AGENDAPUNT
NR:
2008.0.106.306
Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris
24 november 2008
Pagina 1 van 12
Collegenota Aan burgemeester en wethouders Datum Documentnummer
2008.0.106.306
Zaaknummer
2008-11-01858
Datum
20-11-2008
Vertrouwelijk
nee
Dienst
Concernstaf
In DT
Nee
Ambtenaar
Patrick van Hoof
In college
Ja
Telefoonnummer
(026) 377 59 84
Voorstel in raadscommissie
Nee
Onderwerp
Convenant Intergemeentelijke Samenwerking Rampenbestrijding
Voorstel in raad
Nee
Genoemde data fataal
Nee
Portefeuillehouder Krikke
2-12-2008
Beslispunten 1. Instemmen met de vaststelling van het convenant en met de ondertekening ervan door de burgemeester in het Regionaal College van Hulpverlening Gelderland Midden.
Korte toelichting / samenvatting In 1991 is tussen gemeenten onderling een convenant gesloten om vorm te geven aan de gezamenlijke voorbereiding op en bestrijding van incidenten en rampen. Sindsdien zijn er diverse ontwikkelingen geweest en is ook aan de intergemeentelijke samenwerking meer concreet vorm gegeven. Het voorliggende convenant betreft dan ook een geactualiseerde versie van het oude convenant. Het doel is ongewijzigd, het convenant is geactualiseerd.
Pagina 2 van 12
1
Te kopiëren stukken voor het college
Ter inzage te leggen stukken voor het college
Het Convenant Intergemeentelijke Samenwerking Rampenbestrijding in de regio Gelderland Midden
Te kopiëren stukken voor raadscommissie of gemeenteraad:
Ter inzage te leggen stukken voor raadscommissie of gemeenteraad:
Pagina 3 van 12
2
Toelichting op het voorstel 1. Aanleiding / Probleemstelling In 1991 zijn tussen gemeenten onderling afspraken gemaakt over onderlinge samenwerking. Deze samenwerking is gezocht in de voorbereiding op en de bestrijding van incidenten en rampen. De afspraken zijn gemaakt omdat gemeenten, bij langdurige en grootschalige incidenten, de bestrijding niet alleen aankunnen. Er zijn sinds 1991 diverse ontwikkelingen geweest en ook de intergemeentelijke samenwerking is meer vorm gegeven. Tijd dus om het convenant te actualiseren. 2. Doel Het doel is betere (gezamenlijke) voorbereiding op incidenten en rampen en een betere afstemming onderling. Het convenant regelt dit en ook de ondersteuning tussen gemeenten onderling bij de bestrijding van incidenten en rampen. 3. Argumenten Door de jaren heen zijn gemeenten heringedeeld en zijn in de regelgeving wijzingen doorgevoerd. Ook is de operationele voorbereiding verbeterd. Gemeenten werken meer samen op het gebied van de rampenbestrijding. De oude afspraken dienen dus te worden opgepoetst, 4. Financiën Er zijn geen financiële consequenties gemoeid met de actualisering van de al bestaande afspraken. 5. Risico’s n.v.t. 6. Uitvoering en evaluatie In het proces zijn de ambtenaren rampenbestrijding van de 16 gemeenten uit de regio Gelderland Midden betrokken. Zij zullen op aanbeveling van het Dagelijks Bestuur van HGM het voorliggende convenant voor vaststelling in de lokale college’s brengen waarna ondertekening plaats kan vinden door de burgemeester in het Regionaal College van HGM.
Pagina 4 van 12
3
Communicatieparagraaf Welke in- en externe doelgroepen worden over het besluit geïnformeerd? Het convenant is voorbereid door de Intergemeentelijke Werkgroep Algemeen, is besproken in het dagelijks bestuur van Hulpverlening Gelderland Midden (HGM) en is afgestemd binnen het regionale overleg van Ambtenaren rampenbestrijding. Dat wil zeggen dat alle gemeenten, HGM en de provincie geïnformeerd zijn. Heeft er al communicatie plaatsgevonden? Neen. Hoe wordt het voorstel openbaar gemaakt aan de pers? Het voorstel wordt via het reguliere persgesprek openbaar gemaakt; er is geen communicatieplan opgesteld. Openbaar making via regulier persgesprek? Er is een regulier persgesprek. Is er een communicatieplan over dit onderwerp? Er is geen communicatieplan.
Pagina 5 van 12
4
CONVENANT INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING RAMPENBESTRIJDING IN DE REGIO GELDERLAND-MIDDEN
Intergemeentelijk convenant ter voorbereiding en uitvoering van de gemeentelijke rampenbestrijdingsen crisisbeheersingsprocessen in de hulpverleningsregio Gelderland-Midden
Pagina 6 van 12
Intergemeentelijke samenwerking rampenbestrijding in de hulpverleningsregio GelderlandMidden De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Arnhem, Barneveld, Doesburg, Duiven, Ede, Lingewaard, Nijkerk, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort en Zevenaar te dezen vertegenwoordigd door de respectievelijke burgemeesters, ter uitvoering van de besluiten van de respectievelijke colleges tot het aangaan van dit convenant,
Hierna gezamenlijk te noemen: partijen Overwegende dat: •
samenwerking in de preparatieve fase, voor wat betreft de voorbereiding van de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocessen, tussen partijen gewenst is;
•
tijdens een ramp of een zwaar ongeval een gecoördineerde en structurele inzet van gemeentelijke diensten en organisaties niet door de getroffen gemeente alleen kan worden gerealiseerd, wanneer dit moet plaatsvinden gedurende een langere periode en er sprake is van aflossing van personeel en dergelijke;
•
een ramp of zwaar ongeval op het grondgebied van één van de gemeenten gevolgen kan hebben voor één of meer aangrenzende gemeenten;
•
snelle en adequate hulp en bijstand van andere gemeenten vereist kan zijn om schadelijke gevolgen van een ramp of zwaar ongeval te beperken;
•
voor het vragen of verlenen van hulp en bijstand van de niet-parate onderdelen van de gemeentelijke rampbestrijdingsorganisatie geen wet- of regelgeving bestaat;
•
behoefte bestaat aan een regionaal dekkende regeling, waarbij in voorbereidende zin de mogelijkheid wordt geboden in geval van een (dreigende) ramp of zwaar ongeval snel en adequaat hulp en bijstand te verlenen aan de getroffen gemeente(n).
BESLUITEN:
elk der partijen voor zover het betreft de eigen bevoegdheid: 1. in te trekken het uit 1991 daterende ‘Convenant inzake intergemeentelijke samenwerking van de gemeenten in de regio Arnhem voor het opleiden van personeel en de inzet van personeel en/of materieel van de gemeentelijke niet-parate diensten en bedrijven in het kader van de rampenbestrijding’; 2. vast te stellen het ‘Intergemeentelijk convenant ter voorbereiding en uitvoering van de gemeentelijke rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocessen in de hulpverleningsregio Gelderland-Midden’; 3. zich bereid te verklaren samen te werken in de preparatieve fase waar het betreft de voorbereiding van de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocessen; 4. zich bereid te verklaren in geval van (dreigende) rampen of zware ongevallen desgevraagd naar vermogen gemeentelijke bijstand te verlenen aan de getroffen gemeente(n); 5. de burgemeester te mandateren om te besluiten tot het verlenen van de onder punt 4 genoemde bijstand.
Pagina 7 van 12
1
Intergemeentelijk convenant ter voorbereiding en uitvoering van de gemeentelijke rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocessen in de hulpverleningsregio GelderlandMidden
Artikel 1 Begripsomschrijving In dit convenant wordt verstaan onder: 1. Deelplan: de beschrijving van de voorbereiding en uitvoering van de taken, de daarvoor noodzakelijke mensen en middelen en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen het betreffende gemeentelijke rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsproces; 2. Hoofd actiecentrum: hij die in een gemeente belast is met de voorbereiding en de uitvoering van het toegewezen gemeentelijke rampenbestrijdings- of crisisbeheersingsproces; 3. Intergemeentelijk team: een team samengesteld uit medewerkers van verschillende gemeenten dat ziet op, en oproepbaar is voor, de voorbereiding en uitvoering voor een gemeentelijke rampenbestrijdings- en of crisisbeheersingsproces; 4. Ramp: indien in dit convenant wordt gesproken over een ramp dan heeft dit tevens betrekking op een crisis of zwaar ongeval.
Artikel 2 Doel van de samenwerking De in dit convenant bedoelde samenwerking richt zich alleen op de hulp en bijstand van de niet-parate onderdelen van de gemeentelijke rampbestrijdingsorganisaties in de hulpverleningsregio Gelderland Midden en heeft tot doel: 1. In voorbereidende zin afspraken vast te leggen, waarop in geval van een (dreigende) crisis, ramp of zwaar ongeval een beroep kan worden gedaan, teneinde snel en adequaat onderlinge hulp en bijstand te verlenen; 2. In voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing te komen tot een gezamenlijke implementatie van rampenplannen, deelplannen, werkinstructies en vorming van intergemeentelijk teams; 3. De uitwisseling van kennis en ervaring op het gebied van de rampenbestrijding en crisisbeheersing te bevorderen; 4. Het deelnemen aan de vastgestelde oefeningen en het leveren van een bijdrage aan de voorbereiding hiervan; 5. Het voorzien in snelle en adequate hulpverlening aan een gemeente waar zich een ramp voordoet.
Artikel 3 Inhoud van de samenwerking 1. De samenwerking geldt voor de rampenbestrijding in de zin van de Wet rampen en zware ongevallen en voor de voorbereiding daarop; 2. Hulp en bijstand ingeval van een (dreigende) ramp of zwaar ongeval strekt zich uit over personele en/of materiële middelen, één en ander overeenkomstig de in dit convenant omschreven procedure; 3. Ter voorbereiding van mogelijke hulp- en bijstandsverlening zullen gemeenten: a. regelmatig gegevens uitwisselen over elkaars hulp- en bijstandspotentieel; b. in samenspraak met de hulpverleningsregio Gelderland-Midden verdere organisatorische afspraken maken over de vorming van de intergemeentelijk teams voor uitvoering van gemeentelijke processen en andere aangelegenheden de rampenbestrijding betreffende; c. elkaar uitnodigen voor (inter)gemeentelijke oefeningen, zowel passief (waarnemer) als actief (deelnemer); d. gezamenlijk zorgdragen voor een adequaat opleidingsniveau voor de sleutelfunctionarissen in de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie; e. actief kennis met elkaar uitwisselen.
Pagina 8 van 12
2
Artikel 4 Hulp- en bijstandsvoorwaarden 1. Wanneer zich een (dreigende) ramp of zwaar ongeval voordoet in één van de gemeenten hebben de partijen een inspanningsverplichting op een daartoe strekkend verzoek, door of namens de burgemeester die het opperbevel over de bestrijding voert, om de gevraagde ambtelijke medewerkers, werktuigen, voertuigen en verdere hulpmiddelen beschikbaar te stellen; 2. De burgemeester zal een verzoek tot hulp en bijstand doen, nadat het gemeentelijk rampenplan geheel of gedeeltelijk in werking is gesteld en nadat is gebleken dat de eigen middelen ontoereikend zijn; 3. De aangezochte gemeente(n) verle(e)n(t)en naar vermogen hulp en bijstand. De verzochte bijstand wordt slechts, al dan niet gedeeltelijk, geweigerd indien: a. er een dreiging bestaat, dat de effecten van de ramp zich eveneens zullen uitstrekken over het gebied van de voor hulp en bijstand aangezochte gemeente(n); b. er tegelijkertijd een (dreiging van een) ramp of zwaar ongeval in de voor hulp en bijstand aangezochte gemeente is. 4. Personeel van de bijstandsverlenende gemeente valt onder de (operationele) aansturing van de rampbestrijdingsorganisatie van de bijstandsaanvragende gemeente; 5. Rechtspositioneel blijft het bijstandsverlenende personeel onder de eigen gemeente vallen. De burgemeester van de eigen gemeente neemt formeel het besluit om bijstand te verlenen.
Artikel 5 Regionale deelprocessen en beheer 1. Burgemeester en wethouders hebben voor ieder gemeentelijk rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsproces in hun gemeente een procesverantwoordelijke aangewezen; 2. De volgende gemeentelijke processen zijn uitgewerkt in deelplannen: alarmering, voorlichting, opvang & verzorging en primaire levensbehoeften, registratie van slachtoffers (CRIB), uitvaartverzorging, schade-afhandeling (CRAS), milieu, nazorg; 3. Voor iedere werkgroep zijn twee of meer Ambtenaren Openbare Veiligheid uit de hulpverleningsregio Gelderland-Midden aangewezen als ambtelijk coördinator voor de regionale samenwerking binnen het proces. De verdeling van de werkgroepen is als volgt:
Werkgroep Voorlichting Opvang en Verzorging/ Prim. Levensbehoeften CRIB CRAS/Nazorg Milieu/Uitvaart Alarmering/Verslag/ Evaluatie Algemeen/ondersteuning
Trekkend AOV’ers Westervoort, Scherpenzeel Wageningen, Doesburg Lingewaard, Rijnwaarden Barneveld, Renkum Rheden/Rozendaal, Zevenaar Nijkerk, Zevenaar Arnhem, Ede, Overbetuwe, Duiven
4. De operationeel coördinerend gemeentesecretaris draagt zorgt voor afstemming tussen de verschillende werkgroepen en bewaakt hun voortgang.
Artikel 6 Intergemeentelijke teams 1. Er worden -in ieder geval- intergemeentelijke teams gevormd voor de gemeentelijke processen voorlichting, registratie van slachtoffers en opvang & verzorging; 2. De intergemeentelijke teams bestaan uit medewerkers van iedere gemeente. Het aantal medewerkers dat wordt geleverd is zoveel mogelijk evenredig aan het inwoneraantal van de betreffende gemeente; 3. De werkgroepen, zoals vermeld in artikel 5, lid 3, maken - in ieder geval - nadere werkafspraken betreffende de werkwijze van de intergemeentelijke teams. Deze afspraken zijn voor partijen bindend; 4. Ten tijde van een daadwerkelijke inzet staan de regionale teams onder leiding van de gemeentesecretaris(sen) van de getroffen gemeente(n) en staan ter beschikking van de
Pagina 9 van 12
3
betreffende procesverantwoordelijken. Rechtspositioneel blijven de medewerkers aan de eigen werkgever gebonden.
Artikel 7 1.
2.
3.
4.
Het aanvragen van hulp en bijstand en van een (of meerdere) intergemeentelijk team(s) en beëindiging van de hulp en bijstand Een beroep om hulp en bijstand wordt door of namens de burgemeester van een getroffen gemeente gedaan aan het Regionaal Operationeel Team. Het bepaalde in lid 3 is hierbij van toepassing; Is de gevraagde bijstand gearriveerd, dan zal de coördinatie van de uitvoering daarvan door de betrokken burgemeester worden opgedragen aan de gemeentesecretaris van de bijstandsvragende gemeente; Indien een ramp of zwaar ongeval meerdere gemeenten treft dient het verzoek om bijstand te worden gedaan via het Regionaal Operationeel Team aan de coördinerend burgemeester in het regionaal beleidsteam; Wanneer het beroep op de bijstand als bedoeld in lid 1 niet langer nodig is, deelt de om bijstand vragende partij de bijstandsverlenende partij zo spoedig mogelijk het tijdstip mee waarop de bijstand kan worden beëindigd.
Artikel 8 Opleiding en oefening 1. Partijen spannen zich in om te komen tot een uniform opleidings- en oefenniveau van de sleutelfunctionarissen en leden van de intergemeentelijke teams in de gemeentelijke rampenbestrijding; 2. In de oefeningen komen de volgende zaken aan de orde: • Alarmering, het testen van de bereikbaarheid en de beschikbaarheid van de gemeentelijke sleutelfunctionarissen en van de leden van de intergemeentelijke teams; • Procedures tussen het regionaal operationeel team, gemeentelijke rampenstaf (beleidsteam en managementteam) en de gemeentelijke actiecentra; • De werkzaamheden van de gemeentelijke actiecentra. 3. Binnen ieder proces worden theoretische en praktische oefeningen georganiseerd zodat iedere functionaris in de rampenbestrijding zich kan voorbereiden op zijn of haar taak; 4. In het Regionaal opleidings- en oefenbeleidsplan voor de gemeentelijke processen van de rampenbestrijding staat aangegeven welke oefen- en opleidingsinspanning gesteld wordt aan ieder proces en welke middelen hiervoor beschikbaar gesteld dienen te worden; 5. Partijen verplichten zich om op verzoek deel te nemen aan de vastgestelde oefeningen en daarnaast te voldoen aan het vastgestelde opleidingsniveau en leveren hun bijdrage hieraan bij de voorbereiding.
Artikel 9 Kosten 1. In het kader van dit convenant zal de bijstandsverlenende partij geen kosten in rekening brengen aan de bijstandsvragende gemeente, behoudens die van verloren gegane, beschadigd geraakte en/of verbruikte werktuigen, voertuigen en verdere hulpmiddelen en door derden gemaakte kosten; 2. De kosten van opleidings- en oefenuren, reistijd, reis- en verblijfkosten van gemeentepersoneel ten tijde van opleiden en oefenen komen ten laste van de gemeente, waar dit personeel een regulier dienstverband heeft; 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid vindt wel (evenredige) kostenverrekening plaats indien de bijstandsvragende gemeente kosten op derden kan verhalen en/of de rijksoverheid een bijdrage als bedoeld in het Besluit rijksbijdragen bijstands- en bestrijdingskosten uitkeert.
Artikel 10 Geldigheidsduur en beheer van het convenant 1. Dit convenant kent een minimale geldigheidsduur tot 1 september 2009. Partijen beoordelen voorafgaand aan het verstrijken van deze periode en daarna in ieder geval vierjaarlijks in de vergadering van het Regionaal College Hulpverlening in samenhang met de vaststelling van het regionaal beheersplan rampenbestrijding of dit convenant aanvulling of wijziging behoeft;
Pagina 10 van 12
4
2. Het Dagelijks Bestuur van de hulpverleningsregio Gelderland-Midden coördineert wijziging, aanvulling en opheffing van het convenant en adviseert het Regionaal College Hulpverlening aangaande wijzigingen van het convenant; 3. Iedere partij kan schriftelijk bij de voorzitter van de hulpverleningsregio Gelderland-Midden voorstellen doen tot het wijzigen van dit convenant. Een verzoek tot wijziging wordt geagendeerd voor de eerstvolgende vergadering van het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur brengt vervolgens een advies uit aan het Regionaal College Hulpverlening; 4. Het Regionaal College Hulpverlening besluit uitsluitend bij meerderheid van stemmen tot het wijzigen van dit convenant; 5. Dit convenant kan door iedere partij worden opgezegd ter gelegenheid van de beoordeling als bedoeld van het eerste lid.
Artikel 11 Titel en inwerkingtreding Dit convenant kan worden aangehaald als ‘Intergemeentelijk convenant ter voorbereiding en uitvoering van de gemeentelijke rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocessen in de hulpverleningsregio Gelderland-Midden’ en treedt één dag na ondertekening in werking.
Aldus opgemaakt te ……..
op
…….
2008
Gemeente Arnhem Burgemeester P.C. Krikke
Gemeente Barneveld Burgemeester J.A.M.L. Houben
Gemeente Doesburg Burgemeester H.G. Overweg
Gemeente Duiven Burgemeester H.J. Zomerdijk
Gemeente Ede Burgemeester C. van der Knaap
Gemeente Lingewaard Burgemeester H. de Vries
Gemeente Nijkerk Burgemeester G.D. Renkema
Gemeente Overbetuwe Burgemeester E. Tuijnman
Pagina 11 van 12
5
Gemeente Renkum Burgemeester J.P. Gebben
Gemeente Rheden Burgemeester P. van Wingerden-Boers
Gemeente Rozendaal Burgemeester R. van Rijckevorsel
Gemeente Rijnwaarden Burgemeester M. Slinkman
Gemeente Scherpenzeel Burgemeester J.J.H. Colijn-de Raat
Gemeente Wageningen Burgemeester G.J.M. van Rumund
Gemeente Westervoort Burgemeester J.J.G.M. Geukers
Gemeente Zevenaar Burgemeester J.A. de Ruiter
Pagina 12 van 12
6