Logo Instelling in kleur
Avans Hogeschool Bedrijfseconomie Breda, deeltijd
Beperkte opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) April 2014
2/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Inleiding Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie deeltijd van Avans Hogeschool in Breda. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van Avans Hogeschool is geformeerd. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2014 voor de beperkte opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 23 en 24 februari 2014. Het visitatiepanel bestond uit: De heer drs. H. Ploeger (voorzitter, domeindeskundige) De heer drs. H. van der Wal (domeindeskundige) De heer mr.drs. M. Meuleman (domeindeskundige) Mevrouw A.J. Lely (studentlid) Mevrouw drs. P. Göbel, auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2014. De opleiding is in 2013 door een ander panel gevisiteerd. In het proces is de onafhankelijkheid van het panel in het geding gekomen. Op grond hiervan is in overleg tussen Avans Hogeschool, NVAO en NQA besloten een nieuw panel samen te stellen en de visitatie opnieuw uit te voeren. Dit panel heeft dezelfde bronnen gebruikt als het eerste panel, met dien verstande dat er vijf recente scripties aan de vijftien eerder geselecteerde scripties zijn toegevoegd. Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden. Utrecht, 15 april 2014 Panelvoorzitter
Panelsecretaris
De heer drs. H. Ploeger
Mevrouw drs. P. Göbel
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
3/47
4/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Samenvatting De deeltijdse opleiding Bedrijfseconomie te Breda is onderdeel van de Academie voor Deeltijd (ADT) te Breda. Het onderwijs van deze academie is gericht op werkende volwassenen en gespecialiseerd in de leerstijl van deze studenten. De organisatiestructuur en de wijze van doceren en begeleiden zijn daarop afgestemd. Afgestudeerden van de BE-opleiding van zijn voornamelijk werkzaam als (assistant-)controller, (assistent-)accountant en administrateur. De BE-deeltijdopleiding heeft een stevige relatie met het werkveld. Dit blijkt onder andere uit het feit dat vrijwel alle docenten en studenten werkzaam zijn in het beroepenveld. Het panel beoordeelt de deeltijdse BE-opleiding als voldoende. Beoogde eindkwalificaties De opleiding heeft de landelijke domeincompetenties inclusief de twee algemene competenties als basis voor het curriculum gekozen, zoals blijkt uit een matrix competentiesopleidingsontwerp. De opleiding heeft de competenties in drie niveaus verdeeld. Het hbo-karakter komt duidelijk tot uiting in de praktijkgerichtheid waarmee de opleiding aansluit op de eisen uit het werkveld. De opleiding wil zich profileren door die praktijkgerichtheid en binding met de praktijk. Het panel is van mening dat dit profiel kenmerkend voor deeltijdse opleidingen is, en daarmee niet bijzonder onderscheidend werkt. Wellicht dat de nieuwe positionering in de Academie voor Deeltijd een scherpere profilering met zich mee zal brengen. Het panel komt op standaard 1 tot het oordeel voldoende. Onderwijsleeromgeving Het curriculum bestaat uit vakken die voor de toekomstige bedrijfseconoom relevant zijn. Centraal in het curriculum staan economische, administratieve, financiële en controlvakken. Het panel is wel van mening dat in het kader van digitalisering en informatisering van het vakgebied er meer aandacht zou moeten zijn voor de mogelijkheden die Excel en bijvoorbeeld ERP bieden. De onderzoeksleerlijn wordt momenteel geïmplementeerd. In 2016 studeren de eerste studenten af die deze leerlijn vanaf jaar 1 aangeboden hebben gekregen. Het panel vindt dat de opleiding een goede oplossing heeft gevonden door in de aanloop naar de definitieve inbedding onderzoeksvaardigheden extra curriculair aan alle studenten aan te bieden. Het panel is positief over de beginnende aandacht in het curriculum voor internationale aspecten. Het panel vindt het belangrijk dat de bedrijfseconoom niet alleen Engels leert, maar vooral over voldoende generieke kennis beschikt, zodat hij weet wanneer hij naar een specialist op het gebied van internationaal zaken doen moet doorverwijzen.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
5/47
De beroepspraktijk is een belangrijk element in het curriculum van het deeltijdse onderwijs. Studenten voeren opdrachten uit in hun eigen werkomgeving en ook het afstudeeronderzoek wordt in het bedrijf van de student uitgevoerd. Het panel is van mening dat de opleiding nog niet alle mogelijkheden van deze verbondenheid met de beroepspraktijk benut. Er zouden bijvoorbeeld meer bedrijfsbezoeken kunnen worden georganiseerd of lessen op locatie kunnen worden verzorgd. Een punt van zorg voor het panel vormt de borging van de vrijstellingen voor werkervaring. Ten eerste is niet helder in de OER vastgelegd waaruit de werkervaring dient te bestaan. Ook in de andere documenten is niet helder verwoord waaraan studenten moeten voldoen. Tijdens het intakegesprek wordt hier wel aandacht aan besteed, zoals het panel van studenten heeft vernomen. Een tweede punt betreft de controle van de door de student overlegde bewijzen. Deze worden niet geverifieerd bij zijn/haar leidinggevende in het bedrijf. Het panel heeft een betrokken docententeam aangetroffen. Uit de cv's blijkt dat een flink aantal een opleiding op masterniveau genoten heeft en actief is in het werkveld. Vrijwel alle docenten hebben een kleine tot zeer kleine aanstelling bij de hogeschool. Dit vormt enerzijds de kracht van de opleiding want de toewijding van de docenten is groot evenals de inbreng vanuit de actuele praktijksituatie. Aan de andere kant is er het risico van overbevraging. Hier ligt naar de mening van het panel een taak voor het management. Het panel vindt dat de opleiding voor de studenten een samenhangende leeromgeving heeft weten te creëren, mede door de goede faciliteiten waarover Avans Hogeschool beschikt. Het panel komt op standaard 2 tot het oordeel voldoende. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Het panel is tevreden over de toetssystematiek. Twee jaar geleden is begonnen met de implementatie van de nieuwe systematiek die nu tot en met jaar 2 is gevorderd. In deze aanpak heeft de toetscommissie een belangrijke rol, omdat alle toetsen vooraf door de commissie worden gecontroleerd aan de hand van een criterialijst. Er is voldoende variatie in toetsen en doordat elke blok uit twee onderwijseenheden bestaat, blijft de studielast voor studenten te overzien. Het panel is kritisch over de borging van de processen van het afstuderen. Er worden door begeleiders en examinatoren veel formulieren ingevuld, maar de relatie tussen formulieren evenals de status is niet voor iedereen eenduidig. Op het beoordelingsformulier zou het volgens het panel verhelderend zijn wanneer de beoordelingscriteria aan de competenties worden gekoppeld. Het panel heeft 20 scripties bekeken. Gelet op de toen geldende beoordelingscriteria en de implementatie van de onderzoekslijn vindt het panel deze scripties van bachelorniveau. Wanneer de onderzoeksleerlijn volledig is doorgevoerd, zullen nieuwe, bijgestelde beoordelingscriteria moeten worden geformuleerd, misschien in de vorm van rubrics net als bij de voltijd. Het panel komt op standaard 3 tot het oordeel voldoende.
6/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Inhoudsopgave
1
Basisgegevens van de opleiding
9
2
Beoordeling
9
Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
11 13 20
3
Eindoordeel over de opleiding
25
4
Aanbevelingen
27
5
Bijlagen
29
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7
Eindkwalificaties van de opleiding Overzicht opleidingsprogramma Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris Bezoekprogramma Bestudeerde documenten Overzicht bestudeerde afstudeerwerken Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
31 33 35 39 41 45 47
7/47
8/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Naam opleiding in CROHO Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichting Variant Locatie Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 9. Code of conduct
Bachelor Bedrijfseconomie 34401 Hbo-bachelor 240 EC Bedrijfseconomie deeltijd Breda Vorige visitatie: 3 oktober 2007 Besluit NVAO: 16 juli 2008 Getekend
Administratieve gegevens van de instelling 10. Naam instelling Avans Hogeschool 11. Status instelling Bekostigd 12. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg Voorjaar 2013 voorgenomen positief besluit, in afwachting van definitieve oordeel NVAO.
Kwantitatieve gegevens over de opleiding (Peildatum juni 2013) In- door- en uitstroomgegevens Instroom: Cohort Instroom
2007 43
2008 33
2009 28
2010 40
2011 29
2012 36
2007 0%
2008 6%
2009 5%
2010 2%
2011 7%
2012 1%
2007 12%
2008 20%
2009 16%
2010 22%
2011 25%
2012 7%
Uitval eerste jaar: Cohort Uitval
Uitval totaal: Cohort Uitval
Rendement (geslaagd binnen 5 jaar): Cohort Rendement
2004 36%
2005 52%
2006 48%
2007 52%
2008 52%
2006 70%
2007 52%
2008 52%
Rendement (totaal geslaagd): Cohort Rendement
2004 55%
2005 56%
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
9/47
Gerealiseerde docent-studentratio Op peildatum juni 2013 is dit 1 : 32,6 Gemiddeld aantal contacturen per fase van de studie (een fase kan bijvoorbeeld aangegeven worden in reguliere studiejaren, de stage en de afstudeerperiode). Jaar 1: 7,3 Jaar 2: 7,3 Jaar 3: 5,7 Jaar 4: 3,8 (1e half studiejaar 6,2 en afstudeerfase 1,5) Opleidingsschets De deeltijdse opleiding Bedrijfseconomie te Breda is onderdeel van de Academie voor Deeltijd (ADT) te Breda. De ADT omvat ook deeltijdopleidingen Accountancy (AC), Small Business en Retail Management (SBRM), Commerciële economie (CE), Bedrijfskunde MER (BKM), Personeelsmanagement (HRM), Communicatie (COM) en Management in de Zorg (MIZ). Ook worden twee master opleidingen en drie Ad-programma’s verzorgd. Het onderwijs van ADT is gericht op werkende volwassenen en gespecialiseerd in de leerstijl van deze studenten. De organisatiestructuur en de wijze van doceren en begeleiden zijn daarop afgestemd. De BE-deeltijdopleiding heeft een stevige relatie met het werkveld, wat tot uiting komt in het feit dat nagenoeg alle docenten en studenten werkzaam zijn in het beroepenveld. Bedrijven worden betrokken bij het onderwijs en het afstuderen. Studenten voeren opdrachten uit in de eigen werkomgeving. Afgestudeerden zijn voornamelijk werkzaam als (assistant-)controller, (assistent-)accountant en administrateur. Op 1 oktober 2012 telde de opleiding 214 deeltijdstudenten en in 2012-2013 werd het onderwijs verzorgd door 29 docenten in deeltijdaanstelling.
10/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
2
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3, de aanbevelingen in hoofdstuk 4.
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen Eindkwalificaties De opleiding committeert zich aan het Landelijk Opleidingsprofiel (2010) met de daarin benoemde werkgebieden en kennisgebieden voor de bedrijfseconoom. De landelijke competenties zijn gerelateerd aan de generieke hbo-kwalificaties en aan de Dublin descriptoren en dekken daarmee het gewenst bachelorniveau voor het hbo. De opleiding hanteert de acht landelijke competenties (6 inhoudelijk en 2 algemene competenties, zie bijlage 1). In 2011 is het landelijke profiel geactualiseerd met een beschrijving van het gewenste niveau per domeincompetentie. Voor de inrichting van het onderwijs gebruikt de opleiding deze niveau-indeling. Niveau 1 vertegenwoordigt het basisniveau dat in de propedeuse moet worden bereikt. Niveau 2 laat zien wanneer een student beroepsbekwaam is en niveau drie is het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. Dit sluit aan bij de overgang van de BE-opleidingen van het domein Economics naar het domein Business Administration. Studenten die per september 2012 instromen, krijgen na afronding van de studie de graad: Bachelor of Business Administration (BBA). Profilering De opleiding profileert zich ten opzichte van de voltijdse opleidingen door haar praktijkgerichtheid. De studenten en het merendeel van de docenten zijn werkzaam in het BE-werkveld. Bedrijven worden betrokken bij het onderwijs en het afstuderen. Studenten voeren onderwijsopdrachten uit in de eigen werkomgeving. Daarmee kan theorie direct worden gespiegeld aan praktijkervaring. Het panel merkt op dat dit profiel voor alle deeltijdse opleidingen geldt. Onderzoek In het kader van hogeschoolbreed beleid voor onderzoek is in 2011-2012 een projectgroep gestart met een inventarisatie voor praktijkgericht onderzoek in het onderwijsprogramma. In 2011 is gestart met het geven van onderwijs gericht op informatievaardigheden.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
11/47
Dit is in 2012-2013 doorontwikkeld naar een implementatieplan voor onderzoeksvaardigheden, inclusief scholing van docenten. Het accent wordt duidelijk gelegd bij het kunnen uitvoeren van praktijkgericht onderzoek in de eigen werkomgeving van de student. De student moet een rapportage kunnen leveren met een duidelijke opbouw volgens een onderzoekscyclus en heldere onderbouwing van de onderzoeksopzet, van de uitwerking van resultaten en van conclusies en aanbevelingen. Internationalisering De aandacht voor internationalisering is sinds 2008 versterkt met de invoering van de modulen Engels en Internationaal zaken doen. Ook wordt Engelstalige vakliteratuur gebruikt. Daarnaast is er binnen vakken aandacht voor onderwerpen die van belang zijn, zoals internationale regelgeving, corporate governance en de wereldwijde kredietcrisis. Het panel waardeert de ingezette internationale accenten, vooral omdat het een deeltijdse opleiding betreft. Overleg Het profiel en de eindkwalificaties van de opleiding worden actueel gehouden, doordat de opleiding deelneemt aan het Landelijke Opleidings Overleg van BE-opleidingen en door overleg met andere BE-opleidingen van Avans Hogeschool (onder meer in de gezamenlijke examencommissie). De opleiding participeert in de academiebrede OAR (Opleidings Advies Raad) waarin twee leden uit het BE-werkveld zijn vertegenwoordigd. De OAR behandelt de afstemming van de opleiding op ontwikkelingen in het werkveld. Op beperkte schaal is er een begin gemaakt met nationale en internationale vergelijkingen tussen BE- en BBA-opleidingen. Het panel stelt vast dat deze vergelijkingen nog in een pril stadium verkeren. Tevredenheid alumni en werkveld Uit NSE/Hbo-monitor en alumni- en werkveldenquêtes blijkt dat het niveau, de praktijkgerichtheid en de aansluiting op de arbeidsmarkt positief worden beoordeeld (scores 3,5 - 3,9 op 5-puntsschaal). Uit het gesprek met alumni blijkt dat de opleiding aansluit op een behoefte in de arbeidsmarkt. Studenten en alumni hebben een duidelijk beeld van de opleiding en de functies waarvoor wordt opgeleid. Het brede karakter spreekt de studenten aan. Zij geven aan dat zij leren zich meer te richten op de procesmatige onderwerpen op het snijvlak van de vakgebieden recht, organisatie en financiën. Overwegingen en conclusie Het panel komt tot het oordeel voldoende. De opleiding heeft de landelijke domeincompetenties inclusief de twee algemene competenties als basis voor het curriculum gekozen. Het panel heeft in een matrix kunnen zien welke competenties in welk curriculumonderdeel zijn terug te vinden.
12/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Het hbo-karakter komt duidelijk tot uiting in de praktijkgerichtheid waarmee de opleiding aansluit op de eisen uit het werkveld. De opleiding wil zich profileren door die praktijkgerichtheid en binding met de praktijk. Het panel is van mening dat dit profiel kenmerkend voor deeltijdse opleidingen is, en daarmee niet bijzonder onderscheidend werkt. Wellicht dat de nieuwe positionering in de Academie voor Deeltijd een scherpere profilering met zich mee zal brengen. De keuze voor BBA, waarmee de opleiding, en de andere opleidingen binnen Avans Hogeschool, de landelijke trend volgt, moet nog verder ontwikkeld en uitgerold worden, vooral in de hoofdfase. Het panel heeft hier nog geen duidelijk beeld van gekregen. De laatste jaren heeft de opleiding ingezet op onderzoek (zie standaard 2) en internationalisering in de vorm van de modules Engels en Internationaal zaken doen. Het panel vindt de gerichte aandacht voor internationalisering positief. Dit is voor een deeltijdse opleiding niet vanzelfsprekend. Het panel concludeert dat zowel onderzoek als internationalisering nog in ontwikkeling zijn en gefaseerd worden ingevoerd. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Bevindingen Inhoud van het programma Relatie met eindkwalificaties Het opleidingsprogramma is zowel modulair als thematisch ingericht: de eerste twee jaar zijn ingedeeld in modulen en de laatste twee jaar zijn ingedeeld volgens thema’s. De propedeuse is introducerend en oriënterend, en is gelijk aan de propedeuse accountancy. De hoofdfase biedt verdieping van het beroep. De domeinen en competenties van het landelijk profiel zijn uitgewerkt naar de deelcompetenties en leerdoelen per module/thema. Het geheel is zichtbaar in twee matrices waarin de domeincompetenties en de Dublin descriptoren zijn uitgezet versus de modulen/thema’s. In module- en themabeschrijvingen is dit verder uitgewerkt naar (leer)doelen, domeincompetenties, het te bereiken niveau (taxonomie van Bloom), criteria vanuit de landelijk Body of Knowledge and Skills (BoKS) en de toetsinformatie (criteria, toetsvorm, niveau et cetera). Het panel is van mening dat de eindkwalificaties worden gedekt door de modulen en thema’s in het studieprogramma. Er is een opbouw zichtbaar in complexiteit en niveau. In 2012 is de competentiematrix geactualiseerd, samen met de opzet van het curriculum.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
13/47
Sinds 2012 bewaakt de curriculumcommissie de samenhang tussen het curriculum en de competenties. De curriculumcommissie bestaat uit kerndocenten en de opleidingscoördinator. De kerndocent is het aanspreekpunt voor zowel docenten als studenten en is verantwoordelijk voor de samenhang, inhoud, tentaminering en evaluatie van zijn/haar module. De eerste resultaten van het werk van de curriculumcommissie zijn zichtbaar in de matrix domeincompetenties versus opleidingsontwerp. Voor de borging van het programma maakt de curriculumcommissie gebruik van signalen vanuit de netwerken en werkervaring van studenten en docenten. Ook via formele kanalen, zoals de OAR en de Stichting Deeltijd Avans-alumni Netwerk (DAN), worden signalen opgevangen gericht op eventuele aanpassing van het programma. Het panel stelt vast dat de deelname van BEdeskundigen aan de OAR beperkt is, aangezien deze raad voor alle opleidingen van de academie is ingesteld. Kennis en vaardigheden De in 2008 landelijk opgestelde BoKS vormt het framework voor de vakinhoudelijke invulling en de literatuurkeuze binnen het onderwijsprogramma. De kennis en kunde wordt gaandeweg de studiejaren ontwikkeld, waarbij steeds wordt teruggegrepen op voorgaande kennis en kunde. Kenniselementen worden in modulen/thema’s geïntegreerd en op steeds hoger niveau aangeboden. Kenniselementen zijn: externe verslaggeving, bestuurlijke informatievoorziening, bedrijfsadministratie, management accounting, financieel management/financiering, management en organisatie, recht, belastingrecht, algemene economie, wiskunde en statistiek. De inhoud van het programma komt overeen met wat van een bedrijfseconomische opleiding op bachelorniveau mag worden verwacht. Van studenten heeft het panel vernomen dat er in de modulen veel aandacht voor gespreksen presentatietechnieken is. Recent is het vak adviesvaardigheden geïntroduceerd. Het panel signaleert wel het ontbreken van een degelijke training in Excel en moderne ICTondersteuning van de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld ERP), die gezien de digitalisering en informatisering in dit vakgebied niet zouden mogen ontbreken. Volgens docenten leren studenten deze vaardigheden in de beroepspraktijk, maar het panel deelt deze verwachting niet. De kerndocenten zijn verantwoordelijk voor de keuze en actualisering van het onderwijsmateriaal en de literatuur. Het panel constateert dat de opleiding gebruik maakt van actuele literatuur. De aandacht voor internationalisering blijkt uit de vermelding van drie Engelse boeken op de Literatuurlijst BE 2012-20131. Studenten sluiten een aantal modulen/thema’s af met een praktijkopdracht, waarin zij moeten tonen dat zij de beroepsvaardigheden beheersen. Doordat de opdrachten in de eigen werkomgeving worden uitgevoerd, vindt in alle jaren een wisselwerking plaats tussen de theorie en werkpraktijk. De praktijkgerichtheid van het programma en het lesmateriaal wordt geborgd door de directe relaties van docenten en studenten met het werkveld.
1
Een ander panel heeft de visitatie opnieuw uitgevoerd op basis van dezelfde documentatie als in de eerdere visitatie. Daarom zijn er geen bronnen van recentere datum geraadpleegd.
14/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Het panel is van mening dat de opleiding nog niet alle mogelijkheden van deze verbondenheid met de beroepspraktijk benut. Het panel realiseert zich dat uitvoering hiervan niet altijd eenvoudig is, maar door een nog sterkere invulling aan de praktijkgerichtheid te geven zou de opleiding zich meer van andere en de voltijdse opleidingen kunnen onderscheiden (zie ook standaard 1). Het panel denkt hierbij bijvoorbeeld aan bedrijfsbezoeken bij de bedrijven van studenten en/of docenten, lessen in de daadwerkelijke beroepspraktijk, en ook bedrijfsbezoeken in Vlaanderen. Door dit laatste zou ook de internationale oriëntatie een praktijkgerichte invulling kunnen krijgen. Minor Per 2012 hebben studenten geen keuzemogelijkheid meer voor de minor (30 EC). Alle studenten volgen nu, de voorheen meest gekozen, minor Risk & Creditmanagement. Voorheen hadden studenten een vrije keuze en konden ze ook kiezen voor de BE-minor belastingrecht of een andere minor van Avans Hogeschool. Werkervaring Uit de curricula-overzichten in de OER 2012-20132 en in de studiegids (2012-2013) blijkt dat de opleiding van studenten verwacht dat ze over werkervaring beschikken. Deze eis staat niet expliciet in de OER vermeld. De tekst in het opleidingskader is onduidelijk. Uit de gesprekken is gebleken dat studenten 28 EC (4 EC in de propedeuse voor Maatschappelijk Oriëntatie; 24 EC in de hoofdfase voor werkervaring) als vrijstelling voor stage kunnen verkrijgen. Voor de Maatschappelijke Oriëntatie moet een student minstens 20 uur per week (in totaal minimaal 800 uur) werken. Deze werkervaring hoeft niet op hbo-niveau te zijn en niet op bedrijfseconomie te zijn gericht. In de hoofdfase moeten studenten 18 maanden werkervaring aantonen, waarvan minimaal 6 maanden op hbo-niveau (algemene hbocompetenties: zelfstandig, leidinggevend, probleemoplossend vermogen, adviesvaardigheden en benutten van kansen in de organisatie) en BE-gerelateerd. De student toont de werkervaring aan door middel van een omschrijving van het bedrijf, de functie en de werkzaamheden met bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Ook moeten studenten aangeven in welke mate het bedrijf is gericht op duurzaam ondernemen. Het aanvraagformulier moet worden ondertekend door de leidinggevende van de student. In de hoofdfase (vrijstelling stage) wordt tevens als bewijs aangeleverd: een organogram van de organisatie, een reflectieverslag van de student over de competentieontwikkeling en groei naar hbo-niveau (tactisch/strategisch). De leidinggevende beoordeelt de student op de ontwikkelde competenties (opleidingsspecifiek, hbo en algemene competenties) en ondertekent het formulier. Het panel heeft de aanvragen van een aantal studenten gezien, waarin genoemde bewijsstukken zijn opgenomen. In een notitie vrijstellingenbeleid (1 augustus 2012) blijkt dat de coördinator of een vrijstellingencommissie de aanvragen van studenten beoordeelt en een advies aan de examencommissie uitbrengt. Uit de gesprekken blijkt dat de werkervaring wordt getoetst door de opleidingscoördinator.
2
Idem voetnoot 1
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
15/47
Het panel vindt het, net als de studenten, een gemis dat dit vooral een papieren check is en dat er geen gesprek met een bedrijfsvertegenwoordiger is om de gegevens te controleren en de groei van de student in zijn functioneren te bespreken. Het panel is van mening dat gezien de omvang van de toegekende studiepunten meer tijd en moeite geïnvesteerd dienen te worden in direct contact over en verificatie van de geleverde gegevens en het gewenste hbo-niveau. Het panel is verder van mening dat de eisen die gesteld worden aan werkervaring en werkzaamheden van de student en aan de te leveren bewijsstukken duidelijk in de OER moeten worden vastgelegd. Onderzoeksvaardigheden In de Academie voor deeltijd is in 2011-2012 gestart met het opstellen en in 2012-2013 met het invoeren van een onderzoeksleerlijn in de propedeuse. In deze leerlijn komen generieke onderzoeksvaardigheden aan bod, zoals informatievaardigheden, het formuleren van een onderzoeksvraag, hoofd- en deelvragen en onderzoeksmethoden, zowel kwalitatief als kwantitatief. De leerlijn wordt in het tweede en derde jaar voortgezet, zodat studenten aan het eind van het derde jaar over competentieniveau 3 beschikken. Dat betekent volgens de docenten dat de student in staat is zelfstandig een praktijkgericht onderzoek uit te voeren. De student moet een keuze kunnen maken uit verschillende onderzoeksmethodes en deze keuze mondeling en schriftelijk kunnen verantwoorden. In 2016 zullen de eerste studenten afstuderen die deze leerlijn volledig hebben gevolgd. Voor studenten uit hogere leerjaren worden op dit moment onderdelen van de onderzoeksleerlijn extra curriculair aangeboden. Tot nu toe kregen studenten in het derde jaar het vak Referaten als voorbereiding op de scriptie, maar ook in het vak Kwaliteit en Organisatie werd met diverse vaardigheden voor het schrijven van de scriptie geoefend. Alumni vinden het een goede ontwikkeling dat de onderzoeksvaardigheden als leerlijn in het curriculum worden opgenomen. Om docenten voor te bereiden op de nieuwe werkwijze, worden zij getraind in onderzoeksvaardigheden en het begeleiden van scripties. De kerndocenten en de leden van de curriculumcommissie hebben deze training reeds gevolgd. De training zal jaarlijks worden aangeboden, zodat docenten hun vaardigheden op dit terrein bij kunnen houden. Daarnaast is er een Avansbreed netwerk onderzoek. Vormgeving van het programma De Academie voor deeltijd heeft de onderwijsvisie van Avans Hogeschool vertaald in vijf uitgangspunten: - studentgericht: de student brengt de koppeling tussen opleiding en beroepspraktijk tot stand doordat hij bepaalde competenties in de praktijk moet realiseren; - beroepsgericht: beroepssituaties vormen de basis voor de invulling van het onderwijs; - praktijkgericht leren: naast inhoudelijke kennis en vaardigheden leren studenten ook onderzoeksmethoden, problemen op te lossen en te adviseren; - procesgericht: het onderwijs is modulair en thematisch ingericht met relaties naar de praktijk;
16/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
-
omgevingsgericht: de fysieke en sociale omgeving moeten stimulerend en uitnodigend zijn.
Sinds 2005 wordt gewerkt volgens competentiegericht onderwijs. Het onderwijs wordt integraal aangeboden en gaat uit van authentieke beroepssituaties. De opleiding vindt het leren in realistische context belangrijk. Studenten geven aan dat praktijk en theorie worden verweven door de docenten en dat van daaruit de aansluiting op hun eigen werkomgeving wordt gezocht. Het deeltijdse karakter uit zich vooral in de werkvormen: opdrachten in de praktijk, projecten, en enkele groepsopdrachten, soms in het bedrijf van een van de studenten. Studenten volgen twee aaneengesloten dagdelen onderwijs per week (8 uur). Daarbuiten hebben ze per week nog 12 uur voor zelfstudie nodig. Studenten geven aan dat de studie pittig is en de nodige discipline vereist, maar het is wel te doen in de tijd die er voor staat. Volgens de studenten zijn er veel studenten die stoppen of overstappen naar een andere studie. Vooral de februari-instroom kent veel uitvallers. Dit blijkt niet uit de rendementsgegevens van de opleiding (zie hoofdstuk 1), die een positiever beeld laten zien. Het panel adviseert de opleiding de rendementsgegevens verder te analyseren. Voorafgaand aan de opleiding heeft de opleidingscoördinator een intakegesprek met de student waarin zijn motivatiebrief en verwachtingen worden besproken, evenals vrijstellingen en mogelijke ondersteuning (Nederlands, Engels, rekenvaardigheden) Gezien de aard van de deeltijdse student voorziet de opleiding in studiebegeleiding op aanvraag van de student. De opleiding neemt alleen het initiatief voor een gesprek wanneer de studieresultaten daar aanleiding toe geven. De opleiding geeft een bindend negatief studieadvies wanneer de student minder dan 36 EC heeft behaald. De opleidingscoördinator is het eerste aanspreekpunt voor de student. Studenten houden sinds 2011-2012 een portfolio bij waarin elk jaar een thema centraal staat: ik, ik en de ander, ik, de ander en de organisatie, en zelfstandigheid. Studenten gaven aan dat het opstellen confronterend kan zijn, omdat ze doelstellingen voor hun werk en studie formuleren en aan het eind van het jaar aan de hand van bewijzen reflecteren op het resultaat. Uit een schema in de kritische reflectie blijkt dat elk jaar wordt afgesloten met een gesprek of een groepspresentatie. Dit is bevestigd door studenten met wie het panel heeft gesproken. Volgens studenten sluit deze aanpak goed aan bij de functioneringscyclus in hun werkomgeving. Het panel heeft van de afgestudeerden met wie het gesproken heeft, de logboeken ingezien. Deze logboeken vormen een voorloper van wat studenten nu moeten bijhouden, maar zagen er volgens het panel goed uit. Wel adviseert het panel om versie en status duidelijker aan te geven en de logboeken te voorzien van datum en paraaf. Kwaliteit van het personeel De opleiding wordt verzorgd door 29 docenten die verschillende rollen vervullen: docent, kerndocent, lid van een commissie en dergelijke. Het panel heeft uit de cv’s kunnen afleiden dat de docenten over een relevante opleiding beschikken.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
17/47
21 Docenten hebben een masteropleiding genoten, 7 een bacheloropleiding en er is één docent gepromoveerd. De aanstellingsomvang van een docent bedraagt maximaal 0,2 fte. Alle docenten zijn naast hun docentschap ook werkzaam in de beroepspraktijk. Daarmee kunnen zij het accent leggen op de verbinding met de beroepspraktijk. Studenten zijn tevreden over kennis en praktijkervaring bij docenten. Nieuwe docenten worden begeleid door de kerndocent van een module, die tevens als aanspreekpunt voor die docent fungeert. Er is een Avansbrede basiscursus didactische vaardigheden voor nieuwe docenten. Voor alle docenten zijn er scholingsbijeenkomsten (jaarlijkse docentbijeenkomsten met workshops) over bijvoorbeeld toetsing, competentiegericht onderwijs en leerstofontwikkeling. Twee keer per jaar is er een afstudeertraining voor docenten die afstudeerders begeleiden, gericht op het doen van onderzoek, verzorgd door de docent die is betrokken bij implementatie van onderzoeksleerlijn. Volgens de docenten is er een spanningsveld tussen de omvang van de aanstelling, hun baan buiten de school en alle bijscholingen. In hun aanstellingsgesprek is afgesproken dat de bijscholingen verplicht zijn, maar deze zijn niet in de taakomvang opgenomen. Het panel constateert dat de betrokkenheid van de docenten groot is, waardoor het genoemde spanningsveld nog niet voor problemen heeft gezorgd. De inhoud van het curriculum wordt geborgd door de kerndocenten die het overzicht hebben en afstemming met de andere docenten zoeken over onderwijsinhoud, -vorm, actualiteit en tentamens. De curriculumcommissie is in 2011-2012 gestart met vorming van een overzicht van de thema’s en modulen. Zij controleert de modulen op domeincompetenties, niveau en studiepunten. Uit de matrices die het panel heeft gezien, blijkt dat de curriculumcommissie haar taak heeft opgepakt. Kwaliteit van de opleidingsspecifieke voorzieningen De opleiding maakt gebruik van de standaard informatiesystemen van Avans: Osiris, Avans portal, en Blackboard. De multifunctionele leeromgeving Xplora is ook beschikbaar voor de deeltijdse studenten en docenten. Het gebouw in Breda is modern en voorzien van diverse goed uitgeruste werk- en onderwijsruimten, hoewel het panel de gesprekruimten en de flexplekken voor docenten tamelijk klein vond. Borging van de kwaliteit In 2011-2012 zijn een aantal verbeteringen ter versterking van het onderwijs van start gegaan, gebaseerd op de adviezen uit de vorige visitatie, over onder andere toetsing, onderzoek, studieloopbaanbegeleiding en internationalisering, en een strakkere inrichting van de borging van de kwaliteit. Deze aanpak heeft onder andere geresulteerd in de vorming van een curriculumcommissie en een toetscommissie (zie standaard 3). Hoewel de opleiding blijkbaar niet meteen de urgentie van verbeteringen heeft gevoeld, toont zij met deze aanpak wel aan adequaat verbeteringen en aanbevelingen te kunnen implementeren De opleiding bevraagt studenten over de kwaliteit van het onderwijs. Uit evaluaties en enquêtes blijkt dat studenten veelal tevreden zijn over de opleiding en verbeteringen zien ten opzichte van vorige jaren.
18/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Het panel heeft vernomen dat er twee keer per jaar een overleg met docenten plaats vindt waarin diverse onderwerpen aan bod komen en waarin ook de callibratie over het beoordelen van scripties (zie standaard 3) een plaats heeft. Er is een opleidingscommissie voor de Academie voor Deeltijd en een academiebrede adviesraad. Overwegingen en conclusie Het panel komt op standaard 2 tot het oordeel voldoende, omdat de opleiding heeft aangetoond aan de basiskwaliteit te voldoen. Uitgangspunt is het curriculum dat is opgebouwd uit vakken die voor de toekomstige bedrijfseconoom relevant zijn. Centraal in het curriculum staan economische, administratieve, financiële en controlvakken. Het panel is wel van mening dat in het kader van digitalisering en informatisering van het vakgebied er meer aandacht zou moeten zijn voor de mogelijkheden die Excel en bijvoorbeeld ERP bieden. Twee jaar geleden is de opleiding gestart met een leerlijn onderzoeksvaardigheden, die nu in het curriculum wordt geïntegreerd. In 2016 studeren de eerste studenten af die deze leerlijn vanaf jaar 1 aangeboden hebben gekregen. Het panel vindt dat de opleiding een goede oplossing heeft gevonden door in de aanloop naar de definitieve inbedding onderzoeksvaardigheden extra curriculair aan alle studenten aan te bieden. Het panel is positief over de beginnende aandacht in het curriculum voor internationale aspecten. Het panel vindt het belangrijk dat de bedrijfseconoom niet alleen Engels leert, maar vooral over voldoende generieke kennis beschikt, zodat hij weet wanneer hij naar een specialist op het gebied van internationaal zaken doen moet doorverwijzen. De beroepspraktijk is een belangrijk element in het curriculum van het deeltijdse onderwijs. Docenten en studenten hebben vrijwel allemaal een baan in de beroepspraktijk. Studenten voeren opdrachten uit in hun eigen werkomgeving en ook het afstudeeronderzoek (zie standaard 3) wordt in het bedrijf van de student uitgevoerd. Het panel is van mening dat de opleiding deze verbondenheid met de beroepspraktijk nog meer zou kunnen benutten. Een punt van zorg voor het panel vormt de borging van de vrijstellingen voor werkervaring. Ten eerste is niet helder in de OER vastgelegd waaruit de werkervaring dient te bestaan. Uit een voetnoot in de OER valt nog op te maken waaruit de werkervaring voor de propedeuse moet bestaan, maar over de werkervaring voor de hoofdfase staat er niets vermeld. Ook in de andere documenten is niet helder verwoord waaraan studenten moeten voldoen. Tijdens het intakegesprek wordt hier wel aandacht aan besteed, zoals het panel van studenten heeft vernomen. Een tweede punt betreft de controle van de door de student overlegde bewijzen. Deze worden niet geverifieerd bij leidinggevenden in het bedrijf. Het panel heeft gesproken met zeer betrokken docenten. Uit de cv's blijkt dat een flink aantal een opleiding op masterniveau genoten heeft. De opleiding hecht veel waarde aan de werkervaring van de docent en het panel heeft vastgesteld dat de meeste docenten daaraan voldoen. Vrijwel alle docenten hebben een kleine tot zeer kleine aanstelling bij de hogeschool. Dit vormt enerzijds de kracht van de opleiding want de toewijding van de docenten is groot evenals de inbreng vanuit de actuele praktijksituatie.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
19/47
Aan de andere kant is er het risico van overbevraging. Het management dient zorg te dragen voor een zeer goede, soepel lopende organisatie, waardoor de overhead en administratieve last voor de docenten tot een minimum beperkt wordt. Deze bewaking en coördinatie ligt bij de opleidingscoördinator die als een spin in het web functioneert. Ook hier signaleert het panel een risico, omdat de kennis en know how over de opleiding bij deze ene persoon ligt, die ook in alle commissies zit. Wel is er ter ondersteuning een backoffice. Het panel hoopt dat de toekomstige schaalgrootte door het samenvoegen van alle deeltijdse opleidingen een positieve ontwikkeling zal betekenen. Het panel is van mening dat de opleiding voor de studenten een samenhangende leeromgeving heeft weten te creëren, mede door de goede faciliteiten waarover Avans Hogeschool beschikt, waar de deeltijdse studenten ook in de avonduren gebruik van kunnen maken. Het curriculum met onder andere de onderzoekslijn biedt voldoende garanties om studenten kennis en vaardigheden op bachelorniveau aan te leren. Wel dient de opleiding de hiervoor genoemde zorgpunten en risico’s te ondervangen. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Bevindingen Systeem van toetsing Sinds 2011-2012 heeft de academie gewerkt aan de aanscherping van het toetsbeleid en het toetssysteem. De kaders van Avans Hogeschool zijn hiervoor leidend. De uitkomsten zijn vastgelegd in het Toetsbeleidsplan van de Academie voor Deeltijd (juli 2012). Het Toetsbeleidsplan bevat de uitgangspunten, kaders, functie van toetsen en de toetscyclus voor de academie. In het kader van het toetsen van competenties is de academie bezig met het ontwikkelen van nieuwe toetsvormen. De academie maakt onderscheid tussen formatieve en summatieve toetsen. De formatieve toetsing monitort de vorderingen van de student. De summatieve toetsing meet in hoeverre de student de (eind)kwalificaties heeft behaald. Studenten geven aan dat toetsing en toetsvormen duidelijk en passend zijn. De toetsvorm is van te voren bij hen bekend en bestaat bijvoorbeeld uit een schriftelijke of mondelinge toets, een presentatie of een verdediging. Een mondelinge toets wordt altijd door twee docenten afgenomen. De kerndocent stelt een toetsmatrijs op voor de toetsing van een module of thema. In de toetsmatrijs legt hij vast van welke leerdoelen wordt uitgegaan, het niveau dat bereikt moet worden en uit hoeveel vragen de toets bestaat. De curriculumcommissie die sinds 20122013 actief is, stelt de toetsvorm vast. De kerndocent ontwikkelt vervolgens de toetsvragen.
20/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
De toetscommissie, die sinds 2012-2013 in functie is, controleert vooraf aan de hand van een checklist of de toets voldoet aan de toetsmatrijs en de modulebeschrijving. De kerndocenten leveren hiervoor halverwege het blok de toets en de herkansing in, wat de docenten tamelijk vroeg vinden. Het is de bedoeling dat de toetscommissie ook meerjaren statistieken gaat bijhouden om analyses over de resultaten te kunnen uitvoeren. Op het moment van de visitatie controleert de toetscommissie de toetsen van het eerste en tweede jaar. Het derde en vierde jaar volgen de komende twee studiejaren. De toetscommissie rapporteert aan de examencommissie Er is één examencommissie voor alle bedrijfseconomie-opleidingen van Avans Hogeschool met een examenkamer per academie voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. De examencommissie benoemt de examinatoren. Uit de notulen en het gesprek met de commissie blijkt dat zij de aanvragen voor vrijstellingen beoordeelt, daarin geadviseerd door een vrijstellingscommissie. De examencommissie neemt nog geen steekproeven van scripties, maar wil dat wel gaan doen. Het panel heeft toetsen uit verschillende jaren ingezien en heeft vastgesteld dat deze relevant zijn, gevarieerd en van voldoende niveau. Doordat elk blok bestaat uit twee modulen of thema’s is de belasting voor studenten te overzien. Het vierde jaar bestaat uit het afstuderen en het voldoen aan de werkervaringseis. Op dit laatste punt is het panel al bij standaard 2 ingegaan. Het afstuderen bestaat uit een complexe opdracht voor het eigen bedrijf, een afstudeeropdracht en een reflectie op de persoonlijke ontwikkeling, dat in het logboek met afspraken over het afstuderen wordt opgenomen. Met de afstudeeropdracht toont de student aan dat hij de theorie in de praktijk kan toepassen en een onderbouwd oordeel over een praktijksituatie kan geven. De afgelopen twee jaar is het afstudeerproces aangescherpt. De student levert aan het begin van het traject een afstudeervoorstel bij de opleidingscoördinator in. Een commissie van twee coördinatoren bepaalt of het onderwerp aan de hbo- en BE-eisen voldoet. Op basis van het onderwerp krijgt de student een begeleider vanuit de school toegewezen, die hem bij het plan van aanpak, het onderzoek en de scriptie begeleidt. Alumni waren zeer te spreken over deze begeleiding, maar gaven ook aan dat ze veel zelf hebben moeten uitzoeken. Studenten zoeken zelf een begeleider binnen het bedrijf. De begeleider vanuit de school en vanuit het bedrijf hebben geen contact met elkaar, wat het panel betreurt. Het proces staat duidelijk beschreven in het Draaiboek afstudeeropdracht ADT. De begeleider vanuit de school vult het goedkeuringsformulier in wanneer hij vindt dat de student rijp is om af te studeren. Twee examinatoren, niet zijnde de begeleider, beoordelen de inhoud van de scriptie. Wanneer de beoordelingen van de examinatoren twee punten of meer van elkaar afwijken, beoordeelt een derde examinator het werk. De student verzorgt vervolgens een presentatie van het onderzoek en de uitkomsten in zijn bedrijf en tot slot verdedigt hij zijn scriptie in een eindgesprek met de examinatoren. Het logboek inclusief het reflectieverslag is volgens alumni voorwaardelijk voor het afstuderen, maar wordt niet beoordeeld. De examinatoren bevestigen dat er geen formele regels zijn voor het logboek.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
21/47
Zij controleren bij de verdediging of het reflectieverslag in het logboek is opgenomen. In standaard 2 heeft het panel aangegeven dat de eerste logboeken veelbelovend zijn, maar dat aan de status en de formalisering nog veel aandacht moet worden geschonken. Voor het beoordelen van het afstuderen maakt de opleiding gebruik van diverse formulieren: goedkeuringsformulier, feedbackformulier beoordeling scriptie, beoordelingsformulier scriptie, beoordelingsformulier bedrijfspresentatie, beoordeling eindgesprek. De formulieren zijn de afgelopen twee jaar vernieuwd, zoals het panel uit de scriptiebeoordelingen heeft kunnen opmaken. Het panel heeft twijfels over de eenduidigheid van de formulieren en gebruikte criteria. De student moet op alle beoordelingscriteria een voldoende scoren, waardoor het regelmatig voorkomt dat de student gebruik moet maken van de herkansingsmogelijkheid (twee weken later). Het panel heeft noch in de oude noch in de vernieuwde formulieren een verbinding met de acht competenties aangetroffen. Deze constatering wordt bevestigd door de docenten en examinatoren. De relatie met de competenties is niet zichtbaar in de formulieren, maar is volgens hen wel herleidbaar. De sociaal-communicatieve competenties worden tijdens de presentatie getoetst. De zelfsturende competentie blijkt uit de tussenevaluaties van de begeleider. Het panel heeft dit niet kunnen verifiëren, omdat er geen verslagen van worden gemaakt. Volgens docenten en examinatoren worden alle competenties op niveau 3 ook in de verschillende vakken getoetst. De afstudeeropdracht is bedoeld om de verschillende theoretische onderdelen te integreren in een praktijkcasus. Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Het panel heeft in totaal 20 afstudeerwerken van de afgelopen jaren bekeken. Het panel beoordeelt de kwaliteit van matig tot goed. Het ontwikkelingsproces waarin de opleiding zich bevindt is duidelijk merkbaar aan de kwaliteit van de scripties en vraagt wat het panel betreft ook de komende jaren nog veel aandacht. Gelet op de fasen in de ontwikkeling en gemeten naar de op dat moment geldende criteria kan het panel zich in de beoordelingen door de examinatoren vinden. Wel dringt het panel aan op het zorgvuldiger bewaken van het proces en de inhoud, omdat de huidige scripties nog erg gebaseerd zijn op de oude systematiek. Twee keer per jaar is er een bijeenkomst van docenten waar ook het beoordelen van scripties aan bod komt. Het panel vindt dit positief, maar ook noodzakelijk gezien de verschillen in beoordeling. Het panel vraagt zich af of deze twee bijeenkomsten voldoende zijn, gezien de hoeveelheid onderwerpen op de agenda. Het panel adviseert de opleiding om te investeren in het strenger controleren van de geschiktheid van een bedrijfsopdracht, het formuleren van onderzoekvragen met deelvragen, het kiezen van een onderzoeksmethode en deze ook verantwoorden in de scriptie. Verder denkt het panel dat de opleiding voor de onderzoeksvaardigheden baat kan hebben bij de aansluiting bij een lectoraat. Docenten die in een kenniskring participeren, kunnen opgedane kennis en ervaringen in het onderwijs inbrengen. Wellicht zijn er zelfs mogelijkheden voor een lectoraat gericht op deeltijd. De afstudeeronderzoeken van studenten kunnen hierdoor winnen aan diepgang en onderzoeksaanpak.
22/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Een andere suggestie zou kunnen zijn om docenten en studenten van de deeltijdse opleiding in contact te brengen met die van de voltijdse opleidingen. Hierdoor kan op eenvoudige wijze de praktijk naar binnen worden gebracht. Overwegingen en conclusie Het panel komt tot het oordeel voldoende op deze standaard. Het panel is tevreden over de toetssystematiek. Twee jaar geleden is begonnen met de implementatie van de nieuwe systematiek die nu tot en met jaar 2 is gevorderd. In deze aanpak heeft de toetscommissie een belangrijke rol, omdat alle toetsen vooraf door de commissie worden gecontroleerd aan de hand van een criterialijst. Er is voldoende variatie in toetsen en doordat elke blok uit twee onderwijseenheden bestaat, blijft de studielast voor studenten te overzien. Het panel is kritisch over de borging van de processen van het afstuderen. Er worden door begeleiders en examinatoren veel formulieren ingevuld, maar de relatie tussen formulieren evenals de status is niet voor iedereen eenduidig. Zo blijkt na enige discussie het goedkeuringsformulier dat de begeleider invult wanneer de scriptie is afgerond, meer over het proces te gaan en niet over de inhoud, terwijl met de beoordelingsformulieren uitsluitend de inhoud van de scriptie wordt beoordeeld. Op het beoordelingsformulier zou het volgens het panel verhelderend zijn wanneer de beoordelingscriteria aan de competenties worden gekoppeld. Het panel adviseert de opleiding dit punt bij de eerstvolgende herziening mee te nemen. Het panel heeft 20 scripties bekeken. Gelet op de toen geldende beoordelingscriteria en de implementatie van de onderzoekslijn vindt het panel deze scripties van bachelorniveau. Wanneer de onderzoeksleerlijn volledig is doorgevoerd, zullen nieuwe, bijgestelde beoordelingscriteria moeten worden geformuleerd, misschien in de vorm van rubrics net als bij de voltijd. Vanaf dat moment moeten studenten aan alle eisen die aan de scriptie worden gesteld, voldoen, onder andere het formuleren van onderzoeksvragen, deelvragen, methodes van onderzoek. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
23/47
24/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 2 Onderwijsleeromgeving 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel Voldoende Voldoende Voldoende
Overwegingen en conclusie Weging van de oordelen op de drie standaarden op basis van de motivering bij de standaarden en volgens de beslisregels van NVAO: o Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 3 als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een ‘onvoldoende’ bij standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO. o Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien tenminste twee standaarden als goed worden beoordeeld, waaronder in elk geval in standaard 3. o Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien tenminste twee standaarden als excellent worden beoordeeld, waaronder in elk geval in standaard 3. Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de bestaande hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie deeltijd van Avans Hogeschool in Breda als voldoende.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
25/47
26/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
4
Aanbevelingen
Werkervaringseis - Het panel adviseert de opleiding om de werkervaringseis, zowel in de propedeuse als in de hoofdfase, expliciet in de relevante documenten (onder andere de OER) vast te leggen. -
De eisen die aan werkzaamheden van de student en aan de te leveren bewijsstukken gesteld worden, moeten duidelijker moeten worden vastgelegd en aan de studenten worden gecommuniceerd, bij voorkeur schriftelijk.
-
Het panel is van mening dat gezien de omvang van de toegekende studiepunten meer tijd en moeite geïnvesteerd dient te worden in direct contact over en verificatie van de geleverde gegevens en het gewenste hbo-niveau bij de leidinggevende van de student.
Lectoraat - Het panel ondersteunt de verdere implementatie van de onderzoeksleerlijn. In verband hiermee adviseert het panel de opleiding om de mogelijkheden voor aansluiting bij een lectoraat te verkennen. De onderzoekservaringen uit het lectoraat en van de docenten die in een kenniskring participeren, kunnen dan in het onderwijs wordend ingebracht.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
27/47
28/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
5
Bijlagen
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
29/47
30/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding
Inhoudelijke competenties: 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet financiële informatiesystemen. 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de Administratieve Organisatie. 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico's. 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. 6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. Algemene competenties: 7. Sociale en communicatieve competenties (interpersoonlijk, organisatie). 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional).
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
31/47
32/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma
Jaar
Kwartaal 1
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
1.
Rekenvaardigheden
Bedrijfsadministratie 1
Bedrijfseconomie 1
Engels
Communicatieve Belastingrecht Privaatrecht Int. Zakendoen Vaardigheden Toets Nederlandse taal, Portfoliogesprek, Blackboard/portal, Informatievaardigheden + 1 jaar werkervaring 2. BedrijfsVerantwoording financiering Minor Minor economie 2 Bedrijfs-administratie 2 Verantwoording Externe Minor Minor verslaggeving 3. Kwaliteit & Organisatie Informatievoorziening Management Control Referaten 4. Auditing en Financiële markten en Scriptie Scriptie Kapitaalbelangen Corporate Governance 1,5 jaar relevante werkervaring waarvan een half jaar op hbo-niveau
De propedeutische fase van major Bedrijfseconomie, bestaat uit de volgende onderwijseenheden: Onderwijseenheid 1e jaar 2012-2013 (cohort 2012-2013) Communicatieve vaardigheden
Rekenvaardigheden Bedrijfsadministratie 1 Belastingrecht 1 Bedrijfseconomie 1 Privaatrecht 1 Internationaal Zakendoen Engels Portfolio Nederlands BlackBoard / Portal Informatievaardigheden Maatschappelijke Oriëntatie
Toets(en)
Schrijfopdracht Co peer en selfassement Presentatie Schriftelijke toets K Schriftelijke toets K Schriftelijke toets K + C Schriftelijke toets K Schriftelijke toets K + C Schrijfopdracht Schriftelijke toets K Schriftelijke toets (digitaal)
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
ECTS
Minimale eis
2,5 2,5 1 6 6 6 6 6 6 6 2 4 0 2 4
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 VLD 5,5 VLD VLD VLD
33/47
De postpropedeutische fase van de major Bedrijfseconomie bestaat uit de volgende onderdelen: Onderwijseenheid
Toets(en)
ECTS
Minimale eis
Schriftelijke toets C Schriftelijke toets C Schriftelijke toets K+C Schriftelijke toets K+C
6 6 6 6 30
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
Werkstuk Eindgesprek Presentatie College activiteiten Werkstuk Eindgesprek Presentatie College activiteiten Werkstuk Eindgesprek Presentatie College activiteiten Werkstuk Eindgesprek Presentatie College activiteiten
6 2 2 2 6 2 2 2 6 2 2 2 6 2 2 2
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
Schriftelijk tentamen College activiteit Schriftelijk tentamen College activiteit
10 2 10 2 24 30
5,5 5,5 5,5 5,5 VLD 5,5
2e jaar 2012-2013 (cohort propedeuse 2011-2012) Administratie en industrie-BEC Administratie en industrie-BAD Verantwoording FIN Verantwoording EV Minor (eigen keuze) 3e jaar 2012-2013 (cohort propedeuse 2010-2011) Kwaliteit en Organisatie
Informatievoorziening BE
Management Control
Referaten
4e jaar 2012-2013 (cohort propedeuse 2009-2010) Auditing en Kapitaalbelangen Corporate Governance Werkervaring Afstudeeropdracht
34/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het beoordelingspanel en secretaris: De heer drs. H. Ploeger, voorzitter De heer Ploeger is ingezet vanwege zijn onderwijsdeskundigheid op het gebied van Informatica, Bedrijfseconomie en Accountancy. De heer Ploeger is senior onderwijs adviseur en docent economische opleidingen (Bedrijfseconomie en Accountancy) aan Hogeschool Windesheim en docent informatica aan Vrije Universiteit Amsterdam. Daarnaast heeft hij bijdragen geleverd aan internationale congressen in onder andere Canada, Engeland en Spanje. Voor deze visitatie heeft de heer Ploeger onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1997 1994 1981
Doctoraalexamen Pedagogiek en Onderwijskunde in het traject Wijsgerig Historische Pedagogiek (WHP) aan de Universiteit van Utrecht Eerste graads bevoegdheid Pedagogiek en Onderwijskunde Hbo-diploma Pedagogische Academie
Werkervaring: 1999 - heden - Senior onderwijs adviseur en docent Economische opleidingen (Bedrijfseconomie en Accountancy) - Hogeschool Windesheim - Docent Informatica, faculteit Bedrijfswetenschappen - VU Amsterdam 1995 - heden Docent - Markus Verbeek (particuliere Hogeschool) 1988 - 1999 Docent Informatica - MEAO ‘De Factoor’ later ‘Landstede’ in Zwolle 1981 - 1987 Onderwijzer lager onderwijs - Ds. J.L. Piersonschool in Hengelo Publicatie: ‘Do’s and don’ts of the use of simulations in higher education’ - World Conference on E-Learning in Corporate, Government, Healthcare, & Higher Education 2009 - (Volume 6)
De heer mr.drs. M. Meuleman De heer Meuleman is ingezet als panellid vanwege zijn auditdeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en domeindeskundigheid. De heer Meuleman beschikt over auditdeskundigheid door zijn ervaring met diverse audits op het gebied van kwaliteitsbeheersingssystemen ISO-9000, 9001, 9002 en HACCP en zijn ervaring met visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs. Over onderwijsdeskundigheid beschikt hij doordat hij ruim 15 jaar ervaring heeft als docent en als bestuurder binnen het hoger beroepsonderwijs, in de particuliere sector en in het reguliere hbo-onderwijs. Hij is lid van de examencommissies SPD JAB A/B en JMB. Zijn domeindeskundigheid strekt zich uit van wiskunde en statistiek, bedrijfseconomie, bedrijfswiskunde en logistiek tot hbo rechten. Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
35/47
Opleiding: 2008 – 2012 2004 – 2006 2002 – 2005 1998 – 2002 1992 – 1996 1988 – 1992 1982 - 1988
Master of Science Applied Mathematics (2012) Doctoraal rechten (2006) Doctoraal algemene economie (2005) Doctoraal bedrijfseconomie (2002) MO-A: Boekhouden / MO-B: Handelswetenschappen (1996) Wiskunde en Natuurkunde (Lerarenopleiding) (-) VWO
Werkervaring: 2011 – 2013 Ontwikkeling hbo-rechten - NHA opleidingen 2008 – heden Hogeschoolhoofddocent bedrijfseconomie en hoofdopleiding bedrijfseconomie deeltijd en AD – Haagse Hogeschool / TIS / TH-Rijswijk 2006 – 2008 Hoofd opleiding hbo-rechten en SJD - Hogeschool Leiden 2005 – 2006 Ontwikkeling hbo-rechten NCOI 2004 – 2005 Ontwikkeling hbo-financieel management - NCOI 2002 – 2010 Scriptiebegeleider - Universiteit Nyenrode 1998 – heden Financieel directeur Logistiek organisatie - Obeka BV 1997 – 1998 Hogeschooldocent HEAO (wiskunde en statistiek) Hogeschool West-Brabant 1993 – heden Hogeschooldocent bedrijfscalculaties en statistiek - Hogeschool Markus Verbeek 1992 – 1997 Hoofd administratie Van Opdorp Transport Publicaties: • De afhankelijke en belangenloze rechter, in: verzamelbundel: Recht der werkelijkheid, Reed Business Elsevier (2007), Dr. mr. H. Gommer en mr. drs. M. Meuleman • Controle op de rechter, in: tijdschrift Trema (2007), mr.drs. M. Meuleman en mr. dr. H. Gommer • Intellectual Capital: Measuring and Value, in: tijdschrift voor intellectueel kapitaal (2003-1) Prof. Dr. L.H.H. Bollen, drs. E. Lehman en drs. M. Meuleman
De heer drs. H. van der Wal De heer Van der Wal is ingezet vanwege zijn werkveld- en onderwijsdeskundigheid op het gebied van (commerciële) economie en financial services management en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. De heer Van der Wal is mede-eigenaar en adviseur bij IJsselvliet Organisatieadviseurs. Daarnaast is hij docent cost management en afstudeerbegeleider aan de Executive Master of Finance and Control aan de Universiteit van Amsterdam en docent voor NIVÉ Opleidingen, Intermediair Trainingen en Kluwer. Voor deze visitatie heeft de heer Van der Wal onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1990 – 1992 1978 – 1984 1972 – 1978
36/47
Post-doctorale opleiding CICO (Groeps- en organisatie dynamiek) - Universiteit van Diepenbeek (B) en Leuven (B) Algemene economie (monetaire macro economie), cum laude afgestudeerd Rijksuniversiteit Groningen Atheneum B - Drachtster Lyceum te Drachten
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Werkervaring: 2008 – heden Adviseur en mede-eigenaar - IJsselvliet Organisatieadviseurs 2011 – heden Docent Management Accounting Executive Master of Finance and Control (EMFC)– Amsterdam Business School (ABS) - Universiteit van Amsterdam 2007 – 2011 Lector instituut Financieel Economisch Management (FEM) in het middenbedrijf Kenniscentrum Ondernemerschap – Hanzehogeschool Groningen 2003 – 2008 Senior manager advisory - KPMG Accountants / Management Consultants 2001 – 2003 Verantwoordelijk voor integratie financiële functie - LG.Philips Displays International (50/50 joint venture van Philips (NL) en LG Electronics (Korea), gevestigd te Hong Kong (SAR) 1993 – 2001 Adviseur financieel management en bedrijfsvoering - KPMG Accountants 1985 – 1993 Philips Gloeilampenfabrieken N.V. Overig: - Verzorgen van in-house opleidingsprogramma interim finance professionals (CFO’s en controllers) in Marrakech (2011) en in Lissabon (2012) - Verzorgen van tweedaagse opleiding De Nieuwe Controller, in samenwerking met NIVÉ Opleidingen - Lid van Vereniging voor Financieel-Economisch Management (FINEM) Publicaties: 2012 2012 2010 2009
Hoe krijg ik meer focus in de mijn strategie, lezing in het kader van Kennispoort Zwolle, september Beroepsopvatting in de praktijk. Controller moet eigen rol en positie herdefiniëren. De Graaf, van der Wal, Finance & Control, april (artikel) Kwaliteit financiële administratie naar hoger niveau. Gadellaa, van der Wal, Tijdschrift Administratie, nummer 5, mei (artikel) Financiële Functie Volwassenheidsmatrix. De financiële functie de maat genomen. Roeters, van der Wal, in Excellent Presteren, Visie op betere bedrijfsvoering, Algera (redactie), KPMG, Amstelveen
Mevrouw A.J. Lely Mevrouw Lely is ingezet als studentlid. Zij volgt in deeltijd de hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie en in voltijd de hbo-bacheloropleiding Vastgoed & Makelaardij bij Hanzehogeschool Groningen. Tevens is mevrouw Lely lid van het PR-team Vastgoed & Makelaardij, klassenvertegenwoordiger en lid van het studentpanel. Daarnaast geeft zij bijles bedrijfseconomie en algemene economie. Mevrouw Lely is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is mevrouw Lely aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2013 – heden 2011 – heden 2008 – 2009 2001 – 2008
Bedrijfseconomie (deeltijd) - Hanzehogeschool, Groningen Vastgoed & Makelaardij (voltijd) - Hanzehogeschool, Groningen Hotel- en eventmanagement (voortijdig gestopt) - Hogeschool Tio, Utrecht Havo - Koning Willemina College, Culemborg
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
37/47
Werkervaring: 2012 – heden Flexpool horeca - Young Uitzendbureau, Roden 2012 Flexpool horeca - ABG Pro-Equipe, Groningen 2011 – 2011 Ambulant Food & Beverage medewerkster - Crowne Plaza Hotel Amsterdam Schiphol Airport, Hoofddorp 2009 – 2011 Ambulant Food & Beverage medewerkster - Sheraton Hotel & Conference Center te Schiphol Airport 2009 – 2009 Banqueting Trainee - Sheraton Hotel & Conference Center te Schiphol Airport 2007 – 2008 Verkoopmedewerkster - Zara Nederland B.V., ’s-Hertogenbosch 2007 – 2007 Receptioniste - Smartpoint B.V., Geldermalsen Overig: 2013 – heden Bijles bedrijfseconomie en algemene economie - Studievereniging Villa ’96 i.s.m. Hanzehogeschool, Groningen 2012 – heden PR Team Vastgoed & Makelaardij - Hanzehogeschool, Groningen 2011 – heden Klassenvertegenwoordiger en lid studentenpanel - Hanzehogeschool, Groningen 2009 – heden Organisatie jaarlijks charity-event - Lions Club International, Waddinxveen-Boskoop 2008 – 2010 Voorlichter - Interlanguage, Rotterdam 2008 Cursus Frans, niveau Delf B1 - Language Studies Canada, te Montréal, Québec, Canada 2005 – 2007 Leerling-mentoraat - Koningin Wilhelmina College, Culemborg
Mevrouw drs. P. Göbel Mevrouw Göbel is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft meer dan tien jaar ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. Ze heeft bij Lloyd’s auditcursussen gevolgd. Verder heeft zij twintig jaar ervaring met ontwikkelen van onderwijsprogramma’s, lesgeven en beoordelen van studenten en met management in het hoger beroepsonderwijs in uiteenlopende sectoren. Mevrouw Göbel heeft in het najaar van 2010 deelgenomen aan de training van de NVAO en de intervisie in 2012. Zij is gecertificeerd secretaris. Opleiding: 1976 – 1979 1971 – 1976 Werkervaring: 2005 – heden 2004 – heden 2000 – 2004 1997 – 2000 1994 – 1997 1993 – 1995
Rijksuniversiteit Utrecht, Nederlandse taal- en letterkunde Tweedegraads lerarenopleiding: Nederlands en Engels
1980 – 1993
secretaris en adviseur Raeflex senior auditor en adviseur NQA Medewerker kwaliteitszorg bij de HBO-raad Projectleider bij de afdeling Onderwijszaken van de Saxion Hogeschool Enschede Directeur van het instituut Welzijn en Arbeid bij de Saxion Hogeschool Enschede Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sectoren Welzijn en Arbeid, Lerarenopleiding Basisonderwijs en Conservatorium Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede Docent taalbeheersing bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede
Overig: 2006 – 2011
lid hoofdbestuur VVAO
1987 – 1993
38/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Bijlage 4: Bezoekprogramma
Maandag en dinsdag 24 en 25 februari 2014 Tijdstip Maandag 24 februari 15.00
Programmaonderdeel Voorbereiding met panel HF 105 Ontvangst en kennismaking
Deelnemers
15.00- 15.30 uur
Materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal - Alle door NQA geselecteerde scripties
15.30-16.00 uur
Spreekuur
Panel
16.00 uur
Rondleiding panel
Door Birgit Cardinaals (coördinator BE) en Lia Geerts (projectleider accreditatie BE)
16.00- 17.30 uur
Materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal - Alle door NQA geselecteerde scripties
15.00- 15.30 uur
17.30 -18.15 uur
Avondmaaltijd
Panel
18.15- 21.00 uur
Materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal - Alle door NQA geselecteerde scripties
Panel
Panel
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
39/47
S.v.p. een half uur vóór het programma onderdeel aanwezig zijn! Tijdstip Dinsdag 25 februari
Programmaonderdeel Deelnemers Ontvangst studenten en docenten in ruimte HD103 Gesprekken met panel HF 105
8.30 uur – 9.15
Blok Inhoud II: afstudeerfase alumni van drie van de vier door de opleiding geselecteerde afstudeerproducten en één van de elf door de NQA geselecteerde afstudeerproducten
Alumni vd door Avans geselecteerde afstudeerproducten: • Ed van der Jagt (alumnus) (4-7-2013) • Silvia van Laerhoven (alumnus)(27-2-2013) • Mario Bemelen (alumnus) (6-7-2012) (Alumnus vd door de NQA geselecteerde afstudeerproducten) • Lucque Schmeitz (alumnus) (4-7-2013)
9.30 – 10.15 uur
1e gesprek met opleidingsmanagement
• • • •
J.C.M.(Jan) van Wijk MM MPS (directeur) B.P. (Birgit) Cardinaals bc (opleidingscoördinator) E. (Emese) Albert bc (kwaliteitscoördinator) C.A.M. Geerts Msc (projectleider accreditatie)
10.15 – 11.00 uur
Materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal - Alle door NQA geselecteerde scripties
Panel
11.00 – 11.45 uur
Blok Inhoud III: studenten voormalige propedeuse en huidige hoofdfase
Jaar 2 • Leon Ewals (gymnasium) • Suzanne Exalto (5-VWO, 21+ toets) • Denise van der List (HAVO, MBO4) Jaar 3 • Hans den Haan (HAVO, MBO4) • Bas Vroegop (HAVO) Jaar 4 • Gideon de Jong (MBO4) • Astrid Nijs (MBO4) • Mireille Hagenaars (MBO4) • Anne van Uden (MBO4)
11.45 – 12.45 uur
Lunchpauze + overleg / extra bestuderen materiaal
Panel
12.45 – 13.30 uur
Blok Inhoud I: afstuderen Afstudeerbegeleiders en examinatoren van drie van de vier door de opleiding geselecteerde afstudeerproducten en één van de elf door de NQA
• • • •
40/47
• •
Mr. M. (Michiel)van Eeken (MB2) A. (Ad) Verhelst AA (ITV) M.A.(Michel) van Dijk bc (KNO, GOV) P.C.J. (Patrick) Paymans RA (ANI BEC2, VTW EV) Drs. J.H. (Jean)Gieskens AC CCM QT(VTW fin, RCM 1, RCM 2) Drs. M.F.M. (Mandy) Verhoeven RA (ITV)
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
geselecteerde afstudeerproducten
• • •
13.45 – 14.30 uur
Blok Borging Examencie, toetscie, curriculumcie, Opleidingsadviesraad, opleidingscommissie
• • •
• • •
14.45 – 15.30 uur
Gesprek met docententeam
•
• • •
Mr. M.A.E.C. (Mirjam)Peeters RA (ANI BAD2, BAD 1,BL1,) Drs.C.M.M.(Karin) van Geloven (GOV) H.(Harold) Gosler RA (ANI BAD 2, MB2, BAD1) Mr. A.A.M. (Ad)van Zundert (voorzitter examencommissie, PV1 H. (Harold) Gosler RA (toetscommissie , ANI BAD 2, MB2, BAD1) Drs. J.H. (Jean) Gieskens AC CCM QT(curriculumcie , VTW fin, RCM 1, RCM 2) A.(Ad) Verhelst AA ( curriculumcie, ITV) Drs. RA. E. (Erik) Biemans (opleidingsadviesraad) Drs. G. (Ger) Sanders (opleidingscommissie) Ing. J.A.B. (Hans)Van Straaten MBA (kerndocent en portfoliobegeleider, COV, KNO) Mr.F.(Femke) Kielstra (toetscommissie, PV1) P.C.J.(Patrick) Paymans RA (kerndocent, (ANI BEC2, VTW EV) Drs.C.A.(Karin) Meijer (docent.RCM1, RCM2 )
15.45 – 16.30 uur
Onderzoeksdocenten
• •
16.30 – 17.15 uur
Tussentijdse versnapering + beoordelingsoverleg Panel
Panel
17.15 – 18.00 uur
2 gesprek • opleidingsmanagement, inclusief • afronding • •
e
Jean Gieskens Theo Bosters
J.C.M. (Jan)van Wijk MM MPS (directeur) B.P. (Birgit) Cardinaals bc (opleidingscoördinator) E. (Emese) Albert bc (kwaliteitscoördinator) C.A.M. Geerts MSc (projectleider accreditatie)
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
41/47
42/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Bijlage 5: Bestudeerde documenten Documenten beschikbaar via de Portal NQA Afstudeerwerken (11 NQA-geselecteerd en 4 Avans geselecteerd) Body of Knowledge and Skills, sector HEO economics,2008 Docentenoverzichtslijst BE, ADT Domeincompetenties Bachelor of Economics, 2005 Draaiboek afstudeeropdracht, ADT, 2012- 2013 Landelijk Opleidingsprofiel BE, LOOBE, 2010 Literatuurlijst bedrijfseconomie, collegejaar 2012-2013 Matrix competenties vs opleidingsontwerp Matrix dublindescriptoren vs opleidingsontwerp Onderwijs- en examenreglement BE, 2012- 2013 Opleidingskader bedrijfseconomie, 2012-2013 Overzicht afstudeerwerken bedrijfseconomie, bachelors, 2011-2012 en 2012-2013 Rol en taken examencommissie Studiegids ADT, bedrijfseconomie, 2012-2013 Studiegids ADT, algemeen, 2012-2013 Toetsbeleidsplan, ADT, 2012 Documenten ter inzage tijdens visitatie Beleidskader voor bachelor en Ad programma’s, Avans, 2012 Comparative Research Bedrijfseconomie and Equivalent Programmes in 9 different countries (2012) Controleformulieren toetsen, ADT Curricula Vitae docenten, ADT Docentenwegwijzer, ADT, 2012- 2013 Enquêtes: Hbo-monitor 2010, 2011 en 2012 NSE-enquêtes 2010, 2011 en 2012 Alumni enquête afstudeercohorten 2009 t/m 2011 Student enquêtes per kwartaal Formulier aanvraag goedkeuring werkervaring BE-Bachelor, ADT, 2012 Hippocampus, ADT/Avans, 2013 Informatie Programma Deeltijdopleidingen AC-BE, ad en bachelor, ADT, 2012- 2013 Kaderregeling voor Examencommissies, Avans, 2012 Kaderregeling voor Opleidingscommissies, Avans, 2012 Kaderstellend beleid voor het opleidingsspecifiek studentenstatuut I, Handreiking OER 13- 14 Kaderstellend beleid voor het opleidingsspecifiek studentenstatuut II, Format OER 13- 14 Kansrijk in Deeltijd, ADT, 2012 Kwaliteitsplan, ADT, 2013- 2014 (deel I, II en III) Lesmateriaal: Module- en themabeschrijvingen Literatuur Sheets Tentamens Cijferlijsten Evaluaties
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
43/47
Logboek afstudeeropdracht, ADT, 2012- 2013 Materiaal docententrainingen Meerjarenbeleidsplan Wederkerig Investeren, Avans, 2007- 2011 Meerjarenbeleidsplan, achtergrond document, Avans, 2007- 2011 Meerjarenbeleidsplan, realisatieplan, Avans, 2007- 2011 Meerjarenbeleidsplan Met Passie en Betrokkenheid, Avans, 2011- 2014 Minorgids, ADT, 2012-2013 Onderzoeksmodellen, ADT PowerPointpresentatie, 2012 Onderwijsbeleidsplan, ADT, 2012 Onderwijsvisie, ADT 2013 Onderwijsvisie, Avans, 2007 Onderwijsvisie, Avans, 2013 Overzicht functies en bedrijven studenten BE Personeelsbeleidsplan, ADT, 2012 Student-docent ratio BE, 12-13 Toetsvormen en academiebrede richtlijnen, ADT 2012 Uitval te lijf, ADT, 2012 Verslagen Curriculumcommissie Verslagen Examencommissie Verslagen Onderwijsadviesraad Verslagen Academieoverleg
44/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken
Hieronder een overzicht van de studenten van wie het panel de afstudeerwerken heeft bestudeerd. Conform de regels van de NVAO zijn alleen de studentnummers opgenomen. 2005898 2026499 2035175 2033606 1081563 2006097 2032873 2022598 1119335 2019301 1095271 2023433 2035721 2020045 2024480 2023230 2036768 1097523 2034641 2035064
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
45/47
46/47
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA – Avans Hogeschool: Bedrijfseconomie Deeltijd Breda – BOB
47/47