Alice in Wonderland Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen (5/6) 7/8 van het basisonderwijs
Inhoud Competenties Voorwoord Lesactiviteit Deur 1: Het symfonieorkest * Lesactiviteit Deur 2: Hoor je wie ik ben? * Lesactiviteit Deur 3: De wonderlijke klok Lesactiviteit Deur 4: De kleurrijke droom Lesactiviteit Deur 5: Ik zie, ik zie Lesactiviteit Deur 6: Sta stil! Lesactiviteit Deur 7: Afspraken * Reflectieactiviteiten Bijlagen
2 3 4 6 7 9 11 12 13 14 15
(De activiteiten met * zijn verplichte activiteiten)
Competenties Het lesmateriaal en de voorstelling gezien in het kader van de verschillende culturele competenties: Receptief vermogen: In het project staat het bezoek aan de muzikale voorstelling centraal, waardoor met name het receptief vermogen van leerlingen aangesproken wordt. In de voorbereidende lesactiviteiten worden leerlingen gevoelig gemaakt voor muzikale begrippen (activiteit 2) en worden de leerlingen uitgedaagd hun eigen gedachten en gevoelens te verwoorden.
Reflectief vermogen: In de reflectieactiviteiten worden suggesties gedaan om de ervaringen die de leerlingen hebben opgedaan in de voorstelling te verankeren. Een talige opdracht (recensie) stimuleert het verwoorden van die ervaringen, waar de drama-activiteit weer meer een beroep doet op de samenwerking en het overleg tussen de leerlingen om gezamenlijk de voorstelling te bespreken. Analyserend vermogen: In het voorbereidende lesmateriaal wordt getracht om het verhaal van Alice in Wonderland dichtbij de belevingswereld van de leerlingen te brengen door hen te confronteren met thema’s die hen ook bezighouden. Tevens doorzien ze de koppeling van muziek met toneel, kostuum, decor. In de voorstelling, maar ook in de drama-activiteit (activiteit 6)
pagina 2 van 20
Creërend vermogen: Binnen dit project is een duidelijke keuze gemaakt om een koppeling te maken van de voorstelling aan andere vakgebieden. Leerlingen worden gestimuleerd om hun creativiteit te ontplooien (activiteit 4, 5 en 6). Niet zozeer dus op muzikaal vlak, maar wel binnen de vakken taal, beeldende vorming en drama.
Voorwoord Voor u ligt de docentenhandleiding bij het begeleidende lesmateriaal voor de voorstelling Alice in Wonderland door de philharmonie zuidnederland. Met deze voorstelling willen we leerlingen uit de bovenbouw van het primair onderwijs in aanraking brengen met de klankkleuren van een groot symfonieorkest. Hiervoor is gekozen om muziek van de Engelse componist Edward Elgar centraal te stellen. Een Engelse componist bij een typisch Engels verhaal: Alice in Wonderland. De productie is overgenomen van De Filharmonie uit Antwerpen maar is speciaal voor de philharmonie zuidnederland bewerkt door regisseur Lise-Lott Kok in samenwerking met Laagland. Het begeleidende lesmateriaal is erop gericht dat de leerlingen de voorstelling die ze gaan zien kunnen koppelen aan hun eigen belevingswereld. Om dit te bereiken hebben we er bewust voor gekozen de lesactiviteiten inhoudelijk te koppelen aan verschillende vakken. Hiermee hopen we dat het ook voor u als leerkracht gemakkelijker wordt om de lesactiviteiten in uw lesrooster in te voegen. Het betreft daarom ook geen compleet uitgewerkte lessen, maar lesactiviteiten. De activiteiten gekenmerkt met een asterisk(*), zijn verplichte activiteiten om de leerlingen de voorstelling goed te kunnen laten volgen. Mocht u de voorstelling met een lagere groep bezoeken, dan adviseren wij ook het verhaal uit bijlage 2 te bespreken in de klas.
We wensen u veel plezier toe met het project Alice in Wonderland. Afdeling Educatie philharmonie zuidnederland
pagina 3 van 20
De philharmonie zuidnederland is het professionele symfonieorkest van de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland. Het orkest geeft abonnementsconcerten in de concertzalen van deze provincies. Maar ook buiten deze zalen en buiten de provincie is het orkest regelmatig te horen. Voor meer informatie over het orkest kunt u kijken op www.philharmoniezuidnederland.nl. Voor meer informatie over het symfonieorkest kunt u de site www.orkestkidsite.nl raadplegen. Informatie over een symfonieorkest vindt u ook in bijlage 1. Om u op het project voor te bereiden kunt u ook het eerste filmpje van het lesmateriaal over het orkest bekijken. Alle materialen (filmpjes en geluidsfragmenten) behorende bij dit project kunt u vinden op de website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaal-alice-in-wonderland/
Lesactiviteiten Deur 1: Het symfonieorkest * Doel van de activiteit: - De leerlingen krijgen een inleiding op het concertbezoek. - Aanwezige kennis ophalen over het symfonieorkest aan de hand van foto symfonieorkest en muziekfragment. - Leerlingen inzicht geven in de repetitievoorbereidingen van een orkest aan de hand van een filmpje. Benodigdheden: - Computer / digibord - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalalice-in-wonderland/ - Website: http://www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalrepetitiebezoek/ - Vellen A4 t.b.v. woordspin
Activiteit 1.1: Introductie concert De leerlingen krijgen een introductie op het concert Alice in Wonderland.
pagina 4 van 20
Beschrijving activiteit Bekijk de introductie door de website te openen. De leerlingen zien de naam philharmonie zuidnederland voorbij komen, de titel van de voorstelling, Alice en het gehaaste Konijn. Het filmpje eindigt met een ruimte met zeven deuren. Bespreek met de leerlingen wat ze gezien hebben. Wat herkennen ze? Hebben ze al eens van ‘Alice in Wonderland’ gehoord? Van het boek? Of een verfilming? Geef aan dat ze binnenkort naar een concert gaan waar het verhaal van Alice in Wonderland centraal staat
Activiteit 1.2: Het symfonieorkest De leerlingen gaan hun voorkennis over het symfonieorkest vastleggen in een woordspin. Beschrijving activiteit Klik op Deur 1. De leerlingen zien nu een foto van de philharmonie zuidnederland. Meer informatie over het orkest is te vinden in bijlage 1 of op de website ‘Repetitiebezoek’ (zie benodigdheden). Laat de leerlingen een woordspin maken rondom ‘Het symfonieorkest’. Daarbij kunnen zij denken aan soort muziek, muziekinstrumenten, muzieknoten, dirigent. Bespreek daarna klassikaal enkele woordspinnen. Misschien dat leerlingen elkaar nog op gedachten brengen om hun eigen woordspin aan te vullen. Laat tevens het geluidsfragment horen. Herkennen de leerlingen instrumenten die zij horen? Waar zitten deze in het symfonieorkest?
Activiteit 1.3: Informatie over het concert De leerlingen krijgen inzicht in de vorm van het schoolconcert ‘Alice in Wonderland’. Beschrijving activiteit Zoals in de inleiding al verteld, bezoeken de leerlingen binnenkort een concert van de philharmonie zuidnederland. Dit is echter geen gewoon concert. Wat bijzonder aan het concert is, zijn de twee acteurs die het verhaal van ‘Alice in Wonderland’ gaan vertellen en spelen. Dus er is niet alleen muziek te beluisteren, maar ook het verhaal wordt ook geacteerd. Daarnaast zijn er ook illustraties op een groot scherm, om Wonderland tot leven te brengen. Bedenk met de leerlingen hoe Wonderland uit zou kunnen zien als zij het mochten fantaseren? Hoe zien de bomen uit? Welke kleuren zou alles krijgen? Welke wezens lopen er rond?
De leerlingen krijgen inzicht in een repetitie en een concertuitvoering door philharmonie zuidnederland. Beschrijving activiteit Laat tot slot het filmpje zien dat op de website staat. Hierop zien de leerlingen de voorbereidingen voor een repetitie, de repetitie en een gedeelte van een uitvoering. Laat leerlingen daarna weer vertellen wat ze gezien en herkend hebben. Eventueel voor ideeën terugkijken in de woordspinnen uit activiteit 1.2. Deze kunnen misschien nog aangevuld worden naar aanleiding van het filmpje.
pagina 5 van 20
Activiteit 1.4: Filmpje ‘Geboorte van een concert’
Lesactiviteiten Deur 2: Hoor je wie ik ben? * Doel van de activiteit: - Leerlingen nemen kennis van de klankkleuren van het symfonieorkest. - Leerlingen nemen kennis van enkele personages uit het verhaal Alice in Wonderland. - Leerlingen kunnen personages in enkele woorden omschrijven aan de hand van een kort muziekfragment. - Leerlingen kunnen hun eigen mening verwoorden. Benodigdheden: - Computer / digibord - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalalice-in-wonderland/ - Bijlage 2: Samenvatting Alice in Wonderland - Werkblad 1 (Bijlage 3 of op de website)
Activiteit 2.1: De personages uit Alice in Wonderland Door middel van tekeningen maken de leerlingen kennis met enkele belangrijke personages uit de voorstelling Alice in Wonderland. Beschrijving activiteit Open weer de website en klik op Deur 2. Hierop staan zes personages uit het boek Alice in Wonderland. Herkennen de leerlingen enkele personages? Wie zou Alice zijn? Hebben de leerlingen al een beeld bij de personages? Over hun karakter? Misschien is het raadzaam om in het kort het verhaal van Alice in Wonderland te vertellen. Een korte versie (zoals het verhaal in de voorstelling zal zijn) is te vinden in Bijlage 2.
Activiteit 2.2: Klinkende personages
Beschrijving activiteit Op werkblad 1 staan de personages nogmaals afgebeeld. Leg uit dat de leerlingen nu een kort muziekfragment krijgen te horen. Laat hen goed luisteren naar de muziek en daarna (!) een aantal woorden opschrijven die bij dat personage horen. Het is belangrijk dat de leerlingen proberen karaktereigenschappen te benoemen en niet muzikale eigenschappen van het muziekfragment. Bijvoorbeeld: de muziek van de Rups is traag, zachtjes, maar het beeld uit dat de Rups bedachtzaam, wijs of mysterieus is. Bespreek eerst een personage klassikaal. Laat de leerlingen in de bespreking steeds nadenken over wat horen ze en wat zou dit kunnen betekenen.
pagina 6 van 20
De leerlingen beschrijven de personages uit het verhaal aan de hand van korte muziekfragmenten. Ze geven betekenis aan een muziekfragment.
Lesactiviteiten Deur 3: De wonderlijke klok Doel van de activiteit: - Leerlingen ontdekken dat in de wereld van Alice alles anders is. - Leerlingen kunnen een tijd omzetten in een binaire notatie. - Leerlingen kunnen de binaire klok lezen Benodigdheden: - Computer / digibord - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalalice-in-wonderland/ - Werkblad 2 (Bijlage 4 of op de website)
Activiteit 3.1: De vreemde klok (introductie) De leerlingen koppelen muziekfragmenten aan personages, waarbij ze gebruik maken van muzikale termen als dynamiek en tempo.
pagina 7 van 20
Beschrijving activiteit Leg aan de leerlingen uit dat in Wonderland alles anders is. De mensen en wezens zijn anders, de planten zijn anders, zelfs de tijd is anders. Het personage van het Konijn heeft altijd haast en is bang dat hij altijd te laat komt. Daarom is zijn zakhorloge ook heel belangrijk. Maar de klok is heel anders dan gewoonlijk. Hoe dit anders is, ontdekken we achter deur 3 op de website. Laat de leerlingen de eerste afbeelding achter deur 3 zien. Kunnen zij raden welke tijd hier staat? Hoe zouden we deze klok moeten lezen?
Activiteit 3.2: De vreemde klok (leren lezen) De leerlingen leren de binaire klok te lezen. Beschrijving activiteit De klok die ze zien heet een binaire klok. De bolletjes zijn allemaal lampjes die aan of uit zijn. Twee mogelijkheden, daarom heet het binair (bi = twee). Door te klikken op de pijl in de klok zien we dat de bolletjes ingedeeld zijn in drie vakken: uren, minuten en seconden. De onderste rij vertegenwoordigt de waarde ‘1’, de rij erboven ‘2’, daarboven ‘4’ en de bovenste rij ‘8’. Met deze vier cijfers of combinaties daarvan zijn alle getallen van 0 tot 9 te maken. Bijvoorbeeld: 3 = 1+2, 6 = 2+4 Laat de leerlingen op het werkblad 2 opdracht 1 maken door de genoteerde getallen op te schrijven in ‘gewone’ cijfers. Controleer deze daarna. Laat de leerlingen daarna opdracht 2 maken. Hierbij gaan ze een aantal tijden uitschrijven in gewone tijd. Controleer ook deze daarna.
Activiteit 3.3: De vreemde klok (leren schrijven) De leerlingen leren een tijd om te schrijven naar de binaire klok.
pagina 8 van 20
Beschrijving activiteit In opdracht 3 staan enkele ‘lege’ klokken. Onder de klokken staan tijden geschreven. Laat de leerlingen proberen deze tijden om te zetten in de binaire notatie. Controleer deze klassikaal. De laatste opdracht 4 is de mogelijkheid om zelf binaire tijden te noteren. Klasgenoten kunnen deze nu proberen te ontcijferen.
Lesactiviteiten Deur 4: De kleurrijke droom Doel van de activiteit: - Beeldend doel: de leerling kan een eigen personage uit Wonderland bedenken en vormgeven. - Technisch doel: de leerlingen kunnen een lijntekening maken in gedroogde dekverf met een ondergrond van wasco. Benodigdheden: - Stevig tekenpapier (ongeveer A5-formaat) per leerling - Wasco - Zwarte dekverf (anders plakkaatverf) - Prikpennen (of dikke paperclips) - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalalice-in-wonderland/ LET OP: Deze activiteit kan niet in één keer uitgevoerd worden, aangezien de verf moet drogen. Fase 1 en 2 kunnen achter elkaar (circa 45 minuten) en Fase 3 bijvoorbeeld een dag later (circa 30 minuten)
Activiteit 4.1: Inleiding Beschrijving activiteit De leerkracht introduceert de opdracht door te vertellen dat we een nieuw personage gaan bedenken voor Wonderland. In lesactiviteit 1 hebben de leerlingen al eens nagedacht over hun eigen ‘Wonderland’. Haal nog enkele leuke ideeën naar voren. De daadwerkelijke uitwerking van hun eigen personage zullen ze pas in de derde fase hoeven te tekenen.
Beschrijving activiteit De eerste fase betreft het kleuren van het tekenvel met wasco. Op de website achter deur 4 staan de afbeeldingen ook nog ter ondersteuning van de instructie. De leerlingen dienen een aantal instructies goed op te volgen: - Het hele vel moet gekleurd zijn. Er mag geen wit meer te zien zijn. Op het papier pakt namelijk de verf en kan niet gekrast worden. - Gebruik alleen bonte kleuren, zodat deze goed uitkomen bij het krassen. Zwart zal niet te zien zijn. - Maak de gekleurde vlakjes niet te groot (ongeveer 22 cm). Dan is het effect na afloop het beste.
pagina 9 van 20
Activiteit 4.2: Fase 1
Activiteit 4.3: Fase 2 Beschrijving activiteit De tweede fase kan direct achter de eerste fase uitgevoerd worden. Zodra het vel helemaal bont gekleurd is met wasco kan het vel overschilderd worden met zwarte dekverf (anders plakkaatverf). Let op dat de leerlingen vooraf de naam duidelijk op de achterkant zetten, anders zijn ze niet meer te onderscheiden! Let erop dat het hele vel goed zwart geverfd is. Er mag geen kleur meer doorschijnen, maar het moet ook niet te dik, anders gaat de verf bladeren bij het krassen.
Activiteit 4.4: Fase 3
Wij, als Afdeling Educatie zouden het heel leuk vinden om enkele resultaten van de verhalen, tekeningen of de collages te ontvangen. Stuur daarom een kopie, scan of foto naar:
[email protected].
pagina 10 van 20
Beschrijving activiteit Wanneer de verf gedroogd is kunnen de leerlingen met prikpennen of een ander puntig voorwerp (bijvoorbeeld een dikke paperclip) in de verf krassen. De opdracht is dus dat de leerlingen een nieuw personage bedenken voor in Wonderland. Ze moeten dus kunnen laten zien wat er vreemd of anders is aan hun personage.
Lesactiviteiten Deur 5: Ik zie, ik zie Doel van de activiteit: - De leerlingen kunnen bijvoeglijke naamwoorden herkennen en toepassen. - De leerlingen ervaren dat het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden een beschrijving, tekst of verhaal duidelijker maakt. Benodigdheden: - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalalice-in-wonderland/ - Schrijfpapier (bijvoorbeeld taalschrift of klapperblaadjes) - Schrijfmateriaal per leerling
Activiteit 5.1: Beschrijf wat je ziet Beschrijving activiteit Open op de website deur 5. Hierop zien de leerlingen twee personages: de Getikte Hoedenmaker en de Hartenkoningin. De leerlingen krijgen de opdracht op één van de twee personages zo duidelijk mogelijk te omschrijven. Zo duidelijk, dat iemand die de afbeelding niet kan zien, toch heel goed weet wat de ander ziet. Bespreek na afloop enkele voorbeelden. Let daarbij met name op de details. Wie heeft de meest gedetailleerde omschrijving gegeven. Kunnen de leerlingen benoemen door welke woorden de beschrijving duidelijker wordt? Met name het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden zorgt hiervoor. Bijvoorbeeld: Een bloem Een rode bloem Een kleine, rode bloem Een kleine, rode bloem met een groene steel Een kleine, rode bloem met een groene steel en drie gekartelde blaadjes…
Beschrijving activiteit De leerlingen gaan nu zelf een stukje schrijven. Dit mag een klein verhaaltje zijn dat afspeelt in hun eigen ‘wonderland’. Wat kun je er zien? Horen? Voelen? Wat gebeurt er? En laat de leerlingen bewust zijn van het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in hun verhaal. Laat enkele resultaten voorlezen aan de klas. Wie heeft de meest fantasierijke wonderwereld omschreven?
pagina 11 van 20
Activiteit 5.2: Beschrijf wat je niet ziet
Lesactiviteiten Deur 6: Sta stil! Doel van de activiteit: - De leerlingen leren dat bij het concert niet alleen muziek te zien zal zijn, maar ook twee acteurs die alle rollen zullen spelen. - De leerlingen kunnen een bekend verhaal (sprookje) verdelen in vijf sleutelscènes - De leerlingen kunnen deze sleutelscènes uitbeelden in een tableau vivant. - De leerlingen kunnen het hele verhaal uitvoeren. - De leerlingen leren samen te werken aan een eindpresentatie. Benodigdheden: - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalalice-in-wonderland/ - Eventueel rekwisieten.
Activiteit 6.1: De hoofdscènes De leerlingen leren een bekend verhaal of sprookje te verdelen in de vijf belangrijkste scènes. Beschrijving activiteit De leerlingen worden verdeeld in gelijke groepen van ongeveer 6 personen. Geef hen de taak om een bekend verhaal te kiezen (bijvoorbeeld een sprookje). Laat hen opschrijven welke personages in het verhaal belangrijk zijn. Daarna moeten ze proberen vijf hoofd- of sleutelscènes te benoemen uit het verhaal. Die vijf scènes zouden samen het verhaal moeten kunnen vertellen.
Beschrijving activiteit Laat de groepjes de rollen verdelen. Eén leerling mag daarbij verteller/regisseur blijven. De opdracht die ze krijgen is het uitbeelden van die vijf sleutelscènes als tableau vivant. Vergelijk het met een standbeeld. Het eerste beeld in bijvoorbeeld Hans en Grietje zou kunnen zijn dat het arme gezin van vader, moeder en Hans en Grietje in een huisje zitten. Ze moeten proberen die vijf scènes achter elkaar te plaatsen. Deze kunnen dan gepresenteerd worden aan de andere groepen. Deze zouden kunnen raden welk verhaal/sprookje uitgebeeld wordt. Een andere optie is dat de verteller het verhaal voordraagt en dat de beelden tussendoor veranderen. Als toevoeging op de tableaus staan op de website achter deur 6 ook een aantal geluidsfragmenten. Zij geven allemaal een eigen sfeer weer. Welk geluidsfragment past het beste bij het tableau? Laat dit horen. Een extra activiteit zou kunnen zijn door het hele verhaal, vanuit die ‘standbeelden’, helemaal uit te beelden en er dus een toneelstuk van te maken. De leukste toneelstukjes zouden dan voorgedragen kunnen worden aan lagere groepen. Het gebruik van rekwisieten is dan een leuke aanvulling!
pagina 12 van 20
Activiteit 6.2: Uitbeelden
Lesactiviteiten Deur 7: Afspraken * Doel van de activiteit: - De leerlingen nemen kennis van enkele afspraken die gelden voor een concertbezoek. Benodigdheden: - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaalalice-in-wonderland/
Activiteit 7.1: Afspraken concertbezoek Beschrijving activiteit Om de voorstelling goed te laten verlopen is het belangrijk dat een aantal theater-/concertregels nageleefd worden. Achter het laatste deurtje staan deze opgesomd. Het is belangrijk deze met de leerlingen door te nemen. En eventueel kort voor het vertrek naar de zaal ze nogmaals te herhalen.
pagina 13 van 20
Let op: Mocht uw school gebruik maken van oudervervoer, dan dient dit aan ons te zijn doorgegeven. De rijouders mogen vanzelfsprekend ook de voorstelling bijwonen, maar zij krijgen dan in de concertzaal een eigen plek aangewezen. Leerkrachten en eventueel stagiaires mogen wel bij de leerlingen plaatsnemen.
Reflectieactiviteiten Doel van de activiteit: - De leerlingen kunnen hun mening verwoorden over de voorstelling - De leerlingen kunnen een eigen samenvatting van de voorstelling geven Benodigdheden: - Schrijfmaterialen (papier, pen) of verwerking aan de computer
Reflectieactiviteit 1: Schrijf een recensie Beschrijving activiteit Vaak wordt een klassiek concert of een popconcert beoordeeld door journalisten van een krant of voor een website. Zij schrijven dan een stukje waarin ze een beeld geven van de voorstelling (wat was er te zien en te horen), maar ze geven daarin ook een beoordeling. Ze schrijven wat zij van de voorstelling vonden. Dit mogen de leerlingen ook in deze reflectieopdracht doen. Enkele tips: - Laat de leerlingen goed nadenken wat ze willen vertellen - Laat de leerlingen letten op spelfouten - Laat de leerlingen letten op goedlopende zinnen. - Laat leerlingen elkaars stukje lezen en elkaar tips geven voor verbetering (redactie-werk) Tip: Als philharmonie zuidnederland zouden wij het leuk vinden enkele van deze recensies te ontvangen. U kunt enkele kritische, leuke, positieve recensies aan ons toesturen via de mail naar
[email protected]
Beschrijving activiteit Misschien heeft u in de voorbereiding op het concert de activiteit achter deur 6 gedaan waarbij de leerlingen in een aantal tableaus een sprookje uitgebeeld hebben. Na afloop van de voorstelling is het een leuke activiteit om het verhaal van Alice in 5 tableaus samen te vatten en uit te beelden. - Laat de leerlingen samen bespreken welke vijf momenten in het verhaal het belangrijkste waren. - Verdeel de rollen over een aantal leerlingen - Laat de leerlingen bedenken hoe ze moeten staan. - Laat de vijf tableaus uitbeelden. De andere leerlingen geven feedback op de ‘standbeelden’. - Kies uit de muziekfragmenten achter deur 6 op de website, welk muziekfragment het beste past bij de sfeer van de scène. Bespreek ook waarom dit zo is. Hoe komt dat?
pagina 14 van 20
Reflectieactiviteit 2: Spel Alice nu zelf
Bijlagen: Het Symfonieorkest Samenvatting Alice in Wonderland Werkblad 1 Werkblad 2
pagina 15 van 20
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Bijlage 1 – Het symfonieorkest
Aan deze voorstelling werken mee: Regie Lise-Lott Kok Vormgeving Jorine van Beek Illustraties Tom l’Istelle Alice Agnes Bergmeijer Verteller Maarten Hutten Techniek/geluid Sebastian Meijer
pagina 16 van 20
Het symfonieorkest bestaat uit verschillende soorten instrumenten: strijkinstrumenten, houtblazers, koperblazers en slagwerk. Dat is dus anders dan b.v. een harmonieorkest waarin alleen hout- en koperblazers en slagwerk zitten. Al die instrumenten uit het symfonieorkest klinken anders omdat op een andere manier de toon op het instrument wordt gemaakt. Zo klinkt een toon die wordt gespeeld op een fluit heel anders dan een toon van dezelfde toonhoogte gespeeld op bijvoorbeeld een viool of een hobo. Behalve een eigen klankkleur heeft een instrument ook een eigen toonbereik. Sommige instrumenten spelen alleen hoge tonen, andere juist lage, weer andere zitten daar tussenin. Toonbereik en toonkleur zijn bepalend geweest voor de ontwikkeling van het orkest. Er was immers behoefte aan zoveel mogelijk kleuren en toonhoogten. Geleidelijk aan kwam in de geschiedenis een combinatie tot stand van drie groepen: strijkinstrumenten, blaasinstrumenten en slaginstrumenten. Deze instrumenten vormden het symfonieorkest. Strijkinstrumenten worden aangestreken met een strijkstok. Door dat strijken worden de snaren in trilling gebracht. Hoe dunner en strakker de snaar en hoe kleiner de klankkast van het instrument, des te hoger de toon. Er bestaat er een hele familie van strijkinstrumenten: de viool, de altviool, de cello en de contrabas. De viool is het hoogste, de contrabas de laagste. Blaasinstrumenten bestaan uit een buis met daarin een luchtkolom. Sommige blaasinstrumenten zijn van hout en andere van koper. De houten blaasinstrumenten zijn de fluit, hobo, klarinet en fagot. De koperen blaasinstrumenten bestaan uit een opgerolde metalen buis die uitloopt in een wijde beker. Met ventielen of verschuifbare buizen kan de luchtkolom korter of langer worden gemaakt, waardoor de toonhoogte verandert. Tot deze groep behoren de hoorn, trompet, trombone en tuba. De laatste groep, de slaginstrumenten, zorgen voornamelijk voor het ritme in de muziek, als ook voor de versterking van andere instrumenten. Onder deze groep nemen de pauken de voornaamste plaats in.
Houten blaasinstrumenten
Voorbeelden Viool, altviool, cello, contrabas Fluit, hobo, klarinet, fagot
Instrumentengroep Koperen blaasinstrumenten
Voorbeelden Hoorn, trompet Trombone, tuba
slaginstrumenten
Pauken, kleine trom, grote trom, bekkens
pagina 17 van 20
Instrumentengroep Snaar instrumenten
Bijlage 2: Samenvatting ‘Alice in Wonderland’ Het verhaal van ‘Alice in Wonderland’ is geschreven door Lewis Caroll in 1865. Het boek is veelvuldig verfilmd en bewerkt tot theatervoorstellingen. Voor de versie van de philharmonie zuidnederland is de voorstelling van De Filharmonie Antwerpen als uitgangspunt genomen. Regisseur Lise-Lott Kok bewerkte het verhaal naar de uiteindelijke versie. Deze wijkt op een aantal punten af van het origineel van Caroll. Om de voorstelling beter te kunnen volgen is het voor lagere groepen, of groepen uit het speciaal onderwijs raadzaam de onderstaande samenvatting in de klas te bespreken. Alice in Wonderland Een meisje, Lotte, leest nog stiekem in bed. Haar vader roept dat ze moet gaan slapen, maar het verhaal is veel te spannend. Toch valt ze in slaap, maar ze wordt wakker gemaakt door een wonderlijke jongen. Hij noemt haar Alice en vraagt of ze mee gaat. Al vertelt hij niet waar naar toe. Dan wordt ze afgeleid door een pratend konijn. Ze rent achter het Konijn aan, maar hij is haar te snel af. In de achtervolging valt ze in een hol in de grond. Ze ziet een deurtje, maar ze is veel te groot om door het een deurtje te kunnen. Ze drinkt een flesje leeg waardoor ze krimpt. Eenmaal door het deurtje, ontmoet ze het konijn weer. Het konijn is in paniek, bang dat hij te laat komt bij de Koningin. En hij is de handschoenen kwijt en kan zo echt niet naar de koningin. Lotte/Alice besluit het konijn te helpen door naar zijn huisje te gaan en mee te helpen met zoeken. Daar drinkt ze echter weer van een klein flesje, waardoor ze weer groeit. Lotte/Alice is vertwijfeld. Ze wil weer normaal zijn, naar huis. Ze krijgt advies van een Blauwe Rups.
Het is uiteindelijk weer de Wonderlijke jongen die haar op het laatste stukje naar het kasteel begeleidt. Daar ontmoet zij de boosaardige Hartenkoningin. En op het moment dat zij dreigt Alice het hoofd af te hakken… wordt Lotte wakker in haar eigen bed.
pagina 18 van 20
De Wonderlijke jongen verschijnt weer om haar op weg te helpen. Misschien dat de Koningin haar kan helpen de weg naar huis terug te vinden. Bij de jongen voelt ze zich veilig. Als hij haar wil helpen, dan durft ze wel naar de koningin te gaan. Ze zoekt de weg verder en onderweg ontmoet zij enkele wonderlijke figuren als de Lakei van de Koningin die haar uitnodigt op het kasteel, de Cheshire Kat en de Getikte Hoedenmaker.
pagina 19 van 20
Bijlage 3: Werkblad 1
pagina 20 van 20
Bijlage 4: Werkblad 2