Communicatieadvies voor
Communicatieonderzoek AFC Nieuw Prinsenland Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland Frank van den Berg, Timo Oosterwijk, Tom van Zutphen, Hogeschool HAS Den Bosch
27-01-2011
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
TUINBOUWONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ
1
Communicatieonderzoek over
Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij
Opleiding: Module: Projectbegeleider: Opdrachtgever: Projectgroep: Projectleden:
Datum: Plaats:
Stad en Streekontwikkeling, jaar 4 Project SO: De Uitdaging Irma van den Tillaart-Schouten Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij P4-3 Frank van den Berg (PV.4A) Timo Oosterwijk (PV.4A) Tom van Zutphen (PV.4A) 27 januari 2011 ‟s-Hertogenbosch
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
2
Voorwoord Voor u ligt het „Communicatieonderzoek AFC Nieuw Prinsenland‟. Dit rapport is geschreven in het kader van de module Project SO: „De Uitdaging‟ uit het vierde jaar van de opleiding Stad en Streekontwikkeling aan Hogeschool HAS Den Bosch. Het verslag is opgesteld door projectgroep 3, welke bestaat uit Frank van den Berg, Timo Oosterwijk en Tom van Zutphen. Deze groep wordt begeleid door Irma van den Tillaart-Schouten vanuit Hogeschool HAS Den Bosch en door Daan van Empel en Piet Janmaat vanuit de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM). In dit rapport leest u in het eerste deel de resultaten van het onderzoek naar de informatiebehoefte van inwoners van kernen rondom Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland. Aan de hand van een onderzoek is de informatiebehoefte omtrent AFC NP geïnventariseerd. Het rapport geeft antwoord op de vragen hoe, wanneer en wat gecommuniceerd moet worden over het AFC NP, naar de diverse doelgroepen. Graag willen wij hierbij de begeleiders van de TOM en de begeleidend docente van Hogeschool HAS Den Bosch bedanken voor de ondersteuning tijdens de totstandkoming van dit verslag. Daarnaast bedanken wij de personen die informatie hebben verstrekt tijdens de uitvoering van het onderzoek.
Frank van den Berg Timo Oosterwijk Tom van Zutphen
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
3
Samenvatting De aanleiding tot het schrijven van dit communicatierapport is de behoefte van de TOM om de informatieverstrekking naar omwonenden van AFC NP zo optimaal mogelijk te organiseren. De probleemstelling die is opgesteld luidt als volgt: Stel een communicatieplan op voor AFC NP, met aandacht voor de verschillende doelgroepen en hun standpunten en communicatiebehoeften, waardoor de TOM inzicht krijgt in de meest effectieve communicatiemethode voor elke doelgroep De basis voor het communicatierapport is een onderzoek dat wordt uitgevoerd onder de bevolking van de dorpen die dichtbij het plangebied ligt. Het onderzoek naar de informatiebehoefte van omwonenden van AFC NP is opgedeeld in vijf fasen: de voorbereidingsfase, de oriëntatiefase, de uitvoerende fase, de analyserende fase en de afrondingsfase. In de voorbereidingsfase is informatie verkregen over het onderwerp en de mogelijke problemen. In de oriëntatiefase is er gesproken met vertegenwoordigers van belangengroepen, die ook vertegenwoordigd zijn in de klankbordgroep. Met behulp van deze interviews wordt er een matrix gemaakt met daarin de verschillende standpunten van belangengroepen. In de uitvoerende fase is er een kwantitatief onderzoek gehouden aan de hand van enquêtes in de dorpen Dinteloord, Stampersgat en Heijningen. In de analysefase zijn de onderzoeksgegevens geordend en ingevuld in de matrix. In de afrondingsfase is eenrapport opgesteld voor de TOM met daarin de conclusies en aanbevelingen die volgen uit het onderzoek en leiden tot de beste communicatiestrategieën met bijbehorende communicatiemiddelen. In onderstaande tekst worden de verschillende fasen uitgebreider behandeld. De kwalitatieve interviews zijn gehouden om het beeld dat verkregen is uit de informatie die de TOM verstrekte te “toetsen”. Deze oriënterende gesprekken zijn gehouden voor het opstellen van het kwantitatieve deel van het onderzoek. De interviews zijn gehouden met met vertegenwoordigers van de Dorpsraad Dinteloord en Prinsenland, de Samenstichting Stampersgat, bewoners van Boven Dintel, een tuinder uit Steenbergen, een ondernemersvereniging in Steenbergen en stichting GlashardNee. In de uitvoerende fase is geënquêteerd in de dorpen Dinteloord, Stampersgat en Heijningen. Op twee donderdagochtenden zijn in totaal 161 enquetes mondeling afgenomen. Voor mensen die niet in staat waren om op de enquête op locatie in te vullen was er ook de mogelijkheid tot het invullen van een digitale enquête op internet. 24 mensen hebben de enquête digitaal ingevuld. Beide methoden van onderzoek zijn gecommuniceerd met de bevolking via de lokale media. Bij de kwantitatieve enquête zijn de ouderen iets oververtegenwoordigd. De houding van de mensen ten opzichte van het AFC Nieuw Prinsenland is in de figuur hiernaast weergegeven, waarbij groen is heel positief en rood is heel negatief. Het grijze deel zijn mensen zonder mening. Uit de figuur blijkt dat bijna de helft van de geënquêteerden positief is over het AFC NP. Uit de enquête blijkt verder dat slechts 34% van de geënquêteerden behoefte heeft aan meer informatie. De mensen die wel meer informatie willen, willen dat graag krijgen via de krant, een nieuwsbrief, een website of informatieavond. De onderwerpen die voor de geënquêteerden belangrijk zijn, zijn: Lichtuitstoot, huisvesting van buitenlandse werknemers, invloed op het milieu, leefbaarheid en de soorten bedrijvigheid die zullen verschijnen Figuur: Houding van respondenten in de toekomst. tegenover het AFC NP.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
4
Belangrijke manieren waarop mensen nu informatie verkrijgen over het AFC NP zijn de krant en buurtbewoners. Voor nieuwe informatie willen mensen graag geïnformeerd worden d.m.v. berichten in de krant of een nieuwsbrief. Ongeveer een kwart van de respondenten wil de informatie krijgen op een speciale informatieavond of vanaf een website. Conclusie 46 % van de respondenten geeft aan (redelijk) positief te zijn over het AFC NP. 31% is (redelijk) negatief. Het overige percentage heeft geen mening en heeft dus geen bezwaar tegen de komst van het AFC NP. 69% van de respondenten is dus niet negatief over het AFC NP. De behoefte aan meer informatie over het AFC NP is gerelateerd aan de beoordeling van omwonenden van het plan. 34% blijkt behoefte te hebben aan meer informatie over het AFC NP. 66% van de ondervraagden geeft dus aan geen extra informatie te verlangen. De helft van deze 66% heeft ook daadwerkelijk geen interesse. Daarnaast versterkt het gegeven dat 23% aangeeft niet bezorgd te zijn of informatie genoeg te hebben, het gegeven dat 69% geen bezwaar heeft tegen de komst van het AFC NP. Uit dit onderzoek komt dus niet specifiek naar voren dat er een grote groep van omwonenden is die bezwaar heeft tegen het AFC NP. Het communicatiemiddel dat het meest wordt gebruikt bij de respondenten is de (lokale) pers. 79% van de respondenten verkrijgt informatie over het AFC NP via plaatselijke kranten. Daarnaast geeft 30% aan op de hoogte te blijven van ontwikkelingen via buurtbewoners of andere bekenden. Op de vraag hoe men in de toekomst informatie zou willen ontvangen antwoordt 52%: via de krant. 45% geeft aan een nieuwsbrief hiervoor geschikt te vinden. De lokale pers is dus een belangrijk communicatiemiddel voor de bewoners van de onderzochte dorpen. Persberichten opstellen voor de lokale kranten zou dus een effectief communicatiemiddel kunnen zijn voor het project AFC NP. Informatieavonden of een speciaal informatiecentrum zijn redelijk effectief; 23% van de ondervraagden geeft aan hierdoor informatie te willen krijgen. De informatieavonden zouden ook kansen kunnen bieden om de informatieverstrekking meer interactief te maken. Voor informatieverstrekking via de website geldt hetzelfde. 26% geeft aan via de website informatie te willen verkrijgen, wat toch ongeveer een kwart van de respondenten is. De uiteindelijke conclusie is dat de respondenten veel informatie verkrijgen uit (lokale) kranten en dagbladen en dit ook doorspelen naar andere buurtbewoners. Het belangrijkste onderwerp waar mensen informatie over zouden willen krijgen is de hoeveelheid lichtuitstoot die zal plaatshebben als het plan gerealiseerd is. 56% van de respondenten geeft aan in de toekomst meer informatie over dit onderwerp te willen ontvangen. Andere onderwerpen waar respondenten informatie over willen ontvangen zijn; de huisvesting van buitenlandse werknemers (49%), de invloed van het AFC NP op het milieu (40%), de kansen voor de leefbaarheid (39%) en de soorten bedrijvigheid die gerealiseerd gaan worden (39%). Met name over deze onderwerpen is dus te weinig informatie beschikbaar gesteld, of deze informatie heeft de respondenten uit dit onderzoek niet bereikt. Toekomstige informatieverstrekking heeft dan ook veel kansen om de negatieve aandacht omtrent het AFC NP om te buigen naar positieve. Dit kan door bovengenoemde onderwerpen er bij te betrekken, en deze onderwerpen te verhelderen voor geïnteresseerden. Verder kan via deze weg ook worden benadrukt welke kansen het AFC NP biedt. De belanghebbende omwonenden van AFC NP hebben behoefte aan regelmaat in de informatieverstrekking. Hoewel niet over alle onderwerpen evenveel informatie wordt gevraagd is het belangrijk dat alle onderwerpen worden behandeld, zodat de initiatiefnemers laten zien dat de belanghebbenden serieus worden genomen.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
5
Inhoudsopgave
Voorwoord .............................................................................................................................. 3 Samenvatting ......................................................................................................................... 4 Inhoudsopgave ....................................................................................................................... 6 H1. Inleiding ........................................................................................................................... 7 H2. Onderzoeksopzet ............................................................................................................. 9 2.1 Voorbereidingsfase ................................................................................................................9 2.2 Oriëntatiefase ........................................................................................................................9 2.3 Uitvoeringsfase ................................................................................................................... 10 2.4 Analysefase ........................................................................................................................ 10 2.5 Afrondingsfase .................................................................................................................... 10
H3. Kwalitatief onderzoek ..................................................................................................... 11 3.1 Aanpak ................................................................................................................................ 11 3.2 Resultaten interviews .......................................................................................................... 11 3.3 Algehele indruk ................................................................................................................... 12
H4. Kwantitatief onderzoek ................................................................................................... 13 4.1 Verloop enquêteren ............................................................................................................ 13 4.2 Resultaten uit enquête ....................................................................................................... 14 4.3 Resultaten uit kruistabellen ................................................................................................ 17
H5. Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................ 21 5.1 Conclusies .......................................................................................................................... 21 5.2 Aanbevelingen .................................................................................................................... 23
Bronnenlijst ......................................................................................................................... 25 Bijlagen ............................................................................................................................... 26
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
6
Hoofdstuk 1
Inleiding
Achtergrond De Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) in „s Hertogenbosch is een bedrijf dat zich voornamelijk bezig houdt met het ontwikkelen van duurzame glastuinbouwlocaties. Eén van de projecten die zij op dit moment uitvoert is de ontwikkeling van Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland in West-Brabant (hierna te noemen AFC NP). Het plan omvat een grote, nieuwe locatie van ca 220 hectare netto voor glastuinbouw, ca 40 ha. agro en food gerelateerde industrie en ca 40 ha autonome ontwikkeling van SuikerUnie, een reeds bestaand bedrijf in het plangebied. Deze ontwikkeling heeft impact op de leefomgeving van de bewoners van het gebied, met name die van Dinteloord, Stampersgat en Heijningen. Communicatie over de uitvoeringsfase en de toekomstige ontwikkeling naar belanghebbende omwonenden is daarom van groot belang voor het draagvlak voor het AFC NP. Signalen uit de omgeving gaven de TOM het idee dat er onduidelijkheid is bij burgers over wat er komen gaat in het gebied. Het doel van de TOM is om de belanghebbenden op een goede manier te informeren over wat er gerealiseerd gaat worden. Op de kaart hiernaast is de locatie van het plangebied weergegeven. De zwarte vlekken zijn de dorpen in de buurt van AFC NP.
Probleemstelling en deelvragen De probleemstelling die is opgesteld luidt als volgt: Stel een communicatieplan op voor AFC NP, met aandacht voor de verschillende doelgroepen en hun standpunten en communicatiebehoeften, waardoor de TOM inzicht krijgt in de meest effectieve communicatiemethode voor elke doelgroep Door onderzoek te doen onder de bevolking van genoemde dorpen in West-Brabant, wordt een basis gelegd voor de beantwoording van de probleemstelling. Het doel van dit onderzoek is om uit te vinden over welke thema‟s de omwonenden informatie willen krijgen, en op welke manier zij deze informatie willen ontvangen. Om helderheid te scheppen in de problematiek zijn deelvragen opgesteld. De deelvragen staan hieronder vermeldt: Welke partijen/doelgroepen zijn te onderscheiden? Welke verschillende standpunten hebben deze verschillende doelgroepen ingenomen?
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
7
Welke onderwerpen zijn belangrijk voor de doelgroepen? Waarover willen mensen geïnformeerd worden? Hoe (met welke communicatiemiddelen) willen de doelgroepen geïnformeerd worden omtrent het project Nieuw Prinsenland? Welke communicatiemiddelen zijn geschikt om te gebruiken voor communicatie over Nieuw Prinsenland en passen bij de verschillende doelgroepen? (verschillende middelen worden gebruikt voor verschillende doelgroepen en zijn deze middelen geschikt om informatie over te brengen) Hoe zorg je voor de acceptatie en zicht op de meerwaarde van het project bij deze doelgroepen?
Onderzoeksopzet De basis van de uitvoering van de opdracht en beantwoording van deze deelvragen is kwalitatief en kwantitatief onderzoek onder de bewoners van de drie genoemde kernen. Het kwalitatieve onderzoek wordt gehouden ter oriëntatie op de problematiek. Verschillende contactpersonen van belangengroeperingen in het gebied worden geïnterviewd om belangrijke standpunten en achterliggende gedachten in beeld te brengen. Deze informatie wordt gebruikt bij het opstellen van het kwantitatieve onderzoek. Door middel van een mondelinge- en internetenquête wordt de mening gevraagd van omwonenden van AFC NP, over de gewenste informatie omtrent AFC NP en de middelen waarmee de informatie de belanghebbenden bereikt. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek worden conclusies getrokken die inzicht geven in goede informatievoorziening over AFC NP. Leeswijzer De uitvoering van het onderzoek en de daaruit voortgekomen resultaten zijn verwerkt in dit rapport. In hoofdstuk 2 wordt de onderzoeksopzet beschreven die is gebruikt als werkplan voor het onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de tweede fase van het onderzoek, waarin kwalitatief onderzoek is gedaan naar de doelgroepen in het gebied. Hoofdstuk 4 behandeld het kwantitatieve onderzoek en geeft een analyse van de resultaten die hieruit zijn voortgekomen. In hoofdstuk 5 worden de conclusies en aanbevelingen vermeld die zijn voortgekomen uit het onderzoek.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
8
Hoofdstuk 2
Onderzoeksopzet
In dit hoofdstuk wordt de opbouw van het onderzoek beschreven en onderbouwd. Voor een uitgebreide versie van deze onderzoeksstrategie wordt verwezen naar bijlage 1. Het project is verdeeld in vijf fasen. Deze worden hieronder schematisch weergegeven. Voorbereiding op het project
Enquête- onderzoek in de omgeving van Nieuw Prinsenland
Oriëntatie op omgeving/ Interviews met belangengroeperingen
2.1
Opstellen rapport met conclusies over informatievoorziening
Analyseren van de verzamelde gegevens
Voorbereidingsfase
In deze fase is het plan van aanpak gemaakt en is inleidende informatie verkregen over het achtergronden van het project, beide in literatuur en in het veld. Er is vooral gekeken naar wat de belangrijkste belanghebbende partijen in het project zijn.
2.2
Oriëntatiefase
Deze fase heeft als doel om informatie te krijgen van de belanghebbende partijen in het project. Door met vertegenwoordigers van de verschillende belanghebbende groeperingen oriënterende gesprekken te houden kan veel informatie verkregen worden over standpunten die zijn ingenomen betreffende het AFC NP en over ideeën die leven bij inwoners van omliggende dorpen. Belangrijke onderwerpen waarover wordt doorgevraagd zijn: - Wat zijn de belangrijkste onderwerpen die spelen met betrekking tot AFC NP, zowel positief als negatief? - Standpunt over de communicatie met betrekking tot dit plan. - Waarover willen de bewoners geïnformeerd worden? - Op welke manier wil men hierover geïnformeerd worden? In deze fase zijn diepte-interviews de beste onderzoeksmethode omdat er veel informatie door verkregen kan worden in een korte tijd. Aangenomen wordt dat de contactpersonen van de doelgroepen hun achterban zo volledig mogelijk vertegenwoordigen, zodat een betrouwbaar beeld wordt geschetst van de werkelijkheid. De verkregen informatie in deze fase dient als basis voor het kwantitatieve onderzoek in de volgende fase. Tijdens de oriëntatiefase is ook een matrix opgesteld (te vinden in bijlage 1) waarin kan worden aangegeven wat voor elke doelgroep de belangrijkste thema‟s zijn met betrekking tot hun mening over het AFC NP. De invulling van de matrix wordt gekoppeld aan het doel van de communicatie van de TOM. Voor een deel van de bevolking zal informeren het doel zijn, voor een ander deel zal dialogiseren een beter doel zijn. Door de informatiebehoefte per doelgroep te bepalen kan in de toekomst gericht aan de informatieverstrekking gewerkt worden.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
9
2.3
Uitvoeringsfase
In de uitvoeringsfase wordt het eigenlijke onderzoek onder de bevolking uitgevoerd. Er is gekozen om een face-to-face enquête uit te voeren in de kernen Dinteloord, Stampersgat en Heijningen. Deze enquête is bijgevoegd in bijlage De voordelen van deze methode zijn dat veel mensen benaderd kunnen worden en dat er tijdens het enquêteren ruimte is om verduidelijking te geven bij enquêtevragen. Een nadeel van de methode is dat zij tijdrovend is. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken wordt naast de mondelinge enquête en internetenquête opgesteld. Deze methode heeft het voordeel dat mensen op hun eigen tijd mee kunnen werken aan het onderzoek. De mondelinge enquête wordt gehouden op twee dagen. Op de eerste, donderdag, wordt er geënquêteerd in Dinteloord (op het marktplein, tijdens markttijd) en na het middaguur in Stampersgat, vooral in de buurt van de supermarkt. De week erna wordt op dezelfde tijden en plaatsen geënquêteerd en daarnaast aan het einde van de middag in Heijningen. In alle plaatsen wordt een aankondiging van de enquête gedaan in de plaatselijke kranten.
2.4
Analysefase
In deze fase worden de onderzoeksresultaten geordend en geanalyseerd. Uit deze analyse volgen de conclusies van het onderzoek.
2.5
Afrondingsfase
In de laatste fase, de afronding, wordt het rapport opgesteld met daarin de conclusies over de meest geschikte communicatiestrategieën voor AFC NP. Aan de hand van de ingevulde matrix wordt de keuze gemaakt over de te volgen communicatiestrategie per categorie (zoals in de matrix vermeld) met betrekking tot de informatieverstrekking omtrent AFC NP. Vervolgens wordt bij elke categorie en strategie de best passende communicatiemethode geplaatst.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
10
Hoofdstuk 3
Diepte-interviews
Het eerste, kwalitatieve deel van het onderzoek bestond uit het uitvoeren van diepteinterviews. In dit hoofdstuk worden de aanpak en resultaten van deze interviews beschreven.
3.1
Aanpak
Het doel van het kwalitatief onderzoek is om meer zicht te krijgen over de zaken die spelen in het gebied rondom het AFC NP. Om dit te achterhalen is een aantal vertegenwoordigers uit de kernen Dinteloord, Stampersgat, Heijningen en Steenbergen benaderd voor een diepte-interview. Zij vertegenwoordigen diverse groepen in deze kernen, o.a. een ondernemersvereniging, tuinders, dorpsraden en de stichting GlashadNee. Het gaat hierbij om de volgende personen: H. Tampoboelon, van Dorpsraad Dinteloord en Prinsenland A. Koevoets, van Samenstichting Stampersgat C. de Vos, namens bewoners van boven Dintel G. van Adrichem, Tuinder in steenbergen E. Tonissen, Ondernemersvereniging in Steenbergen R. Temminck, Stichting GlashardNee (gehouden via e-mail) De uitgebreide verslagen van de interviews zijn te vinden in bijlage 2. In de volgende paragraaf worden de resultaten beknopt weergegeven.
3.2
Resultaten interviews
Dorpsraad Dinteloord (11-oktober-2010) De dorpsraad Dinteloord en Prinsenland heeft aangegeven dat ze redelijk positief zijn over het AFC NP. Door de in hun ogen gebrekkige communicatie is er veel onduidelijkheid ontstaan waardoor er ook weerstand opgeroepen wordt. De dorpsraad erkent, net als de meeste inwoners van Dinteloord, dat de komst van het AFC NP een economische impuls geeft aan Dinteloord, waardoor ook de leefbaarheid in Dinteloord versterkt wordt. Wel zijn de inwoners sceptisch over de fysieke inrichting van het gebied en de werkelijke belangen van de TOM. De gemiddelde Dinteloorder wil graag meer betrokken worden bij het AFC NP en wil harde garanties hebben, en goede oplossingen voor problemen. Samenstichting Stampersgat (11-oktober-2010) De Samenstichting Stampersgat geeft aan dat het AFC NP kan zorgen voor een economische impuls in de regio. De inwoners van Stampersgat zijn wel bang dat ze vooral de lasten maar niet de lusten van het AFC NP krijgen omdat het AFC NP in een andere gemeente ligt en ook omdat ze min of meer onder de rook van het AFC NP terecht komen. Verder is de huisvesting van werknemers belangrijk voor Stampersgat, dit komt doordat er al tientallen jaren niet meer gebouwd is in Stampersgat. De Samenstichting vraagt zich af waar de werknemers straks gaan wonen en of ze een bijdrage zullen leveren aan de leefbaarheid van Stampersgat. Bewoner Boven Dintel (12-oktober-2010) De bewoner van Boven Dintel heeft aangegeven dat mensen daar niet tegen de komst van het AFC NP zijn maar wel tegen de komst van grote gebouwen zoals windmolens en de biogasinstallatie. De inwoners van het dorp Heijningen hebben niet zoveel met de plannen, onder de mensen in het buitengebied leeft het veel meer. De mensen hopen dat het AFC NP een positief effect heeft op de werkgelegenheid en de leefbaarheid maar er bestaat veel onduidelijkheid/angst voor de fysieke inrichting en de huisvesting van buitenlandse
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
11
werknemers. De bewoners van boven de Dintel willen graag meer informatie de fysieke inrichting, de aanblik vanaf de noordelijke dijk van de Dintel. Tuinder (12-oktober-2010) De tuinder uit Steenbergen geeft aan dat er voor mensen in het gebied die niet in de kassen werken eigenlijk geen voordelen zijn. Omwonenden hebben vaak bezwaar tegen de komst van buitenlandse werknemers, licht, geluid en verkeerstoename, terwijl die laatste drie door de strenge normen die de overheid hanteert nauwelijks overlast veroorzaken. Mensen willen graag veel informatie over de huisvesting van Poolse arbeiders en mensen moeten gestimuleerd worden informatie tot zich te nemen. Ondernemersvereniging (17-oktober-2010) De ondernemersvereniging van de gemeente Steenbergen geeft aan dat het belangrijk is dat het AFC NP er komt. Het AFC zorgt namelijk voor een economische impuls waardoor de regio als geheel aantrekkelijker wordt voor bedrijven zodat ook de leefbaarheid in het westen van Noord-Brabant versterkt wordt. Een belangrijk punt voor de ondernemersvereniging zijn de buitenlandse werknemers. Waar gaan de werknemers wonen en hoe wordt de overlast zoveel mogelijk beperkt? Er zijn negatieve ervaringen met buitenlandse werknemers in andere delen van de gemeente. Stichting GlashardNee (17-oktober-2010) De stichting GlashardNee geeft aan dat ze voornamelijk spreekt namens natuurminnende inwoners van Dinteloord. GlashardNee vindt vooral de massaliteit van het AFC NP een probleem, zij zien liever het open agrarisch landschap of een extensief recreatief gebied. GlashardNee vindt dat de communicatie in de loop van de tijd verbeterd is maar dat ze nog steeds alleen maar naar de TOM mag luisteren en niet actief mee mag denken. Vooral de komst van de buitenlandse werknemers baart GlashardNee zorgen.
3.3
Algehele indruk
De interviews verliepen in een positieve sfeer, de geïnterviewden waren allemaal bereid mee te werken en te denken. De meesten geven aan dat ze het gevoel hebben wel betrokken te worden, maar weinig concrete inspraak mogen leveren. Alle geïnterviewden geven aan dat ze problemen voorzien met de huisvesting van buitenlandse werknemers. Dit is dan ook een belangrijk punt waar de TOM mogelijk meer informatie over kan verstrekken. Wanneer de vertegenwoordigers in de dorpen rondom het AFC NP goed geïnformeerd zijn, zal de achterban ook beter geïnformeerd worden, waardoor weerstanden kunnen worden weggenomen. De diepte-interviews hebben bijgedragen bij het scherp krijgen van de vragen voor het kwantitatieve onderzoek. Uit de interviews zijn belangrijke thema‟s naar voren gekomen die vervolgens zijn meegenomen in de enquête om te onderzoeken wat de respondenten hiervan vinden.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
12
Hoofdstuk 4
Kwantitatief onderzoek
Na het kwalitatieve onderzoek is verder ingegaan op de algemene doelgroepen zoals inwoners door middel van een kwantitatief onderzoek. Hiervoor is gebruik gemaakt van een enquête. De resultaten hiervan zijn terug te vinden in dit hoofdstuk.
4.1
Verloop enquêteren
In dit hoofdstuk wordt kort besproken hoe het onderzoek verlopen is, en dan vooral het gedeelte wat niet terug te lezen is in de concrete resultaten. Immers zijn er tijdens het onderzoek ook veel reacties die niet als resultaat gelden, maar wel een goed inzicht geven op de vraag of het onderwerp leeft in het betreffende gebied en hoe inwoners hier nu tegen aan kijken. 4.1.1 Mondelinge enquête op locatie De twee momenten binnen het onderzoek waarop door middel van het mondeling op locatie afnemen van enquêtes informatie is verzameld waren erg productief. In totaal zijn er 161 enquêtes mondeling afgenomen. Ook kwam naar voren dat het nieuwsbericht in de lokale kranten om het onderzoek meer bekend te maken onder de bevolking goed had gewerkt, hier kwam veel respons over. Sommige respondenten waren ook speciaal gekomen om de enquête in te vullen naar aanleiding van dit nieuwsbericht. Veel inwoners waren ook erg positief over het initiatief om studenten te gebruiken voor het onderzoek. De ervaring tijdens het mondeling enquêteren varieerde. Sommige respondenten waren positief (iets minder dan de helft), anderen negatief (iets meer dan een kwart). Ook een grote groep (ongeveer een kwart) was neutraal. Een veel gehoord commentaar onder de laatste groep was: “het komt er toch wel”. 4.1.2 Digitale enquête Vanwege de verwachting dat de mondelinge enquête op locatie slechts enkele doelgroepen zou bereiken is ervoor gekozen om ook een digitale enquête op te zetten. De achterliggende gedachte was om zo ook andere doelgroepen beter te bereiken. (met name de jeugd en jong volwassenen) Helaas liep deze enquête niet zo goed als verwacht. De eerste dag dat de enquête online werd gezet via de website van nieuw prinsenland kwamen er aardig wat reacties binnen, maar daarna stokte het een beetje. Uiteindelijk waren er 24 ingevulde digitale enquêtes. Niet zoveel als waar op gehoopt was. Echter moet hierbij wel geconcludeerd worden dat er duidelijk over gecommuniceerd is naar de inwoners en dat er dus geen belangstelling is vanuit deze doelgroepen. Een extra opmerking hierbij is dat dit de eerste keer was dat er digitaal geënquêteerd is in het betreffende gebied. Een compliment dus voor de bewoners die wel de moeite hebben genomen om via de digitale enquête mee te werken.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
13
4.2
Resultaten uit enquête
Allereerst even een korte toelichting. Voor de verwerking van de enquête is gebruik gemaakt van het computerprogramma SPSS. Dit programma maakt onderscheid tussen enkelvoudige en meervoudige (meerdere antwoorden) vragen. Deze paragraaf heeft betrekking op de enkelvoudige vragen. Het kan wel zijn dat er een kruistabel met relatie tot een andere vraag is opgesteld, maar in deze paragraaf wordt puur gekeken naar de enkele vragen. De resultaten van de combinaties tussen vragen komt aan bod in paragraaf 4.3. Opvallende zaken die voortkomen uit de resultaten van de enkelvoudige vragen worden hieronder nader toegelicht. 4.2.1 Analyse Allereerst een analyse van welke doelgroepen bereikt zijn met de enquête. Afb. 4.1 – Leeftijdsopbouw a. Leeftijdsopbouw onder respondenten
b. Leeftijdsopbouw onder de bevolking in het gebied (www.cbs.nl)
Zoals te zien is in afbeelding 4.1 hierboven verschilt de leeftijdsopbouw van de bereikte doelgroep van de leeftijdsopbouw onder de bevolking in het gebied. Onder de respondenten is er een grotere groep van 45 t/m 65+ en een (aanzienlijk) kleinere groep jongeren dan onder de bevolking als geheel in het gebied. Dit is deels te verklaren door de gekozen locaties en tijden om de enquête af te nemen, hoewel de andere groepen toch de extra gelegenheid tot digitaal invullen is geboden. Afb.2 – Respondenten in relatie tot woonplaats a. Percentage respondenten per woonplaats
b. percentage inwoners per woonplaats
12% 17% 71%
Zoals is te zien in afbeelding 2 hierboven is er een duidelijke verhouding tussen de herkomst (woonplaats) van de respondenten en de verhoudingen tussen de aantallen inwoners in de kernen. Als de categorie „anders‟ wordt weggedacht bij de respondenten dan valt op dat de verhoudingen bij de respondenten nagenoeg hetzelfde zijn als de verhoudingen bij de inwoners per woonplaats. Dit betekent dat de enquête een goede spreiding heeft gehad.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
14
Afb.3 – Houding ten opzichte van het project AFC NP Enquête als geheel b. digitale enquête
Zoals is te zien in afbeelding 3 hierboven is bijna de helft (46%) van alle respondenten positief over het project AFC NP. Ongeveer een kwart (23%) is neutraal en ongeveer een derde (31%) is negatief. Wat opvalt is dat er in verhouding meer respondenten negatief zijn bij de digitale enquête. Hierbij is de helft (50%) negatief en een derde positief (34%). Afb.4 – Behoefte aan meer informatie
Als er wordt gekeken naar de behoefte aan meer informatie (zie afbeelding vier hierlangs) onder de respondenten dan is te zien dat twee derde van alle respondenten géén behoefte heeft aan meer informatie. Een derde heeft wel behoefte aan meer informatie. Dit wil niet zeggen dat er geen actie ondernomen dient te worden. 4.2.2
Meerkeuze vragen
Naast de enkelvoudige vragen zijn er ook nog enkele meerkeuze vragen (vraag 2, 5 en 6). Deze vragen vallen theoretisch gezien onder de enkelvoudige vragen, omdat er geen kruistabel in relatie tot een andere vraag mee kan worden opgesteld. Het is echter erg lastig om vanuit deze meerkeuze vragen de resultaten rechtstreeks af te lezen. Daarom zijn deze vragen los geanalyseerd. Per vraag is gekeken naar het aantal respondenten dat een bepaald antwoord heeft gegeven. De resultaten hieruit zijn terug te vinden in afbeelding 5, 6 en 7. De analyse voor deze vragen volgt hieronder. Vraag 2: Op welke manier(en) heeft u gehoord over Nieuw Prinsenland? Hieruit (zie afbeelding 5) kwam naar voren dat de (lokale) kranten het meest gevolgd worden. Verder wordt ook veel informatie verkregen van andere buurtbewoners. De informatieavonden, de nieuwsbrief en de website worden ook redelijk bezocht, door 10% van de respondenten. Verder was het ook opvallend dat slechts 4% van de respondenten aangeeft directe communicatie van een dorpsraad te ontvangen.
Afb.5 – communicatie tot nu toe
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
15
Vraag 5: Op welke manier wilt u (bij voorkeur) geïnformeerd worden over het project Nieuw Prinsenland? (kruis maximaal 3 antwoorden aan) Uit vraag 5 (zie afbeelding 6) kwam naar voren dat de respondenten in de toekomst het liefst informatie zouden ontvangen via de (lokale) kranten en een nieuwsbrief. Opvallend is dat hoewel 10% op dit moment informatie van de website en informatieavonden haalt, ongeveer 25% aangeeft dat ze hier in de toekomst wel informatie via willen ontvangen. De belangrijkste communicatiemiddelen voor de TOM zijn dus het uitbrengen van persberichten in de krant, de nieuwsbrief, de website van het AFC NP en de informatieavonden.
Afb.6 – communicatie in de toekomst
Afb.7 – Gewenste thema’s binnen toekomstige communicatie
Vraag 6: Over welke thema’s wilt u vooral geïnformeerd worden? (kruis maximaal 4 antwoorden aan) Vraag 6 was erg belangrijk voor inzicht in de communicatiebehoefte. Hier mogen respondenten namelijk aangeven over welke thema‟s ze in de toekomst graag informatie zouden willen krijgen. Hieruit komt naar voren dat er vooral behoefte is aan informatie over de lichtuitstoot van het AFC NP en de huisvesting van buitenlandse werknemers. Daarnaast is er ook behoefte aan informatie over de invloed op het milieu van het AFC NP, het effect op de leefbaarheid van de kernen en de soorten bedrijvigheid die op het AFC NP gerealiseerd zullen worden. Ook opvallend bij vraag 6 is dat 21% van de respondenten iets wil weten van de realisatiefase, waardoor deze bijna onderaan in de lijst staat. Echter is de volgende stap in het project AFC NP wel de realisatiefase. En ook al staat de realisatiefase in de lijst onderaan, 21% is toch één op de vijf respondenten.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
16
4.3 Resultaten uit kruistabellen Naast de resultaten die voort zijn gekomen uit de enkele vragen zijn er ook nog verbanden te leggen tussen vragen onderling (kruistabellen). Hieruit kan nog meer worden afgeleid dan wanneer alleen naar de enkele vragen wordt gekeken. Binnen dit onderzoek is dit gedaan door middel van het maken van kruistabellen met het computerprogramma SPSS. 4.3.1 SPSS SPSS heeft als voordeel dat via een berekening genaamd de „Chi-kwadraat toets‟ de significantie van een kruistabel kan worden berekend. Dit houdt in: of de kruistabel statistisch gezien wel of niet relevant is. Voor deze berekening is een belangrijke voorwaarde van kracht. Exact geformuleerd: In elke gebruikte klasse moeten minstens vijf scores worden verwacht. Dit wil zeggen: voor elke antwoordmogelijkheid moet minimaal vijf maal een antwoord zijn ingevuld. Op de berekening zullen we niet te diep ingaan. Belangrijk voor dit project is er een getal dat uit de Chi-kwadraat toets komt. Als dit getal 0,05 of hoger is, betekend dit dat de kruistabel statistisch gezien significant is. Wat wil zeggen dat de kruistabel van waarde kan zijn voor het onderzoek. In totaal zijn er uiteindelijk 33 kruistabellen opgesteld, een combinatie van alle vragen met natuurlijk uitzondering van de open en meerkeuze vragen. Van deze 33 kruistabellen zijn er in totaal 27 significant. In dit hoofdstuk volgt een analyse van de meest opvallende en prominente resultaten die uit het opstellen van deze kruistabellen naar voren zijn gekomen. System Missing Values In het computerprogramma SPSS worden bij numerieke variabelen cellen zonder invoer (zoals in onze enquête het geval als de enquête niet volledig was ingevuld) automatisch gedefinieerd als System missing values. In de cel in SPSS verschijnt dan een punt. Bij statistische procedures worden de cases met System missing values altijd buiten beschouwing gelaten, zo ook bij het opstellen van een Kruistabel. Hierdoor bedraagt het totaal in onze kruistabellen incidenteel minder dan de 185 afgenomen enquêtes, omdat de system missing values dus niet zijn meegenomen.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
17
4.3.2 Analyse van de resultaten
Uit de kruistabellen kwamen enkele opvallende resultaten naar voren. Zo kwam er bij het kruisen van de resultaten van vraag 2. „Heeft u behoefte aan meer informatie?‟ met vraag 9. „Wat is uw leeftijd?‟ uit dat met name de bevolking in de leeftijdscategorieën 19-30 en 30-45 behoefte heeft aan meer informatie. (zie afbeelding 8 hiernaast)
Afb.8 – leeftijd gekruist met behoefte aan meer informatie
Een ander opvallend resultaat kwam naar voren uit de kruising tussen de vragen 7 “Wat is uw houding ten opzichte van het AFC Nieuw Prinsenland?‟ en vraag 10 “Wat is uw woonplaats?‟. (zie afbeelding 9 hieronder) Hieruit kwam naar voren dat de respondenten uit Dinteloord (47% positief) en Stampersgat (42% positief) over het algemeen positiever waren dan de respondenten uit Heijningen (30% positief). Bij de laatst genoemde was zelfs bijna de helft negatief. Ook viel op dat de respondenten die ergens anders vandaan kwamen dan uit Stampersgat, Heijningen of Dinteloord het meest positief waren van alle respondenten. Van deze groep was 60% positief. Afb.9 – Woonplaats gekruist met mening over het AFC NP
Afb.10 – Houding ten opzichte van AFC NP gekruist met woonsituatie.
Uit de resultaten van het kwantitatieve onderzoek kwam ook naar voren dat er een verschil zit in de houding ten opzichte van het AFC NP bij doelgroepen met een verschillende woonsituatie. (zie afbeelding 10 hierlangs) Over het algemeen zijn samenwonenden (met name die zonder kinderen) het meest positief. Alleenstaanden zijn over het algemeen meer negatief.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
18
Afb.11 – Houding ten opzichte van AFC NP gekruist met Leeftijd.
Als er gekeken wordt naar de verhouding tussen vraag 9. „Wat is uw leeftijd?‟ en vraag 7. „Wat is uw houding ten opzichte van AFC NP?‟ (zie afbeelding 11 hierlangs) dan valt op dat met name de groep 45-65 erg negatief is. Dit is ook de enige groep die meer negatief dan positief is. De groepen 19 tot 30 jaar, 30 tot 45 jaar en 65 jaar en ouder zijn (aanzienlijk) meer positief dan negatief.
Afb.12 – Behoefte aan meer informatie gekruist met woonsituatie.
De kruising van de vragen 3. „Heeft u behoefte aan meer informatie?‟ met vraag 11. „Wat is uw woonsituatie?‟ levert geen verrassingen op. Wat ook al uit de enkele vraag 3 naar voren kwam is dat er in alle doelgroepen een minderheid behoefte heeft aan meer informatie. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de behoefte aan informatie in alle woonsituaties gelijk is, er hoeft niet specifiek op alleenstaanden of samenwonenden te worden gefocust met de communicatie.
Afb.13 – Woonplaats gekruist met bekend met N-P.
Uit de kruising tussen vraag 1: „Bent u bekend met het project AFC Nieuw-Prinsenland?‟ en vraag 10. „Wat is uw woonplaats?‟ komt naar voren dat een kleine 90% van zowel Dinteloord, als Stampersgat, als Heijningen bekend is met het project AFC NP. Dit is niet verrassend gezien de looptijd van het project. Wel bevestigt dit dat een groot deel van de bevolking toch wel betrokken is. Voor de communicatie kan dit betekenen dat de aandacht misschien moet worden verlegd van het bekendmaken van het project naar meer specifieke communicatie over inhoud of gevolgen e.d.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
19
Afb.14 – Houding ten opzichte van AFC NP gekruist met Waarom geen behoefte.
Een bevestiging kwam naar voren uit de kruising van de vragen 4. „Waarom geen behoefte aan meer informatie?‟ met vraag 7. „Wat is uw houding ten opzichte van N-P?‟. Deze bevestiging is dat het merendeel van de groep die geen mening heeft ten opzichte van AFC NP ook geen interesse heeft in meer informatie. Een andere opvallend feit is dat er bij de doelgroepen die positief en redelijk positief zijn over het AFC NP een grote groep anders is. Het opvallende hierbij is dat hier erg vaak wordt aangegeven dat de reden „anders‟ is, omdat er al voldoende informatie wordt verkregen over het AFC NP en er daarom geen behoefte aan meer informatie is. Tot slot is er ook nog een grote groep „anders‟ bij de groep die negatief is ten opzichte van het AFC NP. Hier wordt de reden „anders‟ vaak gegeven met daarbij de verklaring dat „er kan toch niks meer tegen worden gedaan‟ of „het komt er toch wel‟. Dit kan echter wel een belangrijke groep zijn voor de communicatie, aangezien deze groep zich duidelijk benadeeld voelt. Deze communicatie hoeft ook niet te dienen om deze mensen te overtuigen, maar meer om ze erbij te betrekken. Dan is hen in ieder geval de informatie geboden en worden ze niet genegeerd; een zogenaamde beleefdheidsstrategie. 4.3.3 Matrix Zoals aangegeven is bij de onderzoeksopzet een matrix opgesteld die de informatiebehoefte van de omwonenden van AFC NP in beeld brengt. De ingevulde matrix dient als ondersteuning van de analyse die in dit hoofdstuk is gedaan. De ingevulde matrix staat in afbeelding 15. hieronder. Afb.15 – Matrix met horizontaal de thema’s en verticaal de doelgroepen die positief of negatief zijn.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
20
Hoofdstuk 5
Conclusie en aanbevelingen
In dit hoofdstuk worden de conclusies beschreven die getrokken zijn uit de resultaten van het onderzoek. Aan de hand van een volledige analyse van het onderzoek zijn tientallen conclusies te trekken. In dit hoofdstuk worden slechts de meest relevante conclusies weergegeven. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan voor de communicatie met belanghebbenden in dit project.
5.1
Conclusies
Beoordeling van het project AFC Nieuw Prinsenland Van het totaal aantal respondenten is een groter deel positief dan negatief. 46% is redelijk positief tot positief, tegenover 31% redelijk negatief tot negatief. Hieruit kan worden afgeleid dat de omwonenden de ontwikkeling van het AFC NP dus overwegend als positief beschouwen. Belangrijk gegeven hierbij is dat 23% geen mening heeft over het AFC NP. Van deze 23% geeft iets meer dan de helft aan dat het AFC NP een „te-ver-van-mijn-bedshow‟ is en dat zij er niet bezorgd over zijn. Niet alleen is dus een meerderheid positief over het AFC NP, maar als de groep die geen mening (en dus ook geen bezwaar) heeft over het AFC NP ook wordt meegerekend komt dit uit op 69% van de omwonenden die niet uitgesproken negatief zijn over het AFC NP. De behoefte aan meer informatie over het AFC NP is gerelateerd aan de beoordeling van omwonenden van het plan. Verwacht werd dat mensen die (redelijk) positief zijn over de ontwikkelingen, minder behoefte hebben aan meer informatie dan mensen die negatief zijn en bepaalde zorgen of onduidelijkheden hebben. 34% blijkt behoefte te hebben aan meer informatie over het AFC NP. 66% van de ondervraagden geeft dus aan geen extra informatie te verlangen. De helft van deze 66% heeft ook daadwerkelijk geen interesse. Daarnaast versterkt het gegeven dat 23% aangeeft niet bezorgd te zijn of informatie genoeg te hebben, het gegeven dat 69% geen bezwaar heeft tegen de komst van het AFC NP. Uit dit onderzoek komt dus niet specifiek naar voren dat er een grote groep van omwonenden is die bezwaar heeft tegen het AFC NP. „„Het hele plan gaat toch wel door, daar kunnen we nu niets meer aan veranderen!‟‟ Dit is een veel gehoorde kreet tijdens de uitvoering van de mondelinge enquête. Veel ondervraagden laten hiermee hun berusting zien als het gaat om de ontwikkeling van het AFC NP en de behoefte aan meer informatie. Deze reactie benadrukte vaak dat deze respondenten niet positief waren over het AFC NP. Uit de verdere enquête bleek vaak wel dat deze groep slechts uitgesproken negatief was over bepaalde onderdelen van het plan AFC NP. Het geeft ook aan dat mensen wellicht meer inspraak hadden willen hebben in de procedure. De kreet heeft daarom zeker te maken met de beoordeling van het AFC NP door omwonenden, maar vooral ook met de informatieverstrekking en de behandelde thema‟s. Communicatiemiddelen Het communicatiemiddel dat het meest wordt gebruikt bij de respondenten is de (lokale) pers. 79% van de respondenten verkrijgt informatie over het AFC NP via plaatselijke kranten. Daarnaast geeft 30% aan op de hoogte te blijven van ontwikkelingen via buurtbewoners of andere bekenden. Op de vraag hoe men in de toekomst informatie zou willen ontvangen antwoordt 52%: via de krant. 45% geeft aan een nieuwsbrief hiervoor geschikt te vinden. De lokale pers is dus een belangrijk communicatiemiddel voor de bewoners van de onderzochte dorpen. Persberichten opstellen voor de lokale kranten zou dus een effectief communicatiemiddel kunnen zijn voor het project AFC NP. Informatieavonden of een speciaal informatiecentrum zijn minder effectief, omdat slechts 23% van de ondervraagden aangeeft hierdoor informatie te willen krijgen. Echter blijken de informatieavonden wel wenselijk, aangezien toch bijna een kwart aangeeft op deze manier informatie te willen
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
21
ontvangen. De informatieavonden zouden ook kansen kunnen bieden om de informatieverstrekking meer interactief te maken. Voor informatieverstrekking via de website geldt hetzelfde. 26% geeft aan via de website informatie te willen verkrijgen, wat toch ongeveer een kwart van de respondenten is. De uiteindelijke conclusie is dat de respondenten veel informatie verkrijgen uit (lokale) kranten en dagbladen en dit ook doorspelen naar andere buurtbewoners. Echter moet de kracht van de informatieavonden en de website niet onderschat worden. Deze kunnen makkelijker gebruikt worden om meer gedetailleerde informatie te geven over specifieke onderwerpen. Ook zijn deze vrij laagdrempelig, waardoor een grote doelgroep bereikt kan worden. Tot slot zijn er nog de dorpsraden / dorpsvertegenwoordigers. Slechts 4% van de respondenten heeft aangegeven via hen informatie te ontvangen. Hier liggen nog wel kansen voor de TOM. Er wordt nu al gebruik gemaakt van deze media, echter wordt dit niet zo ervaren door de respondenten. Door meer uiting te geven aan het betrekken van de dorpsraden / dorpsvertegenwoordigers kan de TOM laten zien dat zij de kernen en haar inwoners actief bij het project AFC NP betrekt. Communicatieonderwerpen Het belangrijkste onderwerp waar mensen informatie over zouden willen krijgen is de hoeveelheid lichtuitstoot die zal plaatshebben als het plan gerealiseerd is. 56% van de respondenten geeft aan in de toekomst meer informatie over dit onderwerp te willen ontvangen. Andere onderwerpen waar respondenten informatie over willen ontvangen zijn; de huisvesting van buitenlandse werknemers (49%), de invloed van het AFC NP op het milieu (40%), de kansen voor de leefbaarheid (39%) en de soorten bedrijvigheid die gerealiseerd gaan worden (39%). Met name over deze onderwerpen is dus te weinig informatie beschikbaar gesteld, of deze informatie heeft de respondenten uit dit onderzoek niet bereikt. Toekomstige informatieverstrekking heeft dan ook veel kansen om de negatieve aandacht omtrent het AFC NP om te buigen naar positieve. Dit kan door bovengenoemde onderwerpen er bij te betrekken, en deze onderwerpen te verhelderen voor geïnteresseerden. Verder kan via deze weg ook worden benadrukt wat voor kansen het AFC NP biedt. Een aanvulling op deze resultaten is de informatieverstrekking omtrent de realisatiefase van het AFC NP. Dit is de eerstvolgende fase, en hoewel slechts 21% van de respondenten aangeeft hier meer over te willen weten, is het toch belangrijk om hier voldoende over te informeren. Dit is nog steeds één op de vijf respondenten en gezien de fase van het project is het belangrijk dat de focus op dit onderwerp komt te liggen. Ook al scoort deze niet het hoogste bij de respondenten.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
22
5.2
Aanbevelingen
Informatiebehoefte Gezien 66% van de ondervraagden aangeeft geen extra informatie willen is het verleidelijk om geen bijzondere aandacht te schenken aan de 34% die wél extra informatie wil. Dit deel van de respondenten heeft soms echter serieuze zorgen over wat gaat komen en heeft ook het recht hier meer informatie over te krijgen. Verder zou het ook in positieve zin bijdragen aan het imago van het AFC NP om deze groep goede en heldere informatie te verstrekken. Immers gaan veel van de zorgen over punten waar al uitvoerig aandacht aan is besteed binnen het plan. En waar alleen nog maar een verheldering voor de doelgroep moet worden gecommuniceerd. Bij de uitvoering van het onderzoek viel aan de ene kant op dat een groot deel van de mensen niet bezorgd was en geen extra informatie wilde, maar aan de andere kant dat er oprechte interesse was naar meer en vooral meer specifieke informatie. Voor het creëren van draagvlak en goodwill is informatieverstrekking op maat dus een belangrijke opgave. De aanbeveling is dus om de informatieverstrekking nu zo vorm te geven dat er gedoseerd informatie over specifieke onderwerpen wordt gegeven die op dat moment aan bod zijn. Lokale media Het onderzoek heeft uitgewezen dat de bewoners van de kernen veelal hun informatie uit de (plaatselijke) kranten halen. Deze worden erg goed gelezen en zijn dus een belangrijk medium. Het is daarom verstandig om via deze weg in de toekomst informatie te verstrekken aan omwonenden, omdat dit een manier is waaraan de doelgroepen al gewend zijn. Doordat het nieuws uit de krant ook in deze dorpen vaak wordt besproken met buurtbewoners kan de effectiviteit van het communicatiemiddel verder worden verhoogd. Wel is het belangrijk om de informatie in de juiste vorm aan te leveren. Onduidelijkheden in de informatie leveren meer vragen op dan dat ze weggenomen worden. Als voorbeeld: Niet alleen dat het verkeer wordt weggeleid via de A29, maar: hoe het verkeer wordt weggeleid, via welke route en nadrukkelijk dat het verkeer niet via de kernen gaat. Bij voorkeur wordt deze informatie in beeld weergegeven, wat zorgt voor een beter inlevingsvermogen. Het opstellen van een persbericht voor de lokale kranten kan ook erg effectief zijn. Kort en krachtig wat er gaat gebeuren en eventueel een verwijzing naar de website waar meer specifieke informatie staat, simpel en effectief. Het verstrekken van nieuws via een nieuwsbrief blijkt ook populair bij de ondervraagden. Met name omdat dit een meer directe vorm van communicatie is, die ook nog eens laagdrempelig is. De informatie wordt direct aangeleverd bij de doelgroep en deze kan de informatie doornemen op een moment dat het hen uitkomt. Het is aan te bevelen om met regelmaat dit middel te gebruiken in de informatieverstrekking, om op een exclusieve manier kwalitatief nieuws te verspreiden onder geïnteresseerden. Een speciale nieuwsbrief laat zien dat er aandacht wordt besteedt aan de onderwerpen waaraan de doelgroep behoefte heeft, maar laat vooral ook zien dat de TOM deze doelgroep niet uit het oog verloren is en hen betrokken wil houden. Ook als er geen bijzondere informatie is willen bewoners graag weten wat de stand van zaken is. Of wat er op korte termijn gaat gebeuren. Een nieuwsbrief kan met name een krachtig medium zijn als een bepaald thema erg speelt onder een doelgroep waar concreet vorm aan kan worden gegeven. Dit thema kan dan specifiek en uitvoerig behandeld worden in een nieuwsbrief en verspreid worden onder deze doelgroep. Informatieonderwerpen Uit de enquête blijkt dat enkele onderwerpen met betrekking tot de ontwikkeling van het AFC NP belangrijk zijn voor de bevolking van de genoemde kernen. Niet alle onderwerpen zijn even belangrijk voor mensen. Over bijvoorbeeld de onderwerpen lichtuitstoot, huisvesting van buitenlandse medewerkers en kansen voor de leefbaarheid willen meer mensen informatie dan over de realisatiefase of de vormgeving. Echter is belangrijk is dat alle
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
23
onderwerpen die zijn genoemd door respondenten worden behandeld in de toekomstige informatieverstrekking. Bij bijna elk thema heeft meer dan 20% van de respondenten aangegeven dat ze meer informatie over dit thema zouden willen verkrijgen. Dit wil zeggen dat er zoveel vraag naar is dat het niet achterwege gelaten kan worden. Ook een belangrijk argument om de thema‟s te behandelen is dat de ondervraagden hebben meegewerkt aan dit onderzoek. Om dezelfde onrust te voorkomen als bij de workshops/informatieavonden, waarbij de doelgroep zich genegeerd voelde, is het aan te raden deze thema‟s te behandelen. Zo wordt een duidelijk signaal gegeven: Wij van het AFC NP zijn jullie, de respondenten, dankbaar voor jullie bijdrage om onze communicatie te verbeteren. Nu zal hier gebruik van worden gemaakt om jullie beter te informeren. Het verschil in de belangrijkheid van de onderwerpen kan worden gebruikt om te bepalen hoeveel aandacht wordt besteedt aan de informatieverstrekking over elk onderwerp. Uit de afweging van belangrijkheid zou duidelijke informatie over de uitstoot van licht dus relatief van groter belang zijn dan het uitvoerig uitbeelden van de realisatiefase van het project. Echter moet bij deze afweging ook niet worden vergeten in welke fase het project zit. Zo scoorde de informatieverstrekking over de realisatiefase vrij laag. Echter moet hier nu wel op worden gefocust omdat dit de eerstvolgende fase in het project is. Deze rangschikking kan ook worden gebruikt om een keuze te maken welke communicatiemiddelen worden gebruikt voor welke thema‟s. Specifieke thema‟s kunnen beter via een nieuwsbrief of de website worden behandeld.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
24
Bronnenlijst Internet - Algemene informatie over AFC NP is te vinden op http://www.nieuwprinsenland.nl/ (vooral gebruikt gedurende de oriëntatiefase van het onderzoek) - Informatie over de opdrachtgever en initiatiefnemer van AFC NP is te vinden op http://www.tombrabant.nl/index.php (gebruikt tijdens de oriëntatiefase) Literatuur - Michels, W. (2008) Communicatieplanner, Groningen/Houten, Wolters-Noordhoff BV - Fischer, T., Julsing, M. (2007) Onderzoek doen! Wolters-Noordhoff BV - Michels, W. (2008) COMMUNICATIE HANDBOEK, Groningen, Noordhoff Uitgevers bv
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
25
Bijlagen Inhoudsopgave Bijlage 1 – Onderzoeksstrategie Bijlage 2 – Verslagen van diepte-interviews Bijlage 3 – Enquête Bijlage 4 – Ingevulde matrix
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
26
Bijlage 1 – Onderzoeksstrategie Project Nieuw Prinsenland Doel strategie Deze strategie is een uitwerking van de aanpak van het onderzoek naar de communicatie en informatieverstrekking van de TOM rondom project Nieuw Prinsenland (ook wel te noemen: NP). Met deze strategie wil de opdrachtnemer de precieze uitvoering van de opdracht concreet weergeven. In de strategie moet, beargumenteerd, duidelijke worden welke acties uitgevoerd dienen te worden om de centrale vraag uit het Plan van aanpak te beantwoorden. De strategie beschrijft 3 zaken: 1. Welke fasen er in de opdracht omtrent project Nieuw Prinsenland zijn aan te geven 2. Welke doelen deze fasen hebben 3. Met welke middelen en op welke manier aan het behalen van deze doelen wordt gewerkt. De fasen in het project worden weergegeven in de onderstaande figuur: Voorbereiding op het project
Enquête- onderzoek in de omgeving van Nieuw Prinsenland
Oriëntatie op omgeving/ Interviews met belangengroeperingen
Opstellen rapport met conclusies over informatievoorziening
Analyseren van de verzamelde gegevens
Voorbereidingsfase Deze fase is bijna ten einde. In deze fase is het plan van aanpak gemaakt en is inleidende informatie verkregen over het onderwerp, beide in literatuur en in het veld. In deze fase is vooral gekeken naar wat de belangrijkste belanghebbende partijen in het project zijn.
Oriëntatiefase Op dit moment zit het projectteam in de oriëntatiefase. Deze fase heeft als doel om informatie te krijgen over de belanghebbende partijen in het project. Er zijn, logischerwijs, verschillende meningen en standpunten met betrekking tot het AFC. Verschillende groeperingen denken mee tijdens de voortgang van het project. Deze groeperingen zijn vertegenwoordigd in de klankbordgroep voor het AFC. Aangezien deze groeperingen veel belang hebben bij het AFC, is het waardevol om met vertegenwoordigers van de groeperingen oriënterende gesprekken te houden. Belangrijke onderwerp waarover informatie wordt gevraagd zijn: - Standpunt over het glastuinbouwgebied Nieuw Prinsenland. - Wat zijn de belangrijkste onderwerpen met betrekking tot NP, beide positief en negatief? - Standpunt over de communicatie met betrekking tot dit plan. - Waarover willen de bewoners geïnformeerd worden? - Op welke manier wil men hierover geïnformeerd worden? - Wat zijn goede methoden om ons onderzoek uit te voeren? Door middel van diepte-interviews wordt naar bovenstaande onderwerpen gevraagd. Diepteinterviews zijn zeer geschikt om diep op bepaalde materie in te gaan. Zij zijn in deze fase van het onderzoek geschikt om achtergrondinformatie van enkele belangrijke sleutelfiguren te krijgen over de informatievoorziening van het AFC. Met behulp van de respondenten worden de wensen,
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
27
verwachtingen en behoeftes van dit onderzoek in kaart gebracht. Voor de diepte interviews is gekozen om die extra informatie van respondenten te gebruiken voor de ontwikkeling van het kwantitatief onderzoek. (bron: onderzoek doen). Groeperingen die zullen worden benaderd voor een interview zijn: Groepering Actiegroep GlashardNee
Contactgegevens verstrekt door De TOM
Stichting Behoud Open Polders Dorpsraden van Dinteloord, Stampersgat, Heiningen
De TOM De TOM
Tuinder uit het Steenbergs Westland
De TOM
Locale ZLTO
De TOM
Bewoner van de polder
De TOM
Ondernemersvereniging
Studenten
Lokale Natuurvereniging
Studenten
Recreatieschap?
Studenten
In overleg met de TOM wordt de definitieve lijst met te interviewen groeperingen doorgenomen. Ook de interviewvragen, die zullen verschillen per groepering, zullen ter goedkeuring worden besproken met de TOM. Met behulp van de contactgegevens worden afspraken gemaakt voor diepte-interviews met een vertegenwoordiger van de betreffende groepering. Een groep van minimaal 2 personen van de opdrachtnemers interviewt een bepaalde groepering. Eén persoon notuleert het gesprek, zodat de belangrijkste informatie duidelijk is en een duidelijk verslag geproduceerd kan worden ten behoeve van het vervolg van het onderzoek. In elk verslag worden de meest opvallende zaken uiteindelijk op een rijtje gezet. Dit lijstje geeft daarmee weer waar in het vervolg van het onderzoek extra aandacht besteedt dient te worden. Dit kan bijvoorbeeld de beste manier zijn om de inwoners van één van de kernen te bereiken. Of een bezwaar tegen het AFC waaraan veel aandacht besteedt zal moeten worden, omdat bewoners hier erg aan hechten. De locatie van het interview wordt vastgesteld bij het maken van de afspraak met de vertegenwoordiger. Zo mogelijk worden meerdere gesprekken op één dag gepland. Randvoorwaarden bij uitvoering van het gesprek: - De opdrachtnemers voeren een opdracht uit voor de TOM. Zij kunnen niet aangesproken worden op de werkwijze van de TOM. - De opdrachtnemers geven hun mening over het AFC niet weer.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
28
Matrix Er wordt een matrix opgesteld waarin de mening van de geïnterviewde groeperingen kan worden ingevuld. Ook kan in de matrix worden aangegeven wat voor elke groepering de belangrijkste onderwerpen zijn met betrekking tot het AFC. De matrix ziet er als volgt uit:
Milieu
Landschap
Sociaal
Economie Economische groei
Tuinbouw
Leefbaarheid
Werkgelegenheid
Werknemers
Bebouwing
Uitzicht
Snelweg
Verkeer
Geluid
Licht
ALGEMEEN
Doelgroepen
Voorstanders Meedenkers Neutralen Tegenstrubbelaars Tegenstanders Na uitvoering van het enquête onderzoek (de uitvoeringsfase) wordt de matrix ingevuld met de verkregen informatie uit omgeving van Nieuw Prinsenland. Met deze informatie is het mogelijk de communicatiestrategieën op te stellen voor elke doelgroep. Voorstanders van het AFC zullen bijvoorbeeld op een andere manier en met andere informatie benaderd moeten worden dan mensen die fel tegen het project zijn. Er zijn meerdere communicatiedoelen, weergegeven in onderstaande afbeelding.
Het doel is:
Informatie bekendmaken
Doelgroep beïnvloeden
Alleen zenden
Informering
Overreding
Zenden en ontvangen
Dialogisering
Formering
De matrix geeft aan dat de belanghebbenden voor het onderzoek worden ingedeeld in de mate waarin zij positief staan tegenover het AFC. De uiteindelijke communicatiestrategie zal afhangen van deze indeling. De neutralen zullen tevreden zijn met voldoende informatie over de voortgang van het project. Voor hen hoeft alleen informatie verzonden te worden. De meedenkers zullen willen reageren op de verzonden informatie. Met hen moet een goede dialoog op worden gestart om tot kwalitatieve communicatie te komen. Een voorbeeld van deze categorie van belanghebbenden is Samenstichting Stappersgat. (naar alle waarschijnlijkheid is de achterban van deze stichting in te delen in dezelfde categorie). De stichting wil namelijk meedenken in het project, om in de realisatie uiteindelijk de kansen die er liggen voor Stampersgat zo goed mogelijk te benutten.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
29
Uitvoeringsfase Het begin van de uitvoeringsfase loopt samen met het einde van de oriëntatiefase. Hierin worden de resultaten uit de diepte interviews verwerkt. Naderhand wordt beoordeeld welke informatie gebruikt kan worden voor de uitvoeringsfase. Bijvoorbeeld vragen uit de interviews die ook voor de enquête gebruikt kunnen worden, standpunten van de verschillende doelgroepen en genoemde communicatiemiddelen. Na de oriëntatiefase zal eerste een overleg plaatsvinden met de TOM en de HAS over de beste onderzoeksmethode. Aangezien er meerdere methoden zijn om informatie te verkrijgen van den doelgroep, zal een goede afweging gemaakt moeten worden over de methode die in dit project kwalitatief zal zijn. Een face-to-face enquête is een voor de hand liggende methode, omdat hij kwalitatief is en omdat hier veel mensen mee benaderd kunnen worden. Groot nadeel hiervan is de hoeveelheid tijd die deze methode vergt. Een internetenquête is een beproefde methode om kwantitatieve informatie te krijgen. Gezien de doelgroep is het mogelijk dat met deze methode niet voor alle inwoners een praktische methode is. Verder is het mogelijk om informatieavonden te houden waarbij een enquête ter plekke in te vullen is. De voorkeur gaat uit naar een combinatie van methoden, omdat de verschillende kernen naar alle waarschijnlijkheid met verschillende onderzoeksmethodes bereikt moeten worden. Voorwaarde is echter dat de alle ondervraagden dezelfde vragenlijst invullen, om de resultaten op een juiste manier te kunnen vergelijken. Er zal waarschijnlijk een kwantitatief onderzoek in de vorm van een enquête worden opgesteld voor het omgevingsonderzoek. De genoemde onderwerpen van de diepte-interviews worden omgezet in vragen die, voor zo ver mogelijk, in gesloten vorm aan de bewoners van Dinteloord, Stampersgat en Heijningen zullen worden voorgelegd. Deze gesloten vraagvorm zal bestaan uit beide meerkeuze vragen en vragen waarde respondent een waardecijfer kan hechten aan een item. (bijvoorbeeld op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 het minst goed gewaardeerd en 5 het meest goed gewaardeerd.) In samenspraak met de opdrachtgever zal een keuze worden gemaakt met welke methode(n) het kwantitatieve onderzoek uitgevoerd wordt. Na het opstellen van de enquête zal er een eerste controlemoment zijn met begeleiders van zowel de TOM als Hogeschool HAS Den Bosch. Tijdens dit controlemoment wordt de enquête beoordeeld en wordt feedback gegeven aan de studenten, waarmee zij de enquête kunnen verbeteren. Deze feedback heeft als doel om de enquête zo goed mogelijk af te stemmen op het doel dat behaald moet worden en om onnodige fouten te voorkomen. Na deze controle wordt aangevangen met het afnemen van de enquête onder de doelgroepen. Dit wordt gedaan op openbare locaties waar verwacht wordt dat een groot deel van de doelgroepen samen komt, zoals een supermarkt. Er wordt enkele dagen actief geënquêteerd in de omgeving van Nieuw Prinsenland. Hiervoor worden eerste de nodige berekeningen gemaakt, zoals de populatiegrootte en de steekproefgrootte.
Analysefase Na het enquêteren worden in de volgende fase de onderzoeksresultaten geordend en geïnterpreteerd. Voor de verwerking van de verkregen gegevens wordt gebruik gemaakt van SPSS. De matrix kan nu volledig worden ingevuld. Verwacht wordt dat door de ingevulde matrix duidelijk wordt welk aantal omwonenden tot elke categorie behoort en welke onderwerpen met betrekking tot NP voor deze categorie belangrijk is. Wellicht is het belangrijk om de verkregen informatie per kern apart te houden, omdat de communicatiebehoefte in de verschillende kernen kan verschillen.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
30
Afrondingsfase In de laatste fase, de afronding, wordt er een eerste conceptrapport opgesteld met daarin de conclusie over de meest passende communicatiestrategieën. Aan de hand van de ingevulde matrix wordt de keuze gemaakt over de te volgen communicatiestrategie per categorie met betrekking tot de informatieverstrekking omtrent Nieuw Prinsenland. Vervolgens wordt bij elke categorie en strategie de best passende communicatiemethode geplaatst. Ook wordt aangegeven waarover vooral geïnformeerd moet worden richting de verschillende groepen bewoners. Het concept van het rapport wordt doorgesproken met de begeleiders van de TOM en de Hogeschool HAS Den BOSCH, waarna het concept wordt aangepast naar aanleiding van de feedback. Het definitieve rapport wordt uiteindelijk ingeleverd bij zowel de TOM als opdrachtgever, en de Hogeschool HAS Den Bosch als kennisinstelling voor de beoordeling van de studenten. Verder wordt in de afrondingsfase een presentatie voorbereid met als doel de belangrijkste resultaten en conclusies van het onderzoek mee te delen aan belanghebbenden.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
31
Bijlage 2 – Verslagen diepte-interviews Interview bewoner Heiningen Hoe komt u aan informatie over AFC NP? De meeste informatie krijg ik via de klankbordgroep, echter het grootste deel van de informatie vanuit de TOM is gegaan naar Dinteloord en Stampersgat. Nu is er een dorpsraad in Heijningen, maar die bemoeit zich nog niet veel met het AFC NP. Het lijkt erop alsof het AFC NP veel meer leeft in het buitengebied van Heiningen. Standpunten over het AFC NP: Veel inwoners zijn tegen de komst van windmolens en tegen de komst van een biovergister. Ook de dorpsraad van Fijnaart zou betrokken moeten worden bij het onderzoek, daar is sprake van dezelfde situatie als in Heijningen. Wat voor Heijningen geldt, geldt ook voor Fijnaart. Positieve punten AFC NP: Zijn er eigenlijk niet, het is onduidelijk waarom het er eigenlijk moet komen, krijgen nu echt de boeren uit Oost-Brabant de ruimte of komen deze gewoon uit het Westland. Er is angst dat de werkgelegenheid wordt opgevuld door importmensen en niet door inwoners van Heijning. Hoe kan Heiningen een graantje meepikken van de economische impuls? Negatieve punten AFC NP: De windmolens, hoge kassen en de biovergister. Er worden veel dingen beloofd, maar achteraf weer teruggedraaid, zoals de groenstroken en de dijklichamen, dat zorgt voor veel onbegrip en teleurstelling. Het project is te groot, teveel kassen. Hoeveel werknemers komen er, van welke afkomst? Er zijn vooral heel veel onduidelijkheden, we weten niet echt wat er gebeurd. Waarover zou geïnformeerd moeten worden: Hoe de aankleding er uit komt te zien, er gaan bijvoorbeeld geruchten dat de kassen tot 20 meter hoog worden, wat is nu de autonome ontwikkeling van de SuikerUnie. Wat gaat er gebeuren met de biogasinstallatie en wat voor gevolgen heeft dat, met name qua geluid, stankoverlast en visuele aspecten. Manier van informatie ontvangen: Informatieavonden, Paul Hagen moet meer informatie geven aan eigenlijk alle inwoners. De klankbordgroep heeft weinig invloed meer, de functie is eigenlijk verdwenen. Bijeenkomsten kunnen in Heijningen gehouden worden in het dorpshuis. De Moerdijkse Bode is een geschikt krantje, de pagina‟s van de gemeente Moerdijk worden hierin vooral gelezen. Tijdens de informatieavonden zouden er discussies gehouden moeten worden, waarbij de inwoners hun mening kunnen geven. Daar zou ook mee gewerkt moeten worden. Als mensen een hele vracht informatie krijgen, nemen mensen dat niet op en weten ze nog steeds niets. Geef mensen daarnaast de mogelijkheden om foto‟s te bekijken over hoe het er uit gaat zien bijvoorbeeld op de dijk van Heijningen. Breng dus in beeld hoe het er in de toekomst uit gaat zien. Manier om Heiningen te bereiken voor het onderzoek: Via de dorpsraad kunnen de meeste Heijningers bereikt worden. Een enquête is hier eigenlijk niet mogelijk, langs de deuren lukt niet omdat mensen hier niet aan mee zullen
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
32
werken, op straat zijn eigenlijk te weinig mensen, dhr. Punt, de wethouder zou eventueel ingeschakeld kunnen worden. Interview Steenbergse tuinder Algemene informatie over de tuinder De tuinder geeft aan dat hij samen met 4 broers 4 tuinbouwlocaties heeft. Oorspronkelijk komt hij uit het Westland, hij is dus gewend aan een grote met kassen bebouwde gebieden. In Steenbergen waar hij nu zit, zit hij ook in een glastuinbouwconcentratiegebieden. In Nieuw-Prinsenland komt ook zo‟n glastuinbouwconcentratiegebied. Toen de tuinder 11 jaar geleden startte op deze locatie had hij weinig problemen, in het gebied zaten vrijwel alleen maar agrariërs en die vonden het vooral jammer dat ze zelf niet uitgekocht werden. Na verloop van tijd raakt iedereen gewend aan de kassen waardoor er geen problemen meer zijn. Belangrijke bezwaren van omwonenden De belangrijkste bezwaren van burgers tegen de komst van kassen zijn vaak de huisvesting van Polen, het verlies van het uitzicht, verkeerstoename en geluid- en lichtoverlast. Verkeerstoename is er altijd bij nieuwe activiteiten en geluid- en lichtoverlast is heel beperkt door de strenge regelgeving die de overheid hanteert. Voordelen voor de omgeving. Er ontstaat werkgelegenheid in bepaalde sectoren. Nu heeft de tuinder 80 scholieren in dienst op 15 ha glas. Maar voor mensen die niet in de tuinbouwsector werkzaam zijn, zijn er eigenlijk geen voordelen. Communicatie naar omwonenden en belanghebbenden Er moet duidelijk worden aangegeven hoe het gebied concreet ingevuld wordt, en de informatie moet heel laagdrempelig worden zonder verdere verplichtingen. Een informatiecentrum kan een goed idee zijn maar het moet natuurlijk ook economisch interessant zijn, er wordt namelijk door de bevolking gedacht dat de TOM niet luistert, terwijl er financieel gewoon niet meer mogelijk is. De TOM zou wel de nieuwsbrief opnieuw kunnen uitbrengen, die informatie is laagdrempelig. Licht, geluid en verkeer. De gemiddelde omwonende denkt over licht en geluid in spookbeelden, er ontstaan geruchten die steeds sterker worden. De waarheid wordt vaak onrecht aangedaan. Bij verkeer maken de mensen vaak de vergelijking met de suikercampagne, ze gaan er vanuit dat de toename van verkeer evenredig zal zijn als de uitbreiding van de SuikerUnie. Positieve relatie met omwonenden na realisatie. Veel werkgelegenheid voor de lokale bevolking zorgt voor goodwill onder de bevolking. De beste ambassadeurs zijn eigen werknemers. Ook een beetje sponsoring naar lokale verenigingen helpt bij de acceptatie en de positieve houding van omwonenden. Zijn er bepaalde categorieën van omwonenden. Agrariërs vinden het alleen jammer dat ze zelf niet opgekocht worden, soms problemen met het uitzicht maar over het algemeen niet negatief. Burgers hebben meer bezwaren vooral als ze niets met de tuinbouwsector hebben. Verder denken mensen die er voordeel bij hebben dat het positief is (scholieren). Fietsers, maar dat zijn relatief weinig, is toch een stukje gewenning, na verloop van tijd ontstaat er berusting.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
33
Relatie met omwonenden na realisatie Duurzame goodwill, misschien geen beschikbare werknemers uit de dorpen, maar niet cruciaal, Polen kan ook. Bij uitbreiding kunnen wel problemen ontstaan, daarom moet er gezorgd worden voor een positieve uitstraling, anders maakt iedereen bezwaar. Tuinbouw kan ook wel zonder goodwill, voor gezin kan anders. Tips voor het onderzoek Ga eens vragen bij de informatie keet van Rijkswaterstaat bij de A4, hoeveel mensen er komen, heeft dat zin, zo‟n informatiekeet. Om de mensen in het buitengebied te bereiken moeten de mensen gewoon opgebeld worden. De mensen in het dorp door informatie avonden en bied de mensen ook iets aan, waardoor ze gestimuleerd worden om mee te werken. Probeer daarmee niet te vrijblijvend te zijn Communicatie naar omwonenden en belanghebbenden. Er moet duidelijk worden aangegeven wat de concrete invulling van het gebied is. Er is een open dag geweest voor de mensen uit Dinteloord in de kas van de tuinder, er zijn maar 30 mensen geweest, dus zoveel animo is er ook niet. Het is wel heel positief en de mensen zijn echt positief verbaast over de voordelen van kassen. De informatieverstrekking daarom heel laagdrempelig gehouden worden. Manieren kunnen zijn: op de markt staan, een informatieavond of een papieren invul enquête. De grote “vergeten”middenklasse moet bereikt worden, met name de gematigde voorstanders. Geef ook duidelijk aan wat de plannen zijn met de huisvesting van Polen. Interview Stichting GlashardNee Waar staat stichting Glashard NEE voornamelijk voor? Eerlijke informatie naar de burgers en behoud open landschap Wat voor activiteiten doet stichting GlashardNee om hun idealen te bereiken? Onderhouden van de website met informatie en links. Deelnemen aan de discussie in Klankbordgroep en Gemeenteraad. Brieven aan kranten en Provincie. Organiseren van informatieve avonden voor de burgers over natuur en landschap. Deelname aan Nacht van de Nacht, deelname aan tv programma Landroof. Onderhouden van contacten met andere belangengroepen (BOB, Fijnaart, BMF, Sirene) Hoe staat de stichting Glashard NEE tegenover het AFC Nieuw Prinsenland? Het mag duidelijk zijn dat wij veel liever een ontwikkeling hadden gezien in de agrarische sector met akkerbouw als hoofdbestemming. Ook ontwikkeling van natuurgebieden langs de Dintel en de Vliet en uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden van dit relatief rustige gebied tussen enorme industriële gebieden in zouden verre te verkiezen zijn in plaats van het glastuinbouw- en industriegebied zoals die nu gepland zijn. Wat zijn in de ogen van stichting Glashard NEE positieve punten aan de ontwikkeling van het AFC? Wij hebben er geen kunnen ontdekken. Het behoud van werkgelegenheid en aantrekken van nieuwe kansen voor de lokale werkzoekenden, hadden op veel kleinere schaal gekund, denken wij. Nu is de Suiker Unie zichzelf aan het ombouwen tot energie centrale met bijbehorende klanten op een plek die niet bij voorbaat logisch was als locatiekeuze. Wat zijn in de ogen van stichting Glashard NEE de drie meest negatieve punten aan de ontwikkeling van het AFC? Het verloren gaan van vruchtbare akkergrond en ecosysteem in de Oud Prinslandse Polder. De komst van een glas en industriegebied dat proportioneel veels te groot is en vele werknemers van buiten zal aantrekken, voor wie de voorzieningen nog vaag zijn.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
34
Zijn er veranderingen geweest in de standpunten van stichting Glashard nee gedurende de periode waarin de plannen voor het AFC NP gerealiseerd werden? De standpunten zijn eerder verhard dan dat er sprake was van acceptatie t.a.v. het AFC NP. Vooral de onduidelijkheid over welke industrieën er zich uiteindelijk gaan vestigen en de belasting van licht, geluid en verkeer op de woonomgeving baren ons grote zorgen. Hoe (via welke kanalen) komt de stichting op dit moment aan informatie m.b.t. het AFC NP? Via de Klankbordgroep en via het internet. Hoe loopt de communicatie tussen stichting Glashard NEE en de Tuinbouw Ontwikkelings Maatschappij (TOM)? De communicatie is sterk verbeterd na het zeer vage begin. De inspanning van de Provincie en de TOM is zeer te waarderen. Het blijft wel heel moeilijk om alle stukken zodanig te lezen en te vertalen dat er een duidelijk beeld ontstaat voor de burgers. Ook de informatie t.a.v. andere kernen, met name die van Fijnaart laat nog te wensen over. Het is soms ontmoedigend om als leek de ambtelijke stukken te verteren. Alleen dankzij deskundigen binnen de belangenorganisaties is er een goede ingang te vinden in de inmiddels stapels papier. Wat vindt u van de communicatie/informatieverstrekking m.b.t. het AFC NP tot nu toe? De informatie vanuit de Klankbordgroep is zeer uitgebreid. Het blijft echter een eenzijdig verhaal. De initiatiefnemers laten zien hoe ze het doen, terwijl wij kunnen toekijken. Onze zienswijze wordt af en toe wel aangehaald, maar voor een echt alternatief is er geen ruimte. Op welke manier zou u in de toekomst graag geïnformeerd worden over de ontwikkelingen van het AFC NP? (Bijvoorbeeld: welke methoden, frequentie van communicatiemomenten, enz.) Vanaf het begin moet duidelijk worden gemaakt om welke plannen het gaat en hoe de procedure in elkaar steekt. De burger wil iets te kiezen hebben. We hebben in de ontwerp ateliers alleen wat mogen schuiven met blokjes, maar we konden het absoluut niet van tafel vegen. Zijn er nog belangrijke feiten die betrekking hebben op stichting Glashard NEE die hierboven nog niet ter sprake zijn gekomen? GlasHardNee bestaat nu uit voornamelijk natuurminnende bewoners die Dinteloord niet hebben verlaten vanwege de mooie omgeving of die er juist zijn komen wonen vanwege die omgeving. Nog steeds komen we bewoners tegen die zich nu opeens zorgen maken over de omvang van het plan en de komst van een windpark. Heeft u tips voor ons over de beste manier om uw achterban te bereiken voor ons onderzoek? Via de Dorpsraad. Ook de plaatselijk krant is een hulpmiddel. Interview dorpsraad Dinteloord De dorpsraad Dinteloord is een stichting die zich momenteel voornamelijk bezig houdt met het ontwikkelen en het kijken naar IDOP‟s en de plannen van het AFC NP. Standpunten m.b.t. het AFC NP De dorpsraad is redelijk positief over het AFC NP maar is wel van mening dat er nog veel tekort schiet in de communicatie. De onderwerpen die belangrijk zijn voor Dinteloord en waar nog onduidelijkheid over bestaan, zijn met name het werkelijke bebouwd oppervlak, het werkverkeer van de Dintelmond naar de snelweg en de huisvesting van de medeEuropeanen, die waarschijnlijk te werk worden gesteld in het AFC NP.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
35
Positieve punten AFC NP De dorpsraad hoopt wel dat de leefbaarheid in Dinteloord zal verbeteren door de economische groei, groei van de werkgelegenheid en door de komst van bedrijfsleiders naar het gebied. Negatieve punten AFC NP De inwoners van Dinteloord zijn het meest negatief over de hoge wallen, de waterbassins, de windmolens en de industrie. Binnen de achterban zijn de meningen over het AFC NP wel verdeeld, de meeste inwoners zijn sceptisch over de plannen van de TOM, vooral omdat de TOM heel onbekend is. De SuikerUnie kan rekenen op veel meer steun vanuit de bevolking, dat komt vooral door de historische relatie met de suikerunie. Informatieverstrekking m.b.t.AFC NP De dorpsraad Dinteloord vindt de informatieverstrekking gebrekkig, de TOM heeft wel leuke ideeën zoals de inspraak voor inwoners van Dinteloord realiseren door het gebied fictief in te richten met behulp van legoblokjes. De gemiddelde inwoner van Dinteloord heeft te weinig informatie gekregen, mensen kennen geen gezichten van de TOM en hebben geen informatie gekregen over de positieve gevolgen van het AFC NP voor de eigen situatie en voor bijvoorbeeld de voorzieningen in Dinteloord. De dorpraad Dinteloord wil graag betrokken blijven bij de realisatiefase van het AFC. NP De dorpsraad kan actief zijn in het doorspelen van informatie naar de achterban. De dorpsraad vindt het namelijk heel belangrijk dat de mensen in een continue flow betrokken blijven bij het AFC NP. Manieren om informatie over te brengen De lokale omroep wil graag informatie uitzenden, maar heeft deze informatie niet. Zij moet daarin worden gefaciliteerd door de TOM. Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een communicatiecentrum zoals Rijkswaterstaat heeft bij de verlenging van de A4. Onderwerpen van informatievoorziening De inwoners zouden graag exacter willen weten wat er wanneer gaat gebeuren. Welke positieve kanten van NP zijn er voor Dinteloord? Maar ook: komen er garanties voor de verkeersluwte van Dinteloord? Waar worden medewerkers van glastuinbouw ondergebracht? Manieren om de bevolking te bereiken voor onderzoek Locatie en tijdstip voor een enquête kunnen zijn op donderdag op het raadhuisplein. Op donderdag is er daar namelijk een markt. Het is dan vaak nog wel redelijk druk waardoor er een goede steekproef verkregen wordt. Er zou goed aandacht aan kunnen worden besteedt door op het raadhuisplein te gaan staan met een stand, waar de enquête te verkrijgen is. Het best zou zijn als daar tegelijk ook informatie beschikbaar is, bijvoorbeeld in de vorm van een folder.Aankondiging van het onderzoek kan via lokaal goed gelezen media. Interview Ondernemersvereniging Steenbergen De ondernemersvereniging Steenbergen is 15 jaar geleden opgericht om het slagkracht van de verschillende ondernemingen in de gemeente Steenbergen te vergroten. Op het moment houdt de ondernemersvereniging zich voornamelijk bezig met het adviseren van de gemeente voor de ontwikkeling van bedrijventerrein Reinierpolder, het vertegenwoordigen van ondernemers bij de gemeente en de ondernemersvereniging is haar rol aan het uitzoeken m.b.t. het parkmanagement bij de SuikerUnie.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
36
Informatieverstrekking. De ondernemersvereniging krijgt haar informatie over het AFC Nieuw-Prinsenland via korte lijnen van de TOM en de SuikerUnie. De Ondernemersvereniging is ook vaak aanwezig bij de overleggen van het college van de gemeente Steenbergen en krijgt daar ook veel informatie van. De ondernemersvereniging is al vanaf de start van het project betrokken omdat de SuikerUnie en ook tuinders in de ondernemersvereniging zitten, die een directe interesse hebben in het AFC NP. De ondernemersvereniging heeft geen directe rol in de ontwikkeling van het AFC NP, echter (nieuwe) tuinders doen wel eens een beroep op de ondernemersvereniging om duidelijkheid over nieuwe ontwikkelingen duidelijk te maken. Standpunten AFC NP De ondernemersvereniging is positief over de ontwikkeling van het AFC Nieuw Prinsenland, het is namelijk goed voor de economie, er ontstaan mogelijkheden voor starters en door de komst van nieuwe bedrijven waardoor de leefbaarheid versterkt worden. De ondernemersvereniging is ook positief over de komst van biogasinstallaties, biogasinstallaties hebben namelijk een veel beter imago dan windmolens. Het AFC NP zorgt ook voor veel nieuwe werkgelegenheid, de ondernemersvereniging weet dat er 1500 nieuwe FTE‟s komen, waarvan de helft zal worden ingevuld door buitenlandse werknemers. Het bedrijventerrein nabij de SuikerUnie zorgt voor veel synergievoordelen en kan een belangrijk rol in de Nederlandse voedingsmiddelentechnologie gaan spelen. Negatieve punten De opvang van buitenlandse werknemers is niet goed geregeld, het is niet erg dat ze komen, het is juist goed voor de economie, omdat ze relatief goedkoper zijn en er genoeg vraag naar werk is. De buitenlandse werknemers zijn als consumenten niet goed voor de economie, ze nemen eigen spullen mee uit het buitenland, maar zorgen wel voor een toename van diefstal bij de detailhandel. De gemeente moet ervoor zorgen dat de opvang van de buitenlanders goed geregeld is en dat waar mogelijk de buitenlandse(gezinnen) gaan integreren in de samenleving. Achterban De achterban van de ondernemersvereniging is unaniem voor de komst van het AFC NP. Er zijn wel kleine meningsverschillen over de huisvesting van buitenlandse werknemers, dat komt omdat de tuinders de werknemers zelf willen huisvesten. De achterban heeft niet direct behoefte aan meer informatie, wel zal die informatie beter verstrekt moeten worden, dat kan bijvoorbeeld op de website van de ondernemersvereniging. De achterban vindt het belangrijk dat het parkmanagement nu al geregeld wordt, dat gebeurd helaas nog niet. Dit moet zo snel mogelijk gebeuren om toekomstige problemen voor te zijn.
Interview Samenstichting Stampersgat Samenstichting Stampersgat is in 1980 met 32 leden gestart, van alle verenigingen uit het dorp iemand. Inmiddels is het bestuur werkbaar gemaakt met 6 leden. Het doel van de stichting is het verbinden van de bevolking van Stampersgat en het bevorderen van de leefbaarheid in Stampersgat Samenstichting Stampersgat was bijna vanaf het begin betrokken bij het AFC NP, De rol van de stichting is dat zij meepraat met de klankbordgroep.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
37
Het standpunt van de samenstichting over AFC NP is Ja, Mits. Aan het begin bij de AICD was de overgrote meerderheid van de bevolking van Stampersgat voor de ontwikkelingen, vanwege een goede relatie met de SuikerUnie. Nu bestaat er vooral bij de inwoners meer onduidelijkheid, omdat mensen niet meer weten wat er allemaal gebeurd. De Samenstichting is niet voor en niet tegen, de Samenstichting wil kansen grijpen en proberen daarbij voordeel te halen voor de leefbaarheid van Stampersgat. Positieve punten van AFC NP De kansen zijn er voor de werkgelegenheid, stagemogelijkheden, voor voorzieningen meer werknemers nodig, tegengaan daling inwoneraantal. Negatieve punten van AFC NP Er komt altijd steeds meer, eerst 20 ha voor de suikerunie. Dit werd uitgebreid naar 40 en vervolgens 250ha met kassen. Daarnaast nu ook windmolens, straks de biovergister. Er bestaat vrees voor een overvloed aan buitenlandse werknemers die gehuisvest moeten worden. Glastuinbouw beperkt Sampersgat in zijn recreatieve mogelijkheden. De meningen in de achterban (dit zijn inwoners van Stampersgat) zijn verdeeld. Een duidelijke tweedeling is aanwezig, ouderen zijn voor, jongeren zijn tegen. Ouderen zijn positief over de SuikerUnie en zien het AFC NP als verlengstuk van de SuikerUnie. Zij kennen nog de voordelen van de werkgelegenheid. Belangrijkste aandachtspunten De huisvesting van Poolse arbeiders, hoe wordt dat geregeld? En hoe wordt voorkomen dat de oudzeedijk als sluiproute gebruikt gaat worden. Waar men verder over geïnformeerd zou willen worden: Inzicht in verkeerstoename, lichtoverlast, daling van de woningprijzen (hierover zijn 70 probleemstukken ingestuurd n.a.v. het PIP) Informatie verloop tot nu toe Bij de algemene dorpsraadvergadering staat elk jaar het AFC NP op de agenda. Er is hierin mogelijkheid tot het krijgen van spreekrecht. De SuikerUnie heeft hiervan ooit gebruikt gemaakt, maar kon op dat moment ook niet veel zeggen. Daarom blijft het onduidelijk wat er gebeurd. De informatie tot nu toe komt eigenlijk alleen van de SuikerUnie af, de klankbordgroep weet vrij veel, maar niets zeker. In de media wordt heel veel gesuggereerd. Mening over de informatieverstrekking en communicatie De stichting krijgt geen concrete informatie, de gemeentes verschuilen zich achter elkaar, en gemeente steenbergen is een ver van hun bed show. Er wordt gewezen naar de MER etc. maar het is nog niet zeker of de MER ook definitief is. Men wil vooral regelmatig geïnformeerd worden, vooral bij besluitvorming of veranderingen. Verder zou men mogelijkheden tot inspraak willen vergroten. Men wil de samenwerking met de TOM versterken, om mee te kunnen denken over bijvoorbeeld recreatiemogelijkheden in het plan. Verbetering in de communicatie zou kunnen door Een voorbeeld: er wordt nu begonnen met geluidswallen, maar niemand is daar iets over verteld. Geef dus aan wat er gebeurd, waarom het gebeurd en wanneer het gebeurd. Er waren ooit de werkateliers waarin mensen veel inzet hebben geleverd, er zijn voldoende mogelijkheden voor inbreng, maar met die inbreng wordt helemaal niets gedaan. Mensen hebben het gevoel dat ze niet serieus worden genomen. De verwachtingen moeten worden ingelost. De Stampersgatters willen eigenlijk informatie op alle punten. De mensen willen concreet hebben wat de werkelijke overlast is van licht, verkeer en geluid. Mensen lezen de MER niet
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
38
of snappen dit stuk niet. Geef bijvoorbeeld duidelijk aan wat een categorie 3 bedrijf is. Mensen zijn van nature argwanend, de TOM kan van alles zeggen, maar het moet duidelijk zijn voor de inwoners wat er precies gebeurd. De stichting wil graat inspraak houden in en betrokken blijven bij de ontwikkeling van AFC NP, maar heeft totaal geen inspraak, alleen al omdat het in een andere gemeente ligt. De stichting heeft weinig invloed op die gemeente Steenbergen. Wil heel graag meepraten wanneer er ook voordeel is voor Stampersgat. Informatie bereikt de Stampergatters het best via: Mensen lezen het Stampersgattertje, een plaatselijk krantje, 4x per jaar, daar kan informatie in staan over wat er de komende periode zal gebeuren, de TOM kan ook iets zetten in de Moerdijkse Bode, komt 2-wekelijks. Een informatieavond is heel nuttig in Stampersgat voor zowel de voortgang als voor inspraakmomenten. Methoden voor ons om het onderzoek uit te voeren in Stampersgat Zie hiervoor. Geïnterviewde wil graag contactpersoon zijn voor ons. Aankondiging van het onderzoek kan lopen via de media in het dorp. Tips voor het onderzoek Realiseer een informatieavond voor inwoners van Stampersgat over de wensen die er zijn die gerealiseerd kunnen worden binnen de huidige plannen. 1 december komt het Stampersgattertje weer uit. Bakker, Slager, KBO voor enquêtes. Parochieblad. Er zijn veel methoden om de bewoners te bereiken. Én…én is het meest kwalitatief.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
39
Bijlage 3 – Enquête
Enquête over de informatieverstrekking van Nieuw Prinsenland In opdracht van de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) wordt een onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de communicatie van het in ontwikkeling zijnde Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door vierdejaars studenten van de Hogeschool HAS Den Bosch in het kader van hun opleiding Stad en Streekontwikkeling. Wij vragen hierbij vriendelijk uw medewerking voor het invullen van deze enquête. Wij vernemen graag uw mening over de informatieverstrekking tot nu toe en uw wensen hierover voor de toekomst. Met behulp van uw mening kunnen wij de initiatiefnemers van het project Nieuw Prinsenland advies geven over de meest optimale manier van informatieverstrekking rondom de ontwikkeling van Nieuw Prinsenland. Wij willen u bij voorbaat bedanken voor uw medewerking en bijdrage.
1. Heeft u wel eens gehoord over het project Nieuw Prinsenland? O Ja (ga verder naar vraag 2) O Nee (ga naar verder vraag 3) 2. Op welke manier(en) heeft u gehoord over Nieuw Prinsenland? O Via andere buurtbewoners/familie/vrienden/etc. O De krant O Nieuwsbrief O Informatieavond O Dorpsraad/dorpsvertegenwoordiger O Websites (bijvoorbeeld www.tombrabant.nl of www.nieuwprinsenland.nl) O Anders, namelijk………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. Heeft u behoefte aan (meer) informatie over het project Nieuw Prinsenland? O Ja (ga verder naar vraag 5) O Nee (ga verder naar vraag 4)
4. Waarom heeft u geen behoefte aan informatie over het project Nieuw Prinsenland? O Geen interesse O Anders, namelijk……………………………………………………………………………………………………………………………………… 5. Op welke manier wilt u (bij voorkeur) geïnformeerd worden over het project Nieuw Prinsenland? (kruis maximaal 3 antwoorden aan) O Via een nieuwsbrief O Via de krant O Via informatieavonden O Via een website O Via een informatiecentrum O Via de lokale omroep O Anders, namelijk………………………………………………………………………………………………………………………………………
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
40
6. Over welke thema‟s wilt u vooral geïnformeerd worden? (kruis maximaal 4 antwoorden aan) O Regionale economie en werkgelegenheid in relatie tot het project Nieuw Prinsenland O Kansen voor de leefbaarheid van uw kern O De initiatiefnemers van het project Nieuw Prinsenland O De huidige stand van zaken (incl. voortraject) O Soorten bedrijvigheid binnen Nieuw Prinsenland O De realisatiefase van het project Nieuw Prinsenland O De vormgeving van het plan (hoe komt het gebied er visueel uit te zien?) O Huisvesting van buitenlandse werknemers O Verandering van de verkeerssituatie O Invloed op het Milieu O Lichtuitstoot O Geluidsontwikkeling O Anders, namelijk……………………………………………………………………………………………………………………………………… 7. O O O O O
Wat vindt u van het project Nieuw Prinsenland? Positief Redelijk positief Geen mening Redelijk negatief Negatief
8. Bent u een man of een vrouw? O Man O Vrouw 9. O O O O O
Wat is uw leeftijd? 0 tot 19 jaar 19 tot 30 jaar 30 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar en ouder
10. Wat is uw woonplaats? O Dinteloord O Stampersgat O Heijningen 11. Wat is uw woonsituatie? O Alleenstaand O Samenwonend/getrouwd zonder thuiswonend(e) kind(eren) O Samenwonend/getrouwd met thuiswonend(e) kind(eren) O Eén ouder met kind(eren) O Anders 12. Heeft u nog op of aanmerkingen die nog niet aan bod zijn geweest binnen deze enquête? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Graag willen wij u bedanken voor uw medewerking! Neem ook eens een kijkje op de website van het project www.nieuwprinsenland.nl
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
41
Bijlage 4 – Ingevulde matrix
Sociaal
Economie
Redelijk positief Geen mening Redelijk negatief Negatief
Belangrijk in positieve zin niet belangrijk Belangrijk in negatieve zin.
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
42
Economische groei
Positief
Tuinbouw
Leefbaarheid
Werkgelegenheid
Werknemers
Bebouwing
Uitzicht
Snelweg
Verkeer
Licht
Mileu
Landschap
Geluid
Milieu aspecten
Communicatieonderzoek voor Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland
43