l-
sdeiteins LeEenA i t
l us cwt.l-ewawpw .l
e wojw
pro sct uEsA pluje prl pL
re.n l e r e maelm .nDi aela.
Het Almeerse basisonderwijs
Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014
April 2015 Gemeente Almere, Onderzoek & Statistiek
2
Inhoudsopgave 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 8
2
Kleutertoetsen ............................................................................................................................... 14
3
Technisch lezen ............................................................................................................................. 20
4
Begrijpend lezen ............................................................................................................................ 24
5
Woordenschat ............................................................................................................................... 28
6
Spelling .......................................................................................................................................... 33
7
Rekenen ......................................................................................................................................... 37
8
Scholen met vve-aanbod ............................................................................................................... 42
Bijlagen
........................................................................................................................................... 55
3
Managementsamenvatting In het schooljaar 2013/2014 heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Almere de vijfde meting uitgevoerd van de Monitor Taal, Lezen en Rekenen voor het Almeerse basisonderwijs. Toetsresultaten van vrijwel alle Almeerse basisscholen zijn verzameld voor het schooljaar 2013/2014. In deze rapportage worden toetsscores in 2013/2014 vergeleken met scores in 2012/2013 en het landelijk gemiddelde.
Algemeen beeld De resultaten van de monitor worden hieronder kort samengevat. Almeerse leerlingen scoren goed op de kleutertoetsen en op technisch lezen Almeerse leerlingen scoren gemiddeld goed op kleutertoetsen en op technisch lezen (Drie-MinutenToets), zowel in de bovenbouw (groep 6 t/m 8) als middenbouw (groep 3 t/m 5). In 2013/2014 liggen de scores van de toets Taal voor Kleuters, en technisch lezen voor de bovenbouw ruim boven het landelijk gemiddelde. Scores op de toets Rekenen voor Kleuters en technisch lezen voor de middenbouw liggen boven het landelijk gemiddelde. Scores op Taal voor Kleuters, Rekenen voor Kleuters, en technisch lezen voor de middenbouw zijn in 2013/2014 verbeterd ten opzichte van 2012/2013. De gemiddelde score op technisch lezen voor de bovenbouw is in 2013/2014 vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2012/2013. Scores op woordenschat blijven achter Almeerse leerlingen scoren niet goed op Woordenschat, zowel in de boven- als in de middenbouw. Vooral in de middenbouw ligt de score van Almeerse leerlingen ver onder het landelijk gemiddelde. De gemiddelde toetsscore in de middenbouw in 2013/2014 is vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2012/2013, de score in de bovenbouw is in 2013/2014 licht verslechterd ten opzichte van 2012/2013. Bij Spelling, Rekenen-Wiskunde en Begrijpend Lezen (de toetsen waarvan het landelijk gemiddelde is herijkt) scoren Almeerse leerlingen (met één uitzondering) onder het landelijk gemiddelde. De scores in 2013/2014 zijn (met één uitzondering) wel verbeterd ten opzichte van 2012/2013 Voor de toetsen LOVS Spelling, Rekenen-Wiskunde en Begrijpend Lezen (boven- en middenbouw) is in 2013/2014 het landelijk gemiddelde herijkt. Leerlingen scoren op deze toetsen in 2013/2014, met één uitzondering, onder het landelijk gemiddelde. Dit is een ander beeld dan in 2012/2013 toen leerlingen op deze toetsen, vergeleken met het toen geldende landelijke gemiddelde, hier nog boven scoorden. De uitzondering vormt de toets Spelling voor de bovenbouw, leerlingen scoren op deze toets in beide jaren hoger dan landelijk. Dit wil niet zeggen dat Almeerse leerlingen in 2013/2014 slechter zijn gaan scoren dan in 2012/2013. Als er gekeken wordt naar de ontwikkeling in scores tussen 2012/2013 en 2013/2014, beide vergeleken met het herijkte landelijke gemiddelde, blijkt dat scores van leerlingen, met uitzondering van de score op de toets Begrijpend Lezen voor de bovenbouw, juist verbeterd zijn.
4
Op de nieuwe toets Rekenen-Wiskunde 3.0 scoren Almeerse leerlingen in 2013/2014 licht onder het landelijk gemiddelde. Almeerse leerlingen scoren hiermee licht beter op deze toets dan op de toets Rekenen-Wiskunde. Verschillen in scores tussen leerlingen met, en zonder gewicht variëren van groot tot klein Afhankelijk van de toets is er sprake van een grote variatie aan verschillen tussen scores van leerlingen met en zonder leerlinggewicht. Op de Kleutertoetsen, de toetsen Begrijpend Lezen, Rekenen-Wiskunde en Woordenschat scoren leerlingen zonder gewicht beduidend hoger op de toets dan leerlingen met een gewicht. Bij Spelling zijn de verschillen minder groot en bij technisch lezen liggen de scores van leerlingen zonder en met gewicht dicht bij elkaar. Bij de Kleutertoetsen scoren leerlingen met een licht gewicht(0,3) duidelijk beter dan leerlingen met een zwaar gewicht (1,2). Op de overige toetsen zijn de verschillen tussen de beide groepen gewichtenleerlingen over het algemeen kleiner, het is hierbij afhankelijk van de toetsafname of leerlingen met een licht of zwaar gewicht beter scoren. Als er wordt gecorrigeerd voor de zwaardere leerlingpopulatie op vve-scholen, is er geen eenduidig verschil in scores tussen vve-scholen en scholen zonder vve Leerlingen op scholen zonder vve scoren gemiddeld beter dan of even hoog als leerlingen op vvescholen. Vve-scholen hebben echter relatief meer gewichtenleerlingen op school dan scholen zonder vve-aanbod. Een vergelijking uitgesplitst naar leerlinggewicht is daarom nodig en levert een diffuus beeld op. Verschillen in toetsresultaten tussen leerlingen op scholen met en zonder vve variëren afhankelijk van de toets en het leerlinggewicht. Voor één toets waarvoor er voor 2013/2014 wel een patroon te onderscheiden lijkt te zijn, verschilt dit patroon in 2013/ 2014 ten opzichte van 2012/2013.
5
De figuur hieronder geeft een overzicht van de scores van Almeerse leerlingen op de verschillende toetsen. Percentage leerlingen in het hoogste en laagste niveau ten opzichte van landelijk
Uitleg figuur: De figuur geeft een overzicht van de scores van Almeerse leerlingen op de verschillende toetsen. De aandelen 1
scores in het hoogste (I) en laagste (V) niveau worden vergeleken met landelijke referentiecijfers . Het verschil tussen beide percentages, het aandeel scores op niveau I minus het aandeel scores op niveau V, is het percentage dat in de figuur is opgenomen. Meerdere groepen worden in de figuur samengenomen, zodat er één score ontstaat voor de kleuters, de middenbouw (groep 3 t/m 5) en bovenbouw (groep 6 t/m 8).Voor de toetsen waarvan de normering in 2013/2014 aangepast is, staat voor 2012/2013 zowel een score berekend volgens de oude, als volgens de nieuwe normering, in de figuur.
Beschouwing Het algemene beeld uit de monitor Taal, Lezen en Rekenen is in 2013/2014 verschoven ten opzichte van 2012/2013. In 2012/2013 scoorden leerlingen op de meeste toetsen boven het landelijk gemiddelde. In2013/2014 geldt dat nog steeds voor de Kleutertoetsen en technisch lezen, maar is de positie van leerlingen ten opzichte van het landelijk gemiddelde voor de toetsen Spelling, RekenenWiskunde en Begrijpend Lezen veranderd. De normering van deze toetsen is in 2013/2014 herijkt, en 1
Een score op niveau I betekent dat een leerling volgens de normering behoort tot de 20% hoogst scorende leerlingen van Nederland; bij een score op niveau V behoort de leerling tot de volgens de normering 20% laagst scorende leerlingen van Nederland (zie ook bijlage 1)
6
leerlingen scoren in 2013/2014 op deze toetsen, met één uitzondering, onder het landelijk gemiddelde. Dat leerlingen op deze hergenormeerde toetsen in 2012/2013 boven het landelijk gemiddelde scoren en in 2013/2014 onder (de aangepaste hoogte van) het landelijk gemiddelde, wil niet zeggen dat Almeerse leerlingen toetsen slechter zijn gaan maken. Als er gekeken wordt naar de ontwikkeling van 2012/2013 naar 2013/2014 blijkt juist dat leerlingen in 2013/2014, met één uitzondering, beter zijn gaan scoren dan in 2012/2013. De oorzaak van deze verschuiving ligt dus bij de hernormering van de drie genoemde toetsen, waardoor scores op deze toetsen strenger gewaardeerd worden dan in 2012/2013. Aandachtspunt blijft de score op de toets Woordenschat (middenbouw en bovenbouw). Vooral in de middenbouw scoren Almeerse leerlingen op de toets Woordenschat gemiddeld ruim onder het landelijk gemiddelde. Scores op de toets Woordenschat zijn voor de middenbouw vrijwel niet veranderd ten opzichte van 2012/2013. In de bovenbouw scoren leerlingen in 2013/2014 iets lager op de toets dan in 2012/2013. Een andere uitkomst van deze monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014 is dat, anders dan in voorgaande jaren, er vrijwel geen patroon te onderscheiden is in verschillen in de scores van leerlingen op scholen met, en scholen zonder vve. Als er alleen gekeken wordt naar gemiddelde toetsscores op scholen met, en scholen zonder vve, scoren leerlingen op scholen zonder vve beter of hetzelfde op toetsen dan leerlingen op vve-scholen. De vve-scholen hebben echter een zwaardere leerlingpopulatie dan scholen zonder vve. Als hiervoor gecorrigeerd wordt door de scores uit te splitsen naar leerlinggewicht, blijkt in 2013/2014 het patroon in verschillen tussen scores van leerlingen op scholen met en zonder vve, diffuus te zijn.
7
1
Inleiding
Almeerse schoolbesturen voor basisonderwijs en de gemeente hebben in het kader van de LEAplus Almere besloten gemeentebreed taal-, lees- en rekenprestaties in beeld te brengen en ontwikkelingen meerjarig te volgen. Dit jaar is voor de vijfde keer de Monitor Taal, Lezen, Rekenen voor het primair onderwijs uitgevoerd. De uitvoering van deze monitor ligt bij de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Almere. Voor de monitor zijn in de laatste weken van het schooljaar 2013/2014 en net na de zomervakantie 2014 van vrijwel alle Almeerse basisscholen de resultaten van alle toetsen uit het Citoleerlingvolgsysteem verzameld2. In deze stedelijke rapportage wordt een overzicht gepresenteerd van de taal-, lees- en rekenprestaties van Almeerse leerlingen en scholen over de gemeente als geheel. Scores op toetsen worden vergeleken met de door het Cito vastgestelde landelijke normering en – voor zover mogelijk - met toetsscores in 2012/2013. Het Cito onderzoekt regelmatig hoe leerlingen scoren op de verschillende toetsen. In de afgelopen jaar heeft het Cito geconstateerd dat leerlingen op drie toetsen; Spelling, Begrijpend Lezen en Rekenen-Wiskunde, in alle of een aantal groepen gemiddeld hoger zijn gaan scoren, dan toen deze toetsen ontworpen werden. Het Cito heeft op basis van deze constatering in 2013/2014 de normering van deze toetsen aangepast, waardoor toetsscores in het algemeen lager gewaardeerd worden. De normering is hiermee in het algemeen strenger geworden3,4. Voor de toetsen waarvan de normering aangepast is, worden in dit rapport de scores van leerlingen in het schooljaar 2013/2014 (genormeerd volgens de nieuwe normering) vergeleken met de leerlingscores uit 2012/2013, gewaardeerd volgens zowel de oude, als de nieuwe normering. Door vergelijking met de norm die geldt voor 2013/2014 kan bepaald worden hoe Almeerse leerlingen scoren ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Door scores in 2012/2013 en in 2013/2014 met elkaar te vergelijken kan bepaald worden of leerlingen in 2013/2014 beter of slechter zijn gaan scoren dan in 2012/2013. Voor toetsen waarvan de normering aangepast is, moeten voor
2
De resultaten van scholen van ASG en Prisma konden op bestuurlijk niveau worden aangeleverd, de overige scholen hebben rechtstreeks de resultaten aangeleverd aan Onderzoek en Statistiek. 3
Een leerling die voor de hernormering met een score op een bepaald niveau scoorde, kan, na hernormering met dezelfde score op een ander niveau scoren. De aanpassing van de normering heeft daarmee invloed op hoe gemiddelde scores zich verhouden ten opzichte van de landelijke 50% norm; de norm voor hoe leerlingen landelijk gemiddeld scoren. Aanscherping van de norm heeft invloed op de waardering van scores van leerlingen in heel Nederland. 4
In een enkel geval is de normering in een leerjaar juist iets soepeler geworden
8
deze vergelijking scores van leerlingen in 2012/2013 en 2013/2013 met elkaar vergeleken worden, beiden genormeerd met de nieuwe normering. Cito heeft met ingang van 2013/2014 ook een nieuwe rekentoets; LOVS Rekenen-Wiskunde 3.0 geïntroduceerd. Resultaten op deze nieuwe toets worden gepresenteerd in vergelijking met de resultaten op de al bestaande toets Rekenen- Wiskunde. De gemeente Almere heeft met de schoolbesturen vooraf duidelijke afspraken gemaakt over welke taal-, lees- en rekengegevens worden verzameld, waarom en wanneer, voor wie ze bedoeld zijn etc. Deze afspraken zijn vastgelegd in een ‘privacyprocedure’. In deze monitorrapportage worden de resultaten zoals afgesproken alleen anoniem gepresenteerd. Individuele scholen zijn niet herkenbaar. Naast deze stedelijke meting ontvangen de schoolbesturen een samenvattend overzicht met daarin de scores van hun scholen.
1.1
Overall respons
Van 75 Almeerse basisschoollocaties (in schooljaar 2013/2014) zijn van 73 basisscholen de taal-, lees, en rekengegevens in een analysebestand verwerkt5. Dit betekent een respons van 97 procent. Van de responsscholen heeft 94 procent van de leerlingen (één of meerdere) toetsscores, dit zijn ongeveer 19.500 leerlingen. Niet van alle leerlingen zijn toetsgegevens beschikbaar. Dit komt doordat een aantal scholen niet of nauwelijks toetsen afneemt in groep 1. Ook in groep 8 wordt minder getoetst.
1.2
Werkwijze en presentatie van de resultaten
In de monitor wordt uitgegaan van een basispakket met toetsen, dat gebruikt wordt door alle Almeerse scholen. In samenwerking met de werkgroep Monitor is een advies opgesteld, waarin keuzes gemaakt zijn voor de samenstelling van dit basispakket met toetsen6. Het pakket bestaat uit de medio-afnames van de volgende LOVS-toetsen: • LOVS Taal voor Kleuters (alleen groep 2) • LOVS Rekenen voor Kleuters (alleen groep 2) • LOVS Drie-Minuten-Toets • LOVS Begrijpend Lezen • LOVS Woordenschat • LOVS Spelling • LOVS Rekenen-Wiskunde
5
Deze telling van scholen wijkt licht af van de telling van scholen gebaseerd op DUO-registraties. Almere kent volgens DUO 74 basisscholen (peildatum 1 oktober 2013). De verschillen tussen de telling volgens DUO en de telling volgens de monitor zijn dat 1) in de monitor twee keer twee scholen, die volgens DUO per tweetal één school vormen, als twee keer twee scholen meegeteld worden, en 2) dat twee scholen die gezamenlijk gegevens aangeleverd hadden, bij de telling in de monitor als één school meegeteld worden. 6
Advies basispakket toetsen basisonderwijs Almere, ten behoeve van de monitor Taal, Lezen en Rekenen, juni 2011
9
In deze monitor wordt gewerkt met de medio-afnames van de bovenstaande toetsen met drie uitzonderingen: • Hoewel LOVS toetsen Taal voor Kleuters en Rekenen voor Kleuters voor groep 1 niet in het basispakket opgenomen zijn, zijn deze toetsen als aanvulling op het basispakket wel in de rapportage opgenomen. Dit omdat de meerderheid van de scholen de toetsen wel afneemt en de toetsen extra informatie opleveren over de taal- en rekenprestaties van kleuters. • De rapportage gaat voor toetsen voor kleuters, voor het bepalen van verschillen en overeenkomsten in toetsresulaten van scholen met en zonder vve- aanbod, naast de medioafnames ook uit van de eindafnames. Dit om de taal- en rekenprestaties van kleuters beter in beeld te krijgen en om beter te voldoen aan het advies van Cito, dat stelt dat toetsen het beste pas afgenomen kunnen worden als leerlingen tenminste drie maanden op school zitten7. • Het Cito heeft met ingang van 2013/2014 een nieuwe LOVS toets Rekenen-Wiskunde 3.0 geïntroduceerd. Deze toets wordt afgenomen op 18 Almeerse scholen, in plaats van de LOVS toets Rekenen-Wiskunde. In deze monitor wordt daarom ook gerapporteerd over de toetsresulaten op de LOVS- toets Rekenen en Wiskunde 3.0. In dit rapport worden de medio-afnames aangeduid met de letter ’M’ aangevuld met het nummer van de groep waar de leerling in zit. Eindtoetsen worden volgens dezelfde systematiek aangeduid met een ‘E’, aangevuld met het groepsnummer. Werkwijze en presentatie In deze rapportage worden resultaten op leerling-niveau en schoolniveau gepresenteerd. Resultaten op leerling-niveau geven het beste weer hoe de Almeerse leerling presteert in vergelijking met landelijke cijfers. Resultaten op schoolniveau sluiten veelal aan bij het lokale Almeerse onderwijsbeleid, waarin de school als ‘eenheid’ centraal staat. Elke school telt hierbij, ongeacht de grootte, even zwaar. Op leerling-niveau worden de volgende scores gerapporteerd: • Gemiddelde vaardigheidsscores. De gemiddelde toetsscores zijn vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke normering op leerling-niveau wordt weergegeven. Op deze manier kunnen meerdere leerjaren, toetsen en normeringen in één grafiek worden weergegeven. Het Cito stelt een norm hoe alle Nederlandse leerlingen gemiddeld scoren. Deze norm stellen we voor alle toetsen en normeringen op 50%8,9. • Verschillen naar gewichtsfactor. De scores van de Almeerse leerlingen worden, waar mogelijk, uitgesplitst naar het achtergrondkenmerk leerlinggewicht (er zijn drie gewichten: 7
Dit met de opmerking dat er aanwijzingen zijn dat medio-afnames betrouwbaarder zijn dan de eind-afnames van de toets, omdat scholen de eindafnames soms selectief inzetten, bijvoorbeeld alleen bij leerlingen die een bepaald niveau nog niet gehaald hebben. 8
In de eerdere versie van de Monitor Taal, Lezen Rekenen is voor deze 50% norm, de term landelijk gemiddelde gebruikt. 9
Bij toetsen waarvan de normering aangepast is, heeft dit dus tot gevolg dat de 50% norm in de figuur bij het gebruik van de ene normering dus een andere gemiddelde score aangeeft dan bij het gebruik van de andere normering.
10
•
0,0; 0,3 en 1,210). De grens hierbij is dat van minimaal 25 leerlingen per gewicht per toets een toetsscore bekend is. Onder- en bovenpresterende leerlingen. Op de verschillende toetsen wordt het percentage leerlingen dat op het hoogste en in het laagste niveau scoort gepresenteerd. Hierbij wordt aangesloten bij de niveau-indeling van het Cito: de niveaus I t/m V. Deze percentages worden daarnaast vertaald naar een indexcijfer, waarbij afwijkingen ten opzichte van de landelijk volgens de normering hoogstscorende en laagscorende 20% leerlingen worden aangegeven. Hierbij telt het aandeel leerlingen op niveau I positief en het aandeel leerlingen op niveau V negatief.
Daarnaast worden op schoolniveau de niveauscores gepresenteerd, eveneens aangeduid met niveau I t/m V. Om een betrouwbaar beeld te schetsen van de taal-, lees- en rekenprestaties van de Almeerse leerlingen en scholen is het van belang dat toetsen op een voldoende aantal scholen en bij voldoende aantal leerlingen zijn afgenomen. Voor opname in het analysebestand zijn per toets de volgende criteria gehanteerd. Deze criteria bepalen of er wel of niet gerapporteerd wordt over een toetsresultaat. Leerling-niveau: • Minimaal 75% van de leerlingen heeft, per groep, per toets, een score. Om zoveel mogelijk uit te sluiten dat de analyses beïnvloed worden doordat een specifieke groep leerlingen de toets niet maakt (bv. de zwakkere leerlingen), hebben we de ondergrens gelegd op 75%. Idealiter ligt deze grens op 100% (iedere leerling in een groep heeft een score op een toets), maar dit is in de praktijk niet haalbaar. Er zijn altijd enkele leerlingen ziek of afwezig, of kunnen een toets om bepaalde redenen niet maken. Om te bepalen hoeveel leerlingen in een bepaalde school en groep zitten, is gebruik gemaakt van de door de scholen aangeleverde leerlinggegevens. In enkele gevallen zijn deze gegevens aangevuld met gegevens van DUO. Bij de kleutertoetsen is er bij de bepaling van de respons rekening mee gehouden dat leerlingen bij het afnemen van de toets tenminste 3 maanden op school horen te zitten. Schoolniveau: • Van minimaal 10 scholen zijn toetsgegevens voorhanden. • Minimaal 10 leerlingen per school per toets hebben een score. • Van minimaal 75% van de leerlingen per school per groep zijn toetsgegevens bekend.
10
Een gewicht 0,3 betekent dat beide ouders of de ouder die belast is met de dagelijkse verzorging, laagopgeleid zijn. Een gewicht 1,2 betekent daarnaast dat één van de ouders maximaal basisonderwijs heeft gevolgd. Leerlingen met een leerlinggewicht van 0 hebben een ouder of ouders met een hoger opleidingsniveau.
11
Respons op de toetsen In onderstaande tabel staan per groep de toetsen waarover gerapporteerd wordt. De getallen tonen het aantal responsscholen dat aan de criteria op schoolniveau voldoet. Zoals eerder aangegeven, wordt er in dit rapport, met uitzondering van het hoofdstuk over vve-scholen, alleen over de medioafnames van toetsen gerapporteerd. Voor het hoofdstuk Scholen met vve-aanbod zijn ook eindafnames van de toetsen in groep 1 en 2 meegenomen. De respons berekend over het aantal scholen dat een bepaalde toets afneemt is, over de gehele linie, wat lager dan in het voorafgaande schooljaar. Aantallen en aandelen leerlingen die in totaal één of meerdere toetsen afgelegd hebben, zijn wel gestegen. Aantal respons-scholen op de verschillende toetsen(medio-afnames) Domein en toets Kleutertoetsen LOVS Taal voor Kleuters LOVS Rekenen voor Kleuters Technisch Lezen LOVS Drie minuten toets Begrijpend Lezen LOVS Begrijpend lezen Woordenschat LOVS Woordenschat Spelling LOVS Spelling Rekenen/wiskunde LOVS Rekenen-Wiskunde LOVS Rekenen- Wiskunde 3.0
jaar
Groep 1
Groep 2
2012/2013 2013/2014 2012/2013
42 36 45
67 61 69
2013/2014
37
61
2012/13 2013/14
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
69 67
68 67
65 62
64 63
68 65
57 57
68 64
69 66
70 68
73 68
47 43
2012/13 2013/14 2012/13 2013/14
57 54
58 55
54 50
50 47
51 44
26 29
2012/13 2013/14
73 69
69 68
69 66
68 68
72 65
46 44
2012/13 2013/14 2013/14
73 49 18
71 70
70 65
69 66
70 67
45 45
Om te bepalen of leerlingen met een sociaal-economische achterstand achterblijven bij hun leeftijdsgenoten is er van leerlingen behalve de toetsresultaten ook het leerlinggewicht opgevraagd. In totaal is van 99% van de leerlingen van de scholen uit de respons het leerlinggewicht bekend. Almere heeft in verhouding iets minder gewichtenleerlingen dan landelijk. Het percentage leerlingen met een gewicht in 2013/2014 bedraagt voor de scholen in Almere 10%, landelijk is dat 11%. Dit verschil wordt veroorzaakt door een iets kleinere groep leerlingen met een licht gewicht (0,3), het percentage leerlingen met een zwaar gewicht (1,2) is ongeveer gelijk aan het landelijke aandeel.
12
1.3
Leeswijzer
In deze rapportage worden de resultaten weergegeven op leerling- en schoolniveau. In het eerste deel (hoofdstuk 2 t/m 7) worden de totaalresultaten van alle Almeerse leerlingen en scholen gepresenteerd. Hierbij wordt steeds een vergelijking met landelijke referentiecijfers gemaakt. Achtereenvolgens komen aan bod: • Kleutertoetsen (H2); • Technisch lezen (H3); • Begrijpend lezen (H4); • Woordenschat (H5); • Spelling (H6); • Rekenen-Wiskunde en Rekenen-Wiskunde 3.0 (H7) De bovengenoemde hoofdstukken zijn als volgt opgebouwd. Eerst worden de gemiddelde scores op leerling-niveau gepresenteerd; vervolgens eventuele verschillen naar leerlinggewicht (op leerlingniveau); daarna de percentages onder- en bovenpresterende leerlingen en tenslotte worden de niveauscores op schoolniveau gepresenteerd. De monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014 wordt afgesloten met een hoofdstuk Scholen met vve-aanbod. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op toetsresultaten van leerlingen van scholen met een vve-aanbod in vergelijking met scholen zonder een vve-aanbod (H8). Zoals hierboven aangeven wordt in dit hoofdstuk naast de medio-afnames van de kleutertoetsen ook over de eindafnames gerapporteerd. In tegenstelling tot de edities van de Monitor Taal, Lezen, Rekenen tot aan het jaar 2011/2012, gaat de monitor over 2013/2014, net als de monitor over 2012/2013, niet specifiek in op toetsresultaten van zwakke scholen. Op de peildatum 1 januari 2014 zijn in Almere twee van de 72 door de Onderwijsinspectie bezochte scholen zwak11. Dit lage aantal zwakke scholen maakt het minder relevant om te onderzoeken of en hoe de toetsresulaten van leerling op zwakke scholen afwijken van toetsresulaten van leerlingen op scholen met een basisarrangement.
11
Twee scholen zijn op die datum nog niet door de Onderwijsinspectie bezocht.
13
2
Kleutertoetsen
Om de vaardigheid van kleuters op het gebied van taal en rekenen te toetsen, worden de resultaten op de LOVS toetsen Taal voor Kleuters en Rekenen voor Kleuters gerapporteerd. De kleutertoetsen worden in het eerste leerjaar op ongeveer de helft van de scholen toegepast (aandelen scholen waarvan meer dan 75% van de leerlingen de toets afgelegd hebben). In het tweede leerjaar worden de toetsen door ongeveer acht van de tien scholen afgenomen. Het Cito adviseert scholen om de kleutertoetsen niet af te nemen bij leerlingen die nog geen drie maanden op school zitten. Bij het bepalen van de respons per toets is hier rekening mee gehouden. Bij het bepalen van het percentage leerlingen in groep 1 met een score is uitgegaan van de leerlingen die vanaf oktober op school zaten. Deze leerlingen zaten ten tijde van het afnemen van de toets, in januari, minimaal drie maanden op school. Zie bijlage 2 voor de responsaantallen op leerling-niveau als ook de absolute scores per toets. Het Cito heeft de normering van de twee kleutertoetsen in 2013/2014 niet aangepast ten opzichte van de voorafgaande jaren.
2.1
Gemiddelde vaardigheidsscores van Almeerse leerlingen
In deze paragraaf worden de gemiddelde vaardigheidsscores van de Almeerse leerlingen in het schooljaar 2013/2014 vergeleken met de scores uit 2012/2013, en de landelijke normering op leerling-niveau. De gemiddelde toetsscores zijn vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke normering wordt weergegeven. Op deze manier kunnen meerdere leerjaren in één grafiek worden weergegeven. De 50% norm, de score die Cito in haar onderzoek heeft gemeten als landelijk gemiddelde, wordt voor alle toetsen weergegeven met 50%. Op de toets Taal voor Kleuters wordt in groep 1 en 2 goed gescoord door de Almeerse leerlingen, in beide leerjaren liggen de gemiddelde vaardigheidsscores (ruim) boven de landelijke 50% norm. Scores zijn in 2013/2014 verbeterd ten opzichte van 2012/2013. In het tweede leerjaar scoren leerlingen in 2013/2014 minder goed op de toets dan leerlingen uit het eerste leerjaar, de gemiddelde score blijft echter boven de landelijke norm liggen. Ook op de toets Rekenen voor Kleuters scoren Almeerse leerlingen boven de landelijke 50% norm. Voor beide leerjaren geldt dat 2013/2014 scores zijn verbeterd ten opzichte van 2012/2013. In het tweede leerjaar ligt de Almeerse gemiddelde score ongeveer op hetzelfde niveau als de gemiddelde score in het eerste leerjaar.
14
Vaardigheidsscores Taal voor Kleuters t.o.v. de landelijke verdeling 100% 90% 80% 70% 60% 50%
2012/2013
40%
2013/2014
30% 20% 10% 0% M1
M2
Vaardigheidsscores Rekenen voor Kleuters t.o.v. de landelijke verdeling
De gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen zijn uitgesplitst naar gewichtsfactor. Ook in deze figuren worden de relatieve scores ten opzichte van de landelijke 50% norm weergegeven. Zoals verwacht kan worden scoren leerlingen zonder gewicht hoger dan de leerlingen met een gewicht; de leerlingen met een laag gewicht (=0,3) scoren hoger dan de leerlingen met een hoog gewicht (=1,2). De verschillen tussen leerlingen zonder, met een licht of met een zwaar gewicht zijn net als in 2012/2013, relatief groot. Leerlingen zonder gewicht scoren op de toets Taal voor Kleuters beter dan de landelijke 50% norm, in groep 1 wordt door deze groep leerlingen beter gescoord dan in groep 2. Leerlingen met een licht gewicht scoren op de toets Taal voor Kleuters in groep 1 ongeveer op, en in groep 2 onder de landelijke norm. Leerlingen met een zwaar gewicht scoren in beide leerjaren onder de landelijke 50%-norm, de score in het eerste leerjaar is hierbij hoger dan in het tweede leerjaar. 15
De scores van leerlingen met en leerlingen zonder gewicht op de toets Taal voor Kleuters zijn in 2013/2014 verbeterd ten opzichte van 2012/2013. Dit met uitzondering van de scores van leerlingen met een licht gewicht (0, 3) in het tweede leerjaar, zij scoren in 2013/2014 gemiddeld wat lager dan in 2012/201312. Leerlingen zonder gewicht scoren op de toets Rekenen voor Kleuters in beide leerjaren beter dan de landelijke norm, scores in het eerste en tweede leerjaar liggen ongeveer op hetzelfde niveau. Scores van leerlingen met een licht gewicht liggen in beide leerjaren onder de 50%-norm, in het tweede leerjaar ligt de gemiddelde score hierbij wat lager dan in het eerste leerjaar. Dit beeld- scores onder de 50% norm, en een minder goede score in het tweede, dan in het eerste leerjaar- geldt, en in sterkere mate, ook voor leerlingen met een zwaar gewicht. De scores van leerlingen zonder en met (licht of zwaar) gewicht op de toets Rekenen voor kleuters groep 1 zijn in 2013/2014 verbeterd ten opzichte van 2012/2013. De scores van leerlingen met of zonder gewicht in groep 2 zijn in 2013/2014 vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2012/2013. Vaardigheidsscores Taal voor Kleuters naar gewichtsfactor
12
In de figuren presenteren we, omwille van de overzichtelijkheid alleen de toetsscores van het schooljaar 2013/2014. Voor de toetsscores in 2012/2013 wordt verwezen naar bijlage 2.
16
Vaardigheidsscores Rekenen voor Kleuters naar gewichtsfactor
2.2
Percentage onder- en bovenpresterende leerlingen
De vaardigheidsscores van de leerlingen kunnen ook weergegeven worden in landelijke niveaugroepen I t/m V. Daarbij is I het hoogste niveau en V het laagste (zie bijlage 1). Deze niveaus zijn gestandaardiseerd, waardoor ook vergelijkingen tussen verschillende toetsen mogelijk zijn. Met deze indeling is het mogelijk aan te geven hoeveel procent van de leerlingen ver onder de 50% norm op de toets scoort (niveau V) en hoeveel procent ver boven de norm (niveau I). Landelijk liggen de percentages voor elke categorie (I t/m V) op 20%. In de figuur wordt het percentage leerlingen dat op niveau V scoort met een negatieve waarde aangegeven. Op Taal voor Kleuters wordt meer dan landelijk op niveau I gescoord en minder dan landelijk op niveau V. In 2013/2014 neemt in groep 1 het aandeel bovenpresterende leerlingen licht toe, en in groep 2 het aandeel onderpresterende leerlingen licht af ten opzichte van 2012/2013. Dit beeld komt overeen met de hogere gemiddelde scores in Almere, vooral in groep 1, in vergelijking met de landelijke 50% norm. Ook in 2012/2013 was het aandeel bovenpresterende leerlingen relatief hoog, en het aandeel onderpresterende leerlingen relatief laag. Voor de toets Rekenen voor Kleuters is het verschil tussen het aandeel bovenpresterende leerlingen en het aandeel onderpresterende leerlingen wat kleiner. Vooral het aandeel onderpresterende leerlingen in groep 2 is in 2013/2014 wat afgenomen ten opzichte van 2012/2013. Het aandeel bovenpresterende leerlingen in groep 1 is toegenomen, in groep 2 vrijwel gelijkgebleven. De verbetering op de toets Rekenen voor Kleuters die vanaf het leerjaar 2010/2011 ingezet is, wordt hiermee doorgezet.
17
Percentage scores op hoogste (I) en laagste (V) niveau op de kleutertoetsen in 2013/2014
2.3
Niveauscores van Almeerse scholen
In de voorgaande paragrafen zijn de resultaten op leerling-niveau gepresenteerd, in deze paragraaf worden de resultaten op schoolniveau gerapporteerd. Ook de schoolscores kunnen worden weergegeven in de landelijke niveaugroepen I t/m V (zie bijlage 1). Onderstaande figuren laten zien in hoeverre de verdeling van scores van Almeerse scholen voor de kleutertoetsen overeenkomt met de landelijke normering. Wat zowel bij de toets Taal voor Kleuters als voor de toets Rekenen voor Kleuters opvalt is dat relatief veel Almeerse scholen bovengemiddeld scoren. Op de toets Taal voor Kleuters scoort respectievelijk 39% en 22% van de scholen in het eerste leerjaar op niveau I of II. Voor het tweede leerjaar geldt dit voor respectievelijk 26% en 18% van de scholen. Het aandeel scholen dat ver ondergemiddeld, op niveau V scoort op de toets Taal voor Kleuters is laag, met aandelen van 14% en 10% in eerste en tweede leerjaar. Op de toets Rekenen voor Kleuters scoort in het eerste leerjaar 27% van de Almeerse scholen op niveau I en 27% van de scholen op niveau II. In het tweede leerjaar geldt dit voor respectievelijk 26% en 18% van de scholen. Voor beide toetsen is dit een ander beeld dan in 2012/2013. Op de toets Taal voor Kleuters scoorden in het eerste leerjaar juist relatief veel scholen op ondergemiddeld, op niveau IV, op deze toets. De verdeling van Almeerse scholen naar niveau week voor de toets Rekenen voor Kleuters in 2012/2013 nauwelijks af van de landelijk verdeling. 18
Niveauscores scholen Taal voor Kleuters
Niveauscores scholen Rekenen voor kleuters
19
3
Technisch lezen
Om inzicht te geven in de vaardigheid op het gebied van technisch lezen, worden de resultaten op de LOVS Drie-Minuten-Toets gerapporteerd. Het gebruik van deze toets ligt in 2013/2014 op ongeveer hetzelfde niveau als in 2012/2013. Zo’n 80-90% van de scholen neemt de toets af, afhankelijk van het leerjaar. Zie bijlage 2 voor de responsaantallen op leerling- niveau als ook de absolute scores per toets. Het Cito heeft de normering van de Drie-Minuten-Toets in 2013/2014 niet aangepast en opzichte van de voorafgaande jaren.
3.1
Gemiddelde vaardigheidsscores van Almeerse leerlingen
In deze paragraaf worden de gemiddelde vaardigheidsscores van de Almeerse leerlingen in het schooljaar 2013/2014 vergeleken met de scores uit 2012/2013 en de landelijke normering op leerling-niveau. De gemiddelde toetsscores zijn vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke normering wordt weergegeven. Op deze manier kunnen meerdere leerjaren in één grafiek worden weergegeven. De 50% norm, de score die Cito in haar onderzoek heeft gemeten als landelijk gemiddelde, wordt voor alle toetsen weergegeven met 50%. De gemiddelde vaardigheidsscores op de LOVS Drie-Minuten-Toets liggen in 2013/2014 ongeveer op of boven de 50% norm. Almeerse leerlingen scoren in leerjaar 3 gemiddeld boven de norm waarna de score in leerjaar 4 en 5 terugzakt. In het vierde leerjaar scoren leerlingen gemiddeld net boven, en in het vijfde leerjaar nipt onder de 50% norm. In groep 6,7 en 8 scoren Almeerse leerlingen gemiddeld weer boven de 50% norm. Het beeld uit 2013/2014 komt hiermee in grote lijnen overeen met het beeld uit 2012/2013. Vaardigheidsscores LOVS Drie-Minuten-Toets t.o.v. landelijke verdeling
20
In onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen uitgesplitst naar gewichtsfactor. Ook in deze figuur worden de relatieve scores ten opzichte van de landelijke verdeling weergegeven. Leerlingen met een licht gewicht scoren in groep 3,4,7 en 8 minder goed op de LOVS Drie Minuten Toets dan leerlingen zonder gewicht of leerlingen met een zwaar gewicht. Verschillen in scores tussen leerlingen zonder of met (zwaar of licht) gewicht zijn niet erg groot. De verschillen in scores tussen leerlingen met een licht gewicht en de overige leerlingen zijn in 2013/2014 minder groot dan in 2012/2013, toen het verschil tussen leerlingen met een licht gewicht en de overige leerlingen fors was. Ten opzichte van 2012/2013 is in 2013/2014 de gemiddelde score van leerlingen zonder gewicht licht toegenomen in leerjaar 3 en 4. Leerlingen met een licht gewicht zijn beter gaan scoren in leerjaar 3, 7 en 8. De voortuitgang in leerjaar 3 is groot, leerlingen met een licht gewicht scoren in 2013/2014 gemiddeld boven de landelijke 50% norm, terwijl ze in 2012/2013 nog onder deze norm scoorden. Vaardigheidsscores LOVS Drie-Minuten-Toets naar gewichtsfactor
3.2
Percentage onder- en bovenpresterende leerlingen
De vaardigheidsscores van de leerlingen kunnen ook weergegeven worden in landelijke niveaugroepen I t/m V. Daarbij is I het hoogste niveau en V het laagste (zie bijlage 1). Deze niveaus zijn gestandaardiseerd, waardoor ook vergelijkingen tussen verschillende toetsen mogelijk zijn. Met deze indeling is het mogelijk aan te geven hoeveel procent van de leerlingen ver onder de 50% norm op de toets scoort (niveau V) en hoeveel procent ver boven de norm (niveau I). Landelijk liggen de percentages voor elke categorie (I t/m V) op 20%. In de figuur wordt het percentage leerlingen dat op niveau V scoort met een negatieve waarde aangegeven.
21
Op de LOVS Drie-Minuten-Toets zijn er over het algemeen meer bovenpresterende leerlingen dan onderpresterende leerlingen. Dit geldt met name voor de hogere groepen, groep 6, 7 en 8, waar het percentage scores op niveau I (fors) groter, en het percentage scores op niveau V kleiner is dan de landelijke 20%. Ten opzichte van 2012/2013 is het aandeel onderpresterende leerlingen wat afgenomen, en het aandeel bovenpresterende leerlingen wat toegenomen in leerjaar 3. In het vierde leerjaar is het aandeel onderpresterende leerlingen ook wat afgenomen. Percentage scores op hoogste (I) en laagste (V) niveau op de LOVS Drie-Minuten-Toets
3.3
Gemiddelde scores van Almeerse scholen
In de voorgaande paragrafen zijn de resultaten op leerling-niveau gepresenteerd, in deze paragraaf worden de resultaten op schoolniveau gerapporteerd. Ook de schoolscores kunnen worden weergegeven in de landelijke niveaugroepen I t/m V (zie bijlage 1). Onderstaande figuur laat zien in hoeverre de verdeling van scores van Almeerse scholen voor de LOVS Drie-Minuten-Toets overeenkomt met de landelijke verdeling . Wat opvalt in de figuur is dat in groep 6,7 en 8 ruim een derde tot meer dan de helft van de scholen op niveau I scoort. In groep 3 tot en met 5 ligt dit aandeel lager, maar wel boven de landelijke 20%. Het aandeel scholen dat op de LOVS Drie-MinutenToets op laag niveau presteert, varieert van lager dan landelijk gemiddeld in de lagere leerjaren, tot (vrijwel) nul in hogere schooljaren. Het beeld uit 2012/2013 dat Almeerse scholen relatief goed scoren op LOVS Drie-Minuten-Toets wordt in 2013/2014 hiermee versterkt.
22
Niveauscores scholen op LOVS Drie-Minuten-Toets
23
4
Begrijpend lezen
Om de vaardigheid op het gebied van begrijpend lezen in beeld te brengen, zijn de scores op de toets LOVS Begrijpend lezen geanalyseerd. De grote meerderheid van de scholen, rond de 90%, neemt deze toets af in groep 4 t/m 7. Het aandeel scholen dat in groep 8 deze toets afneemt bedraagt een kleine 60%. Hiermee is de respons in 2013/2014 wat lager dan in 2012/2013. Zie bijlage 2 voor de responsaantallen op leerling-niveau als ook de absolute scores per toets. De normering van de LOVS toets Begrijpend Lezen is in 2013/2014 aangepast ten opzichte van de voorafgaande jaren. De gemiddelde scores van Almeerse leerlingen op de LOVS-toets Begrijpend Lezen worden daarom vergeleken met de gemiddelde scores in 2012/2013, zowel genormeerd volgens de oude, als de nieuwe normering.
4.1
Gemiddelde vaardigheidsscores van Almeerse leerlingen
In deze paragraaf wordt de gemiddelde score van Almeerse leerlingen in 2013/2014 genormeerd volgens de nieuwe normering, samen met de gemiddelde score in 2012/2013, genormeerd volgens de oude en nieuwe normering, vergeleken met de landelijke 50% norm. De gemiddelde toetsscores zijn vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke normering wordt weergegeven. Op deze manier kunnen meerdere leerjaren, en waarderingen van gemiddelde scores volgens meerdere normeringen, in één grafiek worden weergegeven. De 50% norm, de score die Cito in haar onderzoek heeft gemeten als landelijk gemiddelde, wordt voor alle toetsen weergegeven met 50%. In 2013/2014 scoren Almeerse leerlingen in groep 4 en 7 ongeveer op de 50% norm, in groep 5 en 6 onder, en in groep 8 boven de landelijke 50% norm. Dit is vooral voor groep 4 en 5 een ander beeld dan in 2012/2013 (met de oude normering). In 2012/2013 scoorden leerlingen nog boven de 50% norm. Als de gemiddelde toetsscores in 2013/2014 genormeerd volgens de nieuwe normen vergeleken worden met de toetsscores in 2012/2013 volgens de nieuwe normen, zijn de verschillen minder groot. In groep 4 en 5 zijn de gemiddelde toetsscores verbeterd en in groep 6 en groep 8 wat verslechterd ten opzichte van 2012/2013. De vergelijking tussen toetsscores uit 2012/2013 volgens de oude en nieuwe norm laat zien dat de normering vooral voor toetsscores in groep 4 en 5 aangescherpt is. Met de verandering in normering wordt hiermee de “dip” in scores die in de vorige versies van de monitor Taal, Lezen en Rekenen naar voren kwam, in 2013/2014 meer “gelijkgetrokken” met de scores van leerlingen in naastliggende jaren.
24
Vaardigheidsscores LOVS Begrijpend Lezen t.o.v. t.o.v. landelijke verdeling
In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen uitgesplitst naar gewichtsfactor, ook hier worden de relatieve scores ten opzichte van de landelijke 50% norm weergegeven. In 2013/2014 scoren leerlingen zonder gewicht beter op de toets dan leerlingen met een gewicht. Het verschil in scores is echter relatief groot. Leerlingen zonder gewicht scoren in groep 4,5 en 6 ongeveer op of net onder de landelijke 50% norm, in groep 7 en 8 scoren ze gemiddeld boven deze norm. Leerlingen met een leerlinggewicht blijven gemiddeld in alle groepen onder de 50% norm scoren waarbij opvalt dat leerlingen met een licht gewicht in de verschillende groepen relatief constant scoren terwijl leerlingen met een zwaar gewicht in leerjaar 5 en 6 fors lager, en in leerjaar 8 fors hoger scoren dan leerlingen met een zwaar gewicht in de andere leerjaren. Vaardigheidsscores LOVS Begrijpend Lezen naar gewichtsfactor
25
4.2
Percentage onder- en bovenpresterende leerlingen
De vaardigheidsscores van de leerlingen kunnen ook weergegeven worden in landelijke niveaugroepen I t/m V. Daarbij is I het hoogste niveau en V het laagste (zie bijlage 1). Deze niveaus zijn gestandaardiseerd, waardoor ook vergelijkingen tussen verschillende toetsen mogelijk zijn. Met deze indeling is het mogelijk aan te geven hoeveel procent van de leerlingen ver onder de 50% norm op de toets scoort (niveau V) en hoeveel procent ver boven de norm (niveau I). Landelijk liggen de percentages voor elke categorie (I t/m V) op 20%. In de figuur wordt het percentage leerlingen dat op niveau V scoort met een negatieve waarde aangegeven. Wat opvalt is dat er in de lagere leerjaren - groep 4 tot en met 6 – in verhouding meer onderpresterende leerlingen zijn dan landelijk. Het aandeel bovenpresterende leerlingen is in 2013/2014 in groep 4 ongeveer gelijk aan landelijk maar ligt in groep 5 en 6 eronder. In leerjaar 7 ligt zowel het aandeel onder- als het aandeel bovenpresterende leerlingen wat hoger dan landelijk. In groep 8 kent Almere in verhouding tot landelijk meer bovenpresterende, en minder onderpresterende leerlingen. Ten opzichte van 2012/2013 (oude normering) is het aandeel onderpresterende leerlingen in 2013/2014 in groep 4 en 5 fors toegenomen, het aandeel bovenpresterende leerlingen in groep 8 is afgenomen. Dit is vooral het effect van de verandering in normering. Percentage scores op hoogste (I) en laagste (V) niveau op LOVS Begrijpend Lezen
4.3
Niveauscores van Almeerse scholen
In de voorgaande paragrafen zijn de resultaten op leerling-niveau gepresenteerd, in deze paragraaf worden de resultaten op schoolniveau gerapporteerd. Ook de schoolscores kunnen worden weergegeven in de landelijke niveaugroepen I t/m V (zie bijlage 1). Onderstaande figuur laat zien in hoeverre de verdeling van scores van Almeerse scholen op de toets LOVS Begrijpend Lezen overeenkomt met de landelijke verdeling.
26
Wat bij de niveauscores op schoolniveau opvalt is dat scores in leerjaar 4,5 en 6 relatief laag zijn, en (fors) hoger in leerjaar 7 en 8. In leerjaar 4,5 en 6 scoort ruim de helft van de scholen op niveau IV of V. In leerjaar 7 scoren Almeerse scholen vergelijkbaar of iets beter dan landelijk. In leerjaar 8 scoort bijna de helft van de scholen op het hoogte niveau (niveau I). In vergelijking met 2012/2013 (oude normering) is vooral het aandeel scholen met een score op niveau 1 in leerjaar 4 en 5 afgenomen. Dit komt overeen met het beeld dat dat de normering (vooral) voor die leerjaren aangescherpt is. Niveauscores scholen op LOVS Begrijpend Lezen
27
5
Woordenschat
Om de vaardigheden van leerlingen op woordenschat in beeld te brengen, worden de resultaten van de LOVS-toets Woordenschat geanalyseerd. De toets wordt op in groep 3 tot en met 7 op zo’n 60% tot 75% van de scholen toegepast. De respons in groep 8 is lager; de toets wordt in deze groep bij zo’n 40% van de scholen toegepast. De respons is hiermee in 2013/2014 net wat lager dan in 2012/2013. Net zoals in 2012/2013 heeft de wat lage respons op de toets Woordenschat het effect dat er met de toetsresultaten voorzichtig omgegaan moet worden. Zie bijlage 2 voor de responsaantallen op leerling-niveau als ook de absolute scores per toets. Het Cito heeft de normering van de toets Woordenschat in 2013/2014 niet aangepast ten opzichte van de voorafgaande jaren.
5.1
Gemiddelde vaardigheidsscores van Almeerse leerlingen
In deze paragraaf worden de gemiddelde vaardigheidsscores van de Almeerse leerlingen in het schooljaar 2013/2014 vergeleken met de scores uit 2012/2013 en de landelijke normering op leerling-niveau. De gemiddelde toetsscores zijn vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke normering wordt weergegeven. Op deze manier kunnen meerdere leerjaren in één grafiek worden weergegeven. De 50% norm, de score die Cito in haar onderzoek heeft gemeten als landelijk gemiddelde, wordt voor alle toetsen weergegeven met 50%. Almeerse leerlingen scoren gemiddeld gezien niet erg goed op de LOVS toets Woordenschat. In het schooljaar 2013/2014 liggen de gemiddelde vaardigheidsscores onder de landelijke norm bij alle groepen met uitzondering van groep 6, waar de leerlingen ongeveer op de norm scoren. Toetsscores in groep 5 tot en met 8, waar leerlingen gemiddeld net onder of op de 50% norm scoren zijn wel fors hoger dan scores van leerlingen in groep 3 en 4, waar leerlingen fors onder de landelijke 50% norm scoren. Dit patroon geeft het beeld dat leerlingen een deel van hun achterstand tijdens hun schoolcarrière inlopen, maar dat dit maar net niet lukt. Het patroon in 2013/2014 komt in grote lijnen overeen met het patroon uit 2012/2013.
28
Vaardigheidsscores LOVS Woordenschat t.o.v. landelijke verdeling
In onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen uitgesplitst naar gewichtsfactor. Ook in deze figuur worden de relatieve scores ten opzichte van de landelijke verdeling weergegeven. Leerlingen zonder gewicht scoren beter op de LOVS toets Woordenschat dan leerlingen met een zwaar of een licht gewicht. Leerlingen zonder gewicht, scoren in groep 3, 4 en 8 onder de landelijke 50% norm, en in groep 5 tot en met 7 ongeveer op deze norm. Leerlingen met een licht gewicht scoren in groep 3 en 4, en in mindere mate in groep 6 tot en met 8 fors onder de norm. In groep 5 is het verschil tussen de scores van leerlingen met een licht gewicht en de landelijke 50% norm minder groot. Leerlingen met een zwaar gewicht scoren in elk leerjaar gemiddeld fors onder de landelijke normering. In scores van leerlingen met een zwaar gewicht is er van leerjaar tot leerjaar wel een licht opgaande lijn te onderscheiden. In groep 3, 5, 6 en 8 scoren leerlingen met een licht gewicht beter op de toets dan leerlingen met een zwaar gewicht. In groep 6 maar vooral in groep 5 is er een fors verschil in scores tussen leerlingen met een licht en met een zwaar gewicht. Het beeld van de scores van leerlingen zonder gewicht komt in 2013/2014 in grote lijnen overeen met het beeld uit 2012/2013. Scores van leerlingen met een licht gewicht zijn in groep 5 in 2013/2014 verbeterd ten opzichte van 2012/2013, scores van leerlingen met een zwaar gewicht zijn in groep 6 verslechterd ten opzichte van 2012/2013. In 2013/2014 is in groep 4, 7 en 8 het verschil tussen leerlingen met een licht en leerlingen met een zwaar gewicht kleiner geworden ten opzichte van 2012/2013.
29
Vaardigheidsscores LOVS Woordenschat naar gewichtsfactor
5.2
Percentage onder- en bovenpresterende leerlingen
De vaardigheidsscores van de leerlingen kunnen ook weergegeven worden in landelijke niveaugroepen I t/m V. Daarbij is I het hoogste niveau en V het laagste (zie bijlage 1). Deze niveaus zijn gestandaardiseerd, waardoor ook vergelijkingen tussen verschillende toetsen mogelijk zijn. Met deze indeling is het mogelijk aan te geven hoeveel procent van de leerlingen ver onder de 50% norm op de toets scoort (niveau V) en hoeveel procent ver boven de norm (niveau I). Landelijk liggen de percentages voor elke categorie (I t/m V) op 20%. In de figuur wordt het percentage leerlingen dat op niveau V scoort met een negatieve waarde aangegeven. Wat opvalt is dat is het relatief hoge percentage leerlingen dat in groep 3 en 4 onderpresteert (niveau V). Meer dan vier op de tien Almeerse leerlingen scoort in groep 3 op niveau V. Het aandeel onderpresterende leerlingen neemt na groep 3 af tot ongeveer op de landelijke 20% , waarna het aandeel in groep 7 weer licht toeneemt en vervolgens in groep 8 weer afneemt. Het aandeel bovenpresterende leerlingen (niveau 1) stijgt door de leerjaren heen maar komt in geen van de groepen uit boven de landelijke 20%. Dit patroon over 2013/2014 komt in grote lijnen overeen met het patroon over 2012/2013. Het aandeel onderpresterende leerlingen in groep 3 is in 2013/2014 wel licht afgenomen ten opzichte van 2012/2013. Voor groep 8 is in 2013/2014 het aandeel onderpresterende leerlingen toegenomen, en het aandeel bovenpresterende leerlingen afgenomen ten opzichte van 2012/2013.
30
Percentage scores op hoogste (I) en laagste (V) niveau op LOVS Woordenschat
5.3
Niveauscores van Almeerse scholen
In de voorgaande paragrafen zijn de resultaten op leerling-niveau gepresenteerd, in deze paragraaf worden de resultaten op schoolniveau gerapporteerd. Ook de schoolscores kunnen worden weergegeven in de landelijke niveaugroepen I t/m V (zie bijlage 1). Onderstaande figuren laten zien in hoeverre de verdeling van scores van Almeerse scholen voor de toets LOVS Woordenschat overeenkomt met de landelijke normering. Wat opvalt is dat in groep 3 65% van de scholen onderpresteert en op niveau V scoort. Dit aandeel neemt door de jaren heen af tot 25% in groep 7, waarna het aandeel onderpresterende scholen weer licht toeneemt. Het aandeel bovenpresterende scholen, scholen met een score op niveau I, ligt groep 4 tot en met 7 ruim onder, en in groep 8 ongeveer op de landelijke norm. Het beeld dat het aandeel onderpresterende scholen afneemt van leerjaar tot leerjaar en dat het aandeel bovenpresterende scholen in groep 3 tot en met 7 ruim onder het landelijk gemiddelde ligt komt overeen met het beeld uit 2012/2013. Verschillen zijn er in de scores voor groep 8. In 2013/2014 is zowel het aandeel bovenpresterende als het aandeel onderpresterende scholen voor de toets Woordenschat voor groep 8 allebei wat hoger dan in 2012/2013.
31
Niveauscores scholen op LOVS Woordenschat
32
6
Spelling
Om de vaardigheid op het gebied van spelling in beeld te brengen, zijn de scores op de toets LOVS Spelling geanalyseerd. Deze toets wordt in groep 3 t/m 7 door 90-95% van de scholen gebruikt. In groep 8 ligt het gebruik van de toets wat lager, namelijk op zo’n 60%. Zie bijlage 2 voor de responsaantallen op leerling- niveau als ook de absolute scores per toets. De normering van de LOVS toets Spelling is in 2013/2014 aangepast ten opzichte van de voorafgaande jaren. De gemiddelde scores van Almeerse leerlingen op de LOVS-toets Spelling worden daarom vergeleken met de gemiddelde scores in 2012/2013, zowel genormeerd volgens de oude, als de nieuwe normering.
6.1
Gemiddelde vaardigheidsscores van Almeerse leerlingen
In deze paragraaf wordt de gemiddelde score van Almeerse leerlingen in 2013/2014 genormeerd volgens de nieuwe normering, samen met de gemiddelde score in 2012/2013, genormeerd volgens de oude en nieuwe normering, vergeleken met de landelijke 50% norm. De gemiddelde toetsscores zijn vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke 50% norm wordt weergegeven. Op deze manier kunnen meerdere leerjaren, en de waardering van gemiddelde scores volgens meerdere normeringen, in één grafiek worden weergegeven. De 50% norm, die Cito in haar onderzoek heeft gemeten als landelijk gemiddelde, wordt voor alle toetsen weergegeven met 50%. Leerlingen scoren in 2013/2014 op de LOVS toets Spelling in groep 3 onder, in groep 4, 5 en 6 ongeveer op en groep 7 en 8 boven de landelijke 50% norm. Dit beeld komt, met uitzondering van de scores in groep 3, in grote lijnen overeen met het beeld van de toetsscores in 2012/2013, berekend met de oude normering. Leerlingen scoren in groep 6,7 en 8 net wat hoger dan in 2012/2013. Leerlingen scoren in 2013/2014 in groep 3 onder, en in 2012/2013 (oude normering) op de 50% norm. Als de scores uit 2013/2014 vergeleken worden met toetsscores in 2012/2013 berekend met de nieuwe normering, blijkt dat scores in alle groepen met uitzondering van groep 4 in 2013/2014 licht verbeterd zijn ten opzichte van 2012/2013. Leerlingen hebben in groep 4 in 2013/2014 fors beter gescoord dan in 2012/2013, berekend volgens de nieuwe normering13.
13
De vergelijking tussen de twee vergelijkingen met de scores uit het jaar 2012/2013 laat daarnaast zien dat dat bij de LOVS toets Spelling vooral de normering in groep 3 en 4, en in mindere mate de normering in groep 5 is aangepast.
33
Vaardigheidsscores LOVS Spelling t.o.v. landelijke verdeling
In onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen uitgesplitst naar gewichtsfactor, ook hier worden de relatieve scores ten opzichte van de landelijke verdeling weergegeven. Leerlingen zonder gewicht scoren beter op de toets dan leerlingen met een leerlinggewicht. Leerlingen met een licht gewicht scoren in de meeste leerjaren beter op de toets dan leerlingen met een zwaar gewicht. In groep 4 scoren leerlingen met een zwaar gewicht echter fors hoger dan leerlingen met een licht gewicht, en ongeveer even goed als leerlingen zonder gewicht. In groep 8 scoren leerlingen met een zwaar gewicht net wat beter op de toets dan leerlingen met een licht gewicht. Scores van leerlingen met een licht of zwaar gewicht in groep 3, en leerlingen met een licht gewicht in groep 4 zijn relatief laag. In 2012/2013, berekend met de oude normering, scoorden in groep 3,4 en 5 leerlingen met een zwaar gewicht beter op de LOVS toets Spelling dan leerlingen met een licht gewicht. Vaardigheidsscores LOVS Spelling naar gewichtsfactor
34
6.2
Percentage onder- en bovenpresterende leerlingen
De vaardigheidsscores van de leerlingen kunnen ook weergegeven worden in landelijke niveaugroepen I t/m V. Daarbij is I het hoogste niveau en V het laagste (zie bijlage 1). Deze niveaus zijn gestandaardiseerd, waardoor ook vergelijkingen tussen verschillende toetsen mogelijk zijn. Met deze indeling is het mogelijk aan te geven hoeveel procent van de leerlingen ver onder de 50% norm op de toets scoort (niveau V) en hoeveel procent ver boven de norm (niveau I). Landelijk liggen de percentages voor elke categorie (I t/m V) op 20%. In de figuur wordt het percentage leerlingen dat op niveau V scoort met een negatieve waarde aangegeven. De balans tussen de aandelen boven- en onderpresterende leerlingen verschilt afhankelijk van het leerjaar. In het derde leerjaar kent Almere meer onderpresterende en minder bovenpresterende leerlingen dan landelijk. In groep 4, 5 en 6 houden het aandeel onderpresterende en het aandeel bovenpresterende leerlingen elkaar min of meer in evenwicht, en liggen de aandelen boven- en onderpresterende leerlingen boven de landelijke 20%. In groep 7 en 8 kent Almere meer bovenpresterende dan onderpresterende leerlingen, het aandeel boven presterende leerlingen ligt boven de landelijke 20%, het aandeel onderpresterende leerlingen er onder. Ten opzichte van 2012/2013 is het beeld voor groep 3, en in mindere mate voor groep 8 veranderd. In 2013/2014 is ten opzichte van 2012/2013 (oude normering) het aandeel onderpresterende leerlingen in groep 3 fors (van een lager tot een hoger aandeel dan landelijk) toegenomen, en is het aandeel bovenpresterende leerlingen afgenomen. Voor groep 8 is zowel het aandeel boven- als onderpresterende leerlingen toegenomen, waarbij het aandeel onderpresterende leerlingen meer is toegenomen dan het aandeel bovenpresterende leerlingen. Percentage scores op hoogste (I) en laagste (V) niveau op LOVS Spelling
6.3
Niveauscores van Almeerse scholen
In de voorgaande paragrafen zijn de resultaten op leerling-niveau gepresenteerd, in deze paragraaf worden de resultaten op schoolniveau gerapporteerd. Ook de schoolscores kunnen worden weergegeven in de landelijke niveaugroepen I t/m V (zie bijlage 1). Onderstaand figuur laat zien in 35
hoeverre de verdeling van scores van Almeerse scholen voor de toets LOVS Spelling overeenkomt met de landelijke verdeling. Wat opvalt is dat scholen in groep 7 en 8 fors beter scoren op de LOVS toets Spelling dan in groep 3 tot en met 6. In groep 3 scoort een derde deel van de scholen fors beneden gemiddeld, op niveau V, het aandeel scholen dat op niveau I scoort is met een aandeel van 16% juist lager dan landelijk. In groep 4,5 en 6 verschilt de indeling van scholen naar niveau niet erg sterk van de landelijke verdeling. In groep 7 en 8 scoren vier op de tien scholen op niveau I, het hoogste niveau, scores op de laagste niveaus zijn juist laag. Dit is een ander beeld dan in 2012/2013. In dat jaar scoorden juist relatief veel scholen in groep 3,4 en 5 op het hoogste niveau. De verandering in het beeld komt overeen met de ontwikkeling dat normering op deze toets voor groep 3 en 4, en in minder mate voor groep 5, aangepast is. Niveauscores scholen op LOVS Spelling
36
7
Rekenen
De toetsen LOVS Rekenen-Wiskunde en Rekenen-Wiskunde 3.0 dienen om de vorderingen in de rekenvaardigheid van leerlingen vast te stellen In groep 3 en 8 gebruiken ruim zes van de tien scholen de toets Rekenen-Wiskunde om de vorderingen van leerlingen in kaart te brengen. In groep 3 wordt ook de LOVS toets Rekenen-Wiskunde 3.0 toegepast, ongeveer een kwart van de scholen gebruikt deze nieuwe toets. In groep 4 tot en met 7 neemt zo’n 90-95% van de scholen de LOVS toets Rekenen-Wiskunde af. De normering van de LOVS toets Rekenen-Wiskunde is in 2013/2014 aangepast ten opzichte van de voorafgaande jaren. Ook heeft het Cito in 2013/2014 een nieuwe toets- Rekenen-Wiskunde 3.0geïntroduceerd. Deze nieuwe toets omvat hetzelfde domein als de al bestaande toets RekenenWiskunde. De gemiddelde scores van Almeerse leerlingen op de LOVS-toets Rekenen-Wiskunde worden in dit hoofdstuk daarom vergeleken met de gemiddelde scores in 2012/2013, zowel genormeerd volgens de oude als de nieuwe normering, en – voor groep 3 - met de gemiddelde score op de toets RekenenWiskunde 3.0 in 2013/2014, allen vergeleken met de landelijke verdeling. Bij de vergelijking van de gemiddelde vaardigheidsscores vindt de vergelijking in dezelfde figuur plaats, bij de verschillende uitsplitsingen, bijvoorbeeld van scores naar leerlinggewicht, worden alleen de resultaten op de toets Rekenen-Wiskunde in de figuur aangegeven.
7.1
Gemiddelde vaardigheidsscores van Almeerse leerlingen
In deze paragraaf worden de gemiddelde scores van Almeerse leerlingen op de toetsen RekenenWiskunde en Rekenen-Wiskunde 3.0 in 2013/2014, samen met de gemiddelde score van leerlingen op de toets Rekenen-Wiskunde uit 2012/2013 genormeerd volgens de oude en volgens de nieuwe normering, vergeleken de landelijke 50% norm. De gemiddelde toetsscores op beide toetsen zijn vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke 50% norm wordt weergegeven. Op deze manier kunnen meerdere toetsen, meerdere leerjaren, en waarderingen volgens meerdere normeringen, in één grafiek worden weergegeven. De 50% norm, de score die Cito in haar onderzoek heeft gemeten als landelijk gemiddelde, wordt voor alle toetsen weergegeven met 50%. In 2013/2014 scoren leerlingen in alle leerjaren ongeveer op of wat onder de landelijke 50% norm op de toets Rekenen-Wiskunde. In groep 4, 7 en 8 scoren leerlingen beter op de toets RekenenWiskunde dan in de overige leerjaren. In het derde leerjaar scoren leerlingen net onder de 50% norm op de toets Rekenen-Wiskunde 3.0. Leerlingen die in het derde leerjaar de nieuwe toets RekenenWiskunde 3.0 afgelegd hebben, scoren hiermee licht beter op de rekentoets dan leerlingen die de oude toets Rekenen-Wiskunde afgelegd hebben. De toetsscores van leerlingen op scholen die ervoor gekozen hebben de nieuwe toets Rekenen en Wiskunde 3.0 af te leggen in plaats van de oude toets Rekenen en Wiskunde verschilden in 37
2012/2013 niet significant van die van leerlingen op scholen die in 2013/2014 de bestaande toets nog gebruiken. De licht hogere toetsscore op de toets Rekenen-Wiskunde 3.0 in groep 3 kan daarom niet verklaard worden doordat scholen met relatief lage toetsscores niet, en scholen met relatief hoge toetsscores wel zijn overgestapt. In 2012/2013 scoorden leerlingen op de toets Rekenen-Wiskunde, genormeerd met de oude normering in alle leerjaren boven de landelijke 50% norm. Leerlingen in de lagere en hogere leerjaren (vooral groep 3 en 8) scoorden in 2012/2013 beter op de toets dan leerlingen in de middelste leerjaren. Als de scores van leerlingen in 2013/2014 vergeleken worden met de scores uit 2012/2013, berekend met de nieuwe normering, blijkt dat leerlingen in groep 3 en 4 in 2013/2014 wat beter zijn gaan scoren dan in 2012/2013. In de overige leerjaren ontlopen scores van leerlingen in 2013/2014 en in 2012/2013 genormeerd volgens de nieuwe normering, elkaar niet erg. Vaardigheidsscores LOVS Rekenen-Wiskunde t.o.v. landelijke verdeling
In onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen voor de toets Rekenen-Wiskunde uitgesplitst naar gewichtsfactor, ook hier worden de relatieve scores ten opzichte van de landelijke verdeling weergegeven. Leerlingen zonder leerlinggewicht scoren in groep 4, 7 en 8 ongeveer op, en in groep 5 en 6 wat onder de landelijke 50% norm op de toets Rekenen-Wiskunde. Leerlingen met een leerlinggewicht scoren lager op deze toets dan leerlingen zonder gewicht, leerlingen met een licht gewicht scoren in groep 3 beter op deze toets dan leerlingen met een zwaar gewicht, in groep 7 en 8 is dit andersom. Als er gekeken wordt naar de nieuwe toets Rekenen-Wiskunde 3.0 scoren leerlingen zonder gewicht (in het derde leerjaar) beter op de toets dan leerlingen met een licht gewicht14 . Scores van zowel
14
Scores van leerlingen met een zwaar gewicht zijn niet beschikbaar vanwege te lage aantallen
38
leerlingen zonder gewicht als met een licht gewicht op de toets Rekenen-Wiskunde 3.0 liggen op ongeveer het niveau als scores van leerlingen met dezelfde gewichten op de toets RekenenWiskunde. In 2012/2013 scoorden leerlingen zonder gewicht fors beter op deze toets dan leerlingen met een zwaar of met een licht gewicht, en was het verschil in scores tussen leerlingen met een zwaar en met een licht gewicht klein. In 2013/2014 is het verschil tussen scores van leerlingen met en leerlingen zonder gewicht in de lagere groepen groter en in de hogere groepen wat kleiner dan in 2012/2013. Het verschil in scores tussen leerlingen met een licht of met een zwaar gewicht is in de meeste groepen wat toegenomen. Vaardigheidsscores LOVS Rekenen-Wiskunde naar gewichtsfactor
7.2
Percentage onder- en bovenpresterende leerlingen
De vaardigheidsscores van de leerlingen kunnen ook weergegeven worden in landelijke niveaugroepen I t/m V. Daarbij is I het hoogste niveau en V het laagste (zie bijlage 1). Deze niveaus zijn gestandaardiseerd, waardoor ook vergelijkingen tussen verschillende toetsen mogelijk zijn. Met deze indeling is het mogelijk aan te geven hoeveel procent van de leerlingen ver onder de 50% norm op de toets scoort (niveau V) en hoeveel procent ver boven de norm (niveau I). Landelijk liggen de percentages voor elke categorie (I t/m V) op 20%. In de figuur wordt het percentage leerlingen dat op niveau V scoort met een negatieve waarde aangegeven. Op de toets Rekenen-Wiskunde ligt afhankelijk van het leerjaar het aandeel leerlingen dat ver ondergemiddeld scoort net boven of ongeveer op de landelijke norm. Het aandeel leerlingen dat ver bovengemiddeld scoort ligt, met uitzondering van in groep 8, onder de landelijke 20%. Op de toets Rekenen-Wiskunde 3.0 ligt het aandeel onderpresterende leerlingen op, en het aandeel bovenpresterende leerlingen net onder de landelijke 20%.
39
Op de toets Rekenen-Wiskunde is hiermee het aandeel onderpresterende leerlingen toegenomen het aandeel bovenpresterende leerlingen afgenomen ten opzichte van 2012/2013. Dit beeld komt overeen met het beeld van een aanscherping van toetsnormen over de hele linie. Percentage scores op hoogste (I) en laagste (V) niveau op LOVS Rekenen-Wiskunde
7.3
Niveauscores van Almeerse scholen
In de voorgaande paragrafen zijn de resultaten op leerling-niveau gepresenteerd, in deze paragraaf worden de resultaten op schoolniveau gerapporteerd. Ook de schoolscores kunnen worden weergegeven in de landelijke niveaugroepen I t/m V (zie bijlage 1). Onderstaande figuur laat zien in hoeverre de verdeling van scores van Almeerse scholen op de toetsen LOVS Rekenen-Wiskunde en Rekenen-Wiskunde 3.0 overeenkomen met de landelijke verdeling. De scores van scholen laten een wisselend beeld zien. Op de toets Rekenen-Wiskunde scoren in leerjaar 3 t/m 6 relatief veel scholen op niveau IV of V. In groep 7 ligt het aandeel scholen op niveau IV en V samen ongeveer op het landelijk niveau. In groep 8 scoren leerlingen op scholen beduidend beter, het aandeel scholen met een score op niveau I en II ligt hoger, en het aandeel scholen met een score op niveau IV en V lager dan landelijk. Op de nieuwe toets Rekenen-Wiskunde 3.0 scoort een relatief hoog aandeel scholen relatief goed op niveau II. De vorm van de verdeling in scores over leerjaren op de toets Rekenen-Wiskunde 2013-2014 komt in grote lijnen overeen met de vorm van de verdeling in scores in 2012/2013. Ook toen was er sprake van veel variatie tussen toetsscores, in 2013/2014 wordt er wel meer op lagere niveaus, en minder op hogere niveaus gescoord dan in 2012/2013.
40
Niveauscores scholen op LOVS Rekenen-Wiskunde
41
8
Scholen met vve-aanbod
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op taal-, lees- en rekenprestaties van vve-scholen. De prestaties van leerlingen op vve- scholen worden vergeleken met prestaties van leerlingen van scholen zonder vveaanbod en met de landelijke verdeling. De gemiddelde toetsscores zijn hierbij vertaald naar een waarde tussen 0 en 100 procent, waarmee de positie ten opzichte van de landelijke verdeling wordt weergegeven. De 50% norm, de score die Cito in haar onderzoek heeft gemeten als landelijk gemiddelde, wordt voor alle toetsen weergegeven met 50%. In tegenstelling tot de rest van dit rapport, wordt er in dit hoofdstuk, naast de medio-afnames ook over de eind-afnames van de kleutertoetsen gerapporteerd. Zie bijlage 3 voor de responsaantallen op leerling- niveau als ook de absolute scores op scholen met en zonder vve per toets. Toetsen en respons In Almere bieden in totaal 28 schoollocaties15 vve aan in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Van deze schoollocaties hebben 27 locaties toetsgegevens aangeleverd voor deze monitor. (bron gegevens vve locaties: Monitor Voor- en Vroegschoolse educatie 2012/2013, gemeente Almere). Niet elke toets is door elke school afgenomen, afhankelijk van de toets hebben 22 tot 25 schoollocaties toetsgegevens van leerlingen aangeleverd16. In de onderstaande tabel staat een overzicht van de respons van deze scholen op de verschillende toetsen in de groepen 1 t/m 3. Door de ruime respons kan in dit hoofdstuk over alle toetsen worden gerapporteerd.
15
Telling van het aantal vve-scholen gebaseerd op de manier waarop de scholen de informatie hebben aangeleverd. Almere kent volgens de Monitor Voor- en Vroegschoolse Educatie 2012/2013 (gemeente Almere) op de peildatum van 1 oktober 2012, 27 vve-scholen. Eén van deze scholen heeft voor de twee locaties binnen de school apart gegevens aangeleverd. Er wordt daarom gerekend met 28 vve-locaties. 16
De respons op de rekentoetsen is hierop de uitzondering. Voor de toets Rekenen en Wiskunde (M3) en de toets Rekenen en Wiskunde 3.0 (M3) hebben respectievelijk 18 en 7 scholen toetsgegevens aangeleverd. Deze toetsen brengen beiden de capaciteiten van leerlingen op het gebied van rekenen in beeld.
42
Toetsgebruik van de vve-scholen in de respons Groep 1 Mediotoets
Groep 1 Eindtoets
Groep 2 Mediotoets
Groep 2 Eindtoets
22 22
24 24
23 23
23 23
Groep 3 Mediotoets
Kleutertoetsen LOVS Taal voor Kleuters LOVS Rekenen voor Kleuters Technisch Lezen LOVS Drie-Minuten-Toets
25
Woordenschat LOVS Woordenschat Spelling LOVS Spelling Rekenen/Wiskunde LOVS Rekenen/ Wiskunde LOVS Rekenen/ Wiskunde 3.0
24
25 18 17 7
17
De toets Rekenen-Wiskunde 3.0 wordt op minder dan de helft van de scholen afgelegd. Het aantal scholen die de toets inzet is eigenlijk te laag om over de toetsresultaten te rapporteren. Omdat de respons op de toetsen Rekenen-Wiskunde en Rekenen-Wiskunde 3.0 gezamenlijk vrijwel alle vve-scholen omvat, is er in deze monitor voor gekozen om toch over de resultaten van de toets Rekenen-Wiskunde 3.0 te rapporteren. Bij de behandeling van de toetsresultaten wordt aangegeven hoeveel leerlingen welke toets afgelegd hebben.
43
Leerlinggewichten Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gewichtenverdeling van de leerlingen op scholen met en zonder vve-aanbod. Gewichtenverdeling van de leerlingen, uitgedrukt in percentages Geen gewicht vvescholen Niet-vve scholen Totaal Almere19
Gewicht 0,3
Totaal18
Gewicht 1,2
5.034
84%
420
7%
552
9%
6.007
100%
12.464
92%
563
4%
368
3%
13.500
100%
18.492
90%
1.040
5%
1.011
5%
20.543
100%
Uit de tabel blijkt dat scholen met een vve-aanbod beduidend meer leerlingen met een leerlinggewicht hebben dan scholen zonder vve. Zowel het aandeel leerlingen met een licht (0,3) als met een zwaar gewicht (1,2) is hoger op vve-scholen dan op scholen zonder vve. Dit is een verandering ten opzichte van 2012/2013 toen vve-scholen in verhouding tot scholen zonder vve vooral relatief veel leerlingen met een zwaar gewicht op school hadden. 8.1 Kleutertoetsen - Taal voor kleuters In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen op de toets LOVS Taal voor Kleuters vergeleken met de scores van leerlingen op scholen zonder vveaanbod. Leerlingen op zowel vve-scholen als scholen zonder vve scoren bij de afnames van de LOVS toets Taal voor Kleuters bovengemiddeld, boven de landelijke 50% norm. Bij de M1 afname van de toets scoren leerlingen op scholen zonder vve fors beter op de toets dan leerlingen op vve-scholen. Bij de overige afnames scoren leerlingen op scholen zonder vve licht beter op de toets of zijn de scores van leerlingen op scholen met en zonder vve vrijwel gelijk. Scores van leerlingen zijn in het algemeen in 2013/2014 wat hoger dan in 2012/2013. Het beeld uit 2013/2014, dat leerlingen op scholen zonder vve even goed of hoger scoren op de toets Taal voor Kleuters dan leerlingen op scholen zonder vve, komt overeen met het beeld uit 2012/2013. Een verschil is dat dat in 2012/2013 de verschillen tussen leerlingen op scholen met en zonder vve ook relatief groot zijn bij de E2 afname van de toets. In 2013/2014 komt dit verschil in gemiddelde scores bij de E2 afname van de toets niet meer naar voren.
18 19
Het totaal aantal leerlingen is inclusief de leerlingen waarvan het gewicht onbekend is. De totale Almeerse leerlingpopulatie is gebaseerd op de DUO registraties van 1 oktober 2013.
44
Vaardigheidsscores Taal voor Kleuters t.o.v. de landelijke verdeling
In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen en scholen zonder vve uitgesplitst naar gewichtsfactor voor de toets Taal voor Kleuters. De figuur geeft zowel de gemiddelde vaardigheidsscores op de medio- en eindtoets in groep 1 als de medio- en eindtoets in groep 2 weer. In 2013/2014 hebben onvoldoende leerlingen met een (licht of zwaar) gewicht op scholen zonder vve de toets Taal voor Kleuters M1 afgelegd om de scores van leerlingen op scholen met en zonder vve met elkaar te vergelijken. Uit de figuur blijkt dat leerlingen zonder leerlinggewicht bij alle toetsafnamen beter scoren dan leerlingen met een leerlinggewicht. Leerlingen met een licht gewicht (0,3) scoren bij deze toets gemiddeld gezien beter dan leerlingen met een zwaar gewicht (1,2).De uitzondering op dit beeld zit bij de E1 afname van de toets op vve-scholen; op vve scholen scoren leerlingen met een licht gewicht vrijwel even goed op de toets als leerlingen zonder gewicht. Op scholen zonder vve-aanbod doen leerlingen zonder leerlinggewicht het beter of ongeveer even goed als leerlingen zonder gewicht op scholen met een vve-aanbod. Leerlingen met een licht gewicht op vve- scholen doen het beter dan of even goed als op scholen zonder vve. Voor leerlingen met een zwaar gewicht is het beeld gemengd. Bij de E1 afname van de toets doen ze het gemiddeld beter op scholen zonder, en bij de M2 en E2 afname beter op scholen met vve-aanbod.
45
Vaardigheidsscores Taal voor Kleuters t.o.v. de landelijke verdeling uitgesplitst naar gewicht
8.2 Kleutertoetsen - Rekenen voor Kleuters In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen op de toets LOVS Rekenen voor Kleuters vergeleken met de scores van leerlingen op scholen zonder vve-aanbod. Leerlingen op scholen zonder vve scoren bij alle afnames van de toets wat beter op de toets Rekenen voor Kleuters dan leerlingen op scholen met vve. Het verschil is aanzienlijk bij de M1 afname van de toets, bij de overige afnamen is het verschil in gemiddelde scores klein. Met uitzondering van het wat grotere verschil bij de M1 afname komt het beeld uit 2013/2014 hiermee in grote lijnen overeen met de het beeld uit 2012/2013. In 2012/2013 scoorden leerlingen op scholen zonder vve net iets hoger of ongeveer hetzelfde op de toets als leerlingen op scholen met vve-aanbod. Vaardigheidsscores Rekenen voor Kleuters t.o.v. de landelijke verdeling
46
In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen en scholen zonder vve uitgesplitst naar gewichtsfactor voor de toets Rekenen voor Kleuters. De figuur geeft zowel de gemiddelde vaardigheidsscores op de medio- en eindtoets in groep 1 als de medio- en eindtoets in groep 2 weer. In 2013/2014 hebben onvoldoende leerlingen met een (licht of zwaar) gewicht op scholen zonder vve de toets Rekenen voor Kleuters M1 afgelegd om de scores van leerlingen op scholen met en zonder een vve-aanbod met elkaar te vergelijken. Bij de M1 afname van de toets scoren leerlingen zonder gewicht beter op de toets op scholen zonder vve-aanbod dan leerlingen op vve scholen. Voor de overige afnames zijn er weinig verschillen te onderscheiden. De scores van leerlingen met een licht en met een zwaar gewicht, op vve-scholen en op niet-vve-scholen, ontlopen elkaar in het eerste leerjaar niet veel. In het tweede leerjaar zijn er wel wat verschillen. Bij de M2 afname van de toets scoren leerlingen met een zwaar gewicht op vvescholen beter op de toets dan leerlingen op scholen zonder vve. Bij de E2 afname is het verschil in scores tussen leerlingen met een licht, en met een zwaar gewicht wat toegenomen; leerlingen met een licht gewicht scoren wat beter op de toets dan leerlingen met een zwaar gewicht. In 2013/2014 is ten opzichte van 2012/2013 het verschil in scores tussen leerlingen met of zonder een gewicht toegenomen, en het verschil in scores tussen leerlingen met licht of zwaar gewicht afgenomen. In 2012/2013 waren er ook meer verschillen te onderscheiden tussen gewichtenleerlingen op scholen met en scholen zonder vve. Kinderen met een licht gewicht op een school zonder vve scoorden in 2012/2013 beter op de toets dan leerlingen op vve-scholen. Afhankelijk van de toetsafname scoorden leerlingen met een zwaar gewicht op vve-scholen in 2012/2013, beter, slechter of ongeveer even hoog als leerlingen op scholen zonder vve. Vaardigheidsscores Rekenen voor Kleuters t.o.v. de landelijke verdeling uitgesplitst naar gewicht
47
8.3 Technisch Lezen In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen op de LOVS Drie-Minuten-toets vergeleken met de scores van leerlingen op scholen zonder vveaanbod. Voor deze toets zijn alleen gegevens voor de medio-afname in groep 3 beschikbaar. In 2013/2014 is er vrijwel geen verschil in de gemiddelde scores van leerlingen op scholen met en scholen zonder vve. In 2012/2013 scoorden leerlingen op scholen zonder vve nog licht beter op de toets dan leerlingen op scholen met een vve-aanbod. Vaardigheidsscores Technisch Lezen t.o.v. de landelijke verdeling
De scores op de LOVS Drie-Minuten-Toets kunnen ook onderverdeeld worden naar leerlinggewicht. De onderstaande figuur geeft de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen en scholen zonder vve weer, uitgesplitst naar gewichtsfactor. Leerlingen zonder gewicht en leerlingen met een zwaar gewicht scoren zowel bij scholen met, als scholen zonder vve-aanbod licht beter op deze toets dan leerlingen met een licht gewicht. Leerlingen met een gewicht nul scoren ongeveer even goed op vve-scholen en scholen zonder vve, leerlingen met een licht gewicht beter op vve scholen en leerlingen met een zwaar gewicht licht beter op scholen zonder vve. In 2012/2013 scoorden leerlingen met een licht gewicht ook minder goed op de toets dan de overige leerlingen; het verschil was in 2012/2013 wat groter dan in 2013/2014. In 2012/2013 scoorden leerlingen zonder gewicht, met een licht en met een zwaar gewicht, lager op vve-scholen dan op scholen zonder vve.
48
Vaardigheidsscores LOVS Drie-Minuten-Toets t.o.v. de landelijke verdeling uitgesplitst naar gewicht
8.4 Woordenschat In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen op de LOVS toets Woordenschat vergeleken met de scores van leerlingen op scholen zonder vveaanbod. Voor deze toets zijn alleen gegevens voor de medio-afname in groep 3 beschikbaar. Het eerste wat opvalt in de figuur is de lage score op deze toets bij zowel de vve-scholen als scholen zonder vve. Zowel leerlingen van scholen met als zonder vve-aanbod scoren gemiddeld gezien rond het niveau van de 25-35% landelijk de minst goed scorende leerlingen. Deze lage gemiddelde score komt overeen met de observatie in hoofdstuk 5, juist leerlingen uit groep 3 scoren niet goed op de LOVS toets Woordenschat. Leerlingen van scholen met vve-aanbod scoren gemiddeld gezien lager op de toets dan leerlingen zonder vve-aanbod. Dit is hetzelfde beeld als in 2012/2013. Vaardigheidsscores LOVS Woordenschat t.o.v. landelijke verdeling
49
De scores op de LOVS toets Woordenschat kunnen ook onderverdeeld worden naar leerlinggewicht. De onderstaande figuur geeft de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen en scholen zonder vve weer, uitgesplitst naar gewichtsfactor. Uit de figuur blijkt dat in 2013/2014 de gemiddelde scores van leerlingen met alle gewichten (0, 0,3 en 1,2) gemiddeld lager zijn op vve-scholen dan op scholen zonder vve. De scores in 2012/2013 geven een gemengder beeld. In 2012/2013 scoorden leerlingen zonder gewicht minder goed, met een licht gewicht beter, en met een zwaar gewicht minder goed op vve-scholen dan leerlingen op scholen zonder vve. Vaardigheidsscores LOVS toets Woordenschat t.o.v. de landelijke verdeling uitgesplitst naar gewicht
8.5 Spelling Het Cito heeft in 2013/2014 de normering van de toets Spelling aangepast. In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen op de LOVS toets Spelling vergeleken met de scores van leerlingen op scholen zonder vve-aanbod. Voor deze toets zijn alleen gegevens voor de medio-afname in groep 3 beschikbaar. Leerlingen op scholen met- en zonder vve scoren in 2013/2014 op de toets Spelling wat onder het landelijk gemiddelde. Leerlingen op scholen zonder vve-aanbod scoren op deze toets hierbij net wat hoger dan leerlingen op scholen met vve-aanbod. Dit beeld verschilt van het beeld uit 2012/2103, toen zowel leerlingen op scholen met als leerlingen op scholen zonder vve (berekend volgens de toen geldende normering ) ongeveer op of net boven het landelijk gemiddelde scoorden.
50
Vaardigheidsscores LOVS Spelling t.o.v. landelijke verdeling
De scores op de LOVS toets Spelling kunnen ook onderverdeeld worden naar leerlinggewicht. De onderstaande figuur geeft de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen en scholen zonder vve weer, uitgesplitst naar gewichtsfactor. De score van leerlingen zonder leerlinggewicht ligt in 2013/2014 zowel op scholen met, als op scholen zonder vve, net onder het landelijk gemiddelde. Leerlingen met (licht of zwaar) gewicht scoren lager op de toets dan leerlingen zonder gewicht. Leerlingen met een licht gewicht scoren op scholen zonder vve fors beter op de toets dan leerlingen op vve-scholen. Bij leerlingen met een zwaar gewicht is het verschil tussen scores op scholen met, en scholen zonder vve kleiner; leerlingen met een zwaar gewicht op vve-scholen scoren beter op de toets Spelling dan leerlingen op scholen zonder vve. Dit beeld verschilt van het beeld uit 2012/2013 toen leerlingen met een zwaar gewicht beduidend beter scoorden op de toets dan leerlingen met een licht gewicht. Leerlingen met een zwaar gewicht op scholen zonder vve scoorden in 2012/2013 ongeveer even hoog als leerlingen zonder gewicht, zowel op scholen met, als op scholen zonder vve.
51
Vaardigheidsscores LOVS toets Spelling t.o.v. de landelijke verdeling uitgesplitst naar gewicht
8.6 Rekenen Het Cito heeft in 2013/2014 de nieuwe toets Rekenen-Wiskunde 3.0 geïntroduceerd voor groep 3 en de normering van de bestaande toets Rekenen-Wiskunde aangepast. In de onderstaande figuur worden de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen op de LOVS toets RekenenWiskunde en Rekenen-Wiskunde 3.0 (LRA en RW3 in de figuur) vergeleken met de scores van leerlingen op deze toetsen op scholen zonder vve-aanbod. Voor beide toetsen zijn alleen gegevens voor de medio-afname in groep 3 beschikbaar. In 2013/2014 hebben onvoldoende leerlingen met een (licht of zwaar) gewicht de toets Rekenen Wiskunde 3.0 afgelegd om de scores van leerlingen op scholen met en zonder vve met elkaar te vergelijken. Op de hergenormeerde toets Rekenen-Wiskunde scoren leerlingen op vve-scholen beduidend, en leerlingen op scholen zonder vve net lager dan het landelijk gemiddelde. Op de nieuwe toets Rekenen-Wiskunde 3.0 scoren zowel leerlingen op vve-scholen als leerlingen op scholen zonder vve, net onder het landelijk gemiddelde. Voor de toets Rekenen-Wiskunde is dit een ander beeld dan in 2012/2013 toen zowel leerlingen op scholen met als op scholen zonder vve, volgens de toen geldende normering, nog boven het landelijk gemiddelde scoren.
52
Vaardigheidsscores LOVS Rekenen-Wiskunde en LOVS Rekenen Wiskunde 3.0 t.o.v. landelijke verdeling 20
De scores op de LOVS toetsen Rekenen-Wiskunde en Rekenen-Wiskunde 3.0 kunnen ook onderverdeeld worden naar leerlinggewicht. De onderstaande figuren geven per toets de gemiddelde vaardigheidsscores van leerlingen op vve-scholen en scholen zonder vve weer, uitgesplitst naar gewichtsfactor. Leerlingen zonder gewicht scoren beter op de toets Rekenen-Wiskunde dan leerlingen met een licht, en met een zwaar gewicht. Voor alle leerlinggewichten geldt dat leerlingen op scholen zonder vve, beter scoren dan leerlingen op scholen met vve-aanbod. Dit komt deels overeen met het beeld uit 2012/2013, maar is ook deels anders. In 2012/2013 scoorden leerlingen zonder gewicht ook beter op de toets dan leerlingen met een gewicht. Leerlingen zonder gewicht scoorden toen vrijwel hetzelfde, leerlingen met een licht gewicht licht beter, en leerlingen met een zwaar gewicht minder goed op vve-scholen dan op scholen zonder vve. Voor de toets Rekenen-Wiskunde 3.0 zijn er alleen gegevens beschikbaar over de scores van leerlingen zonder leerlinggewicht op scholen met en scholen zonder vve. Leerlingen zonder gewicht scoren in 2013/2014 op vve-scholen gemiddeld op, en op scholen zonder vve net onder het landelijk gemiddelde.
20
Aantal leerlingen in het analysebestand dat deelneemt aan de toets Rekenen-Wiskunde (LRA): in totaal 1141 leerlingen, aan de toets Rekenen-Wiskunde 3.0; in totaal 475 leerlingen
53
Vaardigheidsscores LOVS toets Rekenen-Wiskunde t.o.v. de landelijke verdeling uitgesplitst naar gewicht
Vaardigheidsscores LOVS toets Rekenen-Wiskunde 3.0 t.o.v. de landelijke verdeling uitgesplitst naar gewicht
54
Bijlage 1
Niveaugroepen
Niveaugroepen op leerling-niveau De indeling in niveaugroepen is gebaseerd op een omvangrijke landelijke steekproef. Het Cito onderscheidt de volgende niveaus: • Niveau I: ver boven de 50% norm(20% hoogst scorende leerlingen); • Niveau II: boven de 50% norm (20% net boven de 50% norm scorende leerlingen); • Niveau III: rond de 50% norm (20% rond de 50% norm scorende leerlingen); • Niveau IV: onder de 50% norm (20% net onder het landelijke gemiddelde scorende leerlingen) • Niveau V: ver onder de 50% norm (20% laagst scorende leerlingen). De scores die bij de niveaus horen, staan in de Cito-handleidingen van de betreffende toetsen. Niveaugroepen op schoolniveau Ook schoolscores kunnen worden ingedeeld in niveaugroepen, waarin de prestaties van een school vergeleken kunnen worden met een landelijke steekproef van scholen: • Niveau I: ver boven de 50% norm (20% hoogst scorende scholen); • Niveau II: boven de 50% norm (20% net boven de 50% norm scorende scholen); • Niveau III: rond de 50% norm (20% rond de 50% norm scorende scholen); • Niveau IV: onder de 50% norm (20% net onder de 50% norm scorende scholen) • Niveau V: ver onder de 50% norm (20% laagst scorende scholen). Het Cito heeft met ingang van 2013/2014 de normering van de toetsen LOVS Begrijpend Lezen, LOVS Rekenen en Wiskunde en de toets LOVS Spelling aangepast. Voor deze toetsen gelden er daarom verschillende normen voor toetsen die in 2012/2013 en in 2013/2014 afgelegd zijn. Een leerling (of een school) die met een bepaalde score in 2012/2013 op een bepaald niveau scoort, kan in 2013/2014 met dezelfde score op een ander niveau scoren.
55
Bijlage 2
Overzicht toetsscores en respons
Verklaring van de afkortingen in de tabellen: LTK = LOVS21 Taal voor Kleuters LRK = LOVS Rekenen voor Kleuters LDM = LOVS Drie-Minuten-Toets LBL = LOVS Begrijpend Lezen LWT = LOVS Woordenschat LSP = LOVS Spelling LRA = LOVS Rekenen-Wiskunde RW3 = LOVS Rekenen-Wiskunde 3.0 Toevoegingen M = middenafname Nummer = groep Indien voor een toets minder dan 10 Almeerse scholen een schoolscore hebben, is dit aangegeven met een ‘#’ Als voor een toets minder dan 25 leerlingen een toetsscore hebben, is dit aangegeven met een ‘*’ Respons en gemiddelde vaardigheidsscores Almeerse leerlingen
LTK M1 LTK M2 LRK M1 LRK M2 LDM M3 21
2012/2013 N 1153 2296 1234 2352 2386
score 50,7 63,4 66,0 81,3 23,7
2013/2014 N 955 2244 910 2243 2419
NL 2013/2014 score 52,7 64,4 67,4 82,3 24,6
48,5 61,5 65,5 80,5 19,5
LOVS: Het Leerling- en Onderwijs-Volg-Systeem van het Cito.
56
LDM M4 LDM M5 LDM M6 LDM M7 LDM M8 LBL M4 LBL M5 LBL M6 LBL M7 LBL M8 LWT M3 LWT M4 LWT M5 LWT M6 LWT M7 LWT M8 LSP M3 LSP M4 LSP M5 LSP M6 LSP M7 LSP M8 LRA M3 LRA M4 LRA M5 LRA M6 LRA M7 LRA M8 RW 3.0
2012/2013 N 2313 2380 2285 2301 1782 2292 2500 2509 2469 1639 1815 1842 1787 1652 1514 801 2526 2358 2514 2471 2454 1627 2528 2406 2505 2438 2322 1592
score 53,7 71,6 84,6 93,5 101,1 11,4 23,4 31,4 44,4 58,3 31,9 46,9 61,0 73,1 84,1 96,8 107,0 119,1 126,5 133,5 139,7 144,2 29,8 49,1 69,8 84,0 99,0 112,0 nvt
2013/2014 N 2417 2216 2365 2390 1950 2436 2373 2513 2508 1383 1819 1891 1712 1649 1484 897 2437 2467 2391 2549 2439 1554 1649 2506 2336 2453 2426 1499 721
NL 2013/2014 score 54,8 71,4 84,0 93,6 101,6 12,1 24,1 30,2 45,1 58,6 32,3 46,8 61,3 73,0 84,6 95,5 107,4 120,1 126,9 133,7 140,2 144,7 30,8 50,6 70,0 84,6 99,3 111,9 114,6
53,5 72,3 82,5 89,5 96,5 12,5 25,5 31,5 44,5 55,4 39,5 52,5 62,5 73,5 86,7 97,5 108,3 120 126,5 133 139 143 32,4 51,5 72,5 86,5 99,5 111,5 116,5
57
Respons en gemiddelde vaardigheidsscores Almeerse leerlingen naar gewicht
LTK M1 LTK M2 LRK M1 LRK M2 LDM M3 LDM M4 LDM M5 LDM M6 LDM M7 LDM M8 LBL M4 LBL M5 LBL M6 LBL M7 LBL M8 LWT M3 LWT M4 LWT M5 LWT M6 LWT M7 LWT M8 LSP M3 LSP M4 LSP M5 LSP M6 LSP M7 LSP M8 LRA M3 LRA M4
2012/2013 N0 798 2057 919 2106 2127 2081 2117 2002 2027 1593 2076 2237 2211 2192 1482 1608 1643 1572 1411 1299 701 2265 2121 2250 2186 2176 1465 2261 2166
N 0,3 59 101 67 104 136 120 140 142 128 114 103 145 154 127 90 109 100 123 129 93 58 138 120 144 147 130 87 138 122
N 1,2 56 114 62 118 108 98 92 113 128 71 98 88 115 130 50 98 97 83 106 115 37 108 102 94 113 128 58 111 104
Score 0 52,0 63,9 66,5 81,8 24,1 53,8 71,6 84,5 93,7 101,4 11,9 24,0 32,0 45,3 59,1 33,1 47,8 62,0 74,1 85,2 97,6 107,2 119,1 126,6 133,6 140,0 144,5 30,8 49,7
Score 0,3 47,3 61,5 61,7 78,2 18,1 50,9 71,6 85,0 89,6 96,7 7,3 18,4 26,3 37,1 49,5 26,4 42,5 55,5 68,4 79,6 93,5 103,8 117,5 124,5 132,8 137,8 142,0 21,5 43,4
Score 1,2 42,4 56,1 58,6 75,8 23,2 55,5 72,3 85,7 95,0 100,6 5,5 16,8 25,6 35,6 46,5 16,7 35,7 51,6 66,3 75,6 85,6 106,0 119,5 126,1 133,0 138,3 141,3 20,5 43,6
2013/2014 N0 N 0,3 823 57 1992 124 785 56 1992 123 2171 112 2178 120 1998 111 2115 133 2134 123 1734 102 2191 121 2151 113 2254 140 2247 130 1243 62 1622 93 1677 110 1525 92 1452 104 1284 102 784 43 2189 114 2221 121 2165 114 2291 142 2187 126 1414 63 1462 75 2256 123
N 1,2 72 120 66 120 113 106 97 99 115 112 110 99 101 112 76 104 104 95 93 98 68 115 111 102 101 109 75 89 113
Score 0 53,7 65,0 68,1 82,9 25,0 54,8 71,4 84,1 93,7 101,7 12,8 24,5 30,8 45,8 59,5 33,7 47,9 62,0 74,0 85,8 96,3 107,6 120,2 127,0 133,9 140,3 145,0 31,6 51,2
Score 0,3 48,4 60,5 63,4 78,0 21,3 52,0 70,5 83,6 92,0 98,4 6,4 20,8 25,9 38,3 47,2 27,2 38,7 59,5 68,4 77,7 91,0 105,2 117,8 126,5 132,9 139,5 141,9 25,6 43,4
Score 1,2 44,7 57,5 61,7 75,4 22,8 57,2 71,2 82,8 94,3 103,4 6,6 17,8 21,6 38,5 52,4 15,9 37,0 51,3 62,4 77,1 88,6 104,8 120,2 125,5 132,3 138,9 142,4 21,6 45,4
58
LRA M5 LRA M6 LRA M7 LRA M8 RW3 M3
2012/2013 N0 2241 2157 2068 1457
N 0,3 144 146 115 71
N 1,2 94 110 121 48
Score 0 70,5 84,4 99,6 112,5 Nvt.
Score 0,3 64,0 79,8 94,0 106,7
Score 1,2 64,5 81,5 94,2 106,0
2013/2014 N0 N 0,3 2121 107 2206 134 2185 115 1361 59 658 39
N 1,2 98 99 110 77 *
Score 0 70,5 85,1 99,7 112,2 116,1
Score 0,3 64,8 80,0 94,2 107,0 99,1
Score 1,2 63,4 79,4 97,1 109,8 *
59
Bijlage 3 Respons en vaardigheidsscores leerlingen op scholen met en zonder vve Verklaring van de afkortingen in de tabellen: LTK = LOVS22 Taal voor Kleuters LRK = LOVS Rekenen voor Kleuters LDM = LOVS Drie-Minuten-Toets LBL = LOVS Begrijpend Lezen LWT = LOVS Woordenschat LSP = LOVS Spelling LRA = LOVS Rekenen-Wiskunde RW3 = LOVS Rekenen-Wiskunde 3.0 Toevoegingen M E Nummer
22
= = =
middenafname eindafname groep
LOVS: Het Leerling- en Onderwijs-Volg-Systeem van het Cito.
60
Respons en gemiddelde vaardigheidsscores Almeerse leerlingen op scholen zonder en met vve-aanbod toets
toetsmoment
2012/2013
2013/2014
Geen vve
vve
Nl
Geen vve
vve
Nl
N
mean
N
mean
mean
N
mean
N
mean
mean
LDM
M3
1642
24,0
744
23,0
19,5
1687
24,6
732
24,8
19,5
LRA
M3
1790
30,1
738
29,0
26,5
1164
31,8
485
28,6
32,4
LRK
M1
690
66,1
544
65,9
65,5
337
69,2
573
66,3
65,5
E1
1382
73,6
617
72,0
69,5
1214
73,9
670
72,4
69,5
M2
1621
81,5
731
80,9
80,5
1542
82,6
701
81,5
80,5
E2
1357
90,7
717
89,3
87
1177
91,9
714
90,3
87,5
LSP
M3
1787
106,9
739
107,2
107
1710
107,6
727
107,0
108,3
LTK
M1
665
51,9
488
49,1
48,5
374
55,7
581
50,8
48,5
E1
1349
57,9
615
57,3
55
1242
58,5
683
57,1
54,5
M2
1624
63,9
672
62,2
61,5
1542
64,7
702
63,6
61,5
E2
1378
72,2
707
68,9
66,5
1172
72,0
713
71,5
66,5
LWT
M3
1120
32,8
695
30,3
39,5
1136
33,7
683
30,1
39,5
RW3
M3
n.v.t.
475
114,8
246
114,3
116,5
61
Bijlage 4 Vve- scholen De tabel hieronder geeft een overzicht van de vve-scholen uit de respons, onderverdeeld naar stadsdeel. Informatie over het vve-aanbod van scholen is afkomstig uit de monitor Voor- en vroegschoolse educatie 2011/2013 (gemeente Almere, september 2013) Stadsdeel Almere Haven Almere Haven Almere Haven Almere Haven Almere Haven Almere Buiten Almere Buiten Almere Buiten Almere Buiten Almere Buiten Almere Buiten Almere Buiten Almere Poort Stad Oost excl Waterwijk Stad Oost excl Waterwijk Stad Oost excl Waterwijk Stad Oost excl Waterwijk Stad Oost excl Waterwijk Stad Oost excl Waterwijk Stad West incl Waterwijk Stad West incl Waterwijk Stad West incl Waterwijk Stad West incl Waterwijk Stad West incl Waterwijk Stad West incl Waterwijk Stad West incl Waterwijk
School De Polderhof Obs de Wierwinde Klaverweide IKC de Regenboog De Dubbeldekker PCB Het Kompas De Albatros OBS De Tjasker PCB De Buitenburcht 23 De Architect De Egelantier Het Kristal Europaschool Caleidoscoop Hasselbraam Brede school OBS De Zevensprong Het Meesterwerk De Compositie Het Palet Shri Ganeshaschool De Kameleon 24 De Argonaut (voorheen: de Waterhoek) Samenspel Noord (Flevoschool) Samenspel Midden (Waterlandschool) De Driemaster Al-Iman
23
De Architect heeft toetsgegevens van leerlingen op twee schoollocaties apart opgeleverd, en wordt daardoor in de respons als 2 schoollocaties geteld. 24
De Waterhoek bood op de peildatum van 1 oktober 2012 vve aan. De Waterhoek is in augustus 2013 samen met ’t Kopschip opgegaan in de Argonaut. Er wordt ervanuit gegaan de Argonaut in de nieuwe samenstelling vve blijft aanbieden.
62
Bijlage 5
Werkgroepleden monitor Almere
Erna Driessen (Stichting De Schoor) Riejet van Til (Almeerse Scholengroep) Erich van den Heuvel (Almeerse Scholengroep) Wilma Tjalsma (Prisma) Dick Hattenberg (SLA-PO) Arnica Derkink (Gemeente Almere, DSD) Linda van der Heijden (Gemeente Almere, DSD) Klaske Grimmerink (Gemeente Almere, O&S) Anne Kets (Gemeente Almere, O&S) Anne Luc van de Vegt (Oberon)
63