aantal studenten van de Academie ICT & Business (AIB), waartoe de opleiding Informatica behoort is in 2011 624. In 2009 stonden er 275 voltijdstudenten en 60 deeltijdstudenten bij de opleiding Informatica ingeschreven. In 2011 waren dat 193 voltijd en 60 deeltijdstudenten. De totale omvang aan fte van het instituut is 33,3 fte. De docent-student ratio was per 1 september 201 1:26,3. Het aantal docenten van de opleiding Informatica is negen. De opleiding Informatica heeft naast de Nederlandstalige variant ook een kleine Engelstalige leerroute en de zogenoemde ESAIP route (Ecole Superieure Angevine d’Informatique et de Productique). Deze beide leerroutes zijn klein van omvang en hebben dit jaar geen studenten. Het managent verwacht dat de Engelse variant volgend jaar wel weer enige inschrijvingen heeft.
12/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Het gemiddelde aantal contacturen1 in de propedeuse is voor de voltijdstudenten 25,4 uur en voor de deeltijdstudenten 8,6 uur. In het tweede jaar hebben de voltijdstudenten en de deeltijdstudenten 6,4 contacturen. In het derde jaar hebben de voltijdstudenten tijdens de stage 10 uur docentbegeleiding per periode (10 weken). In de major in het derde jaar hebben de voltijdstudenten 22,7 en de deeltijdstudenten 8,6 contacturen. In de minor in het vierde jaar hebben de voltijdstudenten 22,2 en de deeltijdstudenten 8 contacturen. In de afstudeerfase hebben de voltijdstudenten gemiddeld 12 uren docentbegeleiding per periode van 10 weken. Voor de deeltijdstudenten is dit 7 uur in de 10 weken.
1
De opleiding gebruikt als definitie voor een contactuur: het aantal uren dat de studenten doorbrengen in de door de opleiding c.q. instelling georganiseerde activiteiten ten behoeve van het onderwijs (projectengroepen en stageactiviteiten inbegrepen). In beginsel gaat het dus om de geprogrammeerde gegevens, die veelal in de studiegids zijn vermeld.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
13/55
14/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
2
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3.
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen De voltijd- en deeltijdvariant van de opleiding maken gebruik van het competentieprofiel voor de Bachelor of ICT, dat is opgesteld en vastgesteld door de landelijke Stichting HBO-I. Deze stichting participeert in Europese netwerken. Deelname aan de stichting heeft geresulteerd in een Europese standaard voor HBO-I competenties. Het opleidingsprofiel van de opleiding is gebaseerd op het dimensiemodel van het HBO-I. Dit model sluit aan bij het European e-Competence framework. Na de validatie van de competenties door het werkveld zijn deze opgenomen in de databank van de HBO-raad. De opleiding leidt haar studenten op tot Bachelor of ICT (Domeinbeschrijving Hoger Beroepsonderwijs ICT-opleidingen, 2010). Het beroepsprofiel van de opleiding onderscheidt drie dimensies (Domeinbeschrijving HBO, Hoger Beroepsonderwijs ICT-opleidingen, 2010). De eerste dimensie bevat de domeincompetenties, de ‘life-cycle’ fasen. Dit zijn achtereenvolgens ‘analyseren’, ‘adviseren’, ‘ontwerpen’, ‘realiseren’ en ‘beheren’. De tweede dimensie heeft betrekking op de vijf ICT architectuurlagen. Dit zijn de ‘gebruikersinteractie’, ‘bedrijfsprocessen’, ‘software’, ‘infrastructuur’ en ‘hardware interfacing’. De derde dimensie geeft het niveau van de gewenste beheersing van de competenties aan. Als eindniveau van de beginnende beroepsbeoefenaar, die de opleiding heeft afgrond, geldt niveau 3 van het European framework. Als belangrijkste indicatoren om dit niveau vast te stellen gebruikt de opleiding de indicatoren bekwaamheid, zelfstandigheid/gedrag en context. In een matrix in de kritische reflectie (zie Bijlage 1) geeft de opleiding het gewenste niveau van beheersing van de vijf domeincompetenties aan, die zijn gerelateerd aan de vijf ICTarchitectuurlagen. Een voorbeeld hiervan is de domeincompetentie ‘ontwerp’, die op de architectuurlaag ‘software’ moet worden beheerst op niveau 3. Dit geldt eveneens voor de competenties ‘analyse’, ‘ontwerp’ en ‘realisatie’. De domeincompetenties ‘advies’ en ‘beheer’ dienen in deze architectuurlaag op niveau 2 te worden beheerst. Ten aanzien van de domeincompetenties op de architectuurlaag ‘bedrijfsprocessen’ heeft het panel geconstateerd dat ‘analyse’, ‘ontwerp’ en ‘realisatie’ op niveau 1 beheerst moeten worden.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
15/55
Het panel stelt vast dat de opleiding geen gebruik maakt van de architectuurlaag ‘hardware interfacing’. In het document Visie op leren en onderwijs binnen AIB, 2010 heeft de opleiding de competenties uitgewerkt en de relatie met de HBO-I competenties en de Dublin descriptoren aangegeven. Een voorbeeld hiervan is de Dublin descriptor ‘toepassen van kennis en inzicht’, die gerelateerd is aan de domeincompetenties ‘samenwerken’ en ‘projectmatig werken’. Het panel stelt op basis van de bestudeerde documenten vast dat de opleiding haar focus wil leggen op ‘softwareontwikkeling binnen administratieve en bedrijfskundige processen’, maar vindt deze focus niet direct terug in de relatie die de opleiding legt tussen de domeincompetenties en de architectuurlagen en het nagestreefde niveau van beheersing van de domeincompetenties binnen deze architectuurlaag. Naast de domeincompetenties onderscheidt de opleiding een aantal persoonlijke en ontwikkelcompetenties, de zogeheten P&OC competenties. Dit zijn de competenties ‘samenwerken’, ‘communiceren’, ‘projectmatig werken’, ‘analyseren’ en ‘omgevingsbewust denken en handelen’. Studenten verwerven vanaf de start van de opleiding door middel van training en coaching deze competenties, die zij in het vierde jaar op niveau vier afronden. Overwegingen De opleiding sluit met haar eindkwalificaties aan bij de landelijke HBO-I competenties en bij de internationale eisen van de Bachelor of ICT, zo heeft het panel vastgesteld. De door de opleiding gebruikte domeincompetenties zijn aantoonbaar afgeleid van de competenties, die gelden binnen het domein van de Informatica. Ditzelfde geldt voor de vijf onderscheiden architectuurlagen. Ook de gewenste niveaus van beheersing van de domeincompetenties zijn volgens het panel in grote lijn in overeenstemming met wat het panel wenselijk vindt. Dit geldt in mindere mate voor de beoogde beheersing van competenties binnen de architectuurlaag ‘bedrijfsprocessen’. Meer aandacht hiervoor zou volgens het panel meer in overeenstemming zijn met de focus van de opleiding zelf. Het panel is hier ook een voorstander van, omdat er in de actuele beroepspraktijk vraag is naar informatici, die behalve goede softwareontwikkelaars zijn, ook kennis hebben van de ontwikkeling van software binnen bedrijfsprocessen. Het panel tilt niet zwaar aan haar constatering dat studenten geen domeincompetenties hoeven te realiseren op de architectuurlaag ‘hardware interfacing’, omdat deze architectuurlaag volgens het panel niet echt relevant is voor deze opleiding. Het panel zou deze architectuurlaag dan ook hooguit als keuzevak in het programma opgenomen willen zien. Het panel hecht belang aan de door de opleiding nagestreefde P&OC competenties. Deze competenties zijn volgens het panel een goede aanvulling op de domein competenties en van belang in de uitoefening van het beroep.
16/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen voor de voltijd- en de deeltijdvariant van de opleiding tot het oordeel voldoende op deze standaard.
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Bevindingen Programma Opbouw In de propedeuse van de opleiding ligt de nadruk op het leren studeren en de oriëntatie op het vakgebied, zo heeft het panel geconstateerd. Indien nodig verwijst de opleiding haar studenten in de propedeuse door naar een andere opleiding. In het tweede jaar beginnen studenten met de beroepsvorming, die zij in de stage in het derde jaar afronden. In de minor in de eerste helft van het vierde jaar is ruimte voor verdieping of verbreding. Tot slot dient de student in de afsluitende meesterproef in de tweede helft van het vierde jaar door middel van een integrale praktijkopdracht te laten zien dat hij over het gewenste eindniveau beschikt. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding voor elke onderwijseenheid de belangrijkste competenties (leerdoelen) en kennisobjecten heeft beschreven, alsook de trainingen, werkvormen, opdrachten en de literatuur die in de onderwijseenheden aan bod komen. In de periodewijzers geeft de opleiding de relatie aan tussen de onderdelen en de eindkwalificaties (leerdoelen). Vormgeving Het door de opleiding gehanteerde didactische concept bestaat uit competentiegericht onderwijs en het leerlijnenmodel van De Bie (2008), zo heeft het panel vastgesteld. Het didactische concept is beschreven in het document Beroeps en opleidingsprofiel Informatica, 2010. De onderscheiden leerlijnen zijn de conceptuele leerlijn, de vaardigheden leerlijn, de integrale leerlijn en de reflectie leerlijn. In de kritische zelfreflectie (april 2011) geeft de opleiding een beschrijving van de leerlijnen met de centrale competenties en de werkvormen. In de conceptuele leerlijn staat de “Body of Knowledge” centraal en de hiervan afgeleide vakinhoudelijke competenties. De onderwijs- en werkvormen, die in deze lijn worden gebruikt zijn (instructie)colleges, de individuele praktijkreflectie en de seniorgesprekken. In de overige drie leerlijnen nemen vaardigheden een centrale plaats in. In de vaardigheden leerlijn zijn dit de vakinhoudelijke en professionele competenties. Een belangrijke werkvorm in deze lijn is
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
17/55
de vaardigheidstraining. In de integrale leerlijn verwerven studenten vaardigheden door te werken aan beroepsvraagstukken, waardoor zij vakinhoudelijke-, professionele-, ontwikkelen reflectieve competenties verwerven. De belangrijkste werkvormen in deze lijn zijn de ‘proftaak’ en de stage- en de afstudeeropdracht. De derde lijn waarin vaardigheden worden getraind is de reflectie leerlijn, waarin studenten ontwikkel- en reflectieve competenties verwerven. Dit doen zij in de studieloopbaanbegeleiding, de P&OC-coaching en de procesreflectie op hun stage- en afstudeeropdrachten. Behalve langs leerlijnen geeft de opleiding structuur aan het programma door een onderscheid te maken tussen de beroepsprofilering en de individuele profilering. Het panel heeft vastgesteld op basis van de verdeling van EC, dat de nadruk ligt op de beroepsprofilering in de major (210 EC). De overige 30 EC zijn gereserveerd voor de individuele profilering in de minor. Studenten kunnen voor een minor kiezen uit het aanbod van Avans minors of uit andere programmaonderdelen van de hogeschool. De opleiding zorgt volgens het panel voor een actueel programma, door eenmaal in de vier à vijf jaar het opleidingsprofiel te evalueren. De procedure die de opleiding hiervoor gebruikt, staat beschreven in het Kwaliteitsbeleidsplan 2010-2013. Ook het regelmatige overleg dat de opleiding voert met de Raad van Advies, zorgt er volgens het panel voor dat de opleiding zich op de hoogte houdt van actuele ontwikkelingen in het werkveld. Om de actualiteit te waarborgen vergelijkt de opleiding haar curriculum ook regelmatig met andere (buitenlandse) opleidingen, onder andere in Frankrijk en Duitsland. In 2008 heeft zij dit gedaan met de Ecole Superieure Aangevine d’informatique et de Productique (ESAIP), die is gevestigd in het Franse Angers. Uit deze vergelijking bleek dat de eerste drie jaar van de beide opleidingen grotendeels overeenkomen. Ook heeft de opleiding haar curriculum vergeleken met dat van het Studienverlaufplan Wirtschaftsinformatik van de Berufsakademien Baden-Würtenberg in Lörrach (Duitsland). Deze opleiding is korter, namelijk drie in plaats van vier jaar en meer academisch georiënteerd dan de opleiding in Breda. Relatie tussen de beoogde eindkwalificaties en de inhoud van het programma De studenten verwerven gaandeweg de opleiding de domeincompetenties en de P&OC competenties, zo heeft het panel op basis van documenten en de gevoerde gesprekken vastgesteld. Zoals ook al bij Standaard 1 beschreven hecht de opleiding veel waarde aan softwareontwikkeling als zodanig en minder aan softwareontwikkeling binnen bedrijfsprocessen. Het panel is van mening dat hier door de hele opleiding heen in het programma (te) weinig aandacht aan wordt besteed. Het panel vindt meer aandacht in het programma hiervoor wenselijk, omdat het studenten beter toerust voor de eisen vanuit de beroepspraktijk. Vaardigheden en kennis Gedurende de hele opleiding neemt het werken en leren in de beroepspraktijk een belangrijke plaats in. Het panel stelt vast dat studenten voldoende mogelijkheden hebben om zich de beroepsvaardigheden, met name op het terrein van de softwareontwikkeling eigen te
18/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
maken. De proftaak (beroepstaak) is een belangrijke werkvorm voor studenten om de beroepsvaardigheden te leren beheersen. Ook de P&OC competenties komen in voldoende mate aan bod. Hiervoor is 1 EC per periode beschikbaar. In de deeltijdvariant neemt de beroepsvorming eveneens een belangrijke plaats in. In deze variant verwerft de student zijn beroepsvaardigheden voornamelijk binnen het bedrijf waarin hij werkzaam is. De opleiding schrijft in haar kritische reflectie dat ‘het kunnen verrichten van een vooronderzoek’ een belangrijke component van het beroep van de informaticus is. Volgens de kritische reflectie verwerven studenten onderzoeksvaardigheden voornamelijk in de ‘proftaken’ en passen deze toe in het afstudeerproject. Het panel constateert op basis van de bestudering van de programmadocumenten, dat de aandacht voor deze vaardigheden wat mager is en vindt meer aandacht hiervoor wenselijk. Wat betreft de overige inhoud van het programma en de kennis die studenten verwerven, stelt het panel vast dat er te weinig tijd is ingeruimd voor het vak meta-databeheer in relatie tot grote administratieve informatiesystemen. De opleiding gebruikt volgens het panel relevante en actuele literatuur. Het grootste deel van de literatuur bestaat uit Nederlandstalige handboeken van fenomenoligische aard. Als keuzeliteratuur gebruiken studenten meer specifieke literatuur. Instroom De opleiding neemt verschillende maatregelen om studenten die instromen zo goed mogelijk te informeren en voor te lichten. Eén maatregel is de participatie in de ‘Hyperlinkgroep’, een netwerk van ICT-opleidingen van de hogeschool en regionale ROC’s. Een andere maatregel is dat met elke instromende student een intakegesprek wordt gevoerd. Begeleiding van studenten De studiebegeleiding van de opleiding kent drie vormen. De eerste is die van de studieloopbaanbegeleiding (SLB). De tweede is de coaching bij het verwerven van de P&OC competenties en de derde het seniorgesprek. De SLB is bedoeld om studenten te ondersteunen bij hun studievoortgang en de keuzes die zij maken, bijvoorbeeld van de minor. De functie van slb’er wordt gedurende de hele opleiding door dezelfde persoon uitgevoerd. In het eerste jaar worden drie à vier individuele begeleidingsgesprekken gevoerd; in het tweede jaar drie en in het derde en vierde jaar twee gesprekken. Indien een student begint met zijn stage, neemt de stagebegeleider de SLBcoaching over. De gesprekken, die de opleiding in het kader van de SLB-coaching voert, registreert zij in het studievoortgangsysteem Osiris. Indien een student meer dan een half jaar studievertraging oploopt, neemt de studieadviseur de SLB-coaching over. Hij stelt een begeleidingspakket op maat samen. De tweede vorm van begeleiding, de P&OC coaching, is bedoeld om studenten zich de P&OC competenties eigen te laten maken. Deze coaching is in handen van een docent, die
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
19/55
tevens P&OC coach is. Hij begeleidt de student bij zijn leerproces en de vakinhoud, en bij de ontwikkeling van zijn persoonlijke en ontwikkelcompetenties. De P&OC coaching is zoveel mogelijk geïntegreerd in het onderwijs, onder andere in de opdrachten. De opleiding toetst de P&OC coaching in het portfolio van de student, het peerassessment in het tweede jaar, de stage in het derde jaar en het afstuderen in het vierde jaar. Tijdens de stage en het afstuderen worden studenten individueel begeleid. Informatie hierover is te vinden in het Handboek Werkend Leren 2, 2010-2011, semester 1 (zie ook Standaard 3). Tijdens de stage zijn formeel drie begeleidingsmomenten: twee bezoeken van de docentbegeleider aan het bedrijf en halverwege de stage een telefonisch contact. Het eerste bezoek vindt plaats vijf weken na de start en het tweede aan het eind van de stage. De derde begeleidingsvorm is die van het seniorgesprek (voltijd en deeltijd) en is bedoeld om studenten te ondersteunen bij het uitvoeren van een project of groepsopdracht in het eerste en tweede jaar. Zij kunnen een seniordocent vragen om ondersteuning bij de uitvoering hiervan. Deze ondersteuning kan van inhoudelijke of methodologische aard zijn. In het geval een student persoonlijke, medische of psychosociale problemen heeft, kan hij terecht bij de decaan van de hogeschool. De opleiding heeft onlangs deelgenomen aan een pilot peermentoring, waarin ouderejaars studenten na een training eerstejaars studenten begeleiden bij de voorbereiding op herkansingen. De eerste ervaringen hiermee zijn positief. De voltijdstudenten zijn blijkens de Nationale Studenten Enquête (NSE) tevreden over de begeleiding door de docenten. Voltijdstudenten scoren in 2010 3,46 op een vijfpuntsschaal en deeltijdstudenten 4,2. Het panel stelt op basis van de gevoerde gesprekken vast dat het systeem van begeleiding in de praktijk goed functioneert. Studenten toonden zich in de gesprekken tevreden over de begeleiding. Zij vinden het prettig dat zij tot aan de stage dezelfde slb’er hebben. Ook over de meer inhoudelijke begeleiding, bijvoorbeeld over de seniorgesprekken toonden de studenten zich tevreden. Leerroutes De opleiding kent verschillende varianten en leerroutes. De twee formele varianten zijn de voltijd- en de deeltijdvariant. De voltijdvariant heeft een verkorte, een Engelstalige en de ESAIP route. Zowel deze laatste route als de Engelse route zijn zeer klein van omvang en hebben dit jaar geen studenten. Het management heeft het panel laten weten dat zij verwacht dat de Engelse variant volgend jaar weer inschrijvingen zal hebben. Om te worden toegelaten tot de voltijd- of deeltijdopleiding Informatica moeten studenten in het bezit zijn van een havo- of vwo diploma of een mbo-4/WEB diploma. Voor studenten met een havo- of vwo diploma, dat nog niet onder de tweede fase valt of met een oud mbodiploma geldt een aanvullende eis ten aanzien van het vakkenpakket (OER AIB, par. 1.3).
20/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Studenten die geen van deze diploma’s hebben en ouder zijn dan 21 jaar kunnen worden toegelaten op basis van en toelatingsonderzoek (OER AIB, par. 3.4). De verkorte route van de voltijdvariant is inhoudelijk hetzelfde als de reguliere route, maar is een half jaar korter en kent twee startmomenten (september en februari). Studenten met een mbo-4/WEB diploma komen in aanmerking voor deze verkorte route. Zij krijgen een vrijstelling van 30 EC in de propedeuse en eventueel een vrijstelling voor de stage (van 30 EC), zo wordt in het OER-AIB beschreven (OER, par. 4.5.2). Hun studieduur komt daarmee op drie tot drieënhalf jaar. Studenten met een vwo-diploma kregen tot het studiejaar 2009-2010 een vrijstelling van 30 EC in de propedeuse en een verkorting van de stage. De nominale studieduur kwam hiermee op drieënhalf jaar. Inmiddels behoort dit traject niet meer tot de mogelijkheden, omdat het aantal studenten dat hiervan gebruik maakte te klein was en veel van deze studenten toch het volledige traject doorliepen. De deeltijdvariant heeft een nominale duur van vijf in plaats van vier jaar. In de deeltijdvariant omvat een kwartaal 10 EC in plaats van 15 EC, zoals dat bij de voltijdvariant het geval is. De resterende 20 EC kan de deeltijdstudent verwerven door middel van Elders Verworven Competenties (EVC). Dit moeten elementaire vaardigheiden in het programmeren en projectmatig werken zijn. De EVC dienen schriftelijk te worden ingeleverd bij de examencommissie, die deze moet goedkeuren. In de Engelstalige variant worden in elke periode elf van de vijftien EC besteed aan aspecten van internationalisering. Deze route heeft dezelfde opbouw als de Nederlandstalige voltijdvariant. In de ESAIP-route volgen studenten, die drie jaar aan de ESAIP in Frankrijk hebben gestudeerd het vierde jaar van de opleiding, met het doel om het hbo-bachelordiploma te behalen. Studenten uit de ESAIP-variant krijgen vrijstellingen voor de eerste drie jaar van de opleiding met een totale omvang van 172 EC. Dit traject heeft aldus een omvang van 68 EC en een duur van 45 weken (OER AIB 2009-2010, par. 4.5.5). Het panel heeft zich geen duidelijke voorstelling kunnen maken van de opzet en inhoud van deze leerroute, omdat er geen documentatie over voor handen was. Het panel is van mening dat een dergelijke route een meerwaarde kan hebben voor een opleiding, bijvoorbeeld in het licht van de internationalisering, maar bepleit een zeer strenge selectieprocedure. Het panel vindt het jammer dat zich tot op heden weinig tot geen studenten voor deze route hebben aangemeld. De studiegidsen van de voltijd- en de deeltijdvariant geven overzichten van de programma’s van de reguliere en de verkorte voltijdopleiding en de deeltijdopleiding. Uit de overzichten blijkt dat de beide varianten verschillend zijn qua indeling. Het grootste verschil is dat de minor van de deeltijdopleiding over drie periodes (periode drie, vier en vijf) van het vierde jaar loopt, terwijl de minor in de voltijdopleiding in de eerste twee periodes van het vierde jaar is geprogrammeerd. Het afstuderen in de deeltijdvariant is parallel geprogrammeerd aan de
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
21/55
minor in de derde en vierde periode van het vijfde jaar, terwijl in de voltijdvariant de derde en de vierde periode van het vierde geheel in het teken staat van het afstuderen. Kwaliteit personeel De opleiding verwacht van de docenten dat zij beschikken over inhoudelijke competenties op het gebied van ICT en ervaring hebben in het werkveld van ICT. Docenten met een wetenschappelijke opleiding en ervaring met toegepast onderzoek genieten de voorkeur. Verder dienen docenten goede communicatieve vaardigheden te hebben en de Engelse taal te beheersen, zowel schriftelijk als mondeling. Docenten kunnen op instituutsniveau de opleiding Cambridge Advanced English volgen. Een aantal van hen heeft dit onlangs gedaan, zo hebben de docenten het panel verteld. Op basis van de curricula vitae van de docenten stelt het panel vast dat vijf van hen een afgeronde wetenschappelijke opleiding hebben, twee docenten hebben een PhD en drie docenten een hbo-bacheloropleiding. Ook hebben bijna alle docenten ervaring in het werkveld, zo heeft het panel kunnen vaststellen. Voor nieuwe docenten heeft de opleiding een inwerkprogramma. Zij volgen ook een didactische cursus van de hogeschool en krijgen een mentor toegewezen. Het panel is te spreken over de kwaliteit van de docenten, maar stelt op basis van de gesprekken vast dat zij niet veel interesse tonen in ontwikkelingen rond toegepast onderzoek en de university of applied sciences. Volgens het management van de opleiding hangt dit samen met het feit dat enkele jaren geleden het lectoraat ICT servicemanagement is verdwenen. De studenten, met wie het panel heeft gesproken, vinden de docenten inhoudelijk deskundig. Alumni zijn volgens de resultaten van HBO-Monitor 2010 matig tevreden over de kwaliteit van de docenten. Zij beoordelen de praktijkkennis van de docenten met de score 5,7 op een tienpuntsschaal, de inhoudsdeskundigheid met de score 6,3 en de didactische vaardigheden met de score 6,7. In 2010 beoordeelden de voltijdstudenten de docenten met de score 3,4 (NSE, 2010) en de deeltijd met de score 3,6. De mate waarin de voltijdstudenten docenten inspirerend vinden, scoorde in 2010 3,0. De score voor de deeltijdstudenten was in dat jaar 3,4. De voltijdstudenten beoordeelden in 2010 zowel de didactische kwaliteiten en de vakinhoudelijke kennis van de docenten met de score 3,4 en de deeltijdstudenten beoordeelden zowel de didactische kwaliteiten als de vakinhoudelijk kennis met de score 3,6. Kwaliteit opleidingsspecifieke voorzieningen De opleiding is gehuisvest in een nieuw gebouw van de hogeschool en beschikt over een aantal ICT-voorzieningen en Xplora. Instituutsbreed is er in drie computerruimten opleidingsspecifieke software beschikbaar. Hiermee kunnen studenten van de opleiding
22/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
software programmeren, testen en bedrijfsprocessen modelleren. Ook beschikt de opleiding over een labomgeving, waarin studenten kunnen experimenteren met nieuwe technologieën. Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek een rondleiding door het gebouw gekregen en heeft hierbij extra aandacht besteed aan opleidingsspecifieke voorzieningen. Het panel heeft op basis hiervan kunnen vaststellen dat deze voorzieningen in orde zijn. Samenhangende onderwijsleeromgeving De kwaliteit van de onderwijsleeromgeving van de opleiding wordt (formeel) gewaarborgd op instituutsniveau. Het AIB-Ontwikkelplan (2009) biedt hiervoor een kader, zo heeft het panel vastgesteld. Onlangs is het onderwijs doorgelicht en daar waar nodig aangepast. Een voorbeeld van een maatregel is de Operational Excellence, waarmee het management probeert om de administratieve processen binnen het instituut goed te laten verlopen. Een ander voorbeeld is de betere bewaking van de kwaliteit van de toetsen door de examencommissie. Ook investeert de opleiding met hulp van het College van Bestuur in het docententeam. Bijvoorbeeld door tien procent van hun aanstelling beschikbaar te stellen voor deskundigheidsbevordering. Overwegingen Het panel is op basis van de bovenstaande bevindingen tevreden over de opbouw en inhoud van de voltijd- en de deeltijdvariant van de opleiding, maar plaatst hierbij enkele kanttekeningen. De eerste betreft de geringe aandacht die de opleiding besteedt softwareontwikkeling in relatie tot bedrijfsprocessen, aan kennis van meta-databeheer en onderzoeksvaardigheden. Te weinig aandacht voor deze vaardigheden ziet het panel ook terug in de geringe betrokkenheid van de docenten ten aanzien ontwikkelingen rond toegepast onderzoek en de university of applied sciences. Het panel is van mening dat het aantrekken van een lector hier verandering in kan brengen. Het panel vindt een aantal (materiële en procedurele) randvoorwaarden om een samenhangende onderwijsleeromgeving te realiseren in orde. Dit geldt onder andere voor de studiebegeleiding en de opleidingsspecifieke voorzieningen. Ook over de kwaliteit van de docenten is het panel tevreden, maar plaatst hierbij wel de opmerking dat zij meer interesse zouden kunnen tonen voor ontwikkelingen rond toegepast onderzoek en de university of applied sciences. Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant tot het oordeel voldoende op deze standaard.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
23/55
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde resultaten
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.
Bevindingen Systeem van toetsing Begin 2011 is op instituutsniveau een nieuw toetsbeleid vastgesteld en is een start gemaakt met de implementatie ervan. Het nieuwe toetsbeleid is beschreven in het document Toetsbeleid academie voor ICT & Business, 2011, OER AIB 2010-2011 en is in lijn met het toetsbeleid van Avans Hogeschool. De belangrijkste aanleiding voor de wijziging van het toetsbeleid was de recente wetswijziging van de WHW, waardoor de verantwoordelijkheden van de examencommissie werden uitgebreid. Een tweede aanleiding was dat met ingang van september 2011 in het kader van “ De Wet Versterking Besturing” de hogeschool onder één instellingsbestuur is gebracht en hetzelfde brinnummer heeft gekregen. Dat heeft voor het instituut AIB tot gevolg gehad dat de Informatica-opleidingen in Den Bosch en Breda één OER en één examencommissie krijgen. De opleiding had ten tijde van de visitatie een begin gemaakt met de implementatie van het nieuwe beleid bij de eerste twee propedeuse-onderdelen en bij het afstuderen. Bij de start van elk programmaonderdeel worden studenten voorgelicht over de wijze van toetsing. Schriftelijke informatie over de toetsing kunnen zij vinden in het OER-AIB 2010-2011, de studiegids en de periodewijzers. Ook op Blackboard staat informatie over de toetsen. Nadat studenten de toets hebben gemaakt en de uitslag bekend is, hebben zij het recht om de toets in te zien. Hiervoor is een vast inzagemoment geprogrammeerd. Indien het om een digitale proeftoets gaat, zijn de antwoorden en resultaten direct na afname van de toets beschikbaar, maar ook bij “echte” digitale toetsen kunnen studenten direct de score zien van het aantal door hen goed beantwoorde vragen. Bij afname van mondelinge assessments geeft de docent de beoordeling direct na afloop van het assessment. Indien een student vragen heeft over de wijze waarop zijn toets is beoordeeld, kan hij een tweede beoordeling aanvragen. Ook heeft hij het recht om tegen het oordeel in beroep te gaan. De procedure hiervoor staat beschreven in artikel 8.13, lid 1 van het OER-AIB 2010-2011. De resultaten van een toets dienen binnen vijftien werkdagen bekend te zijn en door de docent in Osiris te zijn ingevoerd. Toetsvormen De opleiding werkt in de beide varianten met dezelfde toetsen, van zowel summatieve als formatieve aard. De keuze van het soort toets hangt af van de doelstellingen, de inhoud,
24/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
de aard en het niveau van het onderdeel. De meest voorkomende toetsvormen zijn de schriftelijke toets, zoals de open vragen toets, de multiple choice toets, de casus toets, de essaytoets, de practicumtoets en de mondelinge toets. Andere toetsvormen zijn het assessment, het paper, het (E-)portfolio, het stageverslag en afstudeerverslag. Kwaliteitsborging De opleiding heeft in haar toetsdocumenten beschreven wie in de opleiding welke rol moet vervullen bij de bewaking van de toetsen. De docenten, die het programmaonderdeel verzorgen zijn de eerst verantwoordelijken voor de kwaliteit en de borging van de validiteit en betrouwbaarheid van de toetsen. Indien meer dan één docent bij het onderdeel betrokken is, maken zij samen de toets en stellen de normering vast. Indien de resultaten van de toetsen anders zijn dan de docent(en) hadden verwacht, bespreekt hij dit met collega-docenten. Na afloop evalueren de docenten de toetsen en passen deze zo nodig aan. Een aparte rol in de bewaking van de kwaliteit van de toetsen is weggelegd voor de “periode-eigenaar”. Hij toetst binnen de grenzen van de curriculuminhoud van een bepaalde periode de kwaliteit van de toetsen, bewaakt tevens de kwaliteit van de leerwijzer, de periodewijzer en bepaalt of de beoordelingscriteria voldoen aan die van het HBO-I profiel. De kwaliteitsborging van de toetsing is ook een belangrijke taak van de onderwijscommissie, de opleidingscommissie en examencommissie. De onderwijscommissie, die is samengesteld uit vier leden, let er op dat het toetsbeleid expliciet is opgenomen in de architectuur van het onderwijs en dat de doelstellingen en de gewenste resultaten expliciet zijn vermeld in de beschrijving van de onderwijseenheden, de leerwijzers en de periodewijzers. Het panel is op basis van het gesprek met leden van deze commissie van mening dat zij deze taak goed uitvoert. De opleidingscommissie adviseert jaarlijks de directie over het OER en controleert de uitvoering ervan. Deze commissie, die bestaat uit drie docenten en twee studenten, speelt ook een rol in de bewaking van de kwaliteit van de toetsen. Onder andere door de voorstellen te bespreken, die door de “periode-eigenaar” worden gedaan om de toetsen te verbeteren. De opleidingscommissie komt formeel minimaal vier maal per jaar bijeen, maar in de praktijk meestal vijf of zes keer. Ook de evaluaties van de blokken verlopen via de opleidingscommissie. De opleidingscommissie stelt thans normen op om met het afstuderen te mogen beginnen. De derde commissie die borg moet staan voor de bewaking van de kwaliteit van de toetsing is de examencommissie. Deze commissie bestaat uit drie leden en komt drie maal per kwartaal bijeen. Zij bewaakt de kwaliteit en de uitvoering van het OER geeft goedkeuring aan de afstudeeropdrachten. Hierdoor bewaakt de commissie volgens het panel het gerealiseerde hbo-niveau. Volgens de evaluatieresultaten in 2010 (NSE, 2010) waren zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten van de opleiding tevreden over de wijze van toetsen en beoordelen (score 3,5). Ook waren zij tevreden over de duidelijkheid van de criteria (score 3,6).
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
25/55
Het panel vindt de toetsen, die het heeft bestudeerd van een goede kwaliteit en is van oordeel dat de validiteit en de betrouwbaarheid in voldoende mate worden gewaarborgd, door zowel de docenten zelf, als door de onderwijs-, de opleidings- en examencommissie. Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Zowel in het voltijd- als het deeltijdprogramma is voor elk programmaonderdeel vastgelegd welke domeincompetenties op welk niveau behaald moeten worden (Beroeps- en opleidingsprofiel Informatica, 2010). Het afstudeerproces is beschreven in het Handboek Werkend Leren 2, 2010-2011, semester 1, Informatica (Academie voor ICT en Business). Het afstudeerproject (Werkend Leren 2) is gepland in de tweede helft van het laatste jaar en bouwt voort op de stage (Werkend Leren 1). De duur van het afstudeerproject is twintig weken en heeft een omvang van 30 EC. In de handleiding wordt een aantal randvoorwaarden beschreven waaraan de opdracht moet voldoen, bijvoorbeeld dat de opdracht moet aansluiten bij de gekozen minor en de doelstellingen van de opleiding. De handleiding beschrijft ook de procedure, die een student in het afstudeerproject moet doorlopen. Het eerste overlegmoment is met de docentbegeleider tijdens de voorlichtingsbijeenkomst, het tweede is de zogeheten ‘wegzendbijeenkomst’ (de start van het project in de eerste week). Daarna zijn er terugkomochtenden in de zesde en de twaalfde week. Het project wordt afgesloten met een presentatie en verdediging aan het einde van het traject. Hierbij is ook de bedrijfsbegeleider aanwezig. Er staat één bezoek van de docentbegeleider aan het bedrijf gepland, dat uiterlijk in de zesde week moet plaatsvinden. De begeleiding tijdens het afstuderen bestaat in het eerste kwartaal uit een tweewekelijks contact van de afstudeerder met de docentbegeleider. In het tweede kwartaal vinden er in principe geen gesprekken plaats, behalve indien de afstudeerder daar nadrukkelijk om vraagt of indien de docentbegeleider dit noodzakelijk acht. Tijdens de afstudeerperiode brengt de docentbegeleider tweemaal een bezoek aan het afstudeerbedrijf. Eenmaal tijdens de eerste twee maanden en de tweede maal aan het eind van de afstudeerperiode. De opleiding legt de verantwoordelijkheid voor het goed verlopen van het afstudeerproces nadrukkelijk bij de student. In aanvulling op de begeleiding door de bedrijfsbegeleider en de docentbegeleider kan de student voor meer algemene ondersteuning bij het afstuderen terecht bij het stage- en afstudeerbureau van het instituut. Aan het eind van het afstudeertraject wordt een tweede docentbegeleider bij het project betrokken. De twee docentbegeleiders bepalen samen het eindcijfer en laten hierbij het oordeel van de bedrijfsbegeleider meewegen. Het cijfer wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie, die het moet goedkeuren (OER-AIB 2010-2011). Het panel heeft voorafgaand aan het visitatiebezoek zestien afstudeerproducten van voltijden deeltijdstudenten bestudeerd, evenwichtig gespreid over de voltijd- en de deeltijdvariant
26/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
en de cijfers. Tijdens het visitatiebezoek heeft het panel met de begeleidende docenten, de alumni en de bedrijfsbegeleiders gesproken over de afstudeerproducten. Ten aanzien van de kwaliteit van de probleemstelling en de vraagstellingen heeft het panel vastgesteld dat deze in hoge mate relevant zijn voor de beroepspraktijk, mede omdat de vragen in alle gevallen door de bedrijven zijn geformuleerd. Over de wijze waarop de studenten de probleemstelling hebben uitgewerkt, merkt het panel op dat, alhoewel de hele ontwerpcyclus wordt doorlopen, zij vaak kiezen voor een technische uitwerking ervan. De onderbouwing van de keuzes die studenten maken, verdient aandacht volgens het panel, evenals het onderscheid tussen het “why, what, how en results”. Over het gebruik van literatuur is het panel tevreden, alhoewel de relatie met de opdracht soms wat instrumenteel overkomt. De aan de afstudeerproducten toegekende cijfers vindt het panel aan de hoge kant. Concluderend merkt het panel over de afstudeerproducten op, dat op een enkele uitzondering na, het hbo-bachelorniveau is gerealiseerd. Hierbij tekent het panel aan dat de nadruk sterk ligt op het beheersen en toepassen van de softwareontwikkeling en veel minder en volgens het panel te weinig op de relatie van softwareontwikkeling in relatie met bedrijfsprocessen. De technische vaardigheden die nodig zijn voor de ontwikkeling van software beheersen de afgestudeerden volgens het panel overigens goed. De Werkveld Advies Raad van de opleiding is betrokken bij de borging van het afstudeerniveau, zo heeft het panel vastgesteld. Het eindniveau is een vast agendapunt van de jaarlijkse agenda van de raad. Tevens beoordeelt de raad jaarlijks een steekproef van afstudeerwerken en leden van de raad worden als toehoorder uitgenodigd voor bijeenkomsten van de examencommissie. De opleiding gebruikt de resultaten van het overleg met de raad en hun oordelen over de afstudeerwerken om, indien wenselijk de kwaliteit van het afstuderen aan te scherpen. De opleiding houdt zich op de hoogte van de wijze waarop afgestudeerden in de beroepspraktijk functioneren door de uitkomsten van de HBO-monitor te bestuderen en contacten te onderhouden met de alumnivereniging. Deze vereniging is onlangs opgericht. Het voornemen is dat zij drie maal per jaar bijeen zal komen. Vanwege de nog jonge leeftijd van de vereniging, kan het panel geen uitspraken doen over het functioneren ervan. Ook de contacten met bedrijven en organisaties met wie de opleiding samenwerkt, bijvoorbeeld in het kader van een stage of afstuderen, zorgen voor input over het gerealiseerde niveau. Met een aantal bedrijven heeft de opleiding een convenant afgesloten en werkt zij structureel samen. Een voorbeeld van samenwerking met het bedrijfsleven is de bijdrage van de opleiding aan het internationale congres ‘Dutch Testing Conference’. Uit de resultaten van de HBO-Monitor 2010 blijkt dat vijftig procent van de alumni vindt dat de opleiding in voldoende mate aansluit op het huidige werk. Het percentage alumni, dat vindt dat de het functieniveau past bij het opleidingsniveau is hoger, namelijk 86 procent. De
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
27/55
vraag naar het gebruik van capaciteiten scoort in 2010 3,5 en de score op vraag naar de tevredenheid over de huidige functie is 3,8. Landelijk waren de gemiddelde scores op deze items in dat jaar 3,9 en 4,0. Volgens de resultaten van dezelfde monitor zijn de alumni matig tevreden over de voorbereiding op de beroepspraktijk (score 5,6 op een tienpuntsschaal). Het panel merkt op dat bij de interpretatie van deze cijfers rekening moet worden gehouden met het feit dat slechts elf alumni deelnamen aan deze evaluatie. De studenten en de alumni met wie het panel tijdens het visitatiebezoek heeft gesproken, toonden zich tevreden over de aansluiting van de opleiding op hun werk. Ook de vertegenwoordigers uit het werkveld zijn te spreken over de kwaliteiten van de afgestudeerden. Zij waarderen hun directe inzetbaarheid en hun technische kennis. Uit de vorige visitatie kwam als resultaat naar voren dat de beoordelingscriteria voor de toetsen en het afstuderen niet helder genoeg waren omschreven. Hierdoor hadden de studenten te weinig inzicht in wat er van hen werd verwacht. De opleiding heeft in reactie hierop enkele verbeteringen doorgevoerd. Zij heeft een curriculumarchitectuur opgesteld, een nieuw toetsbeleid ingevoerd en de programmabeschrijvingen aangescherpt. Ten aanzien van het afstuderen heeft de opleiding de beoordelingscriteria voor het afstuderen geherformuleerd. Verder verplicht de opleiding, vanwege de opmerking van het vorige visitatiepanel over het te geringe niveau van het taalgebruik voor studenten, alle studenten om een Toets Taalvaardigheid af te leggen. Ook in de P&OC competenties wordt aandacht besteed aan het niveau van de taalbeheersing van de studenten. Overwegingen Het panel is van oordeel dat de toetsen van een voldoende niveau zijn en dat deze in voldoende mate aansluiten bij de inhoud en de werkvormen van de opleiding. De docenten beoordelen de toetsen adequaat en volgens de afgesproken beoordelingscriteria, die volgens het panel duidelijk zijn. De onderwijscommissie, de opleidingscommissie en de examencommissie voeren hun taken wat betreft de borging van de kwaliteit van de toetsen en het eindniveau naar behoren uit, zo stelt het panel op basis van de hierboven beschreven bevindingen vast. Het panel is tevreden over de kwaliteit en het niveau van de afstudeerproducten en vindt deze van een voldoende hbo-bachelorniveau. Een punt van aandacht is de sterke focus op de technische uitwerking van de probleemstelling. Het panel vindt dat de opleiding meer aandacht zou moeten besteden aan de bedrijfsprocessen, waarbinnen de opdracht wordt uitgevoerd. En ook aan de onderbouwing van de inhoudelijke keuzes, die studenten maken. Het panel raadt de opleiding aan om hier alerter op te zijn en meer op te sturen. Het aanstellen van een lector Informatica, die aandacht besteedt aan toegepast onderzoek en de docenten hierop bijschoolt, zou volgens het panel de kwaliteit van het afstudeerwerk kunnen verbeteren. Het panel is te spreken over de wijze waarop en de intensiteit waarmee de opleiding het werkveld, onder andere de Raad van Advies betrekt bij de borging van het afstudeerniveau.
28/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant tot het oordeel voldoende op deze standaard.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
29/55
30/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 2 Onderwijsleeromgeving 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel Voltijd Voldoende Voldoende Voldoende
Oordeel Deeltijd Voldoende Voldoende Voldoende
Het panel beoordeelt alle drie de standaarden als voldoende. Overeenkomstig de beslisregels van de NVAO beoordeelt het panel de kwaliteit van de voltijd- en de deeltijdvariant van de bestaande hbo-bacheloropleiding van Hogeschool Avans als voldoende.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
31/55
32/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
4
•
•
•
•
•
Aanbevelingen
Het panel beveelt de opleiding aan om meer nadruk te leggen op de beheersing van competenties binnen de architectuurlaag ‘bedrijfsprocessen’. Ook meer kennis van meta-databeheer en onderzoeksvaardigheden vindt het panel wenselijk. Toegepast onderzoek zou volgens het panel structureel ingebed moeten worden in het programma. Om dit te kunnen realiseren, lijkt het aantrekken van een lector voor de hand te liggen. Het panel realiseert zich dat de opleiding hiervoor gefaciliteerd moet worden vanuit het centrale niveau van de hogeschool. In het huidige programma is volgens het panel de focus te veel gericht op uitsluitend softwareontwikkeling en te weinig op de relatie van softwareontwikkeling in relatie tot bedrijfsprocessen. Het panel beveelt de opleiding aan om meer aandacht te besteden aan deze relatie. Ondanks dat het panel met de opleiding van mening is dat de afstudeerproducten direct bruikbaar moeten zijn voor de bedrijven waarvoor deze worden uitgevoerd, vindt het panel dat de opleiding meer sturing zou moeten geven aan de inhoudelijke invulling ervan. De opdrachten zouden meer ruimte moeten bieden om aandacht te schenken aan de relatie van softwareontwikkeling met bedrijfsprocessen. Studenten zouden in de verslagen meer onderscheid aan moeten brengen tussen het “why, what, how en results” en meer moeten reflecteren op de gemaakte keuzes. Het panel raadt het management van de opleiding aan om binnen het docententeam een discussie te starten over de ontwikkeling van toegepast onderzoek binnen het domein en de ‘university of applied sciences’ en hen moeten stimuleren om deel te nemen aan deze discussies. Dit zal de kwaliteit van de docenten volgens het panel en positieve impuls geven. Tot slot raadt het panel de opleiding aan om de naam van het afstudeerproduct te veranderen in bachelorthesis. Hiermee zal ook de naam van de Handleiding moeten veranderen van Handboek Werkend Leren 2 in Handleiding voor het schrijven van de bachelorthesis. Deze nieuwe past volgens het panel veel beter bij de aard van het afstudeerproduct en doet meer recht aan de aard van het afstudeertraject.
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
33/55
34/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
5
Bijlagen
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
35/55
36/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Bijlage 1:
Domeincompetenties Informatica
Life-cycle fasen Architectuurlagen Gebruikersinteractie Bedrijfsprocessen Software Infrastructuur Hardware Interfacing
Analyse
Advies
Ontwerp
Realisatie
Beheer
0 1 1 0 0
1 0 2 0 0
1 1 3 1 0
1 1 3 0 0
0 0 2 0 0
n.b. De cijfers in de cellen geven het beheersingsniveau aan.
Persoonlijke en ontwikkelingscompetenties (P&OC-competenties): • • • • •
samenwerken communiceren projectmatig werken analyseren en oordeelsvorming omgevingsbewust denken en handelen
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
37/55
38/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Bijlage 2:
Overzicht opleidingsprogramma
Opzet curriculum Informatica Voltijd
Jaar 1
P1 VP1
P2 VP2
P3 VP3
P4 VP4
Databases, Internet Marketing, Programmeren (PHP), P&OC, Systeemontwikkeling met Waterval/UML
Bedrijfseconomie/ bedrijfsadministratie, Bedrijfsprocessen, Databases, Programmeren (Java), P&OC, Systeemontwikkeling met RUP/UML
Beheer, Databases, Programmeren (Java), Implementatie, P&OC, Systeemontwikkeling met RUP/UML
Jaar 2
Automatisering van de InformatieVoorziening, Opsporen informatie, Organisatiekunde, Persoonlijke en OntwikkelCompetenties (P&OC), Projectmanagement, Videofilm, Webdesign VH5I
VH6I
VH7I
VH8I
Programmeren (Java), Reviewen, Testen (Black/White box), Tools (JUnit, StarUML, Versiebeheer), V-model (RAD, SDD, ODD, Overdracht)
Business Intelligence, Datawarehouses, ETL, Performance Management, Rapportage tools
Agile systeemontwikkeling (Atern/e-DSDM), Human Computer Interaction (HCI), Netwerken, Programmeren (.Net)
Netwerken, IMS-protocol, Programmeren (.Net), P&OC
Stage
Stage
VH11I
VH12I
Design patterns, algoritmen en datstructuren, Software architectuur
Beheer, SOA, BPEL, Webservices, Archimate, Enterprise architectuur
Afstuderen
Afstuderen
Jaar 3
Jaar 4
Minor
Minor
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
39/55
Opbouw curriculum Informatica Deeltijd Huidige opzet modulaire indeling In onderstaande tabel staat een uitwerking van een studietraject met een doorlooptijd van vier jaar. Hiervoor geldt dat er een vrijstelling voor de derdejaarsstage moet zijn verleend, dat er binnen de minor Software Systemen EVC’s ter grootte van tien studiepunten moeten worden toegekend en dat het afstudeerproject in een bij de opleiding passende context wordt uitgevoerd. Code D-IT-1 D-IT-2
Onderwijseenheid Object georiënteerde software engineering met UML Object georiënteerd programmeren in Java
Studiepunten 10
D-I-3
Systeemontwikkeling en databases
10
D-I-4
Informatieplanning en bedrijfsprocessen
10
EVC
Extern verworven competenties
20
10
(onderdeel hiervan is ook P&OC jaar1) D-I-5 D-I-6
4GL applicatie ontwikkeling met Sybase RAD/DSDM systeemontwikkeling
10 10
D-I-7
Ontwerpen onder het V-model
10
D-I-8
Bouwen onder het V-model
10
D-I-9
De implementatie consultant
10
D-I-10
Web-based informatiesystemen
10
D-I-11
Architectuur
10
D-I-12
Ontsluiting van informatiesystemen
10
D-I-13 D-I-14-SofSys
ICT Service Management Bedrijfsanalyse Design Patterns ontwerpen en programmeren
6 4 10
D-I-15-SofSys
Service Oriented Architectuur ontwerp
5
D-I-15-EVC
Uitstroomprofiel EVC
5
AFP
Afstudeerproject
D-I-16-SofSys
Service Oriented Architectuur bouw
5
D-I-16-EVC
Uitstroomprofiel EVC
5
AFP
Afstudeerproject
10
AFP-EVC
Vrijstelling Afstuderen (werkervaring vanuit bedrijf)
10
Stage Vrijstelling 3e jaar
30 Totaal
40/55
10
240
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Nieuwe opzet modulaire indeling Jaar 1
Jaar 2 Pre: propedeuse
Jaar 3
Jaar 4
P1 inleiding Informatica website
P2 database
P3 systeemontwikkeling overzicht
P4 programmeren basis PHP
HTML webdesign Automatisering van Informatievoorziening
ER-diagram Relationeel database Normaliseren SQL
waterval UML casetool
Basisvaardigheden algoritmen en controlestructuren WAMP
programmeren OO Java
bedrijfsproces bedrijfsarchitectuur organisatiekunde
systeemontwikkeling analyse ontwerp
programmeren webbased NET
objectoriëntatie Hibernate/Spring Pre: basisvaardigheden programmeren
bedrijfsadministratie bedrijfseconomie casetool Mintzberg bedrijfscultuur
NET Visual Studio e-DSDM
business intelligence
architectuur software design patterns
RUP (iteratief) UML Kwaliteit Requirements management Casetool Pre: basisvaardigheden systeemontwikkeling programmeren mobile NET
ETL Datawarehouse OLAP Oracle BI-suite Pre: kennis van databases op nivo DI2 enterprise architectuur SOA BPEL
Java Design patterns(th + pr) n-tier casetool Pre: kennis van Java op nivo DI5 Minor combinatie MedSys Futurelab Prince2
NET NETCompactFramework Visual Studio
Oracle SOA-suite Archimate
WL2(5SP)
WL2(5SP)
Minor combinatie MedSys Futurelab
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
systeemontwikkeling implementeren beheer testen ITIL T-MAP SIM-3
WL2
41/55
42/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Bijlage 3:
Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris
De heer dr.ir. J. van den Berg, voorzitter De heer Van den Berg is ingezet als panellid vanwege zijn domeindeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en zijn auditdeskundigheid. Hij is deskundig in het domein van Wiskunde, Natuurkunde, Informatica, Econom(etr)ie en Kunstmatige Intelligentie. Over onderwijsdeskundigheid beschikt de heer Van den Berg door zijn ervaring in zowel het hoger beroepsonderwijs als docent wiskunde, natuurkunde en informatica en als lector Human Centred ICT, als in het universitaire onderwijs bij de Erasmus Universiteit Rotterdam als (hoofd)docent en bij de Technische Universiteit Delft als hoofddocent ICT. De heer Van den Berg is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen, met lesgeven, beoordeling en toetsing op minstens het niveau en de oriëntatie van te beoordelen opleiding in de vakgebieden informatica, hogere informatica, informatica en informatiekunde, informatiedienstverlening en –management, technische bedrijfskunde en technische informatica, bovendien beschikt hij in deze domeinen over relevante werkveld-deskundigheid en internationale deskundigheid. Doordat de heer Van den Berg als directeur van de BSc en MSc opleidingen Informatica & Economie van de Economische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam nauw betrokken was bij de accreditatie van genoemde opleidingen beschikt hij tevens over auditdeskundigheid. Hij is betrokken bij onderwijs en onderzoek aan de TU Delft en heeft talloze publicaties op zijn naam staan (uitgebreide publicatielijst is te vinden op http://www.tbm.tudelft.nl/live/pagina.jsp?id=35ba567c-bb09-40f6-abac-0aeb41568f61&lang=en (onder http://www.tudelft.nl/live/ServeBinary?id=35ba567c-bb09-40f6-abac0aeb41568f61&binary=/doc/publist-newstyle.pdf). Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1963 - 1970 1970 - 1977 1992 - 1996
Gymnasium-ß Wiskunde aan TUDelft Promotie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Werkervaring: 1977 – 1981 Hogeschool West-Brabant (laboratoriumopleidingen), docent wis- en natuurkunde en voorzitter van de Instituutsraad 1981 – 1983 Middelbare school van Nampula, Mozambique, docent wis- en natuurkunde 1983 – 1989 Fontys hogescholen, docent wiskunde en informatica bij de opleidingen elektrotechniek, werktuigbouwkunde en informatica, tevens voorzitter van de vakgroep wiskunde 1989 – 2006 Erasmus Universiteit Rotterdam, Economische Faculteit, universitair (hoofd)docent Informatica & Economie en als medeoprichter/directeur van de BSc- en MScopleidingen Informatica & Economie 2006 – 2008 Hogeschool Rotterdam, parttime lector Human Centered ICT, de opleidingen Informatica, Technische Informatica, Bedrijfskundige Informatica, Communication and Multimedia Design 2006 – heden TU Delft Faculteit Techniek, Bestuur & Management, universitair hoofddocent bij de sectie Informatica
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
43/55
De heer G.C.J.M. Nogarede RON RI CIN De heer Nogarede is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van bedrijfskunde en informatievoorziening, onderwijskunde en didactiek, methodologie van onderzoek, informatica en recht. Hij is betrokken geweest bij projecten op het gebied van begeleiding leer- en veranderingsprocessen, consultancy, advies, bemiddeling, kwaliteitscontrole en inbreng als onafhankelijk deskundige. Bovendien heeft de heer Nogarede onderwijservaring vanuit zijn eigen opleidingsondernemingen: verzorgen van cursorische en individuele onderwijsopdrachten; het opleiden, trainen, begeleiden en ondersteunen van studenten uit overheid en bedrijfsleven. Hij heeft vele wetenschappelijke publicaties en professionele vakliteratuur op zijn naam staan. Voor deze visitatie heeft de heer Nogarede onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1966 1966-1971 1971-1988
1971-heden
1986 1987 1996 1997 18-11-1998
HBS – B Amsterdam Gemeente Universiteit (Universiteit van Amsterdam) - Toegepaste Wiskunde - afstudeerrichting Numerieke Wiskunde diverse opleidingen bij private opleiders met betrekking tot: organisatieleer / management / projectmanagement / informatievoorziening en automatisering / communicatieve en sociale vaardigheden diverse opleidingen bij private onderwijskundige instituten met betrekking tot: opleiden, trainen, begeleiden en coachen / didactiek en leerdoel formulering / competentiegericht onderwijs / EVC - Eerder Verworven Competenties / examineren / accreditatie en visitatie Masterclass Onderwijskunde en Didactiek (Kessels en Smit) Onderwijsbevoegdheid - bevoegdheid corrector / docent
2005
Masterclass Informatica en Recht (Vrije Universiteit) Masterclass Organisatiekunde en Bedrijfskunde Arrondissementsrechtbank ’s-Gravenhage beëdigd als informaticadeskundige (deskundigheden op het snijvlak van bedrijfskunde, informatica en recht) Masterclass Methodologie van onderzoek (Universiteit Groningen)
2007
Masterclass Filosofie - Scenario Thinking (Universiteit Leiden)
2007 en 2010 Assessment en reassessment (3 jaarlijkse cyclus) / Approved trainer PRINCE2® APMG Benelux PRINCE2® is a Registered Trade Mark of the Office of Government Commerce in the United Kingdom and other countries Werkervaring: 1971-1976 Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne - Geneeskundige Hoofdinspectie hoofd systeemontwikkeling en programmering 1976-1988 Ministerie Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu adviseur toegepaste informatica; plv hoofd Hoofdafdeling Individuele Subsidiëring 1988-heden Zelfstandig adviseur: Nogarede adviesbureau informatiekunde / Nogarede Opleidingen 1998-heden Beëdigd informaticadeskundige, met deskundigheden op het snijvlak van bedrijfskunde, informatica en recht
44/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Werk en bestuurlijke ervaring: 1999-2005 lid bestuur NVBI – Nederlandse Vereniging van Beëdigde Informaticadeskundigen – penningmeester 1999-heden lid Raad van Advies Stichting Examenkamer 2001-2004 Vice Voorzitter Hoofdbestuur NGI – Nederlands Genootschap voor informatica 2002-heden 2004-heden 2005-heden 2005-heden 2006-2009 2006-heden 2009-heden 2010-heden
lid Raad van Advies opleidingsinstituut strategisch adviseur opleidingsinstituut lid Ledenraad NGI – Nederlands Genootschap voor Informatica lid bestuur Stichting AMBI examens lid bestuur VRI – Vereniging Register Informatici (Portefeuille Beroepsontwikkeling) lid Raad van Advies Private Hogeschool Voorzitter examencommissie Belastingdienst Opleidingen Belasting Telefoon Auditor en gecommitteerde Stichting Examenkamer
De heer drs. G.P. Bakema De heer Bakema is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van informatica en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. Bovendien heeft de heer Bakema onderwijservaring als docent, hoofddocent en lector in de Informatica Communicatie Academie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Als lector heeft hij leiding gegeven aan de kenniskring (research and competence group) Data Architectures & Meta Data Management. De langjarige onderzoekslijn bestond uit conceptuele informatiemodellering, business intelligence, tool-architectuur en tool-ontwikkeling, ontwikkeling framework voor model transformaties en metadata management (in samenwerking met KLM en Atos Origin) alsmede integratie bedrijfsprocesmodellering en informatiemodellering. De heer Bakema heeft talloze nationale en internationale publicaties op zijn naam staan. Voor deze visitatie heeft de heer Bakema onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1984-1987 1965-1968 1964-1972 1958-1964
Katholieke Universiteit Nijmegen, Informatica, grote onderwijsbevoegdheid Rijksuniversiteit Leiden, C-leergang Theologie, gecertificeerd Rijksuniversiteit Leiden, Wiskunde en Natuurkunde, bijvakken Sterrenkunde en Economie, doctoraal diploma 1e Chr.Lyceum Haarlem, diploma Gymnasium B
Werkervaring: 2004-2010 Lector Data Architectures & Metadata Management (full-time), Informatica Communicatie Academie, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen 1997-2004 Hogeschoolhoofddocent Informatica en program manager internationale masteropleiding Information Systems Development (full-time), Informatica Communicatie Academie, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen 1994-1995 Docent Informatiemodellering en Databaseontwerp (1/2 dag per week), Katholieke Universiteit Nijmegen 1988-1995 Studiebegeleider Databases en Kennissystemen (1/2 dag per week), Open Universiteit, Heerlen
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
45/55
1975-1997 1971-1975
Docent Wiskunde en Informatica (full-time), Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Lerarenopleiding VO Leraar Wiskunde en Natuurkunde (full-time), Chr. Scholengemeenschap De Vlietschans, Leiden
De heer T.M.G.J. Bour De heer Bour is ingezet als studentlid. Hij volgt dezelfde opleiding bij een andere instelling, waar hij lid is van de opleidingscommissie en zich bezighoudt met PR en communicatie (voorlichting en open dagen). Van 2005 t/m 2006 is hij bestuurslid geweest van JNL (Jongeren Netwerk Limburg). Samen met een ander bestuurslid heeft hij een panel geleid om de band tussen Provinciale overheid en jongeren te versterken. De heer Bour is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Bour aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2007-2011 2000-2007
Informatica - Hogeschool Zuyd vwo - Eijkhagen College te Landgraaf
Werkervaring: Sep. 2006-mei 2009 Canadian Corner te Brunssum - barman Aug. 2009-heden TechConnect te Sittard (Programmeren met Visual Studio). Na stage overgegaan in part-time contract.
Mevrouw drs. M.E. Voorthuis Mevrouw Voorthuis beschikt zowel door haar opleiding als door haar werk over een brede onderwijskundige kennis van en ervaring met het onderwijs. Zij heeft een groot aantal jaren gewerkt als senioradviseur en -onderzoeker op het terrein van met name het hoger onderwijs en de bve sector en hierover gepubliceerd. Voor het hoger onderwijs voerde zij een groot aantal onderzoeken en adviestrajecten uit. Deze hadden onder andere betrekking op de implementatie en evaluatie van tal van onderwijskundige vernieuwingen, alsook op kwaliteitszorg. Andere terreinen waarop zij onderzoek deed en adviestrajecten uitvoerde zijn studiebegeleiding en studieloopbanen, studiekeuzeprocessen en de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast was zij gedurende een aantal jaren projectleider van een monitorproject van management- en verkooptrainingen bij een gerenommeerd internationaal bedrijf voor managementtrainingen. Als auditor heeft zij ruime ervaring binnen verschillende domeinen in zowel het hoger beroepsonderwijs, als het universitaire onderwijs. Mevrouw Voorthuis heeft in het najaar van 2010 deelgenomen aan de training van de NVAO en is gecertificeerd secretaris. Opleiding: 1973 1985 1989 1992 1995 2000
46/55
Diploma Pedagogische Academie Doctoraal Pedagogische Wetenschappen, met het hoofdvak Onderwijskunde en de bijvakken Organisatiesociologie en Bestuurskunde Leergang Modulair Onderwijs bij het Nederlands Studie Centrum Cursus Gegevensverwerking met Data Entry en SPSS/PC+ Training Krauthammer International Cursus Vergelijking ATLAS/ti-Nvivo
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Werkervaring: 1973 - 1977 1985 - 2002 2002 - 2004 2004 - heden 2005
Basisonderwijs SCO-Kohnstamm instituut van de Universiteit van Amsterdam HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg Netherlands Quality Agency Vanuit NQA gedetacheerd bij de Quality Assurance Netherlands Universities (QANU)
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
47/55
Bijlage 4:
Bezoekprogramma
Dag 1 Tijdstip 13:30-14:00 14:00-15:00 15:00-17:00 17:00-17:30 17:30-18:30
Programmaonderdeel Ontvangst en rondleiding Voorbereiding n.a.v. kritische reflectie Materiaalbestudering Inloopspreekuur Voorbereiding naar aanleiding van studentmateriaal
Deelnemers Panel + opleidingsmanagement Panel Panel Panel Panel
Tijdstip 08:30-09:15
Programmaonderdeel Blok Inhoud I: Afstuderen
09:30-10:15
Blok Inhoud II: Studiejaren 3 en 4 en afstuderen
10:30-11:15
Blok Inhoud III: Studiejaren 1 en 2
11:30-12:15
Gesprek met docenten
12:15-13:15
Lunchpauze en overleg / extra bestuderen materiaal
Deelnemers Patrick Houtman (Externe deskundige) Gerard Wagenaar (Docent, voorzitter academieraad, lid onderwijscommissie) Jan Montizaan (Docent, docentbegeleider, lid opleidingscommissie) Ralph Simons (Docentbegeleider, inzetcoordinator AIB, voorzitter opleidingscommissie) Ger Oosting (Docent, profielmanager) Ad Voesenek (Docentbegeleider) Anton Dekkers (Externe deskundige) Sebastiaan Koning (vt jaar 3) Cindy van Dorst (dt jaar 3) Selmer Plasschaert (vt jaar 4) Arjan Westdorp (afgestudeerde vt) Fouad Makioui (afgestudeerde dt) Serge Mulders (afgestudeerde dt) Wessel Kroos (vt jaar 1) Richard Verhaaf (dt jaar 1) Stan Janssen (vt jaar 2) Mark de Vries (dt jaar 2) Muhktar Feisal (vt jaar 1) Stefan Oomes (vt jaar 2) Gerard Wagenaar (Docent, voorzitter academieraad, lid onderwijscommissie) Tommy Heunks (Docent, lid examencie, onderwijscie en opleidingscie, buitenlandcoordinator) Ger Oosting (Docent, profielmanager) Maurice van Haperen (Docent) Fiona Koevoets (Studieadviseur) Panel
Dag 2
48/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
13:15-14:00
Eerste gesprek met opleidingsmanagement
14:15-15:00
Blok borging
15:00-15:45
Eventuele extra gesprekken
15:45-16:45 16:45-17:30
Beoordelingsoverleg Panel Tweede gesprek opleidingsmanagement, inclusief afronding
Chris Otto (Adjunct-directeur) Petra Koenders (Directeur) Wil van den Bogaard (Profielmanager BI) Ger Oosting (Docent, profielmanager I) Ger Oosting (Docent, profielmanager) Ralph Simons (Docentbegeleider, inzetcoordinator AIB, voorzitter opleidingscie) Paul Mennens (Kwaliteitscoordinator) Evert Jan de Voogt (Docent, lid examencie)
Panel Chris Otto (Adjunct-directeur) Petra Koenders (Directeur) Wil van den Bogaard (Profielmanager BI) Ger Oosting (Docent, profielmanager I)
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
49/55
Bijlage 5:
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
50/55
Bestudeerde documenten
AIB architectuurbeschrijving (2010) AIB-Ontwikkelplan AIB Organisatieplan AIB Personeelsplan Avans beleidskader voor Bacheloropleidingen (2005) Actieplan reguleren werkdruk Analyse Meting Aantrekkelijke Werkgever Anticipatie langstudeerder Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs van de NVAO (december 2010) Blackboard Beroeps- en opleidingsprofiel Informatica (2010) Businessplan AIB 2011 Competentieontwikkeling medewerkers CV lijst docententeam BI en I Domeinbeschrijving HBO-I, Hoger Beroepsonderwijs ICT-opleidingen (2010) (www.hbo-i.nl) Evaluatiegegevens bij de kritische reflectie voor de beperkte opleidingsaccreditatie voor de opleiding Informatica voltijd en deeltijd Handboek Afstuderen en Stagegids BI/I HBO-I Stichting, Bachelor of ICT Hogeschooltaal Handreiking voor examencommissies (2011 HBO-Raad) Informatie DP&O (1 april 2011) Kaderplan Techniek en ICT 2008-2012 Kwaliteitsbeleidsplan (2009) Kwaliteitsbeleidsplan 2010-2013 Kwaliteitshandboek 2009-2013 Landelijk overleg HBO-I, verslaglegging Landman, E, Omgevingsverkenning Avans Hogeschool, Academie voor ICT en Business (2010) Literatuurlijsten periode 1 t/m 4 Masterplan vistualiseren OER –AIB (2010-2011) Opleidingskader BI en I (december 2009) Overzicht externe contacten AIB Overzichtslijst afstudeerwerken 2009-2011 Project Hippocampus Periodewijzers (2010) Planning Kwaliteitszorg 2010-2011 P&OC tabellen clustering Samenvatten overzicht docenten AIB Samenwerkende bedrijven SLB aanpak Studiegids 2010-2011
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
• • • • • • • • • •
Teamontwikkelplan (TOP) Technaplaza Terugdringen studievertragers Toetsbeleid Toetsbeleid aan de KU Leuven/Kadernotitie toetsbeleid Avans Hogeschool Verantwoording van de Visie op leren en Onderwijs AIB (2010) Verslagen Onderwijscommissie Verslaglegging Pilot (Peermentoring) bij SLB Werkveld AdviesRaad, verslagen Ziekteverzuimregistratie
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
51/55
52/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Bijlage 6:
Overzicht bestudeerde afstudeerwerken
Hieronder een overzicht van de studenten van wie het panel de afstudeerwerken heeft bestudeerd. Conform de regels van de NVAO zijn alleen de studentnummers opgenomen. 2004563 1122602 2007339 1115086 1099210 2001036 2002417 2003560 1113042 2003919 2032864 2032866 2032884 1107765 1123912 1099993
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
53/55
54/55
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
Bijlage 7:
Verklaring van correctheid en volledigheid van de informatie
© NQA – Avans Hogeschool Breda: hbo-bacheloropleiding Informatica
55/55