1
Gemeente Borger-Odoorn
Anders maatschappelijk investeren
Huidige praktijk ook gewenste praktijk? De gemeente verstrekt allerlei subsidies, vooral in het brede welzijnsspectrum, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van economische zaken, waaronder toerisme en recreatie. Het totale jaarlijkse budget bedraagt rond 3.902.600 miljoen Euro. Van bibliotheek tot Meer Bewegen voor Ouderen, van speeltuin tot dameskoor en van schaapskudde tot steunstee. En dat is maar een heel kleine en willekeurige greep uit het geheel. Zo’n subsidiepraktijk groeit in de loop van de jaren. Steeds is er na afweging een goede reden om een plan of project financieel te ondersteunen. Weloverwogen natuurlijk, maar toch valt er een aantal zaken op. Eén: er wordt niet vaak besloten om een eenmaal gestarte subsidie te beëindigen. En dus twee: er komen bijna alleen maar uitgaven bij. Nog een opvallend gegeven is wellicht dat verreweg het grootste deel van het totale budget niet direct naar concrete initiatieven en activiteiten gaat, maar naar organisaties en instituten die werkzaam zijn in de brede welzijnssector. De gemeente is daarmee financier van die organisaties. Wat betreft de gewenste activiteiten natuurlijk, maar ook wat betreft de (soms aanmerkelijke?) overheadkosten van die organisaties. Hoe zouden we dit aanpakken als we even níet uitgaan van de zo gegroeide huidige praktijk, maar van de doelen waar we nu voor staan, van de huidige maatschappelijke visie daarop, én van de huidige financiële mogelijkheden. Interactieve start Wat is nú en in de nabije toekomst op dit terrein maatschappelijk gewenst. Gelet ook op de budgettaire mogelijkheden van nu en de nabije toekomst. Zo’n vraag beantwoorden begint voor de gemeente met luisteren. Naar inwoners en naar mensen die werken in de sector. Deskundigen, belangstellenden en ervaringsdeskundigen wellicht. In april 2013 werd tijdens een viertal avonden gesproken over de subsidies. Met inwoners, verenigingen, instanties, gemeenteraadsleden en gemeentelijk medewerkers. Voorafgaand aan de bijeenkomsten in Valthe, Valthermond, Nieuw-Buinen en Borger die samen rond 150 deelnemers trokken, werden door inwoners via website, telefoon en ‘Week-in Week-uit’ 276 enquêtes ingevuld. De invullers van de vragenlijsten waren grotendeels anderen dan de bezoekers van de bijeenkomsten. De uitkomsten kwamen veelal overeen.
Gemeente Borger-Odoorn
Anders maatschappelijk investeren
2
Uitkomsten van het interactieve traject Wat viel er na een uiteenzetting over de huidige subsidiepraktijk in het interactieve traject te beluisteren. Bondig geformuleerd twee hoofdlijnen. Eén: ‘Kunnen mensen dat niet zelf regelen?’ of anders geformuleerd ‘moet de gemeente dat betalen’? En twee: ‘voor wie het echt niet zelf kan, of zelf niet kan betalen, moet de gemeente iets doen’. Met naast die twee hoofdlijnen ook dit. Faciliteer als gemeente wél een ontmoetingspunt - voor als mensen zaken zelf willen organiseren. Daarnaast moeten volgens velen basisvoorzieningen als maatschappelijk werk en consultatiebureau door de gemeente worden gefinancierd. Voor andere zaken, zo was de welhaast gemeenschappelijk gedeelde mening, moeten principes gelden als zelforganisatie, verbinding en laagdrempeligheid. Andere opvattingen, andere kaders, andere financiering Zoals hiervoor beschreven veranderen de maatschappelijke opvattingen over de inrichting van de samenleving. Mensen organiseren meer zelf en doen meer zelf. Verwoord als zelfredzaamheid en samenredzaamheid. En dus: mínder door de overheid, maar wel meer gericht. Een duidelijke verschuiving in zienswijze. Andere opvattingen, maar ook een andere opzet van hulp- en dienstverlening in het sociaal domein, nu de werkvelden werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg vanaf 2015 maatschappelijke opgaven voor de gemeente zijn. Daarmee, en met de beperktere budgettaire kaders, verandert er nogal wat. Een uitgelezen en eigenlijk noodzakelijk moment om de gemeentelijke subsidiepraktijk zoals die door de jaren heen is ontstaan, opnieuw te bekijken. De werkzaamheden in het sociaal domein zullen in Borger-Odoorn primair worden vormgegeven vanuit en door de sociale teams in de vier leefgebieden in de gemeente. Er is daarmee sprake van een transformatie en verandering van werkwijze in het sociaal domein. Ook deze ontwikkeling is bij ‘anders maatschappelijk investeren’ van belang. Maatschappelijk investeren. Een passende opzet voor nu en de nabije toekomst. Wat is gewenst; - gezien de huidige opvattingen, - gezien de nieuwe beleids- en uitvoeringskaders en - gezien de nieuwe financiële mogelijkheden. Met die drie uitgangspunten (anders geformuleerd: de uitkomsten van het interactieve traject (waarvoor ook de raadsleden waren uitgenodigd), de gedecentraliseerde taken en de beperktere budgettaire mogelijkheden) in gedachten, is een nieuwe opzet voor maatschappelijke investeringen voor onze gemeente ontworpen. Uitgangspunten, begrippen en opzet Maatschappelijk investeren met die drie genoemde uitgangspunten. Met daarnaast de volgende begrippen in gedachten: adequaat, betaalbaar, maatschappelijk herkenbaar, efficiënt uitvoerbaar. Op grond van dat geheel zijn de volgende vier investeringscategorieën opgezet.
Gemeente Borger-Odoorn
Anders maatschappelijk investeren
3
Anders maatschappelijk investeren in vier categorieën
1
Organiseren eigen kracht en eigen inzet en opbouwen en versterken van sociale netwerken.
2
Maatschappelijke basisinfrastructuur.
3
Maatschappelijke kennismaking en preventie.
4
(Gebieds)promotie en toerisme.
Gezien deze opzet, gaven burgemeester en wethouders opdracht om in een voorstel zichtbaar te maken hoe maatschappelijke investeringen door de gemeente, uitgewerkt langs deze lijnen, er uit zouden zien. Bovendien behelsde de opdracht om naast het realiseren van verschuivingen binnen het budget, ook substantieel te bezuinigen op het subsidiebudget als geheel. Vier investeringscategorieën Maatschappelijke investeringen in vier categorieën. Primair uitgaan van wat mensen (samen) zelf kunnen doen, en daarnaast beperkte maar adequate basisvoorzieningen. Dat zijn de eerste twee voorgestelde investeringslijnen. Passend bij de huidige beleidsinzichten en maatschappelijke beleving, ook tot uiting gekomen in het interactieve traject. En passend bij de huidige en toekomstige budgettaire mogelijkheden. Investeringslijn drie: maatschappelijke kennismaking en preventie. Wie mensen maatschappelijk wil laten meedoen moet tenminste kinderen maatschappelijk laten kennismaken. Primair een taak voor ouders, directe omgeving en school. Maar gezien het maatschappelijk belang nuttig en waardevol, om via activiteiten en projecten te ondersteunen. Beginnend bij kind en huishouden. Omdat daar het begin is dat je voor jezelf leert zorgen, en voor anderen. Daar ligt de basis voor sterke zelfvoorzienende burgers. En dus voor sterke zelfvoorzienende gemeenschappen. En wat betreft preventie: gezonde leefstijl, meer bewegen, minder en gezonder eten; het zijn projecten van de langere adem. Tenminste zo’n tien jaar, zeggen onderzoeken. Maar op de lange duur (hoewel mogelijk slechts deels voor de gemeente) lonend - ook financieel. Daarom deze keus.
Gemeente Borger-Odoorn
Anders maatschappelijk investeren
4
(Gebieds)promotie en toerisme als vierde maatschappelijke investeringscategorie. Maatschappelijk - ook economisch gezien - van kenmerkende waarde voor BorgerOdoorn. Dat is de gedachte bij deze investeringslijn. Typisch Borger-Odoornse zaken die aan inwoners én bezoekers iets extra’s geven en daarmee meerwaarde voor de gemeente opleveren. Naast aandacht voor activiteiten van ondernemers, zeker ook in de toeristische branche, gaat het hier om culturele initiatieven die naast promotionele ook maatschappelijk bindende waarde kunnen hebben. Vier categorieën en vier overzichten toegelicht Maatschappelijke investeringen in vier categorieën. In de overzichten hierna zijn opgenomen wettelijke verplichtingen, basisvoorzieningen en gewenste investeringen zoals passend in de nieuwe opzet en uitgangspunten. Natuurlijk is daarbij gekeken naar bestaande posten binnen de huidige opzet. Opnieuw beginnen alsof er ook wat dit betreft geen heden en verleden zou bestaan is niet realistisch. De bedragen zijn zoals begroot voor 2014 en hier opgenomen als indicatie. De volgorde van de vier categorieën is bewust zo gekozen. Beginnend bij eigen kracht en eigen inzet, vervolgens basisvoorzieningen en daarna gerichte beleidskeuzen als (kort samengevat) preventie en promotie. Laatste en niet onbelangrijke aspect bij de nieuw voorgestelde indeling en toedeling: de bezuinigingsopdracht. Bij de keuze voor wel of niet opnemen van een huidige subsidie is natuurlijk eerst een inhoudelijke afweging gemaakt: sluit het aan op de nieuwe richtingslijnen. Maar bijvoorbeeld ook deze afweging: gaat een activiteit wellicht gewoon door als de subsidie ophoudt. In zo’n geval is de subsidie niet weer opgenomen. Soms gaf de combinatie van inhoudelijke richtingkeus en bezuinigingsnoodzaak de uitkomst: niet meer subsidiëren. Immers: méér zelfredzaamheid door inwoners kan naadloos aansluiten bij wat budgettair gewenst is. In het eerste van de vier investeringsoverzichten hierna, staat voornamelijk wat als gewenst wordt gezien, gelet op de nieuwe richting van meer eigen inzet en zelforganisatie. Het tweede overzicht, de basisvoorzieningen, beperkt zich tot wettelijk verplichte zaken en zaken die als gewenst worden gezien gelet op een zeker basisniveau aan voorzieningen (zoals dat ook kwam uit het interactieve traject). Bij het invullen van de derde lijn (kort samengevat als preventie) en ook bij de vierde investeringslijn (kort gezegd: promotie) is de bezuinigingsopdracht deels uit beeld gelaten omdat deze categorieën als speerpunten van beleid worden beschouwd. Om te besparen kunnen de betreffende bedragen natuurlijk wel op het niveau van 2014 worden gehandhaafd (= geen indexering toepassen). Zo’n investering wordt dan gehandhaafd omdat het een prioriteit betreft maar het betreffende bedrag zou (tijdelijk) worden ‘vastgezet’. Beëindigen en afbouwen Wij stellen voor om bovenstaande en hierna uitgewerkte financieringsstromen ingaande 2015 af te stemmen op de voorgestelde transformatie van het sociaal domein en verandering van werkwijze. Dat wil zeggen dat de in de overzichten hierna niet opgenomen subsidies ingaande 2015 worden beëindigd en waar dat nodig is worden afgebouwd. Waarbij bij dit laatste geldt dat al een aantal jaren aan alle subsidie-
Gemeente Borger-Odoorn
Anders maatschappelijk investeren
5
ontvangers in de betreffende beschikking dan wel op enigerlei wijze is aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met inhoudelijke en financiële koerswijzigingen. Bovendien stonden de vier genoemde interactieve avonden in dat teken. Gezegd kan dan ook worden dat ‘het veld’ tijdig en herhaaldelijk is ingelicht. Minima
In de overzichten hierna is een aantal voorzieningen cursief opgenomen. Het zijn bestaande maatschappelijke investeringen pur sang, maar ze vallen qua begroting niet onder wat we als subsidies aanduiden, ze worden uit andere bron gefinancierd en grotendeels in samenwerking met de gemeenten Emmen en Coevorden uitgevoerd vanuit het Werkplein in Emmen. Het gaat om wat wordt aangeduid als minimavoorzieningen of ook wel als voorzieningen voor inwoners met een laag inkomen en een gering vermogen. Deze voorzieningen zijn er omdat de gemeente vindt dat inwoners niet om financiële redenen buitengesloten mogen worden. Wijziging van deze voorzieningen wordt in dit kader niet voorgesteld en ze vallen nadrukkelijk ook niet onder de bezuinigingsopdracht (en niet onder de hierna genoemde totaalbedragen). Ze zijn hier toch opgenomen omdat het zoals aangegeven heel duidelijk om maatschappelijke investeringen gaat. Voor een juist totaalbeeld van wat er op dit terrein gebeurt kúnnen ze in de overzichten niet ontbreken. (Het gaat bij deze minimavoorzieningen om afgeronde bedragen zoals besteed in 2013, totaal ruim € 530.000,- en daarnaast schuldhulpverlening: € 274.000,- en kwijtschelding lokale lasten € 43.000,-.)
Gemeente Borger-Odoorn
Anders maatschappelijk investeren