Almeerse kinderen doen het beter! Ouders en scholen werken samen aan optimale omstandigheden voor hun ontwikkeling
‘Nobody is perfect, but a team can be’ – René Peeters
1. Inleiding ........................................................................................................................................... 2 Veel bereikt ..................................................................................................................................... 2 Hoe nu verder.................................................................................................................................. 3 Scope ............................................................................................................................................... 3 Terminologie ................................................................................................................................... 3 2. Visie ................................................................................................................................................. 3 3. Context ............................................................................................................................................ 4 Betrokkenheid en partnerschap...................................................................................................... 4 Gelijkwaardig ≠ gelijk; De professional neemt initiatief................................................................. 5 Ouderbetrokkenheid ≠ aanwezigheid op school............................................................................. 5 Doorgaande lijn ............................................................................................................................... 6 Wettelijk kader ................................................................................................................................ 6 4. Uitgangspunten Ouderbeleid Almere ............................................................................................. 7 5. Aansluiten op wensen en mogelijkheden van de Almeerse ouders ............................................... 8 De ouderpopulatie voor VVE........................................................................................................... 8 Bevolkingssamenstelling Almere..................................................................................................... 8 Wensen en mogelijkheden van ouders in Almere .......................................................................... 9 7. Rollen en verantwoordelijkheden ................................................................................................... 9 Gemeente Almere ......................................................................................................................... 10 Besturen (onderwijs, welzijn, kinderopvang)................................................................................ 10 Scholen .......................................................................................................................................... 10 Professional ................................................................................................................................... 10 Ouders ........................................................................................................................................... 11 8. Doelen ........................................................................................................................................... 11 Algemeen....................................................................................................................................... 11 Naast bovengenoemde doelen, gelden aanvullend specifiek voor VVE ....................................... 12 9. Voorgestelde vervolgstappen........................................................................................................ 12 10. Monitoring.................................................................................................................................. 13 Bijlage: Wie hebben meegewerkt aan dit document?...................................................................... 14
1
1. Inleiding Kinderen brengen veel meer tijd thuis door dan op school. Partnerschap tussen ouders en school draagt bij aan zowel de leerprestaties van leerlingen als aan hun motivatie, hun welbevinden, hun zelfbeeld en hun zelfwaardering(Bakker et al. 2013). Alle betrokken partijen in Almere (zowel gemeente als schoolbesturen, directies, scholen en professionals) vinden het daarom belangrijk samenwerking tussen ouders en school te versterken1. In de afgelopen periode hebben zij hier fors op ingezet en met resultaat. Almere heeft zich hiermee ontwikkeld tot voorloper in Nederland. Veel bereikt
Vanuit het project Educatief Partnerschap hebben eind schooljaar 2013/2014 66 basisscholen met hun team een visie en plan opgesteld om samenwerking met ouders te versterken. Van deze scholen hebben er inmiddels meer dan 50 ook het ISOP‐label2 verkregen. In schooljaar 2013/2014 maken 25 basisscholen met het ISOP‐label een verdiepingsslag in activiteiten om partnerschap met ouders te versterken. In schooljaar 2014/2015 zullen nog eens 25 scholen dit doen. Deze verdiepingsslag maken zij planmatig en passend bij de eigen identiteit, schoolbeleid en ouderpopulatie. School en ouders trekken samen op in dit proces. Veelal wordt daarbij gestart met een bijeenkomst waarin alle ouders van school en alle leerkrachten met elkaar in gesprek gaan over waar zij tevreden over zijn en welke wederzijdse wensen en verwachtingen er zijn als het gaat om samenwerking ten behoeve van de ontwikkeling van het kind. De opbrengst van deze bijeenkomst, vormt de basis waarmee het partnerschapsteam (enkele leerkrachten, ouders en de directeur) een programma van activiteiten organiseert, om de samenwerking in leren en opvoeding en het contact met elkaar verder te verbeteren. Voorbeelden van activiteiten die hieruit voortkomen, zijn nieuwe vormen voor de gesprekkencyclus, nieuwe werkwijzen voor informatie over hoe er geleerd wordt op school, implementatie van digitale systemen voor informatie en contact tussen ouders en school, deskundigheidsbevordering voor leerkrachten, ouderkamer met activiteitenprogramma, Verteltassenproject. VVE‐scholen en hun voorschoolse partners hebben, in aansluiting op het project Educatief Partnerschap, ook gericht ouderbeleid ontwikkeld, met aandacht voor analyse van de ouderpopulatie, de intake en de oudergesprekken. Met VVE Thuis worden ouders gestimuleerd thuis ontwikkelingsondersteunende activiteiten met hun kind te doen. Er is een onderzoek uitgevoerd door het Verwey‐Jonker Instituut naar wat werkt op het gebied van ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs in Almere. In aansluiting op de aanbevelingen uit het onderzoek, hebben scholen voor voortgezet onderwijs partnerschap met ouders planmatig vormgegeven. Zo is bijvoorbeeld op een VO school met ouders gesproken over hun wensen en verwachtingen ten aanzien van de samenwerking. Als vervolg daarop hebben leerlingen in opdracht van de ouderraden filmpjes gemaakt voor ouders over hoe het werkt op school en is er een ouderApp ontwikkeld. Een andere VO school inventariseert waar deskundigheden en belangstelling van ouders liggen en betrekt hen in aansluiting daarop gericht bij schoolzaken. Via een Ouderportal kunnen ouders het huiswerk volgen en hun kind bijstaan in de planning daarvan. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs legt de rol van ouders vast in alle beleidsdocumenten en protocollen. 1
Convenant Onderwijsimpuls 2011‐2014 Het ISOP‐label is ontwikkeld door de Radboud Universiteit van Nijmegen in samenwerking met Stichting Actief Ouderschap en het Expertisecentrum Ouders, school en buurt van ITS. Scholen die het ISOP‐label ontvangen, hebben aangetoond dat zij op planmatige en gestructureerde wijze bezig zijn met ontwikkelingswerk op het terrein van school en ouders. 2
2
Samenwerking met ouders is ook een belangrijk onderdeel van PlayingforSuccess. Inmiddels zijn er initiatieven met meerdere scholen om een speciale “PlayingforSuccessOuders” te starten. Ook het Oké‐punt zet in op partnerschap met ouders, bijvoorbeeld in het project ‘Opvoeden doen we samen’, waarin onderlinge oudercontacten gestimuleerd worden. Ook bij de stadsdeelconferenties eind 2013 was gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en professionals een punt van aandacht, evenals de verbinding tussen zorg en onderwijs daarbij. Onder het motto: omgeving bij de school betrekken, ouders zijn belangrijk bij de ontwikkeling van kinderen, is partnerschap tussen ouders en school een belangrijk punt van aandacht in de LEA plus en Voor‐ en Vroegschoolse Educatie (VVE). Hoe nu verder
Het is nu zaak dat wat bereikt is te borgen, verder te verbreden en verdiepen, te monitoren en bij te sturen. De betrokken partners vinden de doorgaande lijn en samenhang in beleid en activiteiten zeer wenselijk, als het gaat om samenwerking tussen ouders en school. Daarom is er voor gekozen één Almeers ouderbeleidsplan te ontwikkelen. Vanaf VVE (ook kinderdagverblijven en peuterspeelzalen die samenwerking hebben met een school) met doorgaande lijn naar basisonderwijs en vervolgens voortgezet onderwijs en uiteindelijk ook MBO. Dit ouderbeleidsplan is tot stand gekomen in samenwerking met betrokken partners uit de voorschoolse periode, basisonderwijs en Passend Onderwijs. (In bijlage is specifiek benoemd wie er aan dit document gewerkt hebben.) Het gerichte ouderbeleid, dat de gemeente Almere vóór 2015 dient te hebben voor VVE (ter beoordeling door de Inspectie voor het Onderwijs) maakt in Almere dus onderdeel uit van integraal ouderbeleid. Waar relevant wordt ingezoomd op specifieke aandachtspunten voor VVE, PO of VO. Scope
We richten ons in dit document specifiek op samenwerking tussen ouders en professionals in het onderwijs (2‐16 jaar). De wereld van een kind en zijn/haar ouders in Almere beperkt zich natuurlijk niet tot thuis en school. Daarom zullen wij hier en daar korte verwijzingen doen naar de verbinding met andere beleidsterreinen, als passend onderwijs, zorg en sport. Terminologie
Als we over 'ouders' praten, bedoelen we alle opvoeders. Als we over 'professional' praten bedoelen we pedagogisch medewerkers, leerkrachten en docenten (soms kunnen dit zelfs ook andere professionals zijn die werken met jeugdigen). Als we over 'school' praten, bedoelen we peuterspeelzalen en kinderdagverblijven (die samenwerking hebben met een school), VVE‐locaties, basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, MBO. Als we over ‘samenwerkende partners’ praten, bedoelen we gemeente, schoolbesturen, directies, kinderopvang en peuterspeelzalen.
2. Visie De gemeente Almere vindt het belangrijk dat kinderen in Almere hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen, vanuit hun eigen kracht en die van hun omgeving (Voorjaarsnota 2014‐2017). Opvoeding en onderwijs vormen de basis voor die talentontwikkeling. Samenwerking tussen opvoeders en onderwijs is daarmee een vereiste. We streven naar een gelijkwaardige samenwerking in de vorm van partnerschap ouders en school. 3
De gemeente Almere wil daarom partnerschap tussen ouders en professionals stimuleren en verder gestalte geven. Hiermee wil zij beginnen vanaf de voor‐ en vroegschoolse educatie (VVE) met een doorgaande lijn naar het primair onderwijs en vervolgens het voortgezet onderwijs en uiteindelijk ook het MBO.
3. Context Betrokkenheid en partnerschap
Als het gaat om samenwerking tussen ouders en school, worden de termen ouderbetrokkenheid en partnerschap beide gebruikt. We zien in de literatuur en ook in de praktijk dat ouderbetrokkenheid een breed begrip is. Een algemene omschrijving van ouderbetrokkenheid is: ‘Alle vormen van belangstellende betrokkenheid van de ouders bij de begeleiding van hun eigen kind, bij de groep waarin hun kind zit en bij de school als geheel’ (De Wit 2002, in Kalthoff, 2011). Vaak wordt dit ingedeeld in meeleven, meedoen, meedenken en meebeslissen. Vanwege het wederzijdse karakter ligt de voorkeur eerder bij de term partnerschap dan bij ouderbetrokkenheid of ouderparticipatie (Beek et al., p.8, 2007): ‘Bij partnerschap gaat het niet alleen om een beweging van ouders richting de school, maar ook om een beweging van de school richting de thuissituatie.’ Wij gaan in dit document uit van ouderbetrokkenheid in de zin van ‘educatief partnerschap’. ‘Educatief partnerschap betekent dat ouders en school samenwerken om optimale omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling van het kind. De betrokkenheid is hierbij wederzijds: ouders bij school, maar ook school bij ouders. Dit bouwt voort op de gedachte dat de opvoedsferen thuis, op school en in de buurt elkaar zouden moeten overlappen (Epstein, 1995, 2009) mede om te voorkomen dat kinderen in een spagaat hiertussen terecht komen (Pels, 2004).’ Goed contact tussen ouders en school is een belangrijke voorwaarde voor educatief partnerschap. ‘Contact tussen ouders en school: de communicatie en samenwerking (Epstein, 2009) tussen ouders en school om te komen tot afstemming in het opvoedend denken en handelen in de benadering van het kind. Dit betreft het pedagogisch doel van educatief partnerschap (Beek et al., 2007).’ Als professionals en ouders willen samenwerken aan talentontwikkeling van kinderen, is het dus van belang dat professionals ouders motiveren en toerusten tot optimaal onderwijs‐ en ontwikkelingsondersteunend gedrag en ook de kennis en mogelijkheden van ouders willen benutten voor de ontwikkeling en het leren van het kind op school. Zij dienen daarvoor het initiatief te nemen om contact met alle ouders te maken en planmatig en gericht aan de slag te gaan met afstemming en samenwerking rond leren en opvoeden. Waar we enkele jaren geleden nog vooral de focus zagen op ‘ouderparticipatie’ (‘de actieve deelname van ouders aan activiteiten op school, te onderscheiden in formele participatie (ouderraad; medezeggenschapsraad) en informele hand‐ en spandiensten aan de school (Smit, 4
Driessen, Sluiter & Brus, 2007). Het gaat hierbij om vrijwilligerswerk en meebeslissen.’)zien we nu in Almere een verschuiving naar de focus op ‘educatief partnerschap’.De scholen verwoorden nu in hun visie dat zij werken aan de verbreding van informeel en formeel partnerschap naar pedagogisch, didactisch en maatschappelijk partnerschap, ofwel het samenwerken met ouders aan het leren en de opvoeding en ook naar de samenwerking rondom het kind in de wijk. Deze ontwikkeling sluit aan bij beoogde transformatie die past bij de transities in het sociale domein, waarin de rol van de professional verandert en eigen kracht en eigen regie van burgers belangrijke thema’s zijn, evenals het versterken van de opvoedomgeving, door ‘sociale steun’ (Beleidskader Transitie Sociaal Domein Almere, 2012). Voor Passend Onderwijs is goede samenwerking tussen ouders en school als het gaat om leren en gedrag ook een belangrijk aandachtspunt. Gelijkwaardig ≠ gelijk; De professional neemt initiatief
Als het gaat om opvoeding en onderwijs, hebben ouders en professionals hierin een eigen positie en een eigen verantwoordelijkheid. Die is niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Het is voor de ouders van belang om hun kennis over het kind met de school te delen. De school kan daarmee passend gedrag vertonen dat de ontwikkeling van het kind ten goede komt. Het is voor de scholen van belang om hun kennis over het onderwijs met de ouder te delen. De ouder kan daarmee passend gedrag vertonen dat het onderwijs aan het kind ten goede komt. Ouders en leerkrachten vinden het daarbij belangrijk elkaars domein daarin te respecteren. Docenten en schoolleiders vinden betrokkenheid van ouders bij het onderwijs belangrijk, maar zij moet stoppen bij de klas: ouders mogen zich niet met de inhoud en aanpak van het onderwijs bemoeien. De opvattingen over samenwerking van zowel docenten als ouders worden sterk bepaald door hun positie. Docenten zijn de professionals in onderwijs. Zij willen wel gesteund worden door ouders, maar willen niet te veel inmenging in de klas. Ouders leggen wel opvoedkundige taken bij de school, maar willen liever geen bemoeienis met de opvoeding in de privésfeer. (Samen Scholen, SCP, 2013) Voor de gehele groep professionals is het van groot belang actief in te zetten op partnerschap met de ouders, voor het leren en de ontwikkeling van het kind. We gaan daarbij uit van de kracht van ouders en sluiten aan bij wat ouders zelf weten en kunnen. Deze actieve inzet op partnerschap met ouders is in Almere onderdeel van het professioneel gedrag. Ouderbetrokkenheid ≠ aanwezigheid op school
Ouders zijn van nature zeer betrokken bij hun kinderen. Ze hebben wereldwijd ongeveer dezelfde gedachten over wat ‘goed opvoeden’ is, hoewel zij daar in de opvoeding op verschillende manieren uiting aan geven (Maternalbeliefsaboutsensitivityacross the globe, Mesman 2011). Ouders in Nederland besteden veel tijd aan hun kinderen. Ouders zijn thuis veel en vaak betrokken bij het onderwijs van hun kinderen. Ouders steunen hetonderwijs van hun kind thuis op diverse manieren. Zij doen dit onder meer door met het kind te praten over school en toekomstplannen, door het kind voor te lezen en door te helpen met huiswerk en overhoren. Zij doen dit ook door toezicht te houden op het maken van huiswerk en erop te letten dat het kind alle lessen volgt en niet spijbelt. Al deze activiteiten worden veel en vaak door ouders gedaan, maar het meeste gebeurt dit in het basisonderwijs. Een uitzondering vormt toezicht houden
5
op huiswerk maken en spijbelen, dat doen ouders in het voortgezet onderwijs en mbo meer. (Samen Scholen, SCP 2013) Terwijl ouders aangeven hun kind thuis veel en vaak te helpen, uiten leraren en schoolleiders kritische taal over de betrokkenheid van ouders. Het lijkt erop dat leraren en schoolleiders de betrokkenheid van ouders in de eerste plaats afmeten aan de voor hen zichtbare activiteiten, namelijk dat wat ouders in de school doen: de ouderparticipatie en de mate waarin ouders naar rapportbesprekingen en ouderavonden komen. Dat is teruggelopen, zeggen leraren en schoolleiders, maar het is slechts een aspect van ouderbetrokkenheid en betekent niet dat de betrokkenheid thuis is afgenomen of onvoldoende is.(Samen Scholen, SCP, 2013) Doorgaande lijn
Samenhangend beleid en een doorgaande lijn in samenwerking tussen ouders en professionals biedt houvast en een kader, voor alle partijen. De doorgaande lijn kan zich uiten in werkprocessen (bijvoorbeeld overdracht, protocollen overgang po‐vo, vo‐mbo), maar gaat ook over inhoud. Over een gedeelde visie en doelen over samenwerking tussen ouders en professionals, pedagogisch‐ didactische afstemming en de manier van communiceren. Het Almeerse plan voor‐ en vroegschoolse educatie (vve, 2011) sluit aan bij de ontwikkeling van Integrale Kindcentra. De focus ligt op een doorgaande ontwikkellijn van jonge kinderen, het betrekken van kinderopvang bij de beleidsuitvoering en wijkgerichte samenwerking tussen de partners van de voor‐ en vroegschoolse educatie. Basisscholen die voor de VVE gericht ouderbeleid ontwikkelen, kiezen er in de praktijk ook voor dit ouderbeleid voor VVE onderdeel te laten uitmaken van het ouderbeleid van de hele school, om gedurende de hele basisschoolperiode planmatig met ouders te blijven samenwerken. Deze scholen betrekken het hele team (en ouders) bij de ontwikkeling en implementatie van het ouderbeleid. Waar mogelijk zoeken zij verbinding met de kinderopvang. Scholen voor voortgezet onderwijs merken dat het belangrijk is partnerschap met ouders planmatig vorm te geven, vanaf het allereerste begin. Naarmate kinderen ouder worden, verandert de rol van de ouders. Geleidelijk verschuift verantwoordelijkheid van ouders naar kinderen. Ouderbetrokkenheid blijft. Leerlingen kunnen gaandeweg meer betrokken worden bij het beleid en activiteiten rondom het vergroten van betrokkenheid van ouders bij de school, of het verbeteren van het onderlinge contact.3 Wettelijk kader
De VVE‐bestandsopname is een belangrijke aanleiding om te werken aan de verbetering van het ouderbeleid. In de VVE‐bestandsopname wordt het ouderbeleid op locatieniveau beoordeeld. Maar ook wordt in de bestandsopname op gemeentelijk niveau bekeken in hoeverre de gemeente beleid heeft geformuleerd om de ouderbetrokkenheid te stimuleren. De ouderactiviteiten op de vve‐ locaties worden vaak (mede) geïnitieerd en ook bekostigd vanuit de gemeente, zeker bij de voorscholen. Het gemeentelijk ouderbeleid blijkt van belang voor de uitvoering op de locaties. Op gemeentelijk niveau beoordeelt de inspectie of er ouderbeleid voor VVE is ontwikkeld, waarin wordt ingegaan op: 3
(Conclusie en advies Verwey‐Jonker over ouderbetrokkenheid in VO Almere, 2013) 6
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
de ouderpopulatie; informeren van ouders; intakeprocedure; ontwikkelingsgerichte activiteiten; participatie van de ouders; informeren over de ontwikkeling van kinderen; rekening houden met de thuistaal.
In het basisonderwijs lezen vrijwel alle ouders hun jonge kind voor (4‐5 jaar), de meeste ouders praten regelmatig met hun kind over school, en als hun kind in de hogere groepen van het basisonderwijs huiswerk en opdrachten krijgt, helpen ouders veel en vaak daarbij. In het voortgezet onderwijs verschuift het accent in de ondersteuning en vermindert de praktische inzet van ouders naarmate het kind ouder is en zelfstandiger wordt, maar ook dan zijn ouders sterk betrokken bij het onderwijs van hun kind. Veel ouders helpen het kind bij het maken van huiswerk en opdrachten en door te overhoren, al doen zij dit minder frequent dan in het basisonderwijs. Veel ouders praten vaak met hun kind over school, maar de onderwerpen waarover wordt gesproken gaan nu minder over het welbevinden van het kind op school en meer over motivatie, prestaties en de toekomst van het kind. Verder houden veel ouders vaak toezicht op het maken van huiswerk en het volgen van lessen. In het mbo is de praktische ondersteuning weer minder dan in het voortgezet onderwijs, al tonen ook hier nog veel ouders zich betrokken bij het onderwijs van hun kind. Het zwaartepunt ligt dan bij het praten met het kind over opleiding en toekomst, en bij het toezicht op spijbelen.(SCP, 2013)
4. Uitgangspunten Ouderbeleid Almere Samenvattend leidt het bovenstaande tot een aantal gedeelde uitgangspunten van de samenwerkende partners in Almere. Het betreft gedeelde uitgangspunten van de partners en de gemeente. De partijen in de stad moeten het vooral uitvoeren.
We spreken in Almere van ‘partnerschap’ in plaats van ouderbetrokkenheid; Actieve inzet op contact en educatief partnerschap met alle ouders is onderdeel van het professioneel gedrag in Almere; De professional gaat daarbij uit van de kracht van ouders ensluit aan bij wat ouders zelf wensen, weten en kunnen; We werken aan een doorgaande lijn4 van VVE tot en met VO en uiteindelijk MBO; Sluitend aanbod en samenhang in hoe alle organisaties die te maken hebben met jeugd invulling geven aan partnerschap met ouders; We streven ernaar dat alle ouders ontwikkelings‐ en onderwijsondersteunende activiteiten met hun kind doen.
4 Belangrijk is te onderkennen dat de door scholen gewaardeerde autonomie (keuze vrijheid die zij hebben bij de uitvoering van beleid) soms leidt tot een spanningsveld met uniformiteit die nodig is voor de doorgaande lijn. 7
5. Aansluiten op wensen en mogelijkheden van de Almeerse ouders Iedere ouder is anders, heeft andere wensen, verwachtingen, talenten, mogelijkheden en vaardigheden. De professional zal dus met iedere ouder contact moeten maken en kijken wat past. Dit past bij de Almere Principles, die zijn bedoeld als inspirerend richtsnoer voor iedereen die in de komende decennia betrokken is bij het doorontwerpen van Almere tot een duurzame stad. De eerste van deze Almere Principles is ‘Koester diversiteit’. De ouderpopulatie voor VVE
Per augustus 2012 gelden de volgende doelgroepcriteria in Almere voor VVE: 1. Het kind heeft een gewicht conform de gewichtenregeling; (Doelgroepkinderen Voor‐ en Vroegschoolse Educatie (VVE) zijn door het rijk als volgt gedefinieerd: Kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau die volgens de gewichtenregeling Primair Onderwijs als 0.3 of 1.2 leerlingen worden aangemerkt.) 2. Taalaanbod: de ouders spreken thuis geen Nederlands; 3. Taalaanbod: de (taal‐)omgeving is onvoldoende stimulerend; 4. Het kind loopt risico op een sociaal‐emotionele ontwikkelingsachterstand. De doelgroepcriteria zijn van toepassing op VVE, maar uiteraard niet op de overige voorschoolse voorzieningen, het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het MBO. Voor overige voorschoolse voorzieningen, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en MBO kan ervan worden uitgegaan dat de ouderpopulatie een afspiegeling is van de bevolkingssamenstelling van Almere. Bevolkingssamenstelling Almere
Almere heeft een kleurrijke en diverse bevolking. Er zijn meer eenoudergezinnen dan gemiddeld in Nederland. De hoogopgeleide beroepsbevolking is in Almere kleiner, inwoners hebben minder te besteden. Het aantal werklozen in Almere was de afgelopen jaren hoger dan gemiddeld. In Almere is 35% van de inwoners van allochtone afkomst, 26% is van niet‐westerse afkomst. De verwachting is dat dit percentage in Almere zal stijgen naar zo’n 27% niet‐westerse allochtonen in 2040.Nederland is ongeveer één op de tien inwoners van niet‐westerse afkomst. Een groep die de laatste jaren groeit in Nederland zijn de Oost‐Europeanen. Er is nog weinig bekend over deze groep, sommigen zijn maar tijdelijk in Nederland en het is dan ook moeilijk de groep goed in beeld te krijgen. Er zijn in Almere relatief veel eenoudergezinnen. Van de huishoudens in Almere is 11% een eenoudergezin, het landelijke gemiddelde is bijna 7%. In Almere is 12% van de bevolking van 20 jaar en ouder gescheiden. Dit is hoger dan gemiddeld in Nederland (9%).5 Het relatief hoge aantal inwoners van allochtone afkomst en aantal alleenstaande ouders, pleit, in combinatie met het gegeven dat Almere een jonge stad is, voor aandacht voor versterken van sociale netwerken en onderlinge contacten tussen burgers, passend bij de pedagogische civil society (De Winter, 2011). De kracht van de pedagogische civil society bepaalt de kwaliteit van het samenleven 5
Bron: www.toekomstverkenningflevoland.nl 8
in de woonomgeving en het opvoedingsklimaat. Hierin hebben alle maatschappelijke partners in Almere een rol. Wensen en mogelijkheden van ouders in Almere
Op 14 januari 2014 zijn tijdens een Almeerse bijeenkomst Ouderbetrokkenheid ‘Samen werken voor de toekomst’ met zo’n 80 mensen 10 tips van ouders voor professionals geformuleerd. Dit betreft een momentopname, maar geeft toch een beeld van wat ouders belangrijk vinden.
Ik wil weten hoe het gaat met mijn kind en ik wil vertellen hoe het gaat met mijn kind. Andere vorm tien minuten gesprekken (meer op maat) Ouders, opvang en peuterspeelzaal functioneren als een team. Ouders betrekken door open en transparante houding. Ga in gesprek met ouders over wat je van elkaar verwacht. Erken ouders als de expert van hun kind. Cultuurverandering in het onderwijs. Samen is meer! Geloof in mijn goede wil als ouder. Ouderbetrokkenheid begint bij de geboorte.
Stichting Actief Ouderschap heeft in schooljaar 2013/2014 op een aantal basisscholen (van ASG, Prisma, SKOFV) avonden begeleid waarin ouders en leerkrachten met elkaar in gesprek gingen over wederzijdse wensen en verwachtingen. Op vrijwel alle avonden noemden ouders de volgende wensen:
Toegankelijkheid en laagdrempelig contact met de leerkracht Weten waar in een periode aan gewerkt wordt en hoe je daar als ouder bij kunt ondersteunen (praktische tips). Snel geïnformeerd worden als er iets aan de hand is Duidelijke informatie over hoe het werkt op school (in het bijzonder voor nieuwe ouders)
7. Rollen en verantwoordelijkheden De samenwerkende partijen in Almere hebben ieder hun eigen rol en verantwoordelijkheden als het gaat om partnerschap tussen ouders en professionals, waarbij sprake is van gelijkwaardigheid. Er is sprake van gezamenlijkheid, goede afstemming, uitwisseling en samenwerking, voor optimaal resultaat voor het kind. De samenwerkende partners versterken elkaar daarbij, ieder vanuit de eigen rol en positie. De gemeente heeft hierbij een stimulerende en faciliterende rol, vanuit onder meer de LEA plus, de besturen adviseren de gemeenten en zorgen voor inbedding van partnerschap met ouders in hun beleid. De scholen pakken, volgend uit een planmatige aanpak passend bij de eigen situatie en wensen en mogelijkheden van ouders, de activiteiten praktisch en vraaggericht ‘van onderaf’ op. Mede door deze werkwijze is het enthousiasme om te werken aan partnerschap met ouders bij alle betrokkenen in de afgelopen periode verder gegroeid.
9
Gemeente Almere
o o o o o o
o
Gemeentelijk ouderbeleid ontwikkelen en uitvoeren (voor VVE is dit een wettelijke taak) Verbinding stimuleren (doorgaande lijn, samenwerking, samenhang beleidsterreinen bevorderen) Scholen ondersteunen en faciliteren om gericht en planmatig te werken aan partnerschap met ouders, passend bij de vraag van besturen. Monitoren Versterken van de opvoedomgeving, stimuleren pedagogische civil society (De Winter, 2011) Verantwoordelijkheid richting burgers (ouders) bijv. informeren in campagnes, nieuwsbrieven en andere informatiekanalen over belang partnerschap tussen ouders en school Faciliteren, ondersteunen partners bij uitdragen belang partnerschap tussen ouders en school
Besturen (onderwijs, welzijn, kinderopvang)
o
o o
Borgen partnerschap met alle ouders op alle scholen binnen de visie en het strategisch beleid, passend bij eigen identiteit en in afstemming met de GMR. Aandacht voor innovatie, kwaliteit, deskundigheidsbevordering. Daarbij sturen op kwaliteit en voldoen aan wettelijke eisen met ruimte voor inkleuring passend bij beleid en identiteit van de school en voor innovatie. Gemeente adviseren over wat scholen nodig hebben om partnerschap met ouders gericht en planmatig vorm te geven.
Scholen
o
Gericht ouderbeleid ontwikkelen en planmatig partnerschap met ouders vormgeven op school (passend bij eigen beleid, identiteit en professie, wensen en mogelijkheden ouders) Directeuren en leerkrachten zijn de directe partners voor ouders. Zij zijn degenen die de samenwerking in de praktijk vormgeven. Samenwerking rondom het kind zoeken (doorgaande lijn, maatschappelijke partners) Voldoen aan inspectiecriteria ouderbetrokkenheid (VVE‐locaties)
o o
In contact zijn en blijven met alle ouders op basis van gelijkwaardigheid Kennis over onderwijs delen met de ouder
o
o o
Professional
10
o
Afstemming en samenwerking met iedere ouder (ieder vanuit eigen rol) als het gaat om de ontwikkeling van het kind.
o
Kennis over het kind delen met school, afstemming en samenwerking met professional (ieder vanuit eigen rol) als het gaat om de ontwikkeling van het kind. Eerstverantwoordelijke in de opvoeding Bijdragen aan de ontwikkeling van het kind door Voorwaardenscheppend gedrag (op tijd naar bed, gezonde voeding). Aanmoedigend gedrag (belangstelling tonen, schoolinzet stimuleren; verwachten dat hun kind het goed doet). Ontwikkelingsondersteunend gedrag (spelletjes doen, voorlezen, sport/ muziek etc. stimuleren en educatieve uitstapjes ondernemen). Direct onderwijsondersteunend gedrag (aanzetten tot leren, helpen met plannen; overhoren van huiswerk).
Ouders
o o
8. Doelen De gemeente en de partijen in de stad werken samen aan educatief partnerschap, zoals uit dit stuk blijkt. De samenwerkende partners streven de volgende doelen na. Algemeen
Alle scholen in Almere (VVE t/m MBO) werken planmatig aan goed contact en educatief partnerschap met alle ouders (gericht ouderbeleid). Alle scholen werken vanaf de intake aan een goede, gelijkwaardige basisrelatie tussen alle ouders en professionals, als voorwaarde voor educatief partnerschap. Voorwaarden hiervoor zijn: o Iedere ouder krijgt heldere informatie over hoe het werkt op school, o Alle scholen gaan in gesprek met ouders over wederzijdse wensen verwachtingen o Professionals sluiten op mogelijkheden en talenten van ouders, o Professionals houden rekening met de thuistaal o Professionals informeren ouders regelmatig (door met hen in gesprek te gaan) over de ontwikkeling van kinderen (met leeftijd neemt rol kind hierin toe). o (professionals leggen eventueel huisbezoeken af) Scholen werken er gericht aan dat alle ouders ontwikkelings‐ en onderwijsondersteunende activiteiten doen met hun kind. De samenwerkende partners voeren actief beleid op leesbevordering thuis, (eventueel door de voorleescampagne door te ontwikkelen met scholen). De besturen respecteren de autonomie van scholen in bijvoorbeeld methodieken. Zij stimuleren scholen echter te kiezen voor methoden en werkwijzen met effectieve of veelbelovende elementen als het gaat om educatief partnerschap met ouders. Uit kwaliteitsoogpunt stimuleren zij binnen IKC’s en samenwerkingsverbanden (bijv. tussen kinderdagverblijf en een school) te kiezen voor uniforme methoden/werkwijzen en gericht ouderbeleid en professionalisering waar mogelijk gecombineerd op te pakken, in verband met de doorgaande lijn.
11
De gemeente stimuleert professionalisering, door middel van scholing voor professionals op gebied van o.a.: o ouders actief te betrekken bij programma's ter preventie van leerachterstanden. (Mesman, 2011). o ouders helpen om school‐thuis werk duidelijk en sensitief uit te voeren. (Mesman 2011) o opbouwen positieve relatie met ouders. (Mesman 2011, Bakker et al. 2013) o interculturele communicatieve vaardigheden. (Mesman 2011, Bakker et al. 2013) o samenwerken met ouders aan leren De gemeente stimuleert het delen van kennis en best practices en intervisie tussen scholen en professionals. Gemeente en besturen maken afspraken over de rol van ouders als partner bij overdrachtsmomenten (VVE‐PO, PO‐VO, VO‐MBO en tussentijdse overgangen). Vastleggen in bestaande protocollen PO‐VO, VO‐MBO. De gemeente legt de rol van ouders expliciet vast in alle beleidsdocumenten en protocollen op het brede terrein van jeugd (bijvoorbeeld Passend Onderwijs, transities, sport.) Doet het samenwerkingsverband Passend Onderwijs ook Besturen en scholen bieden ouders ondersteuning bij de keuze voor vervolgonderwijs (PO), studiekeuze (VO) en loopbaanoriëntatie (MBO). De gemeente faciliteert het creëren van een samenhangend en toegankelijk aanbod van alle organisaties die iets doen op gebied van jeugd, waarmee ook scholen in staat gesteld worden om passende interventies te doen en/of aanbevelingen te doen aan ouders. Gemeente, besturen, scholen en professionals stimuleren het versterken van onderlinge oudercontacten. De gemeente zorgt voor borging van aandacht voor partnerschap met ouders in de nieuwe LEA plus 2015‐2018.
Naast bovengenoemde doelen, gelden aanvullend specifiek voor VVE
De gemeente stimuleert VVE‐locaties te werken volgens een uniforme intakeprocedure, met een uniform intakeformulier. VVE‐locaties zorgen ervoor dat het aanbod aansluit bij de mogelijkheden, wensen en behoeften van ouders, evenals bij de vastgestelde doelen uit het gerichte ouderbeleid van de locatie. Voldoende ouders (minimaal 60%) participeren in de activiteiten. VVE‐locaties organiseren voldoende relevante ouderactiviteiten (zoals informatiebijeenkomsten over VVE, themabijeenkomsten, inloopuren, koffieochtenden) en stimuleren de ouders om hieraan deel te nemen.
9. Voorgestelde vervolgstappen Misschien wel de belangrijkste succesfactor van de successen die in de afgelopen periode behaald zijn in het partnerschap met ouders, is de samenwerking tussen alle betrokken partners. Gemeente, besturen, scholen, professionals en ouders werken samen en versterken elkaar. Ieder vanuit eigen rol, expertise en verantwoordelijkheid. Vanuit de gedeelde visie en passie: samenwerken aan de optimale omgeving voor de ontwikkeling van kinderen in Almere.
12
De vertaalslag van dit ouderbeleidsplan naar de praktijk, dient dus ook plaats te vinden in gezamenlijkheid.
10. Monitoring Wijze van monitoring en indicatoren worden in overleg uitgewerkt.
13
Bijlage: Wie hebben meegewerkt aan dit document? Dit document is tot stand gekomen door :
medewerking van alle voorscholen en scholen (PO en VO) waar stichting Actief Ouderschap door middel van de scans heeft geïnventariseerd hoe zij omgaan met partnerschap met ouders en wat hun ambities op dit gebied zijn. (totaal 77 locaties bestaande uit 66x PO, 3x VO en 8x VVE) het meedenken over de omschrijving van de visie en doelen door Erna Driessen van de Schoor, Wilma Tjalsma van Prisma en Marten Muis van A.S.G. het meelezen door Ruud Pet (Passend Onderwijs) en Bas Vismans (Stichting Almere Speciaal) het verstrekken van de opdracht en de nauwgezette procesbewaking door Linda van der Heijden, beleidsadviseur DMO, afdeling leren, gemeente Almere de feedback van Arnica Derkink als projectleider van LEAplus. het opstellen en redigeren door Claartje van Eijden, Mirjam Faber en David Kranenburg van Stichting Actief Ouderschap.
14
Gemeente Almere Tel. 14 036
[email protected] www.almere.nl