Wat kun je verwachten? •
Urenverdeling – V4: 3 uur per week – V5: 3 uur per week – V6: 3 uur per week
•
Overhoringen – Minimaal 2 overhoringen per periode (weging varieert) – Weging • Proefwerk: 3-4x (in april: 6x!) • SO: 1-2x
•
SE – V5: 1x SE in april – V6: 2x SE
1
Wat gaan we doen in 3 VWO? Zowel algemene economie als bedrijfseconomie •
Hoe werkt een bank?
•
Hoe werkt het Nederlandse belastingstelsel?
•
Lenen, sparen en beleggen
•
Albert Heijn en de vier P’s
•
Reclamefilmpjes
•
NV of BV?
•
Het jaarverslag
•
Wit of zwart werken?
•
De arbeidsmarkt 2
Drie regels! 1•
Boek meenemen – Ik verwacht dat je je boek meeneemt – Met schrift, mapje, collegeblok, etc! – 2e keer vergeten = melden
• Mobiele telefoon 2
– NIET! – Innemen = 16:30 ophalen bij de administratie
• Huiswerk maken 3
– – – –
We maken veel opdrachten in de les Af en toe zul je huiswerk moeten maken Huiswerk wordt gecontroleerd 2e keer niet gemaakt = melden bij afdelingsleider
3
Economie 4
5
Wat moest Theo Maassen op school leren? Kennis verwerven
“Economie is de wetenschap die de mensheid bestudeert in zijn streven naar welvaart”
Geld?
Menselijk gedrag . . . moeilijk te voorspellen!
6
De wetenschap Kennis verwerven Wat gebeurde er in de zomervakantie?
7
De mensheid Vier grote groepen (of: spelers in het rollenspel!) 1. Consumenten 2. Producenten
3. Overheid
4. Buitenland
8
De welvaart Meer dan geld . . .
9
De welvaart Meer dan geld . . . Photoshop?
Bruto Nationaal Geluk Het is tijd voor een andere kijk op welvaart. Cijferfetisjisme vertroebelt de blik op de toekomst. Van alles meer produceren levert voor korte tijd mooie groeicijfers op, maar op termijn een uitgeputte aarde. Nobelprijswinnaars en regeringen werken daarom aan een bredere definitie van welvaart, die welzijn, gezonde levensjaren en milieubehoud meeweegt: het Bruto Nationaal Geluk in plaats van het Bruto Nationaal Product Bron: verkiezingsprogramma 2010, GroenLinks 10
De welvaart Meer dan geld . . . Welvaart in ruime zin
Welvaart in enge zin •
Materiële welvaart
•
Materiële en niet-materiële zaken
•
Beperkte blik op de wereld: geld
•
“Kwantiteit en kwaliteit van de behoeftebevrediging”
•
Veel gebruikte maatstaf – Inkomen – Bruto Binnenlands Product (BBP)
•
Kwaliteit, bijvoorbeeld – Van onderwijs en gezondheidszorg – Vrije tijd – Veiligheid – Milieu
•
Niet (altijd) te meten
11
In het streven naar welvaart, moeten we keuzes maken vanwege schaarste Behoeften (wensen)
Gezinnen
Middelen
€ 1.950,- netto in de maand
Keuzes maken is moeilijk
13
Vandaag: de economie van een land Producenten
Consumenten
“De markt” Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmark t
Overheid
14
Jan Modaal
Otto Normalverbraucher
Average Joe 15
16
•
Jan Modaal is de benaming voor een werknemer met een doorsnee inkomen, een gemiddelde consument
•
Hij heeft een koophuis, een vrouw en 1.8 kinderen
•
“Jan Modaal” wordt graag gebruikt door politici
1. Consumenten Een paar kenmerken van Jan Modaal . . . Na belasting: € 1.950,- per maand
Wat verdient Jan Modaal gemiddeld per jaar?
€ 33.000,(€ 2.750,- per maand)
Jan Modaal heeft een hypotheek. Hoe groot is zijn hypotheekschuld gemiddeld?
€ 170.000,-
Hoeveel spaart Jan Modaal gemiddeld per maand?
€ 216,-
17
1. Consumenten consumeren Economie = keuzes maken vanwege schaarste Behoeften (wensen)
Consumenten consumeren
Consumenten kopen goederen en diensten waar ze behoefte aan hebben
Middelen
€ 1.950,- netto in de maand
1. Consumenten consumeren Twee soorten goederen Consumeren
Secundaire goederen
Primaire goederen •
•
Deze goederen voorzien in de eerste levensbehoeften
Voorbeelden • Eten • Water • Huisvesting
Alle andere (luxe) goederen die voorzien in secundaire behoeften
Voorbeelden • iPad • Make-up • Auto 19
1. Consumenten consumeren Let op: diensten zijn ook goederen! Diensten
Goederen •
•
“Stoffelijke consumptiegoederen”
Voorbeelden • Een fiets • Een schoolboek • Een pak koffie • Etc.
“Onstoffelijke consumptiegoederen”
Voorbeelden • Een taxirit • Advies van een advocaat
20
2. Producenten produceren Het productieproces De Aviko frietfabriek in Steenderen (vlakbij Wolkenland!) Grondstof Omzet Hulpstof • Elektriciteit • Water
Loon
Arbeid
Gezinnen
21
2. Producenten produceren Het productieproces Grondstof Omzet
Hulpstof • Elektriciteit • Water
Arbeid
Loon
Gezinnen
Lening
Banken
Rente
Gebouw
Huur
Eigenaar van de gebouwen
22
Grond
Pacht
Grondbezitter
Ondernemerschap
Winst
De eigenaar
2. Producenten produceren Vier productiefactoren Grondstof Omzet Hulpstof • Elektriciteit • Water
Arbeid
Gezinnen
+
(Geld) kapitaal
Banken
+
(Reëel) kapitaal Eigenaar van de gebouwen
23
+
Natuur
+
Grondbezitter
Ondernemerschap
De eigenaar
3. De overheid: de grote herverdeler van inkomens
Ontvangsten: belasting en premies
De overheid
“De grote herverdeler van inkomens”
24
Uitgaven: uitkeringen en subsidies
Samengevat – de economie van een land Producenten
Consumenten
“De markt” Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmark t
Overheid
25
26
De historie van geld Arbeidsverdeling Zelfvoorziening
•
•
Mensen “produceren” zelf om in hun eigen behoeften te voorzien Geld bestaat nog niet
(Super-) specialisatie
Arbeidsverdeling
•
•
• •
Behoeften nemen toe en het wordt onmogelijk om alles zelf te maken Er ontstaat arbeidsverdeling: het maken van producten wordt verdeeld over verschillende mensen Bakker, slager, etc. Er ontstaat27ruilhandel
• • •
De arbeidsverdeling blijft doorgaan Er is sprake van extreme specialisatie Bijvoorbeeld: het vastlijmen van het scherm van een iPhone is een beroep
De historie van geld Arbeidsverdeling leidt tot ruilhandel Directe ruil
• • • •
Indirecte ruil
•
Ruilen in natura Een ruil waar geen geld aan te pas komt Goederen worden geruild tegen goederen Problemen − Ik wil een biefstuk maar heb geen brood − Ik wil volgende week biefstuk maar heb vandaag een brood 28
Een ruil waarbij een algemeen aanvaard ruilmiddel gebruikt wordt (nu: geld!)
De historie van geld Ruilhandel: van schelpen naar giraal geldChartaal geld Schelpen Edelmetaal Giraal geld
• Gebruikt als één van de eerste ruilmiddelen • Ander voorbeeld: zout
• Stoffelijk geld: munten en bankbiljetten • Uitgegeven door de Europese Centrale Bank (ECB) en De Nederlandse Bank (DNB) • Gouden standaard: geld direct inwisselbaar voor goud
• Goud als bekendste voorbeeld • Waardevast • Niet na te maken
29
• Onstoffelijk geld: bankrekening • Verschillende manieren om elektronisch te betalen − Pinnen − Chippen − Internet en telefoon − Creditcard
ING maakt € 3.983.000.000,winst in 2010 16 februari 2011,
30
Hoe werkt een bank eigenlijk? Leners
Spaarders
Lage rente
Hoge rente
Spaargeld
Lening
Winst voor de bank
31
Getallenvoorbeeld 1 huishouden spaart en 1 huishouden leent Leners Spaarders 2%
6%
€ 2.000,-
€ 2.000,-
Winst = opbrengst – kosten = € 120 – € 40 = € 80 32
Getallenvoorbeeld Een heel land spaart en een heel land leent Leners Spaarders 2%
6%
€ 200.000.000.000,-
€ 200.000.000.000,-
Winst = opbrengst – kosten = €12.000.000.000 – € 4.000.000.000 = € 8.000.000.000 33
Wat doet Jan Modaal met zijn inkomen? Jan Modaal 1. Uitgeven • • •
Huishoudgeld Vaste lasten Reserveringsuitgaven
2. Sparen (als hij nog geld overhoudt)
• • •
€ 33.000,- per jaar € 2.750,- per maand Na belasting: € 1.950,- per maand
3. Lenen (als hij te weinig heeft!)
35
Vandaag: lenen Leners
Spaarders
Lage rente
Hoge rente
Spaargeld
Lening
Winst voor de bank
36
Waarvoor lenen mensen geld? Vaak gekocht met geleend geld
Niet-duurzame goederen
Duurzame goederen
•
Goederen die vele jaren meegaan
•
Let op: duurzaam wordt tegenwoordig ook veel gebruikt als “gezond leefmilieu”
•
37
Goederen die in één keer gebruikt worden
Hoe werkt lenen bij een bank? Stap 1: Aanvraag GESCHIKT
ONGESCHIKT Aanvraag
Jan Modaal wil geld lenen voor een nieuwe auto
GESCHIKT ONGESCHIKT
Controle bij Bureau Krediet Registratie (BKR in Tiel)
Op basis van inkomen Jan Modaal
Stap 2: Lenen = betalen Rente
Aflossen
38
Twee belangrijke begrippen Kijk mee naar het voorbeeld op bladzijde 41 Aflossen
Rente betalen
•
•
Vergoeding die jij betaalt aan de bank voor het lenen van geld
39
Het geleende geld terugbetalen aan de bank
Twee soorten leningen Lening met onderpand
Lening zonder onderpand
(hypotheek)
(consumptief krediet)
•
Voor aanschaf (duurzame) consumptiegoederen
•
Hoge rente want de bank heeft weinig zekerheid (2011: 9-15%)
•
Voorbeelden van geldgevers:
40
•
Voor aanschaf huis / bedrijfspand
•
Lagere rente want de bank heeft onderpand (huis, bedrijfspand) als zekerheid (2011: 3-5%)
•
Voorbeelden van geldgevers
Vijf vormen van consumptief krediet Hoogte lening afhankelijk van inkomen Rente per jaar
Kenmerken
1. Persoonlijke lening
Consument ontvangt in een keer het geleende bedrag voor 1. een vaste periode Maandelijkse rente en aflossing Aflossing kan niet opnieuw worden opgenomen
Reclame:1.5% Werkelijk: 8-15%
2. Doorlopend krediet
Consument krijgt een bepaalde kredietlimiet en mag vrij opnemen tot de 1. limiet Er wordt alleen rente betaald over opgenomen bedragen Afgeloste bedragen kunnen opnieuw worden opgenomen
Reclame:1.5% Werkelijk: 8-15%
Rood staan op de betaalrekening waar salaris gestort wordt Kredietlimiet meestal maximaal € 2.500,-
8-15%
Betaling van consumptiegoed in termijnen “Koop nu en betaal 1. volgend jaar” Koop op afbetaling: consument meteen eigenaar 41 Huurkoop: consument pas eigenaar na
Max. 15% Tot een aantal jaar geleden: max. 28%
3. Salariskrediet 4. Kopen op afbetaling 5. Huurkoop
1.
1.
1.
Vorige les: twee soorten leningen Lening met onderpand
Lening zonder onderpand
(hypotheek)
(consumptief krediet)
•
Voor aanschaf (duurzame) consumptiegoederen
•
Hoge rente want de bank heeft weinig zekerheid (2011: 9-15%)
•
Voorbeelden van geldgevers:
42
•
Voor aanschaf huis / bedrijfspand
•
Lagere rente want de bank heeft onderpand (huis, bedrijfspand) als zekerheid (2011: 3-5%)
•
Voorbeelden van geldgevers
consumptief krediet Hoogte lening afhankelijk van inkomen
Rente per jaar
Kenmerken
1. Persoonlijke lening
Consument ontvangt in een keer het geleende bedrag voor 1. een vaste periode Maandelijkse rente en aflossing Aflossing kan niet opnieuw worden opgenomen
Reclame:1.5% Werkelijk: 8-15%
2. Doorlopend krediet
Consument krijgt een bepaalde kredietlimiet en mag vrij opnemen tot de 1. limiet Er wordt alleen rente betaald over opgenomen bedragen Afgeloste bedragen kunnen opnieuw worden opgenomen
Reclame:1.5% Werkelijk: 8-15%
Rood staan op de betaalrekening waar salaris gestort wordt Kredietlimiet meestal maximaal € 2.500,-
8-15%
Betaling van consumptiegoed in termijnen “Koop nu en betaal 1. volgend jaar” Koop op afbetaling: consument meteen eigenaar 43 Huurkoop: consument pas eigenaar na
Max. 15% Tot een aantal jaar geleden: max. 28%
3. Salariskrediet 4. Kopen op afbetaling 5. Huurkoop
1.
1.
1.
Vraag: welke soort consumptief krediet wordt in deze ING reclame beschreven? ek
44
Vraag: welke soort consumptief krediet wordt in deze ING reclame beschreven?
45
Vraag: voor welk type consumptief krediet wordt hier reclame gemaakt?
Geld lenen kost geld. Effectieve jaarrente van 15%
46
Gespreid betalen
Betalen in termijnen
Delen door 10, slim gezien! Geniet nu van uw aankoop en kies ervoor om te betalen in tien maanden!
Zullen we het even voorschieten?
47
Kopen op afbetaling is duur, heel duur!
Waarde: € 1.000,Jan Modaal betaalt voor de TV: € 1.610,(35 x € 46,-)
48
Voor het komende proefwerk krijgt iedereen een voldoende *Als hij / zij meer dan 8 vragen goed beantwoordt
49
*
Gespreid betalen Gespreid betalen kan natuurlijk ook. Door gespreid te betalen kun je zelf bepalen of je het artikel in bijvoorbeeld 3, 5 of 10 stappen terugbetaalt. Handig als dat je toevallig even beter uitkomt.
Zo werkt het • Je regelt alles vanuit huis op wehkamp.nl. • Je kunt op ieder moment van de dag je persoonlijke koopruimte bekijken • Je zit nergens aan vast. Je bepaalt grotendeels zelf je maandbedrag. Boetevrij, zonder vervelende verrassingen Rente en kosten De rentevergoeding is vast en bedraagt 1.171% per maand. Dit komt overeen met een effectieve rente van 15% op jaarbasis. Er zijn geen verdere bijkomende kosten.
50