Wat kun je van leerlingen in de MaS verwachten? De Maatschappelijke Stage (MaS) is vrijwilligerswerk, maar vrijblijvend is het niet. Wat kunnen organisaties van jongeren verwachten? Deze handleiding gaat in op deze vraag en geeft tips rondom dit thema. Maatschappelijke Stage Vanaf schooljaar 2011-2012 zijn middelbare scholieren verplicht om tijdens hun schoolcarrière vrijwilligerswerk te doen bij maatschappelijke organisaties, zoals stichtingen, zorginstellingen en (sport)verenigingen. De MaS is geen beroepsstage. De leerlingen schrijven geen verslag over hun maatschappelijke stage en krijgen geen leerdoelen mee vanuit school. Het doel van de MaS is dat jongeren kennismaken met vrijwilligerswerk en zich onbetaald inzetten voor anderen of de maatschappij. Die ervaring, dát is waar het om draait. Met de MaS wordt een hoop jonge energie aan het vrijwilligerscollectief toegevoegd. In Zwolle gaat het om maar liefst achttien middelbare scholen. Bovendien levert de MaS vrijwilligers voor de toekomst, want eenmaal enthousiast, blijven sommige jongeren vrijwilligerswerk doen. VCZ in de MaS Vrijwilligerscentrale Zwolle (VCZ) is de specialist op het gebied van vrijwilligerswerk én de Zwolse MaS-makelaar. In het kader van de MaS biedt VCZ: • informatie, advies en ondersteuning • hulp bij inpassen MaS in maatschappelijke organisaties • handvatten voor het begeleiden van leerlingen • vacaturebank voor maatschappelijke stages • leerlingen bemiddelen naar passende MaS-plek • workshops voor maatschappelijke organisaties • klankbordgroep MaS, met daarin alle Zwolse middelbare scholen Achtergrondinformatie Diverse leerniveaus De jongeren die een maatschappelijke stage doen, zijn leerlingen uit het voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo/gymnasium). In welk(e) leerja(a)r(en) de scholen de maatschappelijke stage plannen, verschilt. De leeftijd van de leerlingen loopt uiteen van 12 tot en met 18 jaar. Vwo/gymnasium: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Vwo en gymnasium hebben beide zes leerjaren. Op het gymnasium worden ook Latijn en Grieks onderwezen. Voor de MaS is dit verschil niet van belang. Havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs. Havo heeft vijf leerjaren. Vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Vmbo biedt vier leerwegen met ieder vier leerjaren. De theoretische leerweg (TL) is voor de theoretisch aangelegde leerling, de gemengde leerweg (GL) biedt een combinatie van theoretisch en praktisch onderwijs, op de kaderberoepsgerichte leerweg (KB) doet de leerling kennis op door praktisch bezig te zijn en de basisberoepsgerichte leerweg (BL) is voor de puur praktisch ingestelde leerling. Praktijkonderwijs: onderwijs voor jongeren voor wie een vmbo-diploma niet haalbaar is. Stagevormen De leerling hoeft niet alle uren bij dezelfde organisatie of met dezelfde klus in te vullen. Bovendien kan de maatschappelijke stage in verschillende vormen worden verricht. Soms geven de scholen daarvoor richtlijnen, soms kunnen leerlingen zelf bepalen in welke vorm ze hun maatschappelijke stage gieten. Individueel: de leerling doet de klus alleen en bepaalt zijn taken en het aantal uren in overleg met de organisatie. In deze vorm komt het geregeld voor dat leerlingen elkaar opvolgen. Groep: een groep leerlingen doet de klus samen en bepaalt de taken en het aantal uren in overleg met de organisatie. Dit komt veel voor bij evenementen of eenmalige klussen. Projectdagen of -weken: de school organiseert de klus die in een vooraf bepaalde periode wordt verricht.
Taken • uitvoerend: de leerling voert deeltaken uit onder begeleiding van een volwassene • organiserend: de leerling organiseert zelf, waarbij de grote lijnen al zijn bepaald • leidinggevend: de leerling heeft zelf de leiding over een activiteit of project • meebeslissend: de leerling is een volwaardige partij in de besluitvorming Net als vrijwilligers, is geen leerling hetzelfde Geen mens is hetzelfde, geen leerling is hetzelfde. Voor maatschappelijke stagiairs geldt dan ook dat ze ieder hun eigen talenten, ideeën en mogelijkheden hebben, maar ook allemaal hun beperkingen, handicaps of rugzakjes. Daar moet de begeleider op inspelen. Verwachtingen Wederzijdse verwachtingen op elkaar afstemmen Om er voor zowel de organisatie als de leerling een succeservaring van te maken, is het belangrijk om bij aanvang van de stage de verwachtingen – van beide kanten - na te gaan. De afspraken die daaruit voortvloeien, kunnen worden genoteerd. Zo kunnen de betrokkenen er ook op terugvallen. Belangrijk is ook om te benadrukken dat de organisatie op de leerling rekent. Daarmee laat u zien dat de leerling een belangrijke rol in de organisatie speelt, maar benadrukt u ook dat hij of zij de afspraken na moet komen. Voorbeelden van afspraken: • Wat is het tijdstip of de datum van aanvang? • Wat is de duur van de klus? • Welke taken gaat de leerling verrichten? • Bij wie kan de leerling zich melden met vragen? • Hoe wordt de leerling opgeroepen wanneer zijn inzet nodig is? • In hoeverre kan een leerling zelf bepalen of hij wel of niet op een oproep ingaat? Wat als de inzet van de leerling tegenvalt? Als een leerling de afspraken niet nakomt, de samenwerking niet soepel loopt of er andere knelpunten zijn, kan de begeleider het beste bellen met de docent. De meeste scholen geven de leerling een stageovereenkomst mee. Daarop staat vaak ook het telefoonnummer van de docent. Is dit niet het geval? Vraag de leerling dan bij aanvang van de maatschappelijke stage naar de gegevens van de contactpersoon vanuit school. Welke verantwoordelijkheden kan en mag u niet bij een leerling neerleggen? • Toezicht en eindverantwoordelijkheden met betrekking tot financiën • De eindverantwoordelijkheid voor het slagen van een activiteit of initiatief • Beslissingen en verantwoordelijkheden rond veiligheid • Taken die normaal gesproken door een betaalde kracht worden gedaan • Klussen die, psychisch of fysiek een (te) zware belasting geven Praktijkvoorbeeld Celine doet haar maatschappelijke stage bij een woonzorgcentrum. Ze leest bewoners voor uit de krant, houdt hen gezelschap tijdens het eten en maakt met sommigen een wandelingetje in de tuin. Dit zijn prima taken voor een maatschappelijke stagiair. Bewoners in of uit bed tillen, zou fysiek een te zware belasting zijn en qua veiligheid (van de bewoners) een te grote verantwoordelijkheid.
Voorbeelden van taken Evenement / activiteit Vrijwilligerswerk tijdens paardrijkamp Opknappen terrein kinderboerderij Inzamelingsactie voor een goed doel
Uitvoerend
Organiserend
Leidinggevend
Meebeslissend
Helpen eten koken
Een discoavond organiseren
Gebouw schilderen
Materiaal voor het klussen inkopen en klaarzetten Collectanten werven of sponsoren zoeken
Een groep kinderen begeleiden bij een rit De klussers aansturen in hun werkzaamheden Collectanten instructies geven en begeleiden
Het programma van het kamp meebepalen Meedenken in prioriteiten m.b.t. de werkzaamheden Meebepalen naar welke doelen de opbrengst gaat
Collecteren of folders verspreiden
Korte klussen versus langlopende klussen Korte klussen Handig voor uitvoerende werkzaamheden, zoals schilderwerk, helpen koken of collecteren Zeer geschikt voor groepen leerlingen; met z’n allen aan de slag Werkt vooral wanneer een concrete taak wordt aangeboden. De leerling moet worden begeleid, omdat hij of zij niet bekend is met de organisatie en de taken.
Langlopende klussen Handig voor klussen waarbij de leerlingen de doelgroep moeten leren kennen of iets moeten organiseren of onderzoeken Geschikt voor individuen en kleine groepjes De leerling kan gedurende de stage steeds meer taken op zich nemen. De leerling kan met steeds minder begeleiding uit de voeten, omdat hij of zij de organisatie en de taken steeds beter kent.
Welk werk en welke werkdruk kan een leerling aan? Elke leerling is anders. De belastbaarheid van een jongere hangt samen met factoren als leeftijd, opleidingsniveau, ervaring en persoonlijkheid. Daarbij is het niet zo dat voor jongeren met een hoger opleidingsniveau ook per definitie geldt dat ze ook een meer organisatorische of leidinggevende rol kunnen krijgen. • • • •
De beste aanpak is om een MaS-leerling in het begin kleine, afgebakende taken te geven en gedurende de stage samen te kijken of hij of zij meer aan zou kunnen en willen. Op een informele manier, gewoon door te vragen en te signaleren hoe het gaat, kan gedurende de stage continu een vinger aan de pols worden gehouden. Natuurlijk mag van een leerling die iets meer dan gemiddeld in zijn mars heeft, ook wat meer worden gevraagd. Anderzijds kan het voor een minder getalenteerde of zelfverzekerde leerling al voldoende zijn om mee te lopen met de reguliere vrijwilligers.
Kortom: hou rekening met de mogelijkheden en omstandigheden van een leerling. Van het doen van vrijwilligerswerk moet je opknappen, niet afknappen. Welke verantwoordelijkheden heeft een leerling in ieder geval? • Belangstelling tonen voor de cultuur van de organisatie • Inzet, betrokkenheid en enthousiasme tonen • Aardig en vriendelijk zijn tegen de andere vrijwilligers en de doelgroep • De gemaakte afspraken nakomen • Aan de bel trekken bij de begeleider als er iets niet goed gaat • Fatsoenlijk en respectvol gedragen • Rekening houden met de kledingvoorschriften / -eisen van de organisatie • Erop vertrouwen dat de begeleider er is om te helpen • De consequenties inzien van (negatief) gedrag, uitspraken en uitstraling
Hoe kunt u feedback van de leerling zeker stellen? De inzet van de leerlingen levert de organisatie veel op. Bijvoorbeeld: • extra helpende handen • frisse ideeën en nieuwe initiatieven dankzij jongeren • kans op blijvende – jonge - vrijwilligers • jongeren leren hoe de vereniging is georganiseerd • jongeren van buitenaf maken kennis met de vereniging • beter imago vereniging dankzij maatschappelijke betrokkenheid Maar hoe verzekert u de organisatie er nou van dat die de frisse ideeën van de jongeren ook te horen krijgt? Of hen in de toekomst vaker als vrijwilliger binnen de organisatie actief ziet? Tijdens een evaluatiegesprek kunt u de leerling naar zijn ervaringen vragen. De leerling kan vertellen welke verbeterpunten hij of zij tegenkwam en er kan worden gekeken of de leerling als vrijwilliger bij de organisatie betrokken wil blijven. Arbeidsomstandigheden en -tijden De arbeidsomstandighedenwet én de arbeidstijdenwet zijn beide van toepassing op de Maatschappelijke Stage. Wat betreft de omstandigheden: de MaS-jongeren mogen alleen nietindustriële (hulp)arbeid verrichten die geen gevaar oplevert of schadelijk is voor de gezondheid. Qua werktijden moet de meeste rekening worden gehouden met de richtlijnen voor 13-, 14-, 15- en 16jarigen. De belangrijkste regels: Leeftijd
Wel/niet op zondag
Niet later dan
Max. aantal uren op schooldag
13 jaar 14 jaar 15 jaar
niet niet wel (indien zat. vrij) wel (indien zat. vrij)
19.00 uur 19.00 uur 19.00 uur 23.00 uur
16 / 17 jaar
Max. aantal dagen per week
2 2 2
Max. aantal uren op nietschooldag 6 6 8
5 5 5
Max. aantal uren per schoolweek 12 12 12
Max. aantal uren per vakantiedag 7 7 8
Max. aantal volledige weken per jaar 4 4 6
n.v.t.
9
5
n.v.t.
9
n.v.t.
Kortom: • Jongeren van 13 en 14 jaar kunnen dus het best voor korte klussen ingezet worden. • Als de maatschappelijke stage onder schooltijd valt, kunnen de opdrachten groter zijn. • Klussen op zondag zijn voor veel jongeren iets lastiger in te vullen. Zaterdagen, vakanties en schooldagen (ook na schooltijd) bieden de meeste kansen. • Oudere jongeren (vanaf 15 jaar) zijn juist wel in te zetten op zondagen. • Maak gebruik van vakanties, waarin jongeren flexibel inzetbaar zijn en meerdere dagen aan de slag mogen. Een totaaloverzicht van regels voor jeugdige medewerkers vindt u op: www.rijksoverheid.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid www.arboportaal.nl Arboportaal Veiligheid / verzekering De MaS valt ook onder de gemeentelijk verzekering. Dat wil zeggen: als zijnde een vrijwilliger van de organisatie waar hij/zij zijn MaS uitvoert (de stagebieder). School is nog steeds verantwoordelijk voor het goed verzekeren van de leerling. Tips • • • •
Leef u in: hoe was u zelf toen u een jaar of vijftien was? Eén begeleider en aanspreekpunt voor de leerling Een derde persoon die meekijkt, bijvoorbeeld een andere vrijwilliger of een docent van school Geef complimenten, toon waardering en geef de jongeren een warm welkom.
Contact en meer informatie Vrijwilligerscentrale Zwolle: Steunpunt voor vrijwilligerswerk en informele zorg én De Zwolse MaS-makelaar, Assendorperstraat 48, 8012 CA Zwolle, 038 – 4225200,
[email protected], www.vrijwilligerswerkzwolle.nl, www.maszwolle.nl