Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB)
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Grondbeleid / 1032 Openbare besluitenlijst 18 december 2007
Collegevergadering
Portefeuillehouder
no 47
H. Kunst Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Aanwezig: De gemeente heeft groot maatschappelijk belang bij het stimuleren van OB10, Paul Matthieu, 9299 de GraafDe gemeente stelt zich op als Voorzitter TAB in het Waalfront en de Th. Waalsprong. Datum ambtelijk voorstel P. Depla, H. van sr., L. Scholten, Wethouders strategisch partner van de initiatief-nemers c.q.Hooft ondernemers en werkt H. Kunst, 6 december 2012 P. Lucassen, van der Meer in co-creatie aan de randvoorwaarden voorJ.haalbaarheid van tijdelijke Registratienummer P. Eringa Gemeentesecretaris bestemmingen. 12.0021390 Dat vraagt om een initiërende faciliterende houding en rol van de A. én Kuil Communicatie gemeente. ruimte te maken in beleid en M. door Sofovic Verslag Dat kan met name regelgeving, opdat een interessante mix van functies en activiteiten een tijdelijke bestemming oplevert die de leefbaarheid in het gebied garandeert en een impuls geeft aan de definitieve inrichting.
Ter besluitvorming door het college
Aldus van vastgesteld in de vergadering van: 1. Vast te stellen van de aanpak Tijdelijk Anders Bestemmen voor de gebieden Waalsprong, Waalfront en Ruimte voor de Rivier 2. Opdracht geven voor het uitwerken van een stappenplan door het ambtelijke kernteam voor implementatie van TAB binnen de gemeente Nijmegen Leidinggevende 3. Brief inzake tijdelijke ontwikkelingen aan de raad vast te stellen De voorzitter,
Paraaf
Datum
akkoord
W. van Hees, OB00 De secretaris,
Programmamanager W. van Hees
Programmadirecteur P. Steijn
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Paraaf
Besluit B&W d.d. 18 december 2012 nummer: 3.3 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Datum
akkoord
1
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Collegevoorstel.doc
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
De gebiedsontwikkelingen van de Waalfront en Waalsprong zijn ambitieus en complex. Het gaat om een gebiedstransformatie van respectievelijk industrieel en agrarisch gebied naar een hoogwaardig woonmilieu aangevuld met voorzieningen. De benodigde gronden en gebouwen zijn inmiddels voor een groot deel aangekocht. Zoals bekend is door de economische crisis de realiteit van de woningbouwplanning in relatief korte tijd abrupt veranderd. De aanpak van beide gebiedsontwikkelingen van vóór de crisis kenmerken zich als grootschalige ‘blauwdrukachtige’ plannen en ambities, gedreven door een aanbod-gestuurde markt. Deze manier van realisatie, gekenmerkt door ‘de kosten gaan voor de baten’, was lange tijd een zekerheid. Gronden werden aangekocht, bouwrijp gemaakt, verkocht aan ontwikkelaars en deze bouwden woningen, die vervolgens werden verhuurd of verkocht. Ondanks grootschalige voorinvesteringen en lange terugverdientijden was deze aanpak “winstgevend” voor zowel publiek als privaat. Momenteel wordt gestuurd op meer organische gebiedsontwikkeling die zich kenmerkt door stapsgewijze, kleinschalige transformatie m.b.v. een globaal masterplan en een lange tijdshorizon. Hoewel deze vorm van gebiedsontwikkeling kansen biedt om gebieden door de crisis heen te helpen, zijn er nu ook gronden en gebouwen waar de nieuwe definitieve invulling nog zeker enige jaren op zich laat wachten of mogelijk zelfs deels niet zullen worden gerealiseerd. Echte zekerheden en garanties voor de lange termijn zijn er daardoor nauwelijks meer. Wat wel een zekerheid is, is dat een substantieel deel van de gronden en gebouwen beschikbaar zijn voor hergebruik in de periode van aankoop tot herbestemming. Een periode die in sommige gevallen zo maar 10 jaar kan beslaan en om verschillende motieven (zoals leefbaarheid) te lang duurt om de betreffende gebouwen en gronden ‘links te laten liggen’ en er een ‘hek omheen’ te zetten. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om de “tussentijd” te benutten als kans om de naamsbekendheid van de betreffende locatie te vergroten (het zgn. place-making), bewoners meer te betrekken bij hun directe leefomgeving en/of ruimte te bieden aan creatieve functies. Maar ook tevens een kans om de financiële lasten (waaronder beheerskosten) van de verlengde exploitatieduur van de beide gebiedsopgaven te ondersteunen. Transitie & tijdelijkheid Deze ontwikkeling vraagt naast de meer organische aanpak gericht op een gewenst eindbeeld ook om een expliciete sturing op de tussentijd: de mogelijkheid om door middel van tijdelijke functies zowel inhoudelijk als financieel een bijdrage te leveren aan de gebiedsontwikkeling. Het vraagt om sturing op de huidige én tijdelijke exploitatie van het gebied, als op het beoogde gebruik in de uiteindelijke exploitatiefase. Zo wordt gestimuleerd dat afwegingen worden gemaakt op basis van levensduur denken en toekomstwaarde. Dit vervangt de kern van de oude werkwijze, die was ingericht op het realiseren van eenmalige financiële rendementen. De nieuwe werkwijze hanteert verdienmodellen waar grondvastgoedontwikkeling is gekoppeld aan het gebruik en de stromen die nodig zijn voor dat gebruik (o.a. energie en mobiliteit). Dit gegeven is in de gebiedsopgaven voor Waalfront en Waalsprong onderkend. Al weer enige tijd worden daar en in het project Ruimte voor de Rivier ideeën ontwikkeld om een tijdelijke invulling te geven aan door de gemeente i.c. OB Waalfront of GEM Waalsprong verworven panden en gronden. In de afgelopen periode hebben diverse initiatiefnemers plannen ontwikkeld voor tijdelijke initiatieven en place-making. Vooralsnog zijn al de initiatieven individueel georiënteerd, niet op samenhang gericht en zeer divers.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
Heel praktisch blijkt dat op dit moment de diverse initiatieven aanlopen tegen dezelfde type vraagstukken, zoals: - Instrumentaria van toetsing en de vraag hoe om te gaan met openbare orde en veiligheid en handhaving in het algemeen (en verrekening van ambtelijke kosten); - Vigerende beleidskaders spreken zich niet of nauwelijks uit over tijdelijke initiatieven. - Tijdelijke initiatieven zijn nog niet geraamd in de exploitaties (kosten/opbrengsten); - Het selecteren van de meest renderende initiatieven (aanbesteden?); - Het positioneren van de initiatieven in het kader van gebiedspromotie en/of als kans om burgers van Nijmegen ‘eigenaar’ te laten zijn van hun stad. Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB) TAB is landelijk het begrip geworden waaraan in de gebiedsontwikkeling uitvoering wordt gegeven aan transitie & tijdelijkheid. Uit alle ervaring tot nu toe in het land blijkt dat TAB vraagt om een verandering in houding en gedrag van gemeenten en hun huidige partners. De gemeente Nijmegen is aandeelhouder van het OB Waalfront en de GEM Waalsprong en heeft groot maatschappelijk en financieel belang bij het stimuleren van TAB in deze gebiedsontwikkelingen. De gemeente is tevens verantwoordelijk voor de vergunning verlening en handhaving bij tijdelijk bestemmen van het gebied. Dat vraagt om een initiërende én faciliterende houding en rol van bestuur en ambtelijke organisatie. Dat kan met name door ruimte te maken in beleid en regelgeving, opdat een interessante mix van functies en activiteiten een tijdelijke bestemming oplevert die de leefbaarheid in het gebied garandeert en een impuls geeft aan de definitieve inrichting. Dat vraagt van de gemeente ook om krachtige maatregelen waaronder het gedeeltelijk ‘schrappen’ of niet van toepassing verklaren van staand beleid dat tijdelijke bestemmingen in de weg staat. De gemeente stelt zich op als strategisch partner van de initiatiefnemers c.q. ondernemers en werkt in co-creatie aan de randvoorwaarden voor haalbaarheid van tijdelijke bestemmingen. De aandeelhouders van de OB Waalfront en de GEM Waalsprong kunnen met (bescheiden) voorinvestering in de openbare ruimte het gebied toegankelijk maken voor tijdelijk gebruik. De vraag die voorligt, is hoe op een verantwoorde manier (financieel en planologische) ruimte kan worden geboden aan tijdelijke initiatieven. Het is noodzakelijk scherpe voorwaarden te stellen aan het tijdelijk gebruiken van gronden. Dit geldt onder andere voor de duur, gebruik, inrichting, en de wijze waarop de ruimte na het tijdelijk benutten weer wordt teruggegeven. Dit heeft ook te maken met draagvlak vanuit de omgeving voor beëindiging van de (tijdelijke) activiteit. Alsdan kan door middel van TAB een bijdrage worden geleverd aan de maatschappelijke en financiële waardecreatie in de betreffende gebiedsopgave. Waardecreatie ontstaat door ondernemerschap en bewonersparticipatie in het gebied toe te laten. Daarmee worden gebouwen en delen van het gebied toegankelijk gemaakt voor gebruikers en bezoekers. Zo ontstaat een tijdelijk markant gebied voor ondernemers, bewoners en bezoekers met activiteiten gericht op publiek. Waardecreatie ontstaat tevens door de bezoekers en ondernemers in het gebied te beschouwen als potentiële toekomstige bewoners en gebruikers. Met het introduceren van tijdelijke bestemmingen in het gebied wordt maatschappelijke betrokkenheid gecreëerd bij de ontwikkeling van de betreffende gebiedsopgave, in dit verband Waalfront, Waalsprong en Ruimte voor de Rivier.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
2
Juridische aspecten
Door de wetgever wordt tijdelijk gebruik vooral als een probleem van laagwaardigheid en gebrek aan kwaliteit gezien, dat zoveel mogelijk beperkt moet worden. Tevens ontstaat een gebrek aan rechtszekerheid voor de burger. Binnen een juridisch kader waarin tijdelijkheid mogelijk is en als oplossing gestimuleerd wordt, is vervolgens nog een scala aan privaatrechtelijke afspraken nodig. De opgave ligt dus voor om naast het vigerende beleidskader een ‘gedoogbeleid’ te formuleren, dat enerzijds de tijdelijkheid faciliteert, terwijl de belangrijkste maatschappelijke risico’s worden beheerst.
3
Doelstelling
De gemeente Nijmegen wil de kansen die transitie & tijdelijkheid in de uitvoering van de complexe gebiedsopgaven biedt voor Nijmegen benutten. Ze wil werken aan maatschappelijke en financiële waardecreatie door met tijdelijke bestemmingen het gebied en enkele gebouwen open te stellen, ook als deze strijdig zijn met het vigerende planologisch juridische beleidskader en mogelijk een ‘gedoogbeleid’ van toepassing is. TAB is hiermee onderdeel van een ontwikkelingsstrategie gericht op waardecreatie.
4
Argumenten
Ruimtelijke ontwikkeling is de afgelopen jaren veranderd van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte markt. In de planologie wordt in deze context gesproken van de transitie van toelatings-, via ontwikkelings- naar uitnodigingsplanologie. Het gaat niet alleen meer om het aanbod, maar om een set aan condities waarin (nieuwe) partijen ruimte krijgen om te ontwikkelen. Om vraaggericht te kunnen ontwikkelen moet je weten wat de gebruiker wil, wie de gebruiker is en hoe je dit op een slimme manier kan vertalen in een strategie. Tijdelijke initiatieven kunnen als volgt bijdragen: Functie van place-making (ondernemerschap. horeca, kunstcentrum, evenementen & andere publiektrekkers); Maatschappelijke functies (nuttige herbestemming van de beschikbare grond; zonnepanelen, studentenhuisvesting, stadslandbouw, moestuinen, speelplekken etc); Dekking (deel van) doorlopende kosten (door – exploitatie bestaande gebouwen). Voordelen van tijdelijk bestemmen zijn: geleidelijke waarde creatie, maatschappelijke acceptatie en langere termijn betrokkenheid bij gebiedsontwikkelingen; vergroten van de leefbaarheid gedurende de transformatie en gebiedsontwikkeling van onderop met mogelijke introductie van bewonersparticipatie en particulier- en collectief opdrachtgeverschap; creatief ondernemerschap naar het gebied halen, dat is ook aantrekkelijkheid voor investeerders c.q. afnemers van woningen en vastgoed. Nu we constateren dat TAB een bijdrage kan leveren aan de maatschappelijk en financiële waardecreatie van de gebiedsopgaven ligt de vraag voor hoe daar in Nijmegen de benodigde randvoorwaarden voor te creëren? Het is daarom gewenst een nieuwe aanpak TAB te introduceren. Een aanpak waardoor aan initiatiefnemers de mogelijkheid wordt geboden om met behulp van tijdelijke functies samen met de gemeente in co-creatie toe te werken naar kansrijke ontwikkelingen voor het gebied.
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
De volgende stappen zijn proefondervindelijk in een aantal grote gemeenten in de Randstad uitgewerkt om tot een goede implementatie van TAB te komen, te weten: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
(Ruimtelijke) randvoorwaarden vastleggen; Initiëren en selecteren van ideeën; Zicht op financiën; Draagvlak creëren; Juridisch planologisch regime; Uitvoering en beheer.
De inzet is in om juni 2013 de bestuurlijke besluitvorming over TAB (inclusief regelgeving ca.) af te ronden. Ad 1: Oprichten kernteam TAB Ieder tijdelijk initiatief of tijdelijk project is uiteindelijk maatwerk, maar uit de praktijk die inmiddels in andere gemeenten reeds is opgedaan, blijkt dat een aantal onderwerpen standaard terug komt. De manier van omgang per casus is telkens op een andere manier afhankelijk van de context van de opgave en de keuzes die gemaakt zijn. Het is wenselijk een stappenplan op te stellen door een kernteam vanuit relevante (vergunningverlenende en handhavende) beleidsvelden binnen de gemeente. Dit multidisciplinaire kernteam zal uiteindelijk ook met de definitieve voorstellen komen, hoe om te gaan met TAB in de gemeente Nijmegen. In het team zijn de volgende disciplines vertegenwoordigd: planologie, openbare orde & veiligheid, toetsing & handhaving, economische zaken, mobiliteit, cultuur, wijkmanagement en gebiedsontwikkeling Waalfront, Waalsprong en Ruimte voor de Rivier. Thans wordt door het kernteam TAB i.o. uitvoering gegeven aan stap 1. Dit Collegevoorstel is daar de eerste uitkomst van. Bovendien heeft deze stap er toe geleid tot het voorstel om zo spoedig mogelijk over te gaan tot het opstellen van een transitiekaart en het organiseren van de ‘dag van de Honig’. Opstellen transitiekaart Voor het vervolg is het wenselijk een interactieve kaart te ontwikkelen met beschikbare kavels en gebouwen. Deze kaart geeft onder meer inzicht in de locaties, omvang, ondergrond en beschikbaarheid van braakliggende terreinen. De terreinen zijn ingedeeld in verschillende categorieën van beschikbaarheid voor tijdelijk gebruik en vermeld zal moeten worden wie de huidig en toekomstige eigenaar is, wat de technische staat is en wat er gebeurt in de omgeving van het kavel/gebouw. Bewoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers met goede initiatieven voor een tijdelijke invulling kunnen contact opnemen. Het wordt een kaart die drempelverlagend werkt voor initiatiefnemers. Het streven is erop gericht de kaart uiterlijk in januari 2013 beschikbaar te hebben. Duidelijk is al wel dat in het Waalfront voornamelijk gebouwen inzetbaar zullen zijn voor tijdelijke initiatieven, daar waar in de Waalsprong en Ruimte voor de rivier veel meer de inzet van openbare ruimte het accent zal krijgen. Ad 2: In het Waalfront bieden de gebouwen van het Honigcomplex die in mei 2013 vrijkomen kansen voor tijdelijk herbestemmen. Dit complex is de afgelopen decennia bepalend geweest voor het gebied dat grenst aan de binnenstad. Het is dan ook zeer aantrekkelijk om (een deel van) de gebouwen voorlopig in de transitiefase van industrie- naar woongebied te laten staan en open te stellen voor publiek, voor gebruikers en bezoekers.
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
‘Dag van de Honig’ In de Nijmeegse samenleving hebben vooruitlopend op de aanpak van TAB door de gemeente inmiddels diverse partijen en individuen zich gemeld met opties en suggesties voor tijdelijke invulling van de vrij komende Honig fabrieken. Ook door de fracties van Groen Links en Nijmegen Nu zijn in dit kader schriftelijke vragen gesteld. In het verlengde hiervan wordt daarom het voorstel gedaan om op 25 januari 2012 de ‘dag van de Honig’ te organiseren. Een werkconferentie waarin naast een rondleiding op en in het fabriekscomplex een creatieve sessie wordt gehouden voor de raad en alle andere belangstellenden om – na schriftelijke voor aanmelding - samen met ons na te gaan hoe dit complex een bijdrage kan leveren aan de eerder gememoreerde maatschappelijke en financiële waardecreatie voor het Waalfront. De uitvoering van deze dag zal in nauwe samenwerking plaatsvinden tussen studenten van de HAN, het Ontwikkelingsbedrijf Waalfront, de Stichting Smeerolie, de Klankbordgroep Waalfront van de wijkvereniging Waterkwartier en de gemeente. Op deze werkconferentie zal ook de nieuwe transitiekaart worden gepresenteerd. Ad 3 + 4: Eén van de beoogde uitkomsten van de werkconferentie van 25 januari 2013 is het doen van voorstellen voor de vervolgstappen (3) en (4) van TAB. Alsdan zal ook na worden gedaan of een soortgelijke creatieve werksessie ook gewenst is voor het Waalfront en/of het project Ruimte voor de Rivier. Ad 5: Parallel aan de creatieve werksessie(s) zal ook het planologisch juridisch instrumentarium op orde moeten worden gebracht (al dan niet in combinatie met een ‘gedoogbeleid’ op het gebied van handhaving en toetsing). Het kernteam TAB zal voorstellen naar College en Raad doen hoe hiermee om te gaan. Inmiddels is al wel duidelijk dat de ‘ondergrens’ van de minimalisering van wet- en regelgeving ligt bij het ten minste handhaven van de openbare orde en de zorg voor de veiligheid op groepsniveau.
5
Klimaat
Tijdelijke initiatieven kunnen positief bijdragen aan duurzame energieopwek. In het Waalfront bijvoorbeeld kan het zo zijn dat tijdelijke initiatieven vooruitlopend op de definitieve bestemming eerder tot investeringen zal leiden in de aanleg van warmte-infrastructuur.
6
Financiën
Financiële voorwaarden TAB Tijdelijk bestemmen van de gebouwen brengt ook kosten met zich mee: investeringen in veiligheid en toegankelijkheid, en beheerskosten. Dat betekent dat de tijdelijke activiteiten een publiekstrekkende werking moeten hebben en een bijdrage moeten leveren aan de kosten voor het openstellen van de gebouwen. Na een periode van 5 tot 10 jaar worden de gebouwen gesloopt en zal een deel van de tijdelijke ondernemingen en andere tijdelijke activiteiten weer verdwijnen. Of ze zijn in staat te investeren in een plek binnen de definitieve invulling van het gebied. Uitgangspunten voor de tijdelijke activiteiten zijn: - activiteiten zijn tijdelijk en variëren van 5 tot 7 jaar met mogelijk op sommige locaties een uitloop naar 10 jaar; - activiteiten kennen eigen verdienmodellen en betalen een huur voor het gebruik van een gebouw en/of vierkante meters;
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
-
opbrengsten dekken de kosten van het tijdelijk door laten exploiteren van grond en/of gebouwen; activiteiten passen in de strategie gericht op het creëren van publieksstromen en leveren direct of indirect een bijdrage aan de uiteindelijke ontwikkelingsstrategie.
Plankosten kernteam TAB. Het opstellen van de onder paragraaf 4 omschreven transitiekaart en het formeren van een kernteam TAB die een stappenplan uitwerkt, wordt gefinancierd uit een bijdrage van de grondexploitaties van de Waalsprong en het Waalfront.
7
Communicatie
Vanuit de diverse raadsfracties zijn al vragen gesteld over de mogelijkheid van tijdelijke initiatieven. Na het LUX-debat op initiatief van Ben van Hees in november 2011 is toegezegd de raad actief te betrekken bij het verder uitwerken van Tijdelijk Anders Bestemmen. Door middel van de bijgevoegde brief zal de raad worden geïnformeerd over het vervolg en uitgenodigd worden deel te nemen aan de ‘Dag van de Honig’ op 25 januari 2013.
8
Uitvoering en evaluatie
Het is uiteindelijk aan het OB Waalfront, de projectontwikkelaar Waalsprong of de GEM Waalsprong of zij financieel kunnen instemmen met de door initiatiefnemers voorgestelde tijdelijke exploitatie van gronden of gebouwen.
9
Risico
Uit de praktijk blijkt dat er belemmeringen kunnen zijn voor het implementeren van TAB. Het is moeilijk juridisch te regelen, het is relatief duur om te implementeren en het kan leiden tot verrommeling. Met een gecoördineerde aanpak door het actief co-creëren van tijdelijke initiatieven en het inrichten van een helder “loket” voor initiatiefnemers, wordt dit risico zo goed mogelijk beheerst. Daarbij wordt de strategie gevolgd door niet op voorhand proberen de meest extreme risico’s uit te sluiten, maar te richten op risico’s stap voor stap het hoofd te bieden in de vorm waarin het zich voordoet. Een risico van andere orde is dat een initiatief onder het regime van TAB zo goed aansluit dat de publieke opinie zich er tegen keert, wanneer het toch plaats moet maken voor de definitieve invulling van woningbouw. Door de verwachtingen goed te managen en dit ook privaatrechtelijk contractueel vast te leggen, kan dit risico worden beheerst. In de planexploitatie Waalfront is gerekend met een OZB opbrengst gekoppeld aan de realisatie van de nieuw te bouwen woningen. Wanneer (mede door TAB) de bouwstroom later op gang komt of slechts gedeeltelijk wordt gerealiseerd, heeft dit consequenties.
Bijlage(n): Raadsbrief
Projectmanagement en Realisatie Projectbureau Bureau Projectleiding
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Collegevergadering no 47 Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Verzenddatum Verslag 18 december 2012
Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 90 19
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic OB10/ 12.0022251 Paul Matthieu
Onderwerp
Datum uw brief
Direct telefoonnummer
Tijdelijk anders bestemmen
-
024-3299299
Geachte leden van de raad,
vastgesteld degeworden vergadering van: in de Tijdelijk Anders Bestemmen Aldus (TAB) is landelijk de in titel waaronder gebiedsontwikkeling uitvoering wordt gegeven aan functies die oorspronkelijk niet vooraf in beeld waren, maar die wel voorafgaande aan de gewenste eindsituatie een meerwaarde opleveren zowel in financiële zin als ook in de leefbaarheid van de betreffende locatie. Sleutelwoorden hierbij zijn transitie en tijdelijkheid. Ook in de gemeente Nijmegen doen zich in de gebiedsontwikkeling van Waalfront en Waalsprong De voorzitter, De secretaris, kansen van TAB voor. De gemeente heeft daarbij vooral een faciliterende rol waarin zij initiatiefnemers en/of ondernemers in staat stelt tot uitvoering te komen van tijdelijke initiatieven. Daardoor is sprake van een co-creatie: de gemeente draagt als publieke overheid zorg voor de noodzakelijke (planologische en juridische) randvoorwaarden en de initiatiefnemers staan zelf borg voor de financiële haalbaarheid van de tijdelijke bestemmingen. TAB vraagt daarmee van de gemeente een andere houding en rol dan traditioneel aan de orde is in de gebiedsontwikkeling. Een rol die vooral minder sturend en meer uitnodigend is naar initiatieven uit de markt en de samenleving. En die vervolgens meer faciliterend dan beperkend of bevoogdend van aard is. Dat kan de gemeente doen door ruimte te maken in beleid en regelgeving, opdat een niet alledaagse interessante mix van functies en activiteiten een tijdelijke bestemming oplevert die de leefbaarheid in het gebied garandeert en een impuls geeft aan de definitieve inrichting. Aldus ontstaat de mogelijkheid om de “tussentijd” te benutten als kans om de naamsbekendheid van de betreffende locatie te vergroten (het zgn. place-making), bewoners meer te betrekken bij hun directe leefomgeving en/of ruimte te bieden aan creatieve functies. Maar ook tevens een kans om de financiële lasten (o.a. beheerskosten) van de verlengde exploitatieduur van de beide gebiedsopgaven te ondersteunen. In de afgelopen periode hebben wij ons georiënteerd op de mogelijkheden om TAB te realiseren in Waalfront, Waalsprong en ook het project Ruimte voor de Rivier. Tot een concrete uitvoering kon nog nauwelijks worden gekomen, omdat er voor de realisatie nog een aantal belemmeringen moet worden opgelost. Heel praktisch blijkt dat op dit moment de diverse initiatieven aanlopen tegen dezelfde type vraagstukken, zoals: - Het op maat maken van de vigerende Instrumentaria van toetsing op het gebied van openbare orde en veiligheid, handhaving, gezondheid, milieu etc. - Huidige beleidskaders spreken zich niet of nauwelijks uit over de mogelijkheden van tijdelijke initiatieven (is het bijvoorbeeld concurrentie vervalsend?)
1
Gemeente Nijmegen Projectmanagement en Realisatie Projectbureau Bureau Projectleiding
Vervolgvel
1
-
Tijdelijke initiatieven zijn nog niet geraamd in de gebiedsexploitaties (kosten/opbrengsten); Het selecteren van de meest renderende initiatieven (aanbesteden?); Het positioneren van de initiatieven in het kader van gebiedspromotie en/of als kans om burgers van Nijmegen ‘eigenaar’ te laten zijn van hun stad.
Steden die ons zijn voorgegaan, hebben laten zien dat voor succesvolle realisatie van TAB ook lef nodig is van de gemeente om staand beleid en toetsing gedeeltelijk te ‘schrappen’ of niet van toepassing verklaren die tijdelijke bestemmingen in de weg staan. Het is echter wel degelijk noodzakelijk voorwaarden te stellen aan het tijdelijk gebruiken van gronden of opstallen. Dit geldt onder andere voor de duur, gebruik, inrichting, en de wijze waarop de ruimte na het tijdelijk benutten weer wordt teruggegeven. Dit heeft ook te maken met draagvlak vanuit de omgeving voor beëindiging van de (tijdelijke) activiteit. Ieder tijdelijk initiatief of tijdelijk project blijkt uiteindelijk maatwerk, maar uit de praktijk die inmiddels in andere gemeenten reeds is opgedaan, blijkt dat een aantal onderwerpen standaard terug komt. Om die reden hebben we in navolging van steden zoals Amsterdam en Rotterdam besloten te werken aan stappenplan voor implementatie van TAB. Het stappenplan wordt op dit moment voorbereid door een ambtelijk kernteam waarin de meest relevante vergunningverlenende en handhavende beleidsvelden zijn vertegenwoordigd. En komt met definitieve voorstellen hoe om te gaan met TAB in de gemeente Nijmegen. Het stappenplan kent de volgende stappen: 1. (Ruimtelijke) randvoorwaarden vastleggen; 2. Initiëren en selecteren van ideeën; 3. Zicht op financiën; 4. Draagvlak creëren; 5. Juridisch planologisch regime; 6. Uitvoering en beheer. Voor de uitvoering van stap 1 vind inventarisatie plaats van geschikte locaties, kavels en opstallen in Waalfront, Waalsprong en het project Ruimte voor de Rivier. Deze inventarisatie wordt verwerkt tot een digitale interactieve kaart. Deze kaart geeft onder meer inzicht in de omvang, ondergrond en beschikbaarheid van braakliggende terreinen of leegstaande gebouwen. De terreinen zijn ingedeeld in verschillende categorieën van beschikbaarheid voor tijdelijk gebruik en vermeld zal worden wie de huidig en toekomstige eigenaar is, wat de technische staat is en wat er gebeurt in de omgeving van het kavel/gebouw. Bewoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers met goede initiatieven voor een tijdelijke invulling kunnen vervolgens contact opnemen. Het wordt aldus een kaart die drempelverlagend werkt voor initiatiefnemers. In de Nijmeegse samenleving hebben vooruitlopend op de aanpak van TAB door de gemeente inmiddels diverse partijen en individuen zich gemeld met opties en suggesties voor tijdelijke invulling in Waalsprong en Waalfront. Vooral voor de per 15 mei 2013 vrij komende Honig fabrieken in het Waalfront is erg veel belangstelling. In het verlengde hiervan wordt daarom op 25 januari 2013 de ‘dag van de Honig’ georganiseerd. Een werkconferentie waarin naast een rondleiding op en in het fabriekscomplex een creatieve sessie wordt gehouden voor de raad en alle andere belangstellenden om – na schriftelijke voor aanmelding - samen met ons na te gaan hoe dit complex een bijdrage kan leveren aan de eerder gememoreerde maatschappelijke en financiële waardecreatie voor het Waalfront. Daarmee geven we met deze creatieve dag uitvoering aan stap 2 van het stappenplan, het initiëren en selecteren van ideeën.
Gemeente Nijmegen Projectmanagement en Realisatie Projectbureau Bureau Projectleiding
Vervolgvel
2
De uitvoering van ‘de dag van de Honig’ zal in nauwe samenwerking plaatsvinden met het Ontwikkelingsbedrijf Waalfront, studenten van de HAN, de Stichting Smeerolie en de Klankbordgroep Waalfront van de wijkvereniging Waterkwartier. Op deze werkconferentie zal ook de nieuwe transitiekaart worden gepresenteerd. Eén van de beoogde uitkomsten van de werkconferentie van 25 januari 2013 is het doen van voorstellen voor de vervolgstappen van TAB. Alsdan zal ook na worden gedaan of een soortgelijke creatieve werksessie ook gewenst is voor de Waalsprong en/of het project Ruimte voor de Rivier. Parallel aan de creatieve werksessie(s) zal ook het planologisch juridisch instrumentarium op orde moeten worden gebracht (al dan niet in combinatie met een ‘gedoogbeleid’ op het gebied van handhaving en toetsing). Begin 2013 zullen wij uitvoering geven aan de stappen (3) t/m (6) van het stappenplan en concrete voorstellen naar u doen hoe tot uitvoering te komen van TAB in de gebiedsontwikkelingen. Wij gaan er van uit u door middel van deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. Van der Ploeg