‘Als stiefmoeder kun je een prachtrol vervullen’
20 juni 2015, 22:15
De vijftien christelijke stiefmoeders die zaterdag in Hilversum bij elkaar kwamen om van elkaar te leren, vonden veel herkenning. Ze maken dezelfde worsteling door, die zeker zeven jaar duurt. Hilversum ‘Mijn ouders reageerden niet juichend, toen ze hoorden dat ik verliefd was op een man met kind’, vertelt Pauline Schonewille, organisator van de eerste dag voor christelijke stiefmoeders en zelf sinds twaalf jaar stiefmoeder. ‘Mijn vader zei: weet waar je aan begint. Ik zei: ja, dat weet ik wel.’ De vrouwen lachen. Schonewille heeft de christelijke stiefmoeders bij elkaar gebracht om herkenning te vinden, ervaringen uit te wisselen en het geloof te delen. Ze heeft zelf ook wat te bieden, omdat ze als mediator in haar eigen praktijk FamilieZaken in Deventer stellen met een samengesteld gezin (in opbouw) begeleidt: ze helpt hen om verwachtingen naar elkaar uit te spreken en samen de koers te bepalen voor het nieuwe gezin. Daarbij komt van pas dat ze jurist is. Voor sommige vrouwen is het ergens normaal om stiefmoeder te zijn. ‘Ik weet niet hoe het is om te trouwen met een man die nog geen kinderen heeft’, vertelt een van hen. Tegelijk is het een zoektocht waarbij ze weinig steun krijgen. In de kerk gaan ze er al gauw vanuit dat je na de trouwdatum ‘gewoon’ verder gaat als één, groot, gezellig gezin waarvan jij de moeder bent. Vooral in reformatorische kerken kunnen vrouwen te maken krijgen met afkeuring omdat ze zijn getrouwd met een gescheiden man. Voor alle vrouwen geldt dat het stiefmoederschap niet vanzelf gaat. Voor het in een samengesteld gezin goed loopt, ben je zeven jaar verder, stellen de meer ervaren stiefmoeders. ‘Net als bij een fusie van twee bedrijven.’ Elk gezinslid moet zijn of haar plek vinden en je moet als stiefmoeder leren omgaan met de invloed die de exvrouw op het gezin heeft. Ook als je stiefmoeder bent van een kind of kinderen van wie de moeder is overleden, blijft de moeder een rol spelen door de herinneringen aan haar en het contact met haar familie. In de kerk vinden sommige stiefmoeders minder begrip dan daarbuiten. Dat hoeft niet met afkeuring te maken te hebben, het kan ook komen door onbekendheid: in de kerk zijn vaak minder samengestelde gezinnen dan in de buurt of op de sportclub. Een huwelijk is belangrijk voor de stiefkinderen, merkt een van de stiefmoeders op, omdat het duidelijkheid geeft: hun vader gaat verder met jou. Het woord ‘stiefmoeder’ wordt door de vrouwen alleen als ‘functieaanduiding’ gebruikt, vooral als aan de buitenwereld moet worden uitgelegd wat hun rol is. De meesten laten zich door de stiefkinderen bij de voornaam noemen. Twee stiefmoeders van jonge ‘halfweesjes’ laten zich mama noemen. Een van hen vertelt dat haar stiefdochter haar als haar moeder ziet, omdat het meisje niet beter weet dan dat zij de moederrol vervult. Moederdag kan een lastige dag zijn voor stiefmoeders. Ze krijgen dan de confronterende vraag of ze een cadeautje krijgen. Veel van hen verwachten helemaal geen cadeau van hun stiefkinderen, want ze zijn de moeder niet. Een vrouw vertelt dat haar man die dag ‘stiefmoederdag’ noemt. Zo kunnen zijn kinderen haar toch een blijk van waardering geven. Schonewille noemt de stiefmoederdag van afgelopen zaterdag ‘een cadeautje aan jezelf’: een dag om in alle rust na te denken over je bijzondere rol in het gezin en te genieten van lekkere hapjes en een smakelijke lunch. Het lijkt alsof de vrouwen elkaar al kennen, zoveel hebben ze te bepraten met elkaar. Er vallen geen ongemakkelijke stiltes, er is juist tijd te kort om te praten. Janneke de Leede-Poortman, psycholoog en coach, geeft een korte cursus over de zeven communicatietalen die zijn gebaseerd op de kernwoorden in Romeinen 12 vers 3 tot 8: profeteren, bijstand verlenen, onderwijzen, troosten, weggeven, leiding geven en barmhartig zijn. De meeste mensen hebben volgens haar twee of drie talen die ze actief gebruiken. ‘Probeer bij anderen te herkennen welke talen ze gebruiken en hoe ze bijvoorbeeld hun liefde voor jou laten zien.’ Sommige mensen zeggen vaak ‘ik hou van je’, anderen laten hun liefde merken door veel voor je te doen. De grote tip die Pauline Schonewille geeft is: tel je zegeningen. ‘Een bloedband met de stiefkinderen heb je nou eenmaal niet. Je bent niet hun moeder, maar je kunt wel een prachtrol vervullen.’ Leg jezelf ook niet op hoe je van je stiefkind(eren) moet houden, adviseert ze. ‘Er zijn zoveel manieren van ‘houden van’.’ Het is volgens haar belangrijk dat je als echtpaar tijd voor elkaar maakt. ‘Een samengesteld gezin bestaat omdat jullie van elkaar houden.’ Wat haar betreft, blijft het niet bij deze stiefmoederdag. In het najaar komt er een ‘stellencursus’ voor stiefmoeders en hun man. Ze wil ook nog een
vadercursus geven, want in de gezinnen van de stiefmoeders, zijn de vaders de spil. < Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Een relatie is niet alles 04 juli 2015, 03:00 Frea Kroese • lezer te Harderwijk
Robert Plomp zet in zijn betoog over homoseksualiteit (ND 1 juli) een bril op die ik steeds meer om mij heen zie. Het is de roze bril van de ‘oprechte liefde’. Ik zou deze bril ook bijna zelf opzetten, maar als Plomp over het verzet tegen homoseksuele relaties zegt: ‘Dit hangt samen met onze illusie van een Bijbels huwelijk tussen één man en één vrouw’ komt het moment van openbaring. Onze illusie? Wat? Als dit een illusie is, waarom stelt God de relatie die Hij heeft met mensen dan voor als een huwelijk tussen een man en zijn vrouw (bijvoorbeeld bij Hosea en in de brief aan de Efeziërs). Waarom staat er een Hooglied in de Bijbel met betrekking tot de hoogste liefde die bedreven wordt door een man en een vrouw? Waarom is God zo expliciet in zijn wet over seks van een man met een andere man (Leviticus 18:22), over andere seksuele omgang en de gevolgen ervan (‘het land zal jullie uitspuwen’, Leviticus 18:25)? cultuurvolgend De Bijbel doet verslag van verschillende culturen en ontwikkelingen, maar je kunt niet stellen dat de Bijbel een cultuur volgt, zoals Plomp beweert. God reageert op hoe mensen omgaan met zijn bedoelingen, maar vaak waarschuwt Hij eerst. Hij kondigt liefdevol aan dat het fout zal gaan, dat er een oordeel zal volgen als we deze weg vervolgen. Over het algemeen genomen luisteren de mensen niet. Ze nemen Hem, die de mensen zo innig liefheeft, niet serieus. Ze zijn Hem ontrouw en verlaten Hem. Hij volgt ons niet. Als het goed is, leidt Hij ons. zonder perspectief Het montuur van de bril die ik ooit kocht, lag direct op mijn wangen. Het gevolg was dat de bril iedere keer besloeg door mijn lichaamswarmte. Ditzelfde kan gebeuren wanneer wij de Bijbel met één bril lezen en vervolgens onze eigen conclusies gaan trekken. Is het bijvoorbeeld echt zo, wat Plomp beweert, dat pastoraat aan homo’s zonder perspectief is als je homoseksuele gemeenschap afwijst? Ons aller perspectief is immers Christus? En niet een ander mens of een relatie met een ander mens. Natuurlijk hebben wij, christenen, homo of niet, dit perspectief! Wij willen doen wat God behaagt en we willen niet voldoen aan wat onszelf of een ander mens behaagt. diepe crisis Toen ik in het huwelijk stapte met mijn man, ging ik er onwillekeurig helemaal van uit dat hij mij gelukkig zou maken. In een diepe crisis moest ik echter ontdekken dat dat perspectief niet juist is. Ik ben zelf verantwoordelijk voor mijn eigen levensgeluk in relatie tot mijn verantwoordelijkheid tot God. Seksualiteit is een van de pijlers die onder die verantwoordelijkheid vallen. Er is me op dat gebied iets ontnomen: de illusie dat die ander mij gelukkig zou maken door de seksuele relatie die ik met hem heb. Maar ik heb er een werkelijkheid voor teruggekregen die mij voorziet van een altijd durende Bron van liefde en vrede: ik kan die ander niet gelukkig maken; die ander kan mij niet gelukkig maken, maar als wij allebei Gods wil doen, hebben we meer vrede en liefde dan we ooit gehad hebben. Robert Plomp haalt de geschiedenis van Tamar aan – de schoondochter van Juda die zichzelf prostitueert en zwanger raakt van Juda. Inderdaad, dat is een gebeurtenis die onderdeel is van Gods heilsplan. Een bijzonder pijnlijke geschiedenis. Maar nergens staat dat het Gods aanmoediging kreeg, wat Tamar deed. Paulus riep op om alleen te blijven in plaats van te trouwen. Zijn oproep was overigens gericht aan ongehuwden en weduwen en aan de mensen die autoriteit hebben over hen (de oudsten en de vaders) en hij noemt het een gave, zodat je in die situatie God beter kunt dienen. Dat was geen noodoplossing, maar dé manier om in dit alles God de eer te geven en zijn heerlijkheid te vergroten en de focus op Christus te houden. Gods heerlijkheid ervaren en aan Gods heerlijkheid meewerken en erin delen. Dat kan in het leven van elk mens op veel verschillende manieren. Daarin zegent Hij ons. < Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Extra regels bij scheiding werkt niet 07 maart 2015, 09:07 Aaldert van Soest
UTRECHT - Het plan van het CDA om na een echtscheiding de positie van grootouders te versterken, is niet goed doordacht. Extra verplichtingen leiden tot extra ruzies. Dat zegt Ed Spruijt, echtscheidingsonderzoeker aan de Universiteit Utrecht en auteur van het Handboek Scheiden en de Kinderen. De CDA-Kamerleden Peter Oskam en Mona Keijzer dienden deze week een initiatiefwetsvoorstel in om na scheiding de omgang tussen kinderen en hun grootouders beter te regelen. Ze willen het voor grootouders makkelijker maken om via de rechter een omgangsregeling af te dwingen, als de ouders daar niet uitkomen. Het plan klinkt sympathiek, maar dient niet het belang van de kinderen, denkt Spruijt. Het belangrijkste voor de kinderen is dat het aantal ruzies tijdens en na de scheiding vermindert, zegt hij. Als je iets vastlegt over een verplichte omgang met grootouders, neemt het aantal conflicten alleen maar toe. Spruijt deed onderzoek naar het effect van het ouderschapsplan dat ouders sinds 2009 moeten opstellen, als ze uit elkaar gaan. Daaruit bleek dat het aantal ruzies sindsdien juist toegenomen is. Verplichtingen werken dus niet, constateert hij. Je zou eigenlijk slechts één ding moeten opleggen: ouders moeten voorafgaand aan de scheiding een gesprek met elkaar voeren onder begeleiding van bijvoorbeeld een orthopedagoog. Ouders zijn meestal wel van goede wil, maar bij een scheiding onmachtig om het goed te regelen voor de kinderen. Iedereen een gesprek laten voeren kost misschien geld, maar het werkt veel beter dan het opleggen van juridische verplichtingen.
Zie ook: Uit de hoofdredactie: Scheiden (7-3-2015) 'Een relatie verbreken is soms beter' (7-3-2015) Relaties in deze tijd breekbaarder dan ooit (7-3-2015) Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Hechting is dé uitdaging van nieuwe generaties
Doordat er de komende decennia veel oudere alleenstaanden bij zullen komen, ontstaan nieuwe risicogroepen. 04 juli 2015, 03:00 Aaldert van Soest
nieuwe risicogroepen
In een samenleving waar liefdesrelaties breekbaarder en vriendschappen belangrijker worden, kunnen de meeste mensen zich goed redden, denkt sociaal demograaf Jan Latten. De doorsnee alleenstaande zal nieuwe vormen en vrienden vinden. Maar doordat er de komende decennia veel oudere alleenstaanden bij zullen komen, ontstaan ook nieuwe risicogroepen. Latten ziet er twee: ‘Alleenstaande vrouwen die gescheiden zijn, hebben vaak weinig pensioen opgebouwd. Daardoor zijn ze financieel kwetsbaar. De trend is nog altijd dat na de geboorte van kinderen meestal de vrouw een deel van haar baan opgeeft. Daardoor blijft het verschil bestaan.’ Een tweede risicogroep wordt gevormd door laagopgeleide mannen. ‘Mannen hebben meestal minder sociale vaardigheden dan vrouwen’, licht Latten toe. ‘Er is zal daardoor een groep mannen zijn die zich minder goed redt. Zij lopen meer risico op problemen als werkloosheid, ziekte en verslaving.’
Het aantal eenpersoonhuishoudens blijft groeien. Mensen staan kritischer in relaties. Men wil ervan kunnen genieten, zonder te veel verplichtingen. Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samenleving? Vandaag: meer eenpersoonshuishoudens.
In 2060 bestaat Nederland voor 44 procent uit eenpersoonshuishoudens, voorspelt het CBS. De meesten zullen nieuwe vormen vinden om zich aan anderen te binden, is de verwachting. Op een dag als vandaag besluiten 92 getrouwde stellen in Nederland om uit elkaar te gaan. Vijftien van deze huwelijken heeft minder dan vijf jaar standgehouden. Het aantal eenpersoonshuishoudens groeide tussen 1960 en 2010 van krap vierhonderdduizend naar 2,7 miljoen. De komende veertig jaar komen er naar verwachting nog eens pakweg een miljoen bij. Zulke cijfers zijn nauwelijks nog nieuws te noemen en ze bevestigen wat vrijwel iedereen om zich heen ziet gebeuren. Ze roepen wel de vraag op wat de effecten op langere termijn zijn op onze relaties. Raakt de samenleving doordrenkt met bindingsangst? Statistisch is vastgesteld dat kinderen van gescheiden ouders minder snel een huwelijk aangaan, zegt Jan Latten, hoofddemograaf bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Ze gaan net zo vaak een relatie aan als kinderen van niet-gescheiden ouders, maar blijven vaker samenwonen. Het verschilt natuurlijk van persoon tot persoon, maar gemiddeld genomen blijven hun relaties voorzichtiger, meer zoekend.’ Latten benoemt dit fenomeen niet als bindingsangst, maar spreekt liever over ‘bindingsvoorzichtigheid’ of behoedzaamheid. ‘Het is niet alleen angst, het komt ook door het ontbreken van de noodzaak om te trouwen. Partners zijn minder economisch afhankelijk van elkaar en trouwen hoeft van niemand. Mensen staan daardoor kritischer in relaties. Men wil ervan kunnen genieten, liefst met niet te veel verplichtingen. Als die gaan overheersen, ontstaan barsten in de relatie. Want dat was niet de bedoeling.’ Dirk De Wachter, hoogleraar psychiatrie en gezinstherapeut bij het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven, denkt dat de samenleving in een overgangsfase zit. Mensen moeten nog leren omgaan met de vrijheid die sinds de jaren zestig is ontstaan. ‘Vroeger was er de angst dat je niet weg kon uit je sociale verbanden, dat je vast zat in werk, dorp en relatie. Vandaag de dag zie je dat mensen helemaal geen houvast durven te nemen. Voor henzelf is die angst misschien niet altijd duidelijk, hij zit meer onder de gordel.’
De Wachter werd in Vlaanderen en Nederland bekend met zijn boek Borderline Times (2012), waarin hij de criteria van de persoonlijkheidsstoornis borderline toepast op de maatschappij. Hij vindt bindingsangst een te forse term om op de hele samenleving te plakken. Toch is ‘hechting’ volgens hem dé uitdaging voor een nieuwe generatie. ‘Dat houdt in kwetsbaar durven en kunnen zijn. De maatschappij zet helemaal in op succes en een fantastisch leven, maar er is in de praktijk veel “gewonigheid”. Daar kunnen we moeilijk mee omgaan. Een jonge generatie moet daar opnieuw uit zien te komen en dat heeft te maken met hechting. Je hebt de ander soms nodig om je erdoorheen te helpen. Kunnen we de dingen met elkaar dragen en in welke vormen gaan we dat dan doen?’ nieuwe vormen De Wachter is niet pessimistisch. ‘Een nieuwe generatie zal hier oplossingen voor vinden’, is zijn overtuiging. ‘Ik ga als wetenschapper niet zeggen hoe die eruit moeten zien, dat is aan de mensen zelf. Het gezin van vader, moeder en twee kinderen is een construct dat vooral na de Tweede Wereldoorlog is opgekomen. Dat moet je niet idealiseren. Vroeger woonden opa’s, oma’s en knechten in bij het gezin op de boerderij. En er waren tijden van oorlog, waarin veel mannen sneuvelden. Toen zagen sociale verbanden er anders uit. Ook nu zullen nieuwe verbindingen ontstaan.’ Ook sociaal demograaf Latten maakt een vergelijking met de tijd dat opa en oma op de boerderij bleven wonen. Het samenleven in zo’n groter netwerk zal in een andere vorm terugkeren, denkt hij. Maar nu steeds vaker met vrienden. ‘De hofjeswoning van vroeger krijgt een nieuwe toekomst. Je zult woonvormen zien ontstaan met kleine woningen en gemeenschappelijke ruimten, zoals een tuin, een fietsenhok of een wasruimte. Op die manier creëer je voor eenpersoonshuishoudens meer ontmoeting en onderlinge verbondenheid.’ Latten denkt dat deze ontwikkeling op termijn steeds meer zichtbaar zal worden in de woningbouw. Het wegvallen van het ene verband gaat altijd gepaard met de opkomst van het andere, stelt filosoof Ad Verbrugge. ‘Gemeenschapsverbanden verdwijnen niet, ze veranderen van karakter.’ Verbrugge, die in zijn meest recente boek Staat van Verwarring onderzoekt hoe het in de samenleving is gesteld met de liefdesrelatie, ziet een paar gevolgen van het toenemend aantal scheidingen en eenpersoonshuishoudens. Allereerst wordt de band tussen ouders en kinderen intensiever. ‘Ouders zijn bijvoorbeeld betrokken op de aankoop van een huis door hun kinderen. Zestigplussers passen op de kleinkinderen en kinderen worden ingeschakeld als mantelzorger. Dat komt ook in gescheiden milieus volop voor. Daarnaast is er de invloed van sociale media. Die contacten zijn misschien oppervlakkig, maar helpen wel bij het bestendigen van banden op afstand. Ik denk dat de ouder-kindrelatie sterker wordt, misschien wel dorpser.’ Een tweede ontwikkeling die Verbrugge signaleert is het grotere belang van vriendschappen. Die ontlasten op een bepaalde manier de druk op de kernfamilie. Hij ziet die ontwikkeling ook doordringen in de betekenis die mensen geven aan hun werk. ‘Dat wordt vaker in de sfeer van identiteit en zelfs intimiteit getrokken’, zegt hij. ‘Mensen hechten er meer emotionele waarde aan, het geeft een bepaalde geborgenheid. Het feit dat zzp’ers zo op zichzelf zijn wordt dan ineens een probleem, waardoor zij zich nu gaan verenigen in groepen. Werk krijgt iets van een familie, maar ik kan nog niet inschatten hoe sterk die beweging zal doorzetten.’ skiën met vrienden Het grotere belang van vriendschappen geldt niet alleen na een scheiding, het druppelt ook door in de bestaande relaties, zegt Latten. ‘Het is normaal geworden dat de man een weekje gaat skiën met vrienden of dat de vrouw een weekje in Londen gaat shoppen met vriendinnen. Dat kun je simpel duiden als “leuk”, maar er zit meer onder. Sociologen zoeken naar de onbedoelde functie van zulk gedrag. In wezen houd je een eigen vriendenkring op die manier in stand voor als de relatie stukgaat. Als dat gebeurt, ben je daarna niet alleen.’ Volgens Verbrugge is het goed dat er iets minder druk staat op het kerngezin. Tegelijk ziet hij een vreemde spanning in de ontwikkeling van de liefdesrelatie. Door verwonding aan de ene kant en het verlangen autonoom te blijven aan de andere kant, worden mensen banger om een innige relatie aan te gaan, maar het onderliggende verlangen neemt niet af. ‘Er ontstaan zeker andere vormen, maar wie deelt uiteindelijk lief en leed met je? Vrienden kunnen die innige verbintenis niet helemaal overnemen. Ouders en kinderen misschien wel, maar het is juist de bedoeling dat zij in zekere mate loskomen van elkaar. De elementaire binding van man en vrouw, van ‘tot de dood ons scheidt’, is heel sterk. De behoefte aan een innige relatie blijft altijd latent aanwezig.’ ◆ alleenstaanden vaak in groot huis
Het aantal eenpersoonshuishoudens is sinds 1960 gegroeid van vierhonderdduizend tot een kleine drie miljoen. In die toename zijn een paar golven te onderscheiden. Vanaf de jaren zeventig groeide de deelname aan het hoger onderwijs sterk, waardoor meer jongeren op kamers gingen. In de jaren tachtig kwam daarbij dat jonge mensen later gingen trouwen of samenwonen. Tegelijk begon de grote scheidingsgolf. ‘Dat had een duidelijk effect op de volkshuisvesting’, zegt Pieter Hooimeijer, hoogleraar sociale geografie en demografie Universiteit Utrecht. ‘Staatssecretaris Marcel van Dam kwam in 1975 met een subsidieregeling, waarmee de zogeheten Van Dam-eenheden werden gebouwd. Dat waren woningen voor één of twee personen.’ Deze subsidieregeling werd een jaar of twintig geleden stopgezet. Gescheiden mensen bleken namelijk vaak in grotere huizen te trekken of te blijven wonen. ‘Lang is gedacht dat alleenstaanden niet in een gezinswoning konden blijven, maar ze blijken daar weinig last van te hebben’, zegt Hooimeijer. ‘Vaak bewoont een alleenstaande een driekamerappartement, waar vroeger op zijn minst een paar woonde.’ De groei van de eenpersoonshuishoudens zit de komende decennia vooral bij vijftigplussers. Ook zij zullen vaak in grotere huizen blijven wonen, schrijft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in het rapport Investeren in Nederland. Het effect van de ‘gezinsverdunning’ onder ouderen wordt gedempt door de groei van het welvaartsniveau, aldus het EIB. ‘Huisbioscopen, computerruimtes, kookeilanden, en de “welnessbeleving” in de eigen badkamer zijn voorbeelden van ontwikkelingen in het recente verleden’, schrijft het instituut. Zulke voorzieningen zijn uiteraard niet in elk huis te vinden, maar maken een gestage groei door. Daarnaast is vaker een studeerruimte gewenst door de combinatie van werk en privé.
De problemen in de huisvesting van ouderen, ontstaan pas als er beperkingen komen. Ze hebben dan behoefte aan een gelijkvloerse woning of aan verzorgd wonen om vereenzaming te voorkomen. De behoefte aan nieuwe woningen voor deze groep zal de komende jaren fors toenemen, weet Hooimeijer. ‘Er is nu al een tekort van 150.000 van deze woningen, daar komen er zeker nog tienduizenden bij.’ CBS-demograaf Jan Latten verwacht ook een toename van woonvormen, waarin mensen alleen wonen en bepaalde voorzieningen delen. ‘Woningbouwcorporaties zullen hiermee meer gaan experimenteren’, denkt hij. ‘Vaak zie je dat mensen die hierin gaan wonen elkaar vooraf selecteren. Dat is naar mijn overtuiging een nieuwe ster aan het woningfirmament.’ Hooimeijer betwijfelt of deze woonvormen echt een grote vlucht zullen nemen. ‘Al vanaf de jaren tachtig zijn er voorbeelden van groepswonen, maar het blijft een marginaal verschijnsel. Nederlanders zijn daarvoor te veel op zichzelf. Ook speelt op de achtergrond de dreiging van een huishoudrelatie. In Nederland word je dan gekort op je uitkeringen, inclusief AOW.’ Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Het mag niet, soms kan het niet anders
Zelfs de strengste dominees hebben begrip opgebracht voor de moeilijke omstandigheden waarin mensen soms verkeren. Hoe moest een zeemansvrouw haar eer bewaren als haar man soms jaren achtereen op zee verbleef?, zo vroegen ze zich af. | beeld novum / Rein van Zanen 11 april 2015, 03:00 Willem Bouwman
Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia tijd sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samen-leving? Vandaag: de christelijke kerk en de normen voor het ontbinden van een huwelijk. De kans dat een huwelijk uitloopt op een echtscheiding, is groter dan ooit. Ook christenen scheiden nu vaker dan christenen in vroegere tijden. De bijbelse normen voor huwelijk en echtscheiding zijn dezelfde gebleven. Barneveld Zo lang het huwelijk bestaat, zijn er huwelijken gestrand en ontbonden. Zo lang de christelijke kerk bestaat, heeft ze normen gesteld voor het ontbinden van een huwelijk. De rode draad in het Bijbelse denken over huwelijk en echtscheiding is dat het huwelijk door God is ingesteld, dat het huwelijk voor het leven wordt aangegaan en dat echtscheiding niet toelaatbaar is. De Heer verafschuwt het wanneer een man zijn vrouw wegstuurt, staat er in Maleachi 2:16. Wel zegt Jezus in Matteüs 5 dat overspel of buitenechtelijk geslachtsverkeer een reden is voor echtscheiding. ‘En ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.’ Jezus herhaalt dat in Matteüs 19:9. Het komt er op neer dat het huwelijk een zaak tussen twee mensen is, en dat er geen derde in het spel mag komen. Wie overspel pleegt, ontbindt het huwelijk. De apostel Paulus noemt in 1 Korintiërs 7:15 nog een reden voor echtscheiding, in geval van een huwelijk tussen een gelovige en een ongelovige: ‘Maar als de ongelovige partij wil scheiden, moet dat maar gebeuren; in dat geval is de broeder of zuster niet gebonden.’ Jacob van Bruggen schrijft in zijn exegese van 1 Korinthe 7, Het huwelijk gewogen, dat het hier gaat om een gelovige echtgenoot die ondraaglijke druk te verduren heeft. ‘We moeten hier denken aan de gevallen waarin een ongelovige weigert om een huwelijk met een christen voort te zetten: de gelovige wordt voor de keus gesteld om het geloof de deur uit te zetten of zelf de deur uit te gaan.’ geestelijk overspel De Bijbel lijkt duidelijk over de toelaatbaarheid van echtscheiding, en toch waren christenen het er niet altijd over eens wat wel of wat niet met overspel of hoererij werd bedoeld. De opvattingen van de kerkvaders liepen uiteen van zuiver overspel en hoererij tot ketterij, godslastering, misdaad en verdenking van hoererij. Augustinus, de vader aller kerkvaders, vond overspel een reden om te scheiden, en daartoe rekende hij ook het geestelijke overspel, dat wil zeggen dwaalleer en afgoderij. Volgens Augustinus mocht een gescheiden man of vrouw niet opnieuw trouwen, omdat het huwelijk een sacrament zou zijn en daarom onverbrekelijk. Een overspelige man moest bij zijn vrouw kunnen terugkeren na betoond berouw. En een overspelige vrouw bij haar man. Verschillen van inzicht waren er ook onder de reformatoren. Volgens Luther gold 1 Korintiërs 7:15 ook voor een man die zijn vrouw verliet. Ontrouwe mannen waren ‘voor God reeds dood’, en dat gold ook voor mannen die hun vrouwen mishandelden of hun echtelijke plichten verzuimden. Omdat ze voor God niet meer bestonden, waren hun vrouwen niet meer aan het huwelijk gebonden. Deze echtscheidingsgrond werd moedwillige of kwaadwillige verlating genoemd en in 1647 opgenomen in een belijdenisgeschrift, de Westminster Confessie. Volgens artikel 24 van de Westminster Confessie mag het huwelijk alleen worden verbroken bij ‘overspel of zulke moedwillige verlating die op geen enkele manier door de kerk of door de burgerlijke overheid geheeld kan worden’. Zacharias Ursinus, een van de auteurs van de Heidelbergse Catechismus, vond moedwillige verlating geen goede echtscheidingsgrond. Wat Johannes Calvijn ervan vond, is niet met zekerheid te zeggen. Calvijn achtte 1 Korintiërs 7 alleen van toepassing als een gelovige echtgenoot moest kiezen tussen God of het ongeloof. Hij ging akkoord met de echtscheiding van een protestant wiens katholieke vrouw hem niet in
ballingschap had willen volgen. Volgens Calvijn moesten echtgenoten alles in het werk stellen om hun huwelijk in stand te houden. man op zee Calvijns volgelingen in Nederland, verenigd in de Gereformeerde Kerk, erkenden overspel en kwaadwillige verlating als echtscheidingsgrond. Niettemin toonden ook de strenge dominees begrip voor de moeilijke omstandigheden waarin echtelieden soms verkeerden. Hoe moest een zeemansvrouw haar eer bewaren als haar man soms jaren achtereen op zee verbleef? En als zij niet eens wist of hij nog leefde? Zo’n vrouw werd eigenlijk tot kwaadwillige verlating aangezet. In zijn catechismusverklaring uit 1655 schreef ds. Cornelis Poudroyen dat een man de zwaarste schuld droeg bij een echtscheiding. Hij was immers het hoofd van de vrouw en droeg dus de grootste verantwoordelijkheid. Echtscheiding gebeurde na goedkeuring door de overheid, waarna de kerk de echtscheiding aanvaardde, maar nooit van harte. ‘Al dat scheiden van die huwelyken is de dood in ons land’, zei de bekende prediker Bernardus Smytegelt. Hij bedoelde niet alleen echtscheiding maar ook scheiding van tafel en bed, dat toen separatie werd genoemd, en waarbij het huwelijk in stand bleef maar de plicht tot samenwonen verviel. Ook separatie moest wettelijk geregeld worden. Ds. Petrus van der Hagen uit Amsterdam kende rond 1730 genoeg echtgenoten die zonder echtscheiding of separatie uit elkaar gingen. In onderling overleg hadden ze elkaar moedwillig verlaten, en zo de deur geopend voor echtscheiding en het huwelijk met een ander. Vaak bleven echtgenoten bij elkaar, ook als ze een slecht huwelijk hadden. Vooral bij de lagere klassen, het merendeel van de bevolking, werd het huwelijksleven geplaagd door honger, armoe, ziekte, ruimtegebrek en drankmisbruik. Dat het niet tot een echtscheiding kwam, lag aan de onbekendheid met de procedure, die bovendien veel moeilijker was dan nu. Men legde zich bij de situatie neer of ging elders wonen. In 1925 woonden er in Amsterdam 3824 gehuwde mannen en 4630 gehuwde vrouwen niet meer samen met hun echtgenoten. Officieel waren ze niet gescheiden. Op echtscheiding lag ook een taboe, zeker bij katholieken en orthodoxe protestanten. Op het platteland werd echtscheiding onbetamelijk gevonden. Volksgerichten tegen echtbrekers kwamen geregeld voor. Nog in 1953 werd een ontrouwe echtgenoot uit Bodegraven, die zijn intrek had genomen bij een vrouw in Hilversum, door dorpsgenoten ontvoerd en naar zijn wettige echtgenote teruggebracht. de grote leugen Echtscheiding was wettelijk geregeld in het Burgerlijk Wetboek van 1838: Echtscheiding was mogelijk in vier nauw omschreven gevallen en na een langdurige rechtsgang: overspel, mishandeling, curatele op grond van verkwisting, veroordeling tot gevangenisstraf wegens misdrijf van vier jaar of meer. Alleen als een echtgenoot aantoonbaar overspel had gepleegd, mocht de rechter onmiddellijk een echtscheiding uitspreken. Vanaf 1883 volstond een bekentenis van overspel. Het leidde tot ‘de groote leugen’, waarbij echtgenoten die het niet meer met elkaar uithielden, logen dat er sprake was van overspel, om snel te kunnen scheiden. Meestal loog alleen de man. Een vrouw kon zich geen leugen permitteren, omdat ze geen financiële tegemoetkoming ontving als ze zich schuldig verklaarde aan de echtscheiding. Het gemak waarmee mensen gingen scheiden, verontrustte de Gereformeerde Kerken. In 1923 deed de gereformeerde synode er een uitspraak over. Wie volgens de regels van de wet geoorloofd maar volgens de Bijbel ongeoorloofd gescheiden was, bleef schuldig aan echtbreuk en moest schuld belijden. De kerk moest een nieuw huwelijk als een zondige daad veroordelen en er niet aan meewerken. Man en vrouw zijn door God in het huwelijk samengevoegd, en wat God heeft samengevoegd, mag de mens niet scheiden, was de gedachte. ‘Dat wil niet zeggen, dat in elk willekeurig huwelijk die bepaalde partners door God voor elkaar bestemd zijn’, schreef de gereformeerde ethicus Brillenburg Wurth. ‘Er komen combinaties voor, waarvan het beter was, dat ze nooit tot stand waren gekomen.’ Zo dacht ook de synode van de Hervormde Kerk in een herderlijk schrijven uit 1952 over het huwelijk: God verwerpt de echtscheiding, ze strijdt ook met de huwelijksbeloften van man en vrouw, maar: ‘In de zondige werkelijkheid van dit leven, die ook in het huwelijksleven tot openbaring komt, kan het geschieden, dat het voortzetten van een huwelijk een erger kwaad is dan het uiteen gaan.’ De synode meende ook, dat Jezus noch Paulus een uitgewerkte echtscheidingsethiek gegeven heeft. ‘Daarom is het zeer aanvechtbaar om uit enkele teksten te concluderen, wat een echtscheidingsgrond kan zijn en wat niet.’ Het strengst is het standpunt van de Rooms-Katholieke Kerk. Zij heeft altijd geleerd dat ‘een geldig gesloten en geslachtelijk voltooid huwelijk van gedoopten’ alleen door de dood van een van beide echtgenoten kon worden ontbonden. In 1859 kreeg dit inzicht de status van geopenbaarde waarheid, die door alle leden van de kerk erkend moest worden. In de Rooms-katholieke Kerk is het huwelijk een sacrament, op grond van de Latijnse vertaling van Efeze 5:32, waar het Griekse woord mysterion of verborgenheid is vertaald met sacramentum.
Een volgende aflevering in deze serie beschrijft hoe kerken in de praktijk hun weg zoeken in de omgang met echtscheiding. Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Investeren in levenslange relatie
03 juni 2015, 03:00 Machteld Meerkerk
Steeds meer jongeren kiezen ervoor om niet meer onbevangen in het huwelijksbootje te stappen, maar zich bewust voor te bereiden op het leven als getrouwd stel. Organisator Hans de Korte van het PrePair-weekend: ‘Voor rijlessen en opleidingen betaal je ook, zo gek is het niet om dan een paar honderd euro te investeren in je levenslange relatie.’
Communicatie, omgaan met financiën, taakverdeling in het huishouden, verschillen tussen man en vrouw. Een stel dat niet tegen het ene onderwerp aanloopt, loopt wellicht wel tegen het andere aan. Tijdens relatieweekenden en -cursussen komen de onderwerpen voor het huwelijk aan bod, zodat de bijna-bruid-en-bruidegom goed zijn voorbereid. In rooms-katholieke kring, waar het huwelijk als sacrament wordt gezien, wordt de kerkelijke voorbereidingsroute sterk aanbevolen. Ook in protestantse kringen bieden diverse kerkverbanden een eigen voorbereidingstraject aan. De interkerkelijke PreMarriageCourse bereikt steeds meer jongeren, weet organisator Minella van Bergeijk. Sinds 2005 volgden meer dan 10.000 stellen de PreMarriageCourse, een cursus die bestaat uit meerdere avonden, waarin verschillende onderwerpen aan bod komen. Deze wordt deels aangeboden via kerken, deels via een huiskamervariant, waarbij een getrouwd stel een ander stel persoonlijk begeleidt. Ook vriendengroepen kunnen de cursus volgen: op de bijbehorende dvd staan genoeg ervaringsverhalen. Bij de PreMarriageCourse draait het om de centrale vraag ‘wat verwachten we van elkaar’, weet Van Bergeijk. ‘Van daaruit kun je realistisch zijn, ook over verschillen, ook over het verleden.’ Verder vullen de aanstaande bruidsparen testen en vragenlijsten in, waar ook verwachtingen worden besproken. ‘Zo worden de gedachten van beiden verwoord, niet alleen die van de extraverte persoon.’ families Hans en Jeanette de Korte organiseren sinds 2014 het interkerkelijke PrePair-weekend. ‘Het doel is dat jongeren samen in gesprek gaan’, aldus Hans de Korte. ‘Tijdens het relatieweekend gaan we de diepte in. Je moet alles met elkaar kunnen delen. Dat maakt het minder geschikt om aan het begin van je verkering te doen. Het zou mooi zijn als ouders in die fase van de relatie hun kinderen aanmoedigen om met hun vriend of vriendin te praten over bijvoorbeeld de verschillen tussen de twee families.’ Tijdens de afgelopen huwelijksweekenden gingen er zo’n twintig stellen mee met zes begeleidende echtparen. ‘Het moet geen groot event worden, we willen echt met de jongeren optrekken.’ Het voordeel van een heel weekend is volgens De Korte dat stellen dan voor een langere periode bij elkaar zijn, zodat er geen onderwerpen blijven liggen door tijdgebrek, en een spreker makkelijk kan teruggrijpen op dingen die eerder in het weekend aan bod kwamen, zodat de verbanden duidelijk zijn. De 350 euro die stellen ervoor neer moeten leggen, werpt volgens De Korte geen drempels op. ‘Voor rijlessen en opleidingen betaal je ook, zo gek is het niet om dan een paar honderd euro te investeren in je levenslange relatie.’ Ook Van Bergeijk ziet huwelijksvoorbereiding als een investering in de toekomst. ‘Stellen die de PreMarriageCourse gevolgd hebben, stappen makkelijker de drempel over naar de MarriageCourse. Dat komt meestal na een paar jaar, bijvoorbeeld als er grote dingen gebeuren in je relatie, zoals de geboorte van een kind. Wie gewend is om te investeren, gaat minder snel uit elkaar.’ ■ Een goede geestelijke voorbereiding op het huwelijk is geen overbodige luxe. ‘Je moet tijdens zo’n weekend alles met elkaar kunnen delen.’ Verlangen
Ruben Anker (20) en Marit van der Wel (20) gaan trouwen op 4 juli. In maart bereidden ze zich hierop voor met een PrePair-weekend. Ruben: ‘Wij kennen elkaar van kerkelijke activiteiten. We hebben nu 4,5 jaar verkering. Een waar voorrecht om al zo lang betrokken te zijn bij elkaars leven. Door enthousiaste verhalen van een broer en schoonzus die vorig jaar het PrePair-weekend hebben gedaan, zijn we het zelf ook gaan doen. We hadden eerst wat twijfels of het ons iets nieuws zou brengen. We kenden elkaar al zo goed, dat wel, maar het leek ons onwijs tof om een weekend nog meer over elkaar te mogen leren en tijd te kunnen investeren in elkaar. De kosten waren voor ons eerst een drempel, maar toen kregen we het weekend gelukkig van iemand cadeau. Het weekend was in één woord gaaf. We hadden niet verwacht nog zo veel meer over elkaar te kunnen leren. We hebben alles wat we aangereikt kregen, vastgegrepen en zo veel mogelijk uit het weekend gehaald. We kregen veel ruimte om samen in gesprek te zijn. Dat is echt een voorrecht. We hebben bijvoorbeeld geleerd dat achter ieder conflict een verlangen zit. Als de ander boos of verdrietig wordt, moet je zoeken naar de reden waarom hij of zij zich zo voelt. Het had een positieve uitwerking om dingen over onze relatie met anderen te delen: het gaf steun en erkenning. Ik kwam erachter dat ik het ook waardevol vind om samen stil te zijn, ook al ben ik normaal een prater. Marit vond het vooral leerzaam om te weten te komen wat de Bijbel zegt over de positie van man en vrouw. We investeren nu nog meer in elkaar, door echt avonden te plannen waarop we samen zijn en niet allemaal andere dingen doen. Door alle voorbereidingen voor onze trouwdag komen we daar anders niet aan toe.’ Bijbelstudies Willemijn (31) en Dirk Jan (30) gaan trouwen op 29 augustus. Begin dit jaar bereidden ze zich hierop voor door de PreMarriageCourse te volgen. Willemijn: ‘Een paar weken terug hadden we de laatste avond van de cursus. We hebben drie formele avonden gehad en een informele avond: toen gingen we met elkaar uit eten. Tussendoor maakten we thuis huiswerk: we praatten door over onderwerpen die aan bod kwamen, zoals communicatie, financiën en seksualiteit. De PreMarriageCourse die wij volgden, was de huiskamervariant. Een echtpaar uit onze kerk begeleidde ons. Ze hadden al eerder een stel begeleid, vandaar dat we hen hebben gevraagd. Ook heeft die man een eigen bedrijf, net als Dirk Jan. Dus konden we het er ook over hebben welke gevolgen dat voor je huwelijk kan hebben. We hebben ervoor gekozen om naast het materiaal van de PreMarriageCourse, dat vooral praktisch is, ook een verdiepend boek te behandelen: Het huwelijk, een verbond, van Derek Prince. Aan de hand daarvan hebben we Bijbelstudies over het huwelijk gedaan. Het was voor ons erg waardevol om er op deze manier bij stil te staan: normaal heb je het sneller met mensen over je trouwjurk en over de dag zelf, maar niet over wat daarna komt. We wonen nu allebei op onszelf en het was voor ons leuk en leerzaam om het over de taakverdeling te hebben. Zo dacht ik dat ik elke dag zou gaan koken, maar Dirk Jan had het idee om dat ook wel twee of drie keer per week te doen. En ik ben gewend alles fair trade en biologisch te kopen, Dirk Jan kiest juist het liefst de goedkoopste producten. We hebben nu een middenweg gevonden: degene die de boodschappen doet, bepaalt zelf op welke manier.’ Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Juf merkt het als er problemen zijn
15 april 2015, 03:00 Sophia Geuze
Een echtscheiding hakt erin. Zeker bij kinderen. Soms presteren ze minder of worden ze sneller boos. Praten met lotgenoten kan opluchten. Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia tijd sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samen-leving? Vandaag: een project voor basisscholen om met kinderen te praten over de echtscheiding van hun ouders. De picknicktafels staan klaar. Erop liggen mapjes, werkbladen, pennen, en potloden. Er staan stoelen in een kring voor twaalf personen. Tien basisschoolkinderen in Alphen aan den Rijn komen bij elkaar om te praten over de scheiding van hun ouders. Pottenkijkers zijn niet gewenst. Wat gezegd wordt, blijft onder elkaar. Achter gesloten deuren vindt de KIES-bijeenkomst plaats. KIES staat voor Kinderen in Echtscheidingssituaties. ‘Ik mag ook nooit vragen wat ze verteld hebben’, zegt Gerda Bos, juf van groep 4 van basisschool De Fontein. ‘Soms zie ik aan hun gezichtjes dat ze nog heel veel hebben om over na te denken. Ik mag natuurlijk wel vragen of het fijn was. En ik zeg dat ze ook altijd nog bij mij langs mogen komen als ze iets willen vertellen. Soms doen ze dat ook. Ze kunnen ook altijd naar de intern begeleider.’ De intern begeleider is samen met coach Tineke Knoester verantwoordelijk voor KIES. Elk jaar worden de twaalf basisscholen van de protestants-christelijke scholengroep Scope aangeschreven. Dat leverde dit jaar een groep van tien kinderen op onder wie drie kinderen uit de klas van juf Bos. De scholen bieden KIES aan, maar beide ouders en het kind moeten erachter staan. Knoester: ‘Er zijn ouders die denken dat hun kind het niet nodig heeft. Soms wil één van de ouders het niet.’ Bos: ‘Een aantal jaren geleden had ik een jongen in de klas waarvan de ouders gescheiden waren toen hij erg jong was. Voor hem voelde het leven in een gebroken gezin als ‘normaal’.’ bedplassen Knoester stond ook jarenlang als leerkracht voor de klas. ‘Kinderen die met een echtscheiding te maken krijgen, zijn minder geconcentreerd. De schoolprestaties gaan tijdelijk achteruit. Soms zijn ze verdrietig, sneller boos, licht ontvlambaar of juist stiller. Kinderen kunnen weer gaan bedplassen of willen alleen nog bij mama in bed slapen.’ Juf Bos herkent dat en voegt toe: ‘Je ziet ze regelmatig piekeren of ze gaan vaker naar de wc en ik moet meer moeite doen ze bij de les te houden.’
De kinderen die KIES volgen, mogen acht keer onder lestijd de klas uit. Knoester: ‘We vinden het belangrijk dat het niet na schooltijd is, zodat de kinderen minder speeltijd hebben omdat hun ouders toevallig gescheiden zijn.’ De bijeenkomsten hebben een vaste opbouw. Knoester: ‘We beginnen in een groep. Kinderen kunnen elkaar vertellen hoe het gaat.’ Daarna is het de beurt aan Sam, een boekenfiguur. Zijn ouders gaan scheiden en worden opnieuw verliefd. ‘Steeds hebben we het over een ander gedeelte uit zijn verhaal. ‘Ik vraag de kinderen of ze advies voor Sam hebben. Het is soms gemakkelijker om over een ander te praten dan over jezelf.’ Na Sam gaan de kinderen zelf aan de slag. Kinderen kunnen reageren op stellingen als ‘Ik mag zelf kiezen wanneer ik naar mijn vader ga’ of ‘Ik ben eigenlijk wel blij dat mijn ouders gescheiden zijn’. Knoester: ‘Hoe de situatie ook is, zelfs als ouders hertrouwen en er een nieuwe baby komt, de grootste wens van kinderen blijft dat hun ouders weer bij elkaar komen.’ misverstanden
Aan de hand van de tekeningen en opdrachten die de kinderen maken, gaat ze in gesprek met de kinderen. En als er uit dat gesprek komt dat een kind het jammer vindt dat het zijn vader alleen nog ziet als zijn nieuwe vriendin er is, praten ze daarover. ‘Wat zou je liever willen?’, vraagt Knoester. ‘En zou je dat durven zeggen tegen je vader?’ Soms krijgen kinderen heel weinig informatie, waardoor misverstanden ontstaan. Zo dacht een jongetje dat zijn moeder op een parkeerplaats woonde. Hij zag haar alleen daar, omdat ze bij vrienden in huis woonde en daar niet kon afspreken. Juf Bos: ‘Het mooie aan KIES vind ik dat alle aandacht uitgaat naar de kinderen en niet naar de ouders.’ Ze merkt dat kinderen opgelucht zijn, omdat ze hun verhaal konden doen. Knoester: ‘Tijdens de evaluatieavond met ouders horen we vaak dat hun kind zichzelf beter kan uiten, meer vragen stelt, vrolijker en opener is.’ Hoewel Knoester KIES geeft op de protestants-christelijke scholen, komen de kinderen nooit met geloofsvragen. KIES-coaches Martine van der Wal en Natascha Brouwer richten zich in de regio Rotterdam specifiek op kinderen voor wie dat wel speelt. Van der Wal: ‘Kerkelijke kinderen kunnen in hun gemeente met veroordeling te maken krijgen. Of worstelen zelf met de vraag waarom God dit toelaat en waarom hun gebed niets uitwerkt.’ Knoester legt een groot vel op tafel met daarop een enorme berg. ‘Ik laat kinderen zichzelf tekenen.’ Terwijl het ene kind nog een lange weg te gaan heeft, staat een ander al boven op de berg en kan alles overzien, terwijl een derde de scheiding al grotendeels achter zich gelaten heeft. Knoester: ‘Kinderen kunnen als een berg tegen de scheiding opzien, maar de weg blijft niet altijd bergopwaarts. Op een dag zal het beter gaan. En het is fijn dat ze dat van elkaar horen.’ Meer informatie:▶▶kiesvoorhetkind.nl▶▶ouderenkindcoaching.nl▶▶versterk.com/kinderen/training/christelijke-kies-training/
wat is KIES? In 2012 waren er 33.834 kinderen van wie de ouders gingen scheiden, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarnaast gaan er ook nog ouders uit elkaar die niet getrouwd zijn. Hoeveel kinderen dat meemaken, is niet bekend. Maaike de Kort en Nelly Snels, werkzaam in het onderwijs en jeugdwerk, onderzochten in 2003 welke hulp kinderen in scheidingssituaties aangeboden kregen en of er behoefte was aan begeleiding. In 2005 ontwikkelden ze het programma voor KIES. De afkorting staat voor Kinderen in Echtscheidingssituaties. Doel van KIES is dat kinderen leren dat ze invloed kunnen hebben op situaties. Ed Spruijt, scheidingsonderzoeker bij de onderzoeksgroep jeugd en gezin van de Universiteit Utrecht, onderzocht het effect van KIES. Kinderen die een KIES-traject volgden hadden minder gedragsproblemen, een betere communicatie met hun moeder en minder schuldgevoelens over de scheiding dan andere kinderen. De trainingen worden gegeven door KIES-coaches. Dat kan gebeuren op scholen, bij maatschappelijk werk of in een coachingpraktijk. Scholen kunnen aanspraak maken op subsidie van de gemeente vanuit het preventief jeugdbeleid. En er zijn een aantal zorgverzekeraars die deelname aan KIES vergoeden. Er zijn speciale KIES-programma’s voor jonge kinderen (groep 1 t/m 4), individuele kinderen, kinderen met gedragsproblematiek, zoals ADD, ADHD en PDD-NOS, gescheiden ouders, en kinderen en ouders die een ouderschapsplan gaan opstellen. Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Kind buiten beeld bij ouderschapsplan
Veronica Smits: Kinderen mogen ook niet verantwoordelijk gemaakt worden voor de gevolgen van een echtscheiding. Ze moeten wel kunnen zeggen wat ze ervan vinden, wat ze erbij voelen en wat zij belangrijk vinden. |beeld nd 30 maart 2015, 09:05 Sophia Geuze
TILBURG - Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samenleving? Vandaag: beter een litteken dan een open wond. Als we willen dat het belang van het kind bij een scheiding voorop komt te staan, moeten we beter naar ze luisteren. Onderzoeker Veronica Smits pleit voor psychologen en pedagogen bij een scheidingszaak. Scheiden doe je niet alleen. En als het aan onderzoeker Veronica Smits ligt, is een scheiding niet alleen een zaak van ouders, advocaten en een rechter. In het belang van het kind telt ook de mening van de psycholoog en pedagoog. Vandaag promoveert Smits op haar onderzoek Participatie van het kind bij het ouderschapsplan aan de Universiteit van Tilburg. Vanaf woensdag is ze universitair docent.
gemis Vanwaar uw betrokkenheid bij kinderen in een scheiding? Ik heb verschillende functies gehad. Ik was plaatsvervangend kinderrechter, werkte in een jeugdgevangenis en zat in de klachtencommissie van de Raad van de Kinderbescherming. Telkens viel het me op dat kinderen nauwelijks gehoord worden. Dat vond ik een gemis.
Wat was het meest schrijnende dat u tegenkwam? Tijdens mijn onderzoek sprak ik een jonge vrouw. Ze was negen toen haar ouders gingen scheiden. Ze schreef drie keer een brief naar de rechter omdat ze wilde vertellen waarom ze niet meer naar haar vader wilde. Ze kreeg geen reactie met als gevolg dat ze jarenlang tegen haar zin naar haar vader moest. Dat heeft veel frustraties opgeleverd. Ze zag de bezoekjes helemaal niet zitten, haar vader had psychiatrische problemen. Op haar veertiende heeft ze alle contact met hem verbroken.
traumatisch In uw promotie staat de problematische scheiding centraal. Is voor een kind niet elke scheiding problematisch? In het algemeen zou je kunnen stellen dat een echtscheiding traumatisch is voor een kind. Maar de mate waarin dat trauma negatieve gevolgen heeft voor de rest van het leven, hangt af van de wijze waarop ouders met de scheiding omgaan. Als ze elkaar als ouder van het kind blijven respecteren en elkaar stimuleren de ouderrol te blijven vervullen, kan het het minder traumatisch zijn. Dan wordt het een litteken in plaats van een open wond.
Is een problematische scheiding hetzelfde als een vechtscheiding? Jaarlijks zijn er zevenduizend problematische echtscheidingen. Daaronder zijn vechtscheidingen, maar ik heb ervoor gewaakt die term te gebruiken. Dan kom je uit bij gevallen als die van de vader in Zeist die vanwege zijn scheiding zijn zoontjes vermoordde. Als je het alleen over die gevallen gaat hebben, vallen veel kinderen die ook de gevolgen van de problemen tussen hun ouders meemaken tussen wal en schip.
recht om mee te praten Hoe hebt u uw onderzoek aangepakt?
Ik heb aan de hand van literatuurstudie en een empirisch studie onderzoek gedaan naar het fundament van een recht op participatie van het kind en naar de mogelijkheid tot participatie binnen het Nederlandse stelsel. Vervolgens heb ik onderzocht op welke wijze door de professionals in de praktijk wordt omgegaan met de betrokkenheid van het kind bij het ouderschapsplan. Mijn uitgangspunt was het ouderschapsplan dat sinds maart 2009 verplicht is. Ouders met minderjarige kinderen moeten in dat plan uitleggen wat de gevolgen van hun scheiding voor hun kinderen zijn. In de wet staat dat kinderen bij het plan betrokken moeten worden. Maar hoe staat er niet bij en ook niet vanaf welke leeftijd.
Wat wees de praktijk uit? Kinderen hebben het recht om mee te praten. Dat kun je opmaken uit bijvoorbeeld het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), het Europees Sociaal Handvest (ESH) en het EU-handvest. Maar in Nederland geldt dat alleen voor kinderen vanaf twaalf jaar. Of dat in andere landen anders is, heb ik niet onderzocht. Het opstellen van het ouderschapsplan ligt verder op het bordje van advocaten. Dat zijn juristen terwijl er in het plan veel immateriële zaken geregeld moeten worden. Je kunt een scheiding ook niet alleen als een juridisch proces beschouwen. Het is een sociaal en emotioneel gebeuren waarbij een gezin uiteenvalt en er nieuwe verbanden zullen ontstaan. Er zijn advocaten die het ouderschapsplan laten opstellen door pedagogen, kinderpsychologen of gezinstherapeuten, omdat zij ook inzien dat de kindgerelateerde zaken beter door een gedragsdeskundige kunnen worden ingevuld.
verdeeld Wat staat er in een ouderschapsplan? Er staat in hoe de zorg- en opvoedingstaken verdeeld worden en hoe ouders met elkaar communiceren over moeilijke beslissingen, zoals medische aangelegenheden, godsdienstige opvoeding en schoolkeuzes. In Nederland gaan we uit van gelijkwaardig ouderschap. Ouders zijn verplicht elkaar te informeren en te consulteren bij beslissingen over hun kind. In het ouderschapsplan wordt ook vastgelegd wat ouders financieel bijdragen. Het is een dynamisch plan dat steeds bijgesteld kan worden.
De ouders bepalen in welke mate de visie van een kind wordt meegewogen in het ouderschapsplan. Kunnen ze het ook naast zich neerleggen? In principe wel, maar kinderen mogen ook niet verantwoordelijk gemaakt worden voor de gevolgen van een echtscheiding. Ze moeten wel kunnen zeggen wat ze ervan vinden, wat ze erbij voelen en wat zij belangrijk vinden.
Als de mening van een kind nooit doorslaggevend is, hoe kan hij dan toch invloed hebben? Dat kan als we de instrumenten introduceren die kinderen nodig hebben. Ze moeten bijvoorbeeld weten waar het over gaat en waar ze over mee mogen praten. Bijvoorbeeld over de mate van contact die het met beide ouders houdt. Daar kan een veertienjarige best iets over vinden. Dat is iets anders dan dat een boze puber opeens bij de andere ouder wil gaan wonen. Als dat zo is, moeten beide ouders daarover praten. Dat hoort bij de opvoeding. Ouders moeten kinderen leren dat problemen er niet zijn om te ontvluchten.
hechting bij zuigeling Wat is uw voorstel? Erkenning van het recht van participatie voor ieder kind zal het uitgangspunt in de regelgeving moeten zijn. In ons rechtssysteem kennen we de bijzondere curator. Die vertegenwoordigt het kind. Nu is dat meestal een advocaat, maar dat zou beter een gedragsdeskundige - pedagoog of kinderpsycholoog - of een gezinstherapeut kunnen zijn. Zij weten wat in het belang van het kind is, ook van babys en peuters. Gescheiden ouders met een zuigeling doen er bijvoorbeeld voor de hechting goed aan dagelijks contact te hebben met hun baby. Het zou mooi zijn als ouders kunnen afspreken dat de moeder het kindje elke avond instopt als het bij de vader woont.
U citeert de Joodse pedagoog en kinderarts Janusz Korczak (1878-1942). Wat valt er anno 2015 van hem te leren? Heel veel. Hij is de stichter van een weeshuis in Warschau waarbij de participatie van kinderen centraal stond. Hij leerde met kinderen praten door naar ze te luisteren in plaats van ze belerend toe te spreken. Ik deel zijn visie dat wat kinderen denken en voelen, zij beter weten dan wij. Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
KLaag niet over samenwonen en teloorgang huwelijk
beeld Novum / Rein van Zanen 14 maart 2015, 11:00 Matthijs Haak vrijgemaakt-gereformeerd predikant Rotterdam
Veel christelijke stellen kiezen ervoor om samen te wonen. Dat is een trend waar de kerk niet omheen kan. Het huwelijk zoals we dat lange tijd hebben gekend, raakt steeds meer uit de gratie. Het moet ons aansporen om ons opnieuw te bezinnen op relatievorming en huwelijk. Een interessant startpunt zijn de jaarcijfers 2010 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS ziet twee trends als het gaat om relatievorming. Aan de ene kant is trouwen onverminderd populair. Van de twintigers geeft 90 procent aan te willen gaan samenwonen en de meesten van hen willen uiteindelijk ook trouwen. Aan de andere kant verwacht het CBS dat huwelijken alleen maar minder bestendig zullen worden dan ze nu al zijn. De reden is dat mensen een partner zoeken voor permanent geluk en als dat geluk ontbreekt, is scheiding een kleine stap. Ik vind zulke cijfers en de duiding ervan altijd bijzonder. Wat mooi dat mensen een partner willen en willen trouwen. Ik zie dat als een bewijs van Gods trouw. Nederland kan God wel de rug toekeren en onze samenleving kan wel doordrenkt zijn van ik-gerichtheid, maar God laat niet los. De Bijbel vertelt dat de Schepper mensen heeft gemaakt als relationele wezens en dat de blijvende, intieme relatie tussen twee mensen Gods bedoeling is, formeel en juridisch. Tegelijk hebben mensen blijkbaar meer nodig dan (eigen) geluk om het met elkaar vol te houden. Daarom is niet alleen de huwelijksrelatie Gods uitvinding; dat het goed blijft gaan in je huwelijk is evengoed Gods genade. Efeziërs 5 zegt dat hét recept voor een geslaagd huwelijk het volgen van Jezus is. Aan de ene kant willen velen dus trouwen; aan de andere kant wordt het burgerlijk huwelijk aangevoeld als een achterhaald instituut. Je ziet dat terug in de formele, juridische kant van trouwen. Wie vandaag voor de wet trouwt, belooft niet voor het leven samen te blijven. Je belooft ook niet daadwerkelijk bij elkaar te wonen. Trouwen voor de wet is, nog veel meer dan eerder het geval was, een puur juridische aangelegenheid. Er wordt over gepraat zoals ook over de kerk als instituut wordt gepraat. In hoge mate bepaalt dit de sfeer rondom een huwelijk. Een wezenlijke ontwikkeling rond relatievorming en huwelijk heeft te maken met het levensgevoel van vandaag. Dat gevoel bepaalt de manier waarop we wel of geen relatie aangaan en hoe die relatie eruitziet. Een relatie aangaan of hebben is ingrijpend en ingewikkeld. Jeannine Julen beschreef pas in Trouw (24 januari) hoe moeilijk twintigers doen wanneer het om relaties gaat. Het woord relatie mag niet genoemd worden. Het heet iets of je bent aan het dingessen. Daarmee wordt dan bedoeld dat je zoent, vrijt, uitgaat, je hart lucht en je vrienden aan elkaar voorstelt. Maar relatie mag het niet heten. Het meest interessante aan het artikel is dat Julen zich ergert aan de instelling van haar leeftijdsgenoten tótdat ze zelf iemand ontmoet op wie ze verliefd wordt. Dan begint haar eigen onzekerheid. En die ziet er precies zo uit als bij die leeftijdsgenoten op wie ze eerst zon kritiek had. Op den duur komt Julen zo ver dat ze spreekt van een rela. Het woord relatie is er dan toch half uit. Dat is een hele stap. Christenen doen er goed aan om deze ontwikkelingen mee te nemen in hun bezinning op relatievorming en huwelijk. Hoe? Volgens mij is het goed om te beginnen met dankbaarheid. Zon start past niet alleen bij een christelijke houding, maar sluit in dit geval ook aan bij de realiteit. Wat is het mooi dat kerken en christenen met dit thema bezig zijn. Tegelijkerijd is er volgens mij nog wel winst te boeken. Essentieel daarbij is dat we gaan erkennen dat het heersende cultuurgevoel (deels) ook ons eigen gevoel is. We kunnen niet doen alsof het algemene levensgevoel in de samenleving ons niet raakt. We beseffen te weinig hoezeer christenen kinderen van deze tijd zijn. Erkenning betekent in dit geval: behandel dat wat in de maatschappij gebeurt ook als iets van jezelf.
Er wordt door christenen bijvoorbeeld nogal eens gemopperd op onze cultuur, op de teloorgang van het huwelijk. En kerken wijzen contractloos samenwonen nogal eens af op formele, juridische gronden. Op zich zijn die reacties te begrijpen, zeker in het licht van de manier waarop de Bijbel spreekt over de unieke levenseenheid tussen man en vrouw. Toch denk ik dat het belangrijk is dat we ophouden zo te spreken en te denken. Om te beginnen geven de huwelijksproblemen en echtscheidingscijfers binnen de kerk weinig reden om te mopperen op onze cultuur; alsof wij beter zijn. Daarnaast kennen we het levensgevoel van onze tijd zelf maar al te goed. Dat komt vaak het duidelijkst naar boven wanneer het niet goed gaat in het huwelijk. Dan vragen we ons soms af: het is Gods bedoeling toch niet dat ik ongelukkig blijf? En dat is precies de vraag die niet-gelovigen ook stellen. Een vraag vanuit hetzelfde spanningsveld tussen binding en geluk waar onze cultuur mee worstelt.
lucht en ruimte Het valt me op dat het gewaardeerd wordt wanneer we niet mopperen op onze cultuur, maar die steeds weer benoemen als een uitgangspunt zo is onze tijd nu eenmaal en dat beïnvloedt ons om vervolgens van daaruit te gaan luisteren naar de weg die de Heer ons wijst in zijn Woord. Dat zorgt niet alleen voor herkenning, maar geeft ook lucht en ruimte om het alternatief te zien en bespreekbaar te maken. In onze gemeente is het jaarthema dit jaar relaties. Elke maand staan we in een van de erediensten stil bij een onderwerp dat raakt aan relaties. Bijvoorbeeld: Is het goed om een relatie aan te gaan met iemand die niet gelooft? Hoort geslachtsgemeenschap thuis binnen het huwelijk? Hoe beleven christenen seksualiteit en wat vinden christenen eigenlijk van soloseks? Elke keer komt expliciet de vraag aan de orde wat onze maatschappij hierin zegt of doet, en nooit als een veroordeling van die maatschappij. Van daaruit luisteren we naar de weg van de Heer. Ik denk dat deze houding ons ook kan helpen bij het maken van een definitie van een Bijbels huwelijk. Omdat het burgerlijk huwelijk beperkt blijft tot een juridische aangelegenheid, is het belangrijk dat de kerk méér zegt. En dan niet alleen over de duur van een relatie (levenslang), want dan blijft je christelijke reactie beperkt tot het juridische. Nee, wanneer wij onszelf herkennen in bijvoorbeeld de relatieonzekerheid van onze cultuur, is het goed om ons ook op dat punt uit te spreken. Benoem de realiteit van huwelijkspijn en benoem de genezende kracht van het evangelie. Want wat is het mooi wanneer stellen leren om elkaars (karakter)fouten te kennen en elkaar daarin te helpen, te vergeven en te genezen. Daar gaat zo veel kracht vanuit! Daarin proef je op een heel intieme manier de aantrekkingskracht van het evangelie. Die kracht heeft onze maatschappij nodig om van haar relatieonzekerheid af te komen. Net zo belangrijk is het dat we reëel over het huwelijk spreken. We moeten het denkbeeld dat een relatie de vervulling van je leven is telkens corrigeren. De ridder op het witte paard die elke vrouw zoekt, is Jezus. En de droomvrouw waar iedere man naar verlangt, is de bruid van de Heer. Deze christelijke bezinning zal het tij van samenwonen niet ineens keren. Het helpt wel om de keuze die samenwonenden maken beter te begrijpen. Zo laat je deze stellen er niet alleen voor staan en maak je een aantrekkelijker alternatief bespreekbaar. Het is vervolgens vooral aan getrouwden om de aantrekkingskracht van dat alternatief te laten zien.
een uitgebreide versie van dit artikel staat op Onderwegonline.nl Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Opgelucht verder na scheiding
06 mei 2015, 03:00 Harmke van Berkum
Bijna altijd is een echtscheiding een pijnlijke zaak. Toch kan het voor betrokkenen ook een opluchting zijn. Zoals voor Henk: ‘Na de scheiding ging ik weer leven.’ Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia tijd sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samenleving? Vandaag: hoe een echtscheiding kan voelen als opluchting. Henk (33) is vier jaar geleden gescheiden van zijn toenmalige vrouw Paula, met wie hij drie kinderen heeft. Bijna elf jaar is hij getrouwd geweest. Twee jaar geleden leerde hij zijn huidige vrouw kennen, met wie hij vorige maand in het huwelijksbootje stapte. Henk vertelt waarom hij zijn scheiding als opluchting heeft ervaren. ‘Mijn hele huwelijk heb ik me minderwaardig gevoeld. Paula schreeuwde tegen me, lachte me uit waar anderen bij waren en schold me soms uit voor ‘vuile klootzak’. In de laatste jaren van ons huwelijk ben ik tot de grond toe afgemaakt. Eerder zei ze ook wel dat ik niet deugde en niks kon – wat ik geloofde omdat ik dat mijn hele jeugd ook gehoord heb – maar later zei ze zelfs dat ze me haatte. Ik vermoed dat ze een bepaalde psychiatrische aandoening heeft; anderen dachten dat ook. Daar is medicatie voor, maar dan moet je wel hulp accepteren en dat wilde ze niet.’ buien ‘In het begin was onze relatie leuk. We waren jong en verliefd, ik was 17 en zij 18. Achteraf gezien was ik verliefd op de aandacht die ik kreeg, dat was ik niet gewend. Mijn vader pleegde zelfmoord toen ik nog een kind was en met mijn stiefvader had ik vaak ruzie. Na een hevige ruzie thuis heeft mijn moeder me het huis uit gestuurd en ben ik bij haar ouders gaan wonen. Daar sliepen we op één kamer. Zij werd zwanger en daarna zijn we heel snel getrouwd, terwijl we elkaar nog niet goed kenden. Al snel zag ik ook een andere kant van mijn vrouw. Ze had ‘buien’ waarin ze haar woede niet onder controle had, vooral als er dingen tegen haar zin gebeurden en als ik iets zei waar ze het niet mee eens was. Dan schreeuwde ze, zei ze dat ze me haatte en soms bonkte ze met haar vuisten tegen haar eigen hoofd. Ik werd conflictmijdend, zei niet meer wat ik vond. Ik ben heel onzeker geworden, nog steeds eigenlijk. Als ik jongeren nu advies zou mogen geven, zou ik zeggen: trouw niet te snel en niet te jong.’ geloof ‘Als ik terugkijk, lijkt het of ik geleefd werd. Ik kwam uit de hel, werd uit huis getrapt en toen werd Paula zwanger. Ik voelde me onder druk gezet om te trouwen, we moesten wel. Misschien ben ik daarin niet eerlijk geweest naar God toe. We zijn in de kerk getrouwd, maar deed ik dat bewust? Ik weet het niet. Ik ben wel met het geloof opgevoed, maar wij gingen thuis niet meer naar de kerk. Paula was opgegroeid in een Gereformeerde Gemeente. Samen gingen wij naar de Vrije Evangelisatie in Zwolle, maar pas later kreeg ik een persoonlijke relatie met God. Tijdens ons huwelijk had ik altijd de hoop dat het beter zou worden. Daardoor wilde ik ook met haar verder en hebben we nog twee kinderen gekregen. Ik vertrouwde daarin op God en las veel uit de Bijbel. Ik las dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn en dat Hij me niet meer te dragen geeft dan ik aankan. Dat vertrouwen zie je terug in de naam van onze jongste dochter, Esther, wat voor liefde, geluk en vruchtbaarheid staat.’ ‘Toch ging ik aan ons huwelijk onderdoor. Ik was er ziek van. Met name de laatste jaren waren heftig. Als ik onderweg was naar huis bad ik altijd of Jezus met me mee wilde gaan en me wilde beschermen tegen haar ‘buien’. Ik herinner me dat ze een keer zei dat ze liever met haar auto tegen een boom aan zou rijden dan met mij samen te zijn. Ze stormde met de stok van een dweil op me af en brak die tegen de grond kapot. Onze zoon was daarbij. In die tijd voelde ik een constante spanning, een bepaalde druk op mijn borst. Ik ben toen in therapie gegaan en heb er bij Paula op aangedrongen samen huwelijkstherapie te volgen, maar zij wilde niet. Zij wilde alleen maar scheiden en wachtte af tot ik het initiatief daarvoor zou nemen. Ik weet nog dat iemand tegen me zei dat ik meer mijn mannetje moest staan in mijn huwelijk. Maar als ik dat deed, liep Paula boos weg uit een gesprek. Naar mijn idee heb ik alles gedaan wat ik kon doen om onze relatie te redden, maar uiteindelijk hield ik het niet meer vol. Ik werd heen en weer
geslingerd. Het ene moment zei ze dat ze van me hield, het andere moment haatte ze me. Ik heb gestreden voor ons huwelijk, maar het werkte niet. Op een zondag heb ik haar vier keer achter elkaar gevraagd of zij wilde scheiden. Toen ze vier keer volmondig ‘ja’ antwoordde, zei ik: ‘oké, ik ga het regelen’. Ik ben diezelfde dag nog weggegaan. Er kwam toen zo’n rust over me, alsof ik tien jointjes had gerookt. Ik was enorm opgelucht. Mijn ex-vrouw vertelde aan iedereen dat ik bij haar weg was gegaan. En juist daarom wilde ik zeker weten dat zij ook wilde scheiden. Die maandag heb ik de scheiding in gang gezet.’ ‘Ik ben wel egoïstisch geweest door de kinderen bij haar te laten. Dat geeft een naar gevoel. Ik moet ze missen en dat doet me veel verdriet. Als mijn zoon me vertelt over de ruzies die mijn ex-vrouw nu met haar huidige man heeft en ik hem daar zo verdrietig onder zie, maak ik me zorgen over onze kinderen. Aan de andere kant geeft het me zelfvertrouwen dat ze met hem ook die heftige ruzies heeft, dat het niet aan mij ligt. Mijn kinderen laat ik vrij of ze wel of niet bij mij willen komen. Mijn oudste zoon komt tegenwoordig elk weekend. De jongste is soms bang om naar me toe te gaan omdat ze thuis hoort dat ik een slechte vader ben. Ik bid vaak voor mijn kinderen en vraag God of ze liefdevol mogen zijn.’ ‘God wil niet dat mensen scheiden, dat weet ik. Maar Hij wil ook niet dat je op zo’n manier samenleeft als wij dat deden. Ja, je belooft elkaar eeuwige trouw, maar je belooft ook dat je een man of vrouw naar Gods hart zult zijn. Van een huwelijk als het onze krijgt God denk ik nog meer verdriet dan van een scheiding. Onze kinderen waren drie, acht en tien jaar toen we uit elkaar gingen. Wat krijgen zij dan mee? Ze zien een huwelijk vol ruzie en gescheld.’ geliefd ‘Na de scheiding ging ik weer leven, ik werd weer mezelf. Toen ik na de scheiding alleen was, heb ik tegen God gezegd: alleen op Uw tijd wil ik iemand tegenkomen, niet eerder. Maar vrouwen boeiden me totaal niet. Tot twee jaar geleden, toen ik twee jaar vrijgezel was en ik mijn huidige vrouw op een verjaardag leerde kennen. We hadden meteen een klik. Zij zegt eerlijk wat ze vindt, waardoor ik niet pas later in een boze bui hoor wat ze denkt. Ik voel me in deze relatie vrij en geliefd. Natuurlijk hebben we weleens ruzie, maar de relatie is geen strijd meer. Ik ben niet bang dat het opnieuw misgaat, omdat mijn huidige vrouw zo anders is dan Paula en ik bij haar echt mezelf kan zijn. Voor mij voelt het alsof zij op Gods tijd op mijn pad is gekomen.’ Vanwege de privacy van zijn kinderen en zijn ex-vrouw vertelt Henk zijn verhaal niet onder zijn eigen naam. Zijn gegevens zijn bekend bij de redactie. Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Opgroeien in een samengesteld gezin
25 april 2015, 03:00 Stephan Bol
Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia tijd sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samenleving? Vandaag: overlevingsstrijd in een samengesteld gezin. Een samengesteld gezin brengt alle leden in een loyaliteitsconflict. Professionele ondersteuning is vanaf het begin vereist, niet pas als het misgaat. Richard scoort bij de E3 van zijn voetbalclub. Juichend wil hij naar de kant rennen om het doelpunt met zijn ouders te vieren. Maar welke kant ren je op als papa met zijn nieuwe liefde aan de ene zijlijn staat en mama met haar nieuwe partner een plekje aan de andere kant van het veld heeft gekozen? Het is een even simpel als veel voorkomend probleem van kinderen die opgroeien in samengestelde gezinnen, zegt Esther Faro, zorgcoördinator intensieve omgangsbegeleiding bij jeugd- en gezinshulpinstelling Kompaan in Goirle. Hetzelfde gebeurt met verjaardagen, het halen van een zwemdiploma en andere belangrijke gebeurtenissen in een kinderleven. ‘Kinderen, ouders, stiefouders; samengestelde gezinnen brengen iedereen in een loyaliteitsconflict. Je kunt het nu eenmaal niet iedereen naar de zin maken. Voor kinderen is een samengesteld gezin altijd een overlevingsstrijd.’ Faro begeleidt jaarlijks zo’n vijftien samengestelde gezinnen die uit elkaar dreigen te vallen. Zo’n zestig procent van die gezinnen blijft uiteindelijk toch bij elkaar. Ouders moeten volgens haar veel eerder hulp zoeken, liefst al bij de start van hun nieuwe relatie. te snel intrekken In 2009 woonden 134.730 kinderen in een samengesteld gezin. Dat is 4,3 procent van alle kinderen in Nederland. Daarnaast woonde in 2009 nog eens 13 procent van de kinderen bij alleen moeder of vader, zonder partner. In 2014 was dit percentage gestegen naar 15 procent. Het Centraal Bureau voor de Statistiek komt pas eind dit jaar met nieuwe cijfers over het aantal kinderen in samengestelde gezinnen, maar naar verwachting is dit aantal aanzienlijk gestegen. Het Nederlands Jeugdinstituut stelt zelfs dat bijna tien procent van de Nederlandse gezinnen is samengesteld. Liefst zestig procent van de relaties die aan deze gezinnen ten grondslag liggen, strandt.
Corrie Haverkort is filosoof, gespecialiseerd in de ethiek van het samengestelde gezin en co-auteur van het boek Kinderen uit nieuwe gezinnen. Volgens haar stranden veel nieuwe relaties omdat gescheiden ouders te snel bij een nieuwe partner intrekken. ‘Als je na twee of drie maanden al met een ander gaat samenwonen, is dat te heftig voor kinderen. Het is beter het een aantal jaar rustig aan te doen en de scheiding te verwerken, voor je in een nieuwe relatie stapt.’ Haverkort beseft dat dit meer uitzondering dan praktijk is. Wat bijvoorbeeld als er een derde in het spel is? ‘Ook dan moet de ouder het belang van het kind bovenop stellen. Je kunt niet zomaar dolverliefd je kinderen die nergens om gevraagd hebben, in een relatie meetrekken. Ouders moeten eerst samen weer door een deur kunnen. Als dat bouwwerk staat, kun je bouwen aan een nieuw gezin.’ Volgens Haverkort lopen stiefgezinnen ook vaak stuk, omdat kinderen de stiefouders niet kunnen verdragen, of andersom. Hoe nauw het komt bij het aangaan van een nieuwe relatie, blijkt uit het voorbeeld van Jorieke. Toen zij dertien was, gingen haar ouders scheiden, omdat mama een nieuwe vriend had. Moeder en dochter gingen op een flatje wonen en moeder hield op afstand de relatie met haar vriend vol. Na twee jaar kwam toch de verhuizing naar de man, die aan de andere kant van het land woont. Elk weekend naar papa toe kon niet meer. Vader wist van niets en was woedend. Hij stapte naar de rechter. Jorieke noemt wat volgde een ‘hel’. Ging ze vroeger zelfs nog met haar vader en moeder uit eten, nu zag zij hen nooit meer tegelijk. Haar vader was vol wrok over mama en haar vriend. Stiefvader kon in de ogen van Jorieke niets goeds meer doen en de relatie van haar moeder strandde. Haverkort: ‘De eerste stap van wachten was goed. Maar toen moeder naar haar zin lang genoeg had gewacht, stortte zij zich alsnog zonder
voorbereiding in de nieuwe gezinssituatie. De grote afstand maakte de zaak nog complexer, maar die problemen zie je steeds vaker voorkomen, door de populariteit van datingsites.’ voorbereiding is de sleutel Goede voorbereiding is daarom de sleutel. Dat besef dringt langzaam door bij ouders die een nieuw gezin vormen, merkt Haverkort. De onderzoeken die de afgelopen jaren zijn gepubliceerd over de schaduwzijde van samengestelde gezinnen, hebben tot meer bewustzijn geleid. Ouders schakelen steeds vaker hulp in van stiefcoaches en andere begeleiders om te voorkomen dat zij bij die zestig procent zitten waar het mis gaat. Stiefoudercoach en relatietherapeut Patricia Heije is in die niche gedoken en richtte het bureau Stiefgoed op, waar vier mensen met verschillende specialismen werken. Volgens haar het eerste bureau dat puur gericht is op hulpverlening aan samengestelde gezinnen. ‘Wij leren mensen te wennen aan een nieuw soort gezin. Van huis uit leer je hoe een kerngezin werkt. Na een scheiding en het vormen van een nieuw gezin, verandert alles. Mensen ervaren dat als een onnatuurlijke situatie. Hoe ga je bijvoorbeeld om met je stiefbroers of stiefkinderen? Je bent niet de vader, maar hebt wel een rol in huis.’ Heije ziet steeds meer nieuwe gezinnen die goed voorbereid willen zijn en om hulp vragen, maar het merendeel van haar cliënten komt toch vanuit een crisissituatie. ‘De wil om de tweede keer bij elkaar te blijven is bij deze mensen groter dan bij mensen die voor hun eerste relatie vechten. De liefde is vaak nog groot, ik heb nog nooit meegemaakt dat het ging over een partner die vreemdging. Men weet eenvoudigweg niet hoe het werkt om in zo’n gecompliceerde omgeving een gezin te vormen.’
Allerlei emoties spelen deze samengestelde gezinnen parten. Jaloezie, schaamte, liefde, angst, wrok. ‘Je voelt van alles, maar weet niet precies wat er gebeurt. Wij helpen mensen daar de vinger op te leggen. Je moet schakelen tussen verschillende rollen. Biologische ouder, stiefouder, broer, stiefzus. Het betekent dat je je ego aan de kant zet. Stiefouders krijgen vaak de neiging er de brui aan te geven en trekken zich mentaal gezien terug. Sommige ouders gaan zich overschreeuwen in de hoop aandacht en respect af te dwingen bij hun stiefkinderen, of nemen juist de rol van een kind aan.’ Heije komt de meest complexe situaties tegen. ‘Ik heb meegemaakt dat het de vierde relatie van iemand was, met kinderen uit drie eerdere relaties. Ik teken vaak mee met een genogram (een soort stamboom) om een schema te krijgen hoe de situatie in elkaar zit.’ Volgens Heije heeft de aanpak van Stiefgoed resultaat. ‘Negentig procent van de samengestelde gezinnen die naar ons toekomen, blijft bij elkaar.’ In slechts tien procent van de gevallen spreekt Heije ook met de kinderen zelf. ‘Dat doen we alleen als er iets hersteld moet worden tussen (stief)ouder en kind en er dingen écht uitgesproken moeten worden. Verder gaat het er vooral om dat de volwassenen weer op een lijn staan. Dan komt er rust en volgen de kinderen weer.’ meer oog voor kinderen Volgens Esther Faro, zorgcoördinator omgangsbegeleiding bij jeugdzorgaanbieder De Kompaan, moet er ook vanuit hulpverlening juist vanaf het begin aandacht zijn voor de kinderen en ook met hen worden gesproken. ‘Het zwaartepunt moet van relatietherapie naar meer oog voor de kinderen.’ Ze pleit ervoor dat al bij de rechtbank de kinderen gehoord worden door gedragsdeskundigen en hun ontwikkeling en stem een plek krijgt in het ouderschapsplan dat na een scheiding wordt opgesteld om afspraken over de positie van de kinderen na de scheiding te maken. ‘In Brabant loopt momenteel een proef om te kijken wat deze werkwijze oplevert.’ Faro stelt dat samengestelde gezinnen vaak in een vroeg stadium al uit elkaar vallen, waardoor kinderen tegen verlieservaring op verlieservaring aanlopen. ‘Hun visie op relaties wordt daardoor verstoord.’ Om ouders goed voor te bereiden is jeugdzorgaanbieder De Kompaan in gemeenten in West-Brabant daarom een scheidingsschool gestart, waarbij ouders in buurthuizen worden geïnformeerd over wat erbij komt kijken om in een samengesteld gezin te leven.
Heije benadrukt dat het samengestelde gezin niet alleen nadelen kent. ‘Kinderen zien dat hun ouder weer echt van iemand houdt. Zij vinden het belangrijk om hun ouders gelukkig te zien. Er komt meer positiviteit in huis. In sommige gevallen wordt er bij een scheiding veel van kinderen gevraagd aan extra taken in huis. Bij een nieuwe relatie kunnen zij hun zorgzame rol loslaten. Met twee volwassenen is er sowieso meer aandacht voor de kinderen, er komt meer gezelligheid. En het wereldbeeld van de kinderen wordt vergroot, doordat er iemand met een andere achtergrond komt inwonen. Ik ben bijvoorbeeld niet goed in exacte vakken. Als mijn kinderen iets niet snappen, gaan ze naar mijn nieuwe partner toe. En omdat een stiefouder iets verder van de kinderen af staat, gaan ze soms juist naar hem of haar toe om advies te vragen.’ samenleving verandert Wat voor gevolgen heeft het voor de samenleving als steeds meer kinderen opgroeien in een samengesteld gezin en tijdens hun kindertijd soms zelfs meerdere keren van gezinsvorm veranderen? ‘Deze ontwikkeling verandert de samenleving ontzettend’, zegt Haverkort. Ze voert die ontwikkeling terug tot het vrijheidsdenken dat al in de Verlichting is geworteld. ‘Mensen willen de vrijheid hun partner te kiezen en die keuze te heroverwegen en laten zich niet meer door de kerk gezeggen.’ Omdat steeds meer kinderen een echtscheiding meemaken, is de verwachting dat zij ook eerder zullen scheiden. Haverkort bespeurt echter ook een andere ontwikkeling. ‘We zien nu de eerste generatie ouders opkomen die vaak zelf een scheiding heeft meegemaakt in de jeugd.
Sommigen denken dat ze het prima alleen kunnen redden, want dat deed hun moeder ook. Maar zij denken ook dieper na over relaties en weten dat die niet vanzelfsprekend standhouden. Vooral hoger opgeleiden doen meer moeite om hun relatie stabiel te houden.’ De filosoof Haverkort merkt op dat 54 procent van de mensen spijt heeft van hun echtscheiding. ‘Ze zeggen “als ik wist hoeveel energie ik in het opbouwen van een tweede relatie moet steken, dan had ik die liever in mijn eerste relatie gestoken”.’ zelf gescheiden Nu jeugdzorg een taak van gemeenten is, pleit Haverkort ervoor om per gemeente in kaart te brengen hoeveel samengestelde gezinnen er zijn en hen te ondersteunen in het opbouwen van die nieuwe relatie. ‘De centra voor jeugd en gezin kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Treurig eigenlijk dat we geen minister voor Jeugd en Gezin meer hebben, juist nu de behoefte aan begeleiding van stiefgezinnen steeds groter wordt.’ Haverkort is zelf gescheiden en bouwde naar eigen zeggen met succes een nieuw gezin op. Ze wil vooral geen pleidooi tegen het opbreken van relaties houden. ‘Maar het moet meer de standaard worden dat kinderen voorop worden gesteld. Kinderen willen het liefst dat papa en mama bij elkaar blijven. Dus mag je een hoge inzet verwachten om relaties in stand te houden. De samenleving krijgt steeds meer door dat scheiding vaak diep lijden met zich brengt .’ ◆
groot gezin is vaker samengesteld
Steeds meer samengestelde gezinnen melden zich bij de Stichting Gezin en de hieraan gekoppelde website grootgezin.nl. ‘De traditionele gezinnen zijn al lang niet meer in de meerderheid’, zegt voorzitter Nell Coumans. Toen zij haar stichting oprichtte, meldden zich vrijwel alleen gezinnen met soms wel acht of negen kinderen uit een relatie. ‘Nu noemen steeds meer samengestelde gezinnen zich “groot”. De ene partner brengt vier kinderen mee uit een vorige relatie, de ander drie en dan krijgt het nieuwe stel soms zelf ook nog kinderen.’ De problemen die deze gezinsvormen met zich meebrengen zijn dermate verschillend, dat Coumans een aparte rubriek op het forum heeft aangemaakt. ‘Kinderen zitten het ene weekend bij vader, de andere week bij moeder. In een huis dat is berekend op drie kinderen, moeten ineens zeven kinderen slapen. Dat vraagt veel flexibiliteit.’ Op het forum blijkt dat een groot gezin ontstaan uit een scheiding en een nieuwe relatie, voor forse problemen kan zorgen. Zo doet Marijke haar verhaal. ‘Soms zou je je even apart als gezin een half jaar terug moeten kunnen trekken. Even alles tot rust en gas terug.’ Marijke voelt zich verantwoordelijk voor zowel haar eigen kinderen als die van haar nieuwe partner. De oudste wordt voor haar gevoel tegen haar opgezet door zijn ex-partner. De jongste heeft vanaf de geboorte buikklachten. ‘Voor mijn gevoel heb ik erg mijn best gedaan voor zijn kids, maar ergens houdt het op’, schrijft ze op een forum van grootgezin.nl. ‘Het doet mij steeds meer pijn en dan ga je steeds meer je eigen kant op met je eigen kinderen. Het lijkt allemaal zo mooi in het begin, maar het kost bergen energie.’
Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Refuge biedt time-out in huwelijkscrisis
beeld Sjaak Verboom 09 mei 2015, 03:00 Hugo de Bruijne
Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samen-leving? Vandaag: tot rust komen en inzicht opdoen. Een huwelijk in crisis hoeft niet uit te lopen op een scheiding. Refuge in Drachten biedt een time-out als een relatie vastloopt. Drachten
Annemarie laat haar kamer zien: bed, bankje, stoel, een computer op een bureautje en een kleine televisie op de grond. Ze is net wat aan het schuiven geweest met de meubels. Ze mag hier graag alleen zitten. En nu het lente is, zwaait de avondzon haar aan het einde van de dag uit – een baan warmte in een hoek bij het raam. Vandaar dat het bankje daar nu staat. Ze woont sinds oktober bij Refuge, een time-outhuis voor mensen met relatieproblemen. Refuge betekent schuilplaats en verwijst naar Psalm 46: 2: ‘God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood.’ Annemarie is de zestig al gepasseerd en ruim veertig jaar getrouwd. Ze heeft een moeizaam huwelijk, al jaren. ‘Ik weet nog dat ik vijf jaar geleden ook was weggegaan en met mijn koffertje door Drachten liep, niet wetend waar ik heen kon. Dat was zo ellendig.’ Afgelopen najaar hoorde ze van het bestaan van Refuge. De initiatiefnemers, Piet-Hein en Edith Wielhouwer, zitten in dezelfde gemeente als zij: Bethel in Drachten. Ze belde hen op om te feliciteren met de officiële opening die eraan zat te komen. In één adem erachteraan vroeg ze: ‘En hebben jullie plek?’ Nu schuift ze aan voor het avondeten, dat deze keer gezellig samen wordt weggewerkt. Moussa heeft gekookt, lekkere kruidige bami. En Margriet heeft hem net wat geholpen in de keuken, met de salade. Piet-Hein dankt God voor het eten. Voorzichtig komen fragiele gesprekjes op gang. ‘Je hebt hier geen bloedband, maar een traumaband.’ tegen de stroom in Refuge is een vrij uniek initiatief: opvang (maximaal een jaar) voor een van de partners in een huwelijkscrisis. Een time-outplek in een voormalig logeerhuis van Sprank, waar vroeger mensen met een handicap onderdak vonden. Refuge gaat tegen de stroom in: niet gelukkig uit elkaar, maar gelukkig met elkaar verder. Edith en Piet-Hein Wielhouwer vertellen er opgewekt en gedreven over, al worden ze soms geconfronteerd met diepliggende nood. ‘Een crisis in een huwelijk dat nog maar drie jaar duurt, is doorgaans minder heftig dan de ellende na veertig jaar crisis in een huwelijk. Dan zit het heel diep en is er veel geduld nodig’, vertelt Edith. ‘En geloof dat God veranderingen bij mensen teweeg kan brengen.’ Die verandering begint meestal bij degene in het time-outhuis, maar wordt opgemerkt door de partner. Dat kan nieuwe moed geven om aan herstel te werken. cursussen Edith en Piet-Hein Wielhouwer bieden hulp op coachingsniveau en maken hulp door professionals mogelijk. Edith volgde vier jaar een cursus contextuele pastorale hulpverlening bij Koinonia en is zeven jaar pastoraal werker (‘dat geeft vrijmoedigheid’). Nu volgt ze een cursus coaching. Piet-Hein doet inmiddels ook de cursus bij Koinonia. ‘God heeft ons dit op het hart gelegd’, zegt Piet-Hein. ‘Dus we krijgen ook de tools om in gesprek te gaan. Ik krijg inzicht waarvan ik zelf sta te kijken.’ Een sfeer van geloof en verwachting doortrekt het huis als de geur van de bamikruiden op tafel. Wie zich meldt bij Refuge, meestal gaat het om
christenen, krijgt een intakegesprek (‘je komt hier tot rust, maar er moet ook gewerkt worden aan herstel, het is geen hotel’). Gasten beloven zich te houden aan de huisregels. Bijvoorbeeld: niet onderling over je problemen praten. Edith: ‘Als ik ’s avonds door het huis loop en ik hoor dat ze te ver gaan in het delen van privézaken, dan grijp ik in. Je mag elkaar niet belasten met je eigen sores.’ Een andere huisregel is dat je de privévertrekken van Edith en Piet-Hein, die het huis delen met hun gasten, niet betreedt. Er zelfs niet aanklopt. Maar contact is er genoeg. Tijdens het barbecueën en sjoelen of na een huiskamergesprek. In de keuken, als de een na de ander zijn kostje kookt, of bij de wasmachine. Het zijn natuurlijke momenten om iets te vertellen. Of voor gebed. ‘Als iemand uit zijn werk komt en ergens ontdaan over is, dan zeg ik: kom we gaan ervoor bidden’, vertelt Edith. Heilzame momenten, weet Moussa: ‘Het zit je dán hoog en je wilt het kwijt.’ Annemarie: ‘Vorige week voelde ik zo veel woede, zo veel boosheid. En Edith herkende dat, zij had dat ook gehad. Dat deed me erg goed, het mag er zijn en je wordt hier gezien.’ Tot rust komen en coachingsgesprekken voeren, daarmee begint de weg van herstel. Piet-Hein: ‘Waar loop je tegenaan, waaraan heb je behoefte? Bewustwording is het begin van verandering. Edith en ik hoeven nergens iets van te vinden. Wij zijn er niet voor adviezen. We formuleren wel doelen en verwijzen mensen door naar therapeuten met wie we samenwerken, contextueel of creatief, een sociotherapeut, gezinscoach of de GGZ.’ Al heel snel komen er vier-gesprekken op gang: Edith en Piet-Hein, samen met de man en vrouw. ‘Soms signaleer je vragenderwijs dingen, waarmee je de vinger op de zere plek legt. Maar het blijft hun eigen verantwoordelijkheid. Wij zijn er niet om een huwelijk te redden, dat moeten ze zelf doen. Wij willen wel meelopen.’ geen gevoel Moussa zit er het langst, al sinds september. Hij is 44 en heeft een gezin met twee jonge kinderen. Hij heeft het gevoel dat hij er nog lang niet is. Zijn kamer is een beetje langwerpig en doet hem denken aan de hotels waar hij vroeger vaak verbleef voor zijn werk. ‘Ik word gek als ik hier de hele dag zit.’ Hij zoekt dan ook vaak zijn moeder en zus op. Aan tafel gaat het over de christelijke sfeer in huis, het geloofsvertrouwen waardoor Edith en Piet-Hein Wielhouwer zich willen laten leiden. Annemarie: ‘Terwijl je relatie met je partner nog moeizaam is, kan die met God zich hier verdiepen. Dat is verwarrend.’ Piet-Hein: ‘Het is juist goed, je mag eerst vrede vinden met God en met jezelf. Van daaruit kun je werken aan herstel van je huwelijk.’ Annemarie: ‘Thuis had ik het gevoel dat wat ik de ene dag opbouwde, de andere dag werd afgebroken. Het enige wat je dan bereikt, is energieverlies.’ Moussa: ‘God is erbij, maar hoeveel kun je hebben? Het is omhoog kruipen en weer vallen.’ Margriet: ‘Ik ben God kwijtgeraakt door alles wat er is gebeurd. Maar … heel voorzichtig durf ik Hem weer wat te zoeken.’ ‘Je mag in de vrijheid komen’, zegt Piet-Hein, maar Margriet heeft er een hard hoofd in. Annemarie: ‘Ik ben door het geloof de verkeerde kant op gestuurd. In het gezin waaruit ik kom, heb ik al geleerd mijn gevoel te onderdrukken. En dan zongen we in de dienst ook nog: “Wij zullen leven, niet meer uit gevoel. Zijn zoals Jezus, dat is ons doel.” Jezus woont in je hart, zeggen ze. Maar daar woon ik zelf niet eens, ik woon in mijn hoofd. Mensen hebben tegen me gezegd dat ik niet zo veel moest denken. Daarmee zaagden ze helemaal de poten onder m’n stoel vandaan.’ samengesteld gezin Edith en Piet-Hein Wielhouwer zijn ervaringsdeskundigen. Na de scheiding in hun levens volgde een diepe identiteitscrisis en hebben ze lang geworsteld met de vraag hoe ze verder mochten. Ze ontmoetten elkaar op de evangelische conferentie Opwekking en maakten beiden een geloofsverdieping mee. ‘Aangeraakt door God’, noemen ze dat. Ze trouwden en hun huwelijk werd ingezegend in de Bethel-gemeente in Drachten. Hun samengestelde gezin is vooral in de weekenden bij elkaar, drie kinderen van hem, twee van haar. Het gaat goed, maar makkelijk is het nooit. Voordat ze met elkaar trouwden, zijn beiden teruggegaan naar hun ex, met de vraag of er niet toch een kans was om samen verder te gaan. Wat ze anderen nu bieden, hebben ze zelf gemist, een time-out en werken aan zelfinzicht. ‘Dan was ik misschien meer bepaald bij mijn aandeel in de moeiten van ons huwelijk’, vertelt Piet-Hein. ‘Hoe ging ik met conflicten om, legde ik ook dingen op het bordje van de ander? Mijn reacties hadden misschien met mijn pijn te maken. Wellicht hadden we met dat inzicht weer verbinding kunnen vinden.’Ruim een jaar geleden volgden Piet-Hein en Edith een tiendaagse cursus bidden en vasten bij cabaretier en voorganger Herman Boon. Die maakte hen, naar hun eigen zeggen, ontvankelijk voor wat God met hun leven wilde. Ze reden langs het logeerhuis waar ze nu wonen en Edith zei: ‘We moeten hier stoppen.’ ‘Alsof de wolk voor je uitging en hier halt hield’, zegt ze nu. Nadat ze het ’s avonds in gebed hadden uitgesproken voor God, viel hen het idee in van een time-outhuis voor mensen in huwelijksnood. ‘Als het Uw wil is, Heer, gaan deuren open. En anders houdt U ze wel dicht.’ Er gingen er veel open en terwijl ze nog aan het sausen en klussen waren, meldde zich de eerste bewoner. Hij nam zijn intrek en is tot rust gekomen. ‘Hij werkte hard aan zichzelf. Er leek iets op gang gekomen in zijn identiteitsvorming, in de benadering van zijn kinderen. We hebben vaak met hem gebeden en hij is geestelijk gegroeid. Desondanks leek er geen verbetering plaats te vinden en vooral de vier-gesprekken liepen moeizaam. Hij vocht, zij was er klaar mee. God heeft ingegrepen en wij mochten daarin een aandeel hebben. Nu zijn ze weer bij elkaar. Die vrouw, die zich aanvankelijk zo tegen ons keerde, nodigde ons later uit en we konden ons weer met elkaar verbinden.’
Edith: ‘Het was lastig hoor. Je denkt: doen we het wel goed? Het werpt je terug op wat je zelf hebt meegemaakt.’ better let as net Aan tafel vertelt Margriet dat ze bij haar komst in Refuge twee doelen mocht stellen. Het werden er wel negen. Belangrijk is dat ze inzicht krijgt in haar gezinsproblematiek. ‘Die is bij mij heel complex en gaat heel diep.’ Een ander, voor haar nog onbereikbaar doel is: bedenk iets wat je voor jezelf zou willen. Margriet heeft de hulp bij therapeuten opgegeven, maar durft hier toch weer te werken aan persoonlijk herstel. Piet-Hein: ‘Dat ervaren we niet als een extra belasting. Integendeel, blijkbaar biedt God hier een weg.’ Annemarie doet gaande de gesprekken aan tafel allerlei inzichten op. ‘De enige goede herinnering die ik bewaar aan mijn vroegere gemeente is de donkere bas van het drumstel. Die slaagde erin nog iets teweeg te brengen in de kelder van mijn hart.’ Ze realiseert zich opeens: ‘Het afgelopen halfjaar ben ik meer in beelden gaan denken. Kennelijk is mijn linkerhersenhelft – creativiteit en gevoel – zich aan het ontwikkelen. Zo bedacht ik voor mijn man en mij – wij hebben het verschrikkelijk met elkaar en we kunnen niet zonder elkaar – het beeld van twee magneten. Die kunnen elkaar afstoten, maar ook aan elkaar vastklikken.’ Als ze iets loslaat over de omgang tussen haar en haar man, zegt Moussa: ‘Waar jij tegenaan loopt bij je man, daar loopt mijn vrouw tegenaan bij mij.’ Edith Wielhouwer besluit de maaltijd met een overdenking van Joyce Meyer over het belang van ‘nee zeggen’. Als ze klaar is, reageert Annemarie vrolijk en ferm: ‘Amen, zuster!’ ‘Hatsikidatsji’, antwoordt Edith. ‘Better let as net (beter laat dan nooit)’, besluit Annemarie in het Fries. De namen Annemarie, Margriet en Moussa zijn gefingeerd om redenen van privacy, maar bij de redactie bekend. blijer, opener
‘Ik kwam als een verlegen en schuchter iemand, maar heb geleerd wie ik mag zijn. Ik heb God leren aanbidden als een levende God die elke dag met je mee gaat of mensen op je weg brengt die je kunnen geven waaraan je juist behoefte had. Ik ben een blijer en opener mens geworden.’
kosten en plannen
Een verblijf bij Refuge (er zijn vier kamers) kost 475 euro per maand (inclusief elektra etc. en coachingsgesprekken). Edith en Piet-Hein Wielhouwer en het bestuur van Refuge, hopen op uitbreiding van het werk. ‘Laatst stond hier een vrouw voor de deur die over ons had gelezen in een huis-aan-huisblad. We hadden toen plek, maar we hebben ook al vier, vijf keer nee moeten verkopen omdat we vol zaten.’ Wellicht kan een naastgelegen pand worden aangekocht of gehuurd. De vijf therapeuten met wie wordt samengewerkt en Refuge hebben al een plan geschreven en een naam bedacht: Halte 6, met een zorgpakket voor een betaalbare prijs. Ze hopen op steun van de verantwoordelijke wethouder van Drachten. Die toonde zich bij de opening van het huis onder de indruk van het initiatief.
stichting-refuge.nl samen bidden
‘Onder het eten koken of tijdens de afwas kon ik een praatje maken, de dag doornemen of samen bidden. Piet-Hein en Edith veroordeelden mij noch mijn partner, maar stonden open voor beide partijen. Via boeken die ik kon lenen tot samen de hond uitlaten: ik kon in contact komen op momenten dat ik het nodig had. Dankzij hen heb ik in een voor mij moeilijke tijd mijn relatie met God kunnen verstevigen.’ Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Relaties in deze tijd breekbaarder dan ooit
Omdat er nog geen kentering is in trends als hedonisme, individualisme en secularisering, is het niet waarschijnlijk dat het hoogtepunt van het aantal scheidingen al is bereikt. |beeld AP / Francisco Seco 07 maart 2015, 08:55 Aaldert van Soest en Willem Bouwman
De kans dat een huwelijk strandt, was nog nooit zo groot als nu. Het aantal nieuwe huwelijken dat op echtscheiding uitloopt, zit intussen op 38 procent. Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia tijd sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samenleving? Vandaag: de cijfers en de feiten.
de cijfers Het aantal echtscheidingen groeide explosief in de jaren zeventig. In 1971 werd een nieuwe echtscheidingswet in Nederland van kracht, die scheiden veel eenvoudiger maakte. Duurzame ontwrichting werd de enige grond voor echtscheiding. De gevolgen waren groot. Werden in 1970 nog ruim 10.000 huwelijken ontbonden, dertig jaar later waren dat er bijna 35.000. Sinds het einde van de jaren negentig is het aantal scheidingen redelijk stabiel: het schommelt tussen de 30.000 en 35.000 per jaar, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maar dat betekent niet dat de stijgende trend tot stilstand is gekomen. Er trouwen namelijk steeds minder mensen, waardoor het percentage huwelijksontbindingen blijft stijgen. Hoe recenter een huwelijk is gesloten, hoe groter de kans dat het uitloopt op een scheiding, zegt Jan Latten, hoofddemograaf bij het CBS en hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam. De trend is dat de breekbaarheid van relaties nog steeds toeneemt. Latten noemt nog een indicator die de omvang van het verschijnsel aangeeft: één op de tien volwassenen (1,2 miljoen Nederlanders) heeft als burgerlijke staat: gescheiden. Dat zijn dus de mensen die ooit gescheiden zijn, en op dit moment niet opnieuw getrouwd. Het aantal samenwonende stellen dat uit elkaar gaat, wordt niet geregistreerd. Naar schatting zijn dat er pakweg 60.000 per jaar. Latten: Het risico van uit elkaar gaan is bij samenwonenden ongeveer twee keer zo hoog als bij getrouwden. Dat is niet zo vreemd. Het gaat veelal om twintigers en dertigers, bij wie de relatie nog in een verkennende fase zit, een soort trial-and-error-fase. De CBS-demograaf gaat ervan uit dat het scheidingspercentage in de biblebelt lager ligt dan elders in Nederland. Maar precieze cijfers daarover zijn er niet. Het Reformatorisch Dagblad hield in 2014 een peiling onder kerkenraden in reformatorische kring. Tachtig procent van hen had ermee te maken in de gemeente en de meeste respondenten gaven aan dat de problematiek de afgelopen vijf jaar verhevigd is. De Amerikaanse Barna Group deed een aantal jaar geleden wel onderzoek naar scheidingen onder zogeheten born again christenen in de Verenigde Staten. De kans op echtscheiding bleek bij hen hetzelfde als bij niet-christenen. In beide groepen strandde een derde van de huwelijken. Het CBS registreert allerlei gegevens over ontbonden huwelijken. De meeste getrouwden die uit elkaar gaan, komen in het derde of vierde huwelijksjaar tot dit besluit. In de huwelijksjaren daarna neemt de kans op echtscheiding langzaam af. Bij 55 procent van de scheidingen neemt de vrouw het initiatief, in 34 procent van de gevallen is dat de man, in 11 procent van de gevallen is sprake van een gezamenlijk initiatief. Als er grote verschillen zijn in leeftijd, opleidingsniveau of geloofsovertuiging is de kans op scheiding groter. Latten: Een zekere gelijkheid in achtergrondkenmerken tussen man en vrouw blijkt te helpen tegen scheiden.
de oorzaken De oorzaken van het groeiende aantal echtscheidingen laten zich moeilijk onder een noemer brengen. Het ligt aan de modernisering, zei
socioloog E.W. Hofstee al in 1962, en hij dacht daarbij aan industrialisatie, verstedelijking, secularisatie, individualisering en de verandering van de positie van de vrouw. De Algemene bijstandswet van 1965 bood de gescheiden vrouw met kinderen bestaanszekerheid financieel was ze niet meer afhankelijk van haar ex-man. Volgens Frans van Poppel, die in 1992 promoveerde op Trouwen in Nederland, ligt de gestage groei van het aantal echtscheidingen in Nederland aan het groeiend gewicht van de emotionele kanten van het huwelijk en de toename van vrouwen die zelf de kost gingen verdienen. Vrouwen verwachtten meer liefde en genegenheid in het huwelijk. En als ze werden teleurgesteld, konden ze scheiden en toch op eigen benen blijven staan. Latten wijst op verschillende onderliggende trends. Een daarvan is inderdaad de financiële onafhankelijkheid van de partners, die het mogelijk maakt uit elkaar te gaan als de verliefdheid of liefde verdwenen is. Je hoort weleens dat het niet kan, omdat een stel het huis niet verkocht krijgt. Maar dat is hooguit een tijdelijke drempel voor scheiding, zodra het niet meer klikt tussen beiden. Een andere oorzaak is volgens de sociaal-demograaf het feit dat hedonistische waarden nog steeds aan belang winnen. Zowel in 1980 als in 2010 is mensen gevraagd wat ze belangrijk vinden in het leven. Waarden als genieten en het moet leuk zijn, zijn veel belangrijker geworden ten opzichte van een waarde als gaan voor je relatie. Relaties hebben een andere betekenis gekregen. Ze moeten mensen gelukkig maken, anders hebben ze geen bestaansrecht. Je zou denken of hopen dat de wal het schip keert. De groei van het aantal scheidingen zal een keer een maximum bereiken, denkt ook Latten, alleen al omdat er een harde kern van gelukkige stellen is. Maar hij heeft geen aanwijzingen dat dit punt al bereikt is. In de onderliggende oorzaken als hedonisme, individualisme en secularisering zie ik nog geen kentering. Een interessante theorie is volgens Latten die van de Amerikaanse arbeidssocioloog Richard Sennett in zijn boek The Corrosion of Character (1998), in het Nederlands vertaald onder de titel De flexibele mens. Doordat de economie steeds meer flexibiliteit van mensen vraagt, neemt in het algemeen de loyaliteit af, stelt Sennett. Mensen zijn minder loyaal aan hun werkgever en nemen dat op de een of andere manier mee naar huis. De flexibele economie tast de karakters aan, denkt Sennett, en heeft ook invloed op de huwelijkstrouw.
de gevolgen Is het al ingewikkeld greep te krijgen op de oorzaken van de toenemende scheidingsgolf, de gevolgen zijn nog moeilijker volledig in kaart te brengen. Talrijke onderzoeken wijzen uit dat de consequenties voor kinderen kwalijk kunnen zijn (zie kader). Ook neemt het aantal mensen dat geregistreerd staat als alleenstaande of alleenstaande ouder, nog steeds toe. Op 1 januari 2014 waren het er ruim 3,3 miljoen. Volgens de prognose van het CBS groeit dit aantal naar 4,3 miljoen in 2060. Over pakweg veertig jaar zullen er volgens de voorspelling 900.000 alleenstaande 80-plussers zijn, drie keer het huidige aantal. Die groei kun je niet alleen toeschrijven aan de vergrijzing, zegt Latten. Uit een recente CBS-enquête bleek dat 22 procent van de alleenstaanden en alleenstaande ouders een lat-relatie heeft, waarbij beide partners op zichzelf blijven wonen. Naarmate mensen ouder worden, krijgen ze minder behoefte om die lat-relatie om te zetten in samenwonen of een huwelijk. Latten: Van de stellen die uit elkaar gaan, zullen velen nog eens een vaste relatie proberen. Maar vooral vrouwen van boven de veertig blijken daaraan steeds minder behoefte te hebben. Langzaam zie je in de samenleving ook nieuwe manieren ontstaan om met echtscheiding om te gaan, zegt Latten. Hij wijst op het coouderschap, waarbij de ex-partners samen blijven zorgen voor de kinderen. Mensen zijn in staat te zeggen: We zijn goede ouders voor onze kinderen, maar we zijn niet meer de ideale partner voor elkaar. De koppeling tussen die twee is daarmee niet meer vanzelfsprekend. In feite is dat een institutionalisering van de gevolgen van echtscheiding. Die acceptatie gaat gepaard met nieuwe vormen, analyseert de demograaf. Hij wijst op het huis voor gescheiden vaders in IJburg, een initiatief van onder meer de Protestantse Kerk in Amsterdam. Zo kunnen ze dicht bij de kinderen blijven wonen. Zon woonvorm maakt de gevolgen van een maatschappelijke trend zichtbaar. Je kunt somberen over de toename van het aantal echtscheidingen, maar het is ook mogelijk er een ander beeld tegenover te stellen, zegt Latten. In de periode dat mensen meer verplicht het huwelijk in stand hielden, bleven ook de ongelukkige stellen bij elkaar. Geluk heeft een groter gewicht gekregen en daardoor worden relaties vaker verbroken. Onder die omstandigheden blijft meer dan de helft van de huwelijken wel intact. De gezinnen die overblijven, zijn meestal gelukkige stellen.
kinderen en echtscheiding Elk jaar maken circa 70.000 thuiswonende kinderen een scheiding van de ouders mee, blijkt uit een analyse van socioloog Ed Spruijt van de Universiteit Utrecht. Samen met journalist Helga Kormos schreef hij het Handboek Scheiden en de Kinderen. Spruijt baseert het getal op de cijfers over ontbonden huwelijken en de schattingen over het aantal samenwonende stellen dat uit elkaar gaat. Nederland telt inmiddels ruim een miljoen mensen die ooit een scheiding van de ouders meemaakten, zegt Spruijt. Uit de CBS-cijfers blijkt dat bij echtscheidingen meestal één of twee kinderen betrokken zijn. Maar er stranden per jaar ook ruim 2400 huwelijken met drie kinderen en bijna 400 huwelijken met vier of meer kinderen. Naar de gevolgen voor deze kinderen zijn verschillende onderzoeken gedaan. Een greep uit de uitkomsten: kinderen van gescheiden ouders hebben meer moeite om op volwassen leeftijd zelf relaties aan te gaan en maken meer kans op een echtscheiding. Kinderen die een echtscheiding meemaakten, zijn als volwassene vaker depressief. En jongeren lopen na de scheiding van hun ouders een verhoogd risico op vroegrijpe seksuele activiteit, drugsgebruik en gedragsstoornissen. Hun opleiding is lager.
Er is de laatste jaren, ook in de politiek, meer aandacht voor de gevolgen voor kinderen. Sinds 2009 zijn ouders die uit elkaar gaan verplicht in een ouderschapsplan afspraken te maken over de zorg voor de kinderen. De wetgever hoopte zo ruzies tussen gescheiden ouders te verminderen, omdat juist die schadelijk zijn voor de kinderen. De wet heeft weinig effect gehad, blijkt uit onderzoek van Spruijt. Het aantal conflicten nam sinds 2009 juist toe. Volgens de wet is er sinds 2009 sprake van gelijkwaardig ouderschap, maar in de praktijk nemen de moeders meer zorg op zich. Vaders gebruiken de nieuwe wet soms om rechten op te eisen. De situatie is in ieder geval niet verbeterd. Zie ook: 'Extra regels bij echtscheiding werkt niet' (7-3-2015) Uit de hoofdredactie: Scheiden (7-3-2015) 'Een relatie verbreken is soms beter' (7-3-2015) Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Scheiden: Goed omgaan met gescheiden medechristen
‘Veel mensen die uit elkaar gaan, laten ook de kerk in de steek of veranderen van kerk.’ 02 mei 2015, 03:00 Machteld Meerkerk
Nieuwe familie gevonden in de kerk
Het is heel waardevol wanneer gemeenteleden om een gescheiden medechristen heen staan, ervoer Natalie Ros (30). Haar huwelijk liep vorig jaar stuk, omdat, zo zegt ze, haar man en zij uit elkaar gegroeid waren. ‘In zeer korte tijd was het een feit. Dat was heel pijnlijk en heel verdrietig.’ Op aanraden van vrienden verhuisde ze naar Amsterdam, waar ze terechtkwam bij de Hillsong Church. ‘Ik kwam totaal onbekend in een nieuwe gemeente, met mijn gebroken leven. En ik ben ontvangen met veel liefde, er was geen veroordeling. Mijn nieuwe gemeenteleden wezen op God, en hebben veel voor me gebeden. Dat betekende veel voor mij. Ik weet dat God van mij houdt, en dat het er niet om gaat waar ik vandaan kom, maar waar ik naartoe ga. Ik heb veel gesprekken gehad met mensen uit de kerk. Ook volg ik er een cursus om goed zicht te krijgen op mijn emoties. Het allerbelangrijkste was voor mij dat de gemeenteleden mij een stukje van God lieten zien, door de liefde van God uit te delen. Ik mag mensen midden in de nacht bellen, als dat nodig is. En bij anderen mag ik zo vaak komen eten als ik maar wil. Mijn oude leven is voorbij, maar in de kerk heb ik een nieuwe familie gevonden. Het lijkt me mooi om op termijn zelf ook iets voor andere gescheiden mensen te kunnen betekenen. Ook al voelt het niet zo, God heeft altijd een plan voor ons. Daar ben ik zo dankbaar voor.’
Echtscheiding leidt regelmatig ook tot scheiding van een kerkelijke gemeente. Het is zeker lastig beide partners bij de gemeente te houden. Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia tijd sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samen-leving? Vandaag: hoe gaan kerken hiermee om? Christelijke stellen die uit elkaar gaan, krijgen in de ene kerkelijke gemeente allebei een zegen mee, en komen in de andere gemeente onder censuur. Het beleid in kerken rond de omgang met de gescheiden medechristen loopt uiteen. Toch is het in veel gevallen lastig om beide partners bij de kerk te houden en ervaren veel gescheiden mensen de pastorale zorg als onvoldoende. Ook blijkt er een spanningsveld te zitten tussen enerzijds de Bijbelse lijnen en anderzijds de pastorale praktijk: het lijkt liefdevol om mensen niet te veroordelen, maar wat als een kerk zich hier vanuit de Bijbel toch toe geroepen voelt? onvoldoende Uit een onderzoek van de Evangelische Omroep in 2012 bleek dat gescheiden kerkgangers gemiddeld een onvoldoende voor de pastorale zorg geven. Gescheiden christenen ervaren ook een scheiding met de kerk. ‘Ik bleef achter met vier kinderen, niemand in de kerk stak een hand uit of bood een luisterend oor’, zegt een respondent. En een ander: ‘Toen bleek dat er huwelijksproblemen waren, werd een brief thuisbezorgd met de mededeling: uitsluiting van het heilig avondmaal, ongeacht of er wel of geen schuld is.’ Pascalle Laban (48) uit Papendrecht had vijftien jaar geleden met echtscheiding te maken. ‘Ik heb me rond mijn scheiding ontzettend eenzaam gevoeld. Ik hoorde van niemand iets, iedereen was er heel verlegen mee’, vertelt ze. ‘Heel de Bijbel spreekt ervan dat God genadig is. Waarom kunnen wij dat onderling dan niet zijn?’ Sinds acht jaar is Laban betrokken bij de verwerkingscursus Opnieuw op weg, die helpt het verwerkingsproces na een echtscheiding in gang te zetten, en door kerken aangeboden kan worden. Haar doel daarmee: stimuleren dat mensen die een scheiding meemaken, de verbondenheid met de kerk blijven ervaren. ‘Veel mensen die uit elkaar gaan, laten ook de kerk in de steek of veranderen van kerk. Maar het zou veel beter zijn als je binnen je eigen kerk herstel kunt vinden, en iemand uit de gemeente je begeleidt in dat proces. Als kerken die expertise zelf niet in huis hebben, is het toch geen schande als ze mensen doorverwijzen?’ Grofweg zijn er binnen de kerken drie verschillende lijnen als het gaat om echtscheiding. Scheiden mag nooit, scheiden mag alleen als er
sprake is van overspel, of scheiden mag als het huwelijk ontwricht is. Hoe kerken over hertrouwen na een echtscheiding denken, hangt hiermee samen: het is nooit een optie, het mag alleen als je ‘onschuldig’ gescheiden bent of het mag na berouw. De Rooms-Katholieke Kerk huldigt het eerste standpunt. Het huwelijk geldt als sacrament en is onverbreekbaar. Een nieuwe relatie na echtscheiding wordt, zolang de ex-partner nog leeft, dan ook niet geaccepteerd, tenzij het eerste (kerkelijke) huwelijk nietig is verklaard, en dus met terugwerkende kracht niet echt een huwelijk zou zijn geweest. Maar erg pastoraal is deze benadering niet, vinden veel katholieken. In oktober, tijdens de bisschoppensynode, vroeg paus Franciscus de bisschoppen na te denken over de oosters-orthodoxe visie op echtscheiding en hertrouwen, waarbij tweede en derde huwelijken wel erkend maar niet ingezegend worden. Waarschijnlijk neemt de paus na de komende bisschoppensynode definitieve besluiten. eerbaar Binnen protestantse kringen wordt het huwelijk niet als sacrament gezien. Wel houden veel kerken vast aan teksten als ‘Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden’ (Matteüs 19:6). ‘Het huwelijk is naar zijn aard een verbintenis voor het leven’ stelt de brochure Eerbaar door het leven van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Het kerkverband ziet hierop slechts één uitzondering: als er sprake is van overspel, mag de ander echtscheiding aanvragen en later hertrouwen. Wie om een andere reden een echtscheiding aanvraagt, komt onder censuur. Ook binnen de Gereformeerde Gemeenten wordt deze lijn gehanteerd. Ds. Wim Silfhout: ‘Maar in de praktijk zie je dat mensen ook om andere redenen uit elkaar gaan. Dat levert moeilijke situaties op, want ook als er sprake is van mishandeling of van een psychische ziekte bij een van de partners, kan de kerkenraad niet instemmen met echtscheiding.’ Om dit soort situaties te voorkomen, besloten de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt om niet te werken met verschillende ‘echtscheidingsgronden’, maar in lijn met 1 Korintiërs 7 te stellen dat ‘er situaties zijn waarbij de zonde en de gevolgen van de zonde zo dominant zijn dat de regel van het getrouwd blijven tot onaanvaardbare gevolgen voor de gelovigen zou leiden. In sommige situaties kan een echtscheiding gebillijkt worden’, aldus ds. Henk Siegers in een samenvattend rapport. ‘Je weet dat God niet wil dat iemand zijn partner en zijn gezin helemaal stuk maakt.’ De vrijgemaakt-gereformeerde kerken staan terughoudend tegenover het bevestigen van een tweede huwelijk, hoewel elke kerkenraad hierin een eigen beslissingen kan nemen. Zes kerken die aangesloten waren bij de Evangelische Alliantie, brachten in 2005 een handreiking voor geestelijke leiders uit rond dit onderwerp. Hierin wordt in het geval van geestelijke of lichamelijke mishandeling in het gezin eerst een scheiding van tafel en bed geadviseerd. ‘Echtscheiding lijkt een oplossing te geven, maar is het vaak niet.’ Tegelijk zijn er uitzonderingen voor ‘noodsituaties’. ‘Te allen tijde dienen we mensen die op grond van een grote nood een beslissing tot echtscheiding nemen, niet te veroordelen. Men gaat zeker niet scheiden voor zijn plezier.’ Wat de mogelijkheid van hertrouwen betreft, zien de auteurs twee opties: dit is mogelijk voor de onschuldige partij na overspel, of voor iemand die tijdens het huwelijk tot geloof komt en vervolgens door de ongelovige partner verlaten wordt. In andere gevallen ‘dient dat te worden ontraden’. ‘Echtscheiding is en blijft een brandende kwestie’, stelt emeritus predikant Jan Belder uit Dordrecht, die over dat onderwerp spreekt op regionale bezinningsavonden voor ambtsdragers uit de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). ‘Uit de gemeenten komen nog steeds vragen om toerusting. Men loopt vaak tegen lastige kwesties op. De lijn van de Schrift is dat het huwelijk onontbindbaar is, tenzij een derde binnendringt. Maar in het pastoraat blijft het maatwerk, dat per situatie bekeken moet worden.’ Tegelijkertijd wil hij oppassen met uitzonderingen rond hertrouwen na scheiding, omdat anders het volgende stel denkt dat die uitzondering ook wel voor hen zal gelden. De verschillende gemeenten binnen de Gereformeerde Bond zitten niet op één lijn, weet de predikant. ‘Als je vanwege overspel uit elkaar gaat en de overspelige daarvoor in gemeente A onder censuur komt, kan het gebeuren dat de kerkenraad van gemeente B die maatregel niet overneemt.’ zegen De brochure die ds. Jan Belder in 2011 over dit onderwerp schreef, riep weerstand op in een ander deel van de Protestantse Kerk. Zo nam ds. Dirk Engelage uit Drempt, die zichzelf tot de midden-orthodoxie rekent, er nadrukkelijk afstand van. ‘Verwijdering kan allerlei oorzaken hebben. Dat mensen elkaar niet meer kunnen vinden en bijstaan, kan bijvoorbeeld ook komen door het verlies van een kind of een ernstige ziekte.’ Hij benadrukt vooral de wens om gemeenteleden pastoraal bij te staan. ‘Ik ga met beide partners in gesprek, om te kijken waardoor de verwijdering is ontstaan en of die te boven is te komen. Als dat niet zo is, streef ik ernaar dat kinderen zo min mogelijk schade oplopen in het proces.’ Tegen hertrouwen na echtscheiding heeft Engelage ‘geen enkel bezwaar’. Wel besteedt hij tijdens het voorbereidingsgesprek aandacht aan het eerste huwelijk. ‘Is er meer dan verliefdheid? En is er nog pijn uit de vorige relatie? Wat zijn reële verwachtingen?’ Collega-predikant Marnix van der Sijs uit Gouda heeft al meerdere malen een zegen uitgesproken over een man en vrouw die uit elkaar gaan. ‘Niet om te vieren dat ze uit elkaar gaan, maar om hen een zegen over de rest van hun leven mee te geven. We proberen de mensen bij de kerk te houden en te voorkomen dat het huwelijk strandt in een vechtscheiding, die bijzonder schadelijk is voor kinderen.’ In het Dienstboek van de PKN is een liturgische handreiking opgenomen, met daarin woorden en gebeden die gemeenten kunnen gebruiken om het moment van de scheiding aandacht te geven in de dienst. Een fragment: ‘Laat de tijd, hier afgesloten, niet enkel een leeg verleden blijven, maar ons hebben gerijpt tot een vruchtbare toekomst. Om blijvende zorg en aandacht van onze kinderen blijven wij bidden. (...) Voor ons én allen die hun wegen gescheiden verder gaan, bidden wij om aanvaarding tussen de mensen, om onverminderd vertrouwen, om eerlijkheid en goede woorden.’ kinderen Ds. Silfhout wil kerkrecht en pastoraat niet los van elkaar zien. ‘Het pastoraat is er niet om maar zo veel mogelijk begrip te tonen voor de problemen, maar om op een Bijbels verantwoorde wijze met de problemen om te gaan en de betrokkenen daarbij te wijzen op de heilzame geboden van God,’ schreef hij in het landelijke kerkblad van de Gereformeerde Gemeenten. In zijn eigen gemeente vormt een aantal kerkenraadsleden een commissie, als er sprake is van een dreigende echtscheiding. ‘We proberen door gesprekken de echtgenoten toch bij elkaar te behouden. Daarbij verwijzen we soms ook door naar christelijke hulpverleners. Ook met de kinderen gaan we in gesprek.’ In het boek En ik dan? (De Banier, 2013) interviewt ds. Jan Belder kinderen van gescheiden ouders. Hij pleit ervoor deze ‘slachtoffers van een mislukt huwelijk’ niet uit het oog te verliezen. ‘Het is goed om hier in het jeugdpastoraat iemand voor te vinden, een identificatiefiguur: iemand met een hart voor jongeren, met gezag en met een principiële stellingname, die kinderen eens thuis uitnodigt en vraagt hoe het met hen gaat.’
Ervaringsdeskundige Dik Veefkind (46) schreef het boek Help, ik ben gescheiden (Novapres, 2015), waarin hij onder meer kerkenraden adviseert om geen van de betrokkenen te veroordelen. ‘In geval van ziekte of rouw vinden kerken het niet moeilijk om mee te leven. Maar bij echtscheiding wordt er snel gedacht in termen van goed en fout.’ Toen zijn vrouw in 2004 bij hem wegging, kerkte Veefkind in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Broek op Langedijk. ‘De mensen uit mijn huiskring stonden allemaal om mij heen. Ook mijn voorganger is intensief met ons opgetrokken. Maar voor de kinderen was die aandacht er niet zo. Ook van andere gescheiden mensen hoor ik dat er een kloof is tussen wat kinderen nodig hebben en wat de kerk kan bieden. Daar maak ik me best heel druk om, omdat ze in een kwetsbare positie zitten en er onder hen ook veel afhakers zijn. In de gemeente waar ik nu lid ben, geef ik leiding in het pastorale team, en proberen we bij een echtscheiding bewust ook om kinderen heen te staan.’ ◆ Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Uit de hoofdredactie: Scheiden 07 maart 2015, 08:31 Daniël Gillissen
'Gaan jullie ook scheiden?, vroeg onze dochter jaren geleden vanaf de achterbank. Mijn vrouw en ik waren het ergens niet helemaal over eens zoiets als de kortste route naar de snelweg. De stemverheffing waarmee de onenigheid gepaard ging, riep bij haar de beangstigende gedachte op dat haar ouders uit elkaar zouden gaan. De vader en moeder van een vriendinnetje zijn immers niet meer bij elkaar. Een dergelijke vraag van een jong kind laat zien hoever de maatschappelijke impact van echtscheidingen reikt. Kinderen komen door een ervaring tot de ontdekking wat scheiden is, met als gevolg dat een onbetekenend ruzietje de angst kan voeden dat papa en mama daardoor wel uit elkaar zullen gaan. Nooit eerder was de statistische kans dat een huwelijk strandt zo groot. Bijna veertig procent van de nieuwe huwelijken loopt tegenwoordig stuk. Deze ontwikkeling gaat christenen niet voorbij. De impact op betrokkenen is enorm. Op de voormalige partners zelf en niet minder op eventuele kinderen. Jaarlijks maken naar schatting 70.000 thuiswonende kinderen een scheiding van hun ouders mee. Ook de gevolgen voor opas en omas, familie en vrienden zijn diep ingrijpend. Kerkenraden, werkgevers, demografen en politici buigen zich over de thematiek. Scheidingen werken in de hele maatschappij door. Dat is de reden om vandaag in het Nederlands Dagblad de serie Scheiden in Nederland te beginnen waarin we feiten, ervaringsverhalen en gevolgen van echtscheiding in kaart brengen. Het onderwerp is veel te omvangrijk om in een keer alle facetten te belichten. In het eerste artikel vandaag staan we stil bij de cijfers. De komende maanden volgen onder meer interviews met een voormalig echtpaar, kinderen van gescheiden ouders over de tweedeling in hun leven, een stiefmoeder, en verhalen over de kerkelijke worsteling met echtscheiding, de hulp die basisscholen kunnen inroepen en de uitholling van duurzame verbondenheid. De komende maanden treft u dus diverse verhalen over echtscheiding in de krant die elk een ander aspect van het vraagstuk belichten. De artikelen zijn te herkennen aan een vast label en introtekst. Hebt u tips of wilt u ervaringen delen? Mail dan naar
[email protected]. Een andere vorm van scheiden, het afscheid van kerk en geloof, krijgt deze weken aandacht op een van de laatste paginas van de bijlage Zeven. De dag voordat EO-televisieprogramma Adieu God? op een onmogelijk tijdstip wordt uitgezonden, is een belangrijk deel van het gesprek met de kerkverlater te lezen in de krant. Het lijkt een vorm van zelfkastijding, aanhoren wat er volgens een zogeheten Bekende Nederlander allemaal mis is met kerk en geloof. De zes kinderen uit het gezin waarin ik ben opgegroeid, hebben uiteenlopende keuzes gemaakt. Als ze BNer waren geweest, hadden twee van hen in Adieu God? kunnen zitten. Dát is precies de reden om deze gesprekken te publiceren. We kennen allemaal kerkverlaters in onze omgeving. Interviewer Tijs van den Brink gaat ons voor in het voeren van het gesprek waarvoor we vaak terugdeinzen. Oprechte interesse in de ander kan leiden tot een goed geloofsgesprek. Daarbij brengen ervaringen van de geïnterviewden misschien zaken aan het licht die in familieof kerkelijke kring verbetering behoeven. Zie ook: 'Extra regels bij echtscheiding werkt niet' (7-3-2015) 'Een relatie verbreken is soms beter' (7-3-2015) Relaties in deze tijd breekbaarder dan ooit (7-3-2015) En: Arjen Lubach: 'Ik hecht aan individuele zingeving' (7-3-2015) Mark Tuitert: 'Alles begint misschien met geloven' (7-3-2015) Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Vechtscheidingen bij expats
beeld nd 21 april 2015, 03:00 Sophia Geuze
‘De helft van de echtscheidingen onder expats die wij zien, eindigt in een vechtscheiding’, zegt Wendy van der Stroom van advocatenkantoor SmeetsGijbels in Rotterdam en Amsterdam, dat gespecialiseerd is in familierecht. Ze roept werkgevers op over dit risico en de juridische complicaties bij een scheiding in het buitenland te praten. Amsterdam
Als oorzaken voor het grote aantal vechtscheidingen ziet Wendy van der Stroom het toenemend aantal Nederlanders dat naar het buitenland vertrekt en de zelfstandigheid van de Nederlandse vrouwen. ‘Als het huwelijk niet meer goed is, willen ze niet dienstbaar aan hun man in het buitenland blijven. Dan willen ze terug.’ Van der Stroom merkt dat haar cliënten niet weten welke juridische complicaties een scheiding in het buitenland kan hebben. Ze roept werkgevers op het daar wel over te hebben bij vertrek naar het buitenland. ‘In sommige landen, bijvoorbeeld islamitische landen, kunnen vrouwen met jonge kinderen niet meer weg. Ook in Europese landen is dit niet altijd vanzelfsprekend als vader ook betrokken is geweest bij de opvoeding. Gaan ze toch, wordt dat als ontvoering gezien. Maar daaraan denkt niemand die vrolijk het avontuur aangaat van een leven in een andere cultuur.’ Medewerkers moeten zich bewust zijn dat verhuizen naar het buitenland een druk op hun relatie zal leggen. Van der Stroom: ‘Het enthousiasme van een eventuele uitzending naar het buitenland maakt veel mensen blind. Jonge gezinnen nemen de kans met beide handen aan omdat de kinderen nog jong zijn en de middelbare school nog lang niet in zicht is. Moeders nemen ontslag bij hun Nederlandse werkgever en kijken ernaar uit om zich in het buitenland volledig aan het moederschap te wijden. Ze denken in een ideale wereld terecht te komen. Het tegenovergestelde is in veel gevallen helaas de realiteit.’ De advocaat komt schrijnende gevallen tegen van met name vrouwen die zich gevangen voelen in een land waar ze niet langer willen wonen bij een man van wie ze niet meer houden. ‘In zo’n situatie wil je het liefst terug naar je wortels, je familie en vrienden en dat kan juist niet.’ werkvergunning De werkgevers doen er ook goed aan de partners te betrekken bij de verhuizing. Van der Stroom: ‘Shell bijvoorbeeld doet dat heel goed.’ Maar ook voor echtgenoten van Shell-medewerkers geldt dat ze veelal geen werkvergunning krijgen en alleen thuis komen te zitten met de kinderen terwijl ze wel een goede opleiding hebben gehad. Ze kunnen hooguit een grensoverschrijdend internetbedrijf opzetten. Wendy van der Stroom: ‘En dan gaat menig partner zich afvragen of de stap naar het expat-bestaan wel de juiste was. Zingevingsvraagstukken gaan een rol spelen en de daginvulling van de moeder wordt steeds meer beladen. Deze situatie kan vele jaren blijven aanhouden. Totdat de bom barst.’ < Het aantal scheidingen in Nederland is in een paar decennia tijd sterk toegenomen. Wat is de invloed daarvan op de levens van mensen en op de Nederlandse samen-leving? Vandaag: uitgezonden gezinnen. top vijf
Van der Stroom maakte een top vijf van problemen waar expats bij een echtscheiding tegenaan kunnen lopen.
Er zijn landen waar geregistreerd partnerschap niet wordt erkend. In Dubai is dat het geval. ‘Soms gaan stellen snel trouwen om weg te kunnen, terwijl de liefde nog pril is.’
In sommige landen is de rechtspositie van in het nieuwe land geboren kinderen anders ten opzichte van kinderen die met de ouders naar het nieuwe land zijn verhuisd. ‘In moslimlanden kunnen de rechten van de man heel sterk zijn. Als je als vrouw geen gezag hebt, mag je bijvoorbeeld niet meebeslissen over het land waar je kind woont. Dat kan je zelfs in Spanje overkomen.Bij een scheiding val je onder het vermogensrecht van het nieuwe land. En dat kan anders zijn dan in Nederland waardoor na een scheiding het geld anders verdeeld wordt dan je zou verwachten. Geen acceptatie van de Nederlandse huwelijkse voorwaarden door buitenlandse rechters. Geen recht op alimentatie in het buitenland voor de minst verdienende partner. Volgens Van der Stroom moeten stellen ervoor zorgen dat de trouw- en geboorteakten van eventuele kinderen, evenals de huwelijkse voorwaarden, ook in het land van vestiging geregistreerd worden. complexe zaken
Wendy van der Stroom is een internationaal opererende Nederlandse familierechtadvocaat en mediator. Zij is gespecialiseerd in complexe scheidingszaken waaronder veel kinderzaken en behandelt geregeld zaken met een internationaal karakter. Zo staat zij veel Nederlanders in het buitenland en in Nederland woonachtige buitenlanders bij en is specialist in cross-boarder mediation en in internationale kinderzaken, waaronder ontvoeringszaken. Er wonen naar schatting tussen de 800.000 en 1,2 miljoen Nederlanders in het buitenland. Copyright © 2015 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones