ANWB pensioenregeling A toegelicht. Inleiding De ANWB kent een aantal pensioenregelingen. Pensioenregeling A geldt voor medewerkers die vóór 1 januari 2000 in dienst zijn getreden en zijn geboren vóór 1 januari 1951. Die regeling is ingevoerd per 1 januari 2000. Pensioen is geen kwestie van later. Immers tijdens je actieve werkzame periode bouw je de rechten voor later op. Daarom is het belangrijk dat je goed op de hoogte bent van de pensioenregeling. Het pensioen is er ook niet alleen voor je oude dag, maar ook voor je nabestaanden, wanneer je onverhoopt komt te overlijden. Ook in andere situaties is het goed te weten hoe het zit met je pensioen, bijvoorbeeld als je van baan verandert, gaat trouwen of samenwonen of een levensverzekering wilt afsluiten. Naast het pensioen dat je in deze regeling opbouwt wordt er ook een overheidspensioen opgebouwd: de AOW. In de reglementen van het pensioenfonds is precies en in juridische formuleringen vastgelegd wat je rechten en plichten zijn als deelnemer aan de pensioenregeling. Dit komt de leesbaarheid niet ten goede. Daarom is deze toelichting gemaakt waarin aan de hand van vragen en antwoorden beschreven wordt wat de pensioenregeling A inhoudt en wat dit voor je betekent. Dit houdt tegelijk in dat niet op alle details van de regeling kan worden ingaan. Daarnaast wordt veel aanvullende informatie via de website
[email protected] verstrekt. Hiervoor heb je ook een persoonlijke inlogcode ontvangen waarmee je toegang krijgt tot je persoonlijke pensioensituatie. Let wel, je kunt alleen aan de bepalingen van het pensioenreglement rechten ontlenen. Het pensioenfonds 1. Wat doet het pensioenfonds ANWB voor mij? In de eerste plaats spaar je bij het pensioenfonds voor een pensioenuitkering voor na je 65ste. Deze uitkering, die je levenslang blijft houden, komt bovenop de AOW-uitkering die je van de overheid krijgt. Daarnaast biedt de pensioenregeling zekerheid voor je gezinsleden. Als je komt te overlijden, dan heeft degene met wie je getrouwd bent (of een geregistreerd partnerschap hebt) recht op nabestaandenpensioen. Onder bepaalde voorwaarden geldt dat ook voor de partner met wie je ongehuwd samenwoont. Je minderjarige of studerende kinderen hebben recht op wezenpensioen. 2. Wat zijn de voorwaarden om mee te doen aan deze pensioenregeling? Je bent deelnemer als je bent geboren voor 1 januari 1951 en met de ANWB een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebt gesloten die is ingegaan vóór 1 januari 2000. Als je niet getrouwd bent en geen geregistreerd partnerschap hebt, maar wel samenwoont, dan kan ook je partner in aanmerking komen voor nabestaandenpensioen. Daarvoor moet wel aan een aantal spelregels worden voldaan (zie vraag 20). 3. Wie bestuurt en controleert het pensioenfonds? Het pensioenfonds van de ANWB is een stichting met een bestuur en een deelnemersraad. Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit zes leden. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en een bestuurslid worden benoemd door de werkgever. De drie andere bestuursleden worden benoemd door de deelnemersraad. Het bestuur heeft als belangrijkste taak ervoor te zorgen dat de pensioengelden goed worden beheerd. De premies moeten worden geïnd en de pensioenen tijdig uitbetaald. Verder moet het bestuur zorgen voor een goede belegging van de pensioengelden. In het jaarverslag van het Pensioenfonds ANWB is informatie opgenomen over de beleggingsactiviteiten. Het Pensioenfonds ANWB moet zich, net als alle andere pensioenfondsen in Nederland, houden aan de bepalingen in de Pensioenwet. Een onafhankelijke instantie, De Nederlandse Bank, ziet erop toe dat dit gebeurt en controleert ook of de pensioengelden op een goede manier worden beheerd. Een onafhankelijke actuaris (verzekeringswiskundige) controleert of het pensioenfonds voldoende middelen heeft om aan de verplichtingen te voldoen. Hij voert daartoe actuariële berekeningen uit waarin allerlei toekomstige ontwikkelingen zijn opgenomen. Een onafhankelijke accountant controleert de jaarstukken.
21-7-2010
1
4. Hoeveel ANWB-(pré)pensioen krijg ik als ik met (pré)pensoen ga? prépensioen Deelnemers welke in 1950 geboren zijn hebben recht op een prépensioen dat ingaat op de eerste dag van de maand bij het bereiken van de 61 jarige leeftijd dan wel op de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van een 40 jarig dienstverband. Het jaarlijkse prepensioen bedraagt 80% van het per 31 december 2005 vastgestelde pensioensalaris en wordt tot aan het ingaan van het prépensioen verhoogd op basis van de loonontwikkeling bij de ANWB. Het prépensioen gaat in op de prépensioendatum en wordt uitgekeerd tot de eerste dag van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt, doch uiterlijk tot en met de laatste dag van de maand waarin de rechthebbende op prépensioen overlijdt. De ingangsdatum van het prépensioen kan niet worden uitgesteld of in deeltijd worden verkregen. Tijdens de prépensioenperiode gaat de pensioenopbouw gewoon door en de deelnemer draagt daar ook zijn pensioenpremie over af. Daardoor heb je na je pensionering op 65 jarige leeftijd recht op evenveel pensioen als wanneer je tot je 65ste was blijven werken. Pensioen Dat hangt af van de hoogte van je salaris voor je met pensioen gaat en van het aantal jaren dat je aan de ANWB-pensioenregeling hebt deelgenomen. De bedoeling van de pensioenregeling is dat je inkomen na pensionering (AOW plus ANWB-pensioen) 70% bedraagt van je laatstverdiende bruto salaris. Om die 70% te halen moet je 40 jaar deelnemen aan de pensioenregeling. Per jaar is dan 1,75% opgebouwd. Als je op je 65ste minder dan 40 jaar hebt deelgenomen, dan krijg je voor elk jaar korter ook 1,75% minder pensioen. Onder salaris wordt verstaan het bruto jaarsalaris inclusief vakantietoeslag. Voor de geüniformeerde wegenwacht wordt ook een deel van de onregelmatigheidstoeslag meegeteld. Het pensioen wordt als volgt berekend: Over de eerste € 22.488,- (vastgesteld per 1 jan. 2010) van je salaris bouw je geen pensioen op, omdat je over dat deel te zijner tijd AOW ontvangt. Dat deel wordt de franchise ofwel AOW-inbouw genoemd. Over de rest van je salaris, de zogenaamde pensioengrondslag, bouw je wel pensioenrechten op: ieder deelnemingsjaar geeft recht op 1,75% van je pensioengrondslag. Na 10 jaar heb je een pensioen ter grootte van 17,5% van je pensioengrondslag, na 20 jaar 35% en na 40 jaar 70%. (Als je vóór 1 april 1998 in functiegroep 1 tot en met 5 zat en daarna niet bent overgegaan naar een hogere functie, dan bouw je 1,85% of 1,95% van je pensioengrondslag per jaar op.) Het maximum haal je na 40 deelnemingsjaren. Je hebt dan een volledig pensioen, wat betekent dat je na je 65ste van het pensioenfonds ANWB jaarlijks 70% van je pensioengrondslag ontvangt. Het pensioen over de eerste € 22.488,- van je salaris krijg je in de vorm van een AOW-uitkering voor gehuwden. Dit overheidspensioen bedraagt overigens in werkelijkheid nooit precies 70% van € 22.488,omdat de uitkering niet voor iedereen gelijk is. Het maakt uit of je gehuwd bent of niet en welk inkomen je partner heeft zolang die nog geen 65 jaar is. In totaal kom je zo aan een pensioen dat ongeveer 70% van je laatstverdiende salaris bedraagt. Uiteraard zijn deze gegevens ontleend aan de huidige situatie. Het aantrekkelijke aan deze regeling is dat alleen je eindsalaris telt voor de hoogte van je pensioen, ook al verdien je bij je vertrek vijf keer zo veel als toen je in dienst trad. Telkens als je meer gaat verdienen gaan al je pensioenrechten mee omhoog. Noch jij noch het Pensioenfonds ANWB kunnen nu al berekenen hoeveel pensioen je krijgt als je over, laten we zeggen, tien jaar met pensioen gaat. Dat hangt immers af van zaken die nog niet bekend zijn, met name de hoogte van je eindsalaris. Wel ontvang je ieder jaar van het pensioenfonds een pensioenoverzicht, waarop onder meer staat aangegeven welke aanspraken je al hebt opgebouwd en op hoeveel je zal uitkomen als je tot je 65e bij de ANWB in dienst blijft met een gelijkblijvende pensioengrondslag. Meer daarover lees je bij vraag 37.
21-7-2010
2
Voorbeeld: In dit voorbeeld zie je naast elkaar hoe hoog het totale bruto pensioeninkomen is in drie verschillende deelnemersperioden. Laatste bruto jaarsalaris
€ 40.000
Af: AOW-franchise
€ 22.488
Pensioengrondslag
€ 17.512
Aantal deelnemersjaren
40 jaar
20 jaar
10 jaar
AOW (incl. partner)
€ 17.588
€ 17.588
€ 17.588
ANWB-pensioen
€ 12.258
€ 6.129
€ 3.065
Totaal inkomen
€ 29.846
€ 23.717
€ 20.653
Je moet hierbij bedenken dat je na je pensioen minder belasting hoeft te betalen. Netto hebben veel mensen daardoor na hun pensionering tussen 80% en 90% van het vroegere inkomen. (zie ook vraag 5). 5. Hoeveel belasting en premies moet ik betalen over mijn pensioenuitkering? Na je pensioen ga je minder aan belasting en premies afdragen dan je als werkende gewend was. Een deel van de sociale-verzekeringspremies komt namelijk te vervallen. Het komt erop neer dat je over de eerste € 32.738,- (cijfer 2010) van je belastbare som 17,9% minder hoeft af te dragen. Alles boven € 32.738,- valt wel in het schijventarief van 42% of 52%. Voor je besteedbaar inkomen na je pensionering heeft dit gunstige gevolgen. De bruto inkomensachteruitgang wordt voor een deel gecompenseerd door de lagere premiedruk. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekering wordt 4,95% (cijfer 2010) ingehouden over maximaal € 33.189. De belasting en premies worden al op je pensioenuitkering ingehouden. Je krijgt op je rekening dus een netto bedrag bijgeschreven. 6. Is mijn pensioen beschermd tegen inflatie? Het ANWB pensioenfonds kent een voorwaardelijke indexering en er is geen recht op indexatie. In het officiële reglement staat precies beschreven onder welke voorwaarden indexatie wordt verleend. Als ANWB-werknemers prijscompensatie krijgen werkt dat door in de pensioenopbouw. De prijsindexatie voor ingegane- en premievrije pensioenen is voorwaardelijk en afhankelijk van de financiële positie van het fonds. 7. Is de hoogte van mijn AOW afhankelijk van mijn ANWB-pensioen? Nee, je pensioen van de ANWB en je eventuele vermogen zijn niet van invloed op de hoogte van de AOW die je krijgt. In 2010 bedraagt de AOW € 732,84 bruto per maand als je getrouwd bent of samenwoont met een andere AOW-gerechtigde, die dan maandelijks hetzelfde bedrag ontvangt. Als je partner jonger is dan 65 jaar, dan bedraagt je gezamenlijke AOW tussen € 732,84 en € 1431,42 bruto per maand, afhankelijk van het inkomen van je partner. Als je ongehuwd bent krijg je € 1052,23 AOW bruto per maand. Daarbovenop krijg je een keer per jaar vakantietoeslag. Bij de Sociale Verzekeringsbank kan je een brochure aanvragen waarin je kunt lezen wat de actuele AOW-bedragen zijn en hoe de AOW wordt berekend. 8. Wanneer is het verstandig zelf bij te sparen voor je pensioen? In Nederland gaat men ervan uit dat een pensioeninkomen van 70% van het laatstverdiende bruto jaarsalaris voldoende is voor een financieel onbezorgde oude dag. In de ANWB-pensioenregeling bereik je die 70% als je 40 jaar deelneemt aan de pensioenregeling. Het is echter mogelijk dat je die 70% niet zult halen. Je hebt dan een zogenaamd pensioentekort. Dat is uiteraard een relatief begrip. Het gaat bij je pensioeninkomen namelijk niet alleen om het percentage, maar ook om het basisbedrag: 50% van een eindsalaris van € 40.000,- is nog altijd meer dan 70% van € 25.000,-. Als je een pensioentekort hebt wil
21-7-2010
3
dat alleen zeggen dat je na je pensionering een bruto-inkomen hebt dat minder dan 70% bedraagt van wat je daarvoor gewend was. Of dat in jouw geval te weinig is, hangt van je financiële situatie af. Een pensioentekort kan zich voordoen in de volgende situaties: • Je spaart minder dan 40 jaar voor je pensioen, bijvoorbeeld doordat je later bent begonnen met werken, of doordat je een aantal jaren gewerkt hebt bij een bedrijf zonder pensioenregeling. • Je hebt een pensioenbreuk opgelopen doordat je van werkgever bent veranderd. Meer hierover lees je bij de vragen 24, 26 en 28. • Je relatie is beëindigd en je ex-partner heeft recht op het popgebouwde pensioen gedurende de relatie. • Je leeft (al dan niet in huwelijksverband) met een partner die ook pensioen opbouwt. Het pensioentekort dat dan ontstaat is te wijten aan het feit dat zowel je pensioenfonds als dat van je partner er bij berekening van de pensioenrechten van uitgaat dat de deelnemer na zijn pensionering in aanmerking komt voor de AOW voor een echtpaar. Die AOW wordt echter maar één keer daadwerkelijk uitgekeerd. Hier zie je wat het resultaat kan zijn bij twee partners die allebei een volledig pensioen hebben opgebouwd: • • •
Partner 1 heeft 40 jaar gewerkt en gaat met pensioen bij een eindsalaris van € 30.000,-. De pensioengrondslag bedraagt € 7.512,- omdat net als bij vraag 4 van € 22.488,- AOW-franchise is uitgegaan. Het pensioen bedraagt € 5.258,- per jaar ofwel 70% van de pensioengrondslag. Partner 2 gaat tegelijkertijd met pensioen. Het laatst salaris bedraagt € 35.000,- en ook hier is sprake van een volledig pensioen, ofwel € 8.758,- per jaar. Het gezamenlijk inkomen na pensionering bedraagt dan:
AOW (bedrag 2010)
€ 17.588
Pensioen partner 1
€ 5.258
Pensioen partner 2
€ 8.758
Totaal bruto
€ 31.604
Het gezamenlijke inkomen voor pensionering bedroeg bruto € 65.000,-. Het totale gezamenlijke pensioen is lager dan 70% van het gezamenlijke inkomen voor pensionering. Als je denkt dat je pensioen te laag wordt, kan je daar iets aan doen door zelf bij te sparen. Daarover gaat de volgende vraag. 9. Wat kan ik zelf doen om een pensioentekort aan te vullen? Sparen. Je kunt zelfstandig sparen, maar je kunt ook sparen via een verzekeraar of via de ANWB. Je hebt de volgende mogelijkheden: Je stort een koopsom bij een verzekeraar In 2000 waren lijfrentepremies tot een bedrag van ruim € 2.700,- per persoon fiscaal zonder meer aftrekbaar. Als je een aantoonbaar pensioentekort had, kon je in aanmerking komen voor een hoger aftrekbaar bedrag. Misschien heb je een of meer keer van deze mogelijkheden gebruik gemaakt. In dat geval lopen er polissen die een aanvulling betekenen op je ANWB-pensioen. Het bedrag dat je hebt gestort, wordt belegd en wanneer je met pensioen gaat wordt het gespaarde kapitaal omgezet in een levenslange jaarlijkse uitkering, de zogenaamde lijfrente. Vanaf 1 januari 2003 geldt de nieuwe belastingwetgeving. De basislijfrentepremie die per persoon mocht worden afgetrokken is afgeschaft. Daarvoor geldt nu nog slechts de zogenaamde jaarruimte. De belastingdienst heeft een rekenprogramma ontwikkeld waarmee belastingplichtigen kunnen vaststellen welk pensioentekort er is en welke jaarruimte voor aftrek van een lijfrentepremie daar bij hoort. Je kunt de gelden uit de spaarloonregeling gebruiken voor het storten van een koopsom, maar meer storten mag ook. De uitkeringen zijn te zijner tijd belast. De ANWB heeft voor haar personeel een
21-7-2010
4
collectief lijfrentecontract gesloten. Door gebruik te maken van dit collectief contract zou je in principe voordeliger uit moeten zijn. Maar het kan uiteraard geen kwaad verschillende aanbiedingen met elkaar te vergelijken. Je hebt gebruik gemaakt van de regeling voor vijftigjarigen Als je op je 50ste verjaardag minder dan 25 deelnemingsjaren bij het Pensioenfonds ANWB had staan, dan kon je de 40 jaren die nodig zijn voor een volledig pensioen niet meer halen. In dat geval heb je in het verleden gebruik kunnen maken van de regeling voor vijftigjarigen: Je kon op je 50ste de helft van het aantal jaren dat je te kort komt tussen je 50ste en 65ste inkopen voor ½ % van de pensioengrondslag per ingekocht jaar. Het maximum aantal extra deelnemingsjaren dat je zo hebt kunnen inkopen is 7½ jaar. De deelnemers aan pensioenregeling A zijn allemaal geboren vóór 1 januari 1951. Het laatste jaar waarin gebruik gemaakt kon worden van deze regeling was dus 2000. Verdere aanvullingen op je pensioen Tenslotte bieden veel banken en verzekeraars spaarproducten aan onder namen als spaarpolis, spaarverzekering of kapitaalverzekering. Deze spaarvormen bieden vaak de mogelijkheid belastingvrij bij elkaar te sparen. Voor actuele gegevens raadpleeg je de belastingdienst. Je stortingen zijn niet aftrekbaar, maar de rente en de slotuitkering zijn onbelast. Het bezit van een (aflossingsvrij) eigen huis kan evenzo een goede aanvulling op je pensioen zijn, 10. Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik in de VUT of prépensioen ga? De opbouw van je pensioen gaat gewoon door als je in de VUT bent of van de prépensioenregeling gebruik maakt. Je blijft ook je eigen bijdrage betalen. Daardoor heb je na je pensionering recht op evenveel pensioen als wanneer je tot je 65ste was blijven werken. 11. Ik word binnenkort 65. Hoe vraag ik mijn pensioen aan? Als je nog bij de ANWB in actieve dienst bent, dan hoef je niets te doen. Het pensioenfonds neemt vanzelf contact met je op. Werk je niet meer bij de ANWB of ben je met de VUT gegaan, dan krijg je ongeveer vier maanden voor je 65ste verjaardag bericht van Nationale Nederlanden, de uitvoerder van ANWB-pensioenregeling. Is dat niet gebeurd, dan kan je het beste zelf even contact opnemen met het pensioenfonds van de ANWB. Aanvraagformulieren voor de AOW ontvang je automatisch. Als je die zo’n drie maanden voor je 65ste verjaardag nog steeds niet ontvangen hebt, dan is het verstandig zelf contact op te nemen met de Sociale Verzekeringsbank. Als je wilt weten of je misschien in een ver verleden nog ergens anders pensioen hebt opgebouwd, dan kan je dat navragen middels www.vergetenpensioenen.nl.
Nabestaandenregeling 12. Wanneer komt mijn partner in aanmerking voor nabestaandenpensioen? Als je komt te overlijden heeft je partner recht op een nabestaandenpensioen, ongeacht of je gehuwd bent, een geregistreerd partnerschap hebt of ongehuwd samenwonend bent. In het laatste geval moet je je partner wel hebben aangemeld bij het pensioenfonds, met een kopie van een samenlevingscontract. Ook moet de gemeenschappelijke huishouding minstens zes maanden hebben geduurd. Het is mogelijk dat jij en je partner bij je pensionering afstand doen van het nabestaandenpensioen in ruil voor een hoger ouderdomspensioen. Dan vervalt het recht op nabestaandenpensioen natuurlijk. Zie hiervoor vraag 14. Let wel: als je partnerschap pas ontstaan is nadat je al met pensioen bent gegaan, dan heeft je partner geen recht op nabestaandenpensioen. 13. Hoeveel nabestaandenpensioen krijgt mijn man of vrouw als ik overlijd? Er zijn verschillende mogelijkheden:
21-7-2010
5
Je overlijdt na je pensionering Indien geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid het nabestaandenpensioen in te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen dan ontvangt je weduwe, weduwnaar of partner tot zijn of haar overlijden (dus ook als hij of zij in de tussentijd hertrouwt of gaat samenwonen) een pensioen dat 80% bedraagt van het bedrag dat je zelf aan ouderdomspensioen ontving. Je overlijdt terwijl je werkt bij de ANWB Het pensioenfonds rekent uit hoeveel ouderdomspensioen je gekregen zou hebben als je tot je 65ste met een gelijkblijvende pensioengrondslag bij de ANWB was blijven werken. Je weduwe of weduwnaar krijgt dan 80% van dat bedrag tot hij of zij zelf overlijdt. Daarnaast ontvangt je nabestaande van de ANWB een eenmalige belastingvrije uitkering van drie maal het laatste bruto maandsalaris. Je overlijdt vóór je 65ste, maar je werkt niet meer bij de ANWB Je nabestaande ontvangt, tot zijn of haar overlijden, een pensioen dat 80% bedraagt van het ouderdomspensioen dat je tot je ontslagdatum heeft opgebouwd. Dit geldt natuurlijk niet als je pensioenrechten hebt meegenomen naar het pensioenfonds van een volgende werkgever. De uitkering is lager als je meer dan 10 jaar ouder bent dan je partner en je huwelijk of partnerschap minder dan vijf jaar heeft geduurd. Er zal dan een korting op de uikering plaatsvinden. Daarover gaat vraag 21. In sommige gevallen krijgt je nabestaande ook nog een Anw-uitkering van de overheid. Je nabestaande moet dan geboren zijn vóór 1 januari 1950 of er moet een kind jonger dan 18 jaar zijn. Ook bij arbeidsongeschiktheid kan een Anw-uitkering gegeven worden. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het inkomen dat je nabestaande heeft. Hoe hoger het inkomen is, hoe lager de uitkering. Bij een inkomen van ongeveer € 2.100,- per maand wordt geen Anw-uitkering meer gegeven. Je weet dus niet altijd van tevoren of en hoelang je nabestaande een Anw-uitkering zal krijgen. De ANWB biedt je dan ook de mogelijkheid om via het pensioenfonds een aanvullende verzekering af te sluiten. De premie komt voor je eigen rekening. Voor meer informatie raadpleeg het pensioenfonds. 14. Afstand doen van het nabestaandenpensioen: Je kunt op de pensioendatum geheel of gedeeltelijk afstand doen van het nabestaandenpensioen. In ruil daarvoor krijg je een hoger ouderdomspensioen. Voorwaarde hiervoor is wel dat je partner schriftelijk verklaart hiermee akkoord te gaan. In onderstaande tabel zie je met hoeveel procent het ouderdomspensioen wordt verhoogd bij verschillende gedeeltes nabestaandenpensioen die worden behouden. Nabestaandenpensioen als % van het verhoogde ouderdomspensioen
Verhogingspercentage ouderdomspensioen
80%
0%
64%
5%
48%
10%
32%
15%
16%
20%
0%
25%
Voor het gemak rekenen wij even met een ouderdomspensioen van € 100,- per jaar en een nabestaandenpensioen van € 80,- per jaar. Daarvoor in de plaats kan gekozen worden voor € 125,ouderdomspensioen, maar dan is er geen nabestaandenpensioen meer verzekerd. Iets er tussenin kan ook, bijvoorbeeld € 110,- ouderdomspensioen met 48% van € 110,- ofwel € 52,80 nabestaandenpensioen.
21-7-2010
6
15. Hoeveel pensioen krijgen mijn kinderen als ik overlijd? Je kinderen tot 18 jaar (en studerende kinderen tot 27 jaar) krijgen als je overlijdt wezenpensioen. Per kind per jaar bedraagt dat 1/12e deel van je laatste pensioensalaris (bruto jaarsalaris inclusief vakantiegeld). Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de kinderen beide ouders verliezen. 16. Is het nabestaandenpensioen beschermd tegen inflatie? De pensioenrechten van weduwen, weduwnaars, partners en wezen volgen, indien en voor zover de middelen van het pensioenfonds dit toelaten, de prijscompensatie zoals deze geldt voor gepensioneerden. 17. Houdt een weduwe, weduwnaar of partner bij hertrouwen of samenwonen recht op nabestaandenpensioen? De nabestaandenuitkering loopt door tot de rechthebbende zelf overlijdt. Een eventuele overheidsuitkering krachtens de Anw vervalt wel bij hertrouwen of samenwonen. 18. Wat gebeurt er met het nabestaandenpensioen als je gaat scheiden? Voor je kinderen maakt dat geen verschil, voor je ex-partner wel. Na je scheiding bouw je namelijk wel door aan je eigen pensioen, maar de opbouw van het nabestaandenpensioen voor je ex-partner wordt stopgezet. Je ex houdt wel recht op de nabestaandenrechten die tot op het moment van scheiding waren opgebouwd. Voor een overheidsuitkering krachtens de Anw komt je ex-echtgenoot of exechtgenote alleen in aanmerking als hij of zij aan een aantal voorwaarden voldoet. Meer informatie daarover kan je krijgen bij de Sociale Verzekeringsbank. De gevolgen van echtscheiding voor het ouderdomspensioen worden behandeld bij vraag 30. 19. Hoe werkt de nabestaandenregeling als je meer dan één keer getrouwd bent? Als je partner overlijdt en je trouwt vóór je 65ste opnieuw, dan heeft je tweede vrouw of man na je overlijden recht op het volledige nabestaandenpensioen. Als je na een scheiding opnieuw trouwt of een geregistreerde partnerschap aangaat, dan moeten je eerste partner en je tweede partner de nabestaandenuitkering delen. Je eerste partner heeft recht op het nabestaandenpensioen dat tot aan de datum van scheiding is opgebouwd. Je tweede partner heeft recht op de rest. 20. Als je niet getrouwd bent maar samenwoont, komt je partner dan in aanmerking voor nabestaandenpensioen? Alleen als aan alle spelregels is voldaan. Om je partner in aanmerking te laten komen voor nabestaandenpensioen (het heet dan partnerpensioen) moet je het bestuur van het pensioenfonds een notariële verklaring (zgn. samenlevingscontract) sturen, waarin het volgende is vastgelegd: • je woont op hetzelfde adres en bent op hetzelfde adres ingeschreven. • je bent geen ouder/kind van elkaar. • jij en je partner zijn beiden ongehuwd. • als jij of je partner ooit een andere relatie notarieel hebt laten vastleggen dan moet bij notariële akte zijn vastgesteld dat die relatie is verbroken. • jij en je partner verklaren dat je geen nieuwe relatie bij notariële akte zult laten vastleggen voordat je huidige relatie beëindigd is. Als aan deze eisen is voldaan krijgt je partner exact dezelfde rechten op nabestaandenpensioen als wanneer je gehuwd zou zijn. Deze rechten vervallen echter als je uit elkaar gaat of als je vertrekt bij de ANWB. Je partner heeft geen recht op een nabestaandenpensioen als je pas na je pensionering gaat samenwonen of als je pas na je pensionering een notariële akte laat opstellen. Voor de nabestaandenregeling voor je kinderen maakt het geen verschil of je getrouwd bent of samenwoont. Het maakt overigens ook niet uit of je met een man of een vrouw samenwoont. 21. Ik heb een partner die veel jonger is dan ik. Maakt dat verschil voor de nabestaandenuitkering? Nee, dat maakt geen verschil. 22. Hoe werkt de nabestaandenregeling als je kinderen hebt uit meer dan één huwelijk? Die tellen allemaal mee. Ook pleegkinderen en geadopteerde kinderen die door je worden onderhouden en opgevoed komen in aanmerking voor wezenpensioen. 21-7-2010
7
23. Hoe vraag je het nabestaandenpensioen aan? Als je overlijdt in dienstverband gaat dat automatisch. Als je uitdienst overlijdt vraagt je nabestaande dit aan bij het pensioenfonds. De nabestaandenuitkering van de overheid (ANW) vraag je aan bij het districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank waaronder je woonplaats valt. Ook als de overledene AOW kreeg, moet je als weduwe of weduwnaar de Sociale Verzekeringsbank inlichten. En als je zelf AOW-gerechtigd bent, heb je recht op meer AOW. Pensioenbreuk 24. Kan ik mijn ANWB-pensioen meenemen naar een volgende werkgever? Ja. Als je nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, kan je de ANWB-pensioenrechten altijd meenemen. Je nieuwe pensioenuitvoerder krijgt van het pensioenfonds ANWB de waarde van je pensioenrechten uitgekeerd en berekent vervolgens hoeveel deelnemingsjaren je hiervoor in de nieuwe pensioenregeling terug kunt krijgen. Als je bij je nieuwe werkgever meer gaat verdienen, zal je wat minder jaren terugkrijgen dan je had. De waarde van je oude pensioen is dan niet genoeg om er eenzelfde aantal deelnemingsjaren bij een hoger salaris voor terug te kopen. Het grote voordeel van je pensioenrechten meenemen, is dat je oude pensioenrechten vaak meegroeien met je salarisontwikkelingen bij je nieuwe werkgever. Ook dit compenseert het verlies van deelnemingsjaren dat je bij de waardeoverdracht oploopt. Er is maar één situatie waarin je van baan kunt veranderen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor je pensioen: als je het pensioen kunt meenemen naar je nieuwe werkgever, precies hetzelfde blijft verdienen, en als de nieuwe pensioenregeling even gunstig is als de oude. Er zijn overigens gevallen denkbaar waarin het beter is je pensioen niet mee te nemen. Als je oude pensioenregeling gunstiger is dan de nieuwe en als je oude pensioenfonds de achtergebleven rechten van vertrokken deelnemers indexeert, terwijl je bij je nieuwe werkgever geen grote salarisstijging meer verwacht dan is het beter je rechten achter te laten bij je oude pensioenfonds. Belangrijk Pensioenoverdracht gaat niet automatisch. Je moet het zelf aankaarten bij je nieuwe pensioenuitvoerder. Je doet er goed aan dit binnen twee maanden na je indiensttreding te regelen. 25. Als mijn volgende werkgever geen pensioenfonds heeft, kan ik dan deelnemer blijven in het pensioenfonds ANWB? Nee. Het is niet mogelijk deelnemer te blijven in het pensioenfonds ANWB als je niet meer voor de ANWB werkt. Je opgebouwde rechten blijven staan bij het pensioenfonds en volgen de prijscompensatie zoals deze geldt voor de werknemers van de ANWB. 26. Kan ik het pensioen van mijn vorige werkgever onderbrengen bij het pensioenfonds ANWB? Ja, maar je moet dan na 8 juli 1994 bij de vorige werkgever zijn weggegaan. In dat geval heb je een wettelijk recht op waardeoverdracht. Het is belangrijk te weten dat je oude pensioenrechten niet automatisch worden overgeheveld. Je moet hiervoor zelf een aanvraag indienen bij het pensioenfonds ANWB (dus niet bij je oude werkgever). Wij nemen dan contact op met je vorige pensioenuitvoerder en regelen de waardeoverdracht. Wil je deze mogelijkheid onderzoeken, neem dan contact met ons op. Wij helpen je graag verder. 27. Kan ik mijn pensioenrechten uitbetaald krijgen als ik naar een nieuwe werkgever ga? Nee. Als je vertrekt naar een andere werkgever die ook een pensioenregeling heeft, kan je je ANWBpensioen meenemen. Als dat niet zo is blijven je pensioenrechten bij het pensioenfonds ANWB staan. 28. Wat is nu eigenlijk pensioenbreuk? Vroeger was het niet mogelijk pensioenrechten mee te nemen van de ene werkgever naar de andere. Pensioenrechten die iemand bij zijn eerste werkgever moest achterlaten groeiden niet mee met het salaris dat hij bij zijn tweede werkgever ging verdienen, en bij iedere nieuwe baanwisseling herhaalde zich dat probleem. Menigeen die na zijn 40ste van baan veranderde, zag zijn oude pensioen zo ongeveer
21-7-2010
8
in rook opgaan. Als je in het verleden een dergelijke pensioenbreuk hebt opgelopen, is het zinvol de vragen 8 en 9 te lezen. Deze vorm van pensioenbreuk komt sinds een aantal jaren nauwelijks meer voor. Sinds 1994 hebben werknemers zelfs het wettelijk recht hun pensioen mee te nemen naar een nieuwe werkgever. Wel kan je door verandering van baan iets aan pensioenrechten verliezen als je bij je nieuwe werkgever meer gaat verdienen. Deze milde vorm van pensioenbreuk, carrièrebreuk genoemd, wordt behandeld bij vraag 24. Pensioen en deeltijdwerk 29. Hoe werkt de pensioenregeling als je in deeltijd werkt? Als je in deeltijd werkt dan wordt je salaris voor de pensioenregeling omgerekend naar een voltijdsalaris. Vervolgens bouw je op dezelfde manier pensioen op als de werknemers met een volledige baan. Dat wil zeggen dat met dezelfde toekomstige AOW-uitkering rekening wordt gehouden en met hetzelfde jaarlijkse opbouwpercentage. Het verschil zit in het aantal deelnemersjaren. Tien jaar lang een deeltijdpercentage van 50% betekent dat er gedurende die periode vijf deelnemersjaren zijn verdiend. Pensioen en scheiding 30. Als ik ga scheiden, heeft mijn echtgenote of echtgenoot dan recht op een deel van mijn ouderdomspensioen? Dat hangt af van de datum waarop je gescheiden bent. Er zijn twee mogelijkheden: Je bent gescheiden na 1 mei 1995 Volgens de wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding heeft je echtgenoot of echtgenote recht op de helft van het ouderdomspensioen dat je tijdens je huwelijk hebt opgebouwd, behalve als jij en je partner de verdeling van pensioen vooraf hebben uitgesloten of tot een andere afspraak zijn gekomen. Wat je vóór je huwelijk aan pensioen hebt opgebouwd telt niet mee. Je ex-partner krijgt te zijner tijd het pensioen rechtstreeks van het pensioenfonds uitbetaald. Jij en je ex-partner kunnen daarbij kiezen uit twee mogelijkheden: • De uitbetaling aan je ex-partner start op het moment waarop je 65 wordt. Vanaf het moment dat je overlijdt krijgt je ex-partner geen ouderdomspensioen meer, maar nabestaandenpensioen. Als je ex-partner overlijdt, krijg je weer het hele pensioen. • Je ex-partner ruilt zijn of haar deel van je ouderdomspensioen en het recht op nabestaandenpensioen dat tot de scheidingsdatum is opgebouwd (zie vraag 18) in voor een ouderdomspensioen dat wordt uitgekeerd vanaf zijn of haar 65ste verjaardag. De aanspraken van je ex staan daarna los van je eigen aanspraken. Je ouderdomspensioen wordt in dit geval dan ook niet verhoogd als je ex overlijdt en als jij overlijdt heeft je ex geen recht op nabestaandenpensioen. Voor deze mogelijkheid, conversie genoemd, is toestemming van beide echtgenoten en van het pensioenfonds nodig. Je moet de verevening binnen twee jaar na je echtscheiding bij het pensioenfonds aanvragen met een formulier dat verkrijgbaar is bij het postkantoor of de bibliotheek. De administratiekosten worden aan jou en/of je ex-partner in rekening gebracht. Je bent gescheiden na 1981 en voor 1 mei 1995 Je ex-partner heeft recht op een deel van de waarde van het ouderdomspensioen dat je tot aan je echtscheiding hebt opgebouwd. Ook wat je voor je huwelijk aan pensioen hebt opgebouwd, telt mee. De verdeling kan plaatsvinden bij de scheiding (dan wordt de totale waarde van het ouderdomspensioen berekend en bij de boedelscheiding betrokken) of later, als het pensioen ingaat, in de vorm van een percentage van het uitgekeerde pensioen. Als je getrouwd bent met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen (koude uitsluiting) dan heeft je ex-partner geen recht op een deel van je ouderdomspensioen.
21-7-2010
9
WAO/WIA en WW 31. Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt wordt? Als je in de WAO/WIA komt, gaat de opbouw van je pensioen door; uitgangspunt voor de pensioenopbouw is je WAO?WIA-inkomen, zijnde het laatst verdiende salaris voor ingang WAO/WIA. Bij volledige arbeidsongeschiktheid hoef je geen pensioenpremie meer te betalen; dat doet het pensioenfonds voor je. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt je gedeeltelijk vrijgesteld van premiebetaling. Als je weer wordt goedgekeurd en terugkomt bij de ANWB gaat de opbouw van je pensioen op de oude voet verder. Ook de premie wordt weer op de gebruikelijke manier betaald. Als je weer terugkeert in het arbeidsproces maar je gaat niet meer bij de ANWB werken, dan stopt de opbouw van je pensioenrechten. Dit geldt ook als je weer wordt goedgekeurd en werkloos raakt. 32. Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik werkloos word? Als je werkloos wordt, stopt de opbouw van je pensioen. Je betaalt geen premie meer en je rechten blijven bij het pensioenfonds liggen tot je 65 bent of tot je het ANWB-pensioen meeneemt naar een volgende werkgever. Je kunt in aanmerking komen voor de zogenaamde Bijdrageregelen FVP (Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering). In dat geval gaat de opbouw van je pensioen door zolang je een loongerelateerde WW-uitkering krijgt. Als je op het moment dat je werkloos werd ouder was dan 57½ jaar, dan is de FVP-regeling uitgebreider: de opbouw van je pensioen gaat dan door tot je 65 jaar bent. Als je voor de FVP-regeling in aanmerking komt, ontvang je een aanvraagformulier van de desbetreffende uitvoeringsinstelling. Let op: werknemers die op of na 1 januari 2011 WW-gerechtigd worden, komen niet meer in aanmerking voor een FVP-bijdrage. FVP heeft de intentie om het recht op FVP-bijdrage van werknemers die nu WWgerechtigd zijn én voor 1 januari 2011 werkloos worden zoveel mogelijk ongemoeid te laten. FVP geeft voor deze groep werknemers echter geen harde garanties af. Pensioen en detachering 33. Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik bij een ANWB-vestiging in het buitenland ga werken? Als je gedetacheerd wordt, gaat je pensioenopbouw gewoon door; in andere gevallen hangt het af van de afspraken die je met je werkgever hebt gemaakt. Bij tijdelijk vertrek naar het buitenland stopt overigens de opbouw van je AOW-rechten, tenzij je zelf de premie betaalt. Meer inlichtingen daarover kan je krijgen bij de Sociale Verzekeringsbank of bij je HRMafdeling. Kosten en plichten 34. Kan mijn pensioen worden afgekocht? Het pensioenfonds kan alleen het pensioenafkopen (vervangen door een uitkering ineens) als het bij ingang niet meer bedraagt dan € 420,69 (cijfer 2010). 35. Hoeveel kost mijn pensioenvoorziening en wie betaalt dat? Je pensioenvoorziening kost circa 20% (streefbedrag) van je jaarsalaris. Het overgrote deel wordt door de ANWB betaald (15,1%). Zelf betaal je tussen de 6,5 en 8% van de pensioengrondslag (je salaris minus € 22.488,-). Pensioenvoorzieningen zijn verder afhankelijk van het rendement dat op het (belegde)vermogen wordt gemaakt en van de actuele marktrente. De bijdragen kunnen daardoor fluctueren met name voor de ANWB. Voor 2010 betaal je zelf 8% van je pensioengrondslag. De ANWB draagt ca 27% van de totale loonsom bij. 36. Wat zijn mijn plichten als deelnemer in het pensioenfonds ANWB? Mutaties in je persoonlijke gegevens die je aan je HRM-afdeling hebt gemeld, worden automatisch doorgegeven aan het pensioenfonds. Als je niet meer bij de ANWB werkt maar nog wel rechten bij het pensioenfonds hebt staan, dan is het van belang dat je ons informeert over:
21-7-2010
10
• wijzigingen in je adres; • wijzigingen in je burgerlijke staat (huwelijk, echtscheiding); • wijzigingen in de samenstelling van je gezin; • wijzigingen in de mate van arbeidsongeschiktheid Je kunt deze wijzigingen doorgeven aan het pensioenfonds. Informatie Iedere deelnemer heeft toegang tot de website www.pensioenfondsanwb.nl . Naast allerlei algemene informatie zijn hier ook de reglementen en de statuten in te zien dan wel te downloaden. Daarnaast heeft elke deelnemer een persoonlijke inlogcode ontvangen die toegang geeft tot de persoonlijke pensioenopgave. Als je nog vragen hebt over de pensioenregeling, dan kan je hiermee terecht het pensioenfonds ANWB. Raadpleeg hiervoor de contactgegevens op de website.
21-7-2010
11