Brochure pensioenregeling C van Pensioenfonds ANWB Voor medewerkers van Unigarant
Revisiedatum 1 januari 2010
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3. 4.
5. 6.
7.
8. 9. 10.
11. 12. 13. 14. 15.
Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op?......................................................................................... 4 Wanneer kan ik met pensioen?................................................................................................................ 4 Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik?.................................................................................................... 4 Hoeveel pensioen krijgen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd? ………………………………. 4 4.1 Partnerpensioen 4.2 Wezenpensioen 4.3 Pensioenen voor aspirant-deelnemers Wat betaal ik voor de pensioenregeling? …………………………………………………………………………………… 5 5.1 Blijft mijn werkgever premie voor mijn pensioen betalen? Wat gebeurt er met mijn ouderdomspensioen? ……………………………………………………………………….. 5 6.1 Wat gebeurt er als ik stop bij mijn werkgever voordat ik 65 jaar ben? 6.2 Wat gebeurt er als ik bij een andere werkgever ga werken? 6.3 Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt wordt? 6.4 Wat gebeurt er als ik ga scheiden? 6.5 Wat gebeurt er als ik in deeltijd ga werken? Welke mogelijkheden kan ik kiezen als ik met pensioen ga? ………………………………………………….. 8 7.1 Eerder met pensioen gaan 7.2 Deeltijdpensioen 7.3 Uw ouderdomspensioen deels veranderen in partnerpensioen 7.4 Uw partnerpensioen veranderen in een ouderdomspensioen 7.5 Eerst wat meer, en daarna wat minder pensioen krijgen 8 Hoe weet ik hoeveel ouderdomspensioen ik krijg? ………………………………………………………………… 9 8.1 Hoe krijg ik mijn pensioen? 8.2 Welke belastingen en premies worden er nog ingehouden op mijn pensioen? Hoe houdt mijn pensioen zijn waarde? ……………………………………………………………………………………… 9 Waardeoverdracht ……………………………………………………………………………………………………………………….. 9 10.1 Wat is waardeoverdracht? 10.2 Wanneer kan ik mijn pensioen overdragen naar een andere pensioeninstelling? 10.3 Wanneer is het verstandig om te kiezen voor waardeoverdracht? 10.4 Wanneer kan ik waardeoverdracht aanvragen? Korten van pensioen …………………………………………………………………………………………………………………… 10 Welke informatie moeten ik en het pensioenfonds geven? …………………………………………………… 10 12.1 Welke informatie moet ik geven? 12.2 Welke informatie moet het pensioenfonds mij geven? Waar kan ik heen met mijn klachten? ……………………………………………………………………………………….. 10 Nuttige adressen ………………………………………………………………………………………………………………………….. 10 Begrippenlijst ……………………………………………………………………………………………………………………………….. 11
2
Wat is pensioen? Er zijn drie soorten pensioenen in uw pensioenregeling: - ouderdomspensioen; - partnerpensioen; - wezenpensioen; Het ouderdomspensioen is je inkomen als je stopt met werken omdat je 65 jaar wordt. Je nabestaanden kunnen pensioen krijgen als je overlijdt. Jouw partner krijgt mogelijk partnerpensioen en je kinderen krijgen wezenpensioen. Je werkgever heeft een pensioenregeling bij het pensioenfonds Stichting Pensioenfonds ANWB Inleiding Deze brochure geeft antwoord op de vragen: 1. wanneer kan ik met pensioen? 2. hoeveel pensioen krijg ik? 3. wat krijgen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd? 4. wat gebeurt er met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt word? 5. wat gebeurt er met mijn pensioen als ik naar een andere werkgever ga? In deze brochure staat alleen de belangrijkste informatie uit je pensioenregeling. Het kan zijn dat je na het lezen nog vragen hebt. Deze vragen kun je dan stellen aan de uitvoeringsorganisatie van het pensioenfonds. Bijvoorkeur per e-mail
[email protected]. De volledige pensioenregeling staat in het pensioenreglement. Je kunt dit reglement opvragen bij het pensioenfonds of downloaden via de website www.pensioenfondsanwb.nl. Je kunt geen rechten ontlenen aan deze brochure. In het pensioenreglement van het pensioenfonds staat de pensioenregeling van je werkgever. Als er in het pensioenreglement iets anders staat dan in deze brochure, gaat het pensioenreglement voor. Bewaar deze brochure goed! Misschien heb je hem in de toekomst nog nodig.
3
1. Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op? Je bouwt ouderdomspensioen op zodra je meedoet met de pensioenregeling. Je bent dan deelnemer. Je mag met de pensioenregeling meedoen vanaf de eerste dag dat je voor de ANWB werkt. Je blijft meedoen met de pensioenregeling tot je met pensioen gaat. Of tot de dag dat je weggaat bij de ANWB. Om mee te doen met de pensioenregeling moet je wel 21 jaar of ouder zijn. Als je jonger bent dan 21 jaar, ben je eerst ‘aspirant-deelnemer’ van de regeling. Onder 4.3 staat wat dat voor jou betekent. 2. Wanneer kan ik met pensioen? Je kunt met pensioen op de eerste dag van de maand waarin je 65 jaar wordt. Voorbeeld: op 28 augustus in het jaar 2022 wordt je 65 jaar. Je kunt vanaf 1 augustus 2022 met pensioen. Je krijgt dit pensioen totdat je overlijdt. 3. Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik? We kunnen nu nog niet zeggen hoeveel ouderdomspensioen je precies krijgt als je 65 jaar bent. Wel kunnen we zeggen dat jouw pensioenregeling een 'uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling' is. Dit betekent dat je pensioenuitkering afhangt van de salarissen die je tot aan je pensioen jaarlijks verdiend hebt. Hoeveel pensioenuitkering je krijgt, weet je pas precies als je met pensioen gaat. Jouw ouderdomspensioen hangt af van: - wat je pensioengrondslag is in de tijd dat je meedoet met de pensioenregeling. De pensioengrondslag is het deel van je salaris waarover je pensioen opbouwt; - wat je opbouwpercentage is. Dit betekent: hoeveel procent van je pensioengrondslag je ieder jaar aan pensioen opbouwt. Voor jou is dat 2,25 procent per jaar; - hoeveel jaar je meedoet met de pensioenregeling; - of je voltijd of deeltijd werkt. Je kunt zelf uitrekenen hoeveel ouderdomspensioen je ieder jaar opbouwt. Kijk daarvoor naar het voorbeeld hieronder. Het voorbeeld gaat over iemand die fulltime werkt en een opbouwpercentage heeft van 2,25 procent. Pensioengevend jaarsalaris – franchise = pensioengrondslag Pensioengrondslag x opbouwpercentage = jaarlijkse pensioenopbouw Pensioengrondslag: € 35.000 - € 12.673 = € 22.327 Jaarlijkse pensioenopbouw voor ouderdomspensioen: € 22.327 x 2,25% = € 502 Wat is de franchise? En waarom gaat die van je jaarsalaris af als we de pensioengrondslag berekenen? De franchise is een deel van je salaris dat niet meetelt voor de opbouw van jouw pensioen. Je bouwt dus niet over je hele salaris pensioen op. Dat is ook niet nodig, want je krijgt op je 65ste een AOW-uitkering van de overheid. Hoe hoog die AOW-uitkering is, berekent de Sociale Verzekeringsbank. Over het bedrag van de AOW-uitkering hoef je geen pensioen op te bouwen. Daarom trekt het pensioenfonds een bedrag van je jaarsalaris af als zij je pensioengrondslag berekent. Het bedrag dat het pensioenfonds aftrekt, heet de franchise. Dit bedrag kan ieder jaar worden aangepast aan de stijging van de AOW-uitkering. Ieder jaar krijg je een pensioenopgave van het pensioenfonds. Daar staat in hoeveel pensioen je hebt opgebouwd en hoeveel je nog kunt opbouwen. Je pensioengevend jaarsalaris staat ook op je pensioenoverzicht. 4. Hoeveel pensioen krijgen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd? In je pensioenregeling is ook een partnerpensioen en een wezenpensioen geregeld. Deze pensioenen kunnen belangrijk zijn voor je als je een partner en/of kinderen hebt en je overlijdt. Met partner bedoelen we de man of vrouw met wie je een relatie hebt. Deze relatie kan zijn: - een huwelijk; - een geregistreerd partnerschap bij de burgerlijke stand;
4
- ongehuwd samenwonen op basis van een notariële akte . In het pensioenreglement staan de precieze voorwaarden. 4.1 Partnerpensioen Het partnerpensioen is inkomen voor je partner als je overlijdt. Hoe berekenen we het partnerpensioen? Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. Overlijd je voor je 65ste, dan is het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen dat je zou hebben gekregen als je tot je 65ste had meegedaan met de pensioenregeling. Jouw partner krijgt deze uitkering vanaf de eerste dag van de maand waarin je overlijdt tot en met de laatste dag van de maand waarin je partner zelf overlijdt. 4.2 Wezenpensioen Het wezenpensioen is inkomen voor je kinderen als je overlijdt. Hoe berekenen we het wezenpensioen? Het wezenpensioen is 14% van het ouderdomspensioen dat je zou hebben gekregen als je tot je 65ste gewerkt zou hebben. Overlijd je na je pensionering, dan is het wezenpensioen 14% van het ouderdomspensioen. Het pensioenfonds betaalt het wezenpensioen aan kinderen tot en met 18 jaar. Oudere kinderen die nog studeren, krijgen een wezenpensioen tot ze 27 jaar zijn of tot ze klaar zijn met studeren. Ook gehandicapte kinderen krijgen een wezenpensioen tot hun 27ste verjaardag. 4.3 Pensioenen voor aspirant-deelnemers Als je nog geen 21 bent, ben je aspirant-deelnemer. Je bouwt dan nog geen ouderdomspensioen op. Maar stel dat je overlijdt, dan hebben je partner en kinderen wel recht op een pensioen. Je partner krijgt een partnerpensioen en je kinderen krijgen een wezenpensioen. Vanaf je 21ste verjaardag doe je mee met de pensioenregeling en bouw je dus ouderdomspensioen op. 5. Wat betaal ik voor de pensioenregeling? Jij en je werkgever betalen samen voor de pensioenregeling. Je betaalt volgens je arbeidsovereenkomst 1% of 5% pensioenpremie van je pensioengrondslag. In paragraaf 3 hierboven staat hoe je de pensioengrondslag berekent. Je werkgever houdt deze premie iedere maand in op je bruto salaris. Je werkgever betaalt de rest van de pensioenpremie. Pas als je meedoet met de pensioenregeling betaal je premie. 5.1 Blijft mijn werkgever premie voor mijn pensioen betalen? In bijzondere situaties kan je werkgever minder premie gaan betalen. Hij kan zelfs helemaal stoppen met premie betalen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de werkgever financiële problemen heeft. Als dat zo is, krijg je meteen bericht van het pensioenfonds. Het pensioen dat je al hebt opgebouwd, blijft wel bestaan. Maar het pensioen dat je in de toekomst opbouwt, verandert. 6. Wat gebeurt er met mijn ouderdomspensioen? 6.1 Wat gebeurt er als ik stop bij mijn werkgever voordat ik 65 jaar ben? Als je stopt bij je werkgever, doe je ook niet meer mee met de pensioenregeling. Je bouwt dan geen nieuw ouderdomspensioen meer op. Maar het pensioen dat je al hebt opgebouwd, blijft staan. Het is niet mogelijk dat je blijft meedoen met deze pensioenregeling. Als je arbeidsongeschikt bent wanneer je stopt bij je werkgever, blijf je wel meedoen met de pensioenregeling. In paragraaf 6.3 staat hoe dat gaat. 6.2 Wat gebeurt er als ik bij een andere werkgever ga werken? Als je bij een andere werkgever gaat werken, doe je niet meer mee met de pensioenregeling die je nu hebt. Het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd, blijft staan. Maar je bouwt geen pensioen meer op in deze regeling. Bij je nieuwe werkgever bouw je waarschijnlijk ook pensioen op. Dat gebeurt dan met de pensioenregeling van je nieuwe werkgever. Soms is de nieuwe pensioenregeling beter dan de oude. Bijvoorbeeld als in de nieuwe regeling je pensioen beter wordt verhoogd. Dan kan het voordelig zijn om het opgebouwde pensioen uit de pensioenregeling die je nu hebt aan de nieuwe pensioenregeling over te dragen. Dat noemen we ‘waardeoverdracht’. In paragraaf 9 en 10 kun je meer lezen over verhoging/toeslag en waardeoverdracht. 6.3 Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt wordt? Als je ziek of arbeidsongeschikt wordt, blijf je meedoen met de pensioenregeling. Je bent arbeidsongeschikt als je meer dan 2 jaar ziek bent. Als je volledig arbeidsongeschikt wordt, bouw je ook
5
volledig pensioen op. Maar je hoeft geen premie meer te betalen. Als je deels arbeidsongeschikt wordt, bouw je ook volledig pensioen op maar is een deel premievrij. Tevens ontvang je een arbeidsongeschiktheidspensioen dat door de werkgever direct bij Nationale-Nederlanden is verzekerd. Als je arbeidsongeschikt wordt, heb je volgens de wet recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als je volledig arbeidsongeschikt wordt, krijgt je een WIA-uitkering en als je voor een deel arbeidsongeschikt wordt, krijg je een WGA-uitkering. Het UWV bepaalt voor hoeveel procent je arbeidsongeschikt bent. Datzelfde percentage gebruikt het pensioenfonds om te bepalen wat de premievrije voortzetting is. De premievrije voorzetting vind je in onderstaande tabel. Percentage arbeidsongeschiktheid 80% of meer 35% tot 80% minder dan 35%
Percentage van premievrije voortzetting 100% 50% 0%
Voorbeeld: als je voor 80% tot 100% arbeidsongeschikt bent (dit betekent volledig arbeidsongeschikt), zal de pensioenopbouw volledig doorgaan zolang je volledig arbeidsongeschikt blijft. Je zult waarschijnlijk na verloop van tijd uit dienst treden van de werkgever. Als je voor 35% tot 80% arbeidsongeschikt bent, zal de pensioenopbouw voor 50% doorgaan zolang je arbeidsongeschikt blijft. Je betaalt er geen pensioenpremie meer voor. Voor 50% blijft je in dienst van de werkgever en bouw je pensioen op over dat salaris. Je betaalt dan wel pensioenpremie over dat salaris. Als je arbeidsongeschikt wordt, krijgt je een wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA of WGA). Je krijgt deze wettelijke uitkering over maximaal 70% van € 48.716 (peildatum 01-01-2010) Is je pensioengevend jaarsalaris hoger dan deze grens? Dan heb je recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen dat door de werkgever rechtstreeks bij Nationale-Nederlanden is verzekerd. 6.4 Wat gebeurt er als ik ga scheiden? Als je gaat scheiden heeft je ex-partner recht op een deel van het ouderdomspensioen. Namelijk de helft van het deel dat je hebt opgebouwd toen je samen was. Waar heeft mijn ex recht op? Ben je getrouwd of heb je een partnerschap bij de burgerlijke stand laten registreren? Dan heeft je ex recht op de helft van je ouderdomspensioen nadat je gescheiden bent. Dit recht heeft je ex ook als je gescheiden bent van tafel en bed (dan ben je nog getrouwd maar woon je niet meer bij elkaar). Het gaat om de helft van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd toen je getrouwd was of toen je geregistreerd was als partners. We noemen dit 'verevening'. Je ex én jij krijgen allebei een pensioenoverzicht van het pensioenfonds. Je kunt als echtgenoten of partners ook andere afspraken maken. Dit kan in de huwelijkse voorwaarden, in de voorwaarden voor het partnerschap of in de scheidingsovereenkomst. Woonde je samen maar was je niet getrouwd? En had je ook geen geregistreerd partnerschap? Dan heeft je ex geen recht op een deel van het ouderdomspensioen als je uit elkaar gaat. Ook niet als je een samenlevingscontract had. Wat gebeurt er als na de scheiding mijn ex of ik overlijden? Als je overlijdt vóór je ex, krijgt je ex geen deel van je ouderdomspensioen. Maar je ex krijgt wel bijzonder partnerpensioen. Je kunt daar meer over lezen in paragraaf 6.4.3. Als je ex eerder overlijdt dan jij, krijg je het hele ouderdomspensioen. Wat gebeurt er als mijn partner en ik andere afspraken hebben gemaakt over de verdeling van het ouderdomspensioen bij scheiding? Je kunt ook afspreken dat jij en je ex allebei een zelfstandig ouderdomspensioen krijgen. We noemen dat 'conversie'. Je ex krijgt dan ouderdomspensioen als hij of zij 65 jaar wordt. Als je ex overlijdt, dan vervalt het ouderdomspensioen van je ex. Je houdt dan alleen je eigen deel van het ouderdomspensioen. En als jij overlijdt, vervalt jouw ouderdomspensioen. Je ex houdt dan zijn of haar eigen deel. Het bijzonder partnerpensioen vervalt als je kiest voor conversie.
6
Hoe maak ik afspraken over de verdeling van mijn pensioen? Je kunt hierover afspraken maken door een formulier in te vullen. Dat formulier krijg je bij Postbus 51 of bij je echtscheidingsadvocaat. Je kunt het ook downloaden van de website van het pensioenfonds. Tot twee jaar na de dag dat je bent gescheiden, kun je nog afspraken maken over de verdeling van je pensioen. Jouw pensioenfonds moet deze afspraak wel eerst goedkeuren. Wat krijgt mijn ex als ik overlijd? Als je gaat scheiden heeft je ex recht op een bijzonder partnerpensioen. Dit is een deel van het pensioen dat je hebt opgebouwd tijdens het huwelijk, het geregistreerde partnerschap of de gezamenlijke huishouding. Je ex krijgt dit bijzondere partnerpensioen als je overlijdt. Je kunt hierover afspraken maken in huwelijke voorwaarden, partnerschapvoorwaarden of in het echtscheidingsconvenant. Als je kiest voor conversie van het ouderdomspensioen, dan krijgt je ex geen bijzonder partnerpensioen. Want dit pensioen is dan omgezet in een ouderdomspensioen voor je ex. 6.5 Wat gebeurt er als ik in deeltijd ga werken? Je bouwt minder pensioen op als je in deeltijd werkt of gaat werken. We berekenen je pensioenopbouw dan als volgt. 1. we berekenen je pensioengrondslag alsof je fulltime werkt; 2. we berekenen de deeltijdfactor. Dat is de verhouding tussen het aantal uren dat je werkt en het aantal uren dat bij je werkgever geldt als fulltime. Bijvoorbeeld: je werkt 32 uur per week, en bij je werkgever betekent een fulltime baan 40 uur werk per week. De deeltijdfactor is dan 32 / 40 = 0,8. 3. de fulltime pensioengrondslag x de deeltijdfactor x opbouwpercentage = je pensioenopbouw per jaar. 7. Welke mogelijkheden kan ik kiezen als ik met pensioen ga? Je kunt bij de pensioenregeling uit een aantal mogelijkheden kiezen: ‐ eerder met pensioen gaan; ‐ een deeltijdpensioen aanvragen; ‐ ouderdomspensioen deels veranderen in een partnerpensioen; ‐ het partnerpensioen veranderen in ouderdomspensioen; ‐ eerst wat meer en daarna wat minder ouderdomspensioen krijgen. Als je voor een van deze mogelijkheden kiest, dan verandert de hoogte van je ouderdomspensioen. En misschien ook de hoogte van het partnerpensioen. Je kunt op drie manieren zien hoe je pensioen verandert: ‐ Je logt met je persoonlijke inlogcode in op de pensioenplanner en je simuleert de gewenste situatie. ‐ je kunt het zelf uitrekenen. Je gebruikt daarvoor de formules die je vindt in de bijlage van het pensioenreglement. ‐ je kunt het laten uitrekenen door jouw pensioenfonds. Dit kost je niets. 7.1 Eerder met pensioen gaan In principe ga je met pensioen als je 65 jaar wordt. Wil je eerder met pensioen, dan kun je dit aanvragen bij het pensioenfonds. Op z’n vroegst kun je met pensioen als je 55 jaar bent. Als je eerder met pensioen gaat, moet je vanaf die datum ook daadwerkelijk stoppen met werken. Je pensioen wordt wel lager als je eerder met pensioen gaat. Maar als je een partnerpensioen hebt, blijft dat gelijk. In paragraaf 7.3 staat meer informatie over het partnerpensioen. 7.2 Deeltijdpensioen Je kunt ook met deeltijdpensioen gaan. Dit betekent dat je tussen uw 60e en 65e in deeltijd gaat werken. Je spreekt eerst met je werkgever af hoeveel uur je nog doorwerkt. Je kunt hier geen afspraken over maken met het pensioenfonds. Als je bijvoorbeeld 60% van de oorspronkelijke uren per week blijft werken, kun je met deeltijdpensioen voor 40%. Dit betekent dat je alvast 40% krijgt van het ouderdomspensioen dat je op dat moment hebt opgebouwd. Voor 60% blijf je meedoen met de pensioenregeling. Voor dit deel blijf je ook pensioen opbouwen. In paragraaf 6.5. staat hierover meer informatie. Dit deeltijdpensioen moet minimaal 1 jaar duren en er dient een werkzaam deel van tenminste 50% te resteren. Je pensioen, en ook het partnerpensioen, worden wel lager als je met deeltijdpensioen gaat. Je kunt hierover meer lezen in de bijlage bij het pensioenreglement. Wil je met deeltijdpensioen gaan, dan kun je dat aanvragen bij het pensioenfonds. Doe dat minimaal drie maanden voordat je met deeltijdpensioen wilt gaan.
7
7.3 Je ouderdomspensioen deels veranderen in partnerpensioen Ga je met pensioen? En heb je een partner? Dan kan jouw pensioenfonds een deel van je ouderdomspensioen veranderen in partnerpensioen. Het pensioenfonds zal je van tevoren vragen of je dat wilt. Het pensioenfonds zal je ook vragen welk deel je wilt veranderen in partnerpensioen. Het partnerpensioen mag maximaal 70% zijn van het ouderdomspensioen dat je overhoudt. Aangezien het nabestaandenpensioen reglementair al 70% van het ouderdomspensioen bedraagt kan van deze mogelijkheid slechts gebruik worden gemaakt als een bijzonder nabestaandenpensioen uit een vorige relatie is afgescheiden. Je kunt meer lezen over deze verandering in de bijlage bij het pensioenreglement. 7.4 Je partnerpensioen veranderen in een ouderdomspensioen Ga je met pensioen? En heb je een partner? Dan kun je het pensioen fonds vragen om je partnerpensioen te veranderen in een ouderdomspensioen. Of een deel ervan. Je houdt dan geen partnerpensioen over, of een lager partnerpensioen. Deze keuze kun je alleen maken als je partner het daarmee eens is. Je kunt meer lezen over deze verandering in de bijlage bij het pensioenreglement. 7.5 Eerst wat meer, en daarna wat minder pensioen krijgen Je kunt ervoor kiezen om in de eerste periode na je pensioneren meer pensioen te krijgen dan daarna. Bijvoorbeeld omdat je denkt dat je in de eerste jaren meer geld nodig hebt dan daarna. Deze eerste periode kan vijf of tien jaar zijn. Je kunt niet kiezen hoeveel meer pensioen je in de eerste periode wilt krijgen. Als je een partner hebt, blijft het partnerpensioen hetzelfde. Dat verandert dus niet mee met je ouderdomspensioen. Je kunt meer lezen over deze keuze in de bijlage van het pensioenreglement. 8. Hoe weet ik hoeveel ouderdomspensioen ik krijg? Ieder jaar krijg je van het pensioenfonds een overzicht van je pensioenopbouw: de jaaropgave. Hierin staat hoeveel pensioen je kunt verwachten als je 65 jaar bent. In de jaaropgave staat ook hoeveel ouderdomspensioen je al hebt opgebouwd. Als je niet meer meedoet, krijg je niet meer ieder jaar een overzicht. 8.1 Hoe krijg ik mijn pensioen? Voordat je met pensioen gaat, krijg je een opgave van jouw pensioenfonds. Hierin staat hoeveel pensioen je per maand krijgt. Heb je een partner? Dan staat er ook in hoeveel het partnerpensioen is als je overlijdt. In het overzicht van het pensioenfonds staan de bruto bedragen. Zodra je met pensioen bent, krijgt je iedere maand een bedrag op je bankrekening. Je krijgt het pensioen totdat je overlijdt. Hoe krijgt mijn ex zijn of haar deel van het pensioen? Zodra je met pensioen gaat, heeft je ex recht op zijn of haar deel van het ouderdomspensioen. Het pensioenfonds betaalt dit deel rechtstreeks aan je ex. Overlijd je ex, dan krijg je het hele ouderdomspensioen weer zelf. 8.2 Welke belastingen en premies worden er nog ingehouden op mijn pensioen? Het pensioenfonds houdt loonheffing in op je pensioen. Bovendien houdt het pensioenfonds een premie in voor de Zorgverzekeringswet. Deze bedragen gaan van je pensioen af voordat je het pensioen op je rekening krijgt. Je krijgt ieder jaar een jaaropgave van jouw pensioenfonds. Hierin staan de volgende bedragen: ‐ het bedrag dat je aan pensioen hebt gekregen; ‐ het bedrag dat is ingehouden aan loonheffing; ‐ het bedrag dat is ingehouden aan premie Zorgverzekeringswet. Je hebt deze jaaropgave nodig voor uw belastingaangifte. Bewaar het dus goed. 9. Hoe houdt mijn pensioen zijn waarde? Wat is een verhoging of toeslag? Prijzen veranderen. Bijna alle producten worden na verloop van tijd duurder. Met 100 euro kun je over een paar jaar waarschijnlijk minder kopen dan nu. Daarom is het belangrijk dat het pensioen dat je nu hebt opgebouwd nog evenveel waard is als je met pensioen gaat. Het pensioenfonds kan hiervoor zorgen door je pensioen te verhogen. In dat geval krijg je meer pensioen. Zo houd je pensioen zoveel mogelijk zijn waarde, ook als de prijzen hoger worden. Deze verhoging wordt toeslag genoemd.
8
Wanneer verhoogt het pensioenfonds mijn pensioen? Het pensioenfonds probeert jaarlijks het premievrije- en ingegane pensioen te verhogen, maar deze verhoging is geen recht. Het bestuur van het pensioenfonds besluit ieder jaar of zij die pensioenen kan verhogen. Als je in een bepaald jaar een verhogingen krijgt, is het niet zeker of je het jaar erop weer een verhoging krijgt. En de verhoging kan in het ene jaar hoger zijn dan in het andere jaar. Het pensioenfonds kan alleen verhogen als het voldoende vermogen heeft. De verhoging van nog op te bouwen pensioen is onvoorwaardelijk en volgt de loonontwikkeling bij de werkgever. Hoe wordt het ouderdomspensioen verhoogd? Jouw pensioenregeling kent twee soorten verhogingen: Zolang je meedoet met de pensioenregeling laat het pensioenfonds het opgebouwde pensioen meegroeien met de algemene loonontwikkeling bij de werkgever. Dit heet ook wel de loonindex. Omdat de lonen meestal meegroeien met de prijsstijgingen, zal door de loonindex het opgebouwde pensioen niet aan waarde verliezen. Als je niet meer meedoet met de pensioenregeling probeert het pensioenfonds het opgebouwde pensioen aan te passen aan de stijging van de prijzen. Dit heet prijsindex. Hoe wordt het partnerpensioen verhoogd? Het partnerpensioen wordt op dezelfde manier verhoogd als het ouderdomspensioen. Hebt je een ex? Dan zal het deel van zijn of haar pensioen op dezelfde manier verhoogd worden. Hoe wordt ik over de verhoging van mijn pensioen geïnformeerd? Als je gepensioneerd bent ontvang je elk jaar van het pensioenfonds een brief waarin wordt verteld met welk percentage de pensioenen in dat jaar worden verhoogd. Daarnaast wordt in deze brief verteld met welk percentage de pensioenen in de drie voorafgaande jaren zijn verhoogd en welke verhoging je in de toekomst kunt verwachten. Als je nog pensioen opbouwt, wordt het opgebouwde pensioen per 1 januari van dat jaar automatisch verhoogd met het percentage van de loonontwikkeling van het jaar daaraan voorafgaand. 10. Waardeoverdracht 10.1 Wat is waardeoverdracht? Je pensioenopbouw stopt als je weggaat bij je werkgever en dus niet meer meedoet met de pensioenregeling. Als je nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, ga je meedoen met de pensioenregeling van je nieuwe werkgever. Dan kun je ervoor kiezen om het pensioen van je huidige werkgever over te dragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever. Het pensioen gaat dan mee in de pensioenregeling van de nieuwe pensioeninstelling. Dit noemen we waardeoverdracht. Je hebt dan geen pensioen meer bij ons pensioenfonds. 10.2 Wanneer kan ik mijn pensioen overdragen naar een andere pensioeninstelling? Als je weggaat bij je werkgever, kun je waardeoverdracht aanvragen bij de pensioeninstelling van je nieuwe werkgever. Het pensioenfonds moet hieraan meewerken. Er is een uitzondering: als je al niet meer meedoet aan de pensioenregeling vóór 8 juli 1994, hoeft het pensioenfonds niet aan waardeoverdracht van dat pensioen mee te werken. 10.3 Wanneer is het verstandig om te kiezen voor waardeoverdracht? We kunnen niet zeggen of het in jouw geval verstandig is om de waarde van het opgebouwde pensioen over te dragen. Dat hangt af van de pensioenregelingen van je huidige en nieuwe werkgever. Als je goed weet wat de verschillen zijn, kun je een verstandige keuze maken. Is er bijvoorbeeld een verschil in hoe de pensioenen worden verhoogd? Je krijgt hierover informatie van jouw nieuwe pensioenfonds. Ook het pensioenvermogen voor de huidige en de nieuwe pensioenregeling kan een rol spelen bij het maken van die keuze. Als je het prettig vindt om van één pensioeninstelling pensioen te ontvangen, kan dit ook een reden zijn om voor waardeoverdracht te kiezen. Je krijgt dan alleen pensioenopgaven van de pensioeninstelling van je laatste werkgever. 10.4 Wanneer kan ik waardeoverdracht aanvragen? Je kunt waardeoverdracht aanvragen binnen zes maanden nadat je bij een nieuwe werkgever bent gestart. Je vraagt waardeoverdracht aan bij de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever. Een tijdje later krijgt je van die pensioeninstelling een opgave voor waardeoverdracht. Ga je hiermee akkoord, dan
9
wordt de waarde uit je huidige pensioenregeling overgedragen naar de pensioenregeling van je nieuwe werkgever. Je krijgt van de nieuwe pensioeninstelling een opgave van je pensioen na waardeoverdracht. 11. Korten van pensioen Het pensioenfonds kan besluiten de opgebouwde pensioenen en de ingegane pensioenen te korten (te verlagen). Dit doet het pensioenfonds alleen als het vermogen van het pensioenfonds gedurende een bepaalde periode (meestal 5 jaar) een dekkingsgraad lager dan 105% heeft. Het pensioenfonds zal u schriftelijk op de hoogte stellen van dit besluit. Het pensioenfonds zal korten voor zover dit nodig is om weer een dekkingsgraad van 105% te krijgen. Als de financiële situatie van het fonds nadien is verbeterd (de dekkingsgraad zit ruim boven 105%), kan het pensioenfonds besluiten de korting geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken. Het pensioenfonds zal u schriftelijk meedelen als dit gebeurt. 12. Welke informatie moeten ik en het pensioenfonds geven? 12.1 Welke informatie moet ik geven? Je moet het pensioenfonds alle informatie geven die nodig is om de pensioenregeling uit te voeren. Bijvoorbeeld als je verhuist, een partner hebt, kinderen hebt of gaat scheiden. In het pensioenreglement staat precies welke informatie je het pensioenfonds moet geven. 12.2 Welke informatie moet het pensioenfonds mij geven? Als je erom vraagt, moet het pensioenfonds je deze informatie geven: ‐ het pensioenreglement; ‐ het jaarverslag; ‐ de jaarrekening; ‐ de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het pensioenfonds; ‐ belangrijke informatie over beleggingen van het pensioenfonds; ‐ een overzicht waarin staat hoeveel pensioen je hebt opgebouwd; ‐ een berekening van de gevolgen van jouw keuzes. Bijvoorbeeld als je kiest voor deeltijdpensioen of eerder stoppen met werken; ‐ de ‘verklaring inzake beleggingsbeginselen’. Dat is een verklaring over de risico’s van de beleggingen van het pensioenfonds; ‐ informatie die speciaal voor jou relevant is; ‐ informatie over de hoogte van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. De dekkingsgraad zegt of het pensioenfonds genoeg geld heeft om alle pensioenen te kunnen betalen. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe beter het financieel gaat met het pensioenfonds. ‐ als de toezichthouder het pensioenfonds een aanwijzing heeft gegeven. Dat betekent dat de toezichthouder vindt dat het pensioenfonds iets niet goed doet en aangeeft wat er wel moet gebeuren; ‐ of er een bewindvoerder is aangewezen voor het pensioenfonds; ‐ hoe het pensioen omgaat met klachten; ‐ of er een herstelplan is voor de korte termijn of voor de lange termijn en wat dat plan dan is. Dit plan zorgt voor het verhogen van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Veel van deze informatie vind je trouwens al op de website www.pensioenfondsanwb.nl. 13. Waar kan ik heen met mijn klachten? Ben je het niet eens met een beslissing van het pensioenfonds? Dan kan je een klacht indienen bij het bestuur van het pensioenfonds. Je kunt in het klachtenreglement lezen hoe dat precies moet en wat het bestuur doet met jouw klacht. Dit klachtenreglement kun je opvragen bij het pensioenfonds of lezen/downloaden van de website. 14. Nuttige adressen Hieronder vind je nog een aantal nuttige adressen. Stichting Pensioenfonds ANWB Wassenaarseweg 220 2596 EC Den Haag 070 – 374 83 04 www.pensioenfondsanwb.nl
10
Sociale Verzekeringsbank Het districtskantoor is afhankelijk van je woonplaats. Je kunt dit nalezen op Internet. www.svb.org UWV (Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. Je kunt dit nalezen op Internet. 0900 - 9294 www.uwv.nl Ombudsman Pensioenen Bordewijklaan 10 2591 XR Den Haag 070 – 333 89 99 www.ombudsmanpensioenen.nl 15. Begrippenlijst AOW Algemene Ouderdomswet. Deelnemer Een deelnemer is een werknemer van Unigarant. Franchise Iedere Nederlander bouwt jaarlijks AOW op. Dit wordt uitgekeerd vanaf de 65-jarige leeftijd en voorziet in een basispensioen. Over dit deel wordt geen pensioen opgebouwd, omdat dit al opgenomen is in de AOW. Gewezen deelnemer Als je geen pensioen meer opbouwt bij het pensioenfonds maar nog wel pensioenaanspraken bij het pensioenfonds hebt staan dan ben je een gewezen deelnemer, ook wel slaper genoemd. Loonindex Het percentage van de algemene loonsverhogingen bij de werkgever per 1 januari van het lopende kalenderjaar. Ouderdomspensioen De uitkering die je ontvangt vanaf de pensioeningangsdatum tot het moment dat je komt te overlijden. Partner Degene met wie je gehuwd bent, bij de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, of degene met wie je een gezamenlijke huishouding voert welke notarieel is vastgelegd. Partnerpensioen Het nabestaandenpensioen dat je partner na je overlijden ontvangt. Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds ANWB. Pensioengrondslag Het deel van uw pensioengevend jaarsalaris waarover je pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevende jaarsalaris min de franchise. Pensioengevend jaarsalaris Het vaste jaarsalaris inclusief vakantietoeslag en een eventuele pensioengevende toeslag.
11
Prijsindex Het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens, afgeleid) over de maand juni van het voorafgaande kalenderjaar is gestegen ten opzichte van het consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens, afgeleid) over de maand juni van het daaraan voorafgaande kalenderjaar. WIA Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen.
12