Avans Hogeschool Finance and Control, Breda
Beperkte opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) April 2014
2/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Inleiding
Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo-bachelor-opleiding Finance and Control (F&C, Bedrijfseconomie Engelstalig, voltijd) van Avans Hogeschool. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van Avans Hogeschool is samengesteld, in overleg met de opleiding. Voorafgaand aan de visitatie is het panel goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2013 voor de beperkte opleidingsbeoordeling. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2013. Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te 3 en 4 oktober 2013 gevisiteerd. In het proces, waarbij alle BEopleidingen van Avans Hogescholen werden gevisiteerd, is de onafhankelijkheid van het panel in het geding gekomen. Op grond hiervan is in overleg tussen Avans Hogeschool, NVAO en NQA besloten een nieuw panel samen te stellen. Het nieuwe visitatiepanel bestond uit: De heer drs. H. Ploeger (voorzitter, domeindeskundige) De heer drs. H. van der Wal (domeindeskundige) De heer mr. drs. M. Meuleman (domeindeskundige) Mevrouw A.J. Lely (studentlid) Mevrouw drs. P. Göbel, auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Het panel heeft de rapportage over de opleiding van het eerdere panel bestudeerd en enkele nieuwe afstudeerwerken bekeken. Het panel heeft zich gecommitteerd aan de bevindingen en conclusies in de rapportage van het eerdere panel en heeft de uitkomsten geverifieerd in aanvullende gesprekken (zie bijlage 4). Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden. Utrecht, 15 april 2014 Panelvoorzitter
Panelsecretaris
De heer drs. H. Ploeger
Mevrouw drs. P. Göbel
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
3/43
4/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Samenvatting De voltijdopleiding Finance and Control van Avans Hogeschool wordt positief beoordeeld en ontvangt het eindoordeel voldoende. De opleiding F&C komt voort uit de Bedrijfseconomie-voltijdopleiding (BE) en speelt in op een groeiende vraag van uit het werkveld naar financiële deskundigen met een internationale oriëntatie. F&C vormt samen met de IBMS opleiding de AVANS School of International Studies (ASIS) en werkt met IBMS nauw samen in contacten, inzet van docenten en de opzet van het programma en met name de toetsing en afstudeerfase. Het onderwijsprogramma is gestart in 2010. In 2013-2014 wordt het vierde studiejaar voor de eerste keer verzorgd. Anno 2013 zijn er derhalve nog geen afgestudeerden. De eerste lichting studenten zal in 2014 afstuderen. De opleiding telt 55 studenten (teldatum september 2013). Standaard 1: wat beoogt de opleiding? (eindkwalificaties) De opleiding richt zich met name op de functies van controller en financieel manager. Studenten moeten het financieel functioneren van een bedrijf in kaart kunnen brengen, eventuele problemen signaleren en onderbouwde verbeteringen/oplossingen kunnen aandragen. F&C-ers zijn gericht op een goede interactie met lokale controllers in andere landen en moeten daarmee beschikken over goede interculturele competenties. Het panel constateert dat de opleiding de landelijke kaders voor BE-opleidingen volgt en inkleurt met een internationale oriëntatie. De opleiding maakt daarbij goed gebruik van de mix van ervaring vanuit zowel ASIS als AAFM en heeft een duidelijk beeld van de functies waarvoor men opleidt. De gewenste vakinhoudelijke aspecten worden gedekt in de eindkwalificaties en men sluit aan bij het gewenste bachelorniveau. De opleiding heeft een beroepsgericht karakter met een duidelijke praktijkgerichte inslag. De aandacht voor onderzoek is gericht op praktijkonderzoek en een onderzoekende houding bij studenten. De opleiding zoekt vanaf het begin gericht afstemming met het werkveld. De opzet en profilering van de opleiding staan nog in de kinderschoenen en zullen de komende jaren verder vorm en stevigheid moeten krijgen in een mogelijk groeiende opleiding. Dit is de reden dat het panel nu komt tot een oordeel voldoende, waarbij het panel opmerkt dat dit bij verdere ontwikkeling kan uitgroeien naar een oordeel goed. Standaard 2: hoe realiseert de opleiding dit? (onderwijsleeromgeving) Het panel is van mening dat de randvoorwaarden voor goed onderwijs aanwezig zijn. Het onderwijsprogramma is stevig van opzet en inhoud. De inhoud past bij de doelstellingen en er zijn duidelijke plannen voor verdere modernisering van het onderwijs. Onderzoeksvaardigheden en softskills hebben de aandacht en in 2012 is gestart met een BRM-lijn. Het panel vindt dat er goede aanzetten zijn en is van mening dat de zichtbaarheid van beide leerlijnen (onderzoeksvaardigheden en softskills) kan worden vergroot, opdat het inzicht voor studenten wordt versterkt.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
5/43
Docenten hebben de gewenste kwaliteiten en maken goed gebruik van verdere ontwikkelingsmogelijkheden. Het onderwijs en de docenten zijn stimulerend en toegankelijk. Het panel is van mening dat studenten een positieve leeromgeving wordt geboden. De potenties daarvan komen nog niet volledig tot uiting. Daarvoor is een verdere groei van de opleiding gewenst. Ontwikkelingspunt is de verdere koppeling van de studieloopbaanbegeleiding aan de registratie van de competentiegroei bij studenten. Dit was voor het panel lastig te zien. Het panel ziet een opleiding die werkt aan verdere optimalisatie en aanpassing en die hopelijk met toekomstige groei verder kan uitbalanceren. Het panel heeft daar met de kwaliteit van het personeel en de faciliteiten vertrouwen in en wenst de opleiding veel instromers toe. Aangezien nog niet het hele programma is doorlopen, is de kwaliteit van het vierde studiejaar nog niet volledig te overzien. Dat is de reden dat het panel nu komt tot het oordeel voldoende, met een mogelijkheid tot het oordeel goed voor de toekomst. Standaard 3: Worden de doelstellingen behaald? (toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties) Het panel is van mening dat het toetssysteem stevig is neergezet door het hele curriculum. Er wordt een mix aan toetsvormen gebruikt en docenten zijn geschoold in toetsconstructie. De examencommissie en toetscommissie zijn proactief in de kwaliteitscontrole van de toetsing. Zij nemen geregeld steekproeven. Voor studenten is de toetsing duidelijk. Zij weten wat ze kunnen verwachten. De beoordeling van de stage is een aandachtspunt. Er wordt gewerkt aan het gebruik van rubrics om de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie te versterken. Ook de vastlegging van oordelen is een aandachtspunt. De opleiding volgt de afstudeerprocedures van de zusteropleiding IBMS. Deze procedures zijn helder. Het afstudeerniveau moet het niveau nog blijken in 2014 met het eerste afstudeercohort. Het panel heeft er vertrouwen in dat de toetslijn ook hier zal worden doorgetrokken. De borgingscommissies zijn kritische controleurs ter bewaking van het eindniveau (bij de zusteropleiding IMBS). Als deze lijn ook binnen F&C wordt uitgevoerd heeft het panel vertrouwen dat er een goed eindniveau mogelijk is. Het panel wenst de opleiding een grotere instroom van studenten toe, opdat de kwaliteit van de opleiding verder kan doorwerken tot in de eindtoetsing. Het panel ziet daar opties voor het oordeel goed in de toekomst. Aangezien dat in dit stadium nog niet in de uitvoering is te meten, komt het panel nu tot het oordeel voldoende.
6/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Inhoudsopgave
1
Basisgegevens van de opleiding
2
Beoordeling
11
Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten
11 13 19
3
Eindoordeel over de opleiding
23
4
Aanbevelingen
25
5
Bijlagen
27
Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris Bijlage 4: Bezoekprogramma Finance and Control, Breda Bijlage 5: Bestudeerde documenten Bijlage 6: Verklaring van volledigheid en correctheid
29 31 33 37 41 43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
9
7/43
8/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. Naam opleiding in CROHO 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichting Variant Locatie Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO
9. Code of conduct
Bedrijfseconomie Engelstalig (Finance and Control) 34401 Hbo; bachelor 240 EC Nvt Voltijd Breda Vorige visitatie: nvt Besluit NVAO: nvt Getekend
Administratieve gegevens van de instelling 10. Naam instelling 11. Status instelling 12. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Avans Hogeschool Bekostigd Verleend september 2013
Kwantitatieve gegevens over de opleiding 1. In- door- en uitstroomgegevens van – zo mogelijk – de laatste zes cohorten Cohort Instroom Uitval
2010 23 39%
2011 22 50%
2012 18 55%
2. Gerealiseerde docent-studentratio: gemiddeld 1:16 3. Gemiddeld aantal contacturen1 per fase van de studie, uitgezonderd stage en afstudeerperioden: Jaar 1: 14 uur Jaar 2: 10 uur Jaar 3: 11 uur
1
De opleiding hanteert als definitie voor ‘contactuur’: Een contactuur is een onderwijsuur waarbij een docent fysiek aanwezig is. Bij de berekening van contacturen per week is het totaal aantal klokuren dat gemiddeld per kwartaal (10 weken, d.w.z. 7 weken onderwijs + 3 weken toetsing en overige activiteiten) wordt geprogrammeerd, gebruikt als grondslag.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
9/43
Aanvullende informatie De opleiding Finance and Control vormt samen met de opleiding IBMS (International Business and Management Studies) de Avans School of International Studies (ASIS). F&C is gestart in samenwerking met de voltijd Bedrijfseconomie-opleiding (BE) te Breda van de Academie voor Algemeen en Financieel Management (AAFM). Bij beide academies waren signalen uit het werkveld directe aanleiding om de F&C op te zetten en zo te voldoen aan de vraag naar een internationale bedrijfseconomie opleiding. Op deze wijze kon ASIS haar portfolio uitbreiden en kon AAFM haar internationaliseringsambitie vorm geven. Het onderwijsprogramma is gebaseerd op het BE-programma van AAFM. Het eerste semester is gezamenlijk met de IBMS-opleiding. De verdere ontwikkeling is nu volledig in handen van ASIS. Met AAFM is er nog docentenuitwisseling en BE en F&C vallen onder dezelfde Avansbrede BE-examencommissie. Het onderwijsprogramma is gestart in 2010. Een jaar later dan gepland. In 2009 waren er onvoldoende aanmeldingen. In 2013-2014 wordt het vierde studiejaar voor de eerste keer verzorgd. Anno 2013 zijn er derhalve nog geen afgestudeerden. De eerste lichting studenten zal in 2014 afstuderen. Ten tijde van de visitatie waren dus nog geen afstudeerwerkstukken beschikbaar en heeft het panel haar oordeel bij standaard 3 gebaseerd op de aanwezige derdejaars werkstukken en toetsing. Daarnaast is kennisgenomen van de voorgenomen opzet voor de afstudeerfase. Deze wordt conform de werkwijzen van IBMS opgezet. De IBMS-opleiding is in 2013 positief beoordeeld door de NVAO.
10/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
2
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3.
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen Eindkwalificaties De opleiding hanteert de eindkwalificaties zoals vastgelegd in het Opleidingsprofiel BBABedrijfseconomie (LOB 2013). Deze zijn gericht op vier centrale professionele eindkwalificaties: financial control, information control, risk management en accounting control. Daarnaast zijn er drie generieke eindkwalificaties: a critical mind, social and communicative skills en responsible behaviour (zie bijlage 1). Deze zijn landelijk geverifieerd aan de Dublin descriptoren en aan de BBA-standaard. Het profiel is landelijk afgestemd met vertegenwoordigers uit het werkveld en het is vastgesteld door het Sectoraal Adviescollege Hoger Economisch Onderwijs (SAC) en het Landelijk Overleg Opleidingen Bedrijfseconomie (LOOBE). Profilering Sinds de start van de opleiding is er veel overleg met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven over mogelijke functies voor afgestudeerden. Met name de functies van controller en financieel manager staan centraal in de F&C opleiding. Studenten moeten het financieel functioneren van een bedrijf in kaart kunnen brengen, eventuele problemen signaleren en onderbouwde verbeteringen/oplossingen kunnen aandragen. F&C-ers zijn gericht op een goede interactie met lokale controllers in andere landen en moeten daarmee beschikken over goede interculturele competenties. De opleiding geeft specifieke kleuring aan de landelijke uitgangspunten met de volledig Engelstalige uitvoering en de focus op internationale standaarden voor Finance and Control. De opleiding is een van vier BE opleidingen in Nederland die volledig Engelstalig worden verzorgd. Studenten worden breed opgeleid tot startende BE-professionals. Ze leren de BEkennis en kunde toe te passen in internationale settings of binnen grotere internationaal opererende bedrijven in Nederland. Het panel is van mening dat de opleiding zich met de internationale focus en de Engelstalige uitvoering duidelijk onderscheidt van de andere AVANS BE-opleidingen. Zij is daarin niet uniek in Nederland.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
11/43
Met de start van de opleiding zijn de ervaringen met de opzet van een onderzoeksleerlijn opgepakt en worden studenten vanaf het eerste jaar voorbereid op praktijkgericht onderzoek. Het panel vindt dit een logische keuze die erin resulteert dat de onderzoeksvaardigheden van begin af aan zijn opgenomen. Het aanleren van een onderzoekende houding heeft daarmee een duidelijke positie. Om de eigen profilering nog duidelijker te stellen heeft de opleiding een naamsverandering aangevraagd. In het komende jaar wordt de naam gewijzigd in International Financial Management. Dit benadrukt meer het internationale karakter en het belang van financiële professionals voor managementprocessen. De opleiding hoopt met deze naamswijziging meer studenten te trekken zowel nationaal als internationaal en de international community gedachte uit te kunnen bouwen. Het panel vindt de nieuwe naamgeving passend en recht doen aan de posities en functies waarvoor wordt opgeleid. Het panel hoopt dat daarmee de opleiding zich verder zal ontwikkelen. Afstemming werkveld De opleiding is ontstaan vanuit een sterke vraag vanuit het werkveld naar financiële professionals met internationale oriëntatie. De opleiding heeft sinds de start intensief contact met het werkveld via de ASIS Business Advisory Board (BAB). Uit gesprekken en notulen blijkt dat de BAB gerichte adviezen geeft op plannen en ontwikkelingen binnen ASIS, vanuit de brede contacten met het werkveld. De BAB is actief, komt vaak bijeen en speelt ook een actieve rol bij de check van eindwerkstukken van studenten IBMS. Een onderwerp dat in de laatste jaren is ingebracht, is het belang van softskills (communiceren, interculturele sensitiviteit en samenwerking). Het panel constateert dat het werkveld vanaf de start intensief wordt betrokken bij de opzet en uitvoering van F&C. Waardering studenten Uit NSE-enquêtes blijkt dat studenten positief oordelen over het niveau van het studieprogramma, de voorbereiding op het werkveld en de wijze waarop de opleiding inspringt op actuele ontwikkelingen. Dit beeld is in de gesprekken met studenten bevestigd. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding de landelijke kaders voor BE-opleidingen volgt en inkleurt met een internationale oriëntatie. De opleiding maakt daarbij goed gebruik van de mix van ervaring vanuit zowel ASIS als AAFM. De opleiding heeft een duidelijk beeld van de functies waarvoor men opleidt. De gewenste vakinhoudelijke aspecten worden gedekt in de eindkwalificaties en men richt zich op het bachelorniveau. De opleiding heeft een beroepsgericht karakter met een duidelijke praktijkgerichte inslag. Met de gerichtheid op praktijkonderzoek onderkent de opleiding het belang van onderzoek en een onderzoekende houding bij studenten. De opleiding maakt vanaf het begin goed gebruik van de contacten met het werkveld. De opzet en profilering van de opleiding staan nog in de kinderschoenen en zullen de komende jaren verder vorm en stevigheid moeten krijgen in een mogelijk groeiende opleiding.
12/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Aspecten van internationalisering kunnen verder worden uitgewerkt als de opleiding meer kritische massa bereikt. Dit is de reden dat het panel nu komt tot een oordeel voldoende, waarbij het panel opmerkt dat dit bij verdere ontwikkeling kan uitgroeien naar een oordeel goed. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Bevindingen Inhoud van het programma Relatie tussen de beoogde eindkwalificaties en de inhoud van het programma Het panel constateert dat de opleiding de professionele en generieke competenties heeft uitgewerkt naar de drie beheersingsniveaus (zie bijlage 1). In een bijlage bij de kritische reflectie zijn de competenties helder weergegeven per studiejaar, kwartaal en per studieonderdeel. Dit beeld wordt bevestigd in de moduleboeken waar voor ieder studieonderdeel wordt benoemd aan welke competentie een bijdrage wordt geleverd tot op welk niveau. Daar wordt de koppeling aangegeven met de leerdoelen per studieonderdeel. Uit de overzichten blijkt duidelijk dat beheersingsniveau 1 (uitvoering) centraal staat voor jaar 1. Beheersingsniveau 2 (analyse) staat centraal voor het tweede studiejaar. In jaar 3 en 4 wordt het derde beheersingsniveau (evaluatie en advisering) behaald. Het panel is er van overtuigd dat de competenties trapsgewijs door het gehele programma worden opgebouwd. Voor studenten is het duidelijk aan welke leerdoelen zij werken en hoe deze bijdragen aan het behalen van de competenties. Kennis en kunde Opbouw programma Het programma is opgebouwd uit een 210 EC major deel gericht op de BBA competenties en een vrije keuze minor van 30 EC. Studenten kunnen een Engelstalige minor kiezen uit de Avansbrede minorcatalogus of een minor van een andere onderwijsinstelling (met goedkeuring van de examencommissie). Het panel herkent in de eerste twee studiejaren een duidelijke thematische opzet, waarbij in ieder kwartaal/blok een bedrijf met een thema centraal staat. In het eerste jaar zijn de thema’s: Business Organisation, Business Environment, Investment Analysis en Accounting Information Systems. De eerste twee blokken zijn gezamenlijk met de opleiding IBMS. In jaar twee staan de volgende thema’s centraal : Process Control, Logistics Analysis, International Risk en External Accountability. In deze eerste twee jaren wordt een brede kennisbasis gelegd tot op beheersingsniveau 2. Het panel is van mening dat met de thema’s goed wordt aangesloten op de deelgebieden van het BBA/BE vakgebied.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
13/43
Doordat ieder thema gekoppeld is aan een reëel bedrijfsprobleem is er voor studenten een goede balans tussen de theorie en de praktijk. In projectgroepen, trainingen en workshops wordt aandacht gegeven aan de ontwikkeling van professionele vaardigheden en de noodzakelijke ‘softskills’. Studenten trainen vaardigheden op het gebied van samenwerken, communicatie, vergadertechniek et cetera. Doordat de blokthema’s aan reële bedrijven zijn gekoppeld, krijgen studenten een beeld van de beroepspraktijk. In het derde jaar volgen studenten een halfjaar stage en volgen zij twee blokken gericht op de thema’s Strategic Finance en Strategic Control, met masterclasses in Risk Management en Strategic CSR. Het vierde studiejaar is gericht op verdere verdieping in complexere bedrijfssituaties. Het eerste semester kunnen studenten een minor volgen of deelnemen aan een Erasmus-uitwisselingsproject. Het laatste semester omvat het afstudeerproject waar studenten zelfstandig toewerken naar een adviesrapport voor een bedrijf, gebaseerd op praktijkonderzoek. Inhoud Het panel is van mening dat de opleiding een stevig programma neerzet. De kennisbasis wordt in het eerste studiejaar direct duidelijk neergezet. Financial accounting is een stevig onderdeel van het programma, gericht op controlfuncties. In het programma ligt minder het accent bij treasuring en auditing. Waar nodig kunnen studenten extra training krijgen voor Financial Accounting. Studenten leren de noodzakelijke ICT-programma’s te beheersen, bijvoorbeeld Excel, SPSS en Navision. Van studenten wordt een actieve houding en goede inzet verwacht. Studenten bevestigen in gesprekken dat een goede studie-inzet nodig is om het programma te doorlopen. Het programma richt zich op internationale bedrijfseconomische kaders, casuïstiek en regelgeving, waarbij in onderdelen ook wordt gespiegeld aan de nationale setting. Het panel is van oordeel dat studenten voldoende kennis en kunde aanleren om te voldoen aan de Nederlandse BE-eisen/kaders. Voor specifieke internationale expertise, bijvoorbeeld International Law, worden externe docenten ingezet met wereldwijde ervaring. Softskills worden duidelijk geadresseerd in de beoordeling van de projecten. Studenten leren ook elkaar te beoordelen. Het panel is van mening dat studenten wordt geleerd kritisch te denken en redeneren. De opbouw in de softskills kan volgens het panel duidelijker in kaart worden gebracht in een doorlopende leerlijn. Het panel ziet dat de opleiding actualiteiten opneemt in het programma, bijvoorbeeld door bij External Accountability gericht aandacht te geven aan de richtlijnen voor het Global Reporting Initiative. In het bijbehorende project werd samengewerkt met studentgroepen uit België en Portugal. Uit NSE-gegevens blijkt dat studenten zeer positief oordelen over het niveau, de inhoud, de samenhang, de actualiteit van het programma en de voorbereiding die het biedt op de arbeidsmarkt. Internationaal accent Voor de aansluiting bij het internationale beroepenveld wordt in de lessen veel aandacht besteed aan internationale kaders en werkwijzen en zijn studenten verplicht tenminste een semester (minor, stage of afstuderen) in het buitenland door te brengen.
14/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Uit gesprekken blijkt dat studenten duidelijk een internationale focus ervaren en leren denken in internationale verbanden en vaktechnische kaders. De opleiding maakt gebruik van actuele, gedegen en uitsluitend Engelstalige vakboeken en literatuur. Wat betreft de beheersing van de Engelse taal wordt gestreefd naar C1-niveau bij afstuderen. Studenten kunnen in het eerste jaar extra ondersteuning vragen voor Engels. Uit gesprekken met studenten en docenten blijkt dat studenten snel wennen aan het volledig studeren in het Engels en het gebruik van ‘Business English’. Dit wordt gesteund vanuit een specifieke leerlijn gericht op de Engelse taal. Met een meer internationale samenstelling van de studentengroepen zal dat nog duidelijker tot uiting komen. Onderzoeksvaardigheden In de eerste drie studiejaren volgen studenten de BRM-leerlijn (Business Research Methods) ter voorbereiding op het afstudeeronderzoek in het vierde studiejaar. De BRM-lijn volgt de Creative Action Methodology (Delnooz). In het eerste jaar leren studenten algemene statistiek toe te passen bij eenvoudiger onderzoeksmethoden (interview, vragenlijsten, bedrijfsscan) en daarover te rapporteren. In jaar 2 ligt het accent bij het gericht verzamelen en analyseren van informatie en bij eenvoudige onderzoeksmethoden. Studenten kunnen dan eenvoudige onderzoeken opstellen voor afgebakende onderzoeksvragen. In jaar drie leren studenten een bedrijfsvraag/probleem om te vormen naar gerichte onderzoeksvragen en concept-onderzoeksaanpak. Zij moeten dit in een BRM-project uitwerken en koppelen aan bestaande theorie/literatuur en bedrijfservaring (situationele analyse). In jaar drie is een stevig blok opgenomen gericht op kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden (basis voor conceptueel model en onderzoeksontwerp). Studenten leren kennis en ervaring in te zetten om een onderzoeksvraag juist in te kaderen. Studenten leren kritisch te denken en te redeneren. In jaar vier moeten studenten bij het afstuderen volledig zelfstandig een probleem binnen een bedrijf analyseren. Uit gesprekken blijkt dat in 2012 de aanwezige onderzoeksvaardigheden in kaart zijn gebracht in een BRM-lijn. Het panel vindt dit een positieve aanzet. De onderzoekslijn biedt studenten een gerichte voorbereiding op het afstuderen. De zichtbaarheid van deze onderzoeksleerlijn kan worden vergroot voor studenten. Het panel vindt de benadering van onderzoeksvaardigheden passend bij het hbo-karakter van de opleiding. Vormgeving van het programma Didactisch concept en werkvormen De opleiding biedt studentgericht onderwijs met een variatie aan activerende werkvormen. Van studenten wordt een actieve studiehouding verwacht. Daarbij ontvangen zij een gevarieerd programma met keuzemogelijkheden en gerichte studiebegeleiding. Het onderwijs is gericht op het ontwikkelen van kritisch analytische vaardigheden, waarmee de student in combinatie met vakinhoudelijke vaardigheden kan komen tot een gerichte oplossing van problemen voor bedrijven. Bij ieder onderwijsblok is beschreven welke inhoudelijke bijdrage tot op welk niveau wordt geleverd aan de kennisleerlijn, de professionele ontwikkeling en de vaardighedenleerlijn. De kennisleerlijn behandelt de belangrijke en gangbare theorieën en concepten voor het BBA/F&C vakgebied. In de professionele leerlijn ligt de focus bij projectwerk en probleemoplossend werken.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
15/43
Daarbij wordt gewerkt aan reële problemen uit de beroepspraktijk. Studenten moeten daartoe de aangeleerde kennis gericht toepassen. In de stage en bij het afstuderen werken studenten aan vraagstukken uit de beroepspraktijk. De vaardighedenleerlijn richt zich op persoonlijke en ‘Business skills’, zoals interview, presentatie en rapportagevaardigheden, onderzoeksvaardigheden, IT-skills et cetera. De taalvaardigheden Engels zijn opgenomen in de Engelse lijn, binnen de vaardighedenleerlijn. De opleiding streeft naar een meer internationale leeromgeving met de vorming van een International Classroom, conform de IBMS-opleiding, samen met andere Europese hogescholen. Ten tijde van de visitatie was de omvang van de opleiding daarvoor nog niet toereikend. De huidige kleine bezetting levert voor studenten wel direct en activerend onderwijs in kleine studentgroepen. Waar nodig kan er snel worden bijgesteld in het onderwijsprogramma. Dat wordt door studenten hoog gewaardeerd. Het maakt ook dat studenten zich actief moeten opstellen. Studenten oordelen positief over de stimulans, de samenhang van het programma, de gehanteerde onderwijsmethoden en de keuzemogelijkheden (minor, stage, afstuderen). Studenten vinden de studielast passend. Begeleiding van studenten Door de directe contacten met de kleine studentengroep worden veel vraagpunten snel door de docenten opgepakt, naar volle tevredenheid van de studenten. Daarnaast is er een formele studiebegeleiding in de eerste twee studiejaren. Studenten krijgen een individuele coach toegewezen die geregeld gesprekken voert over de studiekeuze, de studievoortgang en de ontwikkeling van de professionele en generieke competenties. Basis voor de gesprekken is de voortgang van de student. In het derde en vierde studiejaar ligt het initiatief bij de student zelf. Zij kunnen begeleiding vragen bij stage- en afstudeermentoren. Tijdens buitenlandperioden is via Skype, mail et cetera contact mogelijk met de betreffende docentbegeleiders. De opleiding werkt bewust niet met portfolio’s volgens een vast stramien. Dit werd in het verleden door studenten (IBMS) te veel als verplichte invuloefening ervaren. Het panel erkent deze keuze en waardeert de werkwijze van de opleiding en de gerichtheid op de ontwikkeling per student. Uit gesprekken en documentatie blijkt dat de propedeuse een behoorlijk selecterende werking heeft (soms bijna 50% uitval). Conform het Avansbrede project Hippocampus, wordt met iedere instromer een intakegesprek gehouden en een ‘stoplicht’-advies gegeven aan startende studenten. Uit ervaring blijkt dat bepalend voor het studiesucces zijn: een cijfermatige interesse, goed kunnen samenwerken en belangstelling voor internationale aspecten. Studenten leren elkaar via peer-assessment ook te beoordelen op inzet en houding. De onderwijscommissie geeft aan dat er wordt gewerkt aan een verdere koppeling tussen de softskills en de studiebegeleiding, mogelijk met meer gerichte opdrachten of verslagen voor studenten. Bij de moeilijkere vakken (Financial Accounting in jaar 1) gaat men starten met peertutoring door ouderejaars studenten. Het panel vindt de studiebegeleiding passend bij de kleine organisatie. Waar het nodig is maakt de opleiding gebruik van Avans en ASIS systemen en waar het kan worden zaken direct in het student-docent contact opgepakt.
16/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Dit werkt naar tevredenheid van de betrokkenen. De inzet en begeleiding door de directe docenten wordt hoog gewaardeerd door studenten in de NSE-enquêtes. Verschillende leerroutes Studenten met een diploma mbo-administrateur of mbo-assistant accountant kunnen op persoonlijke aanvraag vrijstelling verkrijgen bij de examencommissie voor 30 EC van het eerste studiejaar, mits zij de Engelse toets bij instroom hebben behaald. Hetzelfde geldt voor studenten met een vwo-diploma. Ook voor de keuze van de (Engelstalige) minor moet de examencommissie goedkeuring geven. Voor niet-EU studenten gelden extra toelatingseisen: IELTS score ≥ 6,0, correcte visa regeling, een door Nuffic gevalideerd diploma en een motivatiebrief. In praktijk blijkt dat tot nu toe alle studenten het volledige programma doorlopen en geen vrijstellingen zijn verleend. Kwaliteit van het personeel De docenten die het F&C-programma verzorgen zijn aangesteld bij ASIS en vaak voor een klein deel van hun aanstelling werkzaam voor F&C. Vierendertig (24 fte) van de zeventig docenten (48,7 fte) worden ingezet bij F&C. De opleiding heeft een docent-student ratio van 1:16, wat in de opstartjaren ruim is bemeten ten opzichte van de Avans standaard 1:25. Eénderde deel van de docenten heeft een vaste aanstelling. Het hoge aantal tijdelijke aanstellingen is het gevolg van de sterke groei (verdrievoudiging) van de ASIS. Het panel is van mening dat het docententeam goede kwaliteit heeft. Tweederde deel heeft zelf masterniveau en vier docenten zijn gepromoveerd. Twee docenten zijn bezig met een masteropleiding en drie zijn bezig met een promotie. Zowel door scholing en werving wordt gewerkt aan verdere verhoging van het niveau van de docentenstaf en verrijking van de vakinhoudelijke en internationale praktijkervaring. Uit documentatie en gesprekken blijkt dat docenten ruime scholings- en ontwikkelingsmogelijkheden ervaren. Scholing is verzorgd gericht op bijvoorbeeld didactische vaardigheden, toetsconstructie, Engelse taal (C2-niveau), coaching en begeleiding, timemanagement en moderne onderwijsmethoden (theater en IT in de klas). Op het gebied van ICT in het onderwijs wordt een half jaar training gestart gericht op ontwikkeling van moderne activerende werkvormen, met behulp van bijvoorbeeld smartboard en multimedia. Het panel vindt het positief dat in 2010-2011 docenten, die bij het afstudeertraject waren betrokken, gericht zijn geschoold in praktijkgericht onderzoek (creatieve methodologie) en dat dit komend jaar een vervolg krijgt. Daarbij wordt ook aangesloten op de ervaringen van de BE- en IBMS-docenten via deelname in de kenniskring van het lectoraat Finance & Sustainability. De opleiding streeft met verdergaande groei naar uitbreiding van internationale samenwerking en uitwisseling met buitenlandse universiteiten. Uit de NSE en uit gesprekken blijkt dat studenten de docenten waarderen vanwege hun professionele uitstraling en hun praktijkervaring en didactische kwaliteiten. Studenten vinden docenten inspirerend en toegankelijk. Ze vinden dat docenten veel praktijkervaring hebben en het Engels goed beheersen. Voor specifieke vakken worden specifieke gastdocenten ingehuurd. Gastlessen hebben nog een kleine omvang, gezien de kleinschaligheid van de opleiding.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
17/43
Het panel vindt dat de kleine opleiding gericht gebruik maakt van de mogelijkheden die ASIS biedt en daarnaast goed gebruik maakt van het inhuren van praktijkdocenten. Het personeel heeft een goede kwaliteit. Het panel hoopt dat met een verdere groei de docentkwaliteit bestendigd wordt in een vastere groep. Kwaliteit van de opleidingsspecifieke voorzieningen De opleiding is gehuisvest in het Avansgebouw aan de Hogeschoollaan, waar alle onderwijsfaciliteiten beschikbaar zijn voor studenten en medewerkers. Het panel constateert uit gesprekken en uit een rondleiding dat de voorzieningen modern zijn en dat studenten en docenten positief daarover oordelen. Via Blackboard is er voor studenten goede informatie over roostering, vakken en lokalen. In Xplora is een grote collectie literatuur en studiematerialen beschikbaar met specifiek een economische afdeling. Het panel is met name positief over het specifieke afstudeerconsultatie-uur door een mediatheekspecialist. In het hele gebouw zijn er voldoende onderwijsruimten en studieplekken voor studenten. Docenten zijn tevreden over hun werkruimten. Het Internationale Office speelt een belangrijke rol bij de begeleiding van studenten die naar het buitenland gaan of buitenlandse studenten die in Breda komen studeren. Met de ASIS afdeling zijn er goede contacten. Hoe wordt de kwaliteit van de onderwijsleeromgeving gewaarborgd De eerste belangrijke schakel in de onderwijswaarborging is het directe contact tussen docenten en studenten en tussen docenten onderling. Veel zaken worden snel opgepakt en de opleiding toont zich een lerende organisatie doordat signalen uit evaluaties serieus worden opgepakt. Studenten ervaren veel mogelijkheden tot inspraak en krijgen veel feedback over onderwijsverbeteringen. Zij zien het resultaat bij de volgende jaargang studenten. Iedere module wordt geëvalueerd. Bij de formele kwaliteitswaarborging zijn meerdere organen betrokken, die zijn opgezet vanuit ASIS en specifieke vertegenwoordiging hebben voor de opleiding F&C. De opleidingscommissie waarborgt de OER, met specifieke eisen voor de Engelstalige BE en adviseert over onderwijszaken. De onderwijs/curriculumcommissie bespreekt 2-3 wekelijks de onderwijsopzet en uitvoering en let op de afstemming in het programma, de profilering en de dekking van de diverse disciplines. De toetscommissie doet voor en achteraf een check op de opzet en inhoud van de kennistoetsen (vergelijk standaard 3). De examencommissie opereert Avansbreed voor alle BE-opleidingen en de Engelstalige BE behoort nog tot de BEkamer van de BE voltijd te Breda. Uit gesprekken blijkt dat de examencommissie proactief is en bij afwijkende resultaten snel zelf onderzoek doet naar mogelijke oorzaken. Het panel heeft tijdens de visitatiegesprekken een positief lerende houding gesignaleerd bij de opleiding. Signalen over onderwijskwaliteit worden via onderwijscontacten en via formele wegen snel opgepakt en aangepakt. Studenten bemerken dat er snel vernieuwingen worden doorgevoerd. Docenten staan open voor het delen van ervaringen en de formele commissies zijn pro-actief. Daarbij wordt goed gebruik gemaakt van de ervaringen van de IBMS- en BEopleiding te Breda. De opleiding heeft een positieve kwaliteitscultuur en heeft een gezamenlijk doel voor ogen; het neerzetten van een goede opleiding.
18/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Overwegingen en conclusie Samenhangende onderwijsleeromgeving Het panel is van mening dat de randvoorwaarden voor goed onderwijs aanwezig zijn. Het onderwijsprogramma is stevig van opzet en inhoud. De inhoud past bij de doelstellingen en er zijn duidelijke plannen voor verdere modernisering van het onderwijs. Onderzoeksvaardigheden en softskills hebben de aandacht. Het panel ziet dat er een positieve aanzet is in het onderwijsprogramma voor onderzoeksvaardigheden en voor softskills. De opleiding kan de zichtbaarheid van beide leerlijnen vergroten. Docenten hebben de gewenste kwaliteiten en maken goed gebruik van verdere ontwikkelingsmogelijkheden. Het onderwijs en de docenten zijn stimulerend en toegankelijk. De opleiding weet waar zij staat en wat het doel is. Het panel is van mening dat studenten een positieve leeromgeving wordt geboden. De potenties daarvan komen nog niet volledig tot uiting. Daarvoor is een verdere groei van de opleiding gewenst. Ontwikkelingspunt is de verdere koppeling van de studieloopbaanbegeleiding aan de registratie van de competentiegroei bij studenten. Dit was voor het panel lastig te zien. Dit geldt ook voor de inzichtelijkheid van de onderzoeksleerlijn. Elementen zijn aanwezig en bouwen op elkaar voort, maar zijn niet altijd goed traceerbaar in de modulebeschrijvingen. Het panel ziet een opleiding die werkt aan verdere optimalisatie en aanpassing en die hopelijk met toekomstige groei verder kan uitbalanceren. Het panel heeft daar met de kwaliteit van het personeel en de faciliteiten vertrouwen in en wenst de opleiding veel instromers toe. Aangezien nog niet het hele programma is doorlopen, is de kwaliteit van het vierde studiejaar nog niet volledig te overzien. Dat is de reden dat het panel nu komt tot het oordeel voldoende, met een mogelijkheid tot het oordeel goed voor de toekomst. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde resultaten
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Bevindingen Systeem van toetsing Het panel constateert dat het toetssysteem van de opleiding helder is vastgelegd in het document ASIS Assessment policy 2012-2013. Hierin is voor alle onderdelen beschreven welke toetsmethoden worden ingezet, wie er toetst en wat de toetscriteria zijn. De opleiding maakt gebruik van diverse toetsvormen per onderwijsleerlijn. Het panel herkent dat in de kennisleerlijn veelal schriftelijk wordt getoetst, met enige nadruk op Multiple Choice toetsen.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
19/43
In de vaardigheden en professionele leerlijn wordt nadrukkelijk gebruik gemaakt van een variatie aan andere toetsvormen: verslagen, beoordeling beroepsproducten, presentaties en verdediging, peer-review, MC- en open vragen toetsen, essays, business reports, discussievormen et cetera. Het panel ziet een logische match tussen de gehanteerde onderwijswerkvorm en de toetsvorm. Het panel heeft een doorsnede van de toetsen bekeken en is van mening dat de beoordelingen inzichtelijk zijn en dat studenten gerichte feedback ontvangen. Studenten kunnen toetsen inzien en de beoordeling en de feedback bespreken met de docenten. Uit gesprekken met docenten en de toetscommissie blijkt dat docenten gericht zijn geschoold in het formuleren en opstellen van goede MC-toetsen (cito-cursus toetsconstructie). De ASIS-toetscommissie analyseert de kennistoetsen vooraf en achteraf de bijgestelde toets (15 toetsen per blokperiode). Toetsen worden statistisch geanalyseerd via het programma Sonate. De validiteit van toetsen wordt gestuurd doordat docenten voor iedere kennistoets een toetsmatrijs moeten opstellen met daarin de koppeling van de toetsvragen naar de te toetsen leerdoelen. De toetsmatrijs levert de blauwdruk voor de toetsconstructie en moet worden goedgekeurd door de toetscommissie. Bij open vragen toetsen wordt gewerkt met van te voren opgestelde antwoordmodellen. De betrouwbaarheid wordt bewaakt door heldere toetscriteria, inzet van meerdere beoordelaars bij open vragen toetsen, verslagen en presentaties. Transparantie van toetsing wordt bewaakt door heldere omschrijving in de moduleboeken en door de proeftoetsen en voorbeeldvragen die voor studenten beschikbaar zijn. Studenten geven aan dat voor hen de toetsing helder is. Zij staan niet vaak voor verrassingen. Zij weten hoe en door wie zij getoetst worden. De examencommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsen en het eindniveau van de opleiding. Sinds 2008-2009 bewaakt de toetscommissie de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van toetsen. De toetscommissie beoordeelt de toetsen vooraf. De toetscommissie rapporteert aan de examencommissie. De toetscommissie en examencommissie stellen regelmatig verslagen op voor het management en leveren een jaarverslag. Bij verdacht hoge of lage slagingspercentages doet de examencommissie zelfstandig controles. De examencommissie is verantwoordelijk voor de toewijzing van docenten als examinator. Externe beoordelaars zijn geen examinatoren en leveren met hun oordeel alleen input voor de examinatoren. De toetscommissie signaleert nog variatie in de wijze waarop toetsmatrijzen zijn opgebouwd. De toetscommissie pakt dit samen met de kwaliteitscoördinator aan door gerichte coaching van docenten. Tevens wordt een vervolgcursus ingezet voor leden van de toetscommissie (cito-cursus toetsvaststeller). Een directere stap wordt gemaakt door de intervisie tussen docenten verder te versterken. Docenten zijn daar actief mee bezig. Het panel is van mening dat zowel de toets- als de examencommissie een pro-actieve houding uitstralen in de kwaliteitscontrole van de toetsing.
20/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Een aandachtspunt in de toetsing is de stagebeoordeling. De beoordeling van het stagerapport is helder, maar de beoordeling van de overige onderdelen vond het panel niet helder. Het beoordelingsformulier kan op dit punt worden versterkt. Dit wordt bevestigd door de opleiding. De beoordeling van de stage is in ontwikkeling en zal voortbouwen op de ervaringen die in de opleiding IBMS zijn opgedaan met de beoordeling van de afstudeerfase. In 2012-2013 is bij een aantal modulen, waaronder de afstudeerfase van IBMS, al geëxperimenteerd met rubrics. Deze ervaring wordt door docenten nu ingezet voor de verschillende stageonderdelen. Daarin wordt meegenomen dat de stage zich ontwikkelt van een meewerkstage naar een stage die ook voorbereidt op het doen van praktijkonderzoek in de afstudeerfase. Dit stelt meer eisen aan de stageverslagen en aan de begeleiding vanuit de bedrijven. Het panel is van mening dat de opleiding hier de goede punten oppakt en heeft er vertrouwen in dat deze ontwikkeling verder doorzet. Het relatief kleine docententeam laat zien dat zij op meerdere punten in staat zijn om snel veranderingen door te voeren. Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Aangezien de opleiding nog geen afstudeerders heeft, kan het panel geen uitspraak doen over de kwaliteit van de afstudeerproducten of over het functioneren van de afgestudeerden in het werkveld. Wel heeft het panel gekeken naar de opzet van de afstudeerfase, die overeenkomt met de wijze waarop IBMS de afstudeerfase heeft ingericht. Het hoofddoel van de afstudeerfase is dat studenten aantonen dat ze beroepscompetent zijn en een complex bedrijfsvraagstuk gericht kunnen aanpakken en oplossen. Studenten leveren een innovatieve oplossing op basis van een methodische aanpak. Daarbij moeten zij duidelijk voortbouwen op de onderzoeksleerlijn (zie standaard 2). De afstudeerperiode start met de acquisitiefase (circa zes weken) in het eerste semester van het vierde jaar. De student zoekt zelf een geschikt bedrijf met een geschikt vraagstuk en legt deze ter goedkeuring voor aan de afstudeercoördinator. Het probleem moet complex genoeg zijn en voldoende diepgang bieden. Voor de huidige vierdejaars waren brainstormsessies georganiseerd om elkaar aan te scherpen in de acquisitiefase. Afspraken met het bedrijf worden in een factsheet vastgelegd en bevestigd in een stagecontract. Het panel heeft een aantal van deze formats ingezien en vindt dat deze duidelijk en hanteerbaar zijn. In het tweede semester van het vierde jaar start de uitvoeringsfase in het bedrijf. De eerste vijf weken werkt de student aan een onderzoeksvoorstel met theorieonderbouwing en inkadering van de probleemstelling en onderzoeksaanpak (exploratiefase). Dit voorstel wordt door twee assessoren beoordeeld (oordeel pass of fail). Bij onvoldoende inhoud of niveau krijgt de student twee weken voor herstel/aanvulling. Daarna start de executiefase waarin de student interne (bedrijfseigen informatie) en externe (theoretische kader) informatie verzamelt en komt tot een conceptueel model met bepalende factoren voor het onderzoek. Dit is de basis voor de keuze van de onderzoeksaanpak en –opzet. Het volledig onderzoeksproces moet na achttien weken resulteren in een afstudeerverslag. Het afstudeerverslag wordt beoordeeld door twee assessoren: de docentmentor en een onafhankelijke docent.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
21/43
Bij meer dan één punt verschil in beoordeling wordt een derde beoordelaar ingezet, zijnde de coördinator afstuderen. De beoordeling door de bedrijfsmentor geldt als input voor de beoordeling van de interpersoonlijke competenties en softskills. De schoolmentor geeft een oordeel (pass/fail) met inachtneming van het oordeel van de bedrijfsmentor. Als het afstudeerverslag positief wordt beoordeeld (cijfer 5,5 of hoger), gaat de student op voor de presentatie en verdediging. Daarbij zijn aanwezig: de docentbegeleider, twee onafhankelijke assessoren en mogelijk een externe werkvelddeskundige. Leden van de examencommissie kunnen als toehoorder deelnemen in het kader van kwaliteitsborging. De presentatie kan leiden tot een halve punt aftrek of bijtelling op het basiscijfer van het afstudeerverslag. Uit ervaring bij de IBMS opleiding blijkt dat de opzet van de afstudeerfase voldoet (te zien in beoordelingsrapport op NVAO-site). De beoordelingscriteria zijn in rubrics vastgelegd. Bij de beoordeling blijkt duidelijk dat de input van bedrijfsmentoren vaak positiever is dan het oordeel van de docenten. Dit komt doordat bedrijfsmentoren vaker positief oordelen op inzet en toegevoegde waarde voor het bedrijf, terwijl assessoren en examinatoren de beoordeling bepalen op het bereiken van de Dublin descriptoren en de beroepscompetenties. De werkveldadviescommissie doet geregeld steekproeven onder afstudeerscripties om het niveau en de bruikbaarheid voor de bedrijven te controleren. Uit gesprekken constateert het panel dat de opzet van de afstudeerfase stevig staat binnen de IBMS opleiding. Uit het beoordelingsrapport van deze opleiding blijkt dat afstudeerverslagen voldoen aan de gewenste kwaliteit. Het panel is van mening dat de afstudeerfase stevig is ingericht en met eenzelfde inzet en uitvoering ook bij de F&C opleiding tot goede resultaten zal kunnen leiden. Overwegingen en conclusie Het beeld van de toetsing en de afstudeerfase dat het panel heeft vanuit de documentatie, is bevestigd in de gesprekken die zijn gevoerd met in- en externe begeleiders, beoordelaars en de studenten zelf. Het panel is van mening dat het toetssysteem stevig is neergezet door het hele curriculum. Voor het afstuderen moet het niveau nog blijken na het doortrekken van de toetslijn. De afstudeerprocedures zijn helder. De borgingscommissies zijn kritische controleurs ter bewaking van het eindniveau (bij de zusteropleiding IBMS). Als deze lijn ook binnen F&C wordt uitgevoerd heeft het panel vertrouwen dat er een goed eindniveau mogelijk is. Het panel wenst de opleiding een grotere instroom van studenten toe, opdat de kwaliteit van de opleiding verder kan doorwerken tot in de eindtoetsing. Het panel ziet daar opties voor het oordeel goed in de toekomst. Aangezien dat in dit stadium nog niet in de uitvoering is te meten, komt het panel nu tot het oordeel voldoende. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
22/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 2 Onderwijsleeromgeving 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel Voldoende Voldoende Voldoende
Overwegingen en conclusie Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de bestaande hbo-bachelor opleiding Finance & Control (Bedrijfseconomie, voltijd Engelstalig) van Avans Hogeschool als voldoende.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
23/43
24/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
4
Aanbevelingen
Ter ondersteuning van de verbeterfunctie en de verdere ontwikkeling van de opleiding, wil het panel de volgende aanbevelingen meegeven aan de opleiding: Het panel adviseert de opleiding: Standaard 1: • De nieuwe naamgeving International Financial Management breed uit te dragen en daarbij de eigen studenten en alumni gericht in te zetten als ambassadeurs en ervaringsdeskundigen van de opleiding. De opleiding kan daarbij meer gebruik maken van moderne media om een breder publiek gerichter te benaderen. Standaard 2: • De leerlijnen voor softskills en onderzoeksvaardigheden verder uit te werken, zodat de elementen die daar aan bijdragen nog beter in beeld worden gebracht. • Duidelijker uit te werken hoe de registratie van de competentiegroei bij studenten wordt gekoppeld aan de studieloopbaanbegeleiding. • Met de verder groei van de opleiding de groeimogelijkheden te gebruiken om meer F&Cbedrijven te binden aan het curriculum, via gerichte opdrachten, projecten et cetera. Standaard 3: • Werk de beoordeling van de derdejaarsstage met rubrics verder uit voor alle onderdelen, zodat duidelijk wordt hoe alle onderdelen meewegen in het totaaloordeel over de stage. Zorg voor regelmatige afstemming tussen docenten bij deze beoordeling.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
25/43
26/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
5
Bijlagen
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
27/43
28/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding
Professionele competenties: Work field Setting up and maintaining the planning and control cycle aimed at managing an organisation. Selecting, defining, setting up and making accessible (automated) information systems (financial and nonfinancial) aimed at controlling the primary processes.
Identifying, assessing and controlling organisation risks.
Drawing up financial/economic information for decisionmaking and accountability.
Final qualifications Assessing, advising on and (re)setting up the planning and control cycle of a larger SME, or making a contribution in the fields mentioned above for departments of listed organisations, organisations of public interest and large organisations operating internationally. Assessing, advising on and (re)setting up financial and non-financial information systems; gearing information systems; optimising information flows; optimising the underlying business processes (setting up and establishing these) at a larger SME also based on a risk analysis conducted, or making a contribution in the fields mentioned above for departments of listed organisations, organisations of public interest and large organisations operating internationally. Assessing and advising on risk management in more complex situations regarding external and internal risks at a larger SME, or making a contribution in the fields mentioned above for departments of listed organisations, organisations of public interest and large organisations operating internationally. Giving information and advice on complex issues at a larger SME, or making a contribution in the fields mentioned above for departments of listed organisations, organisations of public interest and large organisations operating internationally.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
29/43
Generieke competenties: Professional training Research abilities • Critical attitude demonstrated by research abilities
Final qualifications As a qualified beginning professional, has research abilities leading to reflection, evidence-based practice (Rousseau, 2005) and to innovation (HBO Council, 2009). The student can independently carry out research for the purpose of decision making in accordance with the rules for conducting research.
Professional expertise Social and communication skills: • oral and writing skills in Dutch and in English • being result-oriented • collaborating • planning and organising • giving advice (listening and convincing) • receiving and giving feedback in a professional manner (sparring partner) Acting responsibly Self-management skills, attitude and behaviour: • personal development and career development • professional attitude, professional integrity (standing firm)
Collaborating in a professional environment and engaging in the thinking process about the goals and objectives and the setting up of the organisation. This requires qualities such as multi-disciplinarity and inter-disciplinarity, a multicultural attitude, customer focus, colleagueship and executive abilities. Effectively communicating, in writing and orally, internally at all levels in standard business language, usually in Dutch and/or English. (In terms of professional tasks, this comprises drawing up and writing plans and memos, informing, consulting, creating buy-in, stimulating, motivating, persuading/convincing, wording of decisions)
Steering and managing one’s own development with regard to learning, being result-focussed, taking initiative and operating independently; flexibility; reflecting on and taking responsibility for one’s own actions, which shows commitment and critical selfevaluation; developing a professional attitude demonstrating initiative and allowance for normative and cultural aspects, respect for others, a professional code and ethical principles for professional behaviour.
Beheersingsniveaus: Three levels of competencies are distinguished. Upon graduation students will have mastered level 3 of these competencies. Level 1
2
3
30/43
Description The student can execute a simple task. The student has the basic knowledge and skills to apply the competency with guidance in a limited context The student can apply the competency independently in a relatively clearly arranged situation The student can apply the competency independently in a complex situation with complete control of the required skills
Position in programme In most educational situations this will be learned in the first year. This will normally be at the end of Year 2 or the work placement period. Bachelor-level to be reached after 4 years of study
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma
Q1
Q2
Q3
Year 4
Minor or Semester Exchange
Year 3
Workplacement
Q4 Graduation
Strategic Finance
Strategic Control
Year 2
Process Control
Logistics Analysis
International Risk
Externe Accountability
Year 1
Business Organisation
Business Environment
Investment Analysis
Accounting Information Systems
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
31/43
32/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het beoordelingspanel en secretaris: De heer drs. H. Ploeger, voorzitter De heer Ploeger is ingezet vanwege zijn onderwijsdeskundigheid op het gebied van Informatica, Bedrijfseconomie en Accountancy. De heer Ploeger is senior onderwijs adviseur en docent economische opleidingen (Bedrijfseconomie en Accountancy) aan Hogeschool Windesheim en docent informatica aan Vrije Universiteit Amsterdam. Daarnaast heeft hij bijdragen geleverd aan internationale congressen in onder andere Canada, Engeland en Spanje. Voor deze visitatie heeft de heer Ploeger onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1997 1994 1981
Doctoraalexamen Pedagogiek en Onderwijskunde in het traject Wijsgerig Historische Pedagogiek (WHP) aan de Universiteit van Utrecht Eerste graads bevoegdheid Pedagogiek en Onderwijskunde Hbo-diploma Pedagogische Academie
Werkervaring: 1999 - heden - Senior onderwijs adviseur en docent Economische opleidingen (Bedrijfseconomie en Accountancy) - Hogeschool Windesheim - Docent Informatica, faculteit Bedrijfswetenschappen - VU Amsterdam 1995 - heden Docent - Markus Verbeek (particuliere Hogeschool) 1988 - 1999 Docent Informatica - MEAO ‘De Factoor’ later ‘Landstede’ in Zwolle 1981 - 1987 Onderwijzer lager onderwijs - Ds. J.L. Piersonschool in Hengelo Publicatie: ‘Do’s and don’ts of the use of simulations in higher education’ - World Conference on E-Learning in Corporate, Government, Healthcare, & Higher Education 2009 - (Volume 6)
De heer mr.drs. M. Meuleman De heer Meuleman is ingezet als panellid vanwege zijn auditdeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en domeindeskundigheid. De heer Meuleman beschikt over auditdeskundigheid door zijn ervaring met diverse audits op het gebied van kwaliteitsbeheersingssystemen ISO-9000, 9001, 9002 en HACCP en zijn ervaring met visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs. Over onderwijsdeskundigheid beschikt hij doordat hij ruim 15 jaar ervaring heeft als docent en als bestuurder binnen het hoger beroepsonderwijs, in de particuliere sector en in het reguliere hbo-onderwijs. Hij is lid van de examencommissies SPD JAB A/B en JMB. Zijn domeindeskundigheid strekt zich uit van wiskunde en statistiek, bedrijfseconomie, bedrijfswiskunde en logistiek tot hbo rechten. Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
33/43
Opleiding: 2008 – 2012 2004 – 2006 2002 – 2005 1998 – 2002 1992 – 1996 1988 – 1992 1982 - 1988
Master of Science Applied Mathematics (2012) Doctoraal rechten (2006) Doctoraal algemene economie (2005) Doctoraal bedrijfseconomie (2002) MO-A: Boekhouden / MO-B: Handelswetenschappen (1996) Wiskunde en Natuurkunde (Lerarenopleiding) (-) VWO
Werkervaring: 2011 – 2013 Ontwikkeling hbo-rechten - NHA opleidingen 2008 – heden Hogeschoolhoofddocent bedrijfseconomie en hoofdopleiding bedrijfseconomie deeltijd en AD – Haagse Hogeschool / TIS / TH-Rijswijk 2006 – 2008 Hoofd opleiding hbo-rechten en SJD - Hogeschool Leiden 2005 – 2006 Ontwikkeling hbo-rechten NCOI 2004 – 2005 Ontwikkeling hbo-financieel management - NCOI 2002 – 2010 Scriptiebegeleider - Universiteit Nyenrode 1998 – heden Financieel directeur Logistiek organisatie - Obeka BV 1997 – 1998 Hogeschooldocent HEAO (wiskunde en statistiek) Hogeschool West-Brabant 1993 – heden Hogeschooldocent bedrijfscalculaties en statistiek - Hogeschool Markus Verbeek 1992 – 1997 Hoofd administratie Van Opdorp Transport Publicaties: • De afhankelijke en belangenloze rechter, in: verzamelbundel: Recht der werkelijkheid, Reed Business Elsevier (2007), Dr. mr. H. Gommer en mr. drs. M. Meuleman • Controle op de rechter, in: tijdschrift Trema (2007), mr.drs. M. Meuleman en mr. dr. H. Gommer • Intellectual Capital: Measuring and Value, in: tijdschrift voor intellectueel kapitaal (2003-1) Prof. Dr. L.H.H. Bollen, drs. E. Lehman en drs. M. Meuleman
De heer drs. H. van der Wal De heer Van der Wal is ingezet vanwege zijn werkveld- en onderwijsdeskundigheid op het gebied van (commerciële) economie en financial services management en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. De heer Van der Wal is mede-eigenaar en adviseur bij IJsselvliet Organisatieadviseurs. Daarnaast is hij docent cost management en afstudeerbegeleider aan de Executive Master of Finance and Control aan de Universiteit van Amsterdam en docent voor NIVÉ Opleidingen, Intermediair Trainingen en Kluwer. Voor deze visitatie heeft de heer Van der Wal onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1990 – 1992 1978 – 1984 1972 – 1978
34/43
Post-doctorale opleiding CICO (Groeps- en organisatie dynamiek) - Universiteit van Diepenbeek (B) en Leuven (B) Algemene economie (monetaire macro economie), cum laude afgestudeerd Rijksuniversiteit Groningen Atheneum B - Drachtster Lyceum te Drachten
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Werkervaring: 2008 – heden Adviseur en mede-eigenaar - IJsselvliet Organisatieadviseurs 2011 – heden Docent Management Accounting Executive Master of Finance and Control (EMFC)– Amsterdam Business School (ABS) - Universiteit van Amsterdam 2007 – 2011 Lector instituut Financieel Economisch Management (FEM) in het middenbedrijf Kenniscentrum Ondernemerschap – Hanzehogeschool Groningen 2003 – 2008 Senior manager advisory - KPMG Accountants / Management Consultants 2001 – 2003 Verantwoordelijk voor integratie financiële functie - LG.Philips Displays International (50/50 joint venture van Philips (NL) en LG Electronics (Korea), gevestigd te Hong Kong (SAR) 1993 – 2001 Adviseur financieel management en bedrijfsvoering - KPMG Accountants 1985 – 1993 Philips Gloeilampenfabrieken N.V. Overig: - Verzorgen van in-house opleidingsprogramma interim finance professionals (CFO’s en controllers) in Marrakech (2011) en in Lissabon (2012) - Verzorgen van tweedaagse opleiding De Nieuwe Controller, in samenwerking met NIVÉ Opleidingen - Lid van Vereniging voor Financieel-Economisch Management (FINEM) Publicaties: 2012 2012 2010 2009
Hoe krijg ik meer focus in de mijn strategie, lezing in het kader van Kennispoort Zwolle, september Beroepsopvatting in de praktijk. Controller moet eigen rol en positie herdefiniëren. De Graaf, van der Wal, Finance & Control, april (artikel) Kwaliteit financiële administratie naar hoger niveau. Gadellaa, van der Wal, Tijdschrift Administratie, nummer 5, mei (artikel) Financiële Functie Volwassenheidsmatrix. De financiële functie de maat genomen. Roeters, van der Wal, in Excellent Presteren, Visie op betere bedrijfsvoering, Algera (redactie), KPMG, Amstelveen
Mevrouw A.J. Lely Mevrouw Lely is ingezet als studentlid. Zij volgt in deeltijd de hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie en in voltijd de hbo-bacheloropleiding Vastgoed & Makelaardij bij Hanzehogeschool Groningen. Tevens is mevrouw Lely lid van het PR-team Vastgoed & Makelaardij, klassenvertegenwoordiger en lid van het studentpanel. Daarnaast geeft zij bijles bedrijfseconomie en algemene economie. Mevrouw Lely is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is mevrouw Lely aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2013 – heden 2011 – heden 2008 – 2009 2001 – 2008
Bedrijfseconomie (deeltijd) - Hanzehogeschool, Groningen Vastgoed & Makelaardij (voltijd) - Hanzehogeschool, Groningen Hotel- en eventmanagement (voortijdig gestopt) - Hogeschool Tio, Utrecht Havo - Koning Willemina College, Culemborg
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
35/43
Werkervaring: 2012 – heden Flexpool horeca - Young Uitzendbureau, Roden 2012 Flexpool horeca - ABG Pro-Equipe, Groningen 2011 – 2011 Ambulant Food & Beverage medewerkster - Crowne Plaza Hotel Amsterdam Schiphol Airport, Hoofddorp 2009 – 2011 Ambulant Food & Beverage medewerkster - Sheraton Hotel & Conference Center te Schiphol Airport 2009 – 2009 Banqueting Trainee - Sheraton Hotel & Conference Center te Schiphol Airport 2007 – 2008 Verkoopmedewerkster - Zara Nederland B.V., ’s-Hertogenbosch 2007 – 2007 Receptioniste - Smartpoint B.V., Geldermalsen Overig: 2013 – heden Bijles bedrijfseconomie en algemene economie - Studievereniging Villa ’96 i.s.m. Hanzehogeschool, Groningen 2012 – heden PR Team Vastgoed & Makelaardij - Hanzehogeschool, Groningen 2011 – heden Klassenvertegenwoordiger en lid studentenpanel - Hanzehogeschool, Groningen 2009 – heden Organisatie jaarlijks charity-event - Lions Club International, Waddinxveen-Boskoop 2008 – 2010 Voorlichter - Interlanguage, Rotterdam 2008 Cursus Frans, niveau Delf B1 - Language Studies Canada, te Montréal, Québec, Canada 2005 – 2007 Leerling-mentoraat - Koningin Wilhelmina College, Culemborg
Mevrouw drs. P. Göbel Mevrouw Göbel is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft meer dan tien jaar ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. Ze heeft bij Lloyd’s auditcursussen gevolgd. Verder heeft zij twintig jaar ervaring met ontwikkelen van onderwijsprogramma’s, lesgeven en beoordelen van studenten en met management in het hoger beroepsonderwijs in uiteenlopende sectoren. Mevrouw Göbel heeft in het najaar van 2010 deelgenomen aan de training van de NVAO en de intervisie in 2012. Zij is gecertificeerd secretaris. Opleiding: 1976 – 1979 1971 – 1976 Werkervaring: 2005 – heden 2004 – heden 2000 – 2004 1997 – 2000 1994 – 1997 1993 – 1995
Rijksuniversiteit Utrecht, Nederlandse taal- en letterkunde Tweedegraads lerarenopleiding: Nederlands en Engels
1980 – 1993
secretaris en adviseur Raeflex senior auditor en adviseur NQA Medewerker kwaliteitszorg bij de HBO-raad Projectleider bij de afdeling Onderwijszaken van de Saxion Hogeschool Enschede Directeur van het instituut Welzijn en Arbeid bij de Saxion Hogeschool Enschede Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sectoren Welzijn en Arbeid, Lerarenopleiding Basisonderwijs en Conservatorium Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede Docent taalbeheersing bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede
Overig: 2006 – 2011
lid hoofdbestuur VVAO
1987 – 1993
36/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Bijlage 4: Bezoekprogramma Finance and Control, Breda Day 1 – Thursday October 3
Time
Activity
Participants
12.30 – 13.30
Welcome and lunch
Panel
13.30 – 18.30
Preparation and reviewing documents
Panel
15.30 – 16.00
•
study materials
•
student materials
Open Consultation + tour of facilities
Geen opkomst open spreekuur
Day 2 – Friday October 4
Time 08.30 – 09.15
Activity Block Content I: graduation
09.30 – 10.15
Block Content II: graduation phase
10.30 – 11.15
Block Content III: propaedeutic phase and main phase
11.30 – 12.15
Discussion with lecturers
12.15 – 13.15
Lunch break + deliberations / further review of materials
13.15 – 14.00
1st discussion with programme management
14.15 – 15.00
Block assurance
15.15 – 16.15
Evaluation meeting panel
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Participants Alinda Kokkinou Hans van Gils Jan Peters Bob Dyson Ivo Plakman Richard L‘Ami Ebru Dilek Jasper Arnou Jela Djurdevic Kasper Verboven Tim ‘t Hooft Ryan Davis Emma Gravendeel Emiel de Punder Romy Grauwmans Gijs Heesterbeek Carlijn Oerlemans André Tressel Jan Peters Jonathan van Melle Peter Pennartz Rosalind van Aalen-Grant
Nies Rijnders Robin Pereboom Ronald van Blerck Alinda Kokkinou Hans van Manen Joost Frencken Pieter Vissers Raymond Ruijten Panel
37/43
2nd discussion with programme management and closure
16.15 – 16.30
Nies Rijnders Robin Pereboom Ronald van Blerck
Management:
Surname Rijnders Pereboom Blerck, van
First name Nies Robin Ronald
Title MSc MMO MBA
Position Dean Vice-Dean Programme coordinator
Students:
Surname Davis Gravendeel Punder, de Grauwmans Heesterbeek Oerlemans Dilek Arnou Djurdevic Hooft, ‘t Verboven
First initial R. E. E. R. G. C. E. J. J. T. K.
Prior education Colloquium Doctum HAVO NIEUW Economie en Maatschappij HAVO NIEUW Economie en Maatschappij HAVO NIEUW Economie en Maatschappij HAVO Economie en Maatschappij HAVO NIEUW Economie en Maatschappij HAVO Economie en Maatschappij HAVO NIEUW Economie en Maatschappij HAVO NIEUW Economie en Maatschappij HAVO NIEUW Economie en Maatschappij HAVO NIEUW Economie en Maatschappij
Year 1 1 2 2 3 3 4 4 4 4 4
Staff members (alphabetical order):
Surname AalenGrant, van
First name Rosalind
Blerck, van
Ronald
Dyson
Bob
Frencken Gils, van
38/43
Title
Main subject area
Year
Extra tasks
Dip. (ES) TESOL, Grad. Dip. Spanish MBA
English
1, 2
English language coordinator Member of Consultative Council
1, 2, 3
Programme coordinator Member of Education Committee Graduation school mentor Work placement school mentor Coach Y1 Graduation school mentor Member of Assessment Committee Graduation school mentor Work placement school mentor
Finance/Accounting
Operations/Management/HRM
3
Joost
BSc (Hons) MSc
Economics/Statistics
-
Hans
RA
Finance/Accounting
1, 2, 3
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Kokkinou
Alinda
MBA, PhD
Business Research Methods/Operations
1, 2
Manen, van Melle, van Pennartz
Hans
LLM
Law
1, 2
Jonathan
MA, BA
Peter
MSc
Intercultural Management/Finance Economics/Sustainable Business
Peters
Jan
MSc
Ruijten
Raymond
MA
Tressel
André
BSc
Finance/Accounting
3
Vissers
Pieter
Bsc
Finance/Accounting/Calculus
1
Finance/Accounting
2 1, 2, 3
1, 2, 3
-
Graduation coordinator Member of Consultative Council Chair of Examination Board Member of Education Committee Member of Education Committee Member of Study Programme Advisory Council Graduation school mentor F&C Member of Finance and Sustainability lectorate Quality Assurance coordinator Chair of Assessment Committee Member of Education Committee Member of Assessment Committee Deployment and Timetabling coordinator Coordinator Semester 1, Year 1 Member of Education Committee Member of Study Programme Advisory Council Coach Y2
Data external representatives (Business Advisory Board)
Surname
Title
Company
Position
Ami, l’
First name Richard
MA, MBA
Plakman
Ivo
MSc
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij N.V. Utrecht Valorisation Center
Director Foreign Investments Project Manager
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
39/43
Programma extra gesprek visitatie Bedrijfseconomie Avans Woensdag 26 februari 2014 Tijdstip gesprek in HF105 08.45 09.00 – 10.00
Programmaonderdeel
Deelnemers
Ontvangst Panel Afstuderen en onderzoek
Hans Gruijters & René Theunis • Mr. Kees de Bekker Coördinator Afstudeercommissie AFM • Drs. Mariette Badal Damen Onderzoek- en afstudeerbegeleider AFM • Drs. René-Pascal van den Boom Onderzoek- en afstudeerbegeleider AAFM • Drs. Wim Huisman Coördinator Afstudeercommissie AAFM • Drs. Jan Peters Afstudeerbegeleider ASIS • Alinda Kokkinou MBA PhD Afstudeercoördinator ASIS
10.15 – 11.15
Gesprek met management
• • • • • •
11.30
Terugkoppeling
•
Mr. Anita van Pol Directeur AFM Drs. Cynthia Streep Adjunct directeur AFM Ir. Edwin Verlangen Directeur AAFM René Theunis Teamleider AC/BE AAFM Drs. Nies Rijnders directeur ASIS Ronald van Blerck MBA Programma coördinator IFM ASIS Panel, deelnemers en Hans Gruijters
Reminder voor het panel: • AFM: `s-Hertogenbosch voltijd + deeltijd • AAFM: Breda voltijd • ASIS: Internationaal
40/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Bijlage 5: Bestudeerde documenten
Document Projectaanvraag Internationale BE-opleiding, 2008 Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie (LOB 2013) Growing research capability and capacity, A research strategy for ASIS 20132018 Beginselverklaring 2013-2014 Comparative research Bedrijfseconomie and equivalent programmes in 9 different countries, 2012 Gaining insight into vanishing borders, ASIS Internationalisation policy plan 2011-2014 Verslagen WAR ASIS Handbook 2012-2013 F&C ASIS Handbook 2013-2014 F&C OER F&C 2012-2013 OER F&C 2013-2014 Educational Framework Finance & Control 2012-2013 Finance and Control Program Blueprint 2012-2013 Finance and Control Program Blueprint 2013-2014 Educational Materials Module book Year 1 semester 1 Module book Year 1 semester 2 Module book Year 2 semester 1 Module book Year 2 semester 2 Module book Year 3 semester 2 Literature list F&C 2012-2013 F&C Work Placement Guide 2012-2013 Overview contacts professional field F&C Beleidskader Bacheloropleidingen & Associate Degree programma's, 2012 Wat gaan we doen? Het construeren en beoordelen van opdrachten, Bie, D de & Kleijn, J. de, 2001 Basisgegevens personeel 2013 People Matter, Avans School of International Studies, HRM plan 2011-2014 AISHE Baseline Assessment Report, 2013 ASIS Quality Assurance Policy 2011-2014 Quality Assurance Annual Plan 2012-2013
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
41/43
Quality Handbook Avans School of International Studies, 2008 ASIS Quality Assurance Annual Review 2011-2012 Course evaluation results Course improvement plans NSE Academie rapport ASIS 2011 NSE Academie rapport ASIS 2012 NSE Academie rapport ASIS 2013 Avans Employee Satisfaction Survey 2010-2012 Verslagen EC Adviesrapport Avans Hogeschool, Instellingstoets Kwaliteitszorg, 2013 Besluit Avans Instellingstoets kwaliteitszorg Assessment frameworks for the higher education accreditation system Programme assessment (limited/extensive), 2011 FA Learning Line ASIS Assessment Policy 2012-2013 Verslagen Exbo/AC ASIS Graduation Guide Preparing your Graduation at ASIS Brief NVAO -voornemen tot besluit accreditatie Examination Board files - access through Groupwise account (secretary ex.board.)
42/43
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
Bijlage 6: Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA - Avans Hogeschool: Finance and Control - BOB
43/43